LEESWIJZER
“Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten in de thuiszorg” De map “Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten in de thuiszorg” bestaat uit twee onderdelen: een notitie en een pakket deskundigheidsbevordering.
1.
De notitie
2.
Pakket deskundigheidsbevordering
Het eerste deel is de notitie “Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten in de thuiszorg”. Deze is bedoeld als praktisch hulpmiddel bij het verbeteren van de zorg aan patiënten met cytostatica thuis (met uitzondering van intraveneuze toediening). Beschreven zijn onder andere de risico’s van blootstelling aan cytostatica en uitscheidingsproducten na behandeling met cytostatica, de wettelijke bepalingen waardoor bescherming van hulpverleners wordt bevorderd en de wijze waarop de toediening en het omgaan met uitscheidingsproducten moet plaats vinden. De notitie kan in de eigen thuiszorgorganisatie bijvoorbeeld worden gebruikt als basis om de eigen richtlijnen, protocollen of handboeken bij te stellen op dit onderdeel.
Het tweede deel van deze map is samengesteld als hulpmiddel bij deskundigheidsbevordering van verzorgenden en wijkverpleegkundigen. Omdat de taken van de diverse categorieën hulpverleners per organisatie kunnen verschillen, evenals de organisatie van de zorg en de wijze waarop deskundigheidsbevordering van medewerkers vorm krijgt, is ook dit onderdeel bedoeld als een basis, die iedere organisatie op maat kan maken voor eigen gebruik. Zowel enige uitgangspunten bij deskundigheidsbevordering met betrekking tot veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten als een aantal concrete hulpmiddelen bij deskundigheidsbevordering zijn hierin opgenomen. Voor u ligt de papieren versie. Om het gebruik van het materiaal te vergemakkelijken kunt u de teksten ook vinden op internet: http://veiligwerken.ikcnet.nl. De tekst van de notitie kunt u downloaden en printen. De tekst van het pakket deskundigheidsbevordering kunt u downloaden en bewerken, waardoor u het aan kunt passen op gebruik in uw eigen organisatie. Voor meer informatie of andere reacties kunt u telefonisch of per e-mail contact opnemen met het IKZ, telefoonnummer 040-297 16 16 of per e-mail:
[email protected]. De map is opgesteld door de IKZ Werkgroep Oncologieverpleegkundigen, werkzaam in de thuiszorg.
Portefeuillehouders: Yolanda Aarts-Bazelmans, verpleegkundig specialist, ZuidZorg (voorheen Thuiszorg Eindhoven en Kempenstreek). Maruscha de Vries, verpleegkundig consulent oncologie, Integraal Kankercentrum Zuid.
VEILIG WERKEN MET CYTOSTATICA EN UITSCHEIDINGSPRODUCTEN IN DE THUISZORG Pakket deskundigheidsbevordering
Integraal Kankercentrum Zuid Postbus 231 / Zernikestraat 29 5600 AE Eindhoven 040 - 2971616 fax 040 - 2971610 e-mail:
[email protected] www.ikz-net.nl Eindhoven, 13 februari 2006 k/werk/secr/pakketcytosdef
Integraal Kankercentrum Zuid
Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten in de thuiszorg
Hulpmiddelen bij deskundigheidsbevordering
INHOUD Tekst hoofdstuk 7 van de notitie
1
:
toets
2
:
- kaartjes met vragen (geel) - kopieerexemplaar
3
:
- strookjes voor de oefening werkwijze (groen) - totaaloverzicht werkwijze
4
:
praktijksituaties
5
:
basisinformatie voor verzorgenden
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
1
Integraal Kankercentrum Zuid
7. DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Hoofdstuk 7 uit de notitie “Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten in de thuiszorg”.
Algemene uitgangspunten
De informatie uit de opgestelde notitie ‘Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten in de thuiszorg’ is basisinformatie, bestemd voor alle thuiszorgorganisaties. Iedere organisatie kan de informatie uit de nota gebruiken als basis om de eigen richtlijnen, protocollen of handboeken bij te stellen met betrekking tot veilig werken met cytostatica. De beschikbaarheid van actuele richtlijnen, protocollen of handboeken is niet voldoende. Hulpverleners moeten deze ook kunnen toepassen in de praktijk. Activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering kunnen er toe bijdragen dat hulpverleners zich de benodigde kennis en vaardigheden eigen maken ofwel dat zij deze op peil houden. Per organisatie kunnen de taken van de diverse categorieën hulpverleners verschillen en iedere organisatie heeft een eigen werkwijze met betrekking tot de organisatie van de zorg en de aanpak van deskundigheidsbevordering van de medewerkers. De informatie in dit hoofdstuk geeft daarom een aantal uitgangspunten, als basis voor de invulling van deskundigheidsbevordering per organisatie.
Aandachtspunt bij deskundigheidsbevordering
Omdat de patiënten die met cytostatica worden behandeld in aantal een klein deel van alle patiënten uitmaken, krijgen veel hulpverleners zeker niet dagelijks te maken met deze patiënten. Als het zich voordoet moeten zij op dat moment echter wel in staat zijn om dit te signaleren en volgens protocol te werken.
Het doel van deskundigheidsbevordering
Om cytostaticabesmetting van hulpverlener, patiënt en naasten te voorkomen moet de hulpverlener: zich bewust zijn van de noodzaak om veilig om te gaan met cytostatica kunnen signaleren dat het een patiënt betreft die behandeld wordt met cytostatica de juiste personen kunnen inschakelen bij ontbrekende informatie en voor vragen de benodigde maatregelen kunnen toepassen in de zorg aan de patiënt De aangegeven doelen zijn algemene doelen. Iedere organisatie kan deze, afhankelijk van de benodigde kennis en vaardigheden, verder invullen.
Vormgeven aan deskundigheidsbevordering
Als hulpverleners niet dagelijks te maken hebben met deze patiëntengroep dan heeft dit consequenties voor de wijze van deskundigheidsbevordering. De opgedane kennis en vaardigheden kunnen dan niet worden onderhouden en zijn mogelijk niet meer paraat op het juiste moment. Dan is het effectief als de hulpverlener een deskundige op het gebied van veilig werken met cytostatica kan raadplegen, zoals de oncologieverpleegkundige of de verpleegkundig specialist met aandachtsveld oncologie. Een andere mogelijkheid is dat de hulpverlener gebruik kan maken van een "geheugensteun" zoals een checklist of stappenplan voor het plannen en uitvoeren van de maatregelen.
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
1
Integraal Kankercentrum Zuid
Deskundigheidsbevordering in de vorm van scholing Klinische les over veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten In de meeste organisaties is het geven van klinische lessen gebruikelijk. De lessen met een onderwerp over oncologische zorg worden veelal gegeven door de oncologieverpleegkundige of de verpleegkundig specialist. Als basis voor de klinische les kunnen de algemene doelen (zoals hierboven aangegeven), die voor de betreffende groep relevant zijn, concreet worden ingevuld. Deze vormen het uitgangspunt bij het opzetten van de klinische les. De auteurs van de notitie hebben enkele hulpmiddelen ontwikkeld die gebruikt kunnen worden in een klinische les. Afhankelijk van de groep, de doelstelling van de les en de gewenste werkwijze kunnen hiervan één of meerdere onderdelen worden gebruikt. Begintoets De begintoets omvat een aantal vragen op papier waarop met waar of niet waar kan worden geantwoord. Deze vragen kunnen bij aanvang van de les door iedere deelnemer worden beantwoord. De antwoorden geven een globaal beeld van de onderwerpen die wel en de onderwerpen die niet bekend zijn bij de deelnemers. Anderzijds kan het afnemen van de vragen vooraf worden gebruikt om de nieuwsgierigheid van de deelnemers op te wekken. Vragenkaartjes Op kaartjes staan over diverse onderwerpen kennisvragen en discussievragen beschreven. Per kaartje één vraag. De kaartjes worden op tafel uitgespreid en de deelnemers lopen hier omheen en lezen alle vragen. Bij toerbeurt pakt een deelnemer een vragenkaartje waar zij het antwoord niet op weet en nodigt een mededeelnemer uit het antwoord te geven. De kennisvragen zijn gericht op het geven van informatie aan elkaar. De discussievragen zijn gericht op bewustwording. Oefening werkwijze met sorteerkaartjes In hoofdstuk 6 van de notitie zijn vier werkbladen opgenomen (vanaf bladzijde 20). Hierop staan enkele werkwijzen beschreven met betrekking tot het veilig werken. Per werkwijze zijn alle onderdelen hiervan op losse strookjes genoteerd. In tweetallen worden de stroken bekeken en in de juiste volgorde gelegd. Op deze wijze wordt het totaal van de betreffende werkwijze opgebouwd. Als alle groepjes klaar zijn wordt gezamenlijk bekeken of ieder de juiste werkwijze heeft weergegeven. Eventueel kan deze oefening worden uitgebreid. Alvorens de werkwijze op te stellen krijgen de tweetallen op papier de benodigdheden, weer per strook papier één onderdeel. Uit deze onderdelen stellen zij een pakketje samen met benodigdheden voor de betreffende toediening. Vervolgens geven zij, zoals hierboven vermeld, de werkwijze weer. Praktijksituaties Enkele praktijksituaties zijn kort beschreven. Na de beschrijving volgen enkele vragen. In kleine groepjes kunnen de praktijksituaties worden besproken en in de vorm van een discussie de vragen worden beantwoord. In een plenaire nabespreking kunnen de gevonden antwoorden worden besproken. Een andere mogelijkheid is het naspelen van deze situaties. De praktijksituatie wordt door twee à drie inhoudsdeskundigen, bijvoorbeeld oncologieverpleegkundigen, uitgespeeld onder leiding van de docent. De deelnemers mogen het spel stoppen en een regieaanwijzing geven als zij vinden dat er niet juist wordt gehandeld. De spelers gaan volgens de aanwijzing verder. Eventueel wordt degene die de opmerking maakte uitgenodigd de rol verder te spelen. In een plenaire nabespreking wordt het resultaat besproken.
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
2
Integraal Kankercentrum Zuid
Basisinformatie voor verzorgenden Voor de verzorgenden is in het kort basisinformatie op schrift gesteld. De begintoets, vragenkaartjes, oefening werkwijze, praktijksituaties en de basisinformatie zijn digitaal verkrijgbaar bij het IKZ. De docent kan in het bestand wijzigingen aanbrengen (bijvoorbeeld vragen schrappen of toevoegen) zodat er voor iedere groep aanpassingen gemaakt kunnen worden door de docent. Aansluiten bij bestaande scholingen Daar waar scholing plaats vindt over onderwerpen die een raakvlak hebben met het veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten, kan een onderdeel hierover worden opgenomen. Dit betreft bijvoorbeeld de onderwerpen: hygiënisch werken volgens de hygiënerichtlijn van de organisatie. Hierbij is o.a. aandacht voor het werken met persoonlijke beschermingsmiddelen, eveneens van toepassing bij het omgaan met cytostatica introductie nieuwe medewerkers Afhankelijk van de opzet van de introductiecursus. Met name voor de oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist met aandachtsveld oncologie is dit een mogelijkheid om zich kenbaar te maken als aanspreekpunt voor oncologische zorg, waaronder veilig omgaan met cytostatica. oncologie Als aandachtspunt bij andere onderwerpen over de zorg voor patiënten met kanker.
Informatie en leermaterialen zijn op te vragen bij het IKZ.
Dit document kunt u downloaden via: http://veiligwerken.ikcnet.nl
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
3
Toets Veilig werken met cytostatica in de thuiszorg Omcirkel bij de onderstaande vragen het juiste antwoord 1. Urine en faeces van een patiënt die behandeld wordt met cytostatica zijn 14 dagen na toediening van het medicijn besmet.
waar / niet waar
2. Wasgoed van een patiënt die behandeld wordt met cytostatica moet zo warm mogelijk gewassen worden.
waar / niet waar
3. Patiënten met kanker worden altijd behandeld met cytostatica.
waar / niet waar
4. Als hulpverlener neem je een veiligheidsrisico als je gaat werken bij patiënten die behandeld worden met cytostatica.
waar / niet waar
5. Patiënten die behandeld worden met cytostatica mogen geen lichamelijk contact hebben met anderen.
waar / niet waar
6. Als je de stoma verzorgt bij een patiënt die met cytostatica wordt behandeld, dan trek je een wegwerpschort en handschoenen aan.
waar / niet waar
7. Als je een po of urinaal leeg maakt, van een patiënt die met cytostatica wordt behandeld, dan hoef je geen voorzorgsmaatregelen te nemen.
waar / niet waar
8. Sanitair dat wordt gebruikt door een patiënt die een chemokuur heeft, moet je twee keer per dag reinigen met allesreiniger.
waar / niet waar
9. Niet alleen kankerpatiënten maar ook chronisch zieken kunnen behandeld worden met cytostatica.
waar / niet waar
10. Als je tijdens je werk in aanraking komt met cytostatica dan is dat gevaarlijk. Je hebt dan een verhoogde kans om zelf kanker te krijgen.
waar / niet waar
11. Uittredend oedeemvocht van de benen, bij een patiënt die cytostatica gebruikt, dient behandeld te worden als besmet.
waar / niet waar
12. Een patiënt krijgt cytostatica I.V. Het braaksel van de patiënt is besmet.
waar / niet waar
13. Urine, faeces, braaksel, drain- en wondvocht, transpiratie, speeksel en tranen zijn allen besmet excreta bij een patiënt die cytostatica krijgt.
waar / niet waar
De patiënt krijgt een poliklinische behandeling met cytostatica. Het is niet te achterhalen met welk middel. Je weet dus niet welke bijwerkingen er te verwachten zijn. Welke voorzorgsmaatregelen ga je nemen?
De patiënt wordt behandeld met cytostatica, hoe ga je om met het wasgoed van patiënt en familie?
De patiënt wordt behandeld met cytostatica, waar moet je dan op letten bij de persoonlijk verzorging van de patiënt?
Kan een hulpverlener die zwanger is, werken bij een patiënt die behandeld wordt met cytostatica?
De patiënt wordt behandeld met cytostatica, waar moet je opletten bij het omgaan met excreta?
De patiënt krijgt 5 FU. Hoe ga je om met het afvalmateriaal?
De patiënt wordt behandeld met cytostatica en vraagt aan jou of hij/zij de kinderen mag knuffelen.
Welk advies geef je?
Welke voorlichting geef je over de voorzorgsmaatregelen die patiënt en mantelzorgers moeten nemen?
De patiënt wordt behandeld met cytostatica en is erg incontinent van urine en faeces.
De patiënt wordt behandeld met cytostatica en heeft erg oedemateuze benen met uittredend vocht. Hoe ga je hiermee om bij de verzorging?
De patiënt wordt behandeld met cytostatica en vraagt aan jou of er besmettingsgevaar is bij het vrijen. Wat is je antwoord?
Een patiënt krijgt cytostaticatabletten. Deze pillen zijn in een strip verpakt. Hoe ga je om met het toedienen van deze tabletten? Welke adviezen geef je patiënt en familie?
Een patiënt krijgt een perifeer infuus. Ze krijgt 1 liter Nacl per 24 uur. Poliklinisch krijgt mevrouw chemokuren via dit infuus. Hoe is de verdere zorg thuis: rondom het infuus de uitscheidingsproducten en de afvalmaterialen?
Een mevrouw heeft een ulcerende mammatumor. Ze krijgt één keer per drie weken poliklinische cytostatica. Welke voorzorgsmaatregelen neem je bij: de wondverzorging en de afvalmaterialen?
Een man heeft een blaaskatheter. Hij krijgt wekelijks poliklinische blaasspoelingen met cytostatica. Hoe ga je om met de zorg: rondom de blaaskatheter (verwisselen van zakken e.d.) de uitscheidingsproducten en de afvalmaterialen?
# Toediening cytostatica in tablet of capsule Benodigdheden # Ø handschoenen # Ø tabletten / capsules # Ø dubbel afvalzak # Ø benodigdheden in geval van een calamiteit
# Toediening cytostatica in tablet of capsule Werkwijze # Ø was de handen # Ø trek de handschoenen aan # Ø verwijder de verpakking van de tablet of capsule # Ø breng de tablet / capsule rechtstreeks naar de mond van de patiënt en geeft de patiënt voldoende te drinken (of plaats de tablet / capsule in een medicijnbekertje en geef het aan de patiënt)
# Ø deponeer al het afval en het disposable materiaal in de dubbele afvalzak # Ø was de handen #
Doelstellingen bij de praktijksituaties
De verzorgende kan in de context van deze praktijksituatie: - signaleren dat het een patiënt betreft die behandeld wordt met cytostatica - relevante informatie opsporen, zij weet welke personen zij moet inschakelen bij ontbrekende informatie en bij vragen - benoemen welke maatregelen zij moet nemen in de zorg aan de patiënt en de partner - benoemen op welke wijze zij de patiënt en de partner hierover uitleg geeft
Praktijksituatie 1
Verzorgende CD/niveau 3
De situatie Je komt bij een echtpaar voor het geven van huishoudelijke zorg en hulp aan mevrouw bij het douchen. Meneer is de laatste tijd erg moe en na onderzoek in het ziekenhuis is bij hem acute leukemie vastgesteld. Meneer krijgt hier medicatie voor. Dit zijn pillen in een strip. Je hoort van mevrouw dat deze pillen niet met de handen aangeraakt mogen worden. Je weet niet waarom dit niet mag. Mevrouw weet het ook niet.
Vragen 1. Hoe kom je te weten waarom je deze pillen niet mag aanraken? 2. Welke conclusie trek je als je informatie over het medicijn hebt? 3. Ga je in de zorg die je geeft aan het echtpaar iets veranderen? Leg dit uit.
Praktijksituatie 2
Verzorgende AB/niveau 1 of 2
De situatie Je geeft dagelijks hulp aan een mevrouw met borstkanker. Mevrouw heeft uitzaaiingen in botten en in de lever. Mevrouw heeft een blijvend infuus. De wijkverpleegkundige komt voor het infuus en de douchebeurt. Mevrouw gaat naar de poli voor een behandeling met chemotherapie. Je weet niet precies met welk cytostaticum ze wordt behandeld. Jij geeft huishoudelijke hulp, verzorgt de was en doet de strijk.
Vragen 1. Waar moet je op letten in verband met je eigen veiligheid? 2. Welke maatregelen neem je als je bij het gezin werkt? 3. Hoe leg je uit aan de patiënt en haar partner dat je deze maatregelen neemt? 4. Hoe vind je het om te werken met een patiënt die met cytostatica wordt behandeld?
Praktijksituatie 3
Verzorgende B/niveau 2
De situatie Je gaat naar een nieuwe patiënt. De leidinggevende heeft verteld dat het gaat om een alleen wonende man, een meneer met blaaskanker. Meneer gaat regelmatig naar de poli om gespoeld te worden met medicijnen. Zijn situatie is stabiel. Hij krijgt drie keer per week hulp bij het huishouden.
Vragen 1. Welke aanwijzing heb je over de aard van het medicijn? 2. Welke vragen ga je stellen, en aan wie, om zekerheid te krijgen over de aard van de medicijnen? 3. Wat is belangrijk bij het geven van goede zorg in deze situatie? 4. Welke informatie geef je aan de patiënt en aan zijn familie?
Integraal Kankercentrum Zuid
VEILIG WERKEN MET CYTOSTATICA EN UITSCHEIDINGSPRODUCTEN Basisinformatie voor verzorgenden in de thuiszorg
1. Wat is kanker? Er zijn meer dan honderd soorten kanker die op verschillende plaatsen in het lichaam optreden. Elke soort is een andere ziekte. Echter één ding hebben deze ziekte gemeenschappelijk, namelijk ongeremde celdeling. Celdeling Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. De cellen vormen de bouwstenen van ons lichaam. Voortdurend worden nieuwe cellen gevormd. Dit is noodzakelijk om te kunnen groeien, maar ook om beschadigde en verouderde cellen te kunnen vervangen (wondje). De cellen ontstaan door celdeling. Bij celdeling ontstaat uit één cel twee nieuwe cellen, die zich op hun beurt ook weer delen, enzovoorts. Geregelde celdeling Celdeling gebeurt niet zo maar. De deling van cellen wordt goed geregeld en gecontroleerd. De informatie die hiervoor nodig is ligt vast in de genen. Genen zijn eenheden met informatie die wij van onze voorouders hebben geërfd. Dit erfelijk materiaal, ook wel aangeduid als DNA, komt voor in bijna elk lichaamscel. Ontregelde celdeling Tijdens het leven worden onze lichaamscellen blootgesteld aan allerlei schadelijke invloeden. Doorgaans zullen ‘repareer’genen ervoor zorgen dat de schade wordt hersteld. Een cel kan in de loop der tijd echter onherstelbaar beschadigd raken. Op den duur kan dit leiden tot veranderingen in genen die de deling, groei en ontwikkeling van zo’n cel regelen. Er ontstaat een ontregelde / overmatige celdeling die tot een gezwel of tumor leidt. Goed en kwaadaardig Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Alleen bij kwaadaardige tumoren is er sprake van kanker: bij goedaardige tumoren krijgt ons lichaam de celdeling weer onder controle en verspreiden de cellen zich niet door het lichaam. Bijvoorbeeld een wrat. bij kwaadaardige tumoren krijgt ons lichaam de celdeling niet meer onder controle. Een kwaadaardig gezwel drukt niet alleen de omliggende organen opzij, maar kan ook daarin binnengroeien en/of uitzaaien. Uitzaaiingen Bij een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. De tumorcellen verspreiden zich via de lymfe en/of het bloed door het lichaam. Op deze wijze kunnen kankercellen in andere organen terechtkomen en daar uitgroeien tot tumoren. Dit zijn uitzaaiingen.
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
1
Integraal Kankercentrum Zuid
2.
Cytostatica
Wat is chemotherapie? Chemotherapie is de behandeling van kanker met speciale medicijnen, zogeheten cytostatica. Cytostatica remmen de celdeling. Ze worden ook wel celdelingremmende medicijnen genoemd. Hoe werken cytostatica? Cytostatica komen in de bloedbaan terecht. Via de bloedbaan worden zij door het hele lichaam verspreid en kunnen kankercellen vrijwel overal in het lichaam bereiken. Cytostatica remt de celdeling. De verschillende soorten cytostatica werken op de verschillende momenten van de celdeling. Hoe wordt de behandeling gegeven? Cytostatica kunnen op verschillende manieren worden ingenomen of toegediend: via de mond (tablet of capsule) via een injectie via een infuus. De behandeling met cytostatica wordt meestal met tussenpozen gegeven. De patiënt krijgt een kuur en daarna volgt een periode van rust. In het algemeen gaat een patiënt voor het toedienen van de medicijnen naar de polikliniek, maar het komt ook voor dat men de medicijnen thuis kan innemen. Wat zijn de bijwerkingen? Cytostatica werken ook op gezonde cellen, vooral snelgroeiende gezonde cellen worden gemakkelijk aangetast door de medicijnen. Hierdoor kan een patiënt last krijgen van bijvoorbeeld misselijkheid, braken en diarree. Deze bijwerkingen kunnen zeer hevig zijn, maar verdwijnen na het stoppen van de kuur. Voor de patiënt zullen de voordelen van de behandeling uiteindelijk groter zijn dan de nadelen. Voor de hulpverlener ligt dat anders. Deze zijn in feite gezond, waardoor het in aanraking komen met cytostatica alleen maar nadelige gevolgen heeft. Daarom dienen er maatregelen getroffen te worden ter bescherming van de hulpverleners.
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
2
Integraal Kankercentrum Zuid
3.
Veilig werken
Op welke manier kunnen we thuis in aanraking komen met cytostatica? We kunnen in aanraking komen met cytostatica door de medicatie aan te raken. Denk hierbij aan de tabletten bijvoorbeeld. Ook de uitscheidingsproducten van patiënten die met cytostatica behandeld worden kunnen besmet zijn. In urine, ontlasting, braaksel, transpiratievocht, wondvocht en drainvocht bevinden zich gedurende een aantal dagen, afhankelijk van de gebruikte middelen, resten van cytostatica. Tot 14 dagen na de kuur is het verstandig om voorzorgsmaatregelen in acht te nemen wanneer je in aanraking komt met uitscheidingsproducten. Gouden regels 1. Maak bij het in aanraking komen van uitscheidingsproducten altijd gebruik van handschoenen. 2. Maak bij verzorging / bedverschoning van een patiënt gebruik van een wegwerpschort en handschoenen. Waarop letten bij schoonmaak en afval thuis? Sanitair Draag tijdens het schoonmaken handschoenen. Maak het sanitair schoon, werk van ‘schoon’ naar ‘vuil’. Deponeer het schoonmaakdoekje bij het besmette wasgoed. Trek de handschoenen na afloop van de werkzaamheden uit en gooi deze weg in een afvalzak. Reinig de handen.
Met uitscheidingsproducten bevuild wasgoed Trek handschoenen aan als je met wasgoed (kleding en beddengoed) van een cliënt die met cytostatica behandeld wordt, in aanraking komt. Haal beddengoed rustig af, werk vanuit de hoeken naar het midden voorkom het opdwarrelen van stofdeeltjes. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en beddengoed. Bewaar het ‘besmette’ wasgoed apart van andere kleding in een plastic zak of was (de kleding en het beddengoed) direct. Laat het wasgoed beginnen met een koud spoelprogramma. Dit is op iedere wasmachine anders. Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van de wasmachine. Kies vervolgens het wasprogramma dat geschikt is voor het materiaal van de kleding of het beddengoed. Trek de handschoenen uit en gooi deze weg in een afvalzak. Maak het bed weer op met schone lakens. Morsen van uitscheidingsproducten Trek latex en poedervrije handschoenen aan. Dep bij het morsen van uitscheidingsproducten eerst met keuken-/wc-papier, tissues of wegwerpmatjes. Bevochtig de plek driemaal met koud water en dep het droog met keuken-/wc-papier, tissues of wegwerpmatjes. Reinig de plek hierna volgens eigen gebruik. Deponeer alle wegwerpmaterialen in een dubbele afvalzak. Afval Verzamel afvalmateriaal (gebruikte handschoenen, matjes, keuken-/wc-papier, tissues e.d.) in een aparte dubbele plastic vuilniszak. Sluit deze goed af en deponeer deze bij het gewone huisvuil.
Tot slot We moeten ons realiseren dat we een risico lopen. Echter, als we werken volgens bovenstaande gouden regels, kunnen we zeggen dat we veilig werken. Meer kunt u lezen in de KWF-folder ‘Chemotherapie’.
U kunt de bestanden ook downloaden via de website: http://veiligwerken.ikcnet.nl
3