1
Handreiking
2
3
4 5 6 7
Veilig omgaan met cytostatica Conceptversie 1.0 oktober 2014
8
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 1
9
Voorwoord
10 11
Beste lezer,
12 13 14 15 16 17 18
In de dagelijkse praktijk blijken er veel vragen over de juiste manier van omgaan met de mogelijkheid van onbedoeld contact en besmetting met cytostatica. De werkgroep wil met deze handreiking de vragen, onzekerheden en onbekendheid vervangen door goed toegankelijke informatie. In deze handreiking is gekozen om de wetenschappelijke onderbouwing, de wettelijke documenten en de gebezigde werkbladen waar mogelijk te ontsluiten vanuit de bronnen zelf. Daarmee wordt de actualiteit van deze documenten geborgd.
19 20 21 22 23
Deze handreiking is bedoeld om diegene die beroepsmatig binnen een zorgomgeving omgaat met cytostatica of haar gebruikers, de best mogelijke informatie te bieden binnen alle beschikbare documenten en websites. Daarmee worden op eenvoudige wijze vragen beantwoord, aanbevelingen gedaan of werkinstructies geboden waarmee in de dagelijkse routine veilig en zorgvuldig kan worden gewerkt in een omgeving met cytostatica.
24
Dit document vervangt geenszins de wettelijke kaders.
25
Namens de werkgroep,
26 27
T.H. (Theo) Ruitenbeek, voorzitter
28
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 2
29
Inhoudsopgave
30 31 32 33 34
Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 1. Inleiding ............................................................................................................ 8 Hoofdstuk 2. Voor toediening gereed maken richtlijnen ...................................................... 15 Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica .................................................................................... 17
35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45
Paragraaf 3.1. Infuus ........................................................................................................ 17 Werkblad 3.1.1. Het klaarzetten en aanhangen van een infuuszak met cytostaticum . 17 Werkblad 3.1.2. Het loskoppelen van een infuussysteem met cytostaticum ................ 19 Werkblad 3.1.3. Het verwisselen van een infuussysteem met cytostaticum ................ 20 Werkblad 3.1.4. Het verwijderen van een infuussysteem en venflon (infuusnaald) ..... 21 Werkblad 3.1.5. De mobiele patiënt met infuus in het ziekenhuis ................................ 22 Werkblad 3.1.6. De mobiele patiënt met infuus thuis ................................................... 23 Werkblad 3.1.7. Toediening via centraal veneuze catheter (CVC) ............................... 24 Werkblad 3.1.8.Toediening via totaal-implanteerbaar-toedieningssysteem (port-a-cath systeem: intraveneus, intraperitoneaal en intra-arterieel) ............................................. 25 Werkblad 3.1.9. Toediening via PICC-line .................................................................... 26
46 47 48 49 50 51
Paragraaf 3.2. Injectie ...................................................................................................... 27 Werkblad 3.2.1. Toediening cytostatica via bolusinjectie (intraveneus) ....................... 27 Werkblad 3.2.2. Intra-arteriële toediening ..................................................................... 29 Werkblad 3.2.3. Intrapleurale toediening ...................................................................... 31 Werkblad 3.2.4. Intrathecale toediening ....................................................................... 33 Werkblad 3.2.5. Intramusculaire of subcutane toediening ............................................ 35
52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63
Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank ........................................................................ 37 Werkblad 3.3.1. Dermale toediening zalf of crème ....................................................... 37 Werkblad 3.3.2. Orale toediening in drankvorm ........................................................... 38 Werkblad 3.3.3. Orale toediening tabletten/capsules ................................................... 39 Werkblad 3.3.4. Toediening van opgeloste cytostaticatablet/capsule via de sonde thuis ...................................................................................................................................... 40 Werkblad 3.3.5. Toediening van opgeloste cytostaticatablet/capsule via de sonde in het ziekenhuis ............................................................................................................... 42 Werkblad 3.3.6. Orale inname van opgeloste cytostatica tablet/capsule thuis............. 44 Werkblad 3.3.7. Orale inname van opgeloste cytostaticatablet(ten/capsules) in het ziekenhuis ..................................................................................................................... 45 Werkblad 3.3.8. Intravesicale toediening (blaasspoeling) ............................................ 46
64
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta ......................................................................... 48
65 66 67 68 69 70
Paragraaf 4.1. Patiëntverzorging ..................................................................................... 48 Werkblad 4.1.1. Wassen van een patiënt met stromend water (douche of wastafel) .. 48 Werkblad 4.1.2. Wassen van een patiënt met niet-stromend water ............................. 50 Werkblad 4.1.3. Afhalen van beddengoed thuis ........................................................... 52 Werkblad 4.1.4. Afhalen van beddengoed ziekenhuis .................................................. 53 Werkblad 4.1.5. Gebruik po/urinaal bij een bedlegerige patiënt ................................... 54
71 72 73
Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt ................................................................................ 55 Werkblad 4.2.1. Wasvoorschrift voor wasgoed van een patiënt ................................... 55 Werkblad 4.2.2. Toiletgebruik bij volledig zelfstandige patiënt ..................................... 56 Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 3
74 75 76 77 78
Werkblad 4.2.3. Incontinentie en diarree ...................................................................... 57 Werkblad 4.2.4. Stomazorg .......................................................................................... 58 Werkblad 4.2.5. Braaksel .............................................................................................. 60 Werkblad 4.2.6. Sputum ophoesten .............................................................................. 61 Werkblad 4.2.7. Wondverzorging .................................................................................. 62
79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93
Paragraaf 4.3. Medische handelingen ............................................................................. 63 Werkblad 4.3.1. Afname en verwerken van bloedmonsters ......................................... 63 Werkblad 4.3.2. Ascitespunctie/drainage ...................................................................... 65 Werkblad 4.3.3. Meten van urineproductie ................................................................... 67 Werkblad 4.3.4. Verzamelen van 24-uurs urine (al dan niet in zuurkast) ..................... 68 Werkblad 4.3.5. Uitzuigen en verwisselen sputumopvangbak ..................................... 70 Werkblad 4.3.6. Contact met pleuravocht: verwisselen drainagepot en pleurapunctie 72 Werkblad 4.3.7. Verwisselen redonpot ......................................................................... 74 Werkblad 4.3.8. Verwisselen maagvochtopvangzak .................................................... 75 Werkblad 4.3.9. Verwisselen wondvochtopvangzak ..................................................... 76 Werkblad 4.3.10. Verwisselen van een katheterzak ..................................................... 77 Werkblad 4.3.11. Onderzoeks-/therapeutische handelingen met kortdurend huidcontact .................................................................................................................... 78 Werkblad 4.3.12. Therapeutische handelingen met intensief huidcontact ................... 79 Werkblad 4.3.13. Handelingen met behandeltafel ........................................................ 80
94
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen ................................................................................... 81
95 96 97 98
Paragraaf 5.1. Schoonmaak materialen ........................................................................... 81 Werkblad 5.1.1. Schoonmaak bedden .......................................................................... 81 Werkblad 5.1.2. Schoonmaak infuuspompen en infuuspalen....................................... 82 Werkblad 5.1.3. Schoonmaak niet-disposable materialen ............................................ 83
99 100 101 102 103 104 105 106 107
Paragraaf 5.2, Schoonmaak ruimten ............................................................................... 84 Werkblad 5.2.1, Schoonmaak sanitaire ruimten thuis .................................................. 84 Werkblad 5.2.2. Schoonmaak sanitaire ruimten ziekenhuis ......................................... 85 Werkblad 5.2.3. Schoonmaak behandelkamer OBC, doorlichtkamer röntgen en operatiekamer ............................................................................................................... 86 Werkblad 5.2.4. Schoonmaak toedieningsruimte ......................................................... 87 Werkblad 5.2.5. Schoonmaak spoelruimte ................................................................... 88 Werkblad 5.2.6. Schoonmaak oefenruimte en trainingszaal ........................................ 89 Werkblad 5.2.7. Schoonmaak patiëntenkamer ............................................................. 90
108
Hoofdstuk 6. Calamiteitenrichtlijnen .................................................................................... 91
109 110 111 112
Paragraaf 6.1. Personen .................................................................................................. 91 Werkblad 6.1.1. Cytostaticumbesmetting van kleding .................................................. 91 Werkblad 6.1.2. Cytostaticumbesmetting van de huid .................................................. 93 Werkblad 6.1.3. Cytostaticumbesmetting van het oog ................................................. 95
113 114 115
Paragraaf 6.2. Ruimten .................................................................................................... 96 Werkblad 6.2.1. Cytostaticumbesmetting van de omgeving ......................................... 96 Werkblad 6.2.2. Reinigen van met cytostatica besmet wasgoed ................................. 98
116
Hoofdstuk 7. Afval en transportrichtlijnen .......................................................................... 100
117 118
Paragraaf 7.1:.Transport ................................................................................................ 100 Werkblad 7.1.1. Transport apotheek – afdeling .......................................................... 100 Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 4
119
Werkblad 7.1.2. Transport apotheek – thuis ............................................................... 101
120 121
Paragraaf 7.2. Afval ........................................................................................................ 102 Werkblad 7.2.1. Afvoer afval thuis .............................................................................. 102
122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135
Patiënteninformatie ............................................................................................................ 103 Disclaimer .......................................................................................................................... 108 Bijlage 1 ............................................................................................................................. 109 Bijlage 2 ............................................................................................................................. 109 Bijlage 3 ............................................................................................................................. 109 Bijlage 4 ............................................................................................................................. 110 Bijlage 5 ............................................................................................................................. 110 Bijlage 6 ............................................................................................................................. 110 Bijlage 7 ............................................................................................................................. 110 Bijlage 8 ............................................................................................................................. 110 Bijlage 9 ............................................................................................................................. 111 Bijlage 10 ........................................................................................................................... 111 Bijlage 11 ........................................................................................................................... 111 Bijlage 12 - Begrippenlijst .................................................................................................. 113
136 137 138
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 5
139
Algemeen
140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188
Voor deze handreiking zijn diverse in het verleden gemaakte handboeken als bron gebruikt. In het bijzonder willen wij noemen het ‘Kwaliteitshandboek cytostatica NKI-AVL, 2013’, dat steeds geactualiseerd wordt en nog in gebruik is. Doelstelling Deze handreiking is een aanbeveling ter ondersteuning van de belangrijkste knelpunten uit de dagelijkse praktijk in zowel de intra- als extramurale zorg. Het is een praktische handreiking met voorbeeldwerkwerkbladen gebaseerd op de huidige inzichten en Arbocatalogi, wetenschappelijk onderzoek of consensus. Doelgroep Deze handreiking is bestemd voor alle professionals die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die behandeld worden met cytostatica. De werkgroep is van mening dat alle zorgverleners die omgaan met cytostatica goed beschermd dienen te worden. Dit geldt zowel in de intra- als in de extramurale setting. Er zijn natuurlijk verschillen tussen deze twee werkvelden; deze zijn zo goed als mogelijk opgenomen in deze handreiking. Werkwijze werkgroep De werkgroep is voor de eerste maal bijeengekomen in januari 2014. De aanleiding voor het ontwikkelen van een nieuwe handreiking voor het veilig omgaan met cytostatica e e e vormden de vele vragen en knelpunten vanuit zowel de 1 , 2 als 3 lijns zorg, die binnen kwamen op Oncoline en Pallialine. Na een inventarisatie van mogelijke bronnen heeft de werkgroep de vorm van de handreiking bepaald op basis van behoeften uit het veld. Er bleek vooral behoefte te zijn aan praktische werkbladen c.q. protocollen. De werkgroep heeft in subgroepen werkbladen gemaakt voor verschillende instellingen, beroepsgroepen en toepassingen. Hiervoor is gebruik gemaakt van reeds bestaande werkbladen, maar er zijn ook nieuwe gemaakt. Daarin nemen de arbeidsomstandigheden een grote plaats in. Er was de werkgroep dan ook veel aan gelegen om een inleidende tekst te maken met links naar websites met actuele en juiste informatie. De werkbladen voor de (vervangende) thuissituatie zijn ook goed te gebruiken door mantelzorgers. In oktober 2014 is de richtlijn voor commentaar aangeboden aan diverse partijen. Het commentaar daarna is verwerkt (zie bijlage 5), waarna de richtlijn ter autorisatie is aangeboden aan de autoriserende partijen. Leeswijzer Deze handreiking is bedoeld als praktisch hulpmiddel bij het verbeteren van de zorg aan patiënten met cytostatica thuis of in een instelling. Beschreven zijn onder andere de risico’s van blootstelling aan cytostatica en uitscheidingsproducten na behandeling met cytostatica, de wettelijke bepalingen waardoor bescherming van hulpverleners wordt bevorderd en de wijze waarop de toediening en het omgaan met uitscheidingsproducten moet plaats vinden. Onder beschrijven wordt ook verstaan het linken naar actuele documenten of websites met informatie over het betreffende onderwerp. In de werkbladen staan geen professionals genoemd tenzij het een voorbehouden handeling is. Dan staat in het protocol ‘voorbehouden handeling’ en de professionals die de voorbehouden handeling uit mogen voeren. Vanzelfsprekend gaat het hier om professionals die zichzelf bekwaam achten volgens de wet BIG. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 6
189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213
Lees voor aanvang altijd eerst het hele werkblad door. De handreiking kan in de eigen organisatie worden gebruikt als basis om de eigen richtlijnen, protocollen of handboeken bij te stellen. Om het gebruik van het materiaal te vergemakkelijken kunt u de handreiking ook vinden op internet www.oncoline.nl en www.richtlijnendatabase.nl De werkbladen kunt u downloaden en printen. U kunt de teksten van de werkbladen ook downloaden en bewerken, waardoor u het aan kunt passen aan gebruik in uw eigen organisatie. Voor meer informatie over: Samenstelling werkgroep (zie bijlage 1) Leden van de werkgroep (zie bijlage 2) Onafhankelijkheid werkgroepleden (zie bijlage 3) Betrokken verenigingen en autoriserende verenigingen (zie bijlage 4) Commentaar (zie bijlage 5) Actualisatie (zie bijlage 6) Houderschap richtlijn (zie bijlage 7) Juridische betekenis (zie bijlage 8) Verantwoording (zie bijlage 9) Implementatie (zie bijlage 10) Crashkaart (zie bijlage 11) Begrippenlijst (zie bijlage 12)
214
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 7
215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264
Hoofdstuk 1. Inleiding Cytostatica zijn medicijnen die gebruikt worden bij de behandeling van kanker en ingrijpen in de biochemische processen van organismen en cellen. Zij hebben daar een celdodend effect. Deze werkingsmechanismen zorgen echter bij beroepsmatige blootstelling voor gezondheidsrisico's bij zorgverleners. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica. Meer informatie Er bestaan veel (oude) documenten met informatie over het veilig werken met cytostatica. In deze handreiking zijn enkel verwijzingen opgenomen naar actuele informatiebronnen. De belangrijkste bronnen zijn: Actuele richtlijnen Arbokennisdossier Cytostatica: Dit kennisdossier is onderdeel van het Arbokennisnet. Op Arbokennisnet staan veel kennisdossiers en richtlijnen. Deze informatie is tot stand gekomen door multidisciplinaire samenwerking tussen de beroepsverenigingen van arbeids- en organisatiedeskundigen, bedrijfsartsen, arbeidshygiënisten en veiligheidskundigen. In het kennisdossier is alle relevante informatie (gezondheidseffecten, beroepsmatige blootstelling, meten van cytostatica, wetgeving, beleid, beheersmaatregelen, werkgevers- en werknemersverplichtingen, werknemersrechten) voor alle arbodeskundigen en andere geïnteresseerden opgenomen. Het Arbokennisdossier Cytostatica wordt continu geactualiseerd. Kwaliteitshandboek Cytostatica NKI-AVL 2013: Belangrijke bron voor praktische informatie gebaseerd op de wetgeving. Arboportaal: De website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over arbeidsomstandigheden. Hier is algemene informatie opgenomen over arbeidsomstandigheden. Ook staat hier specifieke informatie over het veilig werken met cytostatica. Arbocatalogus UMC: De Arbocatalogus van de UMC’s is opgesteld door de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Alle informatie is verzameld op de website www.dokterhoe.nl met actuele informatie over het veilig werken met cytostatica. Op de website zijn ook informatieve filmpjes te vinden. Daarnaast bestaat er ook een app van ‘dokterhoe’ voor de smartphone. De werkbladen in deze handreiking zijn conform de afspraken die zijn vastgelegd in de Arbocatalogus UMC. WIP-Richtlijnen: De werkbladen in deze handreiking zijn conform de WIP-richtlijnen. WIP staat voor Werkgroep Infectiepreventie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gebruikt de WIPrichtlijnen als uitgangspunt om toezicht te houden op de kwaliteit van de zorg. Niet-actuele richtlijnen Hieronder is een lijst opgenomen van oude richtlijnen en informatiebronnen die bij het maken van deze handreiking geraadpleegd is. Hierin kan waardevolle informatie staan, al is deze informatie niet altijd actueel. Arboconvenanten: Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 8
265 266 267 268 269 270 271 272
Toetsingscriteria 1 en 2 van de UMC’s Richtlijn Cytostatica van de Algemene Ziekenhuizen (Module V-Cytostatica-StAZ) Richtlijnen Thuiszorg Veilig werken met cytostatica en uitscheidingsproducten 2005, IKZ Veilig werken met cytostatica in de thuiszorg 2008, IKW Richtlijn Cytostatica 1992, Vereniging van Integrale Kankercentra Werkboek Cytostatica 1998, Vereniging van Integrale Kankercentra
273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287
Omvang en belang De beroepsmatige blootstelling aan cytostatica in Nederland hangt voor een belangrijk deel samen met de patiëntenstroom die wordt behandeld in ziekenhuizen en de thuissituatie. In Nederland worden jaarlijks tussen 7.500 en 20.000 mensen beroepsmatig aan cytostatica blootgesteld. Zie voor meer informatie het Arbokennisdossier Cytostatica.
288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313
Blootstellingsroute Blootstelling aan cytostatica kan tijdens normale werkzaamheden en bij calamiteiten voorkomen, wanneer het cytostaticum zich niet langer in een goed afgesloten systeem bevindt. Hierdoor kan besmetting van mens en omgeving plaats vinden. De mogelijke opnameroutes zijn: huid (direct contact, besmette oppervlakken) oraal (hand - mond contact) longen (inademing van aerosolen, gassen)
Gezondheidseffecten Cytostatica kunnen schadelijke effecten veroorzaken in normale, gezonde cellen. Daarnaast worden cytostatica beschouwd als kankerverwekkend. Ongeveer een kwart van de toegepaste cytostatica is momenteel bewezen kankerverwekkend voor de mens. Verder kunnen cytostatica schadelijk zijn bij de voortplanting en een risico betekenen voor het nageslacht. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica.
Uit onderzoeken blijkt dat onder normale omstandigheden, blootstelling via de lucht door middel van aerosolen, vrijwel niet voorkomt. Uit de vele studies naar omgevingsbesmetting met cytostatica blijkt dat het aannemelijk is dat de blootstelling voornamelijk via de huid verloopt. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica. Herkenning en RI&E De risico’s door blootstelling aan cytostatica moet in de Risico Inventarisatie &Evaluatie (RI&E) worden beschreven. Hiervoor is het noodzakelijk dat deze stoffen herkend worden. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de apotheker of via bestaande lijsten van cytostatica of risicovolle medicijnen op internet. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica. Arbowetgeving De Arbowet en het Arbobesluit schrijven voor dat werkgevers de blootstelling aan gevaarlijke stoffen in hun bedrijf in kaart brengen en beoordelen. Zie voor meer informatie de Arbowetgeving. Dit geldt uiteraard ook voor cytostatica. Sinds de vereenvoudiging van Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 9
314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343
344 345
346 347 348 349 350
de Arbowet in 2007 is ook de regelgeving rondom het veilig werken met cytostatica veranderd. Arbobeleidsregels Tot 2010 waren voor het veilig werken met cytostatica twee Arbobeleidsregels van belang: beleidsregel 4.16: Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen door gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen beleidsregel 4.18-5: Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan cytostatica in ziekenhuizen De praktische invulling van deze beleidsregels was o.a. beschreven in de Arboconvenanten (Toetsingscriteria van de UMC’s en de Richtlijn Cytostatica van de Algemene Ziekenhuizen). De beleidsregels zijn echter vervallen en de Arboconvenanten hebben plaatsgemaakt voor de Arbocatalogi. Arbocatalogus Werknemers en werkgevers kunnen binnen hun branche of sector afspreken hoe zij aan arbovoorschriften willen voldoen. Deze afspraken leggen zij vast in een zogeheten arbocatalogus. Hierin staan bijvoorbeeld methoden en technieken, goede voorbeelden, normen en praktische handleidingen. De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) dient deze arbocatalogus goed te keuren. Tijdens inspecties gebruikt de Inspectie SZW de arbocatalogi ook, naast de arbo-branchebrochures die de Inspectie zelf uitbrengt. Het opstellen van een arbocatalogus is niet verplicht. Werkgevers moeten wel duidelijk kunnen maken dat ze voldoen aan de doelvoorschriften. Inmiddels hebben meerdere branches Arbocatalogi opgesteld waarin afspraken omtrent het veilig werken met cytostatica zijn vastgelegd. Hieronder is een overzicht opgenomen. Een actueel overzicht is te vinden in het Arbokennisdossier Cytostatica. Overzicht Arbocatalogi met betrekking tot veilig werken met cytostatica (dd 21-08-2014) Branche Website Universitair Medisch Centra www.dokterhoe.nl Algemene Ziekenhuizen www.betermetarbo.nl Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg www.arbocatalogusvvt.nl Linnenverhuur en Wasserijbedrijven www.raltex.nl Schoonmaak en Glazenwassersbranche www.zowerkjeprettiger.nl Apothekers (openbare) http://www.arbo-apotheek.nl/ Uitvaartzorg http://www.bgnu.nl/ Arbocatalogi zonder informatie cytostatica Branche Huisartsen Huisartsenposten Fysiotherapeuten
Website http://www.lhv.dearbocatalogus.nl/ http://huisartsenposten.dearbocatalogus.nl/ geen arbocatalogus beschikbaar
Arbocatalogi kunnen inhoudelijk verschillen in de te nemen beheersmaatregelen.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 10
351 352 353 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374 375
Verplichtingen werkgever en werknemer De werkgever moet maatregelen nemen om gezondheidsschade door cytostatica te voorkomen. De werkgever moet hierbij de actuele stand van de wetenschap en professionele dienstverlening in acht nemen. De werknemer is verplicht zich zo te gedragen dat de eigen gezondheid niet in gevaar gebracht wordt. Dit betekent voorlichting en onderricht volgen en toepassen, en arbeidsmiddelen (waaronder persoonlijke beschermingsmiddelen) op een juiste en verantwoorde wijze gebruiken. Ook moet de werknemer eventuele knelpunten en risico’s melden, zodat maatregelen kunnen worden getroffen. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica en het Arboportaal.
376 377 378 379 380 381 382 383 384 385 386
Risicoperiode Gedurende een bepaalde periode is cytostatica traceerbaar in de uitscheidingsproducten (excreta). Deze periode wordt de risicoperiode genoemd. Tijdens de risicoperiode dient er extra aandacht te zijn voor beschermende maatregelen om zo een open contact met cytostatica tot een minimum te beperken. In de crashkaart cytostatica (bijlage 11) staat de duur van de risicoperiode vermeld. Er wordt geadviseerd om medische handelingen, indien mogelijk, buiten de risicoperiode te plannen, mits de medische situatie van de patiënt dit toelaat. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica en Monografieën Cytostatica.
Beheersmaatregelen Zoals bij alle gevaarlijke stoffen dient er bij voorkeur voor gekozen te worden om maatregelen aan de bron te nemen. Daarnaast zijn technische en organisatorische maatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen mogelijk. Hieronder staan slechts enkele voorbeelden die specifiek zijn voor het veilig werken met cytostatica. Bronmaatregelen Doordat cytostatica worden gebruikt als geneesmiddel zijn bronmaatregelen haast niet te nemen. Medici en de farmaceutische industrie verrichten veel onderzoek naar effectieve stoffen met minder toxische eigenschappen. De ontwikkelingen op dat terrein zijn aanwezig maar voorop staat het therapeutische effect op de patiënt bij de keuze van de gebruikte middelen. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 11
387 388 389 390 391 392 393
394 395 396 397 398 399 400 401 402 403 404 405 406 407
Organisatorische maatregelen Door het nemen van organisatorische maatregelen kan de blootstelling voor grote groepen werknemers significant dalen. Door het introduceren van pictogrammen en labels worden werknemers en anderen gewaarschuwd voor mogelijke besmettingen met cytostatica.
Het verpakken van besmet linnengoed in gelabelde zakken zorgt ervoor dat personeel in de wasserij wordt gewaarschuwd en, indien nodig, beheersmaatregelen kunnen worden getroffen in de wasserij. Door het voor toediening gereed maken van cytostatica in hiervoor ingerichte apotheekruimten is het aantal personen dat hierbij wordt blootgesteld aanzienlijk gereduceerd. Door de toediening van cytostatica en verpleging van patiënten te concentreren werken technische maatregelen effectiever en worden de competenties van betrokken verpleegkundigen versterkt. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica.
408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422
Technische maatregelen Cytostatica worden bereid in laminair downflowkasten type II. De lucht uit deze voorzieningen wordt rechtstreeks naar buiten toe afgevoerd. De ruimten waarin deze kabinetten en kasten staan dienen aan de GMP-z-eisen (Good Manufacturing Practiceziekenhuis) te voldoen. Algemene eisen met betrekking tot ventilatie van zorginstellingen zijn vastgelegd in het bouwbesluit. Ten aanzien van het werken met cytostatica zijn geen aanvullende ventilatieeisen vastgelegd. Aan het infuus wordt een infuuslijn aangebracht die is gevuld met neutrale infuusvloeistof. De verbindingen tussen toedieningssystemen en infuuslijnen en/of naalden dienen gelockte/geborgde verbindingen te zijn. De ruimten waarin cytostatica worden toegediend of waarin patiënten worden verpleegd, dienen goed reinigbaar te zijn. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica.
423 424 425 426 427 428
Persoonlijke beschermingsmiddelen Aangezien de gebruikte cytostatica niet vluchtig zijn, is adembescherming niet nodig. De persoonlijke bescherming is erop gericht om besmetting van huid en kleding te voorkomen: het gebruik van handschoenen wordt om die reden aanbevolen. Voor die werkzaamheden waarbij spatten mogelijk is (bv. overschenken excreta, chirurgische handelingen, opruimen van gemorste vloeistoffen) is een schort met lange mouwen en veiligheidsbril noodzakelijk. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 12
429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 460 461 462 463 464 465 466 467 468 469 470 471 472 473 474 475 476 477 478
Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica. Handhygiëne Om huidblootstelling aan cytostatica te voorkomen draagt men vaak handschoenen tijdens werkzaamheden. Extra handhygiëne om de blootstelling aan cytostatica te verminderen is in het algemeen niet nodig wanneer handschoenen worden gedragen. De landelijke WIPrichtlijnen Handhygiëne medewerkers (ziekenhuis en (vervangende) thuissituatie) en Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen worden gevolgd bij handhygiëne. Voor de onderstaande werkzaamheden wordt echter geadviseerd om de handen te wassen met water en zeep in plaats van handhygiëne conform de WIP-richtlijnen: 1. Kortdurend patiëntencontact in de risicoperiode waarbij geen handschoenen worden gedragen. 2. Na assistentie bij een calamiteit met cytostatica. 3. Na onbeschermd handcontact met de directe omgeving van de patiënt in de risicoperiode bij het verlaten van de patiëntenkamer. 4. Bij zichtbare verontreiniging van de handschoenen na werkzaamheden met cytostatica of met besmette excreta. 5. Bij beschadiging van de handschoenen tijdens werkzaamheden met cytostatica of met besmette excreta. Algemene aandachtspunten met betrekking tot handhygiëne en handschoenen uit de WIPrichtlijnen zijn: Pas na het wassen van de handen met water en zeep géén handdesinfectie toe: Dubbele handhygiëne is een grote belasting voor de handen. Pas, voorafgaand aan het aantrekken van de handschoenen, handhygiëne toe als er een indicatie voor is. Pas nooit handhygiëne toe op gehandschoende handen, ook niet als alternatief voor het verwisselen van handschoenen. Pas direct aansluitend handhygiëne toe na het uittrekken van de handschoenen. Zwangerschap en borstvoeding Per branche wordt verschillend omgegaan met de inzet van zwangeren en lacterende vrouwen tijdens werkzaamheden met cytostatica. Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica. Veegproeven Sinds geruime tijd zijn gevalideerde methoden beschikbaar om verschillende cytostatica te analyseren. De meeste ziekenhuizen maken gebruik van veegmonsters om inzicht te krijgen in: besmetting van de omgeving controle van de schoonmaak Zie voor meer informatie de Arbocatalogus van uw branche of het Arbokennisdossier Cytostatica. Calamiteiten Naast de reguliere werkzaamheden kunnen er calamiteiten optreden bij het bereiden en toedienen van cytostatica en tijdens de patiëntverzorging. Vaak kan men zich niet op tijd beschermen tegen een calamiteit. De protocollen rondom een calamiteit zijn er op gericht Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 13
479 480 481 482 483 484 485 486
om zichzelf en de omgeving te beschermen tegen ongewenste besmetting bij het opruimen. In het ziekenhuis is vaak een calamiteitentas (koffer, box) aanwezig. Voor de thuiszorg is het van belang dat er voldoende materialen voorhanden zijn voor het opruimen van excreta. Wanneer in de thuiszorg cytostatica parenteraal worden toegediend is het ziekenhuis verantwoordelijk voor het aanleveren van materiaal in geval van een calamiteit. Zie voor informatie over een voorbeeld inhoud van een calamiteitentas de Arbocatalogus van uw branche of Arbocatalogus UMC’s of het Kwaliteitshandboek Cytostatica NKI-AVL.
487
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 14
488 489 490 491 492 493 494 495 496 497 498 499 500 501 502 503 504 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 515 516 517 518 519 520 521 522 523 524 525 526 527 528 529 530 531
Hoofdstuk 2. Voor toediening gereed maken richtlijnen Algemeen Voorschrijven (inclusief medicatieoverdracht), voor toediening gereed maken en toedienen van cytostatica (oraal en parenteraal) is een multidisciplinaire taak van apotheker, arts en verpleegkundige, waarbij een goede onderlinge afstemming en coördinatie van belang zijn om de gewenste kwaliteit van zorg te kunnen leveren. Wet- en regelgeving, als ook richtlijnen en aanbevelingen zijn beschikbaar om dit risicovolle proces te waarborgen [1-9]. Parenterale cytostatica Voor het proces rondom parenterale cytostatica is op 1 januari 2014 de ‘Veldnorm voorschrijven, klaarmaken, ter hand stellen en toedienen van cytostatica’ aangenomen door de NVZA (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers), NVMO (Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie) en V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) [1]. Aanleiding hiervoor is de circulaire van de inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) van 20 december 2011 betreffende maatregelen ter voorkoming van doseringsfouten bij het voorschrijven en bereiden van cytostatica in het ziekenhuis [2]. In deze veldnorm staan de verantwoordelijkheden beschreven van respectievelijk de voorschrijvend arts, apotheker en verpleegkundige. Orale cytostatica Om de risico’s op medicatie-incidenten bij het gebruik van orale cytostatica te minimaliseren, hebben de KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie), NVZA en NvPF (Nederlandse Vereniging voor Poliklinische Farmacie) in september 2010 aanbevelingen opgesteld voor openbare en poliklinische apotheken [3]. Dit document beschrijft zowel maatregelen voor het scheppen van goede randvoorwaarden als ook aanbevelingen met betrekking tot een juiste receptgang. Voor toediening gereed maken van parenterale cytostatica Cytostatica worden voor toediening gereed gemaakt in de ziekenhuisapotheek. Bij handelingen met risicovolle stoffen dienen naast de maatregelen die bij de bereiding gebruikelijk zijn om het product te beschermen, extra maatregelen te worden genomen om de risico’s voor de bereider te beperken. Een combinatie van ventilatie, afscherming van mens en bron en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is hiertoe benodigd om nulblootstelling na te streven [4,5,6]. Medicatieoverdracht Het is van belang dat te allen tijde het actuele medicatieoverzicht van een patiënt kloppend is. Een goede medicatieoverdracht tussen zorgverleners is hierbij cruciaal. De apotheker van de instelling is ervoor verantwoordelijk dat het medicatieoverzicht na terhandstelling wordt aangeleverd aan de volgende apotheker, aan de huisarts en (indien van toepassing) aan de trombosedienst, bij de thuiszorg of verzorgingshuis (indien de patiënt de regie over zijn medicatiegebruik heeft overgedragen aan de thuiszorg of het verzorgingshuis) [7,8].
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 15
532 533 534 535 536 537 538 539 540 541 542 543 544 545 546 547 548 549 550 551
Bronnen bij hoofdstuk 2 [1] [2]
[3] [4] [5]
[6] [8] [9]
NVZA, NVMO, V&VN. Veldnorm voorschrijven, klaarmaken, ter hand stellen en toedienen van cytostatica, 1 januari 2014. Inspectie voor de Gezondheidszorg. Circulaire 2001 02 IGZ: Maatregelen ter voorkóming van doseringsfouten bij het voorschrijven en bereiden van cytostatica in het ziekenhuis, 20 december 2011. KNMP, NVZA, NvPF. Aanbevelingen orale oncolytica, september 2010. NVZA. Good Manufacturing Practise Ziekenhuisfarmacie (GMP-Z), hoofdstuk Z4: Handelingen met risicovolle stoffen en preparaten, 2013. Bouwman-Boer Yvonne, Le Brun Paul, Oussoren Christien, Tel Ria, Woerdenbag Herman. Recepteerkunde, productzorg en bereiding van geneesmiddelen. Vijfde, herziene druk, 2009. Landelijk Overleg Academische Ziekenhuizen (LOAZ). Cytostatica in de Arbocatalogus UMC’s (NFU-12.10598), 5 december 2012. www.dokterhoe.nl Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens, definitief, 20080425. www.medicatieoverdracht.nl Handreikingen overdrachtssituaties Overdracht van medicatiegegevens in de keten, definitief, 20101103. www.medicatieoverdracht.nl
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 16
552
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
553
Paragraaf 3.1. Infuus
554 555 556 557 558 559 560 561 562 563 564 565 566 567 568 569 570 571 572 573 574 575 576 577 578 579 580 581 582 583 584 585 586 587 588 589 590 591 592 593 594 595 596 597 598 599 600
Werkblad 3.1.1. Het klaarzetten en aanhangen van een infuuszak met cytostaticum Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen infuuszak met neutrale infusievloeistof infuuszak met cytostaticum infuus, een adapterline met meerdere aanprikpunten en een driewegkraan met korte slang (bv. 10 cm). bekend met de plaats van het calamiteitenmateriaal Werkwijze: Klaarzetten infuus Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Zet alle materialen die nodig zijn voor het infuus met het cytostaticum klaar. Ontlucht het infuus met een neutrale infusievloeistof (passend bij het cytostaticum?). Sluit het infuus aan op de driewegkraan van de infuusnaald. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Aanhangen infuus Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Controleer of de infuusnaald in het bloedvat zit door middel van hevelen; bij twijfel nieuwe venflon laten inbrengen door geautoriseerde verpleegkundige of arts. Controleer en voer een dubbelcontrole uit volgens de afspraken binnen de eigen instelling: - patiëntgegevens. - voorgeschreven cytostaticum (dosis, soort en oplosmiddel). - verpakking cytostaticum (lekkage e.d.). - wanneer er iets niet klopt met de controlepunten, dient contact opgenomen te worden met de apotheek. Er mag (nog) niet gestart worden met de toediening. - het zegel van de transportverpakking dient nog intact te zijn; zo niet retourneer het cytostaticum naar de ziekenhuisapotheek. Deponeer de transportverpakking in de SZA-bak of aparte afvalzak thuis. Hang de infuuszak met cytostaticum aan de infuusstandaard. Controleer bij patiënt of naam en geboortedatum overeenkomen met de gegevens op het etiket van de infuuszak met cytostaticum. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 17
601 602 603 604 605 606 607 608 609 610 611 612 613 614 615
Sluit de koppellijn van de infuuszak met cytostaticum aan op één van de vrije aanprikpunten van de adapterline. Trek één handschoen uit en sluit met die hand de hoofdlijn boven het y-systeem. Open de koppellijn van de infuuszak met cytostaticum met de andere nog behandschoende hand. Trek ook die handschoen uit en deponeer al het mogelijk besmette afval in de SZAbak of afvalzak thuis. Stel de druppelsnelheid in en laat dit controleren door een collega; start infusie. Controleer op extravasatie. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn
Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 18
616 617 618 619 620 621 622 623 624 625 626 627 628 629
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
630 631 632 633 634 635 636
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen nieuw infuussysteem gevuld met neutrale infusievloeistof disposable onderlegger (celstofmatje) bekend zijn met de plaats van het calamiteitenmateriaal
637 638 639 640 641 642 643 644 645 646 647 648 649 650 651 652 653 654 655 656 657 658 659
Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Voorzie de (werk)plek, waar het infuussysteem wordt losgekoppeld en aangesloten, van een disposable onderlegger. Trek handschoenen aan. Zorg dat het infuussysteem met een neutrale infusievloeistof is doorgespoeld, voor het wordt verwisseld. Het systeem kan, ondanks spoelen, nog steeds cytostatica bevatten en dient daarom met zorg behandeld te worden. Zet het infuussysteem en het driewegkraantje dicht. Ontkoppel het infuussysteem van het driewegkraantje. Deponeer het gehele infuussysteem in de SZA-bak of aparte afvalzak thuis, trek de handschoenen uit en deponeer deze in dezelfde bak. Trek opnieuw handschoenen aan. Dop het infuussysteem af. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen, samen met de handschoenen in SZA-bak of aparte afvalbak thuis. Stel de infuussnelheid in op de pomp en start infusie. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.2. Het loskoppelen van een infuussysteem met cytostaticum Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling specialist verpleegkundig specialist verpleegkundige
Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 19
660 661 662 663 664 665 666 667 668 669 670 671 672 673
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
674 675 676 677 678 679 680
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen nieuw infuussysteem gevuld met neutrale infusievloeistof disposable onderlegger (celstofmatje) bekend zijn met de plaats van het calamiteitenmateriaal
681 682 683 684 685 686 687 688 689 690 691 692 693 694 695 696 697 698 699 700 701 702 703
Werkwijze: Voorzie de (werk)plek, waar het infuussysteem wordt losgekoppeld en aangesloten, van een disposable onderlegger. Was de handen. Trek handschoenen aan. Zorg dat het infuussysteem met een neutrale infusievloeistof is doorgespoeld, voor het wordt verwisseld. Het systeem kan, ondanks spoelen, nog steeds cytostatica bevatten en dient daarom met zorg behandeld te worden. Zet het infuussysteem en het driewegkraantje dicht. Ontkoppel het infuussysteem van het driewegkraantje. Deponeer het gehele infuussysteem in de SZA-bak of aparte afvalzak thuis, trek de handschoenen uit en deponeer deze in dezelfde bak. Trek opnieuw handschoenen aan. Koppel het nieuwe infuussysteem aan en zet systeem en kraan open. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen, samen met de handschoenen in de SZA-bak of aparte afvalbak thuis. Stel de infuussnelheid in op de pomp en start infusie. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.3. Het verwisselen van een infuussysteem met cytostaticum Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts
Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 20
704 705 706 707 708 709 710 711 712 713 714 715 716 717 718 719 720 721 722 723 724 725 726 727 728 729 730 731 732 733 734 735 736 737 738 739 740 741 742 743 744 745 746 747
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.4. Het verwijderen van een infuussysteem en venflon (infuusnaald) Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen steriele gaasjes, desinfectans en pleisters disposable onderlegger (celstofmatje) bekend zijn met de plaats van het calamiteitenmateriaal Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Voorzie de plaats onder de infuusnaald van disposable onderlegger. Trek handschoenen aan. Zorg dat het infuussysteem met een neutrale infusievloeistof is doorgespoeld, voor het wordt verwisseld. Het systeem kan, ondanks spoelen, nog steeds cytostatica bevatten en dient daarom met zorg behandeld te worden. Zet het infuussysteem dicht. Maak de pleisters los. Verwijder de infuusnaald. Laat de patiënt de insteekopening dichtdrukken met een steriel gaasje; plak later de insteekopening af met een schoon gaasje met pleister. Deponeer het infuussysteem met de infuusnaald en de mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen, samen met de handschoenen in de SZA-bak of aparte afvalzak thuis. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 21
748 749 750 751 752 753
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
754 755 756 757 758 759 760 761
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie
762 763 764 765 766 767 768 769 770 771 772 773 774 775 776 777 778 779 780 781 782 783 784 785 786 787 788
Werkwijze: Instrueer de patiënt die de afdeling verlaat hoe te handelen bij een calamiteit: - blijf op plek van calamiteit. - zorg dat derden afstand houden. - waarschuw via telefoon verpleegkundige van de afdeling of vraag een omstander dit te doen. - ruim niet zelf op! Controleer voor vertrek van de patiënt of het infuus goed loopt, de infuusnaald goed in het bloedvat zit en de infuusnaald goed gefixeerd is. Geef een disposable onderlegger waar mogelijke lekkages mee afgedekt kunnen worden en bekkentje mee in geval van braken. Instrueer patiënt indien hij/zij gebraakt heeft het bekkentje met braaksel niet zelf weg te gooien, maar in te leveren bij verpleging. Bekkentje met besmet braaksel moet in SZAbak gedeponeerd worden. Bij interventies op andere afdelingen/disciplines: licht ze in over het cytostaticuminfuus en instrueer deze afdeling. Vertel andere afdelingen/disciplines hoe je bereikbaar bent, in geval van calamiteiten. Controleer of calamiteitenmateriaal aanwezig is in de desbetreffende ruimte; neem anders na een melding van een calamiteit calamiteitenmateriaal mee.
Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.5. De mobiele patiënt met infuus in het ziekenhuis
Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts
Extra informatie: Soms moeten patiënten met een cytostaticuminfuus naar diagnostische afdelingen, andere disciplines etc. De verpleegkundige is verantwoordelijk voor het informeren van deze derden over het risico van cytostatica. Beperk mobiliteit van patiënten met een infuus met cytostatica liefst tot de afdeling. Gemaakte afspraken worden vastgelegd in het patiëntendossier. De verpleegkundige blijft eindverantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheid rond cytostatica.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 22
789 790 791 792 793 794 795 796 797 798 799 800 801 802 803 804 805 806 807 808 809 810 811 812 813
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
814 815 816 817 818 819 820 821 822 823 824 825 826
Extra informatie: Zorg in de thuissituatie dat calamiteitenmateriaal voorhanden is. Bij bezoek buitenshuis dient de patiënt calamiteitenmateriaal mee te nemen. Instrueer de patiënt over de risico’s betreffende cytostatica en mobiliteit beperk mobiliteit van patiënten met een infuus met cytostatica zoveel mogelijk tot de thuissituatie. Als patiënten langdurig infusie met cytostatica krijgen, bepaalt de verpleegkundige met de patiënt de mate van mobiliteit. De verpleegkundige maakt een inschatting of de patiënt de verantwoordelijkheid kan dragen in geval van een calamiteit. Voorkom activiteiten die schade kunnen aanbrengen aan het toedieningssysteem. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.6. De mobiele patiënt met infuus thuis
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige Werkwijze: Instrueer de patiënt hoe te handelen bij een calamiteit: - blijf op de plek van de calamiteit. - zorg dat derden afstand houden. - waarschuw via telefoon de thuiszorgverpleegkundige of vraag een omstander dit te doen. - Ruim in overleg met de thuiszorgverpleegkundige op. Bij zwelling rondom infusieplaats dient direct contact opgenomen te worden met het ziekenhuis. Bij lekkage van het infuus dient direct contact opgenomen te worden met de thuiszorgverpleegkundige
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 23
827 828 829 830 831 832 833 834
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.7. Toediening via centraal veneuze catheter (CVC)
835
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie
836 837 838 839
Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts
840 841 842 843 844 845 846 847 848 849 850 851 852
Benodigd materiaal: materialen die nodig zijn bij gebruik CVC (zie CVC-protocol instelling) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen infuusflacon met NaCl 0,9% infuusflacon met cytostaticum infuus, een adapterline met meerdere aanprikpunten en een driewegkraan met korte slang (bv.10 cm). bekend met de plaats van het calamiteitenmateriaal Werkwijze: Volg het standaardprotocol rond het aansluiten van een infuussysteem via een CVC.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 24
853 854 855 856 857 858 859 860 861 862 863 864 865 866 867 868 869 870 871 872 873 874 875 876 877 878 879 880 881 882 883 884 885 886
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.8.Toediening via totaal-implanteerbaar-toedieningssysteem (port-acath systeem: intraveneus, intraperitoneaal en intra-arterieel)
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts Benodigd materiaal: materialen die nodig zijn bij gebruik totaal-implanteerbaar-toedieningssysteem (zie protocol instelling over totaal-implanteerbaar-toedieningssysteem) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen infuuszak met cytostaticum infuus, een adapterline met meerdere aanprikpunten en een driewegkraan met korte slang (bv. 10 cm). bekend met de plaats van het calamiteitenmateriaal Werkwijze: Volg het standaardprotocol rond het aansluiten van het infuussysteem via een totaalimplanteerbaar-toedieningssysteem. Volg het ziekenhuis- of instellingsprotocol rond het aanprikken van een totaalimplanteerbaar-toedieningssysteem.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 25
887 888 889 890 891 892 893 894 895 896
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
897 898 899 900
Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts
901 902 903 904 905 906 907 908 909 910 911 912 913 914 915 916 917
Benodigde materialen: materialen die nodig zijn bij gebruik PICC-line (zie PICC-line-protocol instelling) SZA-bak (ziekenhuis) handschoenen infuusflacon met cytostaticum infuus, een adapterline met meerdere aanprikpunten en een driewegkraan met korte slang (bv. 10 cm). bekend met de plaats van het calamiteitenmateriaal
Paragraaf 3.1. Infuus Werkblad 3.1.9. Toediening via PICC-line
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie
Werkwijze: Volg het ziekenhuis- of instellingsprotocol rond het bestaande protocol van het verzorgen van een PICC-line. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 26
918
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
919
Paragraaf 3.2. Injectie
920 921 922 923 924 925 926 927 928 929
Werkblad 3.2.1. Toediening cytostatica via bolusinjectie (intraveneus)
930 931 932 933 934 935 936 937 938 939 940 941 942 943 944 945 946 947 948 949 950 951 952 953 954 955 956 957 958 959 960 961 962 963 964 965 966 967 968
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) infuus met neutrale infuusvloeistof handschoenen zo nodig driewegkraan een 10 ml gelockte/geborgde spuit gevuld met steriele neutrale infusievloeistof steriele gaasjes voorgeschreven dosering cytostaticum in ontluchte gelockte/geborgde spuit Y- infuussysteem (voor bolustoediening) disposable onderleggers (celstofmatje)
Toepassingsgebied: ziekenhuis Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts
Werkwijze: Breng zonodig een infuusnaald in. Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Controleer samen met (collega-)verpleegkundige: - patiëntgegevens - voorgeschreven cytostaticum (dosis en soort) - verpakking cytostaticum (lekkage e.d.) - wanneer er iets niet klopt met de controlepunten, dient contact opgenomen te worden met de apotheek. Er mag (nog) niet gestart worden met de toediening. Pak de gelockte/geborgde spuit met het cytostaticum uit de verpakking. Leg deze klaar op een disposable onderlegger. Deponeer de transportverpakking in de SZA-bak. Controleer de reeds ingebrachte infuusnaald op de volgende complicaties: - hematoomvorming - infectie - flebitis - subcutaan lopen Plaats, indien nog niet aanwezig, een driewegkraantje tussen infuusnaald (venflon) en het infuussysteem. Plaats onder de driewegkraan een disposable onderlegger. Ontlucht het Y-infuussysteem met de steriele neutrale infuusvloeistof. Sluit het Y-infuussysteem aan op het driewegkraantje aan de infuusnaald. Sluit de gelockte/geborgde spuit met cytostaticum aan op de afgesloten toegang van de driewegkraan. Draai de driewegkraan open naar de gelockte/geborgde spuit met cytostatica. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 27
969 970 971 972 973 974 975 976 977 978 979 980 981 982 983
Dien het cytostaticum in de voorgeschreven tijd toe en laat het infuus gelijktijdig snel lopen. Blijf controleren op extravasatie. Draai, na toediening van de cytostatica, de driewegkraan dicht en zet deze open naar de 10 ml gelockte/geborgde spuit met neutrale vloeistof. Dien de neutrale vloeistof toe via de 10 ml gelockte/geborgde spuit. Koppel het Y-infuussysteem los van het driewegkraantje van de infuusnaald - houd een gaasje bij de opening in verband met mogelijk morsen. Leg het gebruikte Y-infuussysteem op de onderlegger. Wikkel de onderlegger zorgvuldig dicht. Deponeer de gebruikte materialen in de SZA-bak, trek de handschoenen uit en deponeer deze in dezelfde bak. Dop de driewegkraan af. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Infusie verder volgens voorschrift.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 28
984 985 986 987 988 989 990 991 992 993 994 995 996 997 998 999 1000 1001 1002 1003 1004 1005 1006 1007 1008 1009 1010 1011 1012 1013 1014 1015 1016 1017 1018 1019 1020 1021 1022 1023 1024 1025 1026 1027 1028 1029 1030 1031 1032 1033 1034 1035 1036
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.2. Injectie Werkblad 3.2.2. Intra-arteriële toediening
Toepassingsgebied: ziekenhuis Professional(s): Voorbehouden handeling radioloog Benodigd materiaal: angiotray en instrumententafel voor angiografie van de lever voorgeschreven dosering cytostaticum, aangeleverd in 2 x 10 ml gelockte/geborgde spuiten met driewegkraantjes infuus met neutrale infuusvloeistof (bv. NaCl0,9%) Y- infuussysteem (voor bolustoediening) handschoenen disposable onderleggers (celstofmatje) steriele gaasjes SZA-bak Werkwijze: Breng, indien nodig, een infuus aan. Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Controleer samen met collega-verpleegkundige en/of radioloog: - patiëntgegevens - voorgeschreven cytostaticum (dosis en soort) - verpakking cytostaticum (lekkage e.d.) - wanneer er iets niet klopt met de controlepunten, dient contact opgenomen te worden met de apotheek. Er mag (nog) niet gestart worden met de toediening. Pak de gelockte/geborgde spuit met de cytostatica uit de verpakking. Leg deze klaar op een disposable onderlegger. Deponeer de transportverpakking in de SZA-bak. Toediening door de radioloog Voorafgaand aan de toediening dient een angiografie van de lever uitgevoerd te worden. Ontlucht het Y-infuussysteem met de neutrale infuusvloeistof. Sluit het Y-infuussysteem aan op het driewegkraantje aan de katheter. Sluit de gelockte/geborgde spuit met cytostaticum aan op de afgesloten toegang van de driewegkraan. Draai de driewegkraan open naar de gelockte/geborgde spuit met cytostaticum. Dien het cytostaticum in de voorgeschreven tijd toe via de angiokatheter. Draai, na toediening van de cytostaticum, de driewegkraan dicht en zet deze open naar de 10 ml gelockte/geborgde spuit met NaCl 0,9%. Dien de NaCl 0,9% toe via de 10 ml gelockte/geborgde spuit. Koppel het Y-infuussysteem los van het driewegkraantje van de angiokatheter. Houd een gaasje bij de opening in verband met mogelijk morsen. Leg het gebruikte Y-infuussysteem op de onderlegger. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 29
1037 1038 1039 1040
Wikkel de onderlegger zorgvuldig dicht. Deponeer de gebruikte materialen in de SZA-bak, trek de handschoenen uit en deponeer deze in dezelfde bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 30
1041 1042 1043 1044 1045 1046 1047 1048 1049 1050 1051 1052
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
1053 1054 1055 1056 1057 1058 1059 1060 1061 1062 1063 1064 1065 1066
Benodigd materiaal voorgeschreven dosering cytostaticum in ontluchte gelockte/geborgde spuit Y-infuussysteem (voor bolustoediening) steriele handschoenen overschort disposable onderleggers (celstofmatje) driewegkraan een 20 ml gelockte/geborgde spuit gevuld met NaCl 0,9% steriele gaasjes desinfectans pleisters slangklemmen steriel dopje voor driewegkraan SZA-bak
1067 1068 1069 1070 1071 1072 1073 1074 1075 1076 1077 1078 1079 1080 1081 1082 1083 1084 1085 1086 1087 1088 1089 1090 1091 1092
Werkwijze: Voorzie de plaatsen waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Controleer en voer een dubbelcontrole uit volgens de afspraken binnen de eigen instelling: - patiëntgegevens. - voorgeschreven cytostaticum (dosis, soort en oplosmiddel). - verpakking cytostaticum (lekkage e.d.). - wanneer er iets niet klopt met de controlepunten, dient contact opgenomen te worden met de apotheek. Er mag (nog) niet gestart worden met de toediening. Pak de gelockte/geborgde spuit met het cytostaticum uit de verpakking. Leg deze klaar op een disposable onderlegger. Deponeer de transportverpakking in de SZA-bak. Verwijder de verbandmiddelen bij de thoraxdrain. Klem de thoraxdrain dicht met behulp van de 2 slangklemmen. Trek de handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek steriele handschoenen aan. Vul het driewegkraantje gekoppeld aan het Y-infuussysteem met NaCl 0,9%. Sluit op de gesloten aansluiting van de driewegkraan het driewegkraantje incl. Yinfuussysteem van de gelockte/geborgde spuit met cytostaticum aan. Draai de driewegkraan open naar de gelockte/geborgde spuit met cytostatica Dien het cytostaticum in de voorgeschreven tijd toe.
Paragraaf 3.2. Injectie Werkblad 3.2.3. Intrapleurale toediening
Toepassingsgebied: ziekenhuis Professional(s): Voorbehouden handeling arts
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 31
1093 1094 1095 1096 1097 1098 1099 1100 1101 1102 1103 1104 1105 1106 1107 1108 1109 1110
Draai, na toediening van het cytostaticum, de driewegkraan dicht en zet deze open naar de 20 ml gelockte/geborgde spuit met NaCl 0,9%. Dien de neutrale vloeistof toe via de 20 ml gelockte/geborgde spuit. Koppel het Y-infuussysteem los van het driewegkraantje van de thoraxdrain. Houd een gaasje bij de opening in verband met mogelijk morsen. Leg het gebruikte Y-infuussysteem op de onderlegger. Wikkel de onderlegger zorgvuldig dicht. Plaats een steriel dopje op de driewegkraan. Deponeer de gebruikte materialen in de SZA-bak, samen met de handschoenen. Trek nieuwe steriele handschoenen aan. Houd de drain afgeklemd; de tijdsduur is afhankelijk van het cytostaticum. Bij het openen van de drain moeten dezelfde handelingen als boven worden uitgevoerd om verspreiding van cytostaticum te voorkomen. Laat de thoraxdrain 24 uur afzuigen. Trek nieuwe handschoenen aan. Deponeer alle gebruikte disposable materialen samen met de handschoenen in de SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 32
1111 1112 1113 1114 1115 1116 1117 1118 1119 1120 1121 1122
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
1123 1124 1125 1126 1127 1128 1129 1130 1131 1132 1133 1134 1135 1136 1137 1138 1139 1140 1141 1142 1143 1144 1145 1146 1147 1148 1149 1150 1151 1152 1153 1154 1155 1156 1157 1158 1159 1160 1161 1162 1163
Benodigd materiaal: SZA-bak steriele gaasjes, desinfectans en pleisters steriele handschoenen disposable onderlegger (celstofmatje) lumbaalset T-connector met gelockte/geborgde aansluiting liquorbuisjes naaldencontainer ontluchte gelockte/geborgde spuit met een cytostaticum 10 ml gelockte/geborgde spuit gevuld met NaCl 0,9%
Paragraaf 3.2. Injectie Werkblad 3.2.4. Intrathecale toediening
Toepassingsgebied: ziekenhuis Professional(s): Voorbehouden handeling arts (neuroloog)
Werkwijze: Leg de patiënt op de zij, met onder de insteekplaats een disposable onderlegger. Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Controleer samen met verpleegkundige: - patiëntgegevens - voorgeschreven cytostaticum (dosis en soort) - verpakking cytostaticum (lekkage e.d.) - wanneer er iets niet klopt met de controlepunten, dient contact opgenomen te worden met de apotheek. Er mag (nog) niet gestart worden met de toediening. Pak de gelockte/geborgde spuit met het cytostaticum uit de verpakking. Leg deze klaar op een disposable onderlegger. Deponeer de transportverpakking in de SZA-bak. Lokaliseer en desinfecteer de insteekplaats. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek steriele handschoenen aan. Verricht de lumbaalpunctie volgens protocol en vang de liquor op. Sluit de T-connector aan en laat deze vollopen met liquor. Sluit de ontluchte gelockte/geborgde spuit met het cytostaticum aan en dien het cytostaticum toe. Verwijder de spuit en hou een gaasje eronder om evt. druppels op te vangen - leg deze op de onderlegger. Sluit de 10 ml gelockte/geborgde spuit gevuld met NaCl 0,9% aan en spoel met enkele milliliters door. Verwijder de spuit en hou een gaasje eronder om evt. druppels op te vangen - leg deze op de onderlegger . Verwijder lumbaalnaald - plaats deze in de naaldencontainer. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 33
1164 1165 1166 1167 1168 1169 1170 1171 1172 1173
Controleer op zwelling (mogelijk cytostatica buiten intrathecale ruimte). Laat de verpleegkundige met handschoenen aan de insteekplaats met gaas afdrukken. Wikkel de onderlegger met gebruikte materialen zorgvuldig dicht. Deponeer alle gebruikte disposable materialen in de SZA-bak, samen met de handschoenen. Trek opnieuw handschoenen aan. Plak een pleister op de insteekopening. Trek de handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 34
1174 1175 1176 1177 1178 1179 1180 1181 1182 1183 1184 1185 1186 1187 1188
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
1189 1190 1191 1192 1193 1194 1195 1196 1197 1198 1199 1200 1201 1202 1203 1204 1205 1206 1207 1208 1209 1210 1211 1212 1213 1214 1215 1216 1217 1218 1219 1220 1221 1222 1223 1224 1225 1226
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) steriele gaasjes, desinfectans en pleisters handschoenen disposable onderleggers (celstofmatje) disposable nierbekken ontluchte gelockte/geborgde spuit met een cytostaticum intramusculaire naald of subcutane naald
Paragraaf 3.2. Injectie Werkblad 3.2.5. Intramusculaire of subcutane toediening
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts
Werkwijze: Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Ziekenhuis: Controleer samen met collega-verpleegkundige: - patiëntgegevens - voorgeschreven cytostaticum (dosis en soort) - verpakking cytostaticum (lekkage e.d.) - wanneer er iets niet klopt met de controlepunten, dient contact opgenomen te worden met de apotheek. Er mag (nog) niet gestart worden met de toediening. (Vervangende) Thuissituatie: Voer de dubbelcheck medicatie uit volgens richtlijn van de organisatie. Pak de gelockte/geborgde spuit met het cytostaticum uit de verpakking. Leg deze klaar op een disposable onderlegger. Deponeer de transportverpakking in de SZA-bak of aparte afvalzak. Desinfecteer de injectieplaats . Verwijder het dopje van de gelockte/geborgde spuit met het cytostaticum en plaats de juiste naald er op. Deponeer het dopje in de SZA-bak of aparte afvalzak. Ontlucht de gelockte/geborgde spuit niet! Plaats de naald intramusculair of subcutaan in een snelle beweging. Dien het cytostaticum langzaam en gelijkmatig toe. Verwijder de naald voorzichtig na de toediening. Houd tijdens het terugtrekken van de naald een gaasje bij de injectieplaats in verband met druppels. Leg de spuit incl. naald in een disposable nierbekken. Druk de injectieplaats af met een gaasje . Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 35
1227 1228 1229 1230 1231 1232 1233 1234 1235 1236 1237 1238
Deponeer alle gebruikte disposable materialen in de SZA-bak, samen met de handschoenen. In de thuissituatie moet de naald in de naaldencontainer. Vervang de handschoenen. Plak een pleister op de insteekopening. Trek de handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 36
1239
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica
1240
Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank
1241 1242 1243 1244 1245 1246 1247 1248 1249 1250 1251 1252 1253 1254 1255 1256 1257 1258 1259 1260 1261 1262 1263 1264 1265 1266 1267 1268 1269 1270 1271 1272 1273 1274 1275 1276 1277 1278 1279
Werkblad 3.3.1. Dermale toediening zalf of crème
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) voorgeschreven dosering cytostaticum (zalf of crème) handschoenen disposable onderlegger (celstofmatje) afdekmateriaal (wel ademend) Werkwijze: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Houd rekening met de voorschriften van het aanbrengen. Controleer juistheid gegevens patiënt, cytostaticum (dosis en soort). Laat de patiënt het aanbrengen zo mogelijk zelfstandig verzorgen. - Laat hem voor en na het aanbrengen handen wassen met water en zeep. - Bij het aanbrengen moeten handschoenen gedragen worden. - Laat de patiënt melden dat de zalf of crème is aangebracht, zodat het afval opgeruimd kan worden. Wanneer ondersteuning gewenst is, dan onderstaande stappen volgen: - Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. - Trek handschoenen aan. - Controleer juistheid gegevens patiënt, cytostaticum (dosis en soort). - Breng de zalf of crème aan op de aangegeven plaats. - Trek nieuwe handschoenen aan. - Dek het aanbrenggebied voorzichtig af met afdekmateriaal. Deponeer alle gebruikte materialen in de SZA-bak of aparte afvalzak. Trek de handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 37
1280 1281 1282 1283 1284 1285 1286 1287 1288 1289 1290 1291 1292 1293 1294 1295 1296 1297 1298 1299 1300 1301 1302 1303 1304 1305 1306 1307 1308 1309 1310 1311 1312 1313 1314 1315 1316 1317 1318 1319 1320 1321 1322 1323
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.2. Orale toediening in drankvorm
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) voorgeschreven dosering cytostaticum (drank) zo nodig handschoenen disposable onderlegger (celstofmatje) spuitje met ml-aanduiding (bij voorkeur wordt een spuitje gebruikt aangezien dit secuurder en veiliger werkt) glas water Werkwijze: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Laat de patiënt de inname zo mogelijk zelfstandig verzorgen. - Laat patiënt voor en na de inname handen wassen. - Inname bij voorkeur zonder aanraken van de drank. - Laat de patiënt melden dat medicatie is ingenomen, zodat het afval opgeruimd kan worden. Wanneer ondersteuning gewenst is, dan onderstaande stappen volgen: - Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. - Trek handschoenen aan. - Controleer juistheid patiëntgegevens, cytostaticum (dosis en soort). - Bij gebruik van een spuitje: Zuig de voorgeschreven hoeveelheid ml op. Laat de patiënt de drank direct vanuit het spuitje innemen en naspoelen met een glas water. Deponeer alle gebruikte materialen in de SZA-bak of aparte afvalzak. Trek de handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 38
1324 1325 1326 1327 1328 1329 1330 1331 1332 1333 1334 1335 1336 1337 1338 1339 1340 1341 1342 1343 1344 1345 1346 1347 1348 1349 1350 1351 1352 1353 1354 1355 1356 1357 1358 1359 1360 1361 1362 1363 1364 1365 1366 1367 1368 1369 1370 1371 1372 1373 1374
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.3. Orale toediening tabletten/capsules
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) voorgeschreven dosering cytostaticum (tabletten/capsules) zo nodig handschoenen medicijncupje of kopje glas water Werkwijze: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Wees op de hoogte van de innamevoorschriften van het cytostaticum. Raadpleeg zo nodig de apotheker. Laat de patiënt de inname zo mogelijk zelfstandig verzorgen . - Laat hem voor en na de inname handen wassen. - Druk de tabletten uit de (strip)verpakking in het medicijncupje of kopje, zonder de tabletten aan te raken. - Verzamel de lege strips in het afvalzakje. - Laat de patiënt de tabletten/capsules direct vanuit het medicijncupje of kopje innemen m.b.v. een glas water. - Inname bij voorkeur zonder aanraken van de tabletten/capsules (m.b.v. medicijncupje/kopje/handschoenen). - Laat de patiënt melden dat medicatie is ingenomen, zodat het afval opgeruimd kan worden. Wanneer ondersteuning gewenst is, dan onderstaande stappen volgen: - Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. - Trek handschoenen aan. - Controleer juistheid gegevens patiënt, cytostaticum (dosis en soort). - Druk de tabletten uit de (strip)verpakking in het medicijncupje of kopje, zonder de tabletten aan te raken. - Verzamel de lege strips in het afvalzakje. - Laat de patiënt de tabletten/capsules direct vanuit het medicijncupje of kopje innemen m.b.v. een glas water. - Deponeer alle gebruikte materialen in de SZA-bak of aparte afvalzak. - Trek de handschoenen uit en deponeer deze in de afvalbak. - Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 39
1375 1376 1377 1378 1379 1380 1381 1382 1383 1384 1385 1386 1387 1388 1389 1390 1391 1392 1393 1394 1395 1396 1397 1398 1399 1400 1401 1402 1403 1404 1405 1406 1407 1408 1409 1410 1411 1412 1413 1414 1415 1416 1417 1418 1419 1420 1421 1422 1423 1424 1425 1426 1427 1428
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.4. Toediening van opgeloste cytostaticatablet/capsule via de sonde thuis
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie Benodigdheden bij toediening via sonde: de voorgeschreven cytostaticatabletten/capsules een celstofmatje een driewegkraantje a: om aan een afgekoppelde sonde aan te sluiten of b: aan te sluiten aan het kraantje van een aangekoppeld en lopend sondevoedingssysteem een 50 ml gelockte/geborgde spuit schoon afsluitdopje voor de 50 ml spuit een 12 ml gelockte/geborgde spuit gevuld met lauwwarm water een disposable bekertje met 40 ml lauwwarm water een medicijncupje koppelstukje behorend bij sonde overschort handschoenen aparte afvalzak Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Leg de benodigdheden klaar. Trek handschoenen en een overschort aan. Bij een aangesloten en lopend SV-systeem: Zet de pomp stop. Tel het juiste aantal cytostaticatabletten/capsules af en knip het juiste aantal tabletten van de strip. Doe de strip met de overgebleven tabletten weer terug in het doosje. Leg het celstofmatje onder het aankoppelpunt van de sonde. Druk de tabletten uit de (strip)verpakking in het medicijncupje, zonder de tabletten aan te raken en verzamel de lege strips op het celstofmatje. Neem een grote 50 ml spuit met gelockte/geborgde (schroefdop)aansluiting. Trek de plunjer (stamper) uit de spuit en doe de cytostaticatabletten/capsules in de lege 50 ml spuit zonder de tabletten aan te raken. Doe de plunjer weer in de spuit. Trek boven het celstofmatje 40 ml lauwwarm water op in de spuit met daarin de tabletten. Sluit de spuit af met het dopje en zwenk deze rustig heen en weer tot de tabletten zijn opgelost en een homogene massa ontstaan is (dit kan even duren). Controleer de juiste ligging van de sonde volgens het protocol van de instelling. Sluit vervolgens de 12 ml spuit met water aan op het driewegkraantje en koppel dit met de sonde door middel van het koppelstukje. Koppel de 50 ml spuit aan het driewegkraantje aan de sonde. Dien de opgeloste tabletten via de sonde toe, laat de spuit zitten en draai het kraantje dicht naar de spuit. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 40
1429 1430 1431 1432 1433 1434 1435 1436 1437 1438 1439 1440 1441 1442 1443 1444 1445 1446
Spoel met de 12 ml spuit de sonde na met water. Verwijder de gehele driewegkraan inclusief beide spuiten en leg deze op het celstofmatje. Sluit de sonde af met het schone dopje. Deponeer gebruikt disposable materiaal in de SZA-bak of aparte afvalzak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Het suspenderen van tabletten/capsules die een cytostaticum bevatten mag alleen wanneer de patiënt niet in staat is de tabletten/capsules in zijn geheel in te nemen en de tabletten via de sonde toegediend moeten worden. Overleg met de apotheek hoe de medicatie kan worden opgelost. Laat indien mogelijk de apotheek de medicatie opgelost aanleveren. Laat de patiënt, indien mogelijk, zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de professional. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 41
1447 1448 1449 1450 1451 1452 1453 1454 1455 1456 1457 1458 1459 1460 1461 1462 1463 1464 1465 1466 1467 1468 1469 1470 1471 1472 1473 1474 1475 1476 1477 1478 1479 1480 1481 1482 1483 1484 1485 1486 1487 1488 1489 1490 1491 1492 1493 1494 1495 1496 1497 1498 1499
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.5. Toediening van opgeloste cytostaticatablet/capsule via de sonde in het ziekenhuis
Toepassingsgebied: ziekenhuis Benodigdheden bij toediening via sonde: de voorgeschreven cytostaticatabletten een celstofmatje een driewegkraantje a: om aan een afgekoppelde sonde aan te sluiten of b: aan te sluiten aan het kraantje van een aangekoppelde en lopend sondevoedingsysteem) 2 afsluitdopjes: Schoon afsluitdopje voor de sonde en schoon afsluitdopje voor de 50 ml spuit ten disposable bekertje met 40 ml lauwwarm water een 50 ml gelockte/geborgde spuit een 12 ml gelockte/geborgde spuit gevuld met lauwwarm water een medicijncupje sonde-aansluitstukje behorend bij de sonde handschoenen SZA-bak Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Leg de benodigdheden klaar. Trek handschoenen aan. Bij een niet aangesloten sonde: Spoel de sonde door om de doorgankelijkheid te testen. Ga verder bij bolletje 2 van ‘bij een aangesloten en lopend SV-systeem’. Bij een aangesloten en lopend SV-systeem: Zet de pomp stop. Neem de gewenste hoeveelheid cytostaticumtabletten van de strip, knip de tabletten van de strip. Doe de strip met de overgebleven tabletten weer terug in het doosje. Leg het celstofmatje onder het aankoppelpunt van de sonde. Druk de tabletten uit de (strip) verpakking in het medicijncupje, zonder de tabletten aan te raken en verzamel de lege strips op het celstofmatje. Neem een grote 50 ml spuit met gelockte/geborgde (schroefdop) aansluiting. Trek de plunjer (stamper) uit de spuit en doe de cytostaticatabletten in de lege 50 ml spuit zonder de tabletten aan te raken. Doe de plunjer weer in de spuit. Trek boven het celstofmatje de 40 ml lauwwarm water op in de spuit met daarin de tabletten. Sluit de spuit af met het dopje en zwenk deze rustig heen en weer tot de tabletten zijn opgelost en een homogene massa ontstaan is (dit kan even duren). Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 42
1500 1501 1502 1503 1504 1505 1506 1507 1508 1509 1510 1511 1512 1513 1514 1515 1516 1517 1518 1519 1520 1521 1522
Sluit vervolgens de 12 ml spuit met water aan op het driewegkraantje en koppel dit met de sonde door middel van het koppelstukje. Koppel de 50 ml spuit met cytostatica aan het driewegkraantje aan de sonde. Dien de opgeloste tabletten via de sonde toe, laat de spuit zitten en draai het kraantje dicht naar de spuit. Spoel met de 12 ml spuit de sonde met het water na. Verwijder de gehele driewegkraan inclusief de 2 spuiten en leg deze op het celstofmatje. Sluit de sonde weer aan op het voedingssysteem. Deponeer de disposable materialen op het matje en vouw het matje voorzichtig dicht en doe alles in de SZA bak . Was de handen met water en zeep. Extra informatie: Het suspenderen van tabletten/capsules die een cytostaticum bevatten mag alleen wanneer de patiënt niet in staat is de tabletten/capsules in zijn geheel in te nemen en de tabletten via de sonde toegediend moeten worden. Overleg met de apotheek van de eigen instelling hoe de medicatie kan worden opgelost. Laat indien mogelijk de apotheek de medicatie opgelost aanleveren. Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de professional. De zogenaamde spuitmethode moet gebruikt worden bij toediening via de sonde.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 43
1523 1524 1525 1526 1527 1528 1529 1530 1531 1532 1533 1534 1535 1536 1537 1538 1539 1540 1541 1542 1543 1544 1545 1546 1547 1548 1549 1550 1551 1552 1553 1554 1555 1556 1557 1558 1559 1560 1561 1562 1563 1564 1565 1566 1567 1568 1569 1570 1571 1572 1573 1574
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.6. Orale inname van opgeloste cytostatica tablet/capsule thuis Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: de cytostatica tabletten/pillen een disposable onderlegger (celstofmatje) een lege disposable beker een disposable beker met drinkwater om na te spoelen naar behoefte een disposable beker met 50 ml lauwwarm water een roerstaafje dubbele afvalzak schaar handschoenen Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Leg de benodigdheden klaar. Neem de gewenste hoeveelheid cytostaticumtabletten van de strip, knip de tabletten van de strip. Doe de strip met de overgebleven tabletten weer terug in het doosje. Druk de pillen uit de (strip)verpakking in de lege disposable beker, zonder de pillen aan te raken, verzamel de lege strips op de celstof onderlegger. Voeg de 50 ml lauwwarm water toe aan de beker met de pillen. Neem ruim de tijd voor het oplossen van de pillen (dit duurt ± 15 min.) en blijf erbij. Roer af en toe voorzichtig met het roerstaafje en controleer of de pillen opgelost zijn. Drink de oplossing na bereiding meteen op. Spoel na met het drinkwater tot de beker geen restanten van de tablet meer bevat. Deponeer alle disposable materialen op de celstof onderlegger en vouw de onderlegger voorzichtig dicht. Doe dit in de dubbele afvalzak. Knoop het afvalzakje dicht. Deponeer het afvalzakje in de vuilniszak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Het oplossen van tabletten/capsules die een cytostaticum bevatten mag alleen wanneer de patiënt niet in staat is de tabletten/capsules in zijn geheel in te nemen. Overleg met de apotheek van de eigen instelling of van de patiënt hoe de medicatie kan worden opgelost. Laat indien mogelijk de apotheek de medicatie opgelost aanleveren. Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door een mantelzorger of de (wijk)verpleegkundige). In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 44
1575 1576 1577 1578 1579 1580 1581 1582 1583 1584 1585 1586 1587 1588 1589 1590 1591 1592 1593 1594 1595 1596 1597 1598 1599 1600 1601 1602 1603 1604 1605 1606 1607 1608 1609 1610 1611 1612 1613 1614 1615 1616 1617 1618 1619 1620 1621 1622 1623
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.7. Orale inname van opgeloste cytostaticatablet(ten/capsules) in het ziekenhuis Toepassingsgebied: ziekenhuis Benodigd materiaal bij orale toediening: de cytostatica pillen in doordrukstrip een disposable onderlegger (celstofmatje) een lege disposable beker een disposable beker met lauwwarm water een disposable beker met water naar behoefte om na te spoelen roerstaafje schaar handschoenen SZA-bak (ziekenhuis) Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Leg het doosje met cytostaticapillen klaar. Leg de benodigdheden klaar. Neem de gewenste hoeveelheid cytostaticumtabletten van de strip, knip de tabletten van de strip. Voer een dubbelcheck uit ten aanzien van de dosering van het cytostaticum. Doe de strip met de overgebleven tabletten weer terug in het doosje. Druk de pillen uit de (strip)verpakking in de lege disposable beker, zonder de pillen aan te raken, verzamel de lege strips op de celstof onderlegger. Voeg de 50 ml lauwwarm water toe aan de beker met de pillen. Neem ruim de tijd voor het oplossen van de pillen(dit duurt ± 15 min.) en blijf erbij. Roer af en toe voorzichtig met het roerstaafje en controleer of de pillen opgelost zijn. Laat de oplossing na bereiding meteen opdrinken. Spoel na met het drinkwater tot de beker geen restanten van de tablet meer bevat. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen (handschoenen, bekers, roerstaafje en celstofmatje en overschort) in de SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Laat ook de patiënt zijn handen wassen met water en zeep. Extra informatie: Het oplossen van de tabletten die een cytostaticum bevatten mag alleen wanneer de patiënt niet staat is de pillen in z’n geheel in te nemen. Laat de patiënt, indien mogelijk, zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de verpleegkundige. Overleg met de apotheek van de eigen instelling hoe de medicatie kan worden opgelost. Laat indien mogelijk de apotheek de medicatie opgelost aanleveren.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 45
1624 1625 1626 1627 1628 1629 1630 1631 1632 1633 1634 1635 1636 1637 1638 1639 1640 1641 1642 1643 1644 1645 1646 1647 1648 1649 1650 1651 1652 1653 1654 1655 1656 1657 1658 1659 1660 1661 1662 1663 1664 1665 1666 1667 1668 1669 1670 1671 1672 1673 1674 1675 1676 1677
Hoofdstuk 3. Toedienen cytostatica Paragraaf 3.3. Zalf en crème/tablet/drank/spoeling Werkblad 3.3.8. Intravesicale toediening (blaasspoeling)
Toepassingsgebied: ziekenhuis Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige arts Benodigd materiaal: wasbenodigdheden (indien nodig) handschoenen steriele handschoenen maandverbandje of incontinentieverband disposable nierbekken gebruik bij de blaasinstillatie een gelockte/geborgde verbinding bij: - de katheter en - het toedieningssysteem (Y-lijn aansluiting) 2 disposable onderleggers (celstofmatjes) voorgeschreven cytostaticum blaasspoeling bij een open toediening van cytostaticum: - overschort - beschermbril SZA-afvalbak Werkwijze: Laat de patiënt goed uitplassen. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Geef de patiënt zo nodig een onderwasbeurt. Plaats de onderlegger: - Bij een man onder de penis en op de bovenbenen. - Bij een vrouw onder de billen. En plaats een onderlegger onder de katheter waarbij de uiteinden op de bovenbenen rusten. Op deze wijze wordt de mogelijkheid geboden de onderleggers om de katheter heen te vouwen, vóór het afkoppelen en verwijderen van de katheter. Zo komt eventueel gemorste vloeistof in de onderlegger. Trek steriele handschoenen aan. Breng de (eenmalige) katheter in. Spuit de katheter na de instillatie door met 5 ml (volume van de katheter) NaCl 0,9% via een y-lijn. Verwijder door middel van de katheter nog aanwezige urine uit de blaas in een bekkentje. Trek de handschoenen uit en deponeer deze in de SZA-afvalbak, trek opnieuw handschoenen aan. Sluit de spuit met cytostaticum blaasspoeling aan op de gelockte/geborgde aansluiting van de katheter. Spuit de vloeistof langzaam in de blaas. Verwijder de katheter als de spuit leeg is. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 46
1678 1679 1680 1681 1682 1683 1684 1685 1686 1687 1688 1689 1690 1691 1692
Zorg er bij het verwijderen van de katheter voor dat er geen vloeistof op de patiënt druppelt, door de katheter zoveel mogelijk te vouwen in de onderlegger. Gebruik de onderlegger tevens om de patiënt van onderen af te deppen. Trek de handschoenen uit over de katheter of spuit. Deponeer alles in SZA-afvalbak. Instrueer de patiënt dat de blaasspoeling minimaal 2 uur in de blaas dient te blijven alvorens uitgeplast mag worden. Geef de patiënt een incontinentieverbandje of maandverbandje mee als extra beveiliging tegen lekkage. Ruim alle materialen op. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Zie voor extra informatie over blaasspoeling ook de richtlijn ‘blaasinstallatie’op Oncoline.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 47
1693
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta
1694
Paragraaf 4.1. Patiëntverzorging
1695 1696 1697 1698 1699 1700 1701 1702 1703 1704 1705 1706 1707 1708 1709 1710 1711 1712 1713 1714 1715 1716 1717 1718 1719 1720 1721 1722 1723 1724 1725
Werkblad 4.1.1. Wassen van een patiënt met stromend water (douche of wastafel)
1726 1727 1728 1729 1730 1731 1732 1733 1734 1735 1736 1737 1738 1739 1740 1741
Extra informatie: Laat de patiënt, indien mogelijk, zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de professional. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil Wasbeleid conform Arbocatalogus UMC’s: Patiënten wassen zich bij voorkeur zelf Kinderen worden zoveel mogelijk door hun ouders gewassen. De ouders beschermen zich hierbij zoveel mogelijk op dezelfde wijze als de medewerkers (zie hieronder). Medewerkers wassen patiënten bij voorkeur met kant en klare vochtige baddoekjes. Bij deze methode is het dragen van handschoenen voldoende als bescherming. Bij conventioneel wassen van patiënten (met water en washandje) gebruiken medewerkers handschoenen in combinatie met onderarmbescherming of overschort. Leg onder de waskom een celstof matje om besmetting van bijvoorbeeld het nachtkastje te voorkomen.
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen washand en handdoek wegwerpslofjes (alleen bij douchen) overschort Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en patiënt/beddengoed. Is dit niet mogelijk, trek een overschort aan. Help de patiënt naar de doucheruimte. Was de patiënt of ondersteun de patiënt bij het wassen. Behandel de handdoek en washand als besmet wasgoed. Behandel gebruikt linnengoed als besmet wasgoed. Trek na het laatste contact met het vervuilde wasgoed handschoenen uit. Trek vóór het verlaten van de badkamer de slofjes uit. Deponeer gebruikt disposable materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 48
1742 1743 1744 1745
Bij het helpen van de patiënt onder de douche worden handschoenen en overschort gedragen. Een overschort kan achterwege gelaten worden als er een douchescherm tussen patiënt en verpleegkundige is geplaatst.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 49
1746 1747 1748 1749 1750 1751 1752 1753 1754 1755 1756 1757 1758 1759 1760 1761 1762 1763 1764 1765 1766 1767 1768 1769 1770 1771 1772 1773 1774 1775 1776 1777 1778 1779 1780 1781 1782 1783 1784 1785 1786 1787 1788 1789 1790 1791 1792 1793 1794 1795 1796 1797 1798 1799
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta Paragraaf 4.1. Patiëntverzorging Werkblad 4.1.2. Wassen van een patiënt met niet-stromend water
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: bij voorkeur gebruik van kant-en-klare vochtige baddoekjes Let op: in de thuissituatie dient de cliënt/patiënt deze zelf aan te schaffen bij de thuiszorgwinkel en/of apotheek. Deze artikelen worden veelal niet vergoed door de zorgverzekeraar. Wanneer niet mogelijk: - waskom - handdoek(en) en washandje(s) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen disposable onderlegger (celstofmatje) speciaal gelabelde waszak (evt. scheiden; instelling/ eigen wasgoed) eventueel een overschort (zie extra informatie op dit werkblad) pH-neutraal schoonmaakmiddel (bv. allesreiniger) materiaal om te reinigen Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Leg onder de waskom een wegwerponderlegger. Was de patiënt of ondersteun de patiënt bij het wassen. Trek de handschoenen uit bij het aankleden. Trek nieuwe handschoenen aan nadat de patiënt is aangekleed.. Was de waskom met een pH-neutraal schoonmaakmiddel, bv. allesreiniger. Voer het wasgoed, zoals afdekhoes en handdoeken, af: - in een speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in een aparte waszak (thuis) Trek na het laatste contact met het wasgoed de handschoenen en het schort uit. Deponeer het gebruikte disposable materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Laat de patiënt, indien mogelijk, zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de professional. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil Wasbeleid conform Arbocatalogus UMC’s: Patiënten wassen zich bij voorkeur zelf Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 50
1800 1801 1802 1803 1804 1805 1806 1807 1808 1809 1810 1811
Kinderen worden zoveel mogelijk door hun ouders gewassen. De ouders beschermen zich hierbij zoveel mogelijk op dezelfde wijze als de medewerkers (zie hieronder). Medewerkers wassen patiënten bij voorkeur met kant en klare vochtige baddoekjes. Bij deze methode is het dragen van handschoenen voldoende als bescherming. Bij conventioneel wassen van patiënten (met water en washandje) gebruiken medewerkers handschoenen in combinatie met onderarmbescherming of overschort. Leg onder de waskom een celstof matje om besmetting van bijvoorbeeld het nachtkastje te voorkomen. Bij het helpen van de patiënt onder de douche worden handschoenen en overschort gedragen. Een overschort kan achterwege gelaten worden als er een douchescherm tussen patiënt en verpleegkundige is geplaatst.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 51
1812 1813 1814 1815 1816 1817 1818 1819 1820
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta
1821 1822 1823 1824 1825 1826 1827 1828 1829 1830 1831 1832 1833 1834 1835 1836 1837 1838 1839 1840 1841 1842 1843 1844 1845 1846 1847 1848 1849 1850 1851 1852 1853
Benodigd materiaal: handschoenen eventueel plastic zak aparte afvalzak
Paragraaf 4.1. Patiëntverzorging Werkblad 4.1.3. Afhalen van beddengoed thuis
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie
Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Haal het beddengoed rustig af, voorkom opdwarrelen van stofdeeltjes. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en beddengoed. Verwijder de kussensloop van het hoofdkussen. Pak zoveel mogelijk de hoeken vast. Het midden van het kussen is het meest besmette deel. Leg het kussensloop op het bovenlaken. Werk vanuit de hoeken naar het midden: Sla de punten over het meest besmette middengedeelte heen. Hierdoor zit het minst besmette deel aan de bovenkant. Pak het onderlaken bij het hoofdeinde vast en rol dit naar het voeteneinde. Sla het ingestopte deel van het onderlaken bij het voeteneinde als laatste over het totale verzamelde beddengoed heen. Het minst besmette deel zit nu aan de bovenkant. Beschouw het wasgoed als besmet. Plaats het wasgoed direct in de wasmachine. Bij uitbesteding van het wasgoed, dient dit in een aparte zak geplaatst te worden. Trek na het laatste contact met het vervuilde wasgoed de handschoenen uit. Deponeer het gebruikte disposable-materiaal in de aparte afvalzak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Maak het bed op met schone lakens, gebruik zo mogelijk een extra bovenlaken onder dekbed of deken. Extra informatie: Laat de patiënt, indien mogelijk, zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de professional. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 52
1854 1855 1856 1857 1858 1859 1860 1861 1862
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta
1863 1864 1865 1866 1867 1868 1869 1870 1871 1872 1873 1874 1875 1876 1877 1878 1879 1880 1881 1882 1883 1884 1885 1886 1887 1888 1889
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) handschoenen waskar met waszak, voorzien van een cytostatica-gevarenaanduiding cytostatica-gevarenaanduiding sticker
Paragraaf 4.1. Patiëntverzorging Werkblad 4.1.4. Afhalen van beddengoed ziekenhuis
Toepassingsgebied: ziekenhuis
Werkwijze: Neem de waskar mee naar de patiëntenkamer. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Label het bed indien nodig met cytostatica-gevarenaanduiding sticker. Haal het beddengoed rustig af; voorkom het opdwarrelen van stofdeeltjes. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en beddengoed. Haal de deken van het bed. Verwijder de kussensloop van het hoofdkussen. Pak zoveel mogelijk de hoeken vast. Het midden van het kussen is het meest besmette deel. Leg het kussensloop op het bovenlaken. Pak het onderlaken bij het hoofdeinde vast en rol dit naar het voeteneinde. Sla het ingestopte deel van het onderlaken bij het voeteinde als laatste over het totale verzamelde beddengoed heen. Het minst besmette deel zit nu aan de bovenkant. Deponeer het wasgoed direct in de waszak, zonder aan te duwen. Vervang de waszak als hij voor ¾ vol is. Trek na het laatste contact met het vervuilde wasgoed de handschoenen uit. Deponeer de handschoenen in SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Maak het bed weer op met schone lakens, zonder handschoenen aan. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 53
1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919 1920 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1934 1935 1936 1937 1938 1939 1940 1941 1942
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta Paragraaf 4.1. Patiëntverzorging Werkblad 4.1.5. Gebruik po/urinaal bij een bedlegerige patiënt
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: disposable onderlegger (celstofmatje) disposable wasdoekjes SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen po of urinaal bekend zijn met de plaats van het calamiteitenmateriaal eventueel een overschort (bij gevaar van spatten) Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Leg onder de patiënt een disposable onderlegger. Controleer goed of po of urinaal juist geplaatst is. Vraag bij gebruik po patiënt op zij te draaien om risico op spatten te voorkomen. Reinig patiënt met behulp van disposable wasdoekjes, toiletpapier. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Doe een deksel op de po of een dop op de urinaal. Breng po of urinaal naar toiletruimte. - Giet de urine en de faeces vanuit po/urinaal in het toilet. - Voorkom spetters, door langs of tegen de wand van de toilet te schenken. - Spoel door. Beschouw urine of faeces als besmet uitscheidingsmateriaal. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Deponeer handschoenen in: - SZA-bak (ziekenhuis) - Aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is, worden de handelingen verricht door de verpleegkundige. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 54
1943
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta
1944
Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt
1945 1946 1947 1948 1949 1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990
Werkblad 4.2.1. Wasvoorschrift voor wasgoed van een patiënt Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) handschoenen plastic zak Werkwijze: Geef patiënt en/of naaste(n) informatie over het wasgoedvoorschrift. Instrueer patiënt wasgoed af te voeren: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (praktijk) Draag handschoenen als patiënt hulp nodig heeft bij het uittrekken van kleding in de besmette periode. Geef patiënt en/of naaste(n) informatie over wasgoedvoorschrift. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek de handschoenen aan bij aanraken van besmet wasgoed. Voorkom direct contact tussen gebruikt linnengoed en de eigen kleding. Gebruik handschoenen bij mogelijke aanraking van het wasgoed. Was het wasgoed apart van ander wasgoed. Stop het verzamelde wasgoed bij voorkeur meteen in de wasmachine en was het direct. Bewaar, indien nodig, besmet wasgoed apart in een plastic zak. Sluit deze zak goed en houd deze buiten het bereik van kinderen. Kies vervolgens het gebruikelijke wasprogramma. Trek na het laatste contact met het wasgoed de handschoenen uit. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is, worden de handelingen verricht door de verpleegkundige. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 55
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt Werkblad 4.2.2. Toiletgebruik bij volledig zelfstandige patiënt
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: speciaal gelabelde waszak(evt. scheiden; instelling/ eigen wasgoed) aparte waszak (thuis) Werkwijze: Instrueer patiënt bij voorkeur gebruik te maken van het toilet in plaats van het gebruik van po of urinaal. Ziekenhuis: Laat patiënt zoveel mogelijk gebruik maken van een vast toilet bij voorkeur op zijn/haar kamer. Laat zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten zittend urineren om de kans op spatten te verkleinen. Laat patiënt het toilet na gebruik doorspoelen. Laat patiënt zijn/haar handen goed wassen na elk toiletgebruik. Ruim gemorste excreta op volgens het calamiteitenprotocol. Laat patiënt zelf naar het toilet gaan. Bij een sterk verontreinigd toilet dient de patiënt dit zo snel mogelijk te (laten) reinigen. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 56
2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073 2074
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt Werkblad 4.2.3. Incontinentie en diarree
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen waterafstotende overschort disposable onderlegger (celstofmatje) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (evt. scheiden; instelling/ eigen wasgoed) toiletpapier kant-en-klare vochtige baddoekjes let op: in de thuissituatie dient de patiënt deze zelf aan te schaffen bij de thuiszorgwinkel en/of apotheek. Deze artikelen worden veelal niet vergoed door de zorgverzekeraar. handschoenen po of urinaal vaste plaats voor calamiteitenmateriaal (bij morsen urinaal/po) zo nodig PH-neutraal schoonmaakmiddel (bv. allesreiniger) Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Bied hulp aan de patiënt waar nodig. Vouw het gebruikte incontinentiemateriaal en onderleggers in een disposable onderlegger. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Afvoeren van wasgoed zoals afdekhoes en handdoeken: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (praktijk) Trek handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Laat de patiënt met diarree zoveel mogelijk het toilet gebruiken. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 57
2075 2076 2077 2078 2079 2080 2081 2082 2083 2084 2085 2086 2087 2088 2089 2090 2091 2092 2093 2094 2095 2096 2097 2098 2099 2100 2101 2102 2103 2104 2105 2106 2107 2108 2109 2110 2111 2112 2113 2114 2115 2116 2117 2118 2119 2120 2121 2122 2123 2124 2125 2126 2127
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt Werkblad 4.2.4. Stomazorg
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen overschort disposable onderleggers (celstofmatjes) disposable nierbekkens disposable gaasjes/tissues/ toiletpapier - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (evt. scheiden; instelling/eigen wasgoed) kant-en-klare vochtige baddoekjes Let op: in de thuissituatie dient de patiënt deze zelf aan te schaffen bij de thuiszorgwinkel en/of apotheek. Deze artikelen worden veelal niet vergoed door de zorgverzekeraar. po, urinaal of ander opvangmateriaal voor verschonen ileo -en urostoma zo nodig pH-neutraal schoonmaakmiddel (bv. allesreiniger) materiaal voor schoonmaken en verzorgen stoma katheterzak voor verschonen urostoma Werkwijze: Algemeen: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Bied hulp aan de patiënt waar nodig. Leg een disposable onderlegger onder de plek waar lekkage kan optreden. Leg een opengevouwen onderlegger klaar met daarop een wegwerpbekken. Verwijder het stomamateriaal en deponeer dit in het bekken. Leg een vochtig gaasje op het stoma. Dek het bekken af door de onderlegger hieromheen te vouwen en deponeer dit direct in de afvalzak. Breng zo snel mogelijk nieuw stomamateriaal aan. Werkwijze bij ileostoma: Laat de patiënt zo mogelijk naast het toilet zitten. - Open de stomazak. - Leeg de ileostomazak in het toilet met zoveel mogelijk gesloten deksel of afgedekt met een disposable onderlegger. - Neem aanhangende druppels van de uitloop van de stomazak af met toiletpapier en deponeer deze in het toilet. Wanneer de patiënt niet in staat is naast het toilet te zitten: - Leeg de ileostoma leeglopen in een po of plastic opvangbak waarbij deze zoveel mogelijk afgesloten is met een deksel of onderlegger. - Beschouw de inhoud als besmet uitscheidingsmateriaal. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 58
2128 2129 2130 2131 2132 2133 2134 2135 2136 2137 2138 2139 2140 2141 2142 2143 2144 2145 2146 2147 2148 2149 2150
Neem aanhangende druppels van de uitloop van de stomazak af met toiletpapier en deponeer deze in de po of opvangbak. Sluit de stomazak. Indien nodig, kan nu het stomamateriaal vervangen worden volgens de werkwijze in de instelling, zoals bij colonstoma. Indien nodig, vervang het stomamateriaal zoals bij Werkwijze algemeen beschreven.
Werkwijze bij urostoma: Sluit een katheterzak aan op het aftappunt van de urostomazak. Houd een gaasje onder het aftappunt om eventuele druppels op te vangen. Laat het urostomazakje leeglopen in de katheterzak. Sluit de urostomazak. Voer de katheterzak af. Trek handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is, worden de handelingen verricht door de verpleegkundige. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 59
2151 2152 2153 2154 2155 2156 2157 2158 2159 2160 2161 2162 2163 2164 2165 2166 2167 2168 2169 2170 2171 2172 2173 2174 2175 2176 2177 2178 2179 2180 2181 2182 2183 2184 2185 2186 2187 2188 2189 2190 2191 2192 2193
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt Werkblad 4.2.5. Braaksel
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: disposable onderleggers (celstofmatje) disposable nierbekkens of niet-disposable bakje disposable gaasjes/tissues/keukenrol SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) zo nodig speciaal gelabelde waszak (evt. scheiden; instelling/eigen wasgoed) zo nodig PH-neutraal schoonmaakmiddel (bv. allesreiniger) Werkwijze: Zorg dat disposable bakjes en tissues paraat staan. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Bied hulp aan de patiënt waar nodig. Leg onder het hoofd van de liggende patiënt disposable onderleggers. Geef de cliënt voldoende tissues en (disposable) opvangmateriaal. In de thuissituatie wordt het opvangmateriaal geleegd in het toilet. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Trek handschoenen en overschort uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Kort na een orale toediening (vuistregel: 2 uur) is een hoge dosis cytostatica in het braaksel aanwezig. Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is, worden de handelingen verricht door de professional. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 60
2194 2195 2196 2197 2198 2199 2200 2201 2202 2203 2204 2205 2206 2207 2208 2209 2210 2211 2212 2213 2214 2215 2216 2217 2218 2219 2220 2221 2222 2223 2224 2225 2226 2227 2228
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt Werkblad 4.2.6. Sputum ophoesten
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen disposable opvangmateriaal (bv. sputumbeker) disposable gaasjes/tissues/ keukenrol SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) Werkwijze: Zorg dat voldoende tissues en opvangmateriaal paraat staan. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Bied hulp aan de patiënt waar nodig. Leg onder het hoofd van de liggende patiënt disposable onderleggers. Geef de cliënt voldoende tissues en (disposable) opvangmateriaal. In de thuissituatie wordt disposable opvangmateriaal geleegd in het toilet en in een aparte afvalzak gedaan. In het ziekenhuis wordt de opvangbak/materiaal volledig geplaatst in de SZA-bak. Trek handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 61
2229 2230 2231 2232 2233 2234 2235 2236 2237 2238 2239 2240 2241 2242 2243 2244 2245 2246 2247 2248 2249 2250 2251 2252 2253 2254 2255 2256 2257 2258 2259 2260 2261 2262 2263 2264 2265 2266 2267 2268 2269 2270 2271
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.2. Voorschriften patiënt Werkblad 4.2.7. Wondverzorging
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen zo nodig overschort zo nodig disposable onderleggers (celstofmatje) disposable nierbekkens disposable wondmateriaal SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) zo nodig speciaal gelabelde waszak (evt. scheiden; instelling/ igen wasgoed) zo nodig pH-neutraal schoonmaakmiddel (bv. allesreiniger) Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Gebruik disposable onderleggers. Leg een opengevouwen onderlegger klaar met daarop een disposable bekken. Voer de wondverzorging uit. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in het disposable bekken, deponeer dit: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Trek de handschoenen uit. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Cytostatica vertraagt de wondgenezing. Laat de patiënt, indien mogelijk, zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is worden de handelingen verricht door de professional. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 62
2272
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta
2273
Paragraaf 4.3. Medische handelingen
2274 2275 2276 2277 2278 2279 2280 2281 2282 2283 2284 2285
Werkblad 4.3.1. Afname en verwerken van bloedmonsters
2286 2287 2288 2289 2290 2291 2292 2293 2294 2295 2296 2297 2298 2299 2300 2301 2302 2303 2304 2305 2306 2307 2308 2309 2310 2311 2312 2313 2314 2315 2316 2317 2318 2319 2320 2321 2322
Benodigd materiaal: handschoenen materialen voor bloedafname: - bloedbuizen - prikhuls - naald - formulieren - stuwband - gaasjes - chloorhexidine disposable onderlegger (celstofmatje) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) naaldenbeker
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie trombosedienst Professional(s): voorbehouden handeling medewerker laboratorium verpleegkundige arts
Werkwijze: Bloedafname: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Leg onder de afnameplaats een disposable onderlegger. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Neem bloed af volgens protocol, maak altijd gebruik van een gesloten systeem. Zorg direct voor verdere verwerking van de bloedmonsters volgens afspraak laboratorium. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Pipetteren van plasma: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Leg een disposable onderlegger op het werkvlak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Centrifugeer het bloed volgens protocol. Vervang de handschoenen. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 63
2323 2324 2325 2326 2327 2328 2329 2330 2331 2332 2333 2334
Verwijder boven het werkvlak voorzichtig de dop/afsluitstrip van de bloedbuis. Breng in kleine hoeveelheden het plasma over in het buisje. Deponeer alle gebruikte disposable materialen, met de handschoenen in de SZA-bak. Doe nieuwe handschoenen aan. Plaats het buisje in de vriezer (de -20 of de -80 vriezer). Deponeer alle gebruikte disposable materialen, met de handschoenen in de SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 64
2335 2336 2337 2338 2339 2340 2341 2342 2343 2344 2345 2346 2347 2348 2349 2350 2351 2352 2353 2354 2355 2356 2357 2358 2359 2360 2361 2362 2363 2364 2365 2366 2367 2368 2369 2370 2371 2372 2373 2374 2375 2376 2377 2378 2379 2380 2381 2382 2383 2384 2385 2386 2387 2388
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.2. Ascitespunctie/drainage
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen steriele handschoenen overschort steriele gaasjes chloorhexidine disposable onderlegger (celstofmatje) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) urinedrainage opvangzak van 4000 ml, zonder afpunttap kocher/klemmetje Werkwijze: Uitvoeren ascitespunctie (alleen door arts of verpleegkundig specialist): Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van disposable onderlegger. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek steriele handschoenen en een overschort aan. Breng volgens protocol ascitesnaald in. Leg een gesloten systeem aan, zodat het ascitesvocht veilig opgevangen kan worden. Vervangen opvangzak (bij productie van ≥ dan 3500 ml) Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Zet een kocher/klemmetje op de slang. Koppel drainagezak los, houdt een gaasje bij de slang om spatten te voorkomen, en plaats dopje op de slang. Deponeer oude drainagezak in de SZA-bak, met de handschoenen. Vervang de handschoenen. Bevestig nieuwe drainagezak en verwijder kocher/klemmetje. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Verwijderen ascitesdrainage (bij geen/ nauwelijks productie): Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 65
2389 2390 2391 2392 2393 2394 2395 2396 2397 2398 2399 2400 2401 2402 2403 2404
De ascitesdrainage met verbindingslijn en opvangzak in zijn geheel verwijderen. Houdt een gaas bij insteekplaats punctie tijdens verwijderen naald om druppels op te kunnen vangen. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Vervang de handschoenen. Plak een pleister op de insteekopening. Deponeer alle gebruikte disposable materialen, met handschoenen in SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 66
2405 2406 2407 2408 2409 2410 2411 2412 2413 2414 2415 2416 2417 2418
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta
2419 2420 2421 2422 2423 2424 2425 2426 2427 2428 2429 2430 2431 2432 2433 2434 2435 2436 2437 2438 2439 2440 2441 2442 2443 2444 2445 2446 2447 2448 2449 2450 2451 2452 2453
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen disposable onderlegger (celstofmatje) weegschaal (geschikt als bovenweger) zo mogelijk een po met gewichtsaanduiding urinaal met goed leesbare maatverdeling
Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.3. Meten van urineproductie
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie Professional(s): voorbehouden handeling verpleegkundige verzorgende arts
Werkwijze: Instrueer de patiënt na elk gebruik van po of urinaal deze direct te (laten) legen. Bij gebruik van de po, altijd een disposable onderlegger gebruiken. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Breng de po/urinaal naar het toilet. Lees het volume af: - Urinaal: door middel van maataanduiding - Po: door middel van weegschaal of po met gewichtsaanduiding Voor gebruik pospoeler in het ziekenhuis: - Open pospoeler met de voet.. - Plaats po of urinaal in de pospoeler. - Start pospoeler met behulp van voetbediening. Trek handschoenen uit. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje in een aparte afvalzak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: Het meten van urine wordt bij voorkeur niet gedaan, wanneer de patiënt zich in de risicoperiode bevindt Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten. Indien dit niet mogelijk is, worden de handelingen verricht door de verpleegkundige. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 67
2454 2455 2456 2457 2458 2459 2460 2461 2462 2463 2464 2465 2466 2467 2468 2469 2470 2471 2472 2473 2474 2475 2476 2477 2478 2479 2480 2481 2482 2483 2484 2485 2486 2487 2488 2489 2490 2491 2492 2493 2494 2495 2496 2497 2498 2499 2500 2501 2502 2503 2504 2505 2506 2507
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.4. Verzamelen van 24-uurs urine (al dan niet in zuurkast)
Toepassingsgebied: ziekenhuis Benodigd materiaal: handschoenen steriele handschoenen overschort goed afsluitbare urinebokaal disposable onderlegger (celstofmatje) SZA-bak (ziekenhuis) zo mogelijk zuurkast tissues schoonmaakmateriaal PH-neutraal schoonmaakmiddel Werkwijze: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Leg een disposable onderlegger onder de bokalen voor het verzamelen van de 24uurs urine. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Zonder gebruik van zuurkast: - Giet de urine vanuit po/urinaal of katheterzak voorzichtig over in de bokaal, zonder te spetteren. - Voorkom spetters door, langs of tegen de wand van de bokaal te schenken. - Tijdens het aftappen en/of overschenken moeten aanhangende druppels met een tissue worden afgenomen. - De onderlegger moet tenminste eenmaal per 24 uur worden verschoond. Als de onderlegger zichtbaar besmet is, dient deze direct te worden vervangen. - Gebruikte onderlegger deponeren in SZA-bak. - Maak het werkblad schoon. - Deponeer alle gebruikte disposable materialen, met de handschoenen in de SZAbak. Met gebruik van zuurkast: - Schuif het raam van de zuurkast omhoog. - Plaats de urinaal/po/urinezak in de zuurkast. - Sluit het raam zover mogelijk; het raam mag maximaal 50 cm open staan. - Giet de urine vanuit po/urinaal of katheterzak voorzichtig over in de bokaal, zonder te spetteren. - Voorkom spetters door, langs of tegen de wand van de bokaal te schenken. - Tijdens het aftappen en/of overschenken moeten aanhangende druppels met een tissue worden afgenomen. - De onderlegger moet tenminste eenmaal per 24 uur worden verschoond. Als de onderlegger zichtbaar besmet is, dient deze direct te worden vervangen. - Gebruikte onderlegger deponeren in SZA-bak. - Maak het werkblad schoon. - Schuif het raam omhoog. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 68
2508 2509 2510 2511 2512 2513 2514 2515 2516 2517 2518 2519 2520
-
Deponeer alle gebruikte disposable materialen, met de handschoenen in de SZAbak. - Sluit het raam van de zuurkast. Trek nieuwe handschoenen aan. Open pospoeler met de voet. Plaats po of urinaal in pospoeler. Start pospoeler met behulp van voetbediening. Trek handschoenen uit en deponeer ze in SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Extra informatie: Het verzamelen van urine wordt bij voorkeur niet gedaan wanneer de patiënt zich in de risicoperiode bevindt.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 69
2521 2522 2523 2524 2525 2526 2527 2528 2529 2530 2531 2532 2533 2534 2535
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta
2536 2537 2538 2539 2540 2541 2542 2543 2544 2545 2546 2547 2548 2549 2550 2551 2552 2553 2554 2555
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen overschort gezichtsbescherming disposable bakje met NaCl 0,9% uitzuigkatheter en/of mondzuiger ophangklem gaasjes tissues disposable onderlegger (celstofmatje) disposable sputumbekers (zo mogelijk met cytostatica gevarenaanduiding) uitzuigopvangbak
2556 2557 2558 2559 2560 2561 2562 2563 2564 2565 2566 2567 2568 2569 2570 2571 2572 2573
Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.5. Uitzuigen en verwisselen sputumopvangbak
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): voorbehouden handeling arts verpleegkundige verpleegkundig specialist
Werkwijze: Volg het standaardprotocol rondom het uitzuigen. Uitzuigen sputum: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Zet de gezichtsbescherming op. Leg een onderlegger vlakbij de plaats van uitzuigen. Bevestig een schone uitzuigkatheter of mondzuiger aan uitzuigslang. Breng uitzuigkatheter of mondzuiger in mond, stoma of canule van patiënt. Ga naast de patiënt staan. Zuig het sputum volgens protocol weg. Veeg uitzuigkatheter of mondzuiger af met een gaasje. Spoel uitzuigkatheter of mondzuiger door met NaCl 0,9% uit bakje. Herhaal dit tot dat er geen sputum aanwezig is. Koppel uitzuigkatheter of mondzuiger af. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 70
2574 2575 2576 2577 2578 2579 2580 2581 2582 2583 2584 2585 2586 2587 2588 2589 2590
Vervangen opvangbak: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Koppel slangen los. Druk de dopjes van de opvangbak goed dicht. Verwijder de opvangbak uit de container. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 71
2591 2592 2593 2594 2595 2596 2597 2598 2599 2600 2601 2602 2603 2604 2605 2606 2607 2608 2609 2610 2611 2612 2613 2614 2615 2616 2617 2618 2619 2620 2621 2622 2623 2624 2625 2626 2627 2628 2629 2630 2631 2632 2633 2634 2635 2636 2637 2638 2639 2640 2641 2642
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.6. Contact met pleuravocht: verwisselen drainagepot en pleurapunctie
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Professional(s): Voorbehouden handeling verpleegkundig specialist verpleegkundige specialist Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) disposable onderlegger (celstofmatje) handschoenen kocher/klemmetje (2x) steriel gaas bekend zijn met de plaats van het calamiteitenmateriaal Bij pleurapunctie: labbuisje steriele spuit + naald voor punctie overschort Werkwijze: Volg het standaardprotocol pleuradrainage. Verwisselen pleuradrainagepot: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Trek handschoenen aan. Verwijder de verbandmiddelen. Klem de thoraxdrain af met behulp van de kocher(s)/klemmetje(s). Koppel slang van het pleuradrainagesysteem los van de pleuradrain. Vang met gaas eventuele druppels op. Deponeer het systeem, samen met de handschoenen, direct in SZA-bak. Was de handen en trek nieuwe handschoenen aan. Sluit het nieuwe pleuradrainagesysteem volgens protocol aan. Verwijder de kochers van de thoraxdrain. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen, samen met handschoenen in SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Pleurapunctie (door arts): Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Plaats onder het punctiegebied een disposable onderlegger. Trek handschoenen aan. Draag bij gevaar voor spetteren een overschort. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 72
2643 2644 2645 2646 2647 2648 2649
De verpleegkundige assisteert de arts volgens protocol. Spuit voorzichtig, boven een disposable onderlegger, de injectiespuit met pleuravocht, onder een hoek van 45 graden leeg in het laboratoriumbuisje. Draag bij gevaar voor spetteren een overschort. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen, samen met handschoenen in SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
2650 2651 2652 2653
Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 73
2654 2655 2656 2657 2658 2659 2660 2661 2662 2663 2664 2665 2666 2667 2668 2669 2670 2671 2672 2673 2674 2675 2676 2677 2678 2679 2680 2681 2682 2683 2684 2685 2686 2687 2688 2689 2690 2691 2692 2693 2694 2695 2696 2697 2698 2699 2700 2701
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.7. Verwisselen redonpot
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen overschort steriele gaasjes chloorhexidine disposable onderlegger (celstofmatje) disposable sputumbekers (zo mogelijk met cytostatica gevarenaanduiding) nieuwe redonpot Werkwijze: Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen en een overschort aan. Sluit de klem op de slang van de redonpot en sluit de klem op de redonpot. Koppel de slang los van de redonpot en houd een steriel gaas bij slang om druppels op te vangen. Deponeer de redonpot direct in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Vervang de handschoenen. Desinfecteer de aansluiting van de slang van de redonpot met een in chloorhexidine gedrenkt gaasje. Koppel de nieuwe pot aan de slang van de redonpot. Open de 2 klemmen. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 74
2702 2703 2704 2705 2706 2707 2708 2709 2710
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta
2711 2712 2713 2714 2715 2716 2717 2718 2719 2720 2721 2722 2723 2724 2725 2726 2727 2728 2729 2730 2731
Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) disposable onderlegger (celstofmatje) handschoenen gaas maagvochtopvangzak zonder afpunttap bekend zijn met de plaats van de calamiteitenmateriaal kocher/klemmetje
2732 2733 2734 2735 2736 2737 2738 2739 2740 2741 2742 2743 2744 2745
Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.8. Verwisselen maagvochtopvangzak Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie
Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Zet een kocher/klemmetje op de maaghevel. Verwijder de volle maagvochtopvangzak, houd een gaas onder het uiteinde van de maaghevelslang om druppels op te vangen. Deponeer de volle maagvochtopvangzak met handschoenen direct in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Sluit de schone zak aan. verwijder kocher/klemmetje Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 75
2746 2747 2748 2749 2750 2751 2752 2753 2754 2755 2756 2757 2758 2759 2760 2761 2762 2763 2764 2765 2766 2767 2768 2769 2770 2771 2772 2773 2774 2775 2776 2777 2778 2779 2780 2781 2782 2783 2784 2785 2786 2787 2788 2789 2790
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.9. Verwisselen wondvochtopvangzak
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: chloorhexidine disposable onderlegger (celstofmatje) handschoenen wondvochtopvangzak zonder afpunttap bekend zijn met de plaats van de calamiteitenmateriaal kocher/klemmetje Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van disposable onderlegger. Trek handschoenen aan. Zet een kocher/klemmetje op de drain. Verwijder de volle wondopvangzak, houd een gaasje onder de drainslang om druppels op te vangen. Deponeer de volle wondopvangzak met de handschoenen direct in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek nieuwe handschoenen aan. Desinfecteer de aansluiting drain met een in chloorhexidine gedrenkt gaasje. Sluit de schone zak aan. Maak de kocher/klemmetje los. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 76
2791 2792 2793 2794 2795 2796 2797 2798 2799 2800 2801 2802 2803 2804 2805 2806 2807 2808 2809 2810 2811 2812 2813 2814 2815 2816 2817 2818 2819 2820 2821 2822 2823 2824 2825 2826 2827 2828 2829 2830 2831 2832 2833
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.10. Verwisselen van een katheterzak
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) disposable onderlegger (celstofmatje) handschoenen gaas katheterzak zonder afpunttap bekend zijn met de plaats van het calamiteitenmateriaal Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Voorzie de plaats waar lekkage kan optreden van een disposable onderlegger. Verwijder de volle zak, houd een gaas onder het uiteinde van de katheter om druppels op te vangen. Deponeer de volle katheterzak met handschoenen direct in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek nieuwe handschoenen aan. Sluit de schone katheterzak zonder aftappunt aan. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 77
2834 2835 2836 2837 2838 2839 2840 2841 2842 2843 2844 2845 2846 2847 2848 2849 2850 2851 2852 2853 2854 2855 2856 2857 2858 2859 2860
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.11. Onderzoeks-/therapeutische handelingen met kortdurend huidcontact
Toepassingsgebied: Alle individuele handelingen tussen (para)medicus en patiënt eventueel met gebruik van behandel-/onderzoekstafel ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: geen extra benodigde materialen Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en patiënt. Voer de handelingen uit met uitsluitend handcontact. Na patiëntencontact: Was de handen met water en zeep. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 78
2861 2862 2863 2864 2865 2866 2867 2868 2869 2870 2871 2872 2873 2874 2875 2876 2877 2878 2879 2880 2881 2882 2883 2884 2885 2886 2887 2888 2889 2890 2891 2892
Hoofdstuk 4. Patiënt verzorging en excreta Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.12. Therapeutische handelingen met intensief huidcontact Toepassingsgebied: Alle individuele handelingen tussen (para)medicus en patiënt eventueel met gebruik van behandel-/onderzoekstafel: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Draag handschoenen vanaf het eerste therapeutisch huidcontact. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en patiënt. Voer de behandeling uit met uitsluitend hand-contact. Deponeer de handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 79
2893 2894 2895 2896 2897 2898 2899 2900 2901 2902 2903 2904 2905 2906 2907 2908 2909 2910 2911 2912
Hoofdstuk 4. Patiëntverzorging en excreta
2913 2914 2915 2916 2917 2918 2919 2920 2921 2922 2923 2924 2925 2926 2927 2928 2929 2930 2931 2932 2933 2934
Werkwijze: Bedek de behandeltafel met een schone afdekhoes, handdoeken, of onderzoeksbankpapier. Voorkom direct contact tussen eigen kleding en patiënt. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan bij intensief contact met patiënt (bij onderzoek/ behandeling). Voer de behandeling uit met uitsluitend handcontact. Verwijder de afdekhoes, handdoeken of onderzoeksbankpapier na de behandeling. Afvoeren van wasgoed zoals afdekhoes en handdoeken: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (praktijk) Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis)
Paragraaf 4.3. Medische handelingen Werkblad 4.3.13. Handelingen met behandeltafel
Toepassingsgebied: Bij gebruik van behandel-/onderzoekstafel (para)medicus ziekenhuis praktijk Benodigd materiaal: handschoenen schone afdekhoes, handdoeken of onderzoeksbankpapier SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (praktijk) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (praktijk)
Extra informatie: Gebruik handschoenen bij intensief contact met patiënt tijdens onderzoek of behandeling. Raadpleeg bij ernstige vervuiling werkblad 5.1.1 ‘schoonmaak bedden’ In de praktijksituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 80
2935
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen
2936
Paragraaf 5.1. Schoonmaak materialen
2937 2938 2939 2940 2941 2942 2943 2944 2945 2946 2947 2948 2949 2950 2951 2952 2953 2954 2955 2956 2957 2958 2959 2960 2961 2962 2963 2964 2965 2966 2967 2968 2969 2970 2971 2972 2973 2974 2975 2976 2977 2978 2979
Werkblad 5.1.1. Schoonmaak bedden
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Bijzonderheden: Binnen het ziekenhuis kunnen lokale richtlijnen gelden ten aanzien van het afhalen van het beddengoed en het aanbieden voor schoonmaak. Raadpleeg deze richtlijnen. Benodigd materiaal: afvoeren van wasgoed incl. wasdoekjes: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) handschoenen schoonmaakdoek Werkwijze: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Zet alle benodigdheden klaar. Trek handschoenen aan. Werk van schoon naar vuil. Was het bed, matras en kussen met behulp van een schoonmaakdoek. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Droog alles na met een schone doek. Reinig de gebruikte, niet-disposable schoonmaakmaterialen met behulp van een schoonmaakdoek. Afvoeren van wasgoed incl. wasdoekjes: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Deponeer de handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Overige informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 81
2980 2981 2982 2983 2984 2985 2986 2987 2988 2989 2990 2991 2992 2993 2994 2995 2996 2997 2998 2999 3000 3001 3002 3003 3004 3005 3006 3007 3008 3009 3010 3011 3012 3013 3014 3015 3016 3017 3018 3019 3020 3021 3022
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.1. Schoonmaak materialen Werkblad 5.1.2. Schoonmaak infuuspompen en infuuspalen
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen pH-neutraal schoonmaakmiddel schoonmaakmateriaal SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Werk van schoon naar vuil. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Maak infuuspaal en pomp schoon. Droog daarna de pomp en paal na met een droge doek. Afvoeren van gebruikte schoonmaakdoekjes: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Trek de handschoenen uit. Deponeer de handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 82
3023 3024 3025 3026 3027 3028 3029 3030 3031 3032 3033 3034 3035 3036 3037 3038 3039 3040 3041 3042 3043 3044 3045 3046 3047 3048 3049 3050 3051 3052 3053 3054 3055 3056 3057 3058 3059 3060 3061 3062 3063 3064 3065 3066 3067 3068 3069
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.1. Schoonmaak materialen Werkblad 5.1.3. Schoonmaak niet-disposable materialen
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) indien nodig een bak voor sterilisatie van materialen PH-neutraal schoonmaakmiddel schoonmaakmateriaal Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Werk van schoon naar vuil. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Maak de materialen schoon. Droog de materialen met een droge doek. Leg materialen, wanneer nodig, in de bak voor sterilisatie. Reinig de gebruikte, niet- disposable schoonmaakmaterialen. Deponeer de gebruikte schoonmaakdoeken: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Trek de handschoenen uit. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen en de handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 83
3070
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen
3071
Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten
3072 3073 3074 3075 3076 3077 3078 3079 3080 3081 3082 3083 3084 3085 3086 3087 3088 3089 3090 3091 3092 3093 3094 3095 3096 3097 3098 3099 3100 3101 3102 3103 3104 3105 3106 3107 3108 3109 3110 3111 3112 3113 3114 3115 3116 3117 3118 3119
Werkblad 5.2.1. Schoonmaak sanitaire ruimten thuis
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen speciaal gelabelde waszak binnen handbereik wegwerptissues (wc- of keukenpapier) aparte afvalzak (thuis) aparte waszak (thuis) PH-neutraal schoonmaakmiddel schoonmaakmateriaal Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek de handschoenen aan. Werk van schoon naar vuil. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Als er sprake is van zichtbare verontreiniging met uitscheidingsproducten verwijder dat dan eerst met wegwerptissues (wc- of keukenpapier). Deponeer verontreinigde wegwerptissues in een plastic zakje. Deponeer dit zakje in een aparte afvalzak. Begin bij de deur en reinig eerst de vloer. Deponeer de schoonmaakdoek hierna bij het besmette wasgoed in een aparte waszak. Gebruik voor verdere reiniging zoveel sopdoekjes als nodig zijn. Reinig vervolgens spiegels, lichtknoppen, wastafel en kranen. Reinig wanden. Reinig de toiletbril en de buitenkant van het toilet. Reinig vervolgens de binnenzijde van het toilet met de toiletborstel; indien nodig met kalkverwijderaar. Na reinigen het toilet doorspoelen. Reinig als laatste de vloer nog een keer met een schone doek. Voer het gebruikte water af via het toilet. Spoel het toilet door. Deponeer niet-wegwerpsopdoekjes bij het besmette wasgoed in een aparte waszak. Trek de handschoenen uit. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen en de handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje in een aparte afvalzak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 84
3120 3121 3122 3123 3124 3125 3126 3127 3128 3129 3130 3131 3132 3133 3134 3135 3136 3137 3138 3139 3140 3141 3142 3143 3144 3145 3146 3147 3148 3149 3150 3151 3152 3153 3154 3155 3156 3157 3158 3159 3160 3161
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten Werkblad 5.2.2. Schoonmaak sanitaire ruimten ziekenhuis
Toepassingsgebied: ziekenhuis Benodigd materiaal: handschoenen speciaal gelabelde waszak SZA-bak wegwerptissues PH-neutraal schoonmaakmiddel schoonmaakmateriaal Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Werk van schoon naar vuil. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Als er sprake is van zichtbare verontreiniging met uitscheidingsproducten verwijder dat dan eerst met wegwerptissues. Begin vanaf de deur en reinig eerst de vloer. Reinig daarna de mogelijk veel aangeraakte oppervlakken, zoals deurkruk, kraan, beugel, rand van de afvalbak. Reinig wanden. Reinig de toiletbril en de buitenkant van het toilet. Reinig vervolgens de binnenzijde van het toilet met de toiletborstel; indien nodig met kalkverwijderaar. Na reinigen het toilet doorspoelen. Reinig als laatste de vloer nog een keer met een schone doek. Voer het gebruikte water af via het toilet. Deponeer de gebruikte schoonmaakdoeken in de speciaal gelabelde waszak. Trek de handschoenen uit. Deponeer ze in de SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 85
3162 3163 3164 3165 3166 3167 3168 3169 3170 3171 3172 3173 3174 3175 3176 3177 3178 3179 3180 3181 3182 3183 3184 3185 3186 3187 3188 3189 3190 3191 3192 3193 3194 3195 3196 3197 3198
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten Werkblad 5.2.3. Schoonmaak behandelkamer OBC, doorlichtkamer röntgen en operatiekamer
Toepassingsgebied: ziekenhuis Benodigd materiaal: handschoenen speciaal gelabelde waszak binnen handbereik SZA-bak binnen handbereik Schoonmaakmateriaal, waaronder een mop Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Werk van schoon naar vuil en van hoog naar laag. Begin vanaf de deur en reinig eerst de mogelijk veel aangeraakte oppervlakken, zoals deurkruk, kraan en dergelijke. Reinig daarna andere kritische plekken, zoals leuningen van stoelen, opbergrekjes, buitenzijde en rand van de afvalbak en dergelijke. Reinig de vloer nat m.b.v. een mop, van schoon naar vuil; de OK-vloer wordt met chloor gereinigd t.b.v. desinfectie. Reinig de gebruikte, niet- disposable schoonmaakmaterialen. Deponeer de gebruikte schoonmaakdoeken en mop na het schoonmaken in de gelabelde waszak. Spoel de gebruikte materialen af met water. Trek de handschoenen uit. Deponeer ze in de SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 86
3199 3200 3201 3202 3203 3204 3205 3206 3207
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen
3208 3209 3210 3211 3212 3213 3214 3215 3216 3217 3218 3219 3220 3221 3222 3223 3224 3225 3226 3227 3228 3229 3230 3231
Benodigd materiaal:
Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten Werkblad 5.2.4. Schoonmaak toedieningsruimte
Toepassingsgebied: ziekenhuis
handschoenen speciaal gelabelde waszak binnen handbereik SZA-bak binnen handbereik schoonmaakmateriaal wisdoek
Werkwijze:
Zet alle benodigdheden klaar. Was de handen. Trek handschoenen aan. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Werk van schoon naar vuil en van hoog naar laag, begin vanaf de deur en reinig eerst de mogelijk veel aangeraakte oppervlakken, zoals deurkruk, kraan en dergelijke. Reinig daarna andere kritische plekken , zoals leuningen van stoelen, opbergrekjes, buitenzijde en rand van de afvalbak en dergelijke. Reinig de gebruikte, niet disposable schoonmaakmaterialen. Deponeer de gebruikte schoonmaakdoeken en mop na het schoonmaken in de gelabelde waszak. Spoel de gebruikte materialen af met water. Trek de handschoenen uit. Deponeer ze in de SZA-bak. Was de handen conform de WIP-richtlijnen.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 87
3232 3233 3234 3235 3236 3237 3238 3239 3240 3241 3242 3243 3244 3245 3246 3247 3248 3249 3250 3251 3252 3253 3254 3255 3256 3257 3258 3259 3260 3261 3262 3263 3264 3265 3266 3267
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten Werkblad 5.2.5. Schoonmaak spoelruimte
Toepassingsgebied: ziekenhuis Benodigd materiaal: handschoenen speciaal gelabelde waszak binnen handbereik SZA-bak binnen handbereik schoonmaakmateriaal, waaronder een mop wisdoek Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Was altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Werk van schoon naar vuil en van hoog naar laag. Reinig daarna de veel aangeraakte oppervlakken, zoals aanrecht en po-spoeler. Reinig daarna andere kritische plekken, zoals deurkruk, kraan, beugels, rand van de afvalbak en dergelijke. Reinig de vloer nat m.b.v. een mop, van schoon naar vuil.. Reinig de gebruikte, niet-disposable schoonmaakmaterialen. Deponeer de gebruikte schoonmaakdoeken na het schoonmaken: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Spoel de gebruikte materialen om met water Trek de handschoenen uit. Deponeer ze in de SZA-bak. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 88
3268 3269 3270 3271 3272 3273 3274 3275 3276 3277 3278 3279 3280 3281 3282 3283 3284 3285 3286 3287 3288 3289 3290 3291 3292 3293 3294 3295 3296 3297 3298 3299 3300 3301 3302 3303 3304 3305 3306 3307 3308 3309
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten Werkblad 5.2.6. Schoonmaak oefenruimte en trainingszaal
Toepassingsgebied: ziekenhuis praktijkruimte e 1 lijns-instelling Benodigd materiaal: handschoenen SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (praktijk) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (praktijk) schoonmaakmateriaal wisdoek wegwerptissues Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Werk van schoon naar vuil en van hoog naar laag. Transpiratievocht op het trainingstoestel deppen met wegwerptissue . Wasgoed van de patiënt meegeven naar huis. Afvoeren van wasgoed zoals handdoeken: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (praktijk) Deponeer de gebruikte handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (praktijk) Extra informatie: In de praktijksituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 89
3310 3311 3312 3313 3314 3315 3316 3317 3318 3319 3320 3321 3322 3323 3324 3325 3326 3327 3328 3329 3330 3331 3332 3333 3334 3335 3336 3337 3338 3339 3340 3341 3342 3343 3344 3345 3346 3347 3348 3349 3350 3351 3352 3353 3354 3355 3356 3357 3358 3359 3360 3361 3362 3363
Hoofdstuk 5. Schoonmaakrichtlijnen Paragraaf 5.2. Schoonmaak ruimten Werkblad 5.2.7. Schoonmaak patiëntenkamer
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: handschoenen PH-neutraal schoonmaakmiddel schoonmaakdoekjes plastic zakje SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) Werkwijze: Zet alle benodigdheden klaar. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Werk van schoon naar vuil. Vul de emmer met water en een reinigingsmiddel. Leg een aantal schoonmaakdoekjes in het sop, haal alle schoonmaakdoekjes goed uitgewrongen weer uit het sop. Reinig altijd met goed uitgewrongen schoonmaakdoeken. Gebruikte doekjes niet uitspoelen in het sopwater. Gebruik voor elk nieuw oppervlak een nieuwe doek. Reinig de veel aangeraakte oppervlakken als eerste. Reinig de vloer als laatste. Droog het oppervlak na met een droge doek. Verschoon het water na elke besmette ruimte, als ook de schoonmaakmaterialen. Deponeer de gebruikte schoonmaakdoeken na het schoonmaken: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Reinig de niet-disposable materialen na gebruik met water. Trek de handschoenen uit. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen zoals handschoenen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Extra informatie: maak de met cytostatica besmetten patiëntenkamer(s) als laatste schoon werk rustig en nauwkeurig reserveer schoonmaakmaterialen voor ruimten die met cytostatica besmet zijn In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 90
3364
Hoofdstuk 6. Calamiteitenrichtlijnen
3365
Paragraaf 6.1. Personen
3366 3367 3368 3369 3370 3371 3372 3373 3374 3375 3376 3377 3378 3379 3380 3381 3382 3383 3384 3385 3386 3387 3388 3389 3390 3391 3392 3393 3394 3395 3396 3397 3398 3399 3400 3401 3402 3403 3404 3405 3406 3407 3408 3409 3410 3411
Werkblad 6.1.1. Cytostaticumbesmetting van kleding Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: calamiteitentas SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) overschorten handschoenen slofjes over de schoenen wipes aparte waszak voor kleding en wasgoed crashkaart vloeibare zeep zo nodig inactivatievloeistof vervangende kleding celstofmatjes Werkwijze: Blijf op de plaats van de besmetting, om verspreiding van het cytostaticum te voorkomen. Waarschuw een collega. Laat de calamiteitentas en de SZA-bak of een aparte afvalzak halen. Laat de collega persoonlijke beschermingsmiddelen aantrekken (overschort/ handschoenen en overschoenen). De collega droogt/dept de kleding af van de besmette persoon met wipes. De besmette persoon trekt het gele overschort over de kleren aan. De besmette persoon trekt disposable sloffen over de schoenen aan. De besmette persoon verlaat de plaats van de calamiteit. De besmette persoon gaat naar de dichtstbijzijnde beschikbare douche. De besmette persoon trekt voorzichtig alle kleding uit en deponeert ze in de SZA-bak of aparte afvalbak. De besmette persoon trekt als laatste de handschoenen uit en deponeert ze in de SZAbak of aparte afvalbak. De handen en de huid onder de kleding worden als besmet beschouwd. Spoel de besmette huid direct met veel water (gedurende 20 minuten) en was met vloeibare zeep. Raadpleeg de crashkaart; in een enkel geval wordt een specifieke inactivatievloeistof aanbevolen. Indien de huid beschadigd is, de wond beschouwen als extravasatie. Herhaal deze werkwijze bij iedereen van wie kleding besmet is geraakt. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 91
3412 3413 3414 3415 3416 3417
Behandel besmette kleding volgens het werkblad ‘calamiteit, reiniging besmet wasgoed’. Raadpleeg de apotheker of nog aanvullende interventies moeten volgen. Was de handen met water en zeep. Vul het lokale arbeidsongevalformulier in. Zorg ervoor dat de calamiteitentas direct weer aangevuld wordt.
3418 3419 3420 3421 3422 3423 3424 3425 3426 3427 3428 3429 3430 3431 3432 3433 3434 3435 3436 3437 3438 3439 3440 3441 3442 3443 3444 3445 3446 3447 3448 3449
Thuis: Ga na waar besmetting heeft plaatsgevonden . Bij lekkage van het infuussysteem Trek persoonlijke beschermingsmiddelen aan. Plaats celstofmatje onder de lekkage. Zet de pomp stil. Wikkel het geheel voorzichtig in 2e celstofmatje. Plaats het geheel in een plastic zak. Reinig de plaats van lekkage volgens werkblad niet-disposable materialen. Trek de persoonlijke beschermingsmiddelen uit. Was de handen met water en zeep. Neem contact op met het behandelend ziekenhuis (patiënt heeft contactnummers). Bij kapotte/verkruimelde tabletten. Trek persoonlijke beschermingsmiddelen aan. Dep met een vochtige doek (niet te nat) de verkruimelde tabletten op. Reinig de aangedane huid met water en zeep. Trek de persoonlijke beschermingsmiddelen uit. Was de handen met water en zeep. Neem contact op met het behandelend ziekenhuis (patiënt heeft contactnummers). Extra informatie: Blijf rustig. Blijf op de plaats van de besmetting, om verspreiding van het cytostaticum te voorkomen. e Voer handelingen uit met 2 persoon. Indien de huid beschadigd is, de wond beschouwen als extravasatie. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 92
3450 3451 3452 3453 3454 3455 3456 3457 3458 3459 3460 3461 3462 3463 3464 3465 3466 3467 3468 3469 3470 3471 3472 3473 3474 3475 3476 3477 3478 3479 3480 3481 3482 3483 3484 3485 3486 3487 3488 3489 3490 3491 3492 3493 3494 3495 3496 3497 3498 3499 3500
Hoofdstuk 6. Calamiteitenrichtlijnen Paragraaf 6.1. Personen Werkblad 6.1.2. Cytostaticumbesmetting van de huid
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigdheden: calamiteitentas SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) overschorten handschoenen slofjes over de schoenen wipes crashkaart vloeibare zeep zo nodig inactivatievloeistof celstofmatjes Werkwijze: Blijf op de plaats van de besmetting om verspreiding van het cytostaticum te voorkomen. Waarschuw een collega. Laat de calamiteitentas halen. Raadpleeg de crashkaart. Spoel de besmette huid onmiddellijk met veel water (gedurende 20 minuten) en was deze met vloeibare zeep. In een enkel geval wordt aanbevolen met een specifieke inactivatievloeistof te werken (in de calamiteitentas). Raadpleeg hiervoor de crashkaart. Indien de huid beschadigd is, de wond beschouwen als extravasatie. Herhaal deze werkwijze bij iedereen van wie de huid besmet is geraakt. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Afvoeren van wasgoed incl. wasdoekjes: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Raadpleeg de gewaarschuwde apotheker of nog aanvullende interventies moeten volgen. Was de handen met water en zeep. Vul het lokale arbeidsongevalformulier in. Zorg ervoor dat de cytostatica-calamiteitentas, indien van toepassing, direct weer aangevuld wordt. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 93
3501 3502 3503 3504 3505 3506 3507 3508 3509 3510
Extra informatie: Blijf rustig Blijf op de plaats van de besmetting, om verspreiding van het cytostaticum te voorkomen e Voer handelingen uit met 2 persoon Indien de huid beschadigd is, de wond beschouwen als extravasatie. In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 94
3511 3512 3513 3514 3515 3516 3517 3518 3519 3520 3521 3522 3523 3524 3525 3526 3527 3528 3529 3530 3531 3532 3533 3534 3535 3536 3537 3538 3539 3540 3541 3542 3543 3544 3545 3546 3547 3548 3549 3550 3551 3552 3553 3554
Hoofdstuk 6. Calamiteitenrichtlijnen
3555 3556 3557 3558 3559 3560 3561 3562
Extra informatie: Blijf rustig. Blijf op de plaats van de besmetting, om verspreiding van het cytostaticum te voorkomen Voer handelingen uit met 2e persoon In de thuissituatie: - wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen - gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Paragraaf 6.1. Personen Werkblad 6.1.3. Cytostaticumbesmetting van het oog
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie (bij gebruik continue pomp en tabletten) Benodigdheden: calamiteitentas SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) overschorten handschoenen oogdouche (ziekenhuis) douche (thuis) crashkaart zo nodig inactivatievloeistof Werkwijze: Ziekenhuis: Waarschuw een collega. Ga na hoe besmetting heeft plaatsgevonden. Spoel de ogen onmiddellijk gedurende 15 minuten met de oogdouche uit. Houd het oog tijdens het spoelen goed open. Herhaal deze werkwijze bij iedereen van wie de ogen besmet zijn geraakt. De gewaarschuwde apotheker raadpleegt de dienstdoende oogarts. Raadpleeg de apotheker of nog aanvullende interventies moeten volgen. Was de handen met water en zeep. Vul het lokale arbeidsongevalformulier in. Thuis: Trek persoonlijke beschermingsmiddelen aan. Ga na hoe besmetting heeft plaatsgevonden. Spoel de ogen onmiddellijk gedurende 15 minuten met de handdouche uit. Houd het oog tijdens het spoelen goed open. Trek persoonlijke beschermingsmiddelen uit. Was de handen met water en zeep. Neem contact op met het behandelend ziekenhuis (patiënt heeft contactnummers).
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 95
3563
Hoofdstuk 6. Calamiteitenrichtlijnen
3564
Paragraaf 6.2. Ruimten
3565 3566 3567 3568 3569 3570 3571 3572 3573 3574 3575 3576 3577 3578 3579 3580 3581 3582 3583 3584 3585 3586 3587 3588 3589 3590 3591 3592
Werkblad 6.2.1. Cytostaticumbesmetting van de omgeving
3593 3594 3595 3596 3597 3598 3599 3600 3601 3602 3603 3604 3605 3606 3607 3608 3609 3610
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigdheden: calamiteitentas SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) overschorten handschoenen slofjes over de schoenen wipes crashkaart vloeibare zeep zo nodig inactivatievloeistof zo nodig pincet en/of natte watten (voor verwijderen (glas)splinters) vervangende kleding celstofmatjes Werkwijze In de apotheek Vloeibare cytostatica gemorst in de LDF-kast Vouw het celstofmatje met geknoeide cytostatica en besmette utensiliën op en deponeer dit in de cytostatica-afvalbak. Trek schone handschoenen aan. Wanneer er gemorst is buiten het celstofmatje, de LDF-kast eerst reinigen volgens de crashkaart (reinig van buiten naar binnen) en daarna huishoudelijk reinigen en desinfecteren met alcohol 70%. Leg een nieuw celstofmatje, utensiliën en cytostatica-vials in de LDF-kast. Op een afdeling Cytostatica gemorst buiten de LDF-kast of op een afdeling: controleerbare besmetting = kleine hoeveelheid vloeistof binnen een begrensd gebied Waarschuw een collega. Laat de cytostatica-calamiteitentas en de specifieke ziekenhuisafvalbak halen. Beoordeel of ook andere calamiteitenwerkbladen gevolgd moeten worden. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Spreek de rolverdeling af. De apothekersassistent die ‘vuil’ werkt, trekt de persoonlijke beschermingsmiddelen aan (overschort/handschoenen en overschoenen). Neem de vloeistof op met adsorberend materiaal. Verwijder (glas)splinters voorzichtig met pincet en/of natte watten. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 96
3611 3612 3613 3614 3615 3616 3617 3618 3619 3620 3621 3622 3623 3624 3625 3626 3627 3628 3629 3630 3631 3632 3633 3634 3635 3636 3637 3638 3639 3640 3641 3642 3643 3644 3645 3646 3647 3648 3649 3650 3651
Reinig de plaats waar het cytostaticum ligt met een zeepoplossing van buiten naar binnen, inclusief een royale ruimte eromheen. Herhaal deze handeling 3 keer met iedere keer een schone disposable doek met zeepoplossing. Indien de besmetting in de buurt van een kast/muur is, dan deze op dezelfde wijze reinigen. Deponeer alle disposable persoonlijke beschermingsmiddelen en andere gebruikte materialen in de specifieke ziekenhuisafvalbak. Was de handen met water en zeep. Vul het lokale arbeidsongeval formulier in.
Andere locatie in het ziekenhuis Cytostatica gemorst buiten de LDF-kast of andere locatie in het ziekenhuis (mogelijk een OK): oncontroleerbare besmetting = grote hoeveelheid vloeistof of een cytostaticumpoeder Een calamiteit met een cytostaticumpoeder is een groot probleem doordat het poeder zich gemakkelijk verspreidt door bv. langslopende mensen of ventilatie in de ruimte. Beperk de verspreiding van het poeder door zo min mogelijk luchtbewegingen te maken. Sluit, indien van toepassing, de deur van de ruimte, alleen noodzakelijke personen mogen de ruimte nog betreden. Zet, indien mogelijk, de ventilatie in de ruimte uit. Waarschuw een collega. Laat de cytostatica calamiteitentas en de specifieke ziekenhuisafvalbak halen. Beoordeel of ook andere calamiteitenwerkbladen gevolgd moeten worden. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Spreek de rolverdeling af. De medewerker die ‘vuil’ werkt, trekt de persoonlijke beschermingsmiddelen aan (overschort/handschoenen en overschoenen). Zet het besmette gebied zo goed als mogelijk af met markeringslint. Bedek gemorste vloeistof af met absorberend materiaal. Stel de schoonmaakdienst op de hoogte om de ruimte te laten reinigen. Deponeer alle disposable persoonlijke beschermingsmiddelen en andere gebruikte materialen in de specifieke ziekenhuisafvalbak. Indien het om een besmetting met een cytostaticumpoeder gaat, neem dan eerst alle persoonlijke beschermingsmaatregelen af met vochtige wipes, voordat deze uitgetrokken worden. Was de handen met water en zeep. Vul het lokale arbeidsongevalformulier in. Extra informatie: Blijf rustig. Blijf op de plaats van de besmetting, om verspreiding van het cytostaticum te voorkomen. Voer handelingen uit met 2e persoon.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 97
3652 3653 3654 3655 3656 3657 3658 3659 3660 3661 3662 3663 3664 3665 3666 3667 3668 3669 3670 3671 3672 3673 3674 3675 3676 3677 3678 3679 3680 3681 3682 3683 3684 3685 3686 3687 3688 3689 3690 3691 3692 3693 3694 3695 3696 3697 3698 3699 3700 3701 3702
Hoofdstuk 6.Calamiteitenrichtlijnen Paragraaf 6.2. Ruimten Werkblad 6.2.2. Reinigen van met cytostatica besmet wasgoed
Toepassingsgebied: ziekenhuis (vervangende) thuissituatie Benodigd materiaal: Calamiteitentas SZA-bak (ziekenhuis) aparte afvalzak (thuis) speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) aparte waszak (thuis) overschorten handschoenen slofjes over de schoenen wipes crashkaart vloeibare zeep zo nodig inactivatievloeistof vervangende kleding celstofmatjes
Werkwijze: Besmet beddengoed: Blijf bij de calamiteit. Waarschuw een collega. Laat de cytostatica calamiteitentas en de specifieke ziekenhuisafvalbak halen. Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Spreek de rolverdeling af. De medewerker die ‘vuil’ werkt, trekt de persoonlijke beschermingsmiddelen aan (overschort/handschoenen en overschoenen). Beoordeel of ook andere calamiteitenwerkbladen gevolgd moeten worden. Deponeer alle mogelijk met cytostatica besmette disposable materialen in een plastic zakje. Deponeer dit zakje: - SZA-bak (ziekenhuis) - aparte afvalzak (thuis) Afvoeren van wasgoed incl. wasdoekjes: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Was de handen met water en zeep. Vul het lokale arbeidsongeval formulier in. Besmette bedrijfskleding: Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Trek voorzichtig de besmette bedrijfskleding uit. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 98
3703 3704 3705 3706 3707 3708 3709 3710 3711 3712 3713 3714 3715 3716 3717 3718 3719 3720 3721 3722 3723 3724 3725 3726 3727 3728
Deponeer de besmette bedrijfskleding in een plastic waszak met gevaaraanduiding ‘cytostatica’ en sluit deze goed af. Breng de waszak naar de linnenkamer met de mededeling dat de kleding besmet is met cytostatica. Indien de bedrijfskleding extern wordt gewassen, neem dan contact op met het externe bedrijf. Trek de handschoenen uit. Was de handen met water en zeep.
Besmette eigen kleding Reinig de handen conform de WIP-richtlijn. Trek handschoenen aan. Trek voorzichtig de besmette eigen kleding uit. Afvoeren van wasgoed incl. wasdoekjes: - in speciaal gelabelde waszak (ziekenhuis) - in aparte waszak (thuis) Was de besmette eigen kleding apart van uw andere kleding. Start het wasprogramma met een spoelprogramma, kies vervolgens uw gebruikelijke wasprogramma. Deponeer alle gebruikte disposable materialen in een afgesloten zak bij het gewone huisafval. Was de handen met water en zeep. Extra informatie:
-
In de thuissituatie: wordt het wasgoed apart verpakt of direct gewassen gaat afval apart verpakt bij het huisvuil
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 99
3729
Hoofdstuk 7. Afval en transportrichtlijnen
3730
Paragraaf 7.1.Transport
3731 3732 3733 3734 3735
Werkblad 7.1.1. Transport apotheek – afdeling
3736 3737 3738 3739 3740 3741 3742 3743 3744 3745 3746 3747 3748 3749 3750 3751 3752 3753 3754 3755 3756 3757 3758 3759 3760 3761 3762 3763 3764
Benodigd materiaal: werkafspraken apotheek + transporteur deugdelijk materiaal
Toepassingsgebied: ziekenhuis
Werkwijze: Vooraf: Apotheek zorgt voor duidelijke uitleg aan de transportmedewerkers van het ziekenhuis, die cytostatica vervoeren, over wat te doen bij calamiteiten. Bij transport: De apotheekmedewerker die het geneesmiddel klaarmaakt, zorgt voor juiste verpakking van het geneesmiddel. Aan de buitenzijde van de verpakking wordt middels stickers of anderszins aangegeven dat het cytostatica betreft. Verpakking wordt afgesloten zodanig dat het tijdens transport niet geopend kan worden. Bij aanvraag transport door apotheek wordt aangegeven of er bijzondere transportcondities (bv. koel) noodzakelijk zijn. Wanneer de transporteur de verpakking in ontvangst neemt, wordt getekend voor overdracht. De transporteur zorgt voor de juiste transportcondities tijdens het transport. De transporteur stelt de medicatie ter hand aan de afdeling waar de medicatie wordt toegediend. De transporteur laat diegene die ontvangt, tekenen voor ontvangst van de medicatie. Extra informatie: Raadpleeg de volgende werkbladen indien van toepassing:
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 100
3765 3766 3767 3768 3769 3770 3771 3772 3773
Hoofdstuk 7. Afval en transportrichtlijnen
3774 3775 3776 3777 3778 3779 3780 3781 3782 3783 3784 3785 3786 3787 3788 3789 3790 3791 3792 3793 3794 3795 3796 3797 3798
Benodigd materiaal: werkafspraken apotheek + transporteur deugdelijk materiaal
Paragraaf 7.1. Transport Werkblad 7.1.2. Transport apotheek – thuis
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie
Werkwijze: Vooraf: Apotheek zorgt voor duidelijke uitleg over de medicijnen aan de medewerkers die het transport verzorgen en de cytostatica vervoeren, over wat te doen bij calamiteiten. Bij transport: De apotheekmedewerker die het geneesmiddel klaarmaakt, zorgt voor de juiste verpakking van het geneesmiddel. Aan de buitenzijde van de verpakking wordt middels stickers of anderszins aangegeven dat het cytostatica betreft. Verpakking wordt afgesloten zodanig dat het tijdens transport niet geopend kan worden. Bij aanvraag transport door apotheek wordt aangegeven of er bijzondere transportcondities (bv. koel) noodzakelijk zijn. Wanneer de transporteur de verpakking in ontvangst neemt, wordt getekend voor overdracht. De transporteur zorgt voor de juiste transportcondities tijdens het transport De transporteur stelt de medicatie ter hand aan de patiënt of aan diens vertegenwoordiger. De transporteur laat de patiënt tekenen voor ontvangst van de medicatie.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 101
3799
Hoofdstuk 7. Afval en transportrichtlijnen
3800
Paragraaf 7.2. Afval
3801 3802 3803 3804 3805 3806 3807 3808 3809 3810 3811 3812 3813 3814 3815 3816 3817 3818
Werkblad 7.2.1. Afvoer afval thuis
Toepassingsgebied: (vervangende) thuissituatie Werkwijze: Disposable materialen: Deze dienen gedeponeerd te worden in een aparte afvalzak. De aparte afvalzak goed dichtmaken. Vervolgens kan deze zak bij het gewone huisvuil geplaatst te worden. Overgebleven medicatie: Deze dient te allen tijde ingeleverd te worden bij de apotheek. Naalden: Niet in de afvalzak (prikgevaar) In de naaldencontainer; lever deze in bij de apotheek.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 102
3819 3820 3821 3822 3823 3824 3825 3826 3827 3828 3829 3830 3831 3832 3833 3834 3835 3836 3837 3838 3839
Patiënteninformatie Deze informatiefolder geeft informatie over maatregelen in de thuissituatie, bedoeld voor de patiënt die chemotherapie krijgt. Deze informatiefolder is algemeen van aard en gaat niet in op specifieke details betreffende de situatie van de patiënt. De folder is voor de patiënt, diens naaste en/of mantelzorger. 1. Inleiding U heeft informatie ontvangen over de chemotherapiebehandeling. Deze informatie heeft u mondeling of schriftelijk ontvangen van uw behandelend arts of uw verpleegkundige. Een korte uitleg over de behandeling met chemotherapie: Chemotherapie is een behandeling met medicijnen die cytostatica (het meervoud van cytostaticum) worden genoemd. Chemotherapie wordt over het algemeen toegepast bij de behandeling van kanker en grijpt in op de celdeling met als doel kwaadaardige cellen te doden. Deze cytostatica kunnen op verschillende manieren worden toegediend om zo in de bloedbaan terecht te komen, bijvoorbeeld via een infuus of tabletten. Via het bloed worden de cytostatica door het hele lichaam verspreid en kunnen ze kankercellen vrijwel overal bereiken. Via de zogenaamde ‘uitscheidingsproducten’ (urine, ontlasting en andere lichaamsvloeistoffen) verlaten de cytostaticaresten het lichaam weer.
3840 3841 3842 3843 3844 3845 3846 3847 3848
2. Schadelijke effecten chemotherapie Van chemotherapie is bekend dat het, naast de gewenste werking op de kankercellen, schadelijk is voor de gezonde cellen. In het geval van u als de patiënt telt de meerwaarde van de behandeling; wanneer er niet behandeld zou worden, is er meer risico op terugkeer (bijvoorbeeld na operatie) of verergering van de kanker. Voor u en uw naaste/mantelzorger houdt het in dat u rekening moet houden met de risico’s van contact met cytostaticaresten, en beschermende maatregelen/voorschriften in acht neemt om deze te voorkomen.
3849 3850 3851 3852 3853 3854 3855 3856 3857 3858 3859 3860 3861 3862 3863 3864 3865 3866 3867
3. Zwangerschap en chemotherapie Wanneer uw naaste/mantelzorger zwanger is, raden wij het af om diegene een directe rol te laten hebben in uw verzorging. Dit heeft te maken met de mogelijke schadelijke gevolgen op de ongeboren vrucht. Normaal contact (bezoek, een kus, een knuffel, e.d.) is niet schadelijk! 4. Beschermende maatregelen Beschermende maatregelen zijn bedoeld om u en uw naaste/mantelzorger te beschermen tegen mogelijk open contact met cytostaticaresten. Zoals eerder gemeld zitten deze in uw uitscheidingsproducten. De belangrijkste maatregel die u kunt treffen, is bewust omgaan met de uitscheidingsproducten (de excreta). Wanneer er een mogelijkheid is dat u of uw naaste/mantelzorger in aanraking komt met uw uitscheidingsproducten, dient u plastic wegwerphandschoenen te gebruiken. Na gebruik van de wegwerphandschoenen dient u deze direct weg te gooien. Bij punt 13 wordt meer uitleg gegeven over de afvalverwerking. De aanschaf van de handschoenen zijn voor eigen rekening.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 103
3868 3869 3870 3871 3872 3873 3874 3875 3876 3877
5. Risicoperiode Tijdens de risicoperiode worden cytostaticaresten uitgescheiden via de nieren en de lever en komen op deze wijze onder andere terecht in de urine en de ontlasting. Onder uitscheidingsproducten verstaan we urine, ontlasting, braaksel, bloed en transpiratievocht, speeksel, sperma, vaginaal vocht en slijm/sputum. De risicoperiode is verschillend per middel en kan variëren van 1 tot 7 dagen vanaf de laatste toediening. De behandelend arts en/of verpleegkundige kan u vertellen welke termijn gehanteerd moet worden. Tijdens de risicoperiode dient er extra aandacht te zijn voor beschermende maatregelen om zo een open contact met cytostaticaresten tot een minimum te beperken.
3878 3879 3880 3881 3882 3883 3884 3885 3886 3887 3888 3889 3890 3891 3892 3893 3894 3895 3896 3897 3898 3899
6. Ondersteuning bij het wassen/ douchen Bij voorkeur verzorgt u zichzelf, maar soms is ondersteuning noodzakelijk. U bepaalt zelf wat mogelijk is in uw situatie.
3900 3901 3902 3903 3904 3905 3906 3907 3908 3909 3910 3911 3912 3913 3914 3915 3916 3917
8. Ondersteuning bij stomazorg Bij voorkeur verzorgt u zelf de stoma. In de zorg rondom de stoma adviseren wij u de volgende voorschriften: Verzorg de stoma zoveel mogelijk op een vaste plaats. Zorg dat alle materialen die nodig zijn, klaarliggen. Probeer zo mogelijk lekkage vanuit de stoma te voorkomen bij het wisselen van het stomazakje. Verpak het gebruikte stomamateriaal in een apart zakje voordat u dit bij het afval gooit; voor meer informatie zie punt 13. Bij lediging in het toilet; doorspoelen. Was uw handen met water en zeep na verzorging van de stoma.
Bij ondersteuning bij de verzorging op bed of aan de wastafel wordt het gebruik van wegwerpwasdoekjes aangeraden; deze zijn verkrijgbaar bij de thuiszorgwinkel en/of apotheek. De aanschaf van deze wegwerpdoekjes is voor eigen rekening. 7. Ondersteuning bij toiletgang Bij voorkeur maakt u gebruik van het toilet. Daarbij gelden de volgende voorschriften: Zittend urineren (geldt ook voor de heren). Spoel het toilet na gebruik 2 x door met gesloten deksel. Bij gebruik van de po of urinaal wordt aanbevolen: De po of het urinaal na ieder gebruik voorzichtig te legen in het toilet en door te spoelen. Daarna dient de po of het urinaal gereinigd te worden. Bij punt 11 wordt meer uitleg gegeven over het reinigen van materialen. Wanneer u ondersteund wordt bij het afvegen, dient degene die u helpt handschoenen te dragen.
Wanneer u ondersteund wordt bij de stomazorg, dient degene die u helpt handschoenen te dragen. Wanneer er sprake is van spetteren, wordt het gebruik van een schort aanbevolen door de helpende.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 104
3918 3919 3920 3921 3922 3923 3924 3925 3926 3927 3928 3929 3930 3931 3932 3933 3934 3935 3936 3937 3938 3939 3940 3941 3942 3943 3944 3945 3946 3947 3948 3949 3950 3951 3952 3953 3954 3955 3956 3957 3958 3959 3960 3961 3962 3963 3964 3965 3966 3967
9. Ondersteuning bij incontinentie (verschonen) Bij voorkeur verzorgt u uzelf. Bij het verschonen van het incontinentiemateriaal adviseren wij u de volgende voorschriften: Zorg dat alle materialen die nodig zijn klaarliggen. Verpak het gebruikte incontinentiemateriaal in een aparte zak, voordat u dit bij het afval gooit; zie punt 13. Was uw handen met water en zeep na het verschonen. Wanneer u ondersteund wordt bij de verschoning van incontinentiemateriaal, dient degene die u helpt handschoenen te dragen. Wanneer er sprake is van spetteren, wordt het gebruik van een schort aanbevolen door de helpende. Na afloop dient de helpende de handen te wassen met water en zeep.
10. Opruimen van braaksel, urine en/of ontlasting Bij voorkeur ruimt u dit zelf op. Wanneer u of uw naaste dit opruimt, gelden de volgende voorschriften: Bij gebruik van emmer, po of urinaal dient dit geledigd te worden in het toilet. Bij lediging in het toilet dient u het toilet direct na lediging door te spoelen. Wanneer u het opruimt van de vloer of iets dergelijks, dient u eerst te zorgen dat niemand anders hiermee in aanraking komt. Vervolgens legt u materiaal klaar om het op te ruimen. Denk hierbij aan keukenrol, een emmertje met allesreiniger, schoonmaakdoekjes, een dubbele afvalzak en een zakje voor de gebruikte schoonmaakdoekjes. U begint eerst met het weghalen van het braaksel, urine of ontlasting met een stuk keukenrol. Gebruikte keukenrol plaatst u voorzichtig in de dubbele afvalzak. Zie punt 13 voor afvalverwerking. Daarna reinigt u voorzichtig de verontreinigde oppervlakte met de schoonmaakdoekjes. Spoel de doekjes niet uit in het water, maar plaats deze direct in de zak bestemd voor de schoonmaakdoekjes. Zie punt 12 voor voorschriften rondom de verzorging van wasgoed. Wanneer u dit doet, dient u handschoenen te dragen. Wanneer er sprake is van spetteren, wordt het gebruik van een schort aanbevolen. Na afloop dient u uw handen te wassen met water en zeep. 11. Voorschriften met betrekking tot reinigen Sommige cytostatica kunnen actief worden door alcohol, desinfectans en/of chloor. Daarom wordt het gebruik van deze middelen afgeraden. Het gebruik van een neutraal reinigingsmiddel (bijvoorbeeld allesreiniger of groene zeep) is voldoende. De volgende voorschriften zijn van toepassing: Gebruik handschoenen bij het reinigen van materiaal waar uitscheidingsproducten mee in aanraking zijn geweest. Denk hierbij ook aan het toilet en de douche. De gebruikte schoonmaakdoekjes mogen niet uitgespoeld worden in het sopwater. U dient steeds een nieuw doekje te gebruiken. Verzamel de gebruikte schoonmaakdoekjes in een aparte zak. Reinig het toilet minimaal 1x daags. Reinig bij gebruik van de douche deze minimaal om de dag. De po of het urinaal dient na gebruik gereinigd te worden. De postoel dient 1 x daags gereinigd te worden. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 105
3968 3969 3970 3971 3972
Het schort dient na gebruik gereinigd worden. Een medicijncupje wat hergebruikt wordt, dient na gebruik gereinigd te worden. Wanneer u hulp heeft in de huishouding, is het van belang dat u deze hulp informeert over bovenstaande voorschriften vanwege uw behandeling met cytostatica.
3973 3974 3975 3976 3977 3978 3979 3980 3981 3982 3983 3984 3985 3986 3987 3988 3989 3990
12. Voorschriften met betrekking tot het verzorgen van wasgoed Uw kleding moet apart gewassen worden. Sterk verontreinigd wasgoed en gebruikte schoonmaakdoekjes dienen zo snel mogelijk gewassen te worden. Probeer dit uit een verzamelzak direct in de wasmachine te plaatsen, zonder het aan te raken. Niet uitspoelen in een emmertje, maar voorspoelen met het spoelprogramma van de wasmachine. Het wasgoed in de wasmachine laten zitten en een wasprogramma kiezen dat geschikt is voor het materiaal van de kleding.
3991 3992 3993 3994 3995 3996 3997 3998 3999 4000 4001 4002 4003 4004 4005 4006 4007 4008 4009 4010 4011 4012 4013 4014 4015 4016 4017 4018
14. Wat te doen als u in aanraking bent geweest met cytostaticaresten Blijf vooral rustig. Probeer de plaats (bv. uw handen, armen of iets dergelijks) te reinigen met ruim water en zeep.
13. Voorschriften met betrekking tot afvalverwerking Alle wegwerpmaterialen die mogelijk in aanraking zijn geweest met cytostatica, dienen weggegooid te worden in een aparte afvalzak. Dit mag een plastic tasje of boterhamzakje zijn. Sluit na gebruik deze zak goed. Daarna kan het bij het huisvuil. Overgebleven medicijnen dient u in te leveren bij uw apotheek.
Een sporadisch contact met cytostaticaresten is tot nu toe niet als schadelijk bewezen. Dus u hoeft zich geen zorgen te maken. Maar probeer mogelijk contact met cytostaticaresten zoveel mogelijk te voorkomen. Wanneer u twijfels heeft, kunt u dit bespreken met uw behandelend arts/verpleegkundige. 15. Inname cytostatica middels tablet, capsule of drank Als er bij uw behandeling gebruik wordt gemaakt van cytostatica die u thuis moet innemen, let u dan op het volgende: Medicijnen niet malen of breken. Indien u de tabletten niet kunt slikken en u mag ze volgens de bijsluiter oplossen, dan kunt u de tablet in een medicijnbekertje (laten) oplossen, opdrinken en het bekertje weggooien als besmet afval (zie bij hoofdstuk afval) of schoonmaken met een pHneutraal of licht alkalisch schoonmaakmiddel, bv. afwasmiddel of een allesreiniger (zie ook punt 11). Na inname is het raadzaam om de handen te wassen met water en zeep. Als iemand u helpt bij de medicijninname, dan is het raadzaam dat die persoon wegwerphandschoenen draagt of contact met de cytostatica vermijdt. Dit kan bijvoorbeeld door de pillen uit de strip op een lepel uit te drukken, zonder de pillen met de blote handen aan te raken.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 106
4019 4020 4021 4022
16. Vragen naar aanleiding van deze informatiefolder We hebben geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn in deze folder. Wanneer u vragen heeft die van toepassing zijn op uw situatie, raden wij u aan om deze te stellen aan de behandelend arts/verpleegkundige.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 107
4023 4024 4025 4026 4027 4028 4029 4030 4031 4032 4033 4034 4035 4036 4037 4038 4039 4040 4041 4042 4043 4044 4045 4046 4047 4048 4049 4050 4051 4052 4053 4054 4055 4056 4057 4058 4059 4060
Disclaimer Hoewel bij het opstellen van deze handreiking de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, bestaat de mogelijkheid dat bepaalde informatie onvolledig is of na verloop van tijd verouderd of niet meer juist is. Deze handreiking is geen richtlijn en heeft geen wettelijke basis. De werkgroep is niet aansprakelijk voor gebruik van de inhoud van de teksten en de daaruit voortvloeiende feiten, omstandigheden en gevolgen. Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) sluit iedere aansprakelijkheid uit voor de opmaak en de inhoud van deze handreiking alsmede voor de gevolgen die de toepassing ervan in de patiëntenzorg mocht hebben. IKNL stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van de richtlijnen. Contact opnemen kan via contactbutton op de websites Oncoline of Pallialine. Houderschap handreiking De houder van dit document moet kunnen aantonen dat het zorgvuldig en met de vereiste deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van beroepsbeoefenaren die de handreiking autoriseren. IKNL draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting van de handreiking. Intellectuele eigendomsrechten De intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de site www.oncoline.nl en afgeleide producten van deze website berusten bij IKNL en houder van de handreiking. Het is de gebruiker van deze site niet toegestaan de inhoud van richtlijnen of handreikingen (gedeeltelijk) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van IKNL en houder van het document. U kunt een verzoek voor toestemming richten aan IKNL, Postbus 19079, 3501 DB Utrecht. IKNL behandelt dit verzoek samen met de relevante houder van de richtlijn. Het is toegestaan een deeplink op te nemen op een andere website naar de website www.oncoline.nl of naar richtlijnen en handreikingen op deze website. Tevens mag de informatie op deze internetsite wel worden afgedrukt en/of gedownload voor persoonlijk gebruik. Externe links De website www.oncoline.nl, www.pallialine.nl en afgeleide producten van deze website bevatten links naar websites die door andere partijen dan IKNL worden aangeboden. Deze links zijn uitsluitend ter informatie. IKNL heeft geen zeggenschap over deze websites en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de daarop aangeboden informatie, producten of diensten.
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 108
4061 4062 4063 4064 4065 4066 4067 4068 4069 4070 4071 4072 4073 4074 4075 4076 4077 4078 4079 4080 4081 4082 4083 4084 4085 4086 4087 4088 4089 4090
Bijlage 1 Samenstelling werkgroep Alle werkgroepleden zijn afgevaardigd namens een wetenschappelijke, beroeps- of patiëntenvereniging en hebben daarmee het mandaat voor hun inbreng (zie bijlage 3). Bij de samenstelling van de werkgroep is getracht rekening te houden met landelijke spreiding, inbreng van betrokkenen uit zowel academische als algemene ziekenhuizen/instellingen en vertegenwoordiging van de verschillende verenigingen/disciplines. De huidige versie 1.0 van de handreiking is in 2014 gemaakt door: - T.H. Ruitenbeek, (oncologie-)fysiotherapeut, Fysiotherapie Drewes, KNGF - A.C. Dubbelman, verpleegkundig specialist oncologie NKI-AVL, V&VN - Y. Aarts-Bazelmans, stafverpleegkundige oncologie Zuidzorg, V&VN - N.A.W.P. Schrama, verpleegkundig specialist oncologie Elkerliek ziekenhuis Helmond, V&VN Oncologie - E.G. Roelofs, huisarts, kaderarts palliatieve zorg, NHG - S.Hilhorst, arbeidshygiënist, NVvA - O.Breukels, ziekenhuisapotheker Meander MC, NVZA - B.van Vlijmen, transmuraal apotheker Radboud umc, KNMP/NvPF - G.Verweij, secretaresse, IKNL - B.C.M. Demmer-Borggreve, procesbegeleider, IKNL
Bijlage 2 Onafhankelijkheid werkgroepleden Alle leden van de richtlijnwerkgroep hebben verklaard onafhankelijk gehandeld te hebben bij het opstellen van de richtlijn. Een onafhankelijkheidsverklaring ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling' zoals vastgesteld door onder meer de KNAW, KNMG, Gezondheidsraad, CBO, NHG en Orde van Medisch Specialisten is door de werkgroepleden bij aanvang en bij afronding van het traject ingevuld.
Bijlage 3
4091 4092 4093 4094 4095 4096 4097 4098 4099 4100 4101
Betrokken verenigingen en autoriserende verenigingen Initiatief, organisatie en financiering IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland)
4102 4103 4104 4105 4106 4107
De coördinatie, procesbegeleiding en de ondersteuning ligt bij het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Mandaterende verenigingen/instanties - Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) - Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) - Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA) - Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) - Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) - Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)
Autoriserende verenigingen - Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) - Nederlandse Vereniging van Arbeidshygiënisten (NVvA) Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 109
4108 4109 4110
-
4111 4112
Instemmende verenigingen - Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
-
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie(KNGF)
4113 4114 4115 4116 4117 4118 4119 4120 4121 4122 4123 4124 4125 4126 4127 4128 4129 4130 4131 4132 4133 4134 4135 4136 4137 4138 4139 4140 4141 4142 4143 4144 4145
Bijlage 4 Commentaar In deze bijlage wordt het gegeven commentaar weergegeven (na de commentaarfase).
Bijlage 5 Actualisatie De geldigheidsduur van deze handreiking is vastgesteld op vijf jaar. De geldigheidstermijn voor deze handreiking wordt vanuit IKNL bewaakt. Om verscheidene redenen kan herziening eerder dan beoogd nodig zijn. De werkgroep beveelt IKNL een jaarlijkse toetsing van dit document en al haar verwijzingen ten stelligste aan om de actualiteit te behouden. Zo nodig kan de handreiking tussentijds op onderdelen worden bijgesteld. Uiterlijk in 2018 zal een nieuwe multidisciplinaire werkgroep worden geïnstalleerd om te bepalen of de handreiking dient te worden gereviseerd.
Bijlage 6 Houderschap handreiking veilig omgaan met cytostatica De houder van deze handreiking moet kunnen aantonen dat de richtlijn zorgvuldig en met de vereiste deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van beroepsbeoefenaren die de richtlijn autoriseren. IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland) draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting van de richtlijn.
Bijlage 7 Juridische betekenis Deze handreiking bevat voorbeeldwerkbladen van algemene aard. Het is mogelijk dat deze in een individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het wenselijk is dat in het belang van de patiënt van deze handreiking wordt afgeweken. De toepasbaarheid en de toepassing van de werkbladen in de praktijk is de verantwoordelijkheid van de betreffende werknemer en werkgever.
4146
Bijlage 8
4147 4148 4149 4150 4151
Verantwoording Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is het kennis- en kwaliteitsinstituut voor zorgverleners in de oncologische en palliatieve zorg. Ons doel is: de beste zorg zo dicht mogelijk bij huis. IKNL benadert de keten van preventie, diagnose, behandeling, revalidatie en nazorg tot en met palliatieve zorg als een proces waarin de patiënt centraal staat. Om
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 110
4152 4153 4154 4155 4156 4157 4158 4159 4160 4161 4162 4163 4164 4165 4166 4167 4168
kwalitatief goede zorg te waarborgen, kijkt IKNL zowel naar de inhoud als de organisatie van het zorgproces.
4169 4170 4171 4172 4173 4174 4175
Deze taken zijn gebundeld in de volgende aandachtsgebieden: cijfers & onderzoek ontwikkeling en implementatie van richtlijnen organisatie van zorg palliatieve zorg revalidatie en nazorg scholing
4176
Bijlage 9
4177 4178 4179 4180 4181 4182 4183 4184 4185 4186 4187 4188 4189 4190 4191 4192 4193 4194 4195 4196 4197 4198
Doelgroep IKNL richt zich primair op de zorgverleners, onderzoekers en besturen van zorginstellingen en verder op zorgverzekeraars, wetenschappelijke verenigingen en koepelorganisaties in de zorg. Taken IKNL draagt bij aan het verbeteren van de zorg rond kanker door: registratie en onderzoek brede toegankelijkheid van expertise snelle implementatie van producten en diensten landelijke invulling van het organiseren van het zorgproces integreren van oncologische en palliatieve zorg organiseren van gegevensuitwisseling binnen en tussen zorginstellingen inzicht geven in prestaties binnen en tussen zorginstellingen.
Implementatie Een veel gebruikte definitie omschrijft implementatie als ‘een procesmatige en planmatige invoering van vernieuwingen en/of verbeteringen (van bewezen waarde) met als doel dat deze een structurele plaats krijgen in het (beroepsmatig) handelen, in het functioneren van organisatie(s) of in de structuur van de gezondheidszorg'. In deze definitie is verspreiding slechts één onderdeel, het startschot van een bredere implementatiestrategie. Een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor gedragsverandering. Het bevorderen van het gebruik van de handreiking ‘veilig omgaan met cytostatica’ begint met een brede verspreiding van de handreiking. De branchevereniging Actiz zorgt voor verspreiding onder haar leden van de VVT. Er wordt een mailing verstuurd naar de professionals via de (wetenschappelijke) verenigingen en de werkgroepen van IKNL. Ook is de handreiking gepubliceerd op www.pallialine.nl en www.oncoline.nl. In verschillende tijdschriften of bij bijvoorbeeld nascholingsbijeenkomsten wordt de handreiking onder de aandacht gebracht.
Bijlage 10 Oude werkgroepleden en auteurs
Bijlage 11 Gebruik de crashkaart voor maatregelen in geval van calamiteiten of bij de noodzakelijke bescherming. Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 111
CRASHKAART ONCOLYTICA 2013- versie 4 BLAARVORMEND
Een stof die blaren en/of w eef selbeschadiging kan veroorzaken. Bij ontstaan necrose: overleg met chirurg voor excisie
IRRITEREND
Een stof die pijn op de injectieplaats of langs ader kan veroorzaken, zonder dat dit resulteert in aanhoudende ontsteking of w eef selschade
NIET-BLAARVORMEND
Een stof w aarvan niet w aarschijnlijk is dat het beschadiging of irritatie zal veroorzaken
STOFNAAM
EXTRAVASATIE:
ALDESLEUKINE
Niet bekend
AMSACRINE
Erns tige weefs elreactie (necros e m ogelijk) Waars chijnlijk irritatie en pijnlijke reactie
ARSEENTRIOXIDE
ASPARAGINASE
Geen erns tige reacties
AZACITIDINE
BCG-VACCIN
Geen erns tige reacties (wordt s ubcutaan gegeven) Waars chijnlijk irritatie en pijnlijke reactie n.v.t.
BENDAMUSTINE
Erns tige weefs elreactie
BLEOMYCINE BORTEZOMIB
Erytheem /oedeem /pijn kan onts taan Niet bekend
BUSULFAN
Niet bekend
CABAZITAXEL
Geen erns tige reacties
CARBOPLATINE
Geen erns tige reacties
CARMUSTINE CHLOORMETHINE
Irritatie en necros e-vorm ing is m ogelijk Erns tige weefs elreactie
CISPLATINE
Geen erns tige reacties
CLADRIBINE
Geen erns tige reacties (huidreacties ) Niet bekend
AZATHIOPRINE
CLOFARABINE
SPECIFIEKE MAATREGELEN *
OOGCONTACT
HUIDCONTACT
1+6+9
A A
B B
E E
geen risico
1
A
B
F
Geen termijn ivm lange duur therapie
-
A A
B B
E E
2 dagen
-
A
B
E
1+9 1
A A A
B+C D B
F I E
7 dagen
1+9 1 1 1+9
A A A A A
B B B B B
E E E E E
3 dagen
2+1 1 -
A A A
D B B
G+E E E
2 dagen
1
A A
B B
E E
2 dagen
1+ CAVE! Vermijd zonlicht
A A
B B
F E
2 dagen
1+9 1+3+9 9
A A A
B B B
J F E
2 dagen
4+1+9
A
B
E
1+3+9 1+3+9
A A
B B
F F
CYCLOFOSFAMIDE Geen erns tige reacties
(onts taan ulcus ) Geen erns tige reacties
CYTARABINE DACARBAZINE DACTINOMYCINE
Geen erns tige reacties (onts taan ulcus ) Erns tige weefs elreactie
DAUNORUBICINE
Erns tige weefs elreactie
DAUNORUBICINE LIPOSOMAAL
Mogelijk erns tige weefs elreactie (pijn, oedeem , erytheem ) Erns tige weefs elreactie (pijn, oedeem , erytheem ) Erns tige weefs elreactie
DOCETAXEL DOXORUBICINE
DOXORUBICINE Erns tige weefs elreactie PEG LIPOSOMAAL
*
INACTIVATIE OMGEVING**
EXCRETA
6 dagen
3 dagen 4 dagen
2 dagen 3 dagen
2 dagen 7 dagen 4 dagen 2 dagen
7 dagen 3 dagen
3 dagen
24 uur
6 dagen 6 dagen
4 dagen 6 dagen 6 dagen
SPECIFIEKE MAATREGELEN EXTRAVASATIE 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Geen s pecifieke m aatregelen nodig Lokale koeling: breng onm iddellijk een droog coldpack aan, gedurende m ins tens 1 uur, aantal keren per dag, 15 m in. per keer afdeling Natrium thios ulfaat 4% (= 40 m g/m l): injecteer gebied m et 5 m l 4% (= 40 m g/m l) natrium thios ulfaatoplos s ing (1,6 m l natrium thios ulfaat 25% (=250 m g/m l) + 8,4 m lin WVI) box Dexrazoxaan: Savene® 1000 m g/m 2 i.v. binnen 6 uur op dag 1, 1000 m g/m 2 op dag 2, 500 m g/m 2 op dag 3 (zie productinform atie) via apotheek Hyaluronidas e: injecteer 150 IE = 1 m l Hyas on® (m ax 1500 IE) s .c. rondom het aangetas te gebied, afhankelijk van m ate van in box extravas atie Natrium thios ulfaat 10% (= 100 m g/m l): injecteer gebied m et 4 m l 10% (= 100 m g/m l) natrium thios ulfaatoplos s ing (1,6 m l natrium thios ulfaat 25% (= 250 m g/m l) + 2,4 in box m l WVI) Dim ethyls ulfoxide 100% (DMSO): lokaal op huid aanbrengen (elke 8 uur herhalen gedurende m inim aal 7 dagen) via apotheek Hypochloriets m eers el 0,25% FNA (eus ol/paraffine): lokaal op huid aanbrengen via apotheek Droge warm te: aanbrengen van droge warm te op s ubjectief aangenam e wijze (bv hot-cold pack, heet water fles ), 4 dd gedurende 20 m in. op afdeling Overleg m et chirurg voor (vroege) excis ie bij een erns tige reactie chirurg
OGEN A
Spoel ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheid water
B C D **
Was de huid onmiddellijk en grondig met water en zeep Spoel de huid met 70% alcohol Spoelen met natriumbicarbonaatoplossing 4,2% daarna met veel water
-
E F G H I J K
Spoelen met veel water Natriumhypochloriet 5%-oplossing, 1000ml 0,1N natronloog, (NaOH), 300ml 0,1N zoutzuur (HCl), 300ml Spoelen met 70% alcohol Spoelen met veel water en zeep Inactiveren met trinatriumfosfaat 5% voor 30 minuten; gebruik 4,4 ml natriumtrifosfaat voor 1 ml gemorst dactinomycine
HUIDCONTACT in box in box
INACTIVATIE OMGEVING afdeling box box box box afdeling via apotheek
CRASHKAART ONCOLYTICA 2013- versie 4 BLAARVORMEND
Een stof die blaren en/of w eef selbeschadiging kan veroorzaken. Bij ontstaan necrose: overleg met chirurg voor excisie
IRRITEREND
Een stof die pijn op de injectieplaats of langs ader kan veroorzaken, zonder dat dit resulteert in aanhoudende ontsteking of w eef selschade
NIET-BLAARVORMEND
Een stof w aarvan niet w aarschijnlijk is dat het beschadiging of irritatie zal veroorzaken
STOFNAAM
EXTRAVASATIE:
EPIRUBICINE
Ernstige w eef selreactie
ETOPOSIDE
Geen ernstige reacties
FLUDARABINE
Niet bekend
FLUOROURACIL
Geen ernstige reacties
GEMCITABINE
Niet bekend
IDARUBICINE
Ernstige w eef selreactie
IFOSFAMIDE
Geen ernstige reacties (ontstaan ulcus) n.v.t.
IMMUNOCYANINE IRINOTECAN MELFALAN
Geen ernstige reacties (lichte zw elling, pijn) Geen ernstige reacties
METHOTREXAAT
Geen ernstige reacties
MITOMYCINE
Ernstige w eef selreactie
MITOXANTRON
PEGASPARGASE
Ernstige w eef selreactie (necrose mogelijk) Ernstige w eef selreactie (necrose mogelijk) Ernstige w eef selreactie (pijn, oedeem, erytheem) Geen ernstige reacties
PEMETREXED
Niet bekend
PENTOSTATINE
Niet bekend
RALTITREXED
Geen ernstige reacties
STREPTOZOCINE
Niet bekend
TENIPOSIDE
Geen ernstige reacties
THIOTEPA
Branderig gevoel
TOPOTECAN TRABECTIDIE
Geen ernstige reacties (lichte zw elling, pijn) Geen reacties bekend
VINBLASTINE
Ernstige w eef selreactie
VINCRISTINE
Ernstige w eef selreactie
VINORELBINE
Ernstige w eef selreactie
OXALIPLATIN PACLITAXEL
*
SPECIFIEKE MAATREGELEN *
OOGCONTACT
HUIDCONTACT
1+3+9 4 (eventueel) 1+3+9 1
A A A A A A A
B B B B B B B
INACTIVATIE OMGEVING**
F F E E E F E
EXCRETA 6 dagen
1
A A
B B
E E
n.v.t.
1 1
A A
B B
E E
2 dagen
5+6+1+9 7
A A
B B
H F
2 dagen
2+8
A
B
E
7 dagen
4+1
A
B
I
2 dagen
1 4+8 1 1
A A A A A A A A
B B B B B B B B
E E F E E E E E
2 dagen
4+8 4+8 4+8
A A A A
B B B B
E F F E
niet bekend
5 dagen 2 dagen 2 dagen 2 dagen 6 dagen 3 dagen
4 dagen
urine 72 uur, faeces 7 dagen
7 dagen
24 uur 3 dagen 14 dagen 2 dagen 4 dagen 5 dagen 2 dagen
2 dagen 2 dagen 7 dagen
SPECIFIEKE MAATREGELEN EXTRAVASATIE 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Geen s pecifieke m aatregelen nodig Lokale koeling: breng onm iddellijk een droog coldpack aan, gedurende m ins tens 1 uur, aantal keren per dag, 15 m in. per keer afdeling Natrium thios ulfaat 4% (= 40 m g/m l): injecteer gebied m et 5 m l 4% (= 40 m g/m l) natrium thios ulfaatoplos s ing (0,8 m l natrium thios ulfaat 25% (= 250 m g/m l) + 4,2 min l WVI) box Dexrazoxaan: Savene® 1000 m g/m 2 i.v. binnen 6 uur op dag 1, 1000 m g/m 2 op dag 2, 500 m g/m 2 op dag 3 (zie productinform atie) N.B. NIET KOELEN 15 m in via apotheek Hyaluronidas e: injecteer 150 IE = 1 m l Hylas e® (m ax 1500 IE) s .c. rondom het aangetas te gebied, afhankelijk van m ate van in box extravas atie Natrium thios ulfaat 10% (= 100 m g/m l): injecteer gebied m et 4 m l 10% (= 100 m g/m l) natrium thios ulfaatoplos s ing (1,6 m l natrium thios ulfaat 25% (= 250 m g/m l) + 2,4 in box m l WVI) Dim ethyls ulfoxide 100% (DMSO): lokaal op huid aanbrengen (elke 8 uur herhalen gedurende m inim aal 7 dagen) via apotheek Natrium hypochloriets m eers el 0,25% FNA (eus ol/paraffine): lokaal op huid aanbrengen via apotheek Droge warm te: aanbrengen van droge warm te op s ubjectief aangenam e wijze (bv hot-cold pack, heet water fles ), 4 dd gedurende 20 m in. op afdeling Overleg m et chirurg voor (vroege) excis ie bij een erns tige reactie chirurg
OGEN A
Spoel ogen inmidelijk met ruime hoeveelheid water
B C D **
Was de huid onmidelijk en grondig met water en zeep Spoel de huid met 70% alcohol Spoelen met natriumwaterstofcarbonaatoplossing 4,2% daarna met veel water
E F G H I J
Spoelen met veel water Natriumhypochloriet 5%-oplossing, 1000ml 0,1N natronloog, (NaOH), 300ml 0,1N zoutzuur (HCl), 300ml Spoelen met veel water en zeep Inactiveren met trinatriumfosfaat 5% voor 30 minuten; gebruik 4,4 ml trinatriumfosfaat voor 1 ml gemorst dactinomycine
-
HUIDCONTACT
4199 4200
in box in box
INACTIVATIE OMGEVING afdeling box box box afdeling via apotheek
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 112
4201
Bijlage 12 - Begrippenlijst
4202
Doelvoorschriften
Een doelvoorschrift is een zo concreet mogelijk voorschrift uit de Arbowet, het Arbobesluit of de Arboregeling die de mate bepaalt waarin werkgevers hun medewerkers bescherming moeten bieden.
SZA Specifiek Ziekenhuis Afval
Dit is afval afkomstig uit de gezondheidszorg van mens en dier, waarvoor op grond van ethische, milieu, hygiënische en veiligheidsoverwegingen specifieke aandacht noodzakelijk is. Enkele voorbeelden van specifiek ziekenhuisafval zijn: afval van klinische en microbiologische laboratoria dat bacterieel, viraal of met schimmels besmet is scherpe voorwerpen, zoals injectienaalden, afgeknipte capillairen, scalpels instrumenten en bloedbuizen; bloed, plasma en andere pasteuze en vloeibare afvalstoffen (zoals wondvocht, drainvocht en pus) die niet opgedroogd zijn (en dus in vloeibare vorm aanwezig zijn) (resten van) cytostatica
SZA-bak
Afvalbak voor Specifiek Ziekenhuis Afval
PICC-line
PICC staat voor: peripherally inserted central catheter ofwel ‘perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter’. Het is een dun slangetje (katheter) dat via een bloedvat in de bovenarm wordt ingebracht. Het uiteinde van de PICC komt uit in een groot bloedvat, vlak boven het hart. De PICC kan maximaal 12 maanden blijven zitten. Via de PICC:: • kunnen medicijnen op een veilige en minder pijnlijke manier toegediend worden; • kan bloed afgenomen worden; • kan contrastvloeistof ingespoten worden als u een CT-scan moet ondergaan.
4203
Handreiking Veilig omgaan met cytostatica 113