Katern voor scholing, her- en bijscholing
64
Een uitgave van Intech Elektro & ICT en otib juli/augustus 2012
inHoud 1
Veilig omgaan met d-smeltpatronen
4
Otib-nieuws
4
Cursussen
5
Fotowedstrijd
Veilig omgaan met d-smeltpatronen Om elektrische installaties te beschermen tegen overbelasting, kortsluiting en aardsluiting worden beveiligingen toegepast, zoals smeltpatronen. Beveiligingen spreken aan als de stroom gedurende een bepaalde tijd een te grote waarde aanneemt. Om brandgevaar in de installatie te voorkomen is het belangrijk het juiste smeltpatroon toe te passen en het patroon op een veilige manier te verwijderen en te plaatsen. De smeltveiligheid moet zijn afgestemd zijn op de achterliggende installatie. Door: Anton Kerkhofs. Fotografie: industrie In schakel- en verdeelinrichtingen worden meestal twee soorten smeltpatronen toegepast: - D-smeltpatronen - Mespatronen Een complete smeltveiligheid is opgebouwd uit een patroonhouder, een pasring, een smeltpatroon en een schroefkop. Het smeltpatroon is het vervangbare onderdeel. Een smeltpatroon vormt de ‘zwakke schakel’ in een stroomketen. Hij moet de stroomketen onderbreken voordat er gevaar ontstaat voor mens, dier en apparatuur.
D-smeltpatronen
Een D-smeltpatroon (Diazed) ontleent zijn naam aan de diameter van de uitsparing in de pasring en de diameter van het bodemcontact van het smeltpatroon. Deze zijn voor elke stroomwaarde op elkaar afgestemd en worden groter naarmate de nominale stroomwaarde van de patroon hoger is. Als er een stroom door het smeltdraad loopt wordt er warmte in ontwikkeld. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur zal het patroon ook warmte afstaan aan de omgeving, waardoor bij een gelijkblijvende stroom het smeltpatroon een stabiele temperatuur bereikt. Als de stroom hoger wordt, wordt de warmteontwikkeling ook groter (I2 x R) en ontstaat een hogere eindtemperatuur. Als de combinatie van hoge stroom en tijd te hoog wordt, dan smelt de smeltdraad door. Direct daarna smelt de melderdraad door en komt het verklikkertje los. Om het geheel
1. Verschillende D-smeltpatronen.
een stabiele thermische werking te geven en vlamboogjes te voorkomen, is het patroon met zand gevuld. D-patronen zijn leverbaar in uiteenlopende waarden van 2 – 63 A en in verschillende formaten: DII, DIII en D01, D02. D-smeltpatronen van 2 – 25 A zijn meestal van het type DII en hebben een breedte van 22 mm, de smeltpatronen van 35 A, 50 A en 63 A zijn 28 mm dik en van het type DIII. Smeltpatronen D0I en D0II zijn smaller. De nominale waarde is evenredig met de kleur van het verklikkertje en de kleur van de pasring. De stroomwaarde die op een spelpatroon staat vermeld is de nominale stroomwaarde (In). In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, smelt bijvoorbeeld een 16 A-patroon niet door bij 16 A, maar bij een (veel) hogere stroomwaarde. Een smeltpatroon reageert pas bij een overschrijding van de grenswaarde van een patroon. De grenswaarde is die hogere stroomwaarde waarbij het patroon, 64 1
IE07 Impuls 64.indd 1
29-06-12 15:28
veilig omgaan met d-smeltpatronen
ook na zeer lange tijd, nog net niet doorsmelt of afschakelt. Voor smeltpatronen geldt ongeveer: Inominaal
Igrenswaarde
tot 10 A van 10 – 25 A
1,7 x In 1,6 x In
groter dan 25/35 A
1,5 x In
Snelle patronen Voor een snel patroon geldt dat als de stroom door het smeltpatroon 1,9 x In is,
de maximum toelaatbare doorsmelttijd 1 h is. Als de stroom circa 7 x In is, dan is de doorsmelttijd kleiner dan 0,1 s. Trage patronen – gG-patronen Trage smeltpatronen kunnen een beperkte tijd een hogere stroom voeren dan snelle patronen van dezelfde nominale waarde. Om deze reden worden ze bijvoorbeeld toegepast voor het beveiligen van motoren en transformatoren, vanwege de hogere aanloop- of inschakelstroom. Voor een traag smeltpatroon geldt dat deze
een stroom van 7 x In langer dan 0,1 s moet kunnen voeren zonder te smelten. Ook is een eis dat de trage smeltpatronen een stroomsterkte van 5 x In gedurende maximaal 5 s moeten kunnen verdragen. De maximum toelaatbare doorsmelttijd bij een stroom van 1,9 x In is ook voor het trage patroon 1 h. In nieuwe installaties worden overwegend D-smeltpatronen met een gG-karakteristiek toegepast volgens nen 10269-3, afgeleid uit iec 269. De karakteristiek van een gG-patroon is nagenoeg identiek
Het gedrag van een smeltpatroon
Uit smeltkarakteristieken kan worden afgelezen hoe een smeltpatroon functioneert. Elke kromme lijn geeft het stroom-tijdgedrag van een smeltpatroon weer. De corresponderende nominale stroomwaarde (2 – 63 A) staat aan de bovenzijde vermeld. Aan de linkerzijde staat verticaal de uitschakeltijd (t (s)) vermeld in s. Aan de onderzijde (horizontaal) staat de aanspreekstroom (Ia (A)). De grafieken zijn weergegeven in een logaritmische schaalverdeling. 10-1 = 0,1, 100 = 1, 101 = 10, 102 = 100 enzovoort. Uit de grafiek kan bijvoorbeeld worden afgelezen dat om een 16 A gG-smeltpatroon in 0,4 s te laten doorsmelten, gemiddeld 90 A nodig is (de 90 A wordt de aanspreekstroom genoemd). Als een smeltpatroon aanspreekt, dan is er echt iets aan de hand. De stroom die tot het doorsmelten heeft geleid is immers enige tijd fors hoger geweest dan de nominale stroom. Smeltpatronen zijn betrouwbare, deugdelijke beveiligingen.
Grafieken van D-smeltpatronen gG.
64 2
IE07 Impuls 64.indd 2
29-06-12 15:28
veilig omgaan met d-smeltpatronen
aan die van ‘oude’ trage patronen volgens nen 3241. gG betekent ‘ganzbereich Generalschutz’.
2. Pasring en smeltpatronen met beschadigingen door vlamboog en daaropvolgende verhitting.
Veiligheidsaspecten
Het vervangen van een D-smeltpatroon lijkt een eenvoudige klus. Toch moeten enkele veiligheidsaspecten in acht worden genomen. Zo mogen alleen smeltpatronen van het type DII en kleiner, conform nen 3140, door leken worden vervangen indien deze aanrakingsveilig zijn geplaatst. Aanrakingsveilig betekent volgens nen 3140 dat binnen de gevarenzone, met een grootte van minimaal 50 cm, geen actieve delen onder spanning aanraakbaar zijn. De grotere D-patronen; DIII en alle smeltpatronen die in een niet-aanrakingsveilige omgeving zijn geplaatst, mogen alleen door bevoegden worden vervangen. Bevoegden zijn medewerkers die voor deze taak zijn geïnstrueerd en door of namens de werkgever een schriftelijke aanwijzing, zoals vop of vp, hebben ontvangen waarop deze taak staat vermeld. nen 3140 stelt dat smeltpatronen in spanningsloze toestand moeten worden geplaatst en verwijderd. Als dat door de inrichting van de installatie niet mogelijk is, dan moet het patroon in elk geval stroomloos worden gemaakt. Immers, als een stroomvoerend smeltpatroon wordt losgedraaid ontstaat er op het scheidingsvlak een vonk. De vonk tast het metalen oppervlak aan; er ontstaat dan een etspunt op de passchroef en de kop van de smeltpatroon met als gevolg een verhoogde overgangsweerstand als de installatie zo weer in werking wordt gesteld. En dat betekent brandgevaar. Een smeltpatroon kan spanningsloos wornominale stroomwaarde
den gemaakt door bijvoorbeeld een lastscheider, zoals een hoofdschakelaar, in de installatie vóór het patroon te bedienen. Door te scheiden of schakelen áchter het smeltpatroon of de belasting uit te schakelen, is het patroon alleen stroomloos. Spanningsloosheid moet worden vastgesteld met een dubbelpolige spanningsaanwijzer. Stroomloosheid kan met een A-tang worden vastgesteld. Stroomloosheid kan eventueel ook met een dubbelpolige spanningsaanwijzer worden vastgesteld door boven de lastscheider te meten. Patronen kunnen, nadat ze defect zijn geraakt, nog zo heet zijn dat je je vingers er aan kunt branden. Om dit te voorkomen moeten beschermende handschoenen worden gedragen, bijvoorbeeld van leer als de installatie aanrakingsveilig is. De patroonhouder van een D-patroon is van porselein gemaakt. Als er scheurtjes in de kop wordt waargenomen of er ontbreken stukken uit de houder, maak dan eerst dit installatiegedeelte volgens de nen 3140-procedure spanningsloos.
De kop van een D-patroonhouder behoort van een glaasje te zijn voorzien. Soms wordt dit glaasje verwijderd om smeltpatronen te controleren. Dit is niet geoorloofd. Het glaasje voorkomt dat er bij een kortsluiting in de installatie een vlamboog in de ruimte voor de patroon komt, zorgt dat het verklikkertje niet wegschiet en verhindert dat er bijvoorbeeld stof in de patroonhouder komt. Er zijn ook patroonhouders met een gaatje om te meten.
3. Glaasje in de kop van de patroonhouder.
4. Patroonlastscheider.
Plaatsen van D-patronen
Onder dezelfde condities als het verwijderen van een D-patroon (spanningsloos of anders stroomloos), kan een D-patroon worden geplaatst. Draai de D-patroonhouder stevig aan om een verhoogde overgangsweerstand tussen de verschillende onderdelen te voorkomen. In een patroonhouder voor DIII mogen alleen DII patronen worden toegepast als een reduceerring de lege ruimte tussen de patroon en de houder opvult. Als dit niet wordt gedaan, dan komt het patroon scheef
kleur melder
2A
roze
4A
bruin
6A
groen
10 A
rood
16 A
grijs
20 A
blauw
25 A
geel
35 A
zwart
50 A
wit
63 A
oranje
Tabel 1. Kleurcode bij D-smeltveiligheden.
in de hou64 3
IE07 Impuls 64.indd 3
29-06-12 15:29
otib-nieuws
der en hebben de contactoppervlakken een hoge overgangsweerstand met brandgevaar als gevolg. Als smeltpatronen worden geplaatst of verwijderd in een installatie die niet aanrakingsveilig is, dan moeten binnen de gevarenzone passende beschermingsmiddelen worden toegepast. Dit zijn minimaal goedgekeurde isolerende handschoenen.
Een gemoderniseerde uitvoering van een D-smeltveiligheid is een patroonlastscheider, uitgevoerd met een verende bajonetfitting. Hierdoor is de contactdruk tussen de verschillende onderdelen altijd gewaarborgd. Een tweede verbetering is dat als de patroonhouderkop linksom wordt gedraaid, de lastscheider direct automatisch schakelt waardoor een vlamboog tussen patroon en
Nieuwe website Wel Thuis In het project Wel Thuis hebben de afgelopen jaren uiteenlopende doelgroepen in een voorbeeldwoning kunnen zien hoe eenvoudig het kan zijn om een bestaande woning met bewezen en duurzame oplossingen geschikt te maken voor bewoning tot op hoge leeftijd. Ook in geval van een fysieke beperking of chronische ziekte van de bewoner. Nu de woning niet langer beschikbaar is, is de website van het project vernieuwd. Centraal op de website staat nu de kennis die met het project is opgedaan. Woningcorporaties, zorginstellingen, installateurs en consumenten worden via het ontwikkelde stappenplan
ondersteund in het maken van keuzes bij het ontwerpen van levensloopgeschikte woningen. Wel Thuis is een initiatief van Uneto-vni, Otib, woningcorporaties Vestia en Vidomes, zorginstellingen Pieter van Foreest en de gemeente Delft. Informatie: www.welthuis.net.
overige onderdelen wordt voorkomen. Zorg ervoor dat schakel- en verdeelkasten na de werkzaamheden weer zorgvuldig worden gesloten om te voorkomen dat stof en/of vocht in de kast komt. Ook moet het paneel volgens nen 3140 worden afgesloten om te verhinderen dat onbevoegden – personen zonder de aanwijzing voor deze taak – het kunnen openen.
Professionals trilogy: educatieve games op een usb Otib heeft de succesvolle games Operation Ibiza, Pool Paradise en Comfort Crisis op een usb gebundeld onder de naam Professionals Trilogy. Hiermee hebben bedrijven en onderwijsinstellingen een attractief product in handen om jongeren te enthousiasmeren voor techniek. De jongeren krijgen hiermee een bijzondere usb voor urenlang gameplezier met een educatief element. Informatie en bestellingen: www.otib.nl (onder ‘Otib producten’).
Kritiek op ‘Energielabel Light’ Meer Met Minder Er is veel kritiek op het Energielabel voor woningen, zoals uitgereikt door Meer Met Minder (mmm). Isso, het kennisinstituut voor de installatiesector, waarschuwt dat mmm te vaak ernaast zit met beoordelingen. Uneto-vni kan zich daarnaast niet vinden in het concept. Bij de invoering van een ‘Energielabel Light’ stelt mmm voor het label op te stellen op basis van bouwjaar, type woning, verwarmingssysteem en gebruiksoppervlak. Er wordt in de methode geen rekening gehouden met het type ventilatiesysteem, tapwatersysteem en nieuwe technieken, zoals warmtepompen. Zeker woningen waarbij veel energiebesparende maatregelen zijn doorgevoerd worden door de light-methode benadeeld. Dat deze rekenmethode eenvoudiger is, staat volgens Isso buiten kijf. Maar de bewering dat de Light-variant in 90 procent van de gevallen betrouwbaar is, blijkt volgens het kennisinstituut niet te kloppen. Isso heeft de proef op de som genomen en van een achttal verschillende woningen de Energieklasse bepaald met
zowel de methode Energielabel Light als met de huidige methode. In vijf van de acht woningen is het Energielabel via de Light-methode minimaal één labelstap minder goed dan met de huidige methode. Ook de afwijking van de berekende Energie-index is met de Light-methode in de meeste gevallen groter dan 10 procent. Volgens de huidige regels mag de Energieindex niet meer dan 8 procent afwijken.
Omdat in nagenoeg alle gevallen de afwijking tussen de huidige methode en de voorgestelde light-methode groter dan 8 procent is het volgens Isso niet verstandig om de voorgestelde methode als generieke vervanger voor de huidige methode te introduceren. Wel kan de Light-methode dienen als indicatieve methode om snel een indruk te geven wat het Energielabel ongeveer kan gaan worden. Dezelfde functie heeft bijvoorbeeld ook de Energielabelverkenner van Agentschap NL. Maar als vervanger van de huidige methode is de door Meer met Minder voorgestelde methode toch echt te ‘light’. Eerder bekritiseerde Unetovni de invoering van het Energielabel Light omdat het het wetsvoorstel voor een verplicht energielabel doorkruist. Daarnaast werkt het onduidelijkheid in de hand. Ook Aedes, de koepel voor de woningbouwcorporaties, zet vraagtekens bij het Energielabel Light.
64 4
IE07 Impuls 64.indd 4
29-06-12 15:29
cursussen
Cursussen Goed werkgeverschap: coördinator investors in people Wie: Leden managementteams, hr-functionarissen. Informatie: www.otib.nl.
Goed werkgeverschap: invoering Wie: Leden managementteams, hr-functionarissen. Informatie: www.otib.nl.
Leergang professioneel leiderschap
fotowedstrijd
Ondernemen binnen organisaties
Wie: Consultants, managers, directieleden. Informatie: www.isbw.nl.
Commercieel ondernemerschap
Wie: Medewerkers kwaliteitsmanagement of engineering, marketingmedewerkers, verkoopmedewerkers, algemeen/commercieel management, ondernemende medewerkers. Informatie: www.cursusloket.nl.
Adviseren op beleidsniveau
Wie: Managers, leidinggevenden. Informatie: www.sn.nl/pl.
Wie: Trainers, opleiders, coaches, hr-managers /adviseurs. Informatie: www.sn.nl.
Omgaan met werkdruk en stress
Operationeel manager
Wie: Managers, leidinggevenden. Informatie: www.ipv.nl.
Wie: (aankomend) managers. Informatie: www.isbw.nl.
IWV: masterclass voor managers
Wie: Installatieverantwoordelijken, hoofden technische dienst, bedrijfsleiders, (facilitair) managers, adviseurs, gebouwbeheerders, veiligheidsdeskundigen, maintenance managers, hr(m)- en/of kam/arbofunctionarissen. Informatie: www.vanderheide.nl.
Projectleider techniek
Wie: mbo elektrotechniek, installatietechniek of werktuigbouwkunde. Informatie: www.dehaagsehogeschool.nl.
Basisopleiding bedrijfskunde Wie: (aankomend) managers. Informatie: www.doc.nl.
Het actuele overzicht van opleidingen en aanbieders staat ook op www.etalage.otib.nl.
Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet’
Onder het motto ‘Zo moet het niet’ zoekt de redactie van Intech Elektro en ICT naar duidelijke voorbeelden van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden geplaatst winnen een Isso-handboek ter waarde van 245 euro. De foto’s (van goede kwaliteit), vergezeld van een korte beschrijving en naam en adres van de inzender, kunnen – o.v.v. ‘Zo moet het niet’ – worden gemaild naar
[email protected], of per post naar Intech Elektro en ict, t.a.v. redactie, postbus 188, 2700 AD Zoetermeer.
Prijswinnaar van de maand
Deze maand gaat het Isso-handboek naar Koos Schenk van Schouten Electrotechniek in Nootdorp. Bij een nen 3140-inspectie van Het popcentrum in Den Haag trof hij in de hoofd- en onderverdeler wel ‘een hele mooie creatie’ aan. Zijn commentaar: ‘Waarschijnlijk zijn in het verleden de schroefpatronen vervangen voor aardlekautomaten. Hoe maakten we die automaten ook alweer vast? O ja, op een din-rail. Waar maken we die din-rail aan vast? Doe maar aan die koperen rails met L3! Om vervolgens geen contact te laten maken
met de automaten is er vervolgens een stuk afgezaagd P25-deksel tussen geplaatst. Uiteraard hebben we de kast direct afgekeurd en dit in het rapport aangegeven als een gevaarlijke situatie.’ Het Isso-handboek is inmiddels onderweg. Namens de redactie: van harte gefeliciteerd.
Kijk voor meer foto’s van slecht uitgevoerde installaties op www.intechei.nl, ‘Zo moet het niet’.
64 5
IE07 Impuls 64.indd 5
29-06-12 15:29