Veelgestelde vragen over de aanvullende vrijwillige pensioenregeling De vragen zijn gecategoriseerd naar de volgende onderwerpen: Algemeen NN Prestatie Pensioen Na garantiecontract Bij uitdiensttreding Bij pensionering Banksparen en lijfrente Oude regelingen ALGEMEEN Wat is de relatie tussen de basispensioenregeling en de aanvullende vrijwillige pensioenregeling? Beide pensioenregelingen zijn door Haskoning Nederland B.V. opgesteld, in nauwe samenwerking met de Ondernemingsraad, HRM en SPH. Het pensioenfonds SPH voert beide regelingen uit. De aanvullende vrijwillige pensioenregeling biedt de mogelijkheid om bij pensionering of uitdiensttreding extra pensioenrechten bij SPH in te kopen. Hiermee is de aanvullende regeling een verlengstuk van de basispensioenregeling, waarin de rechten van de deelnemers staan beschreven. Met hoeveel procent gaat het ouderdomspensioen omhoog als het nabestaandenpensioen op pensioendatum volledig wordt uitgeruild? In het pensioenreglement van de basispensioenregeling (versie 1 april 2011) is in bijlage F de uitruilfactor per leeftijd opgenomen. De uitruilfactor van partnerpensioen tegen een levenslang hoger ouderdomspensioen op de pensioenleeftijd van 65 jaar is 0,25. Dat betekent dat € 1.000,aan partnerpensioen wordt omgezet in een extra levenslang ouderdomspensioen van € 250,-. Wanneer en hoe wordt de aangroeifactor A verstrekt? De aangroeifactor A staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO), die je jaarlijks ontvangt. Het UPO laat je pensioenaangroei zien van het voorgaande jaar. Met behulp hiervan kan je bepalen of je in het afgelopen jaar de fiscale ruimte voor je pensioenopbouw volledig hebt benut. Wat is de huidige dekkingsgraad? Onze dekkingsgraad wisselt per maand en is afhankelijk van de beurskoersen en de rentestand. Eind september 2011 was de dekkingsgraad 93%. Het bestuur van SPH volgt maandelijks de stand van de dekkingsgraad. Waar is indexatie, van de in de aanvullende vrijwillige pensioenregeling omgezette extra pensioenrechten, van afhankelijk? Bij de aanvullende vrijwillige pensioenregeling is geen sprake van pensioenrechten en/of indexatie. In de aanvullende vrijwillige pensioenregeling leg je als deelnemer periodiek of eenmalig een bedrag in voor de opbouw van een pensioenkapitaal. De hoogte van het te bereiken pensioenkapitaal is afhankelijk van de beleggingsopbrengsten en beleggingskeuzes die je hebt gemaakt als deelnemer. Op het moment van uitdiensttreding of pensionering wordt het opgebouwde kapitaal omgezet in pensioenrechten binnen de basispensioenregeling. Dan pas is er weer sprake van eventuele indexatie. Is er kans dat er nooit meer geïndexeerd wordt? De mogelijkheid voor indexatie wordt jaarlijks door SPH bepaald. Het doemscenario dat er de komende 35 jaar niet geïndexeerd wordt, lijkt niet reëel. SPH bouwde in het verleden bewust geen eigen vermogen op, doel was om al het resterende saldo (uit premie en rendementen) aan
de deelnemers uit te keren. Nu wil én moet SPH echter wel een buffer opbouwen: er worden eisen gesteld aan het eigen vermogen. Daarom wordt het resterende saldo (ook uit 2010) gebruikt om de eigenvermogenspositie van SPH te versterken. Zodra SPH voldoende eigen vermogen heeft, wordt er zo mogelijk jaarlijks geïndexeerd conform het reglement van de basispensioenregeling. De komende (3) jaren niet indexeren is ook ten opzichte van de andere pensioenfondsen niet afwijkend. Geldt de 10% reductie in waarde van het belegde kapitaal ook wanneer de deelnemer overlijdt na pensionering? Nee, bij overlijden na pensionering is het opgebouwde kapitaal (op pensioendatum) omgezet in ouderdoms- en nabestaandenpensioen. De reductie van 10% geldt alleen als de deelnemer tijdens het dienstverband (dus tijdens deelname aan de aanvullende pensioenregeling) onverhoopt komt te overlijden. NN PRESTATIE PENSIOEN Waarom heeft SPH gekozen om ook de aanvullende pensioenregeling bij NN onder te brengen? Eerst heeft de onderneming in samenwerking met de Ondernemingsraad en SPH de aanvullende vrijwillige pensioenregeling opgesteld. Vervolgens is een verzekeringsmaatschappij gezocht voor de uitvoering van die aanvullende regeling. De keuze voor NN was in vergelijking met andere verzekeraars duidelijk. NN sprong er qua mogelijkheden uit, mede lettend op de zorgplicht en de risicobeheersing richting de deelnemers. Ook kon SPH wat betreft kosten en andere voorwaarden meeliften op de bestaande afspraken, die met NN zijn gemaakt in het kader van de basispensioenregeling. NN Prestatie Pensioen is een verzekeringsproduct. Welke zekerheid is er dat de deelnemer met het gespaarde kapitaal daadwerkelijk een redelijk aanvullende ouderdoms- en nabestaanden pensioen opbouwt? De ingelegde gelden betreffen geen pensioenpremie. Wanneer de gelden normaal renderen, heeft de deelnemer aan het einde van de looptijd een kapitaal opgebouwd en geen pensioenrechten. Echter, de beleggingen zijn geheel voor rekening en risico van de deelnemer. Het eindkapitaal is daarmee dus niet gegarandeerd en kan mee- of tegenvallen. Hoeveel aanvullend ouderdoms- en nabestaandenpensioen uiteindelijk is opgebouwd op het moment van uitdiensttreding of pensionering, is naast de waarde van het opgebouwde kapitaal ook afhankelijk van de tarieven die de verzekeraar op dat moment hanteert. Tot 2015 zijn de tarieven relatief gunstig door de gegarandeerde 4% rekenrente. De hoogte van de tarieven na 2015 zijn op dit moment niet bekend. Het is waarschijnlijk dat na 2015 de tarieven ongunstiger zijn, door het vervallen van het (nu gunstige) garantiecontract. Hoe wordt binnen LifeCycle Beleggen bereikt dat het rendement en risico qua hoogte geleidelijk aan afneemt tot het moment dat de deelnemer met pensioen gaat? Al naar gelang je pensioendatum dichterbij komt, bouwen de experts van ING Investment Management de risico’s af door de mix van fondsen in je portefeuille aan te passen. Hoe korter de resterende looptijd, hoe meer aandelenfondsen worden vervangen door beleggingen met minder risico, zoals obligatiefondsen. De portefeuille van jou als deelnemer wordt actief beheerd en elk halfjaar waar nodig aangepast. Dit noemen zij een ‘rebalance’. Dit houdt in dat ervoor wordt gezorgd dat de verhouding tussen aandelenfondsen, obligaties en andere beleggingsinstrumenten altijd overeenkomt met het risicoprofiel en de variant waarvoor is gekozen (defensief, neutraal of offensief). Wat is een beschermingsfonds? Opvallend is het grote aandeel beschermingsfondsen bij LifeCycle Beleggen, variant Offensief. Is het dan niet verstandiger om die keuze te maken? Het beschermingsfonds biedt een gespreide portefeuille van aandelen en obligaties gecombineerd met een dagelijkse bescherming van het neerwaartse risico. 90% van de hoogste fondskoers sinds oprichting wordt beschermd. Het beschermingsniveau gaat alleen maar
omhoog. Zelfs in barre beursomstandigheden – Internet bubbel 2000 & Kredietcrisis 2008 – is de beschermingswaarde gehandhaafd gebleven. Binnen de LifeCycle Mix is 8% - 20% van de beleggingen op einddatum op deze wijze beschermd. Gegeven de grotere risico’s, die bij offensief beleggen worden genomen, wordt er ter compensatie daarvan bij een hogere leeftijd naar verhouding meer geld belegd in beschermingsfondsen. Kun je meerdere keren per jaar je beleggingsprofiel (niet bedoeld beleggingskeuzes) wijzigen bij LifeCycle Beleggen en bij Beleggen met Gemak? Ja, in principe kan je dagelijks je profiel wijzigen. In geval van LifeCycle Beleggen betekent dit wel dat je beleggingsprofiel leidend is in welke lifecycle-variant je vervolgens gaat beleggen (defensief,neutraal of offensief). Bij Beleggen met Gemak kan je ook meerdere keren wisselen van beleggingsprofiel en mogen je daadwerkelijke beleggingskeuzes wel hiervan afwijken. Als je keuzes afwijken van je beleggingsprofiel wordt je hier wel op gewezen door NationaleNederlanden. Dit is zichtbaar in de webportal waarin je de keuzes maakt. Daarnaast ontvang je ook eens per jaar een schriftelijk bericht hierover. Waarom wordt er voor de berekening van de beheerkosten van LifeCycle Beleggen één percentage van de opgebouwde waarde toegepast en niet een éénmalige vergoeding per transactie (storting)? Op deze manier nemen de beheerkosten toe naarmate je meer inlegt. De jaarlijkse beheerkosten voor LifeCycle Beleggen is een vastgesteld percentage van 0,3% van het hele opgebouwde kapitaal. Dit betekent dat je naarmate je langer deelneemt, je meer kapitaal opbouwt en dus meer aan beheerkosten betaalt. Gekozen is om de kosten over alle deelnemers te verdelen (collectiviteitgedachte). Voor deze optie is gekozen, omdat bij een starter de beheerkosten de inleg overschrijdt en er geen (of zelfs negatief) kapitaal overblijft. Wat is het verschil tussen beheerkosten van LifeCycle Beleggen, die apart in rekening worden gebracht, en de kosten per beleggingsfonds (z.g. TER), die op de waarde van de beleggingen in mindering wordt gebracht? De beheerkosten voor LifeCycle Beleggen zijn voor het actieve beheer. De samenstelling van de fondsen, waarin de deelnemer deelneemt, worden o.a. periodiek op basis van de leeftijd van de deelnemer gewijzigd. In de onderliggende beleggingsfondsen is ook sprake van beheerkosten (management van het fonds, aan- en verkoopkosten) die worden doorberekend. Deze kosten verschillen per fonds (de zgn. TER). De TER-kosten worden verwerkt in de koersen van de beleggingsfondsen en niet apart in rekening gebracht. Waarom wordt er niet rechtstreeks in aandelen belegd, maar via verschillende beleggingsfondsen? Op deze manier wordt aan risicospreiding gedaan. Aangezien het pensioenopbouw betreft is er een zekere verplichting om zorgvuldig met het ingelegde kapitaal om te gaan. In welke beleggingsfondsen wordt het kapitaal belegd? Op de site: www.nn.nl/Fondsen-en-Koersen/Fondsen/Fondsenoverzicht-NN-PrestatiePensioen.htm kun je alle fondsinformatie (en ook rendementen) vinden. Als deelnemer aan de aanvullende vrijwillige pensioenregeling kun je via de webportal, waar je dan toegang tot krijgt, ook een link volgen naar uitvoerige informatie over de betreffende beleggingsfondsen. Wordt er maatschappelijk verantwoord belegd en wat is het beleid in deze? ING Investment Management Europe (ING IM Europe) is ervan overtuigd dat ondernemingen met een deugdelijk bestuur (corporate governance), die transparant zijn voor hun aandeelhouders en belanghebbenden, naar verwachting betere resultaten boeken op lange termijn. We beschouwen het als onze verantwoordelijkheid om deugdelijk bestuur te bevorderen bij de ondernemingen waarin we beleggen. Een van de manieren om dit te bewerkstelligen is actief gebruik te maken van het aan de aandelen verbonden stemrecht. Bij het uitbrengen van onze stem tijdens aandeelhoudersvergaderingen handelen wij in het beste belang van de economische eigenaars van de aandelen. Bron: www.ingim.com.
Wat is het beleggingsresultaat van LifeCycle Beleggen? Het beleggingsrendement hangt sterk af van de leeftijd van de deelnemer. Jonge deelnemers beleggen in LifeCycle Beleggen risicovoller (met grotere kans op rendement) dan oudere deelnemers. In de presentatie van de aanvullende vrijwillige pensioenregeling is hieraan een speciale dia gewijd. Zijn er ook financiële bijsluiters beschikbaar? Financiële bijsluiters zijn beschikbaar via de website www.nn.nl. Ook stuurt NN jaarlijks een brief naar alle personen die een beleggingsportefeuille hebben bij NN. Hierop staan de totale inleg, gemaakte kosten en de stand van zaken van de portefeuille aangegeven. Hoe werkt een Dynamic Mix Fund? Zijn deze inclusief minimale opbrengsten? Beleggen met Gemak betekent dat je als deelnemer zelf op basis van je eigen risicoprofiel kiest voor één van de vijf ING Dynamic Mix fondsen. Heb je eenmaal een keuze gemaakt, dan heb je, zolang je persoonlijke situatie en de beleggingshorizon niet verandert, er geen omkijken meer naar. De fondsbeheerder zorgt ervoor dat de afgesproken verhouding tussen aandelen en obligaties gehandhaafd blijft. Als de persoonlijke situatie verandert of de pensioendatum nadert, kan je risicobereidheid wijzigen. Dit kan je vaststellen met behulp van de vragenlijst voor het risicoprofiel. Je kan zelf besluiten om te switchen naar een ING Dynamic Mix Fund dat beter aansluit op je eigen situatie. Bij Beleggen met Gemak heeft de deelnemer ook de mogelijkheid om een gedeelte van de pensioenpremie te beleggen en een deel te sparen. Voor het gedeelte dat je spaart geldt een variabele rentevergoeding en is je inleg gegarandeerd. Voor het gedeelte dat je belegt geldt geen garantie. Wordt er altijd gerebalanced? Ook als aandelen het juist goed doen? Bij Beleggen met Gemak vindt per kwartaal automatisch een rebalancing van de beleggingsportefeuille plaats. Stel dat je kiest voor aandelen (30%): obligaties (70%). Als de aandelen onderuit gaan, dan zakt deze verhouding scheef en wordt er automatisch vanuit de obligaties meer aandelen aangekocht, zodat de afgesproken percentages weer kloppen. Andersom ook. Als de aandelen het erg goed doen, dan zakt ook de verhouding scheef en wordt er automatisch vanuit de aandelen meer obligaties aangekocht, zodat de afgesproken percentages weer kloppen. Via dit concept wordt bereikt dat je zekerheid koopt bij een stijgende aandelen markt (incasseren beleggingswinst) en dat je extra aandelen met hogere rendementkansen koopt bij een dalende aandelen markt. Wanneer kan ik beginnen met inleggen? In oktober krijgt iedere deelnemer van SPH een brief thuis met daarop de fiscale ruimte over 2011. Op basis van die brief wordt de deelnemer de mogelijkheid geboden om al in 2011 deel te nemen. Hij/zij kan dan het bedrag aangeven, dat op het salaris van de resterende maanden november en december wordt ingehouden. In januari 2012 volgt dan opnieuw een brief met de keuze om deel te nemen gedurende het jaar 2012. Kan je meer inleggen dan je fiscale ruimte? Nee, dit kan leiden tot een bovenmatige pensioenopbouw hetgeen fiscaal niet is toegestaan. Beter is om deze extra middelen netto in privé te sparen of te beleggen. Is er ook een mogelijkheid als ik geen actief beheer van mijn beleggingsportefeuille wil? Nee, binnen de door SPH aangeboden keuzes (namelijk LifeCycle Beleggen en Beleggen met Gemak) is er altijd sprake van actief beheer door NN. Als je geen actief beheer wilt, dan heb je natuurlijk individueel de mogelijkheid om, buiten SPH om, iets te regelen voor je aanvullende pensioen.
Is er ook een spaarregeling? Naast banksparen bij diverse banken, is er binnen het NN Prestatie Pensioen ook de mogelijkheid om te sparen via de NN Pensioenspaarverzekering. Dit is een van de varianten van Beleggen met Gemak. NA GARANTIECONTRACT Wat gebeurt er met de aanvullende vrijwillige pensioenregeling bij beëindiging van het garantiecontract? Blijft de regeling bestaan na 1 januari 2015? En wat zijn dan de voorwaarden? Eind 2014 is duidelijk hoe de basispensioenregeling van SPH verder wordt uitgevoerd en waar deze eventueel wordt ondergebracht. Deze keuze van SPH wordt in nauw overleg met Royal Haskoning Nederland B.V. en de Ondernemingsraad gemaakt. In datzelfde traject wordt ook een keuze gemaakt hoe en waar de aanvullende vrijwillige pensioenregeling wordt uitgevoerd. Indien de aanvullende vrijwillige pensioenregeling na 1 januari 2015 wordt voortgezet bij een andere verzekeraar, vindt er dan collectieve waardeoverdracht plaats van de opgebouwde kapitalen naar die andere verzekeraar? Dat lijkt wel waarschijnlijk, maar is afhankelijk van de keuze die SPH maakt voor de uitvoering van de basispensioenregeling. Indien wordt gekozen voor een andere verzekeraar, is het de vraag of die verzekeraar ook dergelijke producten kent. BIJ UITDIENSTTREDING Wat gebeurt er bij uitdiensttreding met het belegde kapitaal? Op het moment van uitdiensttreding wordt het opgebouwde kapitaal uit de aanvullende vrijwillige pensioenregeling direct omgezet in ouderdoms- en nabestaanden pensioenrechten binnen de basispensioenregeling. Na 2015 zal hoogstwaarschijnlijk de rentestand op moment van uitdienst treden sterk bepalend zijn voor de omvang van deze extra pensioenrechten. Deze rechten komen bovenop de rechten die je hebt opgebouwd in de basispensioenregeling. Hoe zit het met de waardeoverdracht? Is het verstandig deze rechten over te dragen? De keuze is aan de deelnemer of hij/zij de opgebouwde pensioenrechten (uit de basisregeling plus uit de aanvullende regeling) bij SPH wil achterlaten of wil overdragen naar de pensioenregeling van de nieuwe dienstbetrekking. Het is zaak om de twee pensioenfondsen en de pensioenregelingen met elkaar te vergelijken. Houd daarbij in het achterhoofd dat de regelingen in de loop van de tijd kunnen wijzigen. BIJ PENSIONERING Wat gebeurt er bij pensionering met het belegde kapitaal? Op de pensioendatum wordt het opgebouwde kapitaal uit de aanvullende vrijwillige pensioenregeling direct omgezet in ouderdoms- en nabestaanden pensioenrechten binnen de basispensioenregeling. Na 2015 zal hoogstwaarschijnlijk de rentestand op de pensioendatum sterk bepalend zijn voor de omvang van deze extra pensioenrechten. Deze rechten komen bovenop de rechten die je hebt opgebouwd in de basispensioenregeling. Is je pensioenuitkering fiscaal belastbaar? Je pensioen wordt beschouwd als inkomen, waarover je inderdaad belasting moet afdragen. Op het moment dat je het geld tijdens je dienstverband uit je inkomen als pensioenvoorziening op zij zet, is het uit je bruto loon. Als je het als pensioenuitkering ontvangt, moet je hierover belasting afdragen. Hierbij speelt wel het voordeel, dat je na je pensionering minder loonheffing betaalt.
BANKSPAREN EN LIJFRENTE Wat is het verschil in fiscale ruimte van de aanvullende vrijwillige pensioenregeling en de zgn. jaarruimte die wordt toegepast bij banksparen en lijfrente? Naarmate je ouder wordt ontstaat er verhoudingsgewijs meer fiscale ruimte voor pensioenopbouw in de aanvullende vrijwillige pensioenregeling ten opzichte van banksparen en lijfrente. Valt het vermogen opgebouwd bij banksparen onder de vermogens rendementheffing bij de aangifte van de inkomstenbelasting? Nee, de inleg is binnen de fiscale grenzen aftrekbaar van het belastbaar inkomen in box 1 en maakt geen onderdeel uit van je vermogen (bezittingen minus schulden) in box 3. De periodieke uitkeringen die je gaat ontvangen vanuit banksparen als je met pensioen gaat vormen te zijner tijd een onderdeel van je belastbaar inkomen en worden dan ook belast. OUDE REGELINGEN Is het handig om het kapitaal uit de vervallen bijspaarmodule om te zetten naar NN Prestatie Pensioen? Iedereen moet zijn/haar eigen keuze hierin maken. Er zijn geen kosten voor het overstappen van de Bijspaarmodule naar NN Prestatie Pensioen. Het is te overwegen om over te stappen, tenzij je voor een hoog risicoprofiel kiest en gewend bent je beleggingen zelf te beheren. Ten opzichte van de Bijspaarmodule is het NN Prestatie Pensioen een verbetering qua transparantheid. Je krijgt toegang tot een werknemersportal op de NN-website, zodat je de opbouw en gemaakte kosten zelf kunt volgen. Bij LifeCycle Beleggen is er ook een betere risicobeheersing, waardoor je naar mate je ouder wordt het kapitaal minder risicovol belegd wordt. Kan bij het vaststellen van de hoogte van de fiscale ruimte rekening worden gehouden met een eventueel tekort aan pensioenopbouw in de periode, dat men onder het BPFA viel? Nee, alleen tekorten in pensioenopbouw bij SPH vanaf 1 april 2011 (start aanvullende vrijwillige pensioenregeling) komen in aanmerking. Wat waren de spaardoelen van de oude vervroegingsregeling van IWACO en kunnen deze middelen worden ingebracht in de aanvullende vrijwillige pensioenregeling? Het spaardoel van de oude IWACO vervroegingsregeling was om eerder dan 65 jaar met pensioen te gaan. De betreffende polissen zijn in 2002 premievrij gemaakt en kunnen niet worden overgedragen naar de aanvullende vrijwillige pensioenregeling. Kan de fiscale ruimte van de aanvullende vrijwillige pensioenregeling worden verhoogd met eventuele pensioengaten die in het verleden bij een deelnemer zijn ontstaan wat betreft zijn/haar pensioenbouw? Nee, het gaat hier uitsluitend om extra pensioenopbouw vanaf 1 april 2011. Vanaf dat moment bouwt een deelnemer bij SPH minder ouderdomspensioen op dan fiscaal toegestaan. Hierdoor ontstaat bij SPH deze extra mogelijkheid voor pensioenopbouw.