Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen
Inhoud Wat is Erasmus for all? ................................................................................................................................. 1 Waaraan verleent Erasmus for all steun? .................................................................................................... 2 Waarin verschilt Erasmus for all van de huidige programma's? .................................................................. 3 Waarom is er behoefte aan een nieuwe EU-benadering van onderwijs en opleidingen? ........................... 4 Hoe wil Erasmus for all de jeugdwerkloosheid aanpakken? ........................................................................ 4 Wie zijn de belangrijkste begunstigden? ...................................................................................................... 5 Verschillen de begunstigden van de begunstigden van de bestaande programma's? ................................ 5 Wat is de meerwaarde van een Europese garantie voor studieleningen wanneer veel lidstaten hun eigen regeling voor studieleningen hebben? ......................................................................................................... 5 Wat doet de Commissie nog meer om de mobiliteit van studenten en jongeren te bevorderen? ............. 6 Waarom heeft de Commissie besloten de bestaande namen van mobiliteitsprogramma's zoals Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig niet meer te gebruiken? ......................................................................... 6 Welke landen kunnen aan Erasmus for all deelnemen? .............................................................................. 6 Belangrijke cijfers: Erasmus for all (2014-2020) ........................................................................................... 7 Erasmus for all: EU-financiering voor 5 miljoen burgers .............................................................................. 7 Achtergrond.................................................................................................................................................. 9 Volgende stappen ....................................................................................................................................... 10 Meer informatie ......................................................................................................................................... 10
Wat is Erasmus for all? Erasmus for all is het nieuwe door de Europese Commissie voorgestelde programma voor onderwijs, opleidingen, jeugdzaken en sport. Dankzij het programma, dat in 2014 van start gaat, zullen aanzienlijk meer financiële middelen worden toegewezen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. De basisgedachte van Erasmus for all is dat investeringen in onderwijs en opleidingen van cruciaal belang zijn om mensen – ongeacht hun leeftijd of achtergrond – de kans te geven hun mogelijkheden te benutten. Dankzij het programma kunnen mensen zich verder persoonlijk ontwikkelen, nieuwe vaardigheden verwerven en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. 1/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen Waaraan verleent Erasmus for all steun? Dankzij een gestroomlijnde structuur kan Erasmus for all efficiënter functioneren, waardoor er meer beurzen voor studenten, stagiairs, leerkrachten en anderen beschikbaar zijn. De voordelen voor individuele personen zullen ook de EUeconomie als geheel ten goede komen. Het nieuwe programma biedt aanzienlijk meer mogelijkheden op het gebied van mobiliteit en samenwerking. Er zullen vooral meer middelen beschikbaar zijn voor studenten in het hoger en beroepsonderwijs, stagiairs, leerkrachten, opleiders en jeugdwerkers om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen, te onderwijzen of vrijwilligerswerk te doen. Ook onderwijsinstellingen, opleidingsinstituten en jeugdorganisaties krijgen meer mogelijkheden om partnerschappen te sluiten met het oog op de uitwisseling van goede praktijken en om samen met het bedrijfsleven de innovatie en de inzetbaarheid te bevorderen. Er zal ook meer steun worden verleend aan IT-platforms (bijvoorbeeld e-twinning) om scholen en andere aanbieders van onderwijs via internet met elkaar in verbinding te brengen. Het programma zal steun verlenen aan drie soorten acties: 1. Leermogelijkheden voor individuele personen zowel binnen als buiten de EU:
studies en opleidingen, stages, onderricht en beroepsontwikkeling en nietformele activiteiten voor jongeren (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk). Dankzij Erasmus for all kunnen vijf miljoen mensen uit alle onderwijs- en opleidingssectoren in het buitenland leren. Europeanen krijgen de kans om overal ter wereld te studeren, een opleiding te volgen of te onderwijzen aan een instelling voor hoger onderwijs en niet-Europese studenten en leerkrachten krijgen meer mogelijkheden om in Europa te studeren, te onderwijzen en te leren. Door de reikwijdte van het programma te verruimen tot over de grenzen van de EU wordt het Europees hoger onderwijs attractiever en kan de ontwikkeling van het hoger onderwijs elders in de wereld worden bevorderd. 2. Institutionele samenwerking tussen onderwijsinstellingen, jeugdorganisaties, bedrijven, plaatselijke en regionale autoriteiten en ngo's om de innovatie op het gebied van onderwijs, opleidingen en jeugdactiviteiten te stimuleren en de inzetbaarheid, de creativiteit en het ondernemerschap te bevorderen. 3. Steun voor beleidshervormingen in de lidstaten en samenwerking met landen buiten de EU, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan de versterking van de kennisbasis voor beleidsvorming en de uitwisseling van goede praktijken. Er zal onder meer steun worden verleend voor het gebruik van EU-transparantieinstrumenten, cross-country studies en specifieke beleidsagenda's zoals het proces van Bologna (hoger onderwijs) en het proces van Kopenhagen (beroepsonderwijs en -opleiding).
2/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen Erasmus for all zal twee volledig nieuwe elementen omvatten: 1. Een leninggarantieregeling om masterstudenten te helpen hun studies in het
buitenland te financieren en de nodige vaardigheden voor kennisintensieve banen te verwerven. 2. De creatie van 400 "kennisallianties" en "allianties voor sectorspecifieke vaardigheden". Kennisallianties zijn grootschalige partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven om creativiteit, innovatie en ondernemerschap te bevorderen door nieuwe leermogelijkheden en kwalificaties aan te bieden. Allianties voor sectorspecifieke vaardigheden zijn partnerschappen tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen enerzijds en bedrijven anderzijds om de inzetbaarheid te bevorderen met behulp van nieuwe sectorspecifieke curricula en innovatieve vormen van beroepsonderwijs en opleiding.
Waarin verschilt Erasmus for all van de huidige programma's?
Het hoofddoel blijft hetzelfde: de vaardigheden van mensen en uiteindelijk hun inzetbaarheid verbeteren en de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels ondersteunen. Erasmus for all zal zeven bestaande programma's vervangen: het voegt het programma Een leven lang leren (Erasmus, Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig), Jeugd in Actie en vijf internationale samenwerkingsprogramma's (Erasmus Mundus, Tempus, Alfa, Edulink en het programma voor samenwerking met geïndustrialiseerde landen) samen.
3/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen De belangrijkste activiteiten van de bestaande programma's zullen worden voortgezet (bijvoorbeeld leermobiliteit, samenwerkingsprojecten en steun voor beleidshervormingen), maar de aandacht zal vooral gaan naar activiteiten met het grootst mogelijk systemisch effect en een duidelijke EU-meerwaarde. Er worden ook een aantal nieuwe innovatieve voorstellen gedaan, zoals de leninggarantieregeling voor Erasmusmasterstudenten, de kennisallianties en de allianties voor sectorspecifieke vaardigheden. Het voordeel van één enkel programma is dat de voorschriften en procedures eenvoudiger zijn en versnippering en dubbel werk kunnen worden voorkomen.
Waarom is er behoefte aan een nieuwe EU-benadering van onderwijs en opleidingen? De wereld is veranderd sinds de bestaande programma's in het leven werden geroepen. We beleven momenteel een van de meest tumultueuze economische perioden van de laatste decennia. De EU heeft op de uitdagingen gereageerd met de gecoördineerde Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, waarvan onderwijs en opleidingen een integrerend deel uitmaken. Ook de Europese arbeidsmarkt ondergaat veranderingen. Het aantal banen voor hooggeschoolden stijgt terwijl het aantal banen voor laaggeschoolden afneemt. Verwacht wordt dat in 2020 voor bijna 35% van alle banen alleen nog hooggeschoolde werknemers met voldoende innovatie- en aanpassingsvermogen in aanmerking zullen komen. De Europa 2020-strategie streeft er onder meer naar het percentage houders van een dipoma hoger onderwijs tot 40% te doen stijgen (het percentage bedraagt momenteel 32%). Erasmus for all kan een bijdrage aan de Europa 2020-strategie leveren door mensen te helpen meer en betere vaardigheden te verwerven tijdens studies of opleidingen in het buitenland. Daarnaast beoogt de Europa 2020-strategie het percentage voortijdige schoolverlaters te verminderen van 14% tot minder dan 10%. Erasmus for all zal in dit verband de modernisering van alle onderwijs- en opleidingsniveaus ondersteunen (met inbegrip van het schoolonderwijs van het kleuteronderwijs tot het middelbaar onderwijs en de initiële beroepsopleiding). Ook niet-formeel leren zal worden gesteund via uitwisselingen van jongeren en vrijwilligerswerk.
Hoe wil Erasmus for all de jeugdwerkloosheid aanpakken? Erasmus for all zal jongeren helpen een opleiding te volgen en vaardigheden te verwerven die hun persoonlijke ontwikkeling en hun kansen op de arbeidsmarkt ten goede komen. Door in het buitenland te studeren kunnen jongeren ook hun taalvaardigheden en hun aanpassingsvermogen ontwikkelen. Uit studies blijkt dat studenten die een deel van hun studietijd in het buitenland hebben doorgebracht, eerder bereid zijn in het buitenland te gaan werken. Erasmus for all erkent ook het belang van niet-formeel leren. Om een baan te vinden is niet alleen het juiste diploma van belang: werkgevers zijn steeds meer op 4/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen zoek naar vaardigheden die via niet-formeel leren (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) zijn verworven. Volgens 75% van de deelnemers aan het Europees Vrijwilligerswerk zijn hun kansen op de arbeidsmarkt dankzij hun deelname aan het programma verbeterd.
Wie zijn de belangrijkste begunstigden? Zoals de naam het zegt, staat Erasmus for all open voor al wie wil leren of onderricht wil geven in een publieke of particuliere instelling die op het gebied van onderwijs, opleidingen, jeugdzaken of sport actief is. Het programma ondersteunt ook formeel en niet-formeel leren in alle sectoren.
Verschillen de begunstigden van de begunstigden van de bestaande programma's? Nee. Het nieuwe programma zal zich focussen op de behoeften van jongeren (leerlingen, studenten, stagiairs, vrijwilligers en jongeren die bij het verenigingsleven betrokken zijn). Het programma zal meer aandacht schenken aan steun voor leerkrachten, opleiders, voorlichters en jeugdwerkers, omdat zij een belangrijke rol als "multipliers" spelen. Bij samenwerkingsprojecten zal meer aandacht worden geschonken aan de rol van bedrijven als partners van onderwijsinstellingen en jongerenorganisaties. Scholen zullen worden gestimuleerd met scholen in andere EU-landen samen te werken om het effect van de EU-steun te vergroten en synergiën tussen verschillende vormen van samenwerking te bevorderen (bijvoorbeeld de mobiliteit van leerlingen en personeel en onderwijsprojecten). Wat het volwassenenonderwijs betreft, zal het programma de mobiliteit van leerkrachten en opleiders bevorderen en een nauwere grensoverschrijdende samenwerking tussen organisaties ondersteunen. Sommige door de bestaande programma's ondersteunde activiteiten zullen worden teruggeschroefd of stopgezet omdat ze een beperkt systemisch effect sorteren, weinig rendabel zijn of doeltreffender via andere EU-financieringsbronnen (bijvoorbeeld het Europees Sociaal Fonds) kunnen worden gesteund. De mobiliteit van mensen op de arbeidsmarkt is bijvoorbeeld eerder een prioriteit van het ESF.
Wat is de meerwaarde van een Europese garantie voor studieleningen wanneer veel lidstaten hun eigen regeling voor studieleningen hebben? In een aantal landen bestaan al regelingen voor studieleningen, maar die regelingen zijn vaak beperkt tot studies in nationale instellingen of tot undergraduates. Veel nationale regelingen zijn aan beperkingen gebonden wat de overdraagbaarheid naar het buitenland betreft. 5/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen De voorgestelde EU-studieleningfaciliteit is toegespitst op masterstudenten die in een ander Europees land studeren. Masteropleidingen zijn doorgaans duurder dan opleidingen voor undergraduates. Het initiatief zal eventuele nationale financieringsregelingen aanvullen.
Wat doet de Commissie nog meer om de mobiliteit van studenten en jongeren te bevorderen? Financiële steun is belangrijk, maar geld alleen volstaat niet om iedereen de kans te geven mobiel te zijn. Het is daarom zaak gezamenlijke inspanningen te leveren en nieuwe partnerschappen te sluiten om hardnekkige obstakels op nationaal en regionaal vlak uit de weg te ruimen. In het kader van deze inspanningen is het onder meer belangrijk voor meer informatie te zorgen, beurzen en leningen "overdraagbaar" te maken (zodat studenten die in het buitenland studeren of een opleiding volgen, er gebruik van kunnen maken) en de erkenning van studie- en opleidingsresultaten te verbeteren. In mei 2012 zijn de EU-ministers voor Onderwijs het eens geworden over een gezamenlijk plan [in de vorm van een aanbeveling van de Raad] om obstakels voor het studeren of het volgen van een opleiding in het buitenland uit de weg te ruimen.
Waarom heeft de Commissie besloten de bestaande namen van mobiliteitsprogramma's zoals Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig niet meer te gebruiken? Erasmus is een naam die door een groot deel van het publiek wordt herkend en sterk met leren in het buitenland en Europese samenwerking wordt geassocieerd. Bij de ontwikkeling van één geïntegreerd programma is het verstandig verschillende namen te vermijden en te kiezen voor een naam (Erasmus) die bekend is en veel populariteit geniet.
Welke landen kunnen aan Erasmus for all deelnemen? Erasmus for all staat open voor alle EU-lidstaten, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland, de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie geldt, en de landen van de Westelijke Balkan. Bovendien kunnen ook landen buiten de EU (meestal buurlanden) profiteren van activiteiten voor jongeren en activiteiten ter bevordering van studie en opleidingsmogelijkheden in het buitenland.
6/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen Belangrijke cijfers: Erasmus for all (2014-2020) Algemene begroting
19 miljard euro (met inbegrip van 1,8 miljard euro voor internationale samenwerking)
Mobiliteitskansen
5 miljoen mensen
Hoger onderwijs
2,2 miljoen studenten
Mobiliteit van personeel
1 miljoen leerkrachten, opleiders, jeugdwerkers en andere personeelsleden
Beroepsonderwijs en -opleiding
735 000 studenten
Vrijwilligerswerk en uitwisselingen van jongeren
540 000 jongeren
Leninggarantieregeling voor masterstudenten
330 000 studenten
Internationale studenten
135 000 studenten
Beurzen voor een gezamenlijk diploma
34 000 studenten
Samenwerkingsdoelstellingen Strategische partnerschappen
Meer dan 20 000 waarbij 115 000 instellingen zijn betrokken
Kennisallianties
200 opgezet door 2000 instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven
Allianties voor sectorspecifieke vaardigheden
200 opgezet door 2000 onderwijs- en opleidingverleners en bedrijven
Erasmus for all: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het buitenland te studeren of een opleiding te volgen met een beurs van Erasmus for all, het nieuwe programma van de Europese Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport dat de Europese Commissie vandaag heeft voorgesteld. Deze groep bestaat volgens dit voorstel onder meer uit bijna 3 miljoen studenten in het hoger onderwijs en praktijkstagestudenten Daarnaast zullen volgens dit voorstel ook voltijdse masterstudenten baat hebben bij een nieuwe garantieregeling voor leningen die door de Europese Investeringsbank is opgezet. Het zeven jaar durende programma Erasmus for all, met een totale begroting van 19 miljard EUR1, moet van start gaan in 2014.
1
19 miljard EUR wanneer rekening wordt gehouden met de geraamde inflatie in de periode 2014-2020. Dit staat gelijk aan 16,9 miljard EUR op het prijsniveau van 2011.
7/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen
"Investeren in onderwijs en opleiding is beste investering die we kunnen doen voor de toekomst van Europa. Studeren in het buitenland stimuleert de vaardigheden, de persoonlijke ontwikkeling en het aanpassingsvermogen van mensen en maakt ze beter inzetbaar. Wij willen er zeker van zijn dat veel meer mensen profiteren van de steun die de EU voor deze kansen biedt. Wij moeten ook meer investeren om de kwaliteit van onderwijs en opleiding op alle niveaus te verbeteren, zodat we tot de besten van de wereld behoren en voor meer banen en meer groei kunnen zorgen", aldus Androulla Vassiliou, Europees commissaris voor onderwijs, cultuur, meertaligheid en jeugdzaken. Het voorstel ‘Erasmus for all’ van de Commissie biedt de mogelijkheid: voor 2,2 miljoen studenten uit het hoger onderwijs om een beurs te ontvangen om een deel van hun studie en opleiding in het buitenland door te brengen (tegenover 1,5 miljoen in de huidige programma’s. Dit aantal omvat 135 000 studenten die steun ontvangen om in een land buiten de EU te studeren en studenten van buiten de EU die in de EU komen studeren; voor 735 000 praktijkstagestudenten om een deel van hun studie en opleiding in het buitenland door te brengen (tegenover 350 000 in het huidige programma); 1 miljoen docenten, opleiders en jongerenwerkers zullen middelen ontvangen om in het buitenland onderwijs of opleidingen te verzorgen (tegenover 600 000 in de huidige programma’s); voor 700 000 jongeren om stage te lopen bij een onderneming in het buitenland (tegenover 600 000 in het huidige programma); voor 330 000 masterstudenten om een garantie op een lening te krijgen om een studie in het buitenland te financieren in het kader van een nieuwe regeling; voor 540 000 jongeren om in het buitenland vrijwilligerswerk te doen of deel te nemen aan jongerenuitwisselingen (tegenover 374 000 in het huidige programma); 8/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen voor 34 000 studenten om een beurs te ontvangen voor een gezamenlijke graad, waarbij zij aan minstens twee hogeronderwijsinstellingen in het buitenland studeren (tegenover 17 600 in het huidige programma); voor 115 000 instellingen/organisaties op het gebied van onderwijs, opleiding en/of jeugdactiviteiten of voor andere organen om middelen te ontvangen teneinde meer dan 20 000 ‘strategische partnerschappen’ op te zetten om gezamenlijke initiatieven uit te voeren en de uitwisseling van kennis en ervaring te bevorderen; voor 4 000 onderwijsinstellingen en ondernemingen om 400 ‘kennisallianties’ en ‘allianties voor bedrijfstakspecifieke vaardigheden’ op te zetten en zo inzetbaarheid, innovatie en ondernemerschap te bevorderen.
Achtergrond Erasmus for all verenigt alle huidige EU- en internationale regelingen op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugd en sport en vervangt zeven bestaande programma’s2 door één programma. Dit zal de efficiëntie vergroten, het gemakkelijker maken om beurzen aan te vragen en overlappingen en versnippering verminderen. De Commissie stelt een verhoging van ongeveer 64% ten opzichte van de huidige begroting van zeven jaar voor. Hierdoor zou 19 miljard EUR worden uitgetrokken voor het nieuwe programma in 2014-2020. Bij dit bedrag wordt rekening gehouden met inflatie en met de voorziene uitgaven voor internationale samenwerking – dat zijn beurzen voor “derde landen” zoals de zuidelijke Middellandse-Zeelanden3. De toename zonder internationale samenwerking zou 72,6 % bedragen. Het nieuwe programma zal gericht zijn op de toegevoegde waarde en het systemisch effect voor de EU, met ondersteuning voor drie soorten actie: 1. leermogelijkheden voor individuen, zowel binnen de EU als daarbuiten; 2. institutionele samenwerking tussen onderwijsinstellingen, jeugdorganisaties, ondernemingen, plaatselijke en regionale autoriteiten en ngo’s; 3. ondersteuning voor hervormingen in lidstaten om de onderwijs- en opleidingsstelsels te moderniseren en innovatie, ondernemerschap en inzetbaarheid te bevorderen. Twee derde van de steun is bestemd voor mobiliteitsbeurzen ter bevordering van kennis en vaardigheden. 2
Een leven lang leren (Erasmus, Leonardo da Vinci, Comenius, Grundtvig), Jeugd in Actie, Erasmus Mundus, Tempus, Alfa, Edulink en het bilaterale samenwerkingsprogramma met geïndustrialiseerde landen. 3
Internationale samenwerking wordt gefinancierd uit het externe deel van de meerjarige begroting en omvat Tempus, Alfa, Edulink en een deel van Erasmus Mundus. 9/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen Door de gestroomlijnde opzet van het nieuwe programma – in combinatie met de aanzienlijk gestegen investeringen – kan de EU veel meer mogelijkheden bieden voor studenten, stagiairs, jongeren, docenten en jeugdwerkers en anderen om hun vaardigheden, persoonlijke ontwikkeling en kansen op werk te verbeteren. Erasmus for all is ook gericht op de bevordering van onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie en breedtesport. Sinds 2007 hebben gemiddeld 400.000 mensen per jaar een EU-beurs ontvangen voor studie, opleiding of vrijwilligerswerk in het buitenland. Volgens het voorstel van de Commissie zou dit cijfer bijna verdubbelen tot 800 000. (In 2010 ontvingen in de 27 lidstaten 560.000 personen een beurs, zie bijlage 1).
Volgende stappen Dit voorstel wordt momenteel besproken door de Raad (27 lidstaten) en het Europees Parlement, die de uiteindelijke beslissing over het begrotingskader voor de periode 2014-2020 zullen nemen.
Meer informatie http://ec.europa.eu/education/erasmus-for-all De website van Commissaris Vassiliou: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/vassiliou Europese Commissie: Website over Onderwijs en opleiding
10/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen Bijlage 1 De tabel vermeldt het aantal ontvangers van EU-subsidies voor studie, opleiding en vrijwilligerswerk in het kader van het programma voor Een leven lang leren en Jeugd in actie in 2010. (Erasmus for all zal beide programma’s omvatten en heeft als doel het aantal begunstigden in de hele EU vrijwel te verdubbelen). Land
Aantal deelnemers Programma Jeugd in Actie
Totaal
Een Leven Lang Leren Oostenrijk
11000
2500
13500
België
12000
4500
16500
Bulgarije
6000
5000
11000
Cyprus
1500
1000
2500
14000
3000
17000
Denemarken
6000
2000
8000
Estland
3000
5000
8000
Finland
23500
2000
25500
Frankrijk
52000
11000
63000
Duitsland
63000
15000
78000
Griekenland
8000
2500
10500
Hongarije
8000
4500
12500
Ierland
4000
2000
6000
43500
6000
49500
Letland
4500
3000
7500
Litouwen
7000
4500
11500
Luxemburg
1000
900
1900
250
100
350
Nederland
19500
3000
22500
Polen
23000
10500
33500
Portugal
21000
2500
23500
Roemenië
12500
7500
20000
Slowakije
6000
3500
9500
Slovenië
3500
2000
5500
52000
10500
62500
8500
3500
12000
20750
7500
28250
435000
125000
560000
Tsjechië
Italië
Malta
Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk Totaal
11/11
Europees subsidieprogramma Erasmus for All (werktitel) 2014-2020 Vervolg van het Europees subsidieprogramma Een Leven Lang Leren 2007-2013
Veelgestelde vragen * Alle aantallen zijn afgerond tot honderdtallen. De aantallen omvatten deelnemers in mobiliteitsprojecten die niet hebben gereisd om in het buitenland te studeren, te leren of te werken, zoals schoolklassen.
Bijlage 2 Voorgestelde financiering per sector 2014-2020 ten opzichte van de programma 's van 2007-2013 (in miljoen EUR, EU-27) Erasmus for all
Erasmus Hoger onderwijs (inclusief tertiair beroepsonderwijs)
Programma's 2007-2013
585
Erasmus Hoger Onderwijs -internationale 220 dimensie (financiering rubriek 4)
Gemiddeld per jaar % stijging 2014-2020
Concentratie
1100 – 1150
85 %-95 %
Studenten, personeel, gemeenschappelijke programma's, masters, strategische partnerschappen, kennisallianties
259
17%
Studenten, personeel en capaciteitsopbouw, vooral in de omliggende landen
Erasmus Opleiding (beroepsonderwijs1 en volwasseneneducatie)
500 – 540, 330 waarvan 60 waarvan voor ongeveer 110 volwassenenvoor educatie volwasseneneducatie
50 % - 60 % Studenten, personeel, strategische partnerschappen, in totaal, ongeveer 80 allianties voor sectorspecifieke % voor vaardigheden, ITvolwassenplatforms eneducatie
Erasmus Scholen
180
40 %-55 %
Personeel, strategische partnerschappen, internet-platforms Jongeren, personeel, strategische partnerschappen, ITplatforms
250 – 275
Erasmus Jongerenparticipatie
150
190 – 210
25 %-40 %
Exploitatiesubsidie (Nationale agentschappen)
55
63
15 %
Beleidsondersteuning
75
92
20 %
(onderwijs en onderzoek 30 op het gebied van Europese integratie)
45
50 %
Sport
34
n.v.t.
Jean Monnet
n.v.t.
Update 23-05-2013
12/11