Veelgestelde vragen infrastructuur Op 12 juni 2015 keurde de Vlaamse Regering een aantal veranderingen in de vergunningsvoorwaarden principieel goed. Deze wijzigingen zijn in de tekst opgenomen, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring. Ze staan in schuin lettertype. Weggevallen voorwaarden staan doorstreept. We overleggen hierover nog met Zorginspectie. Dit is dus een voorlopige versie, waarin de grootste aanpassingen opgenomen zijn.
INHOUD ALGEMEEN
1
LEEF- EN RUSTRUIMTES
2
ZONES (keuken en toegang)
4
NETTO-VLOEROPPERVLAKTE
5
UITRUSTING VERZORGING
6
NATUURLIJK DAGLICHT
8
BRANDVEILIGHEID
9
BUITENSPELMOGELIJKHEID
10
ALGEMEEN Wat zijn ‘afzonderlijke’ binnenruimtes?
Afzonderlijke binnenruimtes zijn ruimtes die van andere binnenruimtes gescheiden zijn door wanden van vloer tot plafond.
Een wand kan bestaan uit glas of ramen, hout (deur, schuifdeuren), gipsvezelplaten, gemetste muren, … maar bv. niet uit een gordijn.
Wat betekent ‘In elke leef- en rustruimte die de kinderen gebruiken, zijn er tijdens de openingsuren geen activiteiten die niet gerelateerd zijn aan kinderopvang.’?
Tijdens de openingsuren zijn de leef- en rustruimtes 100% beschikbaar voor de kinderopvang om de veiligheid en om de werking niet te storen.
Dit geldt voor alle ruimtes die door de kinderen gebruikt worden (bv. ook de circulatieruimte/traphal).
Wat er buiten de openingsuren van activiteiten in die ruimtes georganiseerd wordt, maakt op zich niet uit.
1 versie juni 2015
In de gezinsopvang kunnen gezinsleden activiteiten doen in de leefruimte, zolang ze geen negatieve invloed hebben op de opgevangen kinderen. Het normale gezinsleven kan uiteraard blijven doorgaan (vb. oma komt op bezoek).
Voor erkende consultatiebureaus en Huizen van het Kind is er een afwijking mogelijk. Meer info vind je in de procedure op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Procedures, formulieren, software > Procedures en formulieren > Baby’s en peuters: vergunning > Infrastructuur’.
Mag je een kelder gebruiken voor kinderopvang?
Een echte kelder kan in de groepsopvang niet als opvangruimte gebruikt worden. Volgens de brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang mogen er onder het laagst gelegen evacuatieniveau geen kinderen verblijven. Een kelderbrand is gevaarlijk:
rook stapelt zich op omdat er vaak weinig verluchting is;
voor de brandweer is een interventie niet eenvoudig, de grootte van een kelder is moeilijk in te schatten van buitenaf;
een kelder is zeer moeilijk te evacueren.
Een ruimte die enkel aan de straatkant onder straatniveau zit, maar achteraan op niveau van de tuin ligt en een rechtstreekse uitgang naar de tuin heeft, mag je wel gebruiken. Zorg er wel voor dat alle andere vergunningsvoorwaarden voor leef- en rustruimte in orde zijn zoals verlichting, verluchting, plafondhoogte, …
LEEF- EN RUSTRUIMTES Wat wordt verstaan onder een leefruimte? Is een gang ook een leefruimte?
De leefruimte is bestemd voor basisactiviteiten en is aangekleed. In deze ruimtes verblijven en leven de kinderen tijdens de opvangdag (uitgezonderd wanneer ze slapen).
Een gang is geen leefruimte, maar mag wel gebruikt worden om te spelen zolang de circulatie niet in gedrang komt.
Een verzorgingsruimte die geen deel uitmaakt van de leefruimte is geen leefruimte.
Wij hebben een ruimte met plaats voor 21 kinderen. Volstaat een hekje om deze ruimte op te splitsen?
Een hekje volstaat niet om een aparte leefruimte (maximum 18 kinderen) te maken. De leefruimtes moeten aparte binnenruimtes zijn.
Je kan hiervoor wel een afwijking aanvragen. Meer info vind je in de procedure op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Procedures, formulieren, software > Procedures en formulieren > Baby’s en peuters: vergunning > Infrastructuur’.
2 versie juni 2015
Voor kinderen ouder dan 18 maanden moet je geen aparte rustruimte voorzien. Mogen deze kinderen dan op ‘veldbedjes’ in de leefruimte slapen?
De organisator zorgt ervoor dat de kinderen rustig kunnen slapen waarbij hun noden gerespecteerd worden.
De kinderen die 18 maanden of ouder zijn en overdag worden opgevangen, mogen ook in een andere geschikte ruimte rusten, bv. in de leefruimte (niet in een badkamer, berghok...).
Kinderen ouder dan 18 maanden mogen eventueel op veldbedjes in de leefruimte slapen. In de praktijk is dit niet altijd haalbaar. Als er in één leefgroep met kinderen van 0-3 jaar gewerkt wordt, zullen de kinderen niet allemaal gelijktijdig een middagdutje doen. Als er baby's wakker zijn op het moment dat de peuters slapen, is het niet evident om de rust in de leefruimte te garanderen.
Als er geen aparte rustruimte is, dan is er minstens 5 m² per opvangplaats in de leefruimte.
Is er minstens 2 m² aan rustruimte nodig? Hoeveel bedjes mag ik in een rustruimte plaatsen? Hoeveel rustruimtes heb ik nodig?
Het is niet zo dat je per kind 2 m² slaapruimte moet hebben. Er moet minstens 5 m² leef- en rustruimte zijn, waarvan minstens 3 m² in de leefruimte. Als de leefruimte in verhouding groter is, kan de rustruimte kleiner zijn.
Het aantal bedjes dat je in een ruimte kan zetten, is niet alleen afhankelijk van de oppervlakte, maar ook van de vorm van de ruimte. Het is mogelijk dat je door het gebruik van een stapelbed een extra kindje kan te slapen leggen, maar dat is niet per definitie zo. Bij hoogslapers heb je namelijk iets meer ruimte tussen de bedjes nodig om gemakkelijk de kindjes in bed te leggen en uit bed te nemen.
Je moet minstens één afzonderlijke rustruimte voor kinderen onder de 18 maanden hebben, maar je kan er meerdere gebruiken.
Kinderen jonger dan 6 maand kan je in de leefruimte te slapen leggen om toezicht te kunnen houden. Er is wel steeds een rustruimte beschikbaar voor kinderen onder 18 maanden.
Welke afstand moet er tussen de bedden zijn? En mag een bedje tegen de muur staan?
Dit kan niet in cijfers worden uitgedrukt. Je zorgt ervoor dat er voldoende afstand is tussen de bedjes zodat ze vlot bereikbaar zijn als er zich een probleem voordoet.
De risicoanalyse kan jou hierbij helpen. Voor meer info kijk op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Veiligheid en gezondheid > Risicoanalyse’.
Een bedje kan tegen de muur worden geplaatst. Bedjes voor kinderen onder 18 maanden moeten minstens 2 spijlenwanden hebben. Een bedje met 2 spijlenwanden mag niet met één wand tegen de muur staan, dit is belangrijk voor een goede ventilatie. Bij een bedje met 4 spijlenwanden mag dat wel. Het bedje moet ook vlot bereikbaar zijn.
Bekijk ergonomische principes op www.toegankelijkgebouw.be.
3 versie juni 2015
ZONES (KEUKEN EN TOEGANG) (DE ZONES VOOR TOEGANG, KEUKEN EN APARTE SANITAIRE RUIMTE VOOR VOLWASSENEN ZIJN WEGGEVALLEN.). Wat wordt verstaan onder ‘zones’ De regelgeving onderscheidt ruimtes en zones.
Met afzonderlijke binnenruimte wordt bedoeld: ruimte die van andere binnenruimtes is gescheiden door wanden van vloer tot plafond. Er zijn volgende afzonderlijke binnenruimtes voorzien: leefruimte per leefgroep, rustruimte, sanitaire ruimte, circulatieruimte.
Met zone wordt bedoeld: een oppervlakte met een bepaalde functie. Er is een zone voorzien voor de toegang en voor de keukenactiviteiten. Een zone kan zich situeren binnen een ruimte (bv. de keukenzone kan zich in de leefruimte situeren).
Wat wordt verstaan onder ‘zone voor toegang’?
Er moet een zone voor toegang zijn. Dit hoeft geen volledige aparte ruimte zijn, maar het kan wel. Als ouders bv. achteraan (bv. via de veranda) binnenkomen, dan moet er op die plaats een ‘zone voor toegang’ gecreëerd worden.
De zone voor toegang in de leefruimte telt niet mee als netto-vloeroppervlakte voor de leefruimte.
Wat met een ‘open keuken’?
Er moet een duidelijke keuken‘zone’ voorzien zijn.
Een afzonderlijke keuken mag. In sommige gevallen is dit noodzakelijk voor de brandveiligheid (brandwerende compartiment) of voor de voedselveiligheid voor groepsopvang (FAVV).
In de groepsopvang moet de keukenzone voldoen aan de normen van het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) en moet deze afgescheiden zijn met muurtjes, hekjes of kastjes van de leefruimte en de verzorgingszone. Meer info vind je op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Veiligheid en gezondheid > Voeding en beweging > Voedselhygiëne’.
De gezinsopvang moet niet voldoen aan de normen van het FAVV. Hou altijd rekening met voedselveiligheid, de checklist ‘voedselveiligheid in de gezinsopvang’ kan je hierbij helpen. Meer info vind je op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Veiligheid en gezondheid > Voeding en beweging > Voedselhygiëne’.
4 versie juni 2015
NETTO-VLOEROPPERVLAKTE Welke oppervlakte telt er wel en niet mee?
Worden niet meegerekend:
vaste elementen zoals muren, schouwen, kolommen, leidingkokers, trappen, …;
zones in de leefruimte waar niet gespeeld, verzorgd of gerust kan worden en zones in de rustruimte waar niet kan gerust worden (bv. circulatiezones, kookzones, administratiehoek, verzorgingszone in de rustruimte, …);
meubilair in de leefruimte waar geen speelgoed of verzorgingspullen in bewaard worden zoals keuken, administratie, privéspullen, …
gangen.
Een tafel in de leefruimte hoef je niet af te trekken voor de berekening van de m² als kinderen hier aan kunnen spelen. Maar de leefruimte kan je niet volstouwen met bedjes, meubels, verzorgingstafel, ... zodat kinderen niet voldoende kunnen bewegen.
Een verzorgingstafel in een leefruimte wordt niet afgetrokken van de netto-vloeroppervlakte.
De slaapkamer van de eigen kinderen van een gezinsopvang kan gebruikt worden als rustruimte voor de opgevangen kinderen op voorwaarde dat deze ruimte voldoet aan de voorwaarden. De beschikbare oppervlakte voor de opgevangen kinderen telt mee.
Hoeveel kinderen mag ik opvangen? 1. De som van de netto-oppervlakte van alle leef- en rustruimtes die aan de voorwaarden voldoen wordt gedeeld door 5 om de maximum capaciteit te bepalen (5 m² leef- en rustruimte per kind gemeten over het geheel). 2. Er wordt nagegaan hoeveel kinderen je maximum per leefruimte kan opvangen:
per leefruimte 3 m² per kind (of als er geen aparte rustruimte is 5 m² per kind);
per leefgroep niet meer dan 18 kinderen.
Deze 2 factoren kunnen de maximum capaciteit doen dalen als de veiligheid en kwaliteit van de opvang in gedrang dreigt te komen. Er mogen echter nooit meer dan 18 kinderen in één groep opgevangen worden.
Als de accommodatie voor een leefgroep bestaat uit meerdere aaneensluitende ruimtes, dan kan de oppervlakte van deze ruimtes samengeteld worden tot maximum 18 plaatsen per leefgroep.
5 versie juni 2015
Wat wordt verstaan onder vrije hoogte? Er worden voor kinderopvang geen voorwaarden voor plafondhoogte meer gesteld. Als organisator maak je zelf de inschatting of de binnenruimte voldoende hoog is om als leef- of rustruimte te gebruiken voor kwaliteitsvolle opvang. De hoogte gemeten tussen de vloer en het plafond.
Deze voorwaarde stelt geen eisen aan de plafondhoogtes zelf. De oppervlakte van deze ruimtes (of bepaalde delen van die ruimtes) met lagere plafonds tellen niet mee om het aantal opvangplaatsen te bepalen, maar mogen wel gebruikt worden.
Voorbeeld: je hebt een rustruimte onder een schuin dak, het gedeelte onder 1,8 meter tel je niet mee als beschikbare vloeroppervlakte.
Je kan hiervoor wel een afwijking aanvragen indien je een verhoogd vloerdeel hebt. Meer info vind je in de procedure op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Procedures, formulieren, software > Procedures en formulieren > Baby’s en peuters: vergunning > Infrastructuur’.
In andere regelgeving zijn er wel plafondhoogtes bepaald. Deze voorwaarden vallen buiten de bevoegdheid van Kind en Gezin, maar we geven ze ter info mee:
Stedenbouw en ruimtelijke ordening. Er zijn voorwaarden bij het (ver)bouwen van een kinderdagverblijf of bij een functiewijziging. Vraag na bij je gemeente.
Welzijn op het werk: de werklokalen moeten ten minste 2,5 meter hoog zijn.
UITRUSTING VERZORGING Is er een aparte verzorgingsruimte of -zone nodig? Een aparte verzorgingsruimte of -zone is niet verplicht. Voor de verzorging heb je een uitrusting die aangepast is aan het aantal vergunde opvangplaatsen.(De gedetailleerde lijst voor uitrusting is weggevallen.)
De verschillende zaken voor uitrusting (verzorgingstafel, wasbak, badje, opbergsysteem en kindertoiletten of potjes) hoeven ook niet allemaal op dezelfde plaats of in dezelfde zone staan.
De beschikbare uitrusting is wel aangepast aan het aantal kinderopvangplaatsen.
6 versie juni 2015
Moet de wasbak met warm en koud water bij mijn verzorgingskussen zijn? De gedetailleerde lijst voor uitrusting is weggevallen, ook de wasbak met warm en koud water. Er wordt algemeen verwacht dat je infrastructuur ‘geschikt is om kwaliteitsvolle kinderopvang te organiseren’.
De wasbak met warm en koud water hoeft niet noodzakelijk naast het verzorgingskussen geïnstalleerd te zijn.
Tip: Een verzorgingshoek met wasbak is de ideale oplossing om de kinderen hygiënisch te verzorgen en tegelijkertijd toezicht op de andere kinderen te houden. Daarom loont het de moeite om een investering te doen. Maar in sommige opvanglocaties is dit niet mogelijk. Het volstaat dan om bijvoorbeeld in de leefruimte een verzorgingstafel met handalcohol te hebben en je wasbak met warm en koud water in een andere ruimte te voorzien, bijvoorbeeld in de badkamer.
Het belangrijkste is dat je een kindje hygiënisch kan verluieren, toezicht houden en als het nodig is een kindje kan wassen.
Mag je de keukenkraan gebruiken voor het wassen van de handen na verzorging?
De gedetailleerde lijst voor uitrusting is weggevallen, ook de wasbak met warm en koud water. Er wordt algemeen verwacht dat je infrastructuur ‘geschikt is om kwaliteitsvolle kinderopvang te organiseren’.
Opgelet! Voor het wassen van de handen in de keuken heb je een risico op kruisbesmetting van voedsel. Daarom scheid je de verzorging (en handhygiëne) en de bereiding van voedsel.
Kan een los plastieken badje worden gebruikt?
De gedetailleerde lijst voor uitrusting is weggevallen, ook de wasbak met warm en koud water. Er wordt algemeen verwacht dat je infrastructuur ‘geschikt is om kwaliteitsvolle kinderopvang te organiseren’.
Je mag een los plastieken badje gebruiken. Je kan dat in de keuken vullen, bij voorkeur buiten de uren van de maaltijdbereiding.
Het kind wassen en het badwater leeggieten mag niet in de keuken. Daarvoor kan je het toilet of de lavabo in het toilet gebruiken.
Wat is een ‘verzorgingstafel’?
De gedetailleerde lijst voor uitrusting is weggevallen, ook de wasbak met warm en koud water. Er wordt algemeen verwacht dat je infrastructuur ‘geschikt is om kwaliteitsvolle kinderopvang te organiseren’.
Momenteel is het begrip ‘verzorgingstafel’ niet verder omschreven. Het kan dus ook een verzorgingskussen op een tafel zijn.
Deze tafel mag je niet gebruiken voor bv. het bereiden van maaltijden (om kruisbesmetting te voorkomen).
7 versie juni 2015
NATUURLIJK DAGLICHT, VENTILATIE EN VERWARMING
De vereiste raamoppervlakte is weggevallen. Wel moet er In de kinderopvanglocatie voldoende natuurlijk daglicht in de leefruimte zijn. Tellen koepels in plafond mee voor berekening ‘daglicht’? Ja, maar er moet ook minstens 1 raam zijn in een buitenmuur (verticaal). Mag een kamer zonder direct daglicht gebruikt worden als speelruimte voor de kinderen? Telt dit mee in de netto-vloeroppervlakte?
Er moet in iedere leefruimte natuurlijk daglicht zijn, door minstens één raam in een buitenmuur
Dit lokaal kan niet meetellen in de nettto-vloeroppervlakte, maar mag wel gebruikt worden als extra lokaal (vb. snoezelruimte).
Wat als de glasoppervlakte van de buitenramen geen 1/12de bedraagt van de nettovloeroppervlakte?
Als er niet voldoende daglicht is (dus geen 1/12) dan voldoet de leefruimte niet aan de voorwaarden.
Er is een overgangsperiode voorzien van 3 jaar voor bestaande voorzieningen, daarnaast is er ook een afwijkingsmogelijkheid voor wie na de overgangsperiode hieraan nog niet kan voldoen. Meer info vind je in de procedure op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Procedures, formulieren, software > Procedures en formulieren > Baby’s en peuters: vergunning > Infrastructuur’.
Moeten er ramen zijn in de rustruimte? Moeten de ramen altijd open kunnen?
Er moeten geen ramen zijn in de rustruimte, maar er moet voldoende ventilatie zijn. (De specifieke norm hiervoor is weggevallen.);
Indien er geen ramen zijn, bekijk je hoe je dit kan realiseren, bv. via mechanische verluchting.
Moeten de radiatoren afgeschermd worden?
Er zijn geen specifieke voorschriften voor radiatoren. Je schat best zelf in of de radiatoren een risico vormen (vb. omdat ze warm worden of scherpe hoeken hebben), de risicoanalyse kan jou hierbij helpen. Voor meer info kijk op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Veiligheid en gezondheid > Risicoanalyse’.
Hoe kan je ervoor zorgen dat de radiatoren geen risico zijn voor de kinderen?
ofwel zorg je ervoor dat de elementen niet te warm worden door radiatoren bij te plaatsen (overdimensioneren). De radiatoren werken nooit op volle kracht waardoor het oppervlak niet te warm wordt.
ofwel scherm je de radiatoren af. De afscherming kan bijvoorbeeld door stijl en regelwerk met openingen (kan in hout) of door geperforeerd plaatmateriaal. Dit kan je zowel voor de zijkanten, voorkant en eventueel ook voor de bovenzijde gebruiken.
Controleer ook de aanvoerleidingen, ze worden vaak nog warmer dan de radiator. 8
versie juni 2015
BRANDVEILIGHEID Brandweerattesten: hebben ze een bepaalde geldigheidsduur? Wie zal de kosten van de brandweer betalen? Zal er een prijs worden afgesproken? De brandweerverslagen van voor 1 april 2014, hebben een geldigheidsduur van 10 jaar. Zij blijven ook zolang geldig. Van zodra ze niet meer geldig zijn, is een attest A of B vereist. Daarvan is de geldigheidsduur op het attest bepaald. De kosten voor het onderzoek van de brandweer zijn voor de organisator en afhankelijk van gemeente tot gemeente. Het aanvraagformulier en de attesten vind je op www.kindengezin.be. Ga naar ‘Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Procedures, formulieren, software > Procedures en formulieren > Baby’s en peuters: vergunning > Infrastructuur’.
9 versie juni 2015
BUITENSPELMOGELIJKHEID Moet de buitenruimte aangrenzend zijn aan de leefruimte? De regelgeving legt niet op dat er een eigen buitenruimte moet zijn. Als er een buitenruimte is, moet die ook niet noodzakelijk aan de leefruimte grenzen. Er moet wel buitenspelmogelijkheid zijn voor de kinderen, die vlot en veilig bereikbaar is en die afgestemd is op het aantal vergunde opvangplaatsen en de leeftijd van de opgevangen kinderen. Wat zijn de afmetingen van de buitenspeelruimte voor welk aantal kindjes ? Er wordt niet gesproken van een buitenspeelruimte, wel van buitenspelmogelijkheid. Deze buitenspelmogelijkheid moet afgestemd zijn op het aantal vergunde opvangplaatsen en de leeftijd van de kinderen, maar er zijn geen minimale afmetingen bepaald. Het is wel belangrijk dat de buitenspelmogelijkheid voor de kinderen op een vlotte en veilige manier bereikbaar is.
10 versie juni 2015