Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Bartimeus, clusters IBW en BBW te Doorn op 9 januari 2014
Amsterdam, maart 2014
V62898
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding 3 Aanleiding en belang 3 Doelstelling 3 Methode 3 Toetsingskader 3 Beschrijving locatie 4
2 2.1 2.2 2.3
2.8
Conclusies 6 Overzicht van de resultaten 6 Cliëntgerichte aanpak verder versterkt: nieuwbouw geeft impuls 6 Met gerichte scholing en duidelijker verantwoordelijkheidstoedeling legt Bartiméus een stevig fundament onder een gezamenlijk gedragen uitvoering van afspraken en doelen 7 Cliëntvertegenwoordigers ervaren een opgaande lijn in communicatie met management 7 Inventariseer voorafgaand aan de overgang naar het elektronisch cliëntendossier de huidige verbeterpunten goed 8 Kijk bij analyses van meldingen ook naar basisoorzaken 8 Meld lopende dwangbehandelingen en registreer ook psychofarmaca als vrijheidsbeperkende maatregel 8 Conclusie 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Handhaving 10 Door de zorgaanbieder te treffen maatregelen Resultaatsverslag 10 Beoordeling van overige locaties 10 Vervolgacties inspectie 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Resultaten inspectiebezoek 12 Sturen op kwaliteit en veiligheid 12 Cliëntdossier 13 Deskundigheid en inzet personeel 15 Medicatieveiligheid 16 Vrijheidsbeperking 18
Bijlage 1
Geraadpleegde documenten 19
2.4 2.5 2.6 2.7
10
Pagina 2 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
1
Inleiding
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) heeft op 9 januari 2014 een onaangekondigd bezoek gebracht aan Bartiméus, clusters Intensieve Begeleiding Wonen (hierna: IBW) en Bijzondere Begeleiding Wonen (hierna: BBW), te Doorn. In dit rapport wordt eerst het kader uiteengezet waarin de inspectie het bezoek bracht. Vervolgens worden in de volgende hoofdstukken achtereenvolgens beschreven de conclusie, de handhaving (met daarin de te nemen maatregelen) en de resultaten. 1.1
Aanleiding en belang
De inspectie heeft als doel de risico’s op gezondheidsschade bij cliënten te beperken door naleving te bevorderen van wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden bij ondertoezichtstaanden. De inspectie kiest daarbij prioriteiten op basis van mogelijke risico’s op gezondheidsschade voor de cliënt. Hierbij gaat extra aandacht uit naar kwetsbare groepen. In dit kader verricht de inspectie binnen de langdurige zorg een groot aantal aangekondigde en onaangekondigde bezoeken. 1.2
Doelstelling
Doel van het inspectiebezoek aan Bartiméus, clusters IBW en BBW was te beoordelen in hoeverre beide clusters voldoen aan relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden die risico’s op gezondheidsschade voor de cliënt beperken. 1.3
Methode
De inspectie gebruikte een bezoekinstrument waarin de te toetsen onderwerpen en de normen zijn vastgelegd. De volgende onderwerpen kwamen aan bod: Sturen op kwaliteit en veiligheid. Cliëntdossier. Deskundigheid en inzet personeel. Medicatieveiligheid. Vrijheidsbeperking. De normen zijn gebaseerd op relevante wet en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden (zie volgende paragraaf). Om tot een oordeel te komen heeft de inspectie: Gesprekken gevoerd met cliënten/cliëntvertegenwoordigers. Gesprekken gevoerd met uitvoerend medewerkers en het clustermanagement. Cliëntdossiers ingezien. Documenten ingezien, genoemd in bijlage 1. Een rondgang gemaakt door de locatie. 1.4
Toetsingskader De normen zijn gebaseerd op de volgende wet- en regelgeving en veldnormen: Wetgeving: Besluit zorgplanbespreking AWBZ-zorg (2009). Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ; 1996). Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz; 1992). Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wkcz; 1995). Pagina 3 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz; 1996). Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG; 1993). Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst: Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek (WGBO; 1994). Veldnormen: Bekkema N; De Veer AJE, Francke AL: Verantwoord richtlijngebruik in de gehandicaptenzorg. Utrecht: NIVEL; 2010. Handreiking medicatiebeleid gehandicaptenzorg; VGN, 2011. Handreiking ondersteuningsplannen; VGN, 2013. Hingstman TL; Langelaan M, Wagner C: De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg. Utrecht: NIVEL; 2012. Visiedocument 2.0, Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg; 2013. Inspectierapporten: Extra maatregelen noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen in de langdurige zorg. Utrecht: IGZ; 2012. Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg en zorg thuis. Utrecht: IGZ; 2011.
1.5
Beschrijving locatie
Bartiméus heeft in Doorn, Ermelo en Zeist moderne, kleinschalige woonvoorzieningen voor mensen met visuele en bijkomende beperkingen. De locatie in Doorn, Bartiméus ’t Sand, ligt in een bosrijke omgeving tussen Driebergen en Doorn en biedt 24 uurszorg aan 272 bewoners. Binnen de clusters IBW en BBW wonen cliënten met een zeer uiteenlopende hulpvraag. Alle cliënten hebben een visuele en een matige tot zeer ernstige verstandelijke beperking. De hulpvraag kan bestaan uit hulp bij o.a. problematiek m.b.t. ouder worden, doofblindenzorg, moeilijk leesbaar gedrag, en/of ernstige lichamelijke beperkingen. Begeleiding en ondersteuning wordt geboden van volledige verzorging en begeleiding tot ondersteuning bij het zelfstandig doen van huishoudelijke activiteiten. De leeftijd van de bewoners varieert van 5 tot 99+ jaar. Zij hebben zorgindicaties die variëren van ZZP ZG02 en ZG03 auditief, ZG03 t/m ZG05 visueel en VG04 t/m VG08 tot LG07. 102 van de 272 bewoners hebben een indicatie ZG05 visueel. De cliënten wonen in nieuwe, geschakelde huizen die ruimte bieden aan vier, zes of zeven cliënten. Vanuit de historie ligt binnen IBW het accent iets meer op zorgintensieve begeleiding, en bij BBW iets meer op gedragintensieve begeleiding. De laatste jaren is dat onderscheid steeds minder geworden en zijn beide clusters gericht op soortgelijke doelgroepen. De clusters IBW en BBW hebben 252 FTE aan woonbegeleiders. Dit aantal is inclusief gemiddeld bijna 37 FTE aan invalkrachten. De coördinerend begeleider is de vaste contactpersoon voor de bewoner en zijn familie. Met de indicatie als basis worden afspraken gemaakt over het soort ondersteuning en begeleiding en de mate waarin deze noodzakelijk is. De afspraken worden gemaakt met de coördinerend woonbegeleider, de teamleider en de gedragsdeskundige en vastgelegd in het ondersteuningsplan. Elke woning heeft een zogenaamd huiskameroverleg. In dit overleg worden gemeenschappelijke zaken van bewoners en het team besproken. Pagina 4 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
Cliëntvertegenwoordigers van bewoners zijn daar ook bij betrokken, afhankelijk van de mogelijkheden van bewoners. In 't Sand wordt nog druk gebouwd. De eerste twee bouwfases zijn achter de rug. In 2014 beschikt Bartiméus over een vijftigtal nieuwe woningen. Vrijwel alle oude woongebouwen worden vervangen door twee-onder-een-kap woningen en drie gebouwen met appartementen. De nieuwe woningen zijn geschikt voor vier, vijf, zes of zeven personen. In een aantal typen woningen hebben cliënten een eigen appartement en bij een klein aantal cliënten wordt gesproken van een individuele woonvorm binnen een woning. In 't Sand is ook een gezondheidscentrum. De (para)medici van dit centrum verlenen medische ondersteuning aan de bewoners. Ook zijn er verschillende dagbestedinglocaties op het terrein en in de nabije omgeving. Brood bakken in de bakkerij, dieren verzorgen op de boerderij, kaarsen maken, hout bewerken en fietsen repareren zijn maar een deel van de mogelijkheden. Daarnaast biedt de afdeling Vrije Tijd & vrijwilligerswerk cursussen en activiteiten aan zoals volkdansen, koor, musiceren, massage en soos. Ten slotte is ook de Bosschool van Bartiméus, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen, op ’t Sand gevestigd.
Pagina 5 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
2
Conclusies
Dit hoofdstuk start met een totaaloverzicht van de bevindingen, gevolgd door paragrafen met een beschouwend karakter. In de afsluitende paragraaf van dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. In hoofdstuk 4 van dit rapport (resultaten) worden de bevindingen nader toegelicht. 2.1
Overzicht van de bevindingen Tabel 1 biedt een overzicht van de beoordeelde normen per thema. Voldoet
Thema's
Voldoet niet Oordeel n.v.t. Niet beoordeeld
Sturen op kwaliteit en veiligheid: 6 normen
5 9
Cliëntdossier: 10 normen Deskundigheid en inzet van personeel: 12 normen Medicatieveiligheid: 9 normen
Vrijheidsbeperking: 12 normen
1
1 0
11 5 8
0
01 1 0
3
0
4
Aantal normen
2.2
Cliëntgerichte aanpak verder versterkt: nieuwbouw geeft impuls
De bezochte nieuwbouwwoning waar de inspecteurs met cliënten hebben gesproken ademt een prettige sfeer. De verlichting is passend, de gezamenlijke ruimtes zijn schoon, kleurrijk en uitnodigend ingericht met ook oog voor een welkom gevoel aan ouders, verwanten en vrijwilligers. De kamers zijn onderling goed geïsoleerd wat bijdraagt aan de rustige sfeer : er is weinig geluidsoverlast. Ook op de dagbesteding heerst een rustige sfeer. Vanuit diverse basisgroepen worden activiteiten ondernomen. Er is een snoezelruimte, en er komt nog een zwembad. Er zijn rustruimtes gecreëerd en gemakkelijke stoelen waarin cliënten kunnen rusten. Industrieel werken is op de bovenverdieping gesitueerd.
Pagina 6 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
2.3
Met gerichte scholing en duidelijker verantwoordelijkheidstoedeling legt Bartiméus een stevig fundament onder een gezamenlijk gedragen uitvoering van afspraken en doelen
De inspectie heeft een positieve indruk van de kwaliteit van zorg en veiligheid bij de clusters IBW en BBW van Bartiméus in Doorn. De medewerkers zijn betrokken en er is een goed scholingsaanbod. De medische zorg is verbeterd en beter geborgd. Bartiméus investeert ook breed in verdere teambuilding. Het hiertoe ingezette ‘inspiratietraject’ is nog niet door alle teams gevolgd. Daar waar dit wel is gebeurd heeft dit meer enthousiasme en betrokkenheid op elkaar opgeleverd. Na afloop van een inspiratietraject voeren medewerkers de nieuwe manier van werken met parafen, rapportage en observatieschema’s beter uit omdat ze beter begrijpen waarom bepaalde rapportages en checks van belang zijn. Twee methodieken vormen de basis voor de aanpak van cliënten in deze clusters: de methode Heijkoop en de methode ‘Basic trust’. De gedragswetenschappers zijn hierin geschoold en scholen de medewerkers hierin. Een punt van aandacht is nog dat begeleiders zelf geen hiaten in kennis ervaren, terwijl er signalen zijn dat hun signaleringsvaardigheid op medisch terrein en in mindere mate op agogisch gebied nog verder kan worden verbeterd. Ook zelfreflectie en intervisie blijven ontwikkelpunten. 2.4
Cliëntvertegenwoordigers ervaren een opgaande lijn in communicatie met management
De betrokkenheid van cliëntvertegenwoordigers en hun tevredenheid over de kwaliteit van zorg en de veiligheid bij Bartiméus is sterk gestegen. De afgelopen vijf jaar werd met name de communicatie met het management over de ingrijpende veranderingen als slecht ervaren. Dit betrof de ingrijpende bezuinigingen en de zorgen over de vraag of indicatiegelden wel op de goede plek terechtkomen. Het blijft van belang om transparant te blijven over de besteding van middelen. Bartiméus is gestart met het organiseren van bijeenkomsten dichter bij de dagelijkse leefwereld, zoals huiskameroverleggen in woningen met vergelijkbare cliëntgroepen. Hier zijn onder andere presentaties gegeven over de wijze waarop de roosters op die groepen, vanuit de zorgzwaartebekostiging zijn opgebouwd. Rondom de betrokkenheid van cliëntvertegenwoordigers bij de zorg- en ondersteuning van hun eigen verwant is ook een stijgende lijn waar te nemen: men voelt zich gehoord en welkom op de woningen. Ze worden goed betrokken bij formele evaluaties en worden ook tussentijds informeel geraadpleegd. Ze ervaren de medewerkers als betrokken en deskundig. De beeldvorming over hun verwant vinden ze goed. Punt van aandacht blijft dat het lastig is om mensen te vinden die lid willen worden van de cliëntenraad.
Pagina 7 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
2.5
Inventariseer voorafgaand aan de overgang naar het elektronisch cliëntendossier de huidige verbeterpunten goed
De cliëntdossiers die de inspectie heeft geraadpleegd waren op orde. Dag- en maandrapportages zijn aanwezig. Het sinds 1 januari 2013 gebruikte nieuwe format voor het ondersteuningsplan voorziet in eerdere hiaten. Zo wordt nu de behandelverantwoordelijke vermeld, vindt daar waar van toepassing een beoordeling plaats of een cliënt al dan niet zelf diens medicatie kan beheren, en is er sprake van vastlegging van integrale diagnostiek. Hiernaast zijn er meer mogelijkheden voor onderling overleg tussen gedragswetenschappers, artsen en verpleegkundigen, nu zij fysiek in hetzelfde gebouw zijn gehuisvest. De volgende punten vragen nog om verdere verbetering:
2.6
-
Signaleringsplannen zijn er niet voor alle cliënten. Het betreft hier wel een complexe doelgroep. Daarom is het van belang inzichtelijk te maken waarom een signaleringsplan niet nodig is. Ook is blijvende aandacht nodig voor het actualiseren van de signaleringsplannen.
-
De cliëntdossiers bevatten niet altijd ten minste de twee laatste maandelijkse samenvattingen van rapportages op werkdoelen.
-
Het maken van maandsamenvattingen van rapportages op werkdoelen kost nu veel tijd, omdat deze handmatig uit ‘lopende’ dagrapportages worden gedestilleerd. Hiernaast zijn de omschrijvingen over de voortgang op werkdoelen nog niet altijd specifiek genoeg: onduidelijk is bijvoorbeeld wat bedoeld wordt met de aanduidingen ‘vaak’, ‘was goed gestemd’, etc. In een enkele groep is een camera beschikbaar om beschrijvingen meer beeldend te maken.
Kijk bij analyses van meldingen ook naar basisoorzaken
Onder meer met behulp van uitgebreide viermaandelijkse managementrapportages stuurt Bartiméus op borging van de kwaliteit van zorg en de veiligheid. Voor wat betreft de meldingencyclus valt op dat analyses van incidenten zich nog voornamelijk richten op het al dan niet hebben voldaan aan geldende protocollen en richtlijnen. Het lerend vermogen van medewerkers kan nog verder worden gestimuleerd door bij analyses meer in te zetten op een diepergaand onderzoek naar de basisoorzaken van incidenten. De kwaliteitsmedewerkers zijn inmiddels geschoold in de Prisma-methodiek. Het is van belang om dit instrument ook in te zetten bij het onderzoek naar ernstige incidenten die niet tot calamiteiten hebben geleid.
2.7
Meldt lopende dwangbehandelingen en registreer ook psychofarmaca als vrijheidsbeperkende maatregel
Tijdens het inspectiebezoek kwam naar voren dat er in de clusters IBW en BBW nog een aantal Zweedse banden worden gebruikt. Bartiméus spant zich in om het gebruik Pagina 8 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
van deze laatste banden af te bouwen. Het CCE zal hierbij worden betrokken wanneer men met de aanwezige interne expertise niet het gewenste resultaat bereikt. De inspectie wijst u erop dat deze lopende dwangbehandelingen bij de inspectie niet bekend zijn. De inspectie verzoekt u dan ook na te gaan of deze en andere nog lopende dwangbehandelingen voor deze locatie en andere locaties van Bartiméus aan de inspectie zijn gemeld en indien dit niet het geval is, dit zo snel mogelijk alsnog te doen. Hiernaast verzoekt de inspectie u, ook het gebruik van psychofarmaca als ingrijpende vrijheidsbeperkende maatregel te registreren. De inspectie wil hiermee kunnen monitoren of de afbouw van andere ingrijpende vrijheidsbeperkende maatregelen niet onverhoopt leidt tot de inzet van (meer) psychofarmaca. 2.8
Conclusie
Bartiméus, clusters IBW en BBW in Doorn voldoet niet aan alle normen. Dit geeft een risico op onverantwoorde zorg en gezondheidsschade voor de cliënt. Om de risico’s te beperken wordt van u verwacht dat u maatregelen neemt. In hoofdstuk 3 staan de te nemen maatregelen en vervolgacties.
Pagina 9 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
3
Handhaving
In dit hoofdstuk staat een overzicht van de normen die als onvoldoende zijn beoordeeld. Van de zorgaanbieder wordt verwacht dat hij bij Bartiméus, clusters IBW en BBW in Doorn binnen een daarvoor vastgestelde termijn verbetermaatregelen neemt. De inspectie maakt hierbij onderscheid tussen termijnen van vier weken of zes maanden. De inspectie gaat ervan uit dat hoofdstuk 4 voldoende informatie bevat om de benodigde verbeteringen uit te voeren om te voldoen aan de hieronder genoemde normen. 3.1
Door de zorgaanbieder te treffen maatregelen Normen waaraan binnen maximaal vier weken na de bezoekdatum voldaan moet zijn:
4.11 Er is geborgd beleid rondom de omvang, identiteit en opslag van de voorraad geneesmiddelen. Normen waaraan binnen maximaal zes maanden na de bezoekdatum voldaan moet zijn:
1.3 De zorgaanbieder heeft een klachtenregeling conform de wet en maakt deze bekend bij de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger. 2.7 In het cliëntdossier is de dagelijkse rapportage opgenomen. 5.7 Alle vrijheidsbeperkende maatregelen zijn opgenomen in het cliëntdossier. 5.11 De zorgaanbieder heeft een registratie van vrijheidsbeperkende maatregelen op locatie- of teamniveau. 3.2
Resultaatsverslag
De inspectie verwacht een resultaatsverslag waarin per norm staat: - Of binnen de gestelde termijn is voldaan aan de norm. - De aanpak en acties waarmee is bereikt dat aan de norm is voldaan. - De wijze waarop is gemeten dat aan de norm is voldaan. De inspectie verwacht het resultaatsverslag voor de normen waar u binnen vier weken na de bezoekdatum aan moet voldoen uiterlijk 24 februari 2014. De inspectie verwacht het resultaatsverslag voor de normen waar u binnen zes maanden na de bezoekdatum aan moet voldoen uiterlijk 10 juli 2014. 3.3
Beoordeling van overige locaties
De inspectie verwacht dat het verantwoordelijk management ook in andere locaties of in ander teams beoordeelt of aan de normen wordt voldaan en zo nodig passende maatregelen neemt.
Pagina 10 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
3.4
Vervolgacties inspectie
Op basis van de ontvangen resultaatsverslag beoordeelt de inspectie of vervolgacties nodig zijn. Een aangekondigd of onaangekondigd hertoetsbezoek aan Bartiméus, clusters IBW en BBW te Doorn behoort tot de mogelijke vervolgacties.
Pagina 11 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
4
Resultaten inspectiebezoek
Dit hoofdstuk start met een overzicht per thema van de scores op de normen. De inspectie geeft in dit hoofdstuk in principe alleen een toelichting als niet aan de norm is voldaan. Niet van toepassing wordt gescoord als de situatie waarop de norm van toepassing is, in deze locatie of binnen het team nooit voorkomt. Niet beoordeeld betekent dat de situatie waarop de norm van toepassing is, op de locatie wel voorkomt, maar niet aan de orde is geweest tijdens het bezoek. De nummering van de normen is niet altijd opeenvolgend. Dit komt omdat de normen uit een groter normenbestand komen en niet alle normen uit dit bestand worden getoetst.
1.1
1.2
1.3
De zorgaanbieder verzamelt op structurele wijze kwaliteitsinformatie en gebruikt dit voor kwaliteitsverbetering.
(bijna) Fouten worden systematisch en structureel gemeld, verzameld, geanalyseerd en gebruikt voor verbeteracties.
De zorgaanbieder heeft een klachtenregeling conform de wet en maakt deze bekend bij de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger.
Niet beoordeeld
Oordeel n.v.t.
Voldoet niet
Sturen op kwaliteit en veiligheid
Voldoet
4.1
1.4
De zorgaanbieder regelt cliëntenmedezeggenschap.
1.7
De zorgaanbieder heeft geborgd beleid over intimiteit, vriendschap, seksualiteit en over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen cliënten.
1.8
De zorgaanbieder zorgt er voor dat zinvolle dagbesteding in voldoende mate aanwezig is.
Toelichting per norm waaraan niet wordt voldaan: 1.3
De klachtencommissie is niet of onvoldoende direct toegankelijk (klachten hoeven niet eerst besproken te worden met bijvoorbeeld de leidinggevende. Men kan zich niet rechtstreeks tot de klachtencommiss ie wenden).
De voorlichtingsbrochure over klachten voor cliënten en vertegenwoordigers vermeldt in eerste instantie alleen de interne klachtroute:
Pagina 12 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
“… Zijn er problemen dan vinden we het heel belangrijk die zoveel mogelijk in onderling overleg op te lossen. Onze ervaring is dat dit meestal ook goed lukt. Daarom vragen wij u om, als u ontevreden bent of een klacht hebt, dit eerst te bespreken met de betrokken medewerkers. Zij staan hiervoor open en proberen samen met u een oplossing te vinden. Mocht u er samen met de medewerker niet uitkomen, dan kunt u zich altijd wenden tot de leidinggevenden van de betrokken medewerker of tot één van de vertrouwenspersonen of de klachtenfunctionaris. …” Pas in laatste instantie, bij de beschrijving van de externe klachtencommissie, wordt impliciet aangegeven dat deze ook rechtstreeks toegankelijk is: “…Als overleg en bemiddeling geen bevredigende oplossing voor uw klacht bieden of als u vindt dat uw klacht niet in aanmerking komt voor bemiddeling dan kunt u uw klacht voorleggen aan de klachtencommissie van Bartiméus. …” Expliciet moet worden aangegeven dat de klachtencommissie ook rechtstreeks toegankelijk is.
2.1
Iedere cliënt heeft een zorg-/ondersteuningsplan.
2.2
De cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger is aantoonbaar betrokken bij het opstellen van en heeft aantoonbaar ingestemd met het zorg-/ondersteuningsplan.
2.3
De wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt zijn de basis voor de zorg/ondersteuningsdoelen.
2.4
Risico's voor de cliënt zijn geïnventariseerd door de zorgverleners en de zorg en ondersteuning zijn hierop gebaseerd.
2.5
De in het zorg-/ondersteuningsplan beschreven zorg/ondersteuningsproblemen, de doelen, acties, rapportage en evaluaties zijn congruent met elkaar.
2.6
In het cliëntdossier is informatie van betrokken disciplines op een vaste plaats terug te vinden.
2.7
In het cliëntdossier is de dagelijkse rapportage opgenomen.
2.8
In het cliëntdossier zijn samenvattingen opgenomen van zorghistorie.
Niet beoordeeld
Oordeel n.v.t.
Voldoet niet
Cliëntdossier
Voldoet
4.2
Pagina 13 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
2.9
In het zorg-/ondersteuningsplan is vastgelegd welke disciplines met welke verantwoordelijkheden zijn betrokken bij de verschillende onderdelen van de zorgverlening.
2.10
De cliënt of de cliëntvertegenwoordiger is betrokken bij de periodieke evaluatie van het zorg/ondersteuningsplan.
Toelichting per norm waaraan niet wordt voldaan: 2.7
Medewerkers rapporteren dagelijks niet op de afgesproken zorg-/ ondersteuningsdoelen. De (dagelijkse) rapportages zijn niet gekoppeld aan de zorg-/ ondersteuningsdoelen/zorgafspraken.
Medewerkers rapporteren niet separaat op de afgesproken werkdoelen. Deze worden meegenomen in de reguliere dagrapportages. Maandelijks achteraf wordt handmatig een samenvatting van de voortgang op werkdoelen uit de dagrapportages gedestilleerd. Het resultaat van deze tijdrovende activiteit wordt nog niet altijd aan het cliëntdossier toegevoegd. Door deze werkwijze is het lastig snel en frequent inzicht te verkrijgen in de voortgang van de werkdoelen.
Pagina 14 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
3.1
Medewerkers werken cliëntgericht.
3.2
Medewerkers kennen de impact van hun bejegening op het gedrag van de cliënt.
3.3
Medewerkers hebben voldoende kennis van en vaardigheden voor de doelgroep van cliënten.
3.4
Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante richtlijnen, protocollen en/of werkinstructies.
3.5
Alleen bevoegde en bekwame medewerkers voeren voorbehouden en risicovolle handelingen uit.
3.6
Medewerkers krijgen de benodigde scholing om verantwoord te kunnen werken met de doelgroep en de zorgproblematiek van de cliënten.
3.7
De zorgaanbieder zet op de juiste momenten voldoende deskundige medewerkers in ter uitvoering van de dagelijkse zorg.
3.8
De zorgaanbieder regelt dat vakinhoudelijk specialisten in voldoende mate beschikbaar zijn.
3.9
De zorgaanbieder verzamelt, analyseert en onderneemt zo nodig acties met betrekking tot belangrijke contextuele factoren van inzet van personeel.
3.10
Medewerkers en management kennen de grenzen van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden en schakelen tijdig vakinhoudelijke specialisten in.
3.11
Medewerkers werken volgens relevante gedragscodes. (gedrags-, meld)codes.
3.12
Management toont aan dat de zorg- en dienstverlening aan cliënten wordt uitgevoerd door zo weinig mogelijk verschillende medewerkers.
Niet beoordeeld
Oordeel n.v.t.
Voldoet niet
Deskundigheid en inzet personeel
Voldoet
4.3
Pagina 15 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
4.1
De arts en de apotheker verrichten jaarlijks een medicatiebeoordeling voor alle cliënten.
4.3
De zorgaanbieder bepaalt in dialoog met de cliënt of de medicatie geheel of gedeeltelijk in eigen beheer wordt gegeven en legt de gemaakte afspraken daarover vast in het zorg-/ondersteuningsplan.
Niet beoordeeld
Oordeel n.v.t.
Voldoet niet
Medicatieveiligheid
Voldoet
4.4
4.4
De procedure rondom uitzetten, toedienen en registreren is beschreven in een procedure farmaceutische zorg.
4.5
Medewerkers die hulp bieden bij de medicatie beschikken over een actuele medicatieoverzichtlijst en medicatietoedienlijst van de apotheker.
4.6
Medewerkers signaleren werking en bijwerking van het toegediende geneesmiddel.
4.7
Niet GDS medicatie wordt door een tweede bekwaam persoon gecontroleerd, of er is een afspraak met de apotheek dat het geen risicovolle medicatie betreft voor deze cliënt.
4.9
De medewerker parafeert de toegediende of aangereikte medicatie op de door de apotheek verstrekte toedienlijst.
4.10
Bij activiteiten buiten de woonvoorziening zoals dagbehandeling krijgt de cliënt de juiste medicatie op het juiste tijdstip.
4.11
Er is geborgd beleid rondom de omvang, identiteit en opslag van de voorraad geneesmiddelen.
Toelichting per norm waaraan niet wordt voldaan: 4.11 Er is geborgd beleid rondom de omvang, identiteit en opslag van de voorraad geneesmiddelen. Hoewel deze norm negatief scoort is aan vrijwel alle eisen voldaan. Alleen ontbrak op een flesje vloeibare medicatie in de woning Foretweg 3 een aanduiding van de openingsdatum, waardoor niet kon worden vastgesteld of de uiterste houdbaarheidsdatum was overschreden.
Pagina 16 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
De volgende zaken waren allemaal in orde:
Er zijn middelen op naam in voorraad. De voorraad is niet groter dan de toegestane werkvoorraad, ook wel ‘de dokterstas’ genoemd (handreiking werkvoorraad). Geneesmiddelen worden op naam uitgereikt aan de cliënt. Er zijn in de instelling geen geneesmiddelen aangetroffen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. Er is een aantoonbare periodieke controle op de voorraad en er is vastgelegd wie hiervoor verantwoordelijk is. De medicatiekasten zijn op slot en er is sleutelbeleid voor de medicijnkasten en voor de opiatenkast. Voeding en geneesmiddelen staan gescheiden van elkaar in dezelfde koelkast. Geneesmiddelen worden bewaard in een afsluitbare doos. Medicatie die onder de opiumwetgeving valt wordt in een afgesloten kast bewaard en de voorraad is geregistreerd. Niet beoordeeld is of de temperatuur van de koelkast maximaal 7 graden was.
Pagina 17 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
Niet beoordeeld
Oordeel n.v.t.
Voldoet niet
Vrijheidsbeperking
Voldoet
4.5
5.1
De zorgaanbieder beschrijft visie en beleid over preventie, besluitvorming en uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen.
5.2
Voorafgaand aan de vrijheidsbeperkende maatregel(en) is een (probleem)analyse verricht van het gedrag van de cliënt.
5.3
Voorafgaand aan de inzet van de psychofarmaca vindt een psychosociale- of gedragsinterventie plaats.
5.4
In dialoog met cliënt vindt multidisciplinaire besluitvorming plaats over de vrijheidsbeperkende maatregel(en).
5.5
Een arts of een gedragskundige is verantwoordelijk voor het besluit om over te gaan tot de vrijheidsbeperkende maatregel(en).
5.6
De cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger geeft toestemming voor de vrijheidsbeperkende maatregel(en).
5.7
Alle vrijheidsbeperkende maatregelen zijn opgenomen in het cliëntdossier.
5.8
Medewerkers passen vrijheidsbeperkende maatregel(en) zorgvuldig toe.
5.9
De zorgaanbieder zorgt voor toetsing van besluitvorming en uitvoering, door een niet bij de behandeling betrokken deskundige, als fixatie met onrustband, afzonderen in een daarvoor bestemde ruimte of separatie worden toegepast.
5.10
De zorgaanbieder heeft werkinstructies (protocollen) over het toepassen van alle vrijheidsbeperkende maatregelen.
5.11
De zorgaanbieder heeft een registratie van vrijheidsbeperkende maatregelen op locatie- of teamniveau.
5.12
De afzonderingsruimten en de separeerruimten voldoen aan de eisen.
Toelichting per norm waaraan niet wordt voldaan: Niet van toepassing
Pagina 18 van 19
Rapport van het inspectiebezoek aan clusters IBW en BBW van Bartiméus te Doorn op 9 januari 2014
Bijlage 1 Geraadpleegde documenten
De onderstaande documenten zijn door de inspectie gebruikt bij het uitvoeren van het inspectiebezoek en het opstellen van dit rapport. De inspectie heeft de documenten niet in totaliteit beoordeeld, maar op specifieke onderwerpen doorgenomen.
-
Overzicht ZZP’s van de 272 bewoners van de clusters IBW en BBW Overzicht ingezette FTE’s in 2013 bij de clusters IBW en BBW Overzicht aantallen incidenten 2013 clusters IBW en BBW Registratie vrijheidsbeperkende maatregelen clusters IBW en BBW Voortschrijdend maandoverzicht ziekteverzuim 2013 clusters IBW en BBW Dienstroosters december 2013 van de woningen Brink 01-02, Brink 08-09, Brink 10-11, Achterhoeklaan 03-04, Achterhoeklaan 05-06, Achterhoeklaan 9, Achterhoeklaan 12-13, Tussenpad 12, Foretweg 08-09 en Foretweg 10-11 Gevolgde scholing 2012 en 2013 clusters IBW en BBW, inclusief scholing inzake voorbehouden en risicovolle handelingen Scholingsplan 2014 clusters IBW en BBW Geneesmiddeldistributieprotocol Bartiméus, Mediq Apotheek Westerveen instellingen en Mediq Systemfarma, opgesteld door Mediq Systemfarma d.d. 2010
Pagina 19 van 19