Vastenaktie 2008 – project Bangladesh Begeleidingstraject Bisdom Rotterdam
MA PRUE CHING EN HET VASTENAKTIEPROJECT BANGLADESH Op een werkbijeenkomst voor MOV-groepen op 14 november 2007 in Delft presenteerde Thoie Nu Mong het Vastenaktieproject voor geïntegreerde gemeenschapsontwikkeling in de Chittagong Hill Tracts in Bangladesh. Thoie Nu Mong is veldmedewerker bij Caritas Bangladesh, de lokale partnerorganisatie van de Vastenaktie, en was hier in Nederland op uitnodiging van de Vastenaktie. Jan Maasen werkte Thoie’s presentatie uit en vulde die aan met mondelinge mededelingen tijdens zijn bezoek. Het verhaal van Ma Prue Ching Ma Prue Ching is een vrouw van 30 jaar en woont in Bolipara, een dorp in het Banderban district in het zuiden van de Chittagong Hill Tracts. Bolipara betekent in het Marma ‘groot gezond dorp’. In Bolipara wonen 94 gezinnen. Haar man stierf acht jaar geleden. Ze heeft twee zoons van elf en veertien jaar. Caritas Bangladesh voert een groot aantal programma’s uit. Een daarvan is het Integrated Community Development Project (ICDP), dat zich speciaal richt op de inheemse volken in Bangladesh. Het programma startte in 2002. Dit programma heeft een grote verandering teweeg gebracht in het leven van Ma Prue Ching. Vroeger zag ze het belang van scholing voor haar kinderen niet in. Ze bewerkte haar jum veld1, een uur gaans van haar huis. De opbrengst was slecht. Ze kon haar kinderen er nauwelijks van onderhouden, laat staan dat ze kon sparen voor noodsituaties. Drinkwater haalde ze uit een riviertje vlakbij het dorp. Enige jaren geleden kwam ze aan het eind van een dag werken op haar jum-veld terug in haar dorp, toen ze werd uitgenodigd voor een bijeenkomst. Die avond maakte ze kennis met de activiteiten van ICDP. Ze besloot lid van de groep te worden. Sindsdien bezoekt ze elke veertien dagen de groepsbijeenkomsten. Daar worden allerlei onderwerpen besproken, zoals mensenrechten en de verhouding van de inheemse volken tot de samenleving van Bangladesh. Ook krijgen de deelnemers verschillende trainingen over zulke uiteenlopende zaken als het belang van landdocumenten, onderwijs voor de kinderen, gezondheid, prenatale en postnatale zorg en schoon drinkwater. Maar ook leren ze nieuwe landbouwtechnieken en methoden om te sparen. En ze vieren gezamenlijk belangrijke dagen als ‘analfabetendag’, onafhankelijkheidsdag e.d. Zo ontwikkelen de dorpsbewoners langzamerhand hun bewustzijn ten aanzien van deze onderwerpen.
1
Jum is de benaming van de traditionele ‘slash-and-burn’ techniek om landbouw te bedrijven: een stuk oerwoud wordt platgebrand en schoongemaakt en daarop wordt 10 tot 12 jaar verbouwd. De grond blijft vervolgens vijf tot tien jaar braak liggen om weer te herstellen, de mensen trekken verder naar een ander stuk. De inheemse volken van Bangladesh worden ook wel Jumma genoemd: mensen die jum bedrijven.
1
Sparen De bergvolkeren van de Chittagong Hill Tracts zijn nog niet zo lang vertrouwd met een geldeconomie en met het belang van sparen. Voor de banken is dit ook een commercieel onaantrekkelijk gebied. Daarom zijn er geen of nauwelijks bankvestigingen en men accepteert ook niet de zeer kleine bedragen die de Marma kunnen sparen. Caritas Bangladesh heeft daarom een eigen spaarsysteem opgezet. Als Ma Prue Ching en de andere dorpsbewoners een veertiendaagse bijeenkomst van hun groep bezoeken, kunnen zij het weinige geld, dat zij in die twee weken hebben opgespaard, inleggen op een spaarbankboekje. Dat spaargeld wordt beheerd door Caritas Bangladesh. Het totaalbedrag van de spaargroepen is wel interessant voor een bank. Na twee jaar had Ma Prue Ching 3500 taka (ongeveer 35 euro) gespaard. Toen werd haar zoon ziek en moest hij naar het ziekenhuis in Banderban. De rekening bedroeg 3000 taka. Van haar spaargeld kon ze dus haar zoon laten verzorgen en de medicijnen betalen. Haar zoon is nu weer gezond. Als ze geen spaargeld had gehad, had ze haar land moeten onderverhuren en had ze eten moeten gaan kopen. Water en gezondheid Voordat het ontwikkelingsproject in Bolipara startte, haalden de dorpsbewoners hun drinkwater uit de rivier. Dat water was vuil en veroorzaakte soms diarree of cholera. In Bolipara is geen ziekenhuis of kliniek voor gezondheidszorg. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis ligt 85 kilometer verderop. En een behandeling daar kost veel geld. Daarom wilde het dorp graag een waterpomp hebben. Caritas voorzag in een pomp, de bewoners zorgden voor zand en stenen en hebben in het dorp een waterpomp aangelegd. Nu heeft het dorp schoon drinkwater en hoeven de vrouwen veel minder ver te lopen. Caritas heeft voor de hele regio zes verplegers en 24 lokale vroedvrouwen opgeleid. Zij kunnen als eerste worden geconsulteerd, als mensen ziek zijn. Ze geven ook veel voorlichting over gezondheid en hygiëne. Onderwijs Het dorp had ook geen eigen school, zodat de kinderen geen onderwijs kregen. Caritas heeft met de dorpsbewoners verschillende mogelijkheden besproken om te voorzien in onderwijs. De dorpsbewoners wilden graag een eigen school hebben. Als locatie kozen ze voor een plek midden in het dorp. Caritas heeft hen voorzien van de bouwmaterialen. De dorpelingen hebben zelf de school gebouwd. De ouders moeten ook zelf zorgen voor tafels en stoelen. In arme dorpen ontbreekt schoolmeubilair en zitten de kinderen op de grond. Caritas voorziet in educatieve materialen (boeken, pennen, papier). Het analfabetisme of laaggeletterdheid onder de ouderen is groot. Landdocumenten en landgebruik Ma Prue Ching heeft geen eigendomspapieren van het land dat ze bewerkt. Volgens de wet valt land zonder eigendomspapieren toe aan de staat. Ook al woont ze er al decennia. Na een training in haar groep ziet ze het belang van registratie in. Met behulp van Caritas dient ze een aanvraag voor een eigendomsakte in. Eigendom van grond is een belangrijke voorwaarde, maar belangrijk is ook een duurzaam en effectief gebruik. Door een landbouwtraining te volgen, leert Ma Prue Ching nieuwe methoden en kan ze nu meer groenten en fruit verbouwen. Zo introduceert Caritas Bangladesh de teelt van de hybride Red Lady, een papayasoort met een goede opbrengst. Die kan ze dan verkopen op de markt.
2
Overzicht veranderingen Door het geïntegreerde gemeenschapsontwikkelingsprogramma is de leefsituatie van Ma Prue Ching in de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd: Haar twee zonen krijgen nu onderwijs, omdat er een school in Bolipara is gebouwd, en zij het belang van onderwijs voor haar kinderen inziet. Ze heeft een zoon in leven kunnen houden toen hij ziek werd, omdat ze geld had gespaard. Haar echtgenoot stierf acht jaar geleden, vanwege het ontbreken van een medische behandeling en ze toen niet wist wat ze moest doen. Ze hebben nu veilig en schoon drinkwater uit de pomp Ze gebruikt een plastic w.c.-bril die schoner is Ze kan meer groenten verbouwen en op de markt verkopen, waardoor ze meer geld kan sparen Ze heeft haar landeigendomspapieren gekregen. Thoie Nu Mong ziet nog een andere verandering. De groepsbijeenkomsten vinden altijd ’s avonds plaats, omdat de mensen overdag op het land werken. Toen het programma pas begon, sliepen alle kinderen ’s avonds. Nu zijn de kinderen druk bezig met hun huiswerk. Algemeen overzicht ICDP-CHT Caritas Bangladesh is met het geïntegreerde gemeenschapsontwikkelingsproject actief in drie van de zes districten van de Chittagong Hill Tracts (ter vergelijking: heel Bangladesh is verdeeld in 64 districten.) Veel leden van de elf etnische volken leven juist in deze drie districten: Khagrachari, Rangamati en Bandarban. Elk district is weer onderverdeeld in upazilla’s en unions. Caritas is actief in 6 van de 25 upazilla’s in de Chittagong Hill Tracts (één in Khagrachari, één in Rangamati en vier in Bandarban). In totaal worden 142 dorpen in 12 unions (subdistricten) bereikt. In deze dorpen zijn 255 groepen actief, die elke veertien dagen bij elkaar komen. In sommige dorpen zijn er dus meerdere groepen. Wat wil het programma bereiken? In elk dorp waarin het programma actief is, is een ‘community based organisation group’ verantwoordelijk voor het programma. Die groep wil men ondersteunen en versterken. Naast een spaarsysteem zorgt het programma ook voor technische vaktrainingen, zoals naaien, autorijden (chauffeur) of een opleiding tot electricien of monteur. Het wordt een “learning earning” opleiding genoemd Om te voorkomen dat de traditionele cultuur van de inheemse volken verloren raakt, wil men de oude feestdagen in ere houden. Om die reden organiseert men ook jaarlijks een Adivari Cultural festival. (Adivari is de verzamelnaam voor de inheemse volken). Jaarlijks viert men de Internationale Dag voor Inheemse Volkeren (9 augustus)2 met een demonstratie. Toegang van alle inheemse kinderen tot basisonderwijs via de stichting van scholen Verbetering van de gezondheidszorg Het regelen van landkwesties zodat mensen weer officieel eigenaar worden van hun eigen land en het terugkopen van grond dat met hypotheek is bezwaard of dat men heeft uitgeleend om te kunnen voldoen aan schulden
2
De Internationale Dag voor Inheemse Volkeren is door de VN ingesteld. De datum van 9 augustus is niet gebaseerd op een feestdag van een specifiek inheems volk, maar is de datum waarop in 1982 in Genève de eerste vergadering plaatsvond van de VN Werkgroep voor Inheemse Volkeren.
3
Vragen aan Thoie Nu Mong Is er ruimte voor microkrediet? Microkrediet is alleen geschikt als middel om te investeren, dus voor kleine ondernemingen. Inheemse volken weten niet hoe ze moeten boekhouden en een rekening te beheren, zij weten niet hoe ze klanten moeten bejegenen en geld te gebruiken. Microkrediet is een volgende stap. Aanvulling van Mariët Mulders (Cordaid): Bangladesh staat bekend als het land van het microkrediet. Mohammad Yunus, de oprichter van de Grameen microkredietbank, heeft zelfs de Nobelprijs gekregen. Het probleem is, dat het land stikt van de kleine organisaties die microkrediet aanbieden. Dat is alleen interessant voor de middenklassen, die een eigen bedrijfje kunnen opzetten, niet voor de allerarmsten. Ze kent een vrouw, die zeven boekjes heeft van verschillende microkredietorganisaties en het ene krediet aflost met het andere. Microkrediet werkt niet bij boeren. Je wordt geacht elke week iets terug te kunnen betalen van het krediet. Dat kan als je wekelijks inkomsten hebt b.v. uit een winkeltje of als riksja, maar gaat niet op voor boeren die slechts af en toe de oogst van het land kunnen verkopen. Wie leidt de onderwijzers op voor de scholen en wie betaalt ze?Kwaliteit is immers belangrijk. De onderwijzers en verpleegsters krijgen hun salaris van Caritas Bangladesh. De verpleegsters moeten een staatsdiploma hebben. De onderwijzers in de dorpen krijgen gedeeltelijk een opleiding via het ICDP-programma, waarvoor bestaande onderwijsinstituten worden ingeschakeld. Zo worden lokale mensen opgeleid tot onderwijzer. In andere regio’s in Bangladesh onderhandelt Caritas Bangladesh met de overheid om de salarissen van de onderwijzers door de overheid te laten overnemen. Dat gaat moeizaam. De Chittagong Hill Tracts is een achtergesteld gebied. Zover is het hier nog niet. Maar men volgt in de scholen wel het nationale curriculum om te zijner tijd deze stap te kunnen maken. ”Education for all” is een belangrijk thema in Bangladesh. In sommige gebieden is er nog maar één school beschikbaar voor 15 tot 20 dorpen en is de afstand van huis tot school feitelijk te groot (15 tot 20 kilometer). Caritas Bangladesh vond het belangrijk dat er ook onderwijs in de kleine dorpen van de Chittagong Hill Tracts kwam. Omdat er helemaal geen overheidsscholen waren, is men die zelf gaan opzetten. Hoe zit het met het tweetalig onderwijs? De scholen volgen het nationaal curriculum. Op school leren de kinderen Bengali. De meeste boeken (zeven) zijn ook in deze taal. Sommige scholen maken ook gebruik van één Engelstalig boek. Maar in onze streek gebeurt dat weinig, omdat de onderwijzers vaak deze taal niet beheersen. Dat is meer iets voor de middelbare scholen in de steden. In de Chittagong Hill Tracts worden door inheemse volken elf verschillende talen gesproken. Ook worden verschillende soorten schrift gebruikt. Caritas Bangladesh wil het onderwijs in de eigen taal bevorderen. Inmiddels hebben we een schoolboek ontwikkeld in drie verschillende talen, met het bijbehorende schrift, waaronder het Marma. Is tweetalig onderwijs moeilijk voor de kinderen, zeker als ze twee verschillende schriften moeten aanleren? De kinderen zijn al tweetalig als ze naar school gaan. Thuis spreken ze Marma en Bengali kennen ze vaak ook al, omdat er veel Bengalen in het gebied zijn komen wonen. Ook gebruiken leden van verschillende inheemse volken vaak Bengali om met elkaar te communiceren. De eigen taal dreigt verloren te gaan. Daarom vindt Caritas Bangladesh onderwijs in Marma ook zo belangrijk. Om een voorbeeld te geven: mijn eigen vader kan goed Marma lezen en schrijven. Zelf kan ik alleen mijn eigen naam in het Marma schrijven. Ik hoop, dat mijn pasgeboren zoon later wel weer vloeiend onze moedertaal beheerst.
4
De kinderen leren nu lezen en schrijven. Hoe zit het met de alfabetisering van de ouderen? Toen we pas begonnen, konden maar weinig mensen (20 %) hun eigen handtekening zetten bij de aanvraag van landdocumenten. Dat aantal is inmiddels verdubbeld. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook kunnen lezen en schrijven. Wat is de rol van de traditionele hoofdmannen of stamoudsten? Zijn ze een verlengstuk van de overheid? De Chittagong Hill Tracts kennen een dubbele bestuursstructuur. Naast het formele overheidssysteem met districten, upazilla’s en unions spelen in de districten ook nog de traditionele hoofdmannen of stamoudsten (de oude koningen uit Birma) een belangrijke rol, met name op het gebied van het landeigendom. Zij zijn bekend met de oorspronkelijke bezitsverhoudingen. De stamoudste (chief) is hoofd van een district. Daarnaast heb je een hoofdman (headman) voor tien tot twintig dorpen en in elk dorp is er een Karbari of dorpsoudste. In het traditionele systeem is er geen sprake van corruptie. Vergeleken met de betalingen die men aan de staat moet doen voor het verkrijgen van landdocumenten (15.000 tot 20.000 taka) is de bijdrage die men verschuldigd is voor bemiddeling door de headman gering: 200 taka. Als Caritas voor de eerste keer naar een dorp gaat is er vooraf overleg met de dorpsoudste. Die roept dan de dorpelingen bijeen, waarmee het programma wordt besproken. Als de dorpelingen positief reageren, wordt er een groep gevormd van 15 of 20 leden. Elke groep heeft een voorzitter en vice-voorzitter, een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. De meeste dorpelingen zijn analfabeet en weten niet hoe ze een groep moeten leiden. Caritas besteedt dan ook veel aandacht aan de training van groepsleiders: hoe organiseer je een bijeenkomst? Hoe deel je ervaringen met elkaar? Hoe neem je besluiten volgens democratische regels? De groep wordt daarin begeleid. Na ongeveer een jaar moet de groep zelfstandig haar eigen bijeenkomsten kunnen houden. Worden de activiteiten van ICDP, b.v. voor het verkrijgen van landdocumenten, als politiek gevaarlijk gezien? In de periode 1982-1985 was het heel gemakkelijk om een landdocument te verkrijgen. Je kon toen binnen twee maanden de benodigde papieren verkrijgen. Tegenwoordig duurt de hele procedure vijf jaar. In 1997 is er een vredesakkoord gesloten in de Chittagong Hill Tracts. De overheid heeft toen gegarandeerd, dat er onderwijs in de eigen taal kan worden gegeven. Tien jaar later is er van die afspraak nog steeds niets terecht gekomen. Deze handreiking is ontwikkeld door de sectie Dienen van de Pastorale Dienstverlening van het bisdom Rotterdam in het kader van het diocesaan begeleidingstraject rond het centrale Vastenaktieproject “Geïntegreerde gemeenschapsontwikkeling in de Chittagong Hill Tracts in Bangladesh”. Dit traject is opgezet in nauwe samenwerking met de Vastenaktie. Tot nu toe zijn verschenen: 1. Drie solidariteitsmaaltijden 2. Vastenaktie en diaconie dichtbij 3. Presentatie Vastenaktieproject Bangladesh Informatie: pastorale dienstverlening bisdom Rotterdam, Kon. Emmaplein 3, 3016 AA Rotterdam, 010 – 4148213 Email:
[email protected] Website: www.bisdomrotterdam.nl 5