Jaarverslag
2015
Inhoudsopgave Voorwoord..............................................................................................................................................3 Materiële dienstverlening......................................................................................................................5 Ontwikkelingen..................................................................................................................................5 Stabilisatietrajecten...........................................................................................................................6 Formulierenbrigade...........................................................................................................................8 Papierwinkel......................................................................................................................................9 Postadressen...................................................................................................................................10 Informatie & Advies..............................................................................................................................11 Stips in 2015....................................................................................................................................11 Noodopvang Heumensoord.............................................................................................................12 Participatie & re-integratie...................................................................................................................15 Interculturalisatie en Diversiteit...........................................................................................................17 Organisatie...........................................................................................................................................22 Raad van Toezicht............................................................................................................................22 Samenwerking.................................................................................................................................22 Klachten...........................................................................................................................................23 Personeel.........................................................................................................................................23 Jaarcijfers..............................................................................................................................................25 Exploitatie........................................................................................................................................25 Balans..............................................................................................................................................26 Contact.................................................................................................................................................27 Colofon.................................................................................................................................................27
2
Voorwoord In 2016 viert het Inter-lokaal haar 40-jarig jubileum. Natuurlijk zullen we dit niet onopgemerkt voorbij laten gaan en de eerste ideeën en voorbereidingen voor jubileum-activiteiten zijn eind 2015 van start gegaan. De kerntaken en kernwaardes van onze organisatie hebben we in de afgelopen 40 jaren door middel van onze dienstverlening en onze werkwijze stevig neergezet en het is helder dat zij van grote betekenis zijn voor het welzijn van veel bewoners in de stad. Daarom hebben we er alle vertrouwen in dat we deze meerwaarde met alle ontwikkelingen die er zijn een volwaardige plek kunnen geven. Vanaf haar start als ‘gastarbeidwinkel’ is diversiteit altijd een belangrijk speerpunt en een kerntaak van Het Inter-lokaal geweest. Deze kerntaak wordt in verschillende projecten op het gebied van participatie en interculturalisatie vormgegeven, in dit jaarverslag leest u er meer over. Naast ons werk binnen het welzijnsdomein ligt er binnen Het Inter-lokaal ook een sterk accent op re-integratie en participatie. In 2015 kregen wederom weer veel mensen een kans om ervaring op te doen in ons leerwerkbedrijf. Maatschappelijke vraagstukken van armoede en schuldenproblematiek blijven onverminderd prominent op de agenda staan. Voor veel mensen betekent de complexiteit van het inkomen en hoe dat op orde te krijgen, de betaalbaarheid van de huisvesting en de (on)mogelijkheid om schulden te kunnen saneren een kluwen van problemen. Steeds meer jongeren doen een beroep op deze vorm van dienstverlening. Ons team materiële dienstverlening is er dan ook op gericht om mensen te ondersteunen bij het ontwarren van deze complexiteit en te zoeken naar mogelijkheden om stabiliteit in de (financiële) situatie te krijgen. De zwaarte van deze financiële problematiek doet een groot appèl op het incasseringsvermogen en de creativiteit van dit team. In 2015 is veel ingezet op verdere versterking van budgetbeheer en zijn we gestart met de voorbereidingen om tevens bewindvoeringstrajecten uit te gaan voeren. In 2016 zullen we hiervoor een verzoek tot toelating als bewindvoerder bij de kantonrechtbank indienen. Om huurachterstanden te voorkomen of in te gaan lopen hebben we in 2015 hebben onze samenwerking met een aantal woningbouwcorporaties geïntensiveerd. In 2015 werden de Stips, wijkpunten voor informatie, advies en ontmoeting in de wijk, steeds zichtbaarder in de stad. Ruim 10.000 vragen werden er beantwoord naast het ondersteunen van bewoners bij het ontwikkelen van hun ideeën en het faciliteren van ontmoeting. Er waren meer dan 140 vrijwilligers betrokken bij het vormgeven van deze basisvoorziening in de wijk. Het jaar 2015 stond zowel nationaal als internationaal sterk in het teken van de vluchtelingenproblematiek. Ook op lokaal niveau diende het vraagstuk zich volop aan. Eind september besloten de gemeenten Nijmegen en Heumen, op verzoek van het COA, een noodopvangvoorziening voor 3000 vluchtelingen op Heumensoord op te zetten. Het Inter-lokaal werd
3
vanuit de Stips gevraagd om te helpen met het opzetten van activiteiten en het coordineren van het aanbod aan vrijwilligers. Vanaf het begin heeft een speciaal voor dit doel opgezet team "Stip Noodopvang" de coördinatie uitgevoerd van de vrijwilligers en van enorm veel activiteiten op en buiten Heumensoord. Meer dan 130 activiteiten konden worden gerealiseerd dankzij duizenden betrokken Nijmeegse bewoners/vrijwilligers. Deze noodopvang is uiterlijk op 1 juni 2016 beëindigd. 2015 was een jaar waarin de transities handen en voeten moesten krijgen en dit vergde veel van de flexibiliteit, inzet en creativiteit van de organisatie en haar medewerkers. In 2016 zal de verdere doorontwikkeling binnen de W4 veel aandacht en energie gaan vragen. We zijn ervan overtuigd dat de kernwaarden van Het Inter-lokaal hierbij krachtig behouden blijven. Ik wil al onze cliënten, opdrachtgevers, vrijwilligers en medewerkers bedanken voor hun enorme inzet in het afgelopen jaar en hun vragen de komende jaren met eenzelfde enthousiasme, bevlogen- en betrokkenheid door te gaan. Nijmegen, mei 2016
Mevr. Drs. Rietje Compiet Directeur/bestuurder Stichting Het Inter-lokaal
4
Materiële dienstverlening Voor veel klanten is de financiële situatie de focus van hun problemen. Het Inter-lokaal is al jaren specialist in materiële dienstverlening. Om klanten zo goed mogelijk te kunnen helpen en begeleiden staat hen heel palet van diensten ter beschikking. Diensten worden apart genoemd maar zijn in de praktijk nauw met elkaar verbonden. Sinds twee jaar horen ook budgetcoaching en inkomensbeheer tot onze producten. Hierdoor kunnen we mensen bij een breed spectrum van financiële vragen en problemen helpen.
Ontwikkelingen Ook dit jaar viel weer op dat er bij veel (schulden)dossiers beslag lag op het inkomen, vaak zonder rekening te houden met de beslagvrije voet. Vaak gebeurt dit in combinatie met niet gebruiken van inkomensvoorzieningen en te hoge betalingsregelingen. Het aanpakken van de beslagvrije voet is vaak moeizaam te herstellen, legt een groot beslag op de duur van een traject en kan een schuldregeling blokkeren. Het al dan niet gebruiken van inkomensvoorzieningen wordt door inzet van een voorzieningencheck aangepakt. Dit kan bovendien een positief effect hebben op het inlopen van betalingsachterstanden. Dit is des te belangrijker omdat de betaalbaarheid van vaste lasten voor mensen die al langer een laag inkomen hebben steeds meer onder druk is komen te staan. Het NIBUD berekende voor het eerst dat die inkomens feitelijk negatief zijn. Na betaling van de vaste lasten blijft er nauwelijks iets over. Een deel van onze klanten is naast deze schaarste extra kwetsbaar vanwege gezondheidsproblemen of een verstandelijke of psychische beperking. Het is, naar onze mening, vooral van belang ‘niet kunnen’ niet te verwarren met ‘niet willen’. Om rekening te houden met wat schaarste met de psychische gesteldheid van iemand kan doen. Inzicht in deze situatie in combinatie met motiverende ondersteuning kan dan uitval voorkomen. Het laat vooral zien dat niet alleen de juridische belemmeringen oorzaak kunnen zijn van steeds verder onoplosbare schulden, maar dat ze in combinatie gezien moeten worden met gedrag. Het onderzoek ‘Onoplosbare schuldsituaties’ van het NVVK en de Hogeschool Utrecht geeft een goede schets over deze situatie en is voor ons zeer herkenbaar als bestaande praktijk en situatie. 5
Scholing Het Inter-lokaal heeft zich daarom het afgelopen jaar verder verdiept in de effecten van de schaarste: wat doet het met de mentale conditie van mensen als ze over een langere periode schulden hebben. Er is scholing georganiseerd rond dit onderwerp met alle medewerkers van de Materiële Dienstverlening. Ook is er aandacht geweest voor de effecten van laaggeletterdheid en hoe dat sneller te herkennen. De uitgebreide training Sonestra, sociale netwerkstrategie, was daarbij een stimulans om veel meer accent te leggen op de regie van de klant.
Mesis Begin 2015 is ervaring opgedaan met gebruik van de Mesis-screening. Opnieuw werd duidelijk dat de Mesis-screening een uitstekend intake-instrument is voor intake van een traject voor aanpak van problematische schulden. Betrokkenen spreken een zelfde taal en starten samen met de klant vanuit een gedeelde analyse. Het stelt de juiste vragen en geeft een beeld van financiële vaardigheden, inzet, overtuiging en zelfregie. De medewerkers van de schuldhulpverlening, JUST en F!X zijn daarom eind 2015 geschoold in het gebruik van Mesis.
Stabilisatietrajecten Met een stabilisatietraject, onderdeel van het vaste pakket schuldhulpverlening, wordt vaste grond onder de voeten gebracht. De nadruk ligt op het stabiliseren van de schulden: de papierstroom reguleren, het op orde brengen van de financiën en het inlossen van schulden. Er wordt gezorgd dat de vaste lasten betaald worden en gekeken of een schuldregeling mogelijk is. In 2015 hielpen we 467 mensen. Sinds halverwege 2015 registreren we apart het aantal huisuitzettingen en afsluitingen dat door inzet van onze schuldhulpverleners is voorkomen. Voor de tweede helft van 2015 waren dat respectievelijk: 7 afsluitingen, 16 uitzettingen en 6 gevallen waarin van beide sprake was. We merken een toename van problematiek, maar tegelijkertijd ook een toename van de bereidheid bij schuldeisers en andere instellingen om mee denken over oplossingen. Zorgwekkende ontwikkelingen blijven de bronheffing voor zorgverzekering en beslag door de belastingdienst.
Wachtlijsten Helaas leidt de grote vraag aan hulp bij schulden regelmatig tot een een wachtlijst. Tussen de tien en twintig klanten moeten soms twee tot drie maanden wachten op de start van hun traject. Dit is een steeds terugkerend beeld. Wanneer er sprake is van spoed of crisis wordt er wel zo snel mogelijk een screening gedaan door een van de schuldhulpverleners. Crisissen worden altijd meteen opgepakt. Bij de screening kan bepaald kan worden of iemand aan het juiste adres, of een doorverwijzing van
6
Bureau Schuldhulpverlening relevant is, en wat er kan gebeuren om de wachttijd te overbruggen, zoals administratie ordenen of een voorzieningencheck. Zodoende kan het inkomen op orde gebracht worden en kan er al een overzicht gemaakt kan worden van de schulden. Ook kan er al indien nodig budgetbeheer worden opgestart.
Projecten met woningcorporaties Een aandachtspunt is hoe we nog preventiever kunnen gaan werken. Landelijk onderzoek wijst uit dat mensen met schulden erg lang wachten, gemiddeld 4 jaar, om hulp te zoeken. We zoeken naar manieren om eerder te interveniëren. Dit heeft onder andere geleid tot projecten met woningcorporaties. De pilot die we draaien met Talis en waarbij we interveniëren bij betalingsproblemen met een voorwaardelijk kader, wijst uit dat hulp zeer op prijs wordt gesteld, de lopende huur betaald wordt en betalingsachterstanden worden ingelopen. Samen met de huurder en de corporaties wordt gezocht naar de beste oplossing voor beide partijen.
Borgen vaste lasten met inkomensbeheer De inzet van budgetbeheer of bewindvoering kan al vroeg in het traject positieve invloed hebben op het stabiliseren van de financiële situatie. We verwachten dat dit van waarde kan zijn voor een betere toegang tot een schuldregeling. In 2015 hebben we een steekproef gehouden onder 57 klanten. Daarbij hebben we geconstateerd dat doorverwijzingen van schuldendossiers voor ruim een derde heeft bewind heeft geresulteerd in toegang tot een schuldregeling. Voor bijna de helft heeft het vooralsnog vooral een beschermend karakter. Van de rest is het niet bekend.
Inkomensbeheer F!X, het samenwerkingsverband voor vrijwillig inkomensbeheer van de Gemeente Nijmegen en Het Inter-lokaal, is in 2015 van vaste waarde geworden voor de schuldhulpverlening bij Het Inter-lokaal. 82 klanten zijn aangemeld bij F!X. Voor al die gevallen geldt dat deze klanten voorheen aangemeld zouden zijn geweest bij bewindvoering, uit noodzaak om eventueel in aanmerking te kunnen komen voor een schuldregeling en niet omdat dit het meest passend zou zijn. Doorverwijzing naar bewindvoering gebeurt nu alleen nog als daar een goede reden voor is en het passend is. F!X is voor veel gevallen een goede voorliggende voorziening voor bewindvoering. In de zomer van 2014 heeft Het Inter-lokaal het inkomensbeheer van de klanten van de Driestroom, dat werd uitgevoerd door Stichting Beheer Cliëntengelden (SBC), overgenomen. Deze diensten voeren we uit onder de naam H!L-inkomensbeheer. H!L is er voor mensen binnen en buiten Nijmegen die ongeacht de hoogte van hun inkomen een intensieve vorm van inkomensbeheer nodig hebben. H!L krijgt de post en beheert het inkomen. Voor cliënten met hogere inkomens wordt een vast bedrag 7
in rekening gebracht. In juni 2015 is Het Inter-lokaal voor de activiteiten van H!L aspirant lid geworden van de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI). De nauwkeurige en intensieve audit werd met goed resultaat afgelegd en is daarmee een keurmerk voor de kwaliteit van werken.
Speciale aandacht voor jongeren 101 jongeren zijn dit jaar begeleid in een schuldentraject bij JUST. De werkwijze van JUST blijft succesvol en toegankelijk voor jongeren en in toenemende mate ook voor meiden. Er zijn afspraken gemaakt met VGZ over een betalinsgregeling die voor jongeren haalbaar is , zodat ze afgemeld kunnen worden bij het zorginstituut. Dit geeft ruimte en een gevoel van vooruitkomen. Ook met het CJIB wordt samengewerkt voor haalbare regelingen om boetes af te betalen. Er zijn jongeren die het lukt om met hulp en stimulans van JUST al hun schulden terug te betalen. Een groot deel van de jongeren lost per maand een bedrag af en ondanks het feit dat afbetalen lang kan duren nemen ze hun verantwoordelijkheid. De meeste jongeren komen niet in aanmerking voor een schulregeling, maar ook hebben jongeren de voorkeur om te proberen het op eigen kracht te doen. Dit betekent werken op maat. ‘Op Jezelf’ helpt jongeren in Dukenburg, Lindenholt en Neerbosch-Oost die weinig perspectief hebben. Met persoonlijke aandacht, scholing en werk worden ze begeleid naar een andere invulling van hun leven. Het gaat om jongeren die niet naar school gaan of werken, veel op straat hangen en overlast veroorzaken, een problematische thuissituatie hebben of thuisloos zijn. Speciale aandacht is er voor meiden. In 2015 werden er 65 jongeren geholpen. De communicatie met de jongeren verloopt naast face to face, veel via Whats-App en sms. Deze media hebben, ook in de schuldhulpverlening en budgetcoaching voor volwassenen, het karakter gekregen van korte consultaties. De hulp is hiermee op een nieuwe manier beschikbaar geworden; de brief die niet wordt begrepen wordt gefotografeerd en gestuurd. De hulpverlener kan zien wat het is en daar snel op reageren.
Formulierenbrigade In het afgelopen jaar is veel werk verricht om de Formulierenbrigade dicht bij de Stips te positioneren. Medewerkers van de Formulierenbrigade zijn inzetbaar voor expertise in de Stips. In 2015 werden er 1319 voorzieningenchecks afgenomen: dat is bijna het dubbele van 2014. De totale opbrengst voor onze cliënten was € 451.913,58. De niet-materiële opbrengsten zoals verwijzingen naar kledingbank, spullenhulp en voedselbank zijn hierin niet meegenomen. Het aantal dagdelen voor afspraken over belastingen en toeslagen is substantieel uitgebreid. Met vrijwilligers is het mogelijk gebleken het aantal dagdelen dat er belastingaangifte gedaan kan worden uit te breiden van 3 naar 8. Door de specifieke aandacht voor Oost- en Midden-Europeanen, een 8
project ondersteund door het Oranjefonds, is er een veel grotere toeloop geweest naar de voorzieningen van de Formulierenbrigade. Ondanks dat de totale opbrengst is toegenomen zien we ook steeds meer dossiers zijn waarbij er geen opbrengst is. Daar waar er opbrengst is daalt deze ten opzichte van voorgaande jaren.
Papierwinkel In 2015 is een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het profiel van de klanten van de Papierwinkel. De doelgroep van Papierwinkel bestaat uit zogenaamde leun-en–steunklanten. De gemiddelde leeftijd van deze groep klanten is rond de 50 jaar. Het gaat om iets meer vrouwen dan mannen. Ongeveer 75% heeft een bijstandsuitkering. De groep heeft een laag inkomen en 80% heeft schulden, waarvan de helft problematisch is. Verder valt op dat het grootste gedeelte van groep die ondersteund wordt van nietNederlandse afkomst is. Voor alleenstaande migranten is er vaak een beperkt sociaal netwerk. Een derde van de groep geeft aan dat niemand om hen heen iets af weet van hun problemen. De registratie van het aantal leun- en steuncontacten is in 2015 sterk verbeterd. Daarnaast worden er meer cliënten doorverwezen vanuit de Stips. In 2015 hielp de Papierwinkel 208 mensen (lopende trajecten en aanmeldingen). Met meer dan helft van de klanten is er wekelijks contact. Men komt naar de locaties van Het Inter-lokaal, er worden huisbezoeken gedaan en is er een inloop waar men zonder afspraak terecht kan. Klanten worden met name concreet ondersteund bij hun financiële administratie, aanvraag van voorzieningen, communicatie met overheid, organisaties en bedrijven. De groep heeft nauwelijks digitale vaardigheden. Zo is internetbankieren of anderszins digitaal communiceren voor veel mensen lastig. Er is sprake van laaggeletterdheid en het gaat om een groep die moeite heeft om zelfstandig hun zaken te regelen. Kenmerkend is dat mensen geen concrete vragen hebben maar problemen neerleggen. Het is aan de medewerker om uit te zoeken wat de vraag is, welke stappen gezet zijn of juist niet, hoe het past in de concrete leefsituatie van de klant en wat de volgende stap zou zijn. Omdat de klanten geen inzicht en overzicht hebben, legt de Papierwinkel de verbinding tussen de klant en de instanties waardoor toegang tot rechten en voorzieningen wordt geborgd. 9
Postadressen In 2015 zijn er aanvullende afspraken gemaakt over de inzet van Het Inter-lokaal. Dit heeft geresulteerd in extra formatie om de grote vraag aan te blijven kunnen. Bij de postadressen gaat het om mensen die om verschillende redenen niet beschikken over een woonadres en waardoor toegang tot rechten en voorzieningen wordt geblokkeerd. De aanvraag van een adres kan resulteren in een (tijdelijk) postadres, maar kan ook leiden tot een doorverwijzing naar andere, meer passende, dienstverlening. Klanten worden begeleid om zo snel mogelijk weer woonruimte te vinden en we kijken wat er nodig is om die woonruimte dan ook vast te kunnen houden. Vaak zijn er schulden en worden er andere vormen van dienstverlening ingezet. Op 1 januari 2016 waren er 147 lopende trajecten en 218 nieuwe aanmeldingen. 106 aanvragen werden afgewezen. Samen met de ‘Nachtopvang uit noodzaak Nijmegen’ (NunN) heeft Het Inter-lokaal in 2015 twee bijeenkomsten georganiseerd met alle voorzieningen in de stad die betrokken zijn bij de postadressen zoals: Bijzondere Doelgroepen en BRP van de gemeente Nijmegen, Meldpunt Bijzonder Zorg, Iriszorg, Sociale Wijkteams, R75 en de Diaconie. Met deze partners samen is er een gezamenlijke zorg en verantwoordelijkheid voor het realiseren van een sluitende keten zodat voor deze doelgroep sociale uitsluiting wordt voorkomen.
10
Informatie & Advies Gemeente en welzijnsorganisatie willen dat diensten laagdrempelig en wijkgericht aangeboden worden. Daarom komen er in alle stadsdelen van Nijmegen punten voor informatie, advies, ontmoeting en ideeën. In deze Stips wordt de dienstverlening van verschillende organisaties en de Gemeente Nijmegen gebundeld. In de Stips werken bewoners en beroepskrachten van zorg- en welzijnsorganisaties en gemeente samen. De Stips zijn er in elk stadsdeel. Het Inter-lokaal heeft namens het samenwerkingsverband van NIM Maatschappelijk werk, Swon het seniorennetwerk en Tandem Welzijn (W4) de uitvoeringsregie over de Stips. De Stips zijn er voor informatie en advies: bijvoorbeeld als mensen vragen hebben over een brief of opvoeding of hulp nodig hebben bij het invullen van formulieren of bij het doen van boodschappen. De Stips zijn er ook voor ontmoeting en verbinding: bijvoorbeeld als iemand nieuw is in de wijk en in contact wil komen met andere mensen of als iemand een goed idee heeft voor de wijk. De Stips bemiddelen ook als er hulp nodig is of als mensen iemand anders willen helpen.
Stips in 2015 De ontwikkeling naar de Stip is gestart in 2013. In 2015 waren de Stips nog volop in ontwikkeling. Er werden, naast de bestaande Stips, locaties geopend in Centrum en Oost. Om dichterbij de bewoners te zijn, werden op verschillende plekken in de wijken extra inlopen geopend. Bewoners konden nu ook terecht in Grootstal, Heseveld, Jerusalem en Voorstenkamp. Begin 2016 wordt de laatste Stip geopend in Nijmegen Noord. Ook de integratie van loket Zorg en Inkomen in de Stips vond plaats in de eerste helft van 2015. Na lang beraad is besloten om de Sociaal Raadslieden apart te positioneren. Wel zullen de Sociaal Raadslieden op locaties spreekuren houden en de Stip-medewerkers ondersteunen met expertise en training. Over de invulling van de Stip Info- en Advieslijn is afgesproken dat zij naast de reguliere Stipfunctie een deel van de voorintakefunctie van de Sociale Wijkteams zullen vervullen. Vanwege deze uitbreiding in functie werd ook de naam aangepast naar Info- en Advieslijn, Stip - Sociaal Wijkteam.
11
Een nieuwe website maakte meteen duidelijk waar Stips en Sociale Wijkteams voor staan. De website is ontwikkeld met veel aandacht voor de toegankelijkheid. Daarnaast is elke Stip actief op de wijkwebsites en heeft een eigen Facebookpagina. In 2015 kregen de medewerkers van de Stips ruim achtduizend vragen. De Info- en Advieslijn Stip – Sociaal Wijkteam kreeg er ook nog eens vijfduizend. De vragen gingen veelal over regelingen, financiën en wonen. Veel mensen komen met vragen over brieven, formulieren en geldzaken. Extra aandacht was er ook voor speciale thema’s waar bewoners mee te maken hebben. Zo heeft ongeveer 10% van de bevolking problemen met lezen en schrijven. Dat blijkt ook regelmatig uit de vragen die in de Stip gesteld worden. Op verschillende plekken is er daarom extra aandacht besteed aan laaggeletterdheid. Zo was er in Oud-West een Lettermarkt en werd in Dukenburg getraind op het herkennen van laaggeletterdheid. In Stip Midden werd extra aandacht besteed aan het dementievriendelijk maken van de wijk. Stip Nieuw-West besteedde juist extra aandacht aan eenzaamheid. Een andere ontwikkeling waar veel Stips mee te maken hebben is de toenemende digitalisering van de overheid en het onvermogen van sommige mensen om daar mee te werken.
De Stips willen ook ontmoeting stimuleren. Zo organiseren verschillende Stips activiteiten. In Lindenholt is er elke week een stipontbijt. Dat eten verbindt, blijkt ook uit het feit dat je in Stip Centrum elke week een soepie kunt doen. In de Stips waren in 2015 ongeveer 140 vrijwilligers actief. Zij ontvingen bewoners, organiseerden activiteiten of hielpen mensen met hun vragen. De vrijwilligers worden ondersteund door een werkbegeleider en krijgen training op allerlei thema’s.
Noodopvang Heumensoord Op 16 september 2015 wordt bekend dat 3000 vluchtelingen opgevangen zullen gaan worden in paviljoens op Heumensoord. Hoewel Heumensoord op het grondgebied van de gemeente Heumen ligt, is van het begin af aan duidelijk dat ook de Nijmeegse samenleving een rol te vervullen heeft in de ondersteuning en begeleiding van de vluchtelingen. Al een dag later worden afspraken gemaakt over de rol die Het Inter-lokaal met de Stips zal gaan vervullen in samenwerking met de Centrale Opvang Asielzoekers (COA), de gemeentes Nijmegen en Heumen en het Rode Kruis. 12
Het Inter-lokaal krijgt de opdracht om voor COA vrijwilligers te mobiliseren voor dagbestedingsactiviteiten voor de vluchtelingen. Daarnaast wordt afgesproken om de acht Stiplocaties open te stellen voor de inzameling van vooral kleding voor de vluchtelingen, onder regie van het Rode Kruis. Voor Stip Zuid is er direct een rol weggelegd in de voorlichting van en het gesprek met bewoners van de directe aangrenzende woonwijk Brakkenstein en daarnaast in de contacten met samenwerkingspartners.
Een team van medewerkers van Het Inter-lokaal is binnen een week op vrijwillige basis aan de slag gegaan om mails te beantwoorden en een systeem te bedenken om het binnenstromende aanbod van vrijwilligers en activiteiten te categoriseren. Tegelijkertijd wordt er een website en database gebouwd. Er komt een overweldigend aantal aanmeldingen en mooie ideeën van individuele mensen, gezinnen, buren, vrienden, clubjes, verenigingen, organisaties, scholen et cetera. Al gauw is er een team van vrijwilligers om Het Inter-lokaal te ondersteunen bij de organisatie van de activiteiten op Heumensoord. Het noodopvang coördinatieteam groeit snel naar ongeveer 10 mensen. De eerste weken staan in het teken van het inzamelen van kleding voor de bewoners van Heumensoord. Onder leiding van het Rode Kruis en in samenwerking met de Kledingbank wordt de bevolking van Nijmegen en omgeving opgeroepen om kleding te doneren en op woensdag en vrijdag te brengen naar de Stiplocaties. De respons is zo overweldigend dat de inzameling al snel weer gestaakt moet worden: het sorteren zal nog veel tijd in beslag nemen. Op 2 oktober komen de eerste vluchtelingen aan op Heumensoord. Het is op dat moment nog niet duidelijk hoe de samenstelling zal worden van de groep bewoners en hoe snel het aantal toe zal nemen. Op verzoek van het COA worden er direct activiteiten georganiseerd voor de eerste bewoners. Dit gebeurt vanaf het eerste weekend al dagelijks voor kinderen en (in mindere mate) ook voor volwassenen. Zo zijn er bijvoorbeeld veel optredens. Achter de schermen wordt druk gewerkt aan het clusteren van het aanbod en het ontwikkelen van
13
structurele activiteiten. Het afstemmen en organiseren in de verschillende delen van de noodopvang heeft de nodige voeten in aarde. Er zijn meer vijwilligers dan dat er ruimte is voor te organiseren activiteiten. De enorme bereidheid om iets voor de bewoners van Heumensoord te doen loopt zodoende niet gelijk op met de activiteiten, die nog georganiseerd moeten worden. Communicatie over wat er dan wel gebeurt is van groot belang. Vrijwilligers krijgen voortgangsberichten via de mail. Vanaf 6 oktober verschijnen er wekelijks 1 à 2 verhalen op de website van Noodopvang Stip Nijmegen. Eind oktober gaan de structurele activiteiten van start en kunnen ze uitgebouwd worden. Eind november gaat het al om meer dan 130 activiteiten per week op het gebied van ontmoeting, sport, taal en cultuur. Op dezelfde voet is er doorgewerkt tot december, waarbij geleidelijk aan ook steeds meer vraaggericht gewerkt werd.
14
Participatie & re-integratie Leerwerkbedrijf Het Inter-lokaal is al vanaf de start een leerwerkomgeving voor en door vrijwilligers en studenten. In 2009 is deze werkomgeving geprofessionaliseerd in een leerwerkbedrijf. Ons uitgangspunt is dat iedereen ongeacht waar hij of zij werkt in de organisatie werkbegeleiding krijgt en open staat om te leren. Werkprocessen zijn beschreven met de daarbij behorende taken. In een competentieprofiel zijn taken en competenties beschreven. Iedereen komt binnen als beginnend medewerker (stagiaires, vrijwilligers, participatiemedewerkers) en kan doorgroeien naar junior en senior-medewerker. Om te groeien en leren wordt aan iedere medewerkers in het leerwerkbedrijf een trajectbegeleider en werkbegeleider gekoppeld. Daarnaast krijgt een beginnend medewerker een senior medewerker als mentor toegewezen, deze maakt de nieuwe medewerker wegwijs op de werkvloer in de organisatie. Bij aanvang maakt iedereen een individueel ontwikkelplan (POP) waarin leer- en aandachtspunten beschreven staan, de trajectbegeleider ondersteunt hierin. En er zijn regelmatig voortgangsgesprekken tussen medewerker, de trajectbegeleider en de werkbegeleider. De medewerker maakt een portfolio waarin de voortgang en bewijsstukken (van onder andere certificaten van de gevolgde interne trainingen) worden verzameld. Naast de individuele begeleiding krijgen de medewerkers trainingen aangeboden, zoals training materiële dienstverlening, de training presentie en diversiteit en training omgaan met agressie.
Participatie Een onderdeel van het leerwerkbedrijf van Het Inter-lokaal is kansen bieden aan langdurig werklozen om zich middels leerwerktrajecten te ontwikkelen en hun kansen te vergroten op de arbeidsmarkt. In vorige jaren werd dit in de werkcorporatie vormgegeven. De medewerkers met een participatieplaats maken daarvan deel uit en doen ervaring op bij onze afdeling materiële dienstverlening. De gemeente heeft besloten deze constructie anders vorm te geven en 2015 gold als een overgangsjaar. Hierbij is afgesproken dat de participatieplaatsen net als voorheen ingezet konden worden in afwachting van het nieuwe beleid. Omdat de toekomst van de trajecten nog niet duidelijk was en er sprake was van een aangepaste doelgroep stond de instroom op een lager pitje. Gaandeweg werd wel duidelijk dat het doel van de trajecten van uitstroom verschoof naar participatie: de eerste stappen richting arbeidsmarkt voor mensen met een grote afstand daarvan. Eind 2015 hadden we de volgende resultaten voor de participatieplaatsen bereikt:
15
Trajecten 2015 lopend
absoluut
procentueel 12
41,4
uitstroom
6
20,7
Doorstroom naar andere participatieplaats
4
13,8
Einde traject
1
3,5
uitval
6
20,7
Totaal
29
100,0
Studenten In 2015 hebben in totaal 18 studenten vanuit drie opleidingen stage gelopen. In 2015 liepen bij de materiële dienstverlening 13 studenten van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen hun 3de jaars stage. Vijf van hen zijn gestart in februari 2015 en acht in september 2015. Deze studenten lopen 10 maanden stage voor 30-32 uur per week op beide locaties. Daarnaast lopen er drie studenten van het ROC Rijn IJssel in Arnhem stage voor anderhalf jaar vanuit de opleiding Sociale Maatschappelijke Dienstverlening (SMD). Bij H!L inkomensbeheer kan één student van het ROC Nijmegen vanuit de opleiding juridisch medewerker vier maanden stagelopen. Twee keer per jaar worden nieuwe studenten aangenomen.
Hatert Werkt Het Inter-lokaal heeft vanuit het programma ‘diversiteit’ participatiecoaches en schuldhulpverleners ingezet bij het actiecentrum Hatert Werkt, dat de bewoners van Hatert begeleidt naar werk. Helaas was 2015 het laatste jaar van dit project en hebben we dit onderdeel aan het eind van 2015 afgesloten. De participatiecoaches zijn overgenomen door het regionale werkbedrijf of hebben een andere functie bij Het Inter-lokaal gekregen. De werkwijze van het actiecentrum was erg succesvol, een methode die overgenomen kan worden door het werkbedrijf.
16
Interculturalisatie en Diversiteit Het Inter-lokaal heeft veel kennis op het gebied van interculturalisatie en diversiteit. Sinds de oprichting als Gastarbeidwinkel in de jaren zeventig heeft de organisatie specifieke expertise opgebouwd. Door ons diverse personeelsbestand zijn we bovendien goed in staat om bruggen te slaan naar individuen en gemeenschappen in de stad. Vandaar dat Het Inter-lokaal vaak benaderd wordt om mensen of projecten te ondersteunen. Vanuit signalen worden bovendien regelmatig zelf projecten geïnitieerd.
EIF-project migrantenjongeren Uit diverse onderzoeken, onder andere van de Gezondheidsraad, blijkt dat migrantenjongeren net zo vaak te maken hebben met psychische en lvb (licht verstandelijke beperking) problematiek als autochtone jongeren. Toch worden zij minder vaak of later geholpen in de Jeugd-GGZ. Deze jongeren zijn ondervertegenwoordigd in de vrijwillige, lichte zorg en oververtegenwoordigd in de nietvrijwillige, zware zorg. Hun ouders hebben vaak niet in de gaten wat afwijkend gedrag is en zoeken onvoldoende of te laat hulp. De jongeren zelf, hun gezinnen, de scholen en de lokale samenleving lijden hieronder.
In een Europees project nemen de gemeenten Nijmegen (penvoerder), Rotterdam, Ede en Gouda deel om daarbij samen met de GGZ en lokale samenwerkingspartners in de 0e en 1e lijn de signalering van problemen en de hulp aan deze jongeren structureel te gaan verbeteren. Pro Persona en Het Inter-lokaal zijn hierbij samen met de Gemeente Nijmegen partners. Activiteiten die in dit kader worden uitgevoerd zijn: trainingen voor professionals in het herkennen van ggz- en lvbproblematiek en dit bespreekbaar maken met ouders, cultuursensitief werken, consultatie, voorlichtingen en hulpverleningstrajecten uitvoeren. Het project is per 1 juli 2015 beëindigd. In de tweede helft van 2015 is er een conferentie geweest om de werkwijze van het project te borgen.
17
Gezondheid Naast geestelijke gezondheid en lvb-problematiek hebben migranten ook op andere gebieden van gezondheid specifieke problemen of een achterstand. De gezondheidsverschillen ten opzichte van de gemiddelde bevolking kunnen erg groot zijn. Dit geldt met name voor groepen met een laag opleidingsniveau en die zijn binnen de groep met een allochtone achtergrond nog steeds oververtegenwoordigd (bij hoog opgeleide allochtonen zien we geen gezondheidsverschillen). De bestaande gezondheidsverschillen worden mede veroorzaakt door een minder gezonde levensstijl, onder andere door een gebrek aan kennis. Een persoonlijke benadering - zo leert de ervaring - is voor deze groep erg belangrijk om ze te bereiken en te motiveren hun leefstijl te verbeteren. In het afgelopen jaar hebben we diverse activiteiten uitgevoerd om mensen te motiveren en te stimuleren om deel te nemen aan diverse maatschappelijke activiteiten. Zo hebben we het afgelopen half jaar veel activiteiten op het gebied van gezondheid en gezond leven ontwikkeld in samenwerking met onder andere GGD Gelderland Zuid en Pharos. Voorbeelden hiervan zijn de gezondheidsmakelaars en voorlichtingsbijeenkomsten over gezondheidsthema's.
Mantelzorg In opdracht van de gemeente Nijmegen en zorgverzekering VGZ is een preventieve en wijkgerichte cursus ontwikkeld en uitgevoerd gericht op allochtone mantelzorgers. De cursus Familiezorg ‘Gewoon Anders’ is in samenwerking met Indigo vijf keer uitgevoerd. We hebben daarmee mantelzorgers uit Marokko, Turkije, Afghanistan, Soedan, Iran, Irak, Spanje, Peru, Egypte, Bangladesh, Rusland, China, Japan en Mexico bereikt. We gaan na hoe we de aandacht voor allochtone mantelzorgers kunnen verduurzamen en borgen. Naast deze specifieke activiteiten op het gebied van gezondheid en gezond leven werden er ook bijeenkomsten en activiteiten georganiseerd met betrekking tot participatie, ouderbetrokkenheid en opvoeding. Daarbij was er onder meer aandacht voor groepen (oudere) Oost-Europeanen, Antilliaanse meiden en vrouwen, Somalische mannen vrouwen en kinderen en Marokkaanse meiden.
Bewustwording seksuele gezondheid In 2015 zijn we gestart met het project bewustwording seksuele gezondheid. Binnen de GGD Gelderland Zuid is er veel aandacht voor seksuele voorlichting aan jongeren. De GGD zet zich in om jongeren te bereiken en voor te lichten over thema's als soa's en (ongewenste) zwangerschap. Hoewel de GGD aandacht heeft voor kwetsbare allochtone jongeren, is er het vermoeden dat zij niet goed bereikt worden en geen aansluiting vinden bij de bestaande voorlichtingsactiviteiten en consulten. Waarom dat zo is, is onvoldoende duidelijk. GGD Gelderland Zuid en Het Inter-lokaal hebben de handen ineen geslagen om op grond van 18
bovengenoemde feiten zich gezamenlijk in te zetten om de seksuele gezondheid van kwetsbare jongeren te verbeteren, en het bereik van deze groepen vergroten. Met als doel de verschillen tussen jongeren (laag-hoog opgeleid, allochtoon-autochtoon, gelovig-niet gelovig) te verkleinen als het gaat om de seksuele gezondheid. Dit project loopt door tot eind 2016.
Childrens Inspiration Meetings Een ander project waarbij we ons inzetten voor kinderen is de Childrens Inspiration Meetings. Het programma laat kinderen van acht tot twaalf jaar uit vluchtelingengezinnen kennis maken met de Nederlandse samenleving. Zo voelen zij zich sneller thuis en hun kansen in de samenleving worden vergroot. Door middel van een (vooral lokaal georiënteerd) programma worden kinderen uit vluchtelingengezinnen geïnspireerd om meer te leren en mee te maken van de Nederlandse samenleving. Dit doen we door hen op een leuke manier kennis te laten maken met allerlei activiteiten/voorzieningen op cultureel, maatschappelijk en sociaal gebied. We werken hierin vooral met vrijwilligers. Het project is in 2015 van start gegaan en wordt mede gefinancierd door verschillende fondsen (Burger en Nieuwe Weeshuis (in combinatie met Stichting Sint Nicolai Broederschap en Dullertstichting), Stichting Weeshuis der Doopsgezinden, Kansfonds, Stichting Zonnige Jeugd, Stichting Boschuysen, Stichting De Beide Weeshuizen, Coovels Smits Stichting, Stichting Madurodam Steunfonds, Stichting Sint Nicolaas Gasthuis).
Midden- en Oost-Europeanen in zicht De doelgroep MOE-landers (Midden- en Oost-Europeanen) heeft specifieke kenmerken en hulpvragen. Het gaat om een diverse doelgroep van zowel oud-gastarbeiders, vluchtelingen als tijdelijke arbeidsmigranten. Door speciale aandacht op hen te richten willen we problemen in een vroeg stadium signaleren en zoveel mogelijk voorkomen. We werkten hierin samen met relevante lokale hulpverleningsinstanties, vrijwilligers en sleutelfiguren uit de doelgroep zelf. Dit project is ontwikkeld om het hulpaanbod af te stemmen en wordt ondersteund door het Oranje Fonds. Het project biedt individuele dienstverlening en collectieve voorlichting. Door betere kennis van regelingen en voorzieningen, rechten en plichten (bijvoorbeeld over belastingrecht, ontslagrecht, en 19
dergelijke) voelen MOE-landers zich aangemoedigd. Voor het project is een kadergroep van MOElanders gevormd om inhoud en sturing te geven. Succesvol was de opzet van wekelijkse spreekuren op twee locaties (Het Inter-lokaal locatie Titus Brandsma en de locatie van de Joegoslavische Vereniging JEDINSTVO Nijmegen) specifiek voor MOElanders, vanaf Mei 2015. Deze spreekuren draaiden vrijwel volledig op vrijwilligers (van Het Interlokaal en JEDINSTVO) en zijn in 2015 bezocht door 110 MOE-landers. Sommigen kwamen meermaals terug, met verschillende vragen/problemen. Het betrof Hongaren, Bulgaren, Polen, Roemenen, Kroaten en Litouwers. Ook Georgiërs, Armeniërs en Grieken klopten in toenemend aantal aan. Zij vallen formeel niet onder de doelgroep maar kwamen met de MOE-landers mee of werden door hen ‘getipt’ om bij Het Inter-lokaal hulp of advies te zoeken.
Expertise diversiteit uitdragen In het tweede kwartaal van 2015 is een werkgroep Diversiteit W4 in het leven geroepen om een nieuwe impuls te geven aan het diversiteitsbeleid W4. In de werkgroep zitten afgevaardigden van elke W4 organisatie. De werkgroep is voortvarend met deze opdracht aan de slag gegaan. Uitgangspunt is dat diversiteit(sbeleid) van ons allemaal is. Niet iets van één organisatie, een aantal medewerkers of afdeling(en). Daarnaast gaat het om diversiteit in de breedste zin van het woord: afkomst, leeftijd, gender, seksuele geaardheid, fysieke beperking, et cetera. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een rapport met een aantal concrete aanbevelingen, adviezen en acties, verdeeld over een aantal inhoudelijke thema’s opgenomen. De stuurgroep W4 is akkoord gegaan met de voorgestelde acties en heeft de opdracht gegeven de implementatie van verschillende onderdelen in het diversiteitsbeleid verder uit te werken en vorm te geven. Dit gaat in 2016 van start. De werkgroep diversiteit W4 gaat in 2016 verder als W4 Diversiteitsteam.
Sociale wijkteam en Stips Sociale Wijkteams bespreken bij een keukentafelgesprek de zorgvraag, wat de persoon zelf kan doen en wat het netwerk kan betekenen. Vervolgens wordt gekeken welke professionele ondersteuning nodig is. De Sociale Wijkteams bestaan uit beroepskrachten met een generalistische blik en specialistische kennis. Zo zijn maatschappelijk werkers, wijkverpleegkundigen, ouderadviseurs en andere specialisten aanwezig. Het Inter-lokaal draagt haar expertise op het gebied van interculturalisatie en diversiteit bij, onder andere in diverse casuïstiekoverleggen en door het bieden van advies aan werkers, beleidsmakers en instellingen. In de eerste helft van 2015 waren vier medewerkers van Het Inter-lokaal actief in een Sociaal Wijkteam. Op basis van de kenmerken van de genoemde wijken werd hier deze aanvullende interculturele expertise van Het Inter-lokaal ingezet.
20
In de zomer van 2015 bleek dat de inzet van interculturele kennis op de huidige wijze niet de meest effectieve manier was. In overleg is besloten de inzet in de Sociale wijkteams terug te brengen en op afroep voor hen beschikbaar te stellen. Onder andere via inzet in de werkgroep diversiteit en adviesgesprekken.
21
Organisatie Raad van Toezicht In 2014 is gekozen voor een andere bestuursvorm: Rietje Compiet is directeur/bestuurder geworden en de stichting kreeg een Raad van Toezicht in plaats van een bestuur. Jan Dankers, Gerard Molleman en Rogier Vispoel bleven actief. In 2015 vonden de volgende mutaties plaats: in januari trad Kader Celik toe, Corina Brekelmans vertrok in maart, Mohamed Addarrazi trad in september toe en Samad Houbban in december.
Samenwerking Samenwerking en afstemming is steeds belangrijker binnen Welzijn. Het Inter-lokaal vindt het belangrijk om kennis te delen en actief de samenwerking te zoeken. Daarom worden projecten meestal aangegaan met samenwerkingspartners en is de organisatie verbonden in een aantal samenwerkingverbanden. De twee belangrijkste worden hieronder toegelicht.
W4 Door de veranderende wet- en regelgeving zijn de gemeentes vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor vrijwel de gehele (niet-medische) ondersteuning van de burgers. Centraal bij deze verandering staat het zelforganiserend vermogen van mensen. Dit moet veel meer benut gaan worden. Ook wordt gekeken hoe de kracht van de samenleving, nieuwe vormen van collectiviteit en nieuwe pluriforme netwerken gestimuleerd kunnen worden en beter tot hun recht komen. Cruciaal hierbij is dat door deze verschuiving er minder een beroep gedaan hoeft te worden op dure tweedelijns specialistische zorg. Het Inter-lokaal is als domeinregisseur verantwoordelijk voor uitvoering van de gemeentelijke opdracht voor informatie en advies. Om op lokaal niveau goed op deze veranderingen te anticiperen én antwoord te hebben, hebben de vier grote Nijmeegse welzijnsinstellingen Het Inter-lokaal, NIM maatschappelijk werk, Swon het seniorennetwerk en Tandem Welzijn in 2013 hun krachten gebundeld in het samenwerkingsverband W4. Om de uitvoering van de dienstverlening nog meer en beter geïntegreerd met elkaar en meer op wijkniveau uit te kunnen voeren, is in september 2015 gestart met een onderzoek naar mogelijkheden voor verdere doorontwikkeling van de vier organisaties. Vanaf de start van dit proces was helder dat een en ander ook organisatorische consequenties zal gaan hebben. In 2016 moet dit proces verder zijn beslag krijgen.
Jongerenwerk Dukenburg (JWD) In het stadsdeel Dukenburg geven drie organisaties - Het Inter-lokaal, Stichting Staddijk en 22
Tandem Welzijn – gezamenlijk uitvoering aan activiteiten in Dukenburg voor jongeren vanaf 10 jaar. Dat doen we onder de naam Jongerenwerk Dukenburg (JWD). Vanuit Het Inter-lokaal zijn twee jongerenwerkers betrokken. Er wordt gebruik gemaakt van alle mogelijke accommodaties voor verschillende groepen, bijvoorbeeld scholen, sportzalen, wijkcentra, buitenvoorzieningen, activiteitenpleinen, activiteitencentra (De Lindenberg Aldenhof en Staddijk). Ook werd gekeken naar andere mogelijkheden op basis van de behoefte van de doelgroep. Het ambulant jongerenwerk JWD is actief in alle wijken in Dukenburg. Dukenburg-breed is het relatief rustig geweest afgelopen jaar. Er was weinig overlast van groepen waardoor er diverse groepen kleiner zijn geworden. Jongerenwerk Dukenburg brengt ook een eigen jaarverslag uit en heeft een eigen website: www.jongerenwerkdukenburg.nl.
Klachten Het Inter-lokaal heeft een klachtenregeling en een onafhankelijke klachtencommissie die deze behandelt. In 2015 zijn er geen klachten binnengekomen.
Personeel Eind 2014 hadden er 42 medewerkers een dienstverband bij Het Inter-lokaal. In de loop van 2015 werd dit aantal uitgebreid en eind 2015 was er sprake van 47 medewerkers. Veranderingen werden veroorzaakt door bezuiniging bij H!L inkomensbeheer en uitbreiding van het aantal Stipcoördinatoren vanuit Het Inter-lokaal en aanvullende financiering voor de coördinatie van de postadressen. Naast medewerkers met een dienstverband werkt er ook een grote groep medewerkers bij de organisatie in het kader van een leerwerkconstructie. Hierdoor kunnen mensen met behoud van uitkering, in de vorm van een participatieplaats, als vrijwilliger, als stagiaire in de praktijk werken en leren waardoor zij actief kunnen participeren en ook de afstand tot de arbeidsmarkt kan worden verkleind. Hiervoor is een uitgebreid systeem t.b.v. begeleiding en ondersteuning ontwikkeld zodat zowel de kwaliteit van de dienstverlening als de ontwikkeling en begeleiding van de individuele medewerker wordt geborgd. Daarnaast is diversiteit voor het Inter-lokaal ook in het personeels- en vrijwilligersbeleid een belangrijk uitgangspunt. Wij willen diversiteit hoog op de agenda houden en we streven er dan ook 23
naar om dit in de samenstelling van ons medewerkersbestand tot uitdrukking te laten komen. In totaal werkten er 134 medewerkers in 2015 bij Het Inter-lokaal: 38,1% heeft een arbeidscontract, 58,3% van het aantal medewerkers is werkzaam in het kader van een leerwerktraject, zoals vrijwilliger, stagiaire met participatiebaan of participatieplaats en 3,6% is op freelance basis werkzaam. Vrijwilligers werkzaam bij de Stips zijn hierbij niet in meegerekend (dat zijn er momenteel ongeveer 140). Ca. 39,6% van onze medewerkers met een dienstverband heeft een andere dan Nederlandse culturele achtergrond. Van de medewerkers met een leerwerktraject betreft dat 33,7%.
24
Jaarcijfers Exploitatie In het jaar 2015 zijn de totale baten van de Stichting uitgekomen op €2.901.652. Ten opzichte van het jaar 2014 is dit een toename met 9,5%. De lasten zijn in 2015 eveneens gestegen, tot in totaal €2.898.923. Het exploitatieresultaat is in 2015 uitgekomen op €3.185 positief, ten opzichte van €684 negatief in 2014. Realisatie 2014
Realisatie 2015
€ 2.645.240
€ 2.899.383
€ 3.732
€ 2.269
€ 2.648.972
€ 2.901.652
€ 1.997.713
€ 2.349.612
Huisvestingskosten
€ 209.517
€ 178.860
Organisatie & activiteitenkosten
€ 443.327
€ 370.451
€ 2.650.557
€ 2.898.923
€ 901
€ 456
– € 684
€ 3.185
BATEN Projectsubsidies Overige inkomsten Totale baten LASTEN Personeelskosten
Totale lasten Resultaat deelnemingen Exploitatieresultaat
25
Balans Onderstaand de balans van de Stichting Het Inter-lokaal per het einde van de jaren 2014 en 2015. Het bescheiden positief resultaat van € 3185 is toegevoegd aan de risicoreserve. Het eigen vermogen inclusief bestemmingsreserves is eind 2015 uitgekomen op € 229.429.
ACTIVA
31-12-2014
31-12-2015
Materiële vaste activa
€ 34.928
€ 29.057
Financiële vaste activa
€ 1.751
€ 2.207
€ 131.665
€ 33.150
€ 81.686
€ 178.313
Bank- en kastegoeden
€ 453.250
€ 387.756
Totaal Activa
€ 703.280
€ 630.483
31-12-2014
31-12-2015
€ 221.246
€ 224.429
€ 5.000
€ 5.000
€ 226.246
€ 229.429
Schulden
€ 477.034
€ 401.054
Totaal passiva
€ 703.280
€ 630.483
Vaste activa
Vlottende activa Debiteuren Overige vorderingen
PASSIVA Eigen vermogen Risicoreserve Bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen Voorzieningen en schulden
26
Contact Het Inter-lokaal Postbus 31165 6503 CD Nijmegen
[email protected] www.inter-lokaal.nl 024-3222227 facebook.com/HetInterlokaal twitter.com/HetInterlokaal linkedin.com/company/het-inter-lokaal
Colofon Tekst, opmaak en redactie: Ties Mouthaan Foto's: Goedele Monnens, Gerry Eikelberg, Kihoro Ngugi, Samira Saber 27