38
Vanaf de grazige weiden van de Pla de Boet begint de Camí de l’Últim Càtar aan zijn ultieme klim over de hoofdketen van de Pyreneeën.
Als een
kathaar in
Catalonië
Wat als… je de pech hebt om de allerlaatste kathaar te zijn die door de inquisitie op de brandstapel wordt gezet? Het was het trieste lot van Guilhèm Belibaste, een geestelijke die opgepakt werd tijdens een tocht van Catalonië naar Occitanië. In zijn voetsporen loopt sinds vorig jaar een grensoverschrijdend wandelpad: de Camí de l’Últim Càtar, of de route van de laatste kathaar.
Tekst en foto’s Erik Van de Perre
PASAR juni 2015
39
Ruïnes van het middeleeuwse Gósol, ooit een centrum van het katharisme.
V
De trots van Tírvia: een fraaie collectie middeleeuwse grafzuilen.
40
PASAR juni 2015
an de twaalfde tot de veertiende eeuw kende het katharisme in Occitanië veel volgelingen. De katholieke kerk beschouwde de katharen echter als ketters en liet hen genadeloos vervolgen. Velen stierven op de brandstapel, anderen vluchtten over de bergen naar Catalonië, zoals Guilhèm Belibaste. Deze laatste kathaarse perfectus, het equivalent van een priester, was oorspronkelijk afkomstig uit Cubières-sur-Cinoble. Op de vlucht voor de inquisitie belandde hij eerst in Catalonië, later in Morella, in het nabije koninkrijk Valencia. Daar leidde hij een onopvallend bestaan, vermoedelijk onder een valse naam. Hij maakte wolkammen en leefde zelfs samen met een vrouw. Maar toen die zwanger werd, had Guilhèm een probleem – hij was onkuis geweest en kon dus geen perfectus, of ‘perfecte mens’ meer zijn. De enige oplossing leek een hernieuwing van het consolamentum, een kathaars sacrament. Met dat doel stelde een ‘vriend’ voor hem te begeleiden naar Foix in Occitanië. Guilhèm ging akkoord. Een fatale beslissing…
Centrum van het katharisme Ik pik de draad op in Bagà, 350 kilometer ten noorden van Morella. Het middeleeuwse stadje in de zuidelijke uitlopers van de Pyreneeën vormt het officiële beginpunt van de Camí de l’Últim Càtar. En dat is geen toeval: Bagà was vroeger hét centrum van het katharisme in Catalonië. Tot in de late dertiende eeuw genoten de katharen er de bescherming van de baronnen van Pinós, die er niet voor terugschrokken hun ‘ketterse’ onderdanen desnoods met geweld uit de handen van de inquisitie te bevrijden. Een spannend verhaal dat wordt toegelicht in het Centre Medieval i dels Càtars in Bagà.
Tijd voor een fikse slok wijn uit de bota.
Van de stoere burchten van de kathaarse beschermheren is niet veel meer overgebleven. Kerken en kapellen doorstonden de tand des tijds vaak beter. Op een heuvel buiten Bagà zoek ik beschutting voor de brandende zon in de kerk van Sant Martí del Puig. Het romaanse kerkje ligt op een heuvel vlak naast het pad. De zware muren bestaan uit schist. In de klokkengevel hangt één klok, de tweede ontbreekt. Nieuwsgierig duw ik het smeedijzeren hek open. De kerk werd onlangs gerestaureerd, maar het interieur is zeer bescheiden. Een stenen doopvont, twee altaren. Op een ervan rust een teddybeer. Bij de teddy liggen handgeschreven brieven, vermoedelijk van kinderen. Smeekbeden aan de heilige? Ik vraag mij af of Guilhèm Belibaste hier ook een rustpauze zou hebben ingelast tijdens zijn fatale laatste reis.
Ketterse botten opgegraven Geleidelijk klimt het pad boven de boomgrens uit. Ik bevind mij in het hart van het Parc Natural del Cadí-Moixeró. In het noorden verrijst het langgerekte kalksteenmassief van de Serra del Cadí, in het zuiden de imposante noordwand van de Pedraforca, 2.506 meter hoog. Voor mij ontrolt zich een grazige vallei. Het gras ziet er sappig uit, maar grazers zie ik niet. Pas op de dag van Sant Joan, 23 juni, trekken de koeien in een feestelijke optocht de bergen in. Aan een splitsing ontmoet ik vijf Catalanen, die net hun beklimming van de 2.547 meter hoge Comabona-berg vieren. De bota, een leren buidel gevuld met wijn, doet de ronde. Een na een mikken de Catalanen een fikse straal rode wijn in hun mond. Dan ben ik aan de beurt. De buidel gaat nog een paar keer rond, maar het gerommel in de verte doet mij toch even hard opschrikken. Boven Pedraforca is de hemel inktzwart
Op de Pla de lo Mercat, ooit regelmatig het toneel van een heuse ‘markt’, genieten wandelaars vandaag bij een pauze van het uitzicht.
In Castellbò schijnt de tijd stil te staan. Een stoere romaanse kerk. Een sierlijke stenen boogbrug. Smalle steegjes.
gekleurd. De jeep van de Catalanen is al uit het zicht verdwenen wanneer ik aan de afdaling naar Gósol begin. Het wordt een wedloop tegen de tijd. Wijd en zijd is geen beschutting te zien. Wanneer ik ten slotte het bergdorp met de burchtruïne herken, slaak ik een zucht van opluchting. Nog veel opgeluchter waren vermoedelijk de katharen die eeuwen geleden na hun vlucht over de Pyreneeën hier aankwamen. Net als in Bagà hielden ook de heren van Gósol de katharen in de dertiende eeuw immers de hand boven het hoofd. Velen vestigden zich rond de burcht, die op een heuvel net buiten het huidige dorp lag. Van het middeleeuwse dorp en de burcht blijven vandaag alleen nog ruïnes over. Het pad slingert eerst met prachtige panorama’s langs de Serra del Cadí, klimt dan door hoge brandnetels naar het dorpje Josa de Cadí. Ook bij Ramon de Josa waren de katharen welkom. De burchtheer was immers zelf een kathaar. Maar voor de inquisitie dat had uit gevogeld, was de goede man al overleden. Hij werd postuum door de inquisiteurs veroordeeld. Tanden-
Katharen in gevaar De katharen of Albigenzen leefden van de twaalfde tot de vroege veertiende eeuw in Occitanië (Zuid-Frankrijk) en Catalonië. In de volksmond werden ze bons hommes of ‘goede mensen’ genoemd. Ze noemden zichzelf de ware christenen, beschouwden de ziel als het goede en het lichaam als het kwade. De katharen leefden in grote soberheid, ascetisch en kuis. Ze zetten zich af tegen de weelderige levensstijl en corruptie binnen de rooms-katholieke kerk, die hen als ketters beschouwde. Onder paus Innocentius III begon een genadeloze vervolging, eerst door de Albigenzische kruistochten, later door de inquisitie. Vele katharen vluchtten over de Pyreneeën naar Catalonië, waar ze de bescherming van lokale edelen genoten. De kathaarse geestelijken werden parfait of perfectus (vervolmaakte) genoemd. Ze onderscheidden zich van de croyants (gewone gelovigen) door de ontvangst van het consolamentum (kathaars sacrament van het doopsel). Ze waren bovendien geacht volgens strikte regels (strenge ascese, niet vloeken, liegen of doden) te leven. Guilhèm Belibaste – de naamgever van de wandelroute – was de laatste bekende perfectus.
Boven: Mandenmaker Jaime uit Tírvia demonstreert zijn vaardigheden. Onder: Hotel Noguera (Llavorsí): huisgemaakte gerechten, geserveerd in een huiselijke sfeer.
knarsend lieten ze de botten van Ramon de Josa weer opgraven en alsnog verbranden.
Berenoor en rotsthee De namiddag is al een eind gevorderd, de hitte drukkend. En dat blijft niet zonder gevolgen. Een heftig zomers onweer spoelt mij letterlijk het dorp Tuixent in. Ik ben kletsnat. Als dat maar geen flinke verkoudheid oplevert… Misschien maar even bij de trementinaires aankloppen en profylactisch een paar heilzame middeltjes inslaan, schiet het door mijn hoofd. Deze kranige dames – de naam stamt van trementina of terpentijn – wisten bij alle kwalen raad. Uit natuur producten van de omliggende valleien bereidden ze zalfjes, oliën en thee, die ze in heel Catalonië aan de man brachten. Orella d’ós of berenoor hielp bijvoorbeeld tegen verkoudheid, te de roca of rotsthee tegen buikpijn. Oli de ginebró – jeneverbesolie – was een probaat middeltje tegen wormen. De trementinaires waren van de late negentiende eeuw tot in de jaren 1960 actief. Ze trokken er één of twee keer per jaar opuit en bleven tot vier maanden weg. Meestal gingen ze te voet. Ze droegen hun last op hun rug en keerden pas terug als alles was verkocht. Het hele verhaal wordt uit de doeken gedaan in het plaatselijke Museu de les Trementinaires. Roerend is de zwart-witfilm over Sofia Muntaner (1908-1996), de laatste actieve trementinaire. Ze ging nog tot 1982 op pad!
Gestenigd door de menigte Ik neem mijn intrek in de Molí de Fórnols. Een oude watermolen die tot 1950 in bedrijf was. De stemming in de gelagzaal is bedrukt. Het WK voetbal is in volle gang. Spanje heeft net met 1-5 van Nederland >>> PASAR juni 2015
41
Aan water geen gebrek tijdens de overschrijding van de Pyreneeën.
Tussen Llavorsí en Tírvia slingert het pad door een lommerrijke vallei.
verloren. Spanje, de uittredende wereldkampioen! De volgende ochtend gaat het in een wijde boog rond de uitlopers van de Serra del Cadí. Dichte dennen bossen wisselen af met vuurrode rotsformaties. Zandsteen uit het trias, door weer en wind tot grillige sculpturen gebeeldhouwd. Ik zit op een rots en geniet van het uitzicht, wanneer achter mij het vertrouwde gerommel klinkt. Torenhoge cumuluswolken manen eens te meer tot spoed aan. La Seu d’Urgell ademt mediterrane gezelligheid. De terrasjes zitten vol, in de steegjes flaneren opgewekte jongelui. Maar de zware muren van de kathedraal boezemen ontzag in. Eeuwen geleden was de bisschopsstad een bolwerk van de inquisitie. Hier werd vermoedelijk ook het plan uitgebroed om de laatste kathaar te grazen te nemen. Vast staat dat verklikker Arnau Sicre er wel vaker kwam, omdat zijn broer er woonde. In Castellbò schijnt de tijd stil te staan. Een stoere romaanse kerk. Een sierlijke stenen boogbrug. Smalle steegjes. Huizen van schist en vakwerk. Afbladderende verf. Ook Castellbò was de katharen welgezind. Burggraaf Arnau I de Castellbò was zelf een kathaar. De inquisiteurs hielden hem in de gaten. De brandstapel stond al klaar, maar harde bewijzen van ketterij vonden ze niet. Dat lukte pas toen de overijverige inquisiteur Pere de Cadireta zich met de zaken ging bemoeien. 43 jaar na zijn dood werd Arnau I de Castellbò officieel van ketterij beschuldigd. En dat betekende eens te meer: graven. Ook de knoken van deze kasteelheer moesten uit de gewijde grond
Ik blijf staan voor een van de weinige huizen die de burgeroorlog doorstonden. In de muren zijn de vele kogelinslagen nog goed zichtbaar.
42
PASAR juni 2015
gehaald en stiekem elders weggemoffeld worden. De inquisiteur onderschatte echter de loyaliteit van de lokale bevolking en dat zou hem zuur opbreken. Op een dag werd hij door een woedende kathaarse menigte gestenigd. Vlak bij het dorp ontdek ik de ruïnes van het voormalige kasteel van Castellbò. En meen even een diepe zucht te horen. Voor Guilhèm Belibaste, de laatste kathaar, verliep het bezoek aan Castellbò niet zo prettig. Toen hij er, na zijn gevangenneming door de inquisitie in Tírvia in een van de kasteeltorens werd opgesloten, waren de kathaarse beschermheren er al lang van het toneel verdwenen.
Ad fundum op z’n Catalaans Door een bos met prachtige dennen, vroeger gegeerd als scheepsmasten voor de Catalaanse vloot, bereiken we de Refugi de la Basseta. In de winter draaien langlaufers hier hun rondjes. Nu heerst er een zalige rust. Waard Miquel Prat kwam als langlaufer voor Spanje uit tijdens de Olympische Winterspelen van 1984 in Sarajevo. Maar hij voelt zich niet alleen op de lange latten in zijn sas. ’s Avonds demonstreert hij met veel zwier hoe in Catalonië wijn gedronken wordt: uit de porró. Elegant legt hij zijn hoofd in zijn nek, tilt de grote glazen kan met aan de zijkant een spits toelopende tuit boven het hoofd en kipt. De wijn schiet in een lange dunne straal uit de tuit en treft met verbazingwekkende precisie zijn opengesperde mond. Daarna zijn de overige tafelgenoten aan de beurt. Daarbij wordt ook veel getroffen. Een mond, een T-shirt, een buurman… Maar we geven niet op. En oefenen net zo lang tot we de techniek min of meer onder de knie hebben. Of dat nou wel verstandig was, bedenk ik terwijl ik de volgende dag met lome benen aan de afdaling begin. Het ochtendzonnetje speelt verstoppertje tussen de dennen.
Het is nog vroeg, maar toch heerst in het bos al veel bedrijvigheid. Oude mannetjes, gewapend met een stok en rieten mand, kammen het bos uit, op zoek naar paddenstoelen. Ze hebben het vooral gemunt op gewoon eekhoorntjesbrood en oranjegroene melkzwammen. Op een grote open plek in het bos duiken de ruïnes van het hospitium Sant Joan de l’Erm Vell op. Eeuwenlang boden kluizenaars er doortrekkende reizigers onderdak, tot het enorme complex in december 1935 onder mysterieuze omstandigheden door brand werd vernield. Nog een eind dieper in de vallei volgt Montenartró. Een piepklein bergdorp met een dot van een jeugdherberg, waar wandelaars worden verwend door Imma Rubio. De waardin van L’abadia de Montenartró is een echt manusje-van-alles. Ze leidt niet alleen de herberg, maar is ook taxichauffeur en natuurgids. Tussendoor kweekt ze de groenten voor het diner in de tuin.
Als bij wonder gespaard Vanuit Llavorsí kronkelt het pad langs de rivier de Noguera de Cardós en klimt dan naar Tírvia. In dit bergdorp liep Guilhèm Belibaste tegen de lamp. Hier werd hij door de inquisitie opgepakt en vervolgens in Castellbò vastgezet. Tírvia telt vandaag 160 inwoners. Het dorp ziet er oud uit, maar schijn bedriegt. Bijna alle huizen werden een halve eeuw geleden weer opgebouwd. In de Spaanse Burgeroorlog betaalde Tírvia een hoge prijs. Op 16 september 1938 werd het dorp door de Republikeinen van Franco van de kaart geveegd. Na de zware beschietingen was 90 procent van de gebouwen verwoest. Slachtoffers vielen er niet, omdat de bevolking al maanden eerder voor het naderende oorlogsgeweld was gevlucht. Ik blijf staan voor een van de weinige huizen die de oorlog doorstonden. In de muren zijn de vele kogel inslagen nog goed zichtbaar. Alsof de oorlog maar net voorbij is. Burgemeester Joan Farrera Granja vergeet even zijn drukke agenda en geeft spontaan een rondleiding door het gemeentehuis, waar grote zwart-witfoto’s aan het oude Tírvia herinneren. Het Tírvia van voor de Spaanse Burgeroorlog. Het gemeentehuis en de kerk werden na de oorlog, ironisch genoeg, met de steun van Franco herbouwd. ‘De dictator wist wel wie hij later te vriend moest houden’, bromt de burgemeester. ‘Kom, ik moet je nog iets tonen’, zegt hij en hij troont me mee naar het
Vanuit Tuixent trokken de trementinaires er te voet opuit om hun heilzame middeltjes te slijten.
kerkhof. We blijven staan voor de zware deur van een kleine kapel. Wanneer het licht aanfloept, glijdt mijn blik over een reeks prachtige middeleeuwse grafzuilen. De meeste dateren uit de dertiende-veertiende eeuw, een zelfs uit de tiende eeuw. Op deze stenen parels zijn ze in Tírvia terecht trots.
Houtskool voor kleding Vanuit Tírvia dringen we dieper in de Vall Ferrera door. In de achttiende en de negentiende eeuw was de vallei een belangrijk centrum van de metaalindustrie. In plaatsen zoals Àreu, Alins en Araós brachten talloze smederijen welvaart. Het landschap verandert nu abrupt. De bergen worden hoger en steiler. Donkere dennenbossen maken plaats voor sappige bergweiden met koeien en paarden. De zoete geur van brem prikkelt de neusgaten. Watervallen schieten uit de omliggende bergen naar beneden. Hogerop ligt nog sneeuw. Het lijkt onvoorstelbaar dat in deze ruige omgeving vroeger regelmatig een drukbezochte ‘markt’ plaatsvond. Eeuwenlang dreven de mensen van het Catalaanse Vall Ferrera en het Franse Ariège ruilhandel op de Pla de lo Mercat. De markt vond elke zomer drie tot vier keer plaats. De bewoners van Vall Ferrera brachten houtskool en ijzer mee, die van Ariège graan, meel, kleding en klokken. De markt bestond van de middeleeuwen (of nog vroeger) tot de vroege twintigste eeuw, toen ze door de aanleg van wegen en betere communicatiemogelijkheden in de vergetelheid raakte. Een stel gemzen slaat ons nieuwsgierig gade terwijl we over sneeuwvelden de laatste meters tot de Port de Boet afleggen. De 2.510 meter hoge pas markeert het hoogste punt van de wandelroute. Hier trokken vroeger seizoenarbeiders uit Vall Ferrera over de bergen om in Frankrijk graan te oogsten of druiven te plukken, mensen uit Ariège maakten de oversteek in de omgekeerde richting om in de smederijen van Vall Ferrera te werken. Ook vluchtelingen uit de Spaanse Burgeroorlog en verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog staken hier de Pyreneeën over. In de naoorlogse jaren kwamen smokkelaars met tabak uit Andorra hier het land in. Over de Port de Boet ving ook de kathaar Guilhèm Belibaste zijn laatste reis aan. Een tocht die in 1321 zou eindigen op de brandstapel in Villerouge-Termenès. <<
Middeleeuwse brug in Castellbò.
PASAR juni 2015
43
Wandelen in
Catalonië
De Camí de l’Últim Càtar is een grensoverschrijdende wandelroute (189 km, 7.500 hoogtemeters), ingedeeld in 9 of 10 etappes. Ze volgt de sporen van Guilhèm Belibaste, de laatste bekende kathaar, die op de vlucht was voor de inquisitie in de vroege veertiende eeuw. De route verbindt Bagà (Catalonië) met Tarascon-sur-Ariège (Frankrijk) en doorkruist drie natuurparken (CadíMoixeró, Alt Pirineu, Parc naturel régional des Pyrénées Ariégeoises). De Port de Boet (2.510 meter) is het hoogste punt.
ERHEEN
• Vliegtuig: Pasar vloog met Vueling van Brussel naar Barcelona. De vlucht duurt 2 uur. In Barcelona neem je de bus (Alsa) naar Bagà. Duur: 2 uur en 45 minuten. www.vueling.com, www.alsa.es • Terug naar Barcelona vanaf Àreu (E): bus (op werkdagen, Autocars Lladós-Montaña) of taxi (Taxi Núm1 de Llavorsí, tel. +34 620 822 745) van Àreu naar Llavorsí; vervolgens bus (Alsa) naar Barcelona Airport. Duur: 5 uur en 15 minuten. • Terug naar Barcelona vanaf Tarascon-sur-Ariège (F): trein naar Barcelona met overstappen in Toulouse en Narbonne. Duur: ca. 5 uur en 45 minuten. www.sncf.com
TOPTIJD OM TE GAAN Mei tot oktober. Wie in mei op pad gaat, informeert het best even of de pas over de Port de Boet al sneeuwvrij is.
ETEN & DRINKEN
1 Cal Titarró: gezellig dorpsrestaurant met lekkere streekgerechten. Sant Andreu de Castellbò. www.facebook.com/caltitarro 2 Hostal Noguera: huisgemaakte gerechten, geserveerd in een huiselijke sfeer. Crta Vall d’Aran, Llavorsí. www.hostalnoguera.info
Josa de Cadí. • www.camidelsbonshomes.com: katharenroutes, met link naar de Camí de l’Últim Càtar. • parcsnaturals.gencat.cat/en/cadi: site van het natuurpark Cadí-Moixeró. • parcsnaturals.gencat.cat/en/altpirineu: site van het natuurpark Alt Pirineu. • www.parc-pyrenees-ariegeoises.fr: site van het Parc Naturel Régional des Pyrénées Ariégeoises. • La cuisine au temps des bons hommes, een boek van Toni Massanés & Karina Behar: culinaire reis in het spoor van de katharen met middeleeuwse recepten en adresjes waar je ze kan proeven.
vanaf € 56,60. C/Martí 1, Àreu. www.hotelvallferrera.com
DOEN!
11 Centre Medieval i dels Càtars: museum over de katharen in Bagà. 12 Museu de les Trementinaires: museum over de dames die in Catalonië hun zelfgemaakte heilzame middeltjes sleten. Pl. Serra del Cadí 1, Tuixent. www.trementinaires.org R SLAPEN NAA T 13 Catedral de Santa E I N GA 3 Hotel Ca l’Amagat: … Maria d’Urgell: bekijk ONDER Z S I U leuk hotelletje in de H in de bonkige, ron va binnenstad met likeurtje maanse kathedraal n zeemzoet en (kamille, ee a, fí ta kamers vanaf € 70. … ra d met kruid g die een Lombardische en rm ve ijs) Carrer de la walnoten, kaneel, an invloed verraadt, marjolein, Clota 4, Bagà. www. zeker de kruisgang hotelcalamagat.com met zijn fraaie kapite4 Hostal Cal Franciscó: len. Plaça Deganat, La familiair hotel aan de Seu d'Urgell. rand van het dorp. Kamers vanaf € 55. Crta de Berga, Gósol. LEZEN www.hostalcalfrancisco.es De Katharen van Bram Moerland, 5 Molí de Fórnols: sfeervol, rustig AnkhHermes Uitgeverij. gelegen hotelletje in een omgebouwde watermolen. Kamers vanaf MEER INFO € 67. Crta Tuixent-Sorribes de la • www.catalunya.com: toeristische Vansa, Fórnols. dienst van Catalonië. www.molidefornols.com 6 Hotel Andria: comfortabel stadshotel in het centrum. Kamers vanaf € 75. Pg. Joan Brudieu 24, La Seu d’Urgell. www.hotelandria.com 7 Refugi de La Basseta: eenvoudige ANDORRA Areu 10 kamers met stapelbedden, midden < Tarasconsur-Ariège
WANDELEN De route is geheel gemarkeerd en verloopt deels over brede bos- en almwegen, deels over smalle berg paden. Voor vele etappes is bagage transport mogelijk. Een redelijke conditie en wat bergwandelervaring zijn essentieel. De lengte van de etappes varieert van 13 tot 26 km, ook de hoogteverschillen (gemiddeld 800 meter per dag) zijn aanzienlijk. Denk aan warme, waterdichte kledij en goed ingelopen bergwandelschoenen. Wandelstokken
ontlasten de gewrichten. Neem voldoende drinkwater (ca. 2 liter p.p.) mee en ga in de zomer vroeg op pad. Op warme zomerdagen dreigen ‘s middags vaak onweders. Het gelopen traject wordt afgedekt door de pagina’s 29, 31, 43, 44, 45 en 46 van de Mapa topogràfic de Catalunya (1:25.000). Gps-tracks kan je downloaden vanaf www.camidelsbonshomes.com.
in het bos. Overnachting met halfpension vanaf € 30,30 p.p. Lloc Sant Joan de L'erm, Montferrer, Lleida. www.santjoandelerm.com/ basseta.htm 8 L’abadia de Montenartró: leuk hostel in een piepklein bergdorp. Overnachting met halfpension vanaf € 32 p.p. Montenartró, www.facebook. com/labadiademontenartro 9 Hostal Montaña: knus familiehotel. Overnachting met halfpension vanaf € 38 p.p. Plaça Major 7, Alins. www.hostal-montana.com 10 Hotel Vallfarrera d’Areu: landelijk hotel in een oud bergdorp. Kamers
Alins
2
FRANKRIJK
N2
Andorra La Vella
9
N20 E09
Llavors Montenartro
8
1
7
Sant Andreu de Castellbo Montferrer
C1313
10 km
N1
SPANJE 6 13
N260
Segre
La Seu d’Urgell 3 11
5 Fornols Rio de la Vansa
12 Tuixent
Gosol
4
Bagà C1411