Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Inleiding
Tijdens de eerste studiedag van de BAMA-werkgroep op 10 oktober l.l. werd aan de BAMAcoördinatoren de opdracht gegeven om een eerste stap te zetten in de ontwikkeling van de bachelor- en masteropleidingen. Concreet werd aan de onderwijscommissies de opdracht gegeven d e onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen die zij zullen organiseren, te formuleren. Hierbij dient te worden uitgegaan van een formulering van de competenties die van afgestudeerde bachelors verwacht worden om te functioneren in ‘werksituaties’ (uitstroom) en als voorwaarde voor het aanvatten van aansluitende masteropleidingen (doorstroom).
In deze tekst willen we de onderwijscommissies ondersteuning bieden bij het uitvoeren van deze opdracht en enkele richtlijnen geven voor de rapportering.
Competenties als geïntegreerde gehelen van kennis, vaardigheden en attitudes In eerste instantie vragen we u om de competenties te beschrijven waarover een afgestudeerde bachelor van de opleiding moet beschikken. Onder competenties verstaan we het geïntegreerd geheel aan kennis, vaardigheden en attitudes van een bachelor om te kunnen uitstromen naar de arbeidsmarkt of te kunnen doorstromen naar de masteropleiding(en). De uitstroom naar de arbeidsmarkt betekent evenwel niet dat de academische bachelor wordt opgeleid om één specifiek beroep uit te oefenen, maar wel om in een diversiteit aan werksituaties aan de slag te kunnen.
Werksituaties Kennis en inzicht
Vaardigheden
in begrippen, theorieën, benaderingen, problemen, onderzoeksmethodologie van het eigen en eraan gelieerde vakgebieden
redeneren, oordeelsvorming, communiceren, probleemoplossen, methodologische vaardigheden
maatschappelijke verantwoordelijkheid, kennisvernieuwend denken, openheid, kritische zin
Attitudes Masters BaMa-werkgroep Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA
1/6
Stap 1: formuleren van kerntaken van een bachelor Om de competenties van een bachelor te formuleren, is het zinvol eerst meer informatie te verzamelen over de situaties waarin afgestudeerde bachelors terecht komen. Onderstaande vragen kunnen richtinggevend zijn om meer zicht te krijgen op mogelijke werksituaties van bachelors en op de verwachtingen die vanuit een masteropleiding worden gesteld aan een bachelor. Het belangrijkste resultaat van onderstaande vragen is dat u komt tot een lijst van kerntaken van bachelors in werksituaties/masteropleidingen. Kerntaken zijn taken waarmee een afgestudeerde in beroepssistuaties of in een masteropleiding bijna zeker te maken krijgt. Bij het beschrijven van deze kerntaken zal u ongetwijfeld al dicht bij de formulering van competenties komen omdat het uitvoeren van kerntaken immers het gecombineerd hanteren van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes veronderstelt.
Uitstroom naar de arbeidsmarkt •
In welke functies/beroepsgroepen zou een bachelor tewerkgesteld kunnen worden? Bijvoorbeeld: Mogelijke functies van een bachelor bio-ingenieur zijn: beleidsadviseur, assistent van een onderzoeker, ontwerper, technisch raadgever.
•
Met welk soort problemen, vragen, situaties wordt de bachelor geconfronteerd in die beroepen/functies? Met andere woorden, welke kerntaken moet de bachelor uitvoeren ten aanzien van die problemen, vragen, situaties? Bijvoorbeeld: Een bachelor biomedische wetenschappen draagt mee verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar farmaceutische producten. Een bachelor bio-ingenieur maakt en beoordeelt een plan voor milieubeheer. Een bachelor scheikunde organiseert, coördineert en voert werkzaamheden uit in een laboratorium.
•
Welke producten zal de bachelor moeten afleveren in de diverse beroepen? Bijvoorbeeld: Een bachelor sociale wetenschappen stelt een preventieplan op voor een organisatie (openbare overheid, bedrijf,...).
•
Welke taken worden van de bachelor verwacht gezien de ontwikkelingen in het beroepsveld (vb. ontwikkelingen in onderzoek, overheidsbeleid, de consumentenmarkt en industriële markten)? Bijvoorbeeld: Gezien de snelle evolutie van het wetenschappelijk onderzoek moet de bachelor zelfstandig de stand van zaken van het wetenschappelijk onderzoek kunnen opvolgen (literatuur en databanken raadplegen en kritisch omgaan met wetenschappelijk onderzoek).
Doorstroom naar de masteropleiding(en) •
Welk ‘type’ van masteropleiding(en) kan de bachelor aanvatten? Bijvoorbeeld: Een bachelor scheikunde kan een master aanvatten met de optie ‘milieubeheer’ of ‘analytische scheikunde’ of ....
BaMa-werkgroep Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA
2/6
•
Met welk soort problemen, vragen, studieopdrachten wordt de bachelor geconfronteerd in de masteropleiding(en)? Met andere woorden, welke kerntaken moet de bachelor uitvoeren ten aanzien van die problemen, vragen en studieopdrachten? Bijvoorbeeld: In de masteropleiding moet een bachelor een beperkt wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren. De bachelor scheikunde genereert zelf ontbrekende kennis via de wetenschappelijke methode voor het oplossen van een scheikundeprobleem. Een bachelor sociale wetenschappen verzamelt op wetenschappelijke wijze gegevens via de techniek van observatie en enquêtering.
•
Welke producten zal de bachelor moeten afleveren in de masteropleiding? Bijvoorbeeld: Een bachelor voert een meesterproef uit, met als resultaat een scriptie in de Engelse taal over een uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek.
•
Welke taken worden van de bachelor verwacht gezien de ontwikkelingen in het vakgebied? Bijvoorbeeld: Gezien de snelle evolutie van het wetenschappelijk onderzoek moet de bachelor zelfstandig de stand van zaken van het wetenschappelijk onderzoek kunnen opvolgen (literatuur en databanken raadplegen en kritisch omgaan met wetenschappelijk onderzoek).
Stel op basis van de bovenstaande vragen een lijst op van de kerntaken van een bachelor.
Stap 2: Formuleren van competenties van een bachelor Om de hierboven beschreven kerntaken te kunnen uitvoeren moet de bachelor beschikken over bepaalde competenties. Met andere woorden, welke geïntegreerde combinaties van kennis, vaardigheden en attitudes hanteert de bachelor bij het uitvoeren van de verschillende kerntaken?
Voor deze analyse kan u uitgaan van de kerntaken zoals u die beschreven hebt in stap 1. Daarnaast kan u zich ook baseren op documenten over de bestaande opleiding. In studiegidsen, handboeken, cursusmateriaal, visitatierapporten,... zijn vaak al zeer goede beschrijvingen aanwezig van de kennis, vaardigheden en attitudes die afgestudeerden verworven moeten hebben na hun opleiding (opleidingsdoelen). Een derde bron van inspiratie zijn curricula van vergelijkbare opleidingen in binnen- en buitenland. Cruciaal bij deze analyse van documenten en bronnen is dat u vanuit de invalshoek van competenties kijkt. Dit betekent dat u kennis, vaardigheden en attitudes van een afgestudeerd bachelor in hun onderlinge samenhang gaat definiëren.
Formuleer voor elke kerntaak de competenties (geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitudes) waarover de bachelor moet beschikken.
BaMa-werkgroep Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA
3/6
Bijvoorbeeld: Kerntaak: In de masteropleiding kan een bachelor een beperkt wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren. Competenties: - vakwetenschappelijke literatuur en/of gegevens verzamelen en selecteren i.f.v. het onderzoek - een goedafgebakende probleemstelling formuleren (onderzoekshypothese) - een wetenschappelijk experiment opzetten en uitvoeren, rekening houdend met de voor het vakgebied relevante methoden en technieken - de resultaten van het uitgevoerd experiment analyseren en bewerken. - formuleren en beargumenteren van conclusies uit het experiment - analyseren en beoordelen van de kwaliteit en betrouwbaarheid van het onderzoek [Deze competenties zijn nog enigszins ‘generiek’ omschreven en kunnen gerichter geformuleerd worden voor een specifieke bachelor.]
Kerntaak: Een bachelor bio-ingenieur maakt en beoordeelt een plan voor milieubeheer. Competenties: - vertalen van algemene natuurwetenschappelijke principes en uitgangspunten (kaders, criteria, eisen, hoofdstructuren,...) naar milieubeheer - vaststellen en analyseren van milieuproblemen - beoordelen van voorstellen, plannen, programma’s, projecten voor een verantwoord milieubeheer - afwegen van wensen van verbruikers enerzijds en eisen ten aanzien van een verantwoord milieubeleid anderzijds - gericht uitwerken van concreet geformuleerde doelen van een milieubeleidsplan - het vertalen van een milieuplan in concrete richtlijnen voor verbruikers - vertalen van federale en regionale milieumaatregelen naar een lokaal beleid - ontwerpen van concrete uitvoeringsplannen voor milieubeheer - vakinhoudelijk voorstellen en verdedigen van een milieubeleidsplan
2 aandachtspunten: 1. In deze voorbeelden kan u vaststellen dat de competenties zowel het hanteren van kennis, het toepassen van vaardigheden als het uitgaan van een bepaalde attitude veronderstellen. Wel is het mogelijk dat in bepaalde competenties het aspect ‘vaardigheid’ wat sterker tot uiting komt, terwijl andere competenties eerder attitudegericht zijn. Cruciaal is dat de 3 onderdelen van een competentie niet kunstmatig worden gescheiden, maar enkel worden onderscheiden. 2. Tracht de competenties zo concreet mogelijk te formuleren door ze te specifiëren voor een bepaalde bachelor.
Na analyse van de competenties bij de verschillende kerntaken zal u vaststellen dat dezelfde of gelijkaardige competenties bij meerdere kerntaken voorkomen. Tracht daarom dergelijke analoge competenties te clusteren tot een ‘kerncompetentie’. Het is evident dat in de opleiding voldoende aandacht zal moeten besteed worden aan het verwerven van dergelijke kerncompetenties. Daarnaast kan u bepaalde competenties zo belangrijk vinden (zonder dat ze evenwel een bundeling zijn van BaMa-werkgroep Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA
4/6
meerdere competenties), dat u ze eveneens cruciaal vindt voor de opleiding en ze bijgevolg ook als ‘kerncompetentie’ benoemt. Het resultaat van deze analyse is dat u komt tot een lijst van 10 à 20 kerncomptenties die het streefdoel zullen vormen van de bacheloropleiding.
Stap 3: beoordelen van de kerncompetenties op volledigheid Zoals ook tijdens de BAMA-studiedag van 10 oktober l.l. werd aangegeven, vindt de UA het belangrijk dat de bacheloropleidingen een brede algemene vorming bieden. Daarom werd onderstaand schema voorgesteld als een algemene richtlijn. Met de geformuleerde kerncompetenties zou het volledige schema gedekt moeten zijn; d.w.z. er moet in de bacheloropleiding aandacht zijn voor een wetenschappelijke, een beroepsgerichte, een maatschappelijke en een beschouwelijke vorming, en dit zowel disciplinegebonden als disciplineoverstijgend. Het is niet de bedoeling dat u nauwgezet elk vakje invult met een reeks competenties. Gebruik het schema eerder als een kapstok voor het verantwoorden van de volledigheid van uw lijst van kerncompetenties.
schappelijk gericht schappelijk welijk
Beschou-
Maat-
Beroeps-
Weten-
Disciplinegebonden
Disciplineoverstijgend
Inwijding in begrippen, theorieën, benaderingen, problemen en onderzoeksmethodologie van het eigen vakgebied
Inwijding in nevendisciplines met het oog op samenwerking met wetenschappers van die discipline
Inwijding in kennis en vaardigheden voor de uitoefening van diverse functies in het beroepenveld
Inwijding in sociale, communicatieve en organisatorische kennis en vaardigheden voor het functioneren op de arbeidsmarkt
Inwijding in de maatschappelijke context en ethische consequenties van vakwetenschappelijk handelen
Inwijding in sociale, culturele, economische en politieke facetten van de samenleving en de ethische implicaties
Inwijding in reflectiekaders op de grondslagen van het vak, de rol ervan in de cultuur,...
Inwijding in de geschiedenis en de filosofie van de wetenschappen
BaMa-werkgroep Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA
5/6
Richtlijnen voor de rapportering door de onderwijscommissies Er wordt van de onderwijscommissies verwacht dat zij een rapport van ongeveer 5 bladzijden opstellen met volgende onderdelen: 1. de kerntaken van een bachelor 2. de kerncompetenties die uit deze kerntaken werden afgeleid (met beschrijving van onderliggende competenties (combinaties van kennis, vaardigheden en attitudes) 3. een verantwoording van de volledigheid van de kerncompetenties
Graag ontvangen wij deze rapportering vóór 23 november aanstaande op het adres van de secretaris van de BaMa-werkgroep,
[email protected]. Zelfs indien u nog niet volledig klaar bent met het rapport ontvangen wij graag een overzicht van de stand van zaken. Deze rapportering is enkel bedoeld als een interne verslaggeving aan de BaMa-werkgroep. Op de vergadering van 28 november zal op basis van de ontvangen rapporten een voorbereidende bundel verspreid worden. Op deze vergadering zullen ook afspraken gemaakt worden voor de rapportering aan de gemeenschappelijke onderwijsraad en de academische overheden.
Verdere fasering In een volgende fase zal de opbouw en de organisatie van de bacheloropleiding worden aangepakt. Hiervoor zal worden uitgegaan van de geïnventariseerde kerncompetenties en de ervaringen in de huidige opleiding(en).
Tegen april 2002 ten slotte, zou de organisatie van elke bacheloropleiding moeten beschreven zijn in de vorm van een blauwdruk.
Hebt u nog vragen, opmerkingen of bedenkingen in verband met dit document of met de bachelormasterstructuur in het algemeen, aarzel niet ons te contacteren:
[email protected] of
[email protected].
BaMa-werkgroep Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA
6/6