Van:
[email protected] [mailto:
[email protected]] Verzonden: 19 mei 2008 10:47 Aan: Borggreve, Eric Onderwerp: pve domotica Geachte heer Borggreve, Zoals besproken hierbij mijn programma van eisen met betrekking tot domotica. Het verzoek m referentiesites wordt binnenkort beantwoordt. De vraag is uitgezet en ik verwacht hier op korte termijn antwoordt op. Met vriendelijke groet
Dennis van Battum Account manager Zorg ---------------------------------------Van Deventerlaan 31 - 51K 3528 AG Utrecht Tel.nr.: 030 - 248 Fax nr.: 030 - 2481667 Mobiel: (+31)6-51109238 Emailadres:
[email protected]
In het functioneel P.v.E wordt door middel van een B aangegeven of het een noodzakelijke basisfunctie betreft en door middel van een O of het een optionele functie betreft. Of en hoe een bepaalde functie wordt toegepast, kan sterk afhankelijk zijn van de kenmerken van het project. De functie rond de leefcirkel benadering is bijvoorbeeld niet van toepassing als de groepswoningen zijn ondergebracht in alleenstaande hoogbouw. Een aantal functies zijn individueel instelbaar per bewoner. Bij bijvoorbeeld functie “het automatisch aangaan verlichting van voldoende sterkte en de juiste soort verlichting bij binnenkomst in de zit- /slaapkamer”. Deze individuele instelbaarheid zou bij voorkeur moeten worden aangestuurd door een regelmatig bijgehouden bewonersprofiel, dat integraal onderdeel uitmaakt van het zorgplan.
1.1
Kwaliteit van leven; welzijn, gemak en comfort 1.1.1 Afstemmen van licht
Licht, geluid en geuren zijn belangrijk voor dementerenden. Hierop oriënteren zij zich. Een uitgekiend lichtniveau overdag en ’s nachts verbetert het dag-/nachtritme van de bewoners, zo wordt door Laagland’advies gesteld. Ook wij wijzen erop, dat dementerenden gemakkelijk het dag-/nachtritme kwijt kunnen raken. Uit recent onderzoek van de TU Delft is gebleken, dat appartementen in verpleeghuizen bijna altijd slecht verlicht zijn en dat daardoor het bioritme van de bewoners verstoord raakt.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 1 van 26
Daarnaast heeft een oudere drie maal zoveel licht nodig als een jong volwassenen om normaal te kunnen zien. Ook bij de TU Eindhoven in samenwerking met TNO Bouw loopt wetenschappelijk onderzoek naar de slijtage van het biologische kloksysteem bij ouderen en de minder goede aansturing hiervan als gevolg van de slechtere kwaliteit van het oog. Er wordt als hypothese gesteld dat licht van voldoende sterkte en met de juiste spectrale verdeling de biologische klok weer in het gareel kan krijgen Het aspect geur wordt buiten beschouwing gelaten. Het voert te ver om dit realiseren. De nadruk ligt op de verlichting, gezien de bovenstaande opmerkingen en het gegeven dat de verlichting bij uitstek datgene is wat door een domotica systeem aangestuurd wordt. Ook kleuren spelen een belangrijke rol, daarom het is daarom verstandig vroegtijdig een interieurarchitect in te schakelen. De hieruit af te leiden functies: 1.1.2 Voldoende licht 1.1.2.1.B. Voldoende licht & meer licht bij donker weer overdag zowel in de zit/slaapkamers als in de leefruimten. Voldoende licht en meer licht bij donker weer overdag zowel in de zit-/slaapkamers als in de leefruimten. Verkeersruimten automatisch (gebouwfunctie via schakelaar nachts extra licht bijschakelen), Zit/slaapkamer individueel schakelbaar via minimaal 2 verlichtingspunten. Dimmen, via op wandcontactdozen aan te sluiten (schemer) lamp(en). Huiskamer individueel schakelbaar. Dimmen via op wandcontactdozen aan te sluiten (schemer) lamp(en). Toilet individueel schakelbaar via lichtsensor
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 2 van 26
1.1.3 Automatisch aangaan verlichting kamer 1.1.3.1.B. Automatisch aangaan verlichting van voldoende sterkte en juiste soort (individueel instelbaar) bij binnenkomst bewoner in zit-/slaapkamer. Deze functie moet eenvoudig uitgeschakeld kunnen worden door zorgverlening. Met als rode draad: ’s nachts minder licht en anders licht dan overdag.
Plafond lamp met 2-voudig armatuur en 2-voudige schakelaar (gebouwfunctie) Intelligente lamp wastafel Wandcontactdoos schakelbaar en alleen dimbaar en door het aanbrengen van eigen verlichting (vloerdimmer) Opmerking: een bewoner van kleinschalig groepswonen voor dementerenden kan vrijwel nooit zelf het licht meer aandoen 1.1.4 Automatisch aangaan verlichting toilet/badkamer 1.1.4.1.B. Automatisch aangaan verlichting van voldoende sterkte bij binnengaan van toilet/badkamer via bewegingssensor.
Deur met kleuraccent versterken.
1.1.5 Nacht oriëntatieverlichting 1.1.5.1.B. Nachtoriëntatie verlichting: als een bewoner ’s nachts naar het toilet wil gaan, wordt de route naar het toilet automatisch uitgelicht, waardoor de bewoner als vanzelf naar het toilet wordt geleid. Bewoners gaan hierbij naar het licht toe en kunnen het niet zelf aandoen. Het toilet in een groepswoning bevindt zich meestal op de gang. De uitlichting van het toilet wordt gerealiseerd door plafondverlichting. Deze voorziening dient zodanig te zijn ingesteld, dat een bewoner die opstaat zonder naar het toilet te willen niet ‘’tegen wil en dank’’ naar het toilet wordt geleid.
1.1.5.2.B. Uitlichten herkenningspunten:. Boven elke deur van de zit/slaapkamer en bij elke deur van de toilet/badkamer (2 toiletten naast elkaar en dus deze deuren voorzien van lichtsluis en plafondlampen) dienen plafondlampen te worden opgenomen voor uitlichting (geschakeld via domotica) Een lichtsluis bij deze deuren schakelt dit lichtpad (heen en terug). Per bewoner kan dit worden ingesteld (profiel)belangrijke deuren en plekken in de groepswoning zijn goed uitgelicht. Andere plekken die niet belangrijk zijn, of deuren die gesloten moeten blijven, vallen meer in de schaduw. Voor de verkeersruimten geldt dat aan het begin van de gang met een schakelaar extra licht is bij te schakelen in de avond en nachtsituatie. 1.1.5.3. Overige: lichtpunten en wandcontactdozen in zit/slaapkamers, toiletten en verkeersruimten en algemene ruimten zijn aangesloten op het gebouwsysteem en niet op het domoticasysteem
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 3 van 26
1.1.6 Afstemmen van licht: 1.1.6.1.B. Automatisch daglicht: in de ochtend gaat op een vaste tijd geleidelijk de verlichting aan op de slaapkamer (via domotica), zodat zoveel mogelijk een heldere, zonnige ochtend gesimuleerd wordt, en s’avonds wellicht in omgekeerde volgorde. Via 1 plafondlamp ( deze plafond armatuur heeft 2 lampen, waarvan de lamp met de kleinste lichtopbrengst automatisch bijgeschakeld kan worden). Dit zal gebeuren door aan het gebouw een fotocel aan te brengen die de lichtopbrengst meet. 1.1.6.2.B. Normale schakelaars naast automatisch: Het moet mogelijk zijn om alle lichtpunten handmatig te schakelen, ook al worden deze soms automatisch aangestuurd. Hierdoor kan er geen gebruik worden gemaakt van de normale aan/uitschakelaars, maar van zogenaamde pulsschakelaars (momentschakelaars). Dit zal in het begin wel even wennen zijn. Ook zal de verlichting dimbaar zijn via later aan te sluiten lichtbronnen (schemerlampen) Naast de schakelbare wandcontactdoos dient een schakelaar te worden aangebracht om deze lichtbron (schemerlamp) te schakelen. Bewoners mogen ook hun eigen lichtbronnen meenemen. Een extra wandcontactdoos (achter noodstroom) voor o.a. hoog-laag bed of medische apparatuur. Toelichting: hoewel hierboven is gesteld dat een bewoner van een groepswoning voor dementerenden vrijwel nooit meer zelf het licht meer kan aandoen, komt het nog een enkele keer voor dat een bewoner dat wel nog zelf kan. Dit versterkt het gevoel van eigenwaarde. Bovendien is er ook nog de familie, die zelf het licht wel kan bedienen. 1.1.7 Conclusie schakelbare voorzieningen Kamer; de lamp boven de wastafel wordt intelligent gemaakt en een schakelbare wandcontactdoos met schakelaar. Boven de deur een geschakeld armatuur (plasroute) die via een lichtsluis ingeschakeld kan worden (profiel). Extra licht door handmatig de plafondlampen bij te schakelen. Natte cel; twee lichtpunten worden geschakeld via een bewegingssensor op basis van infrarood. Boven de deur (2 toiletten naast elkaar dus geldt dit voor beide)een geschakeld armatuur (plasroute) die via een lichtsluis ingeschakeld kan worden (profiel). Deze lichtsluis ook te gebruiken voor inactiviteit (te lang op het toilet zitten) via een timer functie (zie ook hoofdstuk ondersteuning van de zorgverlening). Huiskamer; in de gemeenschappelijke huiskamers zal de verlichting middels de normale aan/uitschakeling worden uitgevoerd. Wel zal de stroomvoorziening van de keuken via een schakelaar aan/uit gezet kunnen worden. Gangen; in de gangen komt standaard oriëntatieverlichting. Er komen handmatige punten om extra licht bij te schakelen, te bedienen via het gebouwbeheersysteem aan het begin van de gang.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 4 van 26
1.1.8 Afstemmen van het klimaat In het algemeen is met de gemiddelde verwarmingsinstallatie al veel mogelijk: per ruimte de temperatuur van tevoren instellen, inclusief op welke tijd kouder of warmer. 1.1.8.1.O. De temperatuur in de zit-/slaapkamer en de overige ruimten is afgestemd op het tijdstip van de dag. ’s Nachts is het kouder in de kamer, pas tegen het (individueel bepaalde) moment van opstaan wordt de kamer warmer. De verkeersruimten en werkruimten worden centraal geregeld. 1.1.8.2.B. De zonwering wordt op het niveau van de groepswoning aangestuurd maar is individueel instelbaar. Als zonwering kiest men een systeem met een gebouwgestuurde regeling, die niet individueel regelbaar is per kamer/ruimte met een schakelaar. Wel in de huiskamer, middels een schakelaar.
2
Verruiming van de leefruimte voor de individuele bewoner
2.1
Verruiming van de leefruimte voor de individuele bewoner
In de meeste voorzieningen voor dementerenden, is het zo geregeld dat de deuren naar buiten maar vaak ook de deuren tussen de afdelingen, op slot zitten. Domotica kan de leefruimte voor de individuele bewoner verruimen. Wel moet hierbij een aantal voorzorgmaatregelen worden genomen. Er moet bijvoorbeeld worden voorkomen dat bewoners bij de nooduitgang kunnen komen. Ook de kamers van andere bewoners moeten niet toegankelijk zijn. Bovendien moeten trappen en liften beveiligd zijn. Door het systeem van leefcirkels te hanteren kunnen bewoners zich vrijer bewegen, al naar gelang hun mogelijkheden. De bepaling van de eerste cirkel is erg belangrijk. Als een bewoner, die daarvoor niet is geautoriseerd, de laatste cirkel verlaat, zal er toezicht moeten zijn. Naarmate de cirkels kleiner worden afgesteld, zal dit systeem duurder worden. Bij de bepaling van de cirkels zal dus een afweging gemaakt moeten worden tussen meer techniek/hogere investering versus minder problemen. Op dit moment geldt op de PGafdelingen differentiatie en overplaatsing. Toekomstgericht zou het ideaal zijn, dat een bewoner ondanks verslechtering van zijn situatie toch zijn huidige appartement kan behouden. Het cruciale is waar je de grenzen legt. Als het financieel haalbaar is zou je bijvoorbeeld de technische voorzieningen ten behoeve van de leefcirkels al kunnen meenemen, waarna je later bepaald welke cirkels operationeel moeten worden gemaakt. 2.2
Bepaling leefcirkels
2.2.1.1.B. Bewoners kunnen zich vrijer bewegen, al naar gelang hun mogelijkheden. De volgende leefcirkels zijn bepaald: 1e: Begaande grond, 1e verdieping, lift naar 2e verdieping 2e: Gehele gebouw 3e: Buiten Wat betreft de techniek zullen de bewoners individueel herkenbaar moeten zijn. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden, zoals een horloge of een hals/pols/voet bandje. Het personeel zou zich
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 5 van 26
kunnen autoriseren d.m.v. een badge of ook door een bandje. De techniek is inmiddels zover, dat b.v. een combinatie van een bewoner met een verzorger geen alarm geeft. Je kunt het systeem tot in de puntjes verfijnen, maar nooit totaal waterdicht maken. Het bezoek kan via een code naar buiten en indien een bewoner wordt meegenomen, moet dit vooraf op de afdeling worden gemeld. Deze RFID technologie biedt tevens de mogelijkheid dat met het hals/pols/voet bandje ook en manueel alarm kan worden gemaakt , waarbij dan ook de locatie waar de persoon zich bevindt bekend is. Besloten wordt dat in de leefcirkels alle deuren dicht zijn, tenzij men geautoriseerd is. Op de tekeningen is aangegeven waar de grenzen van de leefcirkels liggen. Op alle lagen van het gebouw zijn de multifunctionele ruimten, zusterposten, bergingen etc. voorzien van sloten voor gebruik met gewone sleutels. Ten aanzien van de toepassing van druppels wordt nog bekeken of het systeem ook bruikbaar is als betaalsysteem. Alleen indien de brandweer dit eist worden alle vluchtdeuren voorzien van een groen kastje, die na inslaan de deur vrijgeeft. Deze groene kastjes moeten eveneens gekoppeld worden aan het DECT-systeem, zodat daarop gesignaleerd wordt bij activeren (inslaan) van het kastje. Met een druppel kun je ook de medewerkers registreren, zowel op aanwezigheid, plaats als op tijd.
3
Ondersteuning van de zorgverleners; veiligheid 3.1.1 Signalering in de nachtsituatie
’s Nachts is er in veel woonvoorzieningen een nachtwacht aanwezig. Die helpt zonodig mensen die naar het toilet moeten of die onrustig zijn. Lang niet altijd is deze hulp echt nodig. Afhankelijk van het project en de bewoners, zou volstaan kunnen worden met een slaapwacht of een waakwacht voor meerdere woningen tegelijk. Belangrijk is dat sommige bewoners best zelfstandig naar het toilet kunnen (zie functie nachtoriëntatie verlichting). Maar andere bewoners moeten geholpen worden. Techniek kan het zorgpersoneel extra ogen en oren verschaffen, waarbij onderscheid gemaakt kan worden naar bewoner. De wacht wordt niet bij elk geluidje of beweging gewaarschuwd maar alleen als het echt nodig is. 3.1.1.1.B. ’s Nachts of eventueel op andere momenten wordt een hulpvraag van individuele bewoners gesignaleerd. Het gaat om signaleren via bewegingsdetectie, geluid en/of bijvoorbeeld deursignalering van een activiteit die voor die bewoner ongebruikelijk is en/of een indicatie van een wel gebruikelijke activiteit, maar waarvoor hulp nodig is (bijvoorbeeld naar het toilet toe gaan). Er kan gesignaleerd moet worden op basis van geluid, beweging, op basis van tijd of door middel van een combinatie van deze mogelijkheden. Besloten is om alleen de somatiek kamers te voorzien van spreekluister (4-voudige doos). Alle kamers worden uitgevoerd met de mogelijkheid van akoestische bewaking (met digitale opname van de geluiden) verder is er voorzien in bewegingsensoren onder het bed. Wordt er activiteit waargenomen, dan kan o.a. automatisch het wastafellampje aan gaan Gaat de bewoner niet naar het toilet, maar blijft na een vooraf ingestelde tijd de activering toch doorgaan, dan kan er natuurlijk ook iets aan de
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 6 van 26
hand zijn. De bewoner kan b.v. zijn gevallen. In ieder geval zal dit ook een reden zijn om te alarmeren. Gaat de bewoner wel naar het toilet, dan wordt dit gesignaleerd. In het toilet gaat dan automatisch het licht aan. Mocht het toiletbezoek langer duren dan de vooraf ingestelde tijd, dan kan er ook een alarm af gaan.Via 2 trekkoorden kan de bewoner ook nog zelf alarm maken Alle genoemde zaken zijn eenvoudig en per bewoner instelbaar en kunnen dynamisch via ( lokale) beeldschermen eenvoudig grafisch gewijzigd worden. Alle oproepen worden afgesteld bij de deur en eventueel op het mobile device. Wat betreft de techniek gaat het naast activiteitsdetectie en inactiviteitsdetectie via infrarood bewegingsmelders om akoestische bewaking, zoals dat bij verstandelijk gehandicapten wordt toegepast. Als een bepaalde bewoner een bepaalde hoeveelheid geluid maakt, gedurende een bepaalde tijd (in te stellen drempelniveaus) wordt dit geluid digitaal opgenomen en doorgegeven aan een centrale of DECT systeem. Eenvoudig kan dan beluisterd worden wat het alarm heft veroorzaakt. Pas dan kan de zorg beoordelen of er een actie moet komen. Ter verificatie van de situatie kan door de centrale/beheerplatform ook een inluisterverbinding worden geopend (akoestisch inluisteren). De centralist kan dan horen of een bewoner pijn heeft of rustig is. Daarnaast bijvoorbeeld een nachtsignalering op de kamerdeur, waarbij gesignaleerd wordt dat de deur open wordt gedaan, waarbij een tijdsdrempel is ingesteld per bewoner. 3.1.1.2.B. Te lang op het toilet blijven zitten. Deze functie is van toepassing in de nachtsituatie. Wanneer iemand te lang op het toilet blijft zitten (inactiviteit), wordt een signaal uitgezonden naar de centrale en het dienstdoende zorgpersoneel. Via de lichtsluis en een timer wordt deze functie ingeschakeld (profiel) 3.1.1.3.O Verificatie via beeldverbinding groepswoning Niet van toepassing. 3.1.1.4.B Verificatie via beeldverbinding; zit-/slaapkamers. Wel aanbrengen camera’s in de zit-/slaapkamers. Kan duidelijke meerwaarde hebben volgens de betrokkenen bij experimenten. In elke kamer, wordt in een hoek een inbouwdoos aangebracht met 230V aansluitpunt om een eventuele camera aan te sluiten. 3.1.2 Overige signalering/alarmering Bij alarm moet er fysiek gereageerd worden. Dergelijke oproepen gaan direct door naar een mobile device of naar de receptie. Op het display wordt o.a. kamernummer en soort van de oproep zichtbaar, waarna direct een spreek-luisterverbinding kan worden geopend (alleen bij somatiek). Door de oproep af te stellen en vervolgens nogmaals een alarm te maken ontstaat assistentie, waarbij een ander mobile device wordt opgeroepen met afwijkende toon. Dit alles softwarematig is te stellen via dienstroosters. Alle alarmoproepen worden gelogd en een managementoverzicht op te stellen. 3.1.2.1.B. Mogelijkheid tot actieve noodoproep in zit-/slaapkamer. De bewoner heeft de mogelijkheid tot een actieve noodoproep in zijn zit-/slaapkamer door middel van een alarmknop inplugbaar in een 2-voudige RJ 45 doos. Hierin kan men vrij een alarmknop, bedmatje of medisch apparaat aansluiten. Aan de hand van het individueel profiel
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 7 van 26
wordt verder bepaald of bijvoorbeeld dan het oriëntatie lampje dient aan te gaan. Bedden; onder elk bed komt een bewegingssensor die ook afhankelijk van het profiel kan schakelen. 3.1.2.2.B. Mogelijkheid tot actieve noodoproep in toilet en badkamer. Er wordt geen gebruik gemaakt van 2 stuks trekkoord. 3.1.2.3.B. Mogelijkheid voor actieve noodoproep voor het zorgpersoneel. Inbouwen van deze functie op de mobile device (zie verder onder communicatie). De veelal autonoom opererende zorgverlener kan dan snel terugvallen op de centrale of collega om aanvullende hulp te kunnen inzetten. 3.1.2.4.B. Brandsignalering via rookmelders. Als ergens brand ontstaat, wordt dat direct intern doorgemeld naar de centrale en zorgpersoneel (melding op de handset). De centrale moet kunnen zien welke rookmelder rookontwikkeling meldt. Op dit punt is regelgeving van toepassing met betrekking tot de gemeentelijke bouwverordening: bij het groepswonen voor dementerenden is sprake van een woonfunctie gelegen in een woongebouw bestemd voor minder zelfredzame personen met (in principe) permanent toezicht. Dergelijke woongebouwen moeten voorzien zijn van een brandmeldinstallatie die volledige detectie biedt en die voldoet aan de normstelling in de NEN 2535. Dat wil zeggen dat alle ruimten, dus ook alle kamers van bewoners van brandmelder(s) moeten zijn voorzien (behoudens de natte cellen) met rechtstreekse doormelding naar de brandweer. Bovendien moet er een ontruimingsplan zijn, waarbij bedrijfshulpverleners 24 uur per dag ingeschakeld kunnen worden voor ontruiming bij brand. Wat onder deze functie aanvullend wordt gesteld, is dat de brandmelding óók wordt doorgemeld naar de centrale/beheerplatform via een ESPA interface die de woongroep onder zijn beheer heeft en aan het zorgpersoneel zelf. 3.1.3 Conclusie signaleringen Bedden; onder elk bed komt een bewegingssensor. Er komt verder bij het bed twee wandcontactdozen (met afwijkende kleur) op een preferente groep om ook bij stroomuitval de bedden nog te kunnen bedienen. Camera; in elke kamer, wordt in de hoek bij het raam, een inbouwdoos aangebracht met 230V aansluitpunt om een eventuele camera aan te sluiten. Voordeurbel; op de somatische afdelingen komt per appartement een voordeurbel en een elektrische sluitplaat welke ook op afstand ontgrendeld kan worden via een afstandbediening. 3.1.3.1.Zitslaapkamer
Akoestische bewaking
Oproep/afstel/assistentie oproepknop bij de deur
Bewegingssensor onder het bed
Lichtsluis bij de deur
Twee inplugpunten dubbele RJ 45 bij het bed zodat verschillende randapparatuur kan worden aangesloten
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 8 van 26
3.1.3.2.Toilet/badkamer
Oproep/afstel/assistentie oproepknop bij de deur
Lichtsluis bij de deur
Een trekkoord
3.1.3.3.Huiskamer
Oproep/afstel/assistentie oproepknop bij de deur
3.1.3.4.Overige
Actieve noodoproep op mobile device voor medewerkers.
Brandsignalering via ESPA naar mobile device
Camera inplugmogelijkheid per kamer en op de groep
Zonwering via gebouwsysteem echter individueel schakelbaar (evt. via afstandsbediening)
3.2
Overig veiligheid
3.2.1.1.B. Externe toegangscontrole: bediening centrale toegangsdeur op afstand door zorgpersoneel. Bezoek belt aan bij de toegang tot het gebouw. Via de mobile device en-of via intranet kan op een scherm de centrale en/of receptie in het centrale verpleeghuis of het zorgpersoneel in de groepswoning zelf degene die voor de deur staat zien en ermee spreken en vervolgens de toegangsdeur openen. 3.2.1.2.B. Toegangscontrole zorgpersoneel en vrijwilligers. Zorgverleners en/of vrijwilligers zijn geautoriseerd om bepaalde ruimtes te betreden gedurende bepaalde periodes en gedurende andere periodes niet. Tevens wordt geregistreerd wie welke ruimte heeft geopend. Als een ‘’sleutel’’ is kwijtgeraakt kan deze eenvoudig uit het sleutelplan verwijderd worden. Indien zorgverleners/vrijwilligers wel of niet geautoriseerd zijn bepaalde ruimten te betreden, werkt dit voor de organisatie ook als interne beveiliging. Systeem te koppelen aan BHV i.v.m. registratie. * Voor de buitendeuren en de fietsenstalling blijft het huidige systeem gehandhaafd. Detail invulling zie verder onder toegangscontrole. 3.2.1.3.B. Kooktoestellen gaan automatisch uit. Indien een bewoner of zorgverlener de elektrische kookplaat aanzet, zonder er iets op te zetten, moet die bij hitteontwikkeling automatisch uitgeschakeld worden. Besloten wordt in de huiskamers via inductie te gaan koken, hetgeen dan wel geleerd moet worden. . Dit lost veel problemen op. 3.2.1.4.B. Keuken aan/uit. Alle keukenapparatuur moet altijd spanningsloos staan. De gehele keuken dient door middel van een duidelijk herkenbare schakelaar aangezet te worden. Na gebruik wordt de gehele keuken met diezelfde schakelaar weer uitgezet, d.w.z spanningsloos gemaakt. Dit met uitzondering van de voeding voor de koelkast. Er moet in één oogopslag gezien kunnen worden of de keuken ‘’aan’’ of ‘’uit’’ staat. De keuken
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 9 van 26
dient door middel van een normale aan/uitschakelaar bediend te worden. Hier hoeft geen tijdschakelaar of Domoticasysteem aan gekoppeld te worden. 3.3
Communicatie (zie ook hoofdstuk 9)
Het werk in kleinschalige groepswoningen is vaak solistischer dan het werk op een afdeling in een klassiek verpleeghuis. Daarom is het belangrijk om het contact tussen het personeel te ondersteunen met elektronische middelen. Maar ook anderen kunnen worden geïnformeerd met behulp van elektronische systemen. 3.3.1.1.B Mobiele communicatie voor het zorgpersoneel en andere medewerkers. Het personeel moet de mogelijkheid hebben om mobiel onderling met elkaar te communiceren of te kunnen bellen via handsets. Op deze handsets moeten ook meldingen afkomstig vanuit het systeem, zoals alarmoproepen, meldingen uit de domoticasysteem en toegangscontrolesysteem door middel van paging kunnen worden weergegeven. 3.3.1.2.B Intranet Deze voorziening wordt via werkplekken beleid ingevuld. Zorgpersoneel moet in het dossier van een bewoner kunnen kijken op afstand. Een alleen werkende medewerker kan via het intranet de hulp van anderen inschakelen, door bijvoorbeeld een vraag te stellen aan een arts of een psycholoog. Daarnaast andere mogelijkheden: -
Zorgdossier met bewonersprofiel voor de persoonlijke instellingen voor de techniek op alle werkplekken beschikbaar;
-
Alarmeringen/signaleringen kunnen op alle werkplekken zichtbaar gemaakt worden;
-
Beheer van de technische systemen in de groepswoning is vanaf alle werkplekken mogelijk.
3.3.1.3.B Data/telefoonaansluitingen In alle zit/slaapkamers en huiskamer een data en telefoon aansluit mogelijk via een dubbele RJ 45. Voor de kantoren en overige ruimten dient het E-bestek te worden aangehouden.
3.4
Losstaande voorzieningen
De voorgaande functies worden gerealiseerd via diverse technische systemen, die met elkaar geïntegreerd zijn. Vooral gebouwgebonden technieken. Er zijn daarnaast een aantal losse technische voorzieningen mogelijk om dementerenden te ondersteunen bij het dagelijks functioneren. 3.4.1.1.O. Dagklok. Er is in de gemeenschappelijke huiskamer en op iedere zit-/slaapkamer een grote analoge klok aanwezig, met daarop of daarnaast een dagklok, die aangeeft welke dag van de maand het is. Ook zou op dezelfde klok of een kalender aangegeven moeten worden of het ochtend, middag, avond of nacht is. 3.4.1.2.O. Daymaker. Om de bewoner te ondersteunen in zijn dag-/nachtritme kan optioneel een Medidulx Daymaker-systeem worden toegepast. Het is een alternatief voor automatisch daglicht in de ochtend. Het gaat hierbij om een wekker die naast het voortbrengen van geluid ook een lamp die erop is
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 10 van 26
bevestigd aan doet. Dit verlichtingssyteem werkt autonoom, dus los van de andere verlichting. De vorm is die van een kleine schemerlamp (tafelmodel) op een wekker. In de ochtend gaat op een bepaalde tijd geleidelijk de verlichting op de slaapkamer aan, zodat een heldere, zonnige ochtend gesimuleerd wordt. Behalve als wekker doet de Daymaker dienst als leeslamp, die met een dimmer op ieder gewenste sterkte is in te stellen. Het licht- en het geluidsignaal van de wekker, kunnen afzonderlijk van elkaar worden ingesteld, zodat het ook mogelijk is om “gewoon” gewekt te worden. 3.5
Noodstroomvoorziening
De cruciale (computer)delen dienen achter preferente 230V groepen aangesloten te worden, voorzien van No break en noodstroom.
4
Functioneel PvE Domotica Zorgintensief intramuraal, Somatiek 4.1.1 Voldoende licht
4.1.1.1.B. Voldoende licht & meer licht bij donker weer overdag zowel in de zit/slaapkamers als in de leefruimten. Voldoende licht en meer licht bij donker weer overdag zowel in de zit-/slaapkamers als in de leefruimten. Verkeersruimten automatisch (gebouwfunctie via sensor); Zit/slaapkamer individueel schakelbaar via minimaal 2 verlichtingspunten. Dimmen, via op wandcontactdozen aan te sluiten (schemer) lamp(en); Toilet individueel schakelbaar via lichtsensor. 4.1.2 Automatisch aangaan verlichting kamer 4.1.2.1.B. Automatisch aangaan verlichting van voldoende sterkte en juiste soort (individueel instelbaar) bij binnenkomst bewoner in alleen de slaapkamer. Deze functie moet eenvoudig uitgeschakeld kunnen worden door zorgverlening. Met als rode draad: ’s nachts minder licht en anders licht dan overdag.
Plafond lamp met 2-voudig armatuur en 2-voudige schakelaar (gebouwfunctie), eventueel via afstandsbediening te bedienen; Intelligente lamp wastafel; Wandcontactdoos schakelbaar en alleen dimbaar en door het aanbrengen van eigen verlichting (vloerdimmer).
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 11 van 26
4.1.3 Automatisch aangaan verlichting toilet/badkamer 4.1.3.1.B. Automatisch aangaan verlichting van voldoende sterkte bij binnengaan van toilet/badkamer via bewegingssensor.
Deur eventueel met kleuraccent versterken.
4.1.4 Nacht oriëntatieverlichting 4.1.4.1.B. Nachtoriëntatie verlichting: als een bewoner ’s nachts naar het toilet wil gaan, wordt de route naar het toilet automatisch uitgelicht, door middel van een lamp onder het bed aangestuurd door een bewegingssensor. Per bewoner kan dit worden ingesteld (profiel) 4.1.4.2.O. Niet van toepassing 4.1.4.3. Overige lichtpunten en wandcontactdozen in zit/slaapkamers, toiletten en verkeersruimten en algemene ruimten zijn aangesloten op het gebouwsysteem en niet op het domoticasysteem 4.1.5 Afstemmen van licht: 4.1.5.1.B. Automatisch daglicht: in de ochtend gaat op een vaste tijd geleidelijk de verlichting aan op de slaapkamer (via domotica), zodat zoveel mogelijk een heldere, zonnige ochtend gesimuleerd wordt en `s avonds wellicht in omgekeerde volgorde. Via 1 plafondlamp (deze plafond armatuur heeft 2 lampen, waarvan de lamp met de kleinste lichtopbrengst automatisch bijgeschakeld kan worden). Dit zal gebeuren door aan het gebouw een fotocel aan te brengen die de lichtopbrengst meet. 4.1.5.2.B. Normale schakelaars naast automatisch: Het moet mogelijk zijn om alle lichtpunten handmatig te schakelen, ook al worden deze soms automatisch aangestuurd. Hierdoor kan er geen gebruik worden gemaakt van de normale aan/uitschakelaars, maar van zogenaamde pulsschakelaars (momentschakelaars). Dit zal in het begin wel even wennen zijn. Ook zal de verlichting dimbaar zijn via later aan te sluiten lichtbronnen (schemerlampen) Naast de schakelbare wandcontactdoos dient een schakelaar te worden aangebracht om deze lichtbron (schemerlamp) te schakelen. Bewoners mogen ook hun eigen lichtbronnen meenemen. Conclusie schakelbare voorzieningen Kamer; de lamp boven de wastafel wordt intelligent gemaakt en een schakelbare wandcontactdoos met schakelaar. Een extra wandcontactdoos (achter noodstroom) voor o.a. hoog-laag bed of medische apparatuur. De lamp in het plafond (gebouwfunctie) moet via afstandsbediening geschakeld kunnen worden. Natte cel; twee lichtpunten worden geschakeld via een bewegingssensor op basis van infrarood. Gangen; in de gangen komt standaard oriëntatie verlichting. Er komt een handmatige punten om het licht te bedienen via het gebouwbeheersysteem aan het begin van de gang.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 12 van 26
4.1.6 Afstemmen van het klimaat 4.1.6.1.O. De temperatuur in de zit-/slaapkamer en de overige ruimten is afgestemd op het tijdstip van de dag. ’s Nachts is het kouder in de kamer, pas tegen het (individueel bepaalde) moment van opstaan wordt de kamer warmer. Per kamer zal een wandthermostaat moeten komen. Er is ook een mogelijkheid, om bij binnenkomst van de kamer de temperatuur automatisch te laten stijgen. Om in een later stadium te kunnen bepalen of dit systeem wenselijk is, kan alvast als uitgangspunt worden genomen een geschakelde thermostaat te nemen, die een contact krijgt, dat -indien dan gewenst- geactiveerd kan worden. Centraal zullen de verkeersruimten wen werkruimten worden geregeld Voor de badkamer wordt vloerverwarming met schakelaar geprefereerd mits het financieel haalbaar is. 4.1.6.2.B. De zonwering wordt op het niveau van het gebouw aangestuurd maar is individueel instelbaar. Als zonwering kiest men een systeem met een gebouwgestuurde regeling, welke tevens individueel regelbaar is per kamer/ruimte met een schakelaar. (dus niet in het Domotica systeem) en optioneel via afstandsbediening. 4.1.6.3.B Gordijnen elektrisch Voor elektrische gordijnen kiest men voor een inbouwdoos bij de rail van het gordijn. Op deze inbouwdoos kan een motor aangestuurd worden om de gordijnen te openen of te sluiten. Boven het bed een loze inbouwdoos t.b.v. een schakelaar voor de bediening. Optioneel een afstandsbediening. 4.1.6.4. B Elektrisch slot en/of elektrisch deuropener, Per kamer een voordeurbel en de mogelijkheid om een voordeur te voorzien van een elektrisch slot met afstandsbediening of een elektrische deuropener. Infrastructuur hiervoor meenemen. Mogelijkheid voor de badkamer nader onderzoeken i.v.m. het feit dat dit een schuifdeur is. Opmerking; Via 1 afstandsbediening moeten zaken te bedienen zijn als: o TV o Zonwering o Gordijnen o Deuren o Verlichting Dit is wellicht door IPronto (Philips) in te vullen
4.2
Ondersteuning van de zorgverleners; veiligheid 4.2.1 Signalering in de nachtsituatie
’s Nachts is er in veel woonvoorzieningen een wakkere wacht aanwezig. Die helpt zonodig mensen die naar het toilet moeten of die onrustig zijn. Lang niet altijd is deze hulp echt nodig. Afhankelijk van het project en de bewoners, zou volstaan kunnen worden met een slaapwacht of een waakwacht voor meerdere woningen tegelijk. Belangrijk is dat sommige bewoners best zelfstandig naar het toilet kunnen (zie functie nachtoriëntatie verlichting). Maar andere bewoners moeten geholpen worden.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 13 van 26
Techniek kan het zorgpersoneel extra ogen en oren verschaffen, waarbij onderscheid gemaakt kan worden naar bewoner. De wacht wordt niet bij elk geluidje of beweging gewaarschuwd maar alleen als het echt nodig is. 4.2.1.1.B. ’s Nachts of eventueel op andere momenten wordt een hulpvraag van individuele bewoners gesignaleerd. Het gaat om signaleren via bewegingsdetectie, geluid en/of bijvoorbeeld deursignalering van een activiteit die voor die bewoner ongebruikelijk is en/of een indicatie van een wel gebruikelijke activiteit, maar waarvoor hulp nodig is (bijvoorbeeld naar het toilet toe gaan). Er kan gesignaleerd moet worden op basis van geluid, beweging, op basis van tijd of door middel van een combinatie van deze mogelijkheden. Besloten is om alle kamers en slaapkamers (uitwisselbaar) te voorzien van een spreekluister (4-voudige doos) met mogelijkheid van akoestische bewaking (met digitale opname van de geluiden. Een alarmpunt met een dubbele RJ45 aansluiting voor losse alarmeringsapparatuur zoals bedmatje of belsnoer. Een draadloze halszender om alarm te kunnen maken. Onder het bed een bewegingsensoren met lampje. Wordt er activiteit waargenomen, dan gaat dit lampje aan en eventueel het wastafellampje aan (profiel). In het toilet gaat dan automatisch het licht aan. Mocht het toiletbezoek langer duren dan de vooraf ingestelde tijd, dan kan er ook een alarm af gaan. Via 2 trekkoorden kan de bewoner ook nog zelf alarm maken. Alle genoemde zaken zijn eenvoudig en per bewoner instelbaar en kunnen dynamisch via ( lokale) beeldschermen eenvoudig grafisch gewijzigd worden. Alle oproepen worden afgesteld bij de deur en eventueel op het mobile device. 4.2.1.2.B. Te lang op het toilet blijven zitten. Deze functie is van toepassing in de nachtsituatie. Wanneer iemand te lang op het toilet blijft zitten (inactiviteit), wordt een signaal uitgezonden naar de centrale en het dienstdoende zorgpersoneel. Via een later aan te brengen lichtsluis en een timer wordt kan deze functie ingeschakeld worden (profiel). 4.2.1.3.O. Verificatie via beeldverbinding groepswoning Niet van toepassing. 4.2.1.4.O. Verificatie via beeldverbinding; zit-/slaapkamers. Wel aanbrengen camera’s in de zit-/slaapkamers. Kan duidelijke meerwaarde hebben volgens de betrokkenen bij experimenten. In elke slaapkamer, wordt in een hoek een inbouwdoos aangebracht met 230V aansluitpunt om een eventuele camera aan te sluiten 4.2.2 Overige signalering/alarmering Bij alarm moet er fysiek gereageerd worden. Dergelijke oproepen gaan direct door naar een mobile device of naar de receptie. Op het display wordt o.a. kamernummer en soort van de oproep zichtbaar, waarna direct een spreek-luisterverbinding kan worden geopend. Door de oproep af te stellen en vervolgens nogmaals een alarm te maken ontstaat assistentie, waarbij een ander mobile device wordt opgeroepen met afwijkende toon. Dit alles softwarematig is te stellen via dienstroosters. Alle alarmoproepen worden gelogd en een managementoverzicht op te stellen. 4.2.2.1.B. Mogelijkheid tot actieve noodoproep in zit-/slaapkamer. De bewoner heeft de mogelijkheid tot een actieve noodoproep in zijn zit-/slaapkamer door middel van een alarmknop inplugbaar in een 2-voudige RJ 45 doos. Hierin kan men vrij een
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 14 van 26
alarmknop, bedmatje of medisch apparaat aansluiten. Aan de hand van het individueel profiel wordt verder bepaald of bijvoorbeeld dan het oriëntatie lampje dient aan te gaan. Bedden; onder elk bed komt een bewegingssensor met lampje die ook afhankelijk van het profiel kan schakelen. 4.2.2.2.B. Mogelijkheid tot actieve noodoproep in toilet en badkamer. Alarm kan gemaakt worden via een trekkoord, waarvan er 2 stuks moeten worden aangebracht 4.2.2.3.B. Mogelijkheid voor actieve noodoproep voor het zorgpersoneel. Inbouwen van deze functie op de mobile device (zie verder onder communicatie). De veelal autonoom opererende zorgverlener kan dan snel terugvallen op de centrale of collega om aanvullende hulp te kunnen inzetten. 4.2.2.4.B. Brandsignalering via rookmelders. Als ergens brand ontstaat, wordt dat direct intern doorgemeld naar de centrale en zorgpersoneel (melding op de handset). De centrale moet kunnen zien welke rookmelder rookontwikkeling meldt. Op dit punt is regelgeving van toepassing met betrekking tot de gemeentelijke bouwverordening: bij het groepswonen voor dementerenden is sprake van een woonfunctie gelegen in een woongebouw bestemd voor minder zelfredzame personen met (in principe) permanent toezicht. Dergelijke woongebouwen moeten voorzien zijn van een brandmeld installatie die volledige detectie biedt en die voldoet aan de normstelling in de NEN 2535. Dat wil zeggen dat alle ruimten, dus ook alle kamers van bewoners van brandmelder(s) moeten zijn voorzien (behoudens de natte cellen) met rechtstreekse doormelding naar de brandweer. Bovendien moet er een ontruimingsplan zijn, waarbij bedrijfshulpverleners 24 uur per dag ingeschakeld kunnen worden voor ontruiming bij brand. Wat onder deze functie aanvullend wordt gesteld, is dat de brandmelding óók wordt doorgemeld naar de centrale/beheerplatform via een ESPA interface die de woongroep onder zijn beheer heeft en aan het zorgpersoneel zelf. 4.2.2.5.O. Signalering bij wateroverlast. Via sensor in de badkamer (of gecombineerde toilet/badkamer) Bewoners willen nog wel eens voor een verstopping zorgen van wastafel of toilet. Melding gaat door naar de mobile device. Deze functie wordt niet geïmplementeerd. 4.2.2.6.Conclusie signaleringen Bedden; onder elk bed komt een bewegingssensor. Er komt verder bij het bed twee wandcontactdozen (met afwijkende kleur) op een preferente groep om ook bij stroomuitval de bedden nog te kunnen bedienen. Camera; in elke kamer, wordt in de hoek bij het raam, een inbouwdoos aangebracht met 230V aansluitpunt om een eventuele camera aan te sluiten. Voordeurbel; op de somatische afdelingen komt per appartement een voordeurbel en een elektrische sluitplaat welke ook op afstand ontgrendeld kan worden via een afstandbediening. 4.2.2.7.Zit-slaapkamer
Spreek/luister en akoestische bewaking en om te wisselen naar de slaapkamer (4voudige doos)
Draadloze alarmknop
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 15 van 26
Oproep/afstel/assistentie oproepknop bij de deur
Bewegingssensor onder het bed met lamp
Lichtsluis bij de deur (later aan te brengen)
Twee inplugpunten dubbele RJ 45 bij het bed zodat verschillende randapparatuur kan worden aangesloten
4.2.2.8.Toilet/badkamer
Lichtsluis bij de deur (later aan te brengen
Twee trekkoorden
Oproep/afstel/assistentie oproepknop bij de deur
Sensor voor wateroverlast
4.2.2.9.Overige
4.3
Actieve noodoproep op mobile device voor medewerkers.
Brandsignalering via ESPA naar mobile device
Camera inplugmogelijkheid per kamer
Deurbel (zoals thuis)
Gordijnen automatisch te bedienen, (ook via afstandbediening)
Zonwering handmatig en via afstandsbediening te bedienen
Elektrisch slot, deur te bedienen via afstandsbediening Overig veiligheid
4.3.1.1.B. Externe toegangscontrole: bediening centrale toegangsdeur op afstand door zorgpersoneel Bezoek belt aan bij de toegang tot het gebouw. Via de mobile device en-of via intranet kan op een scherm de centrale en/of receptie in het centrale verpleeghuis of het zorgpersoneel in de groepswoning zelf degene die voor de deur staat zien en ermee spreken en vervolgens de toegangsdeur openen. 4.3.1.2.B. Toegangscontrole zorgpersoneel en vrijwilligers. Zorgverleners en/of vrijwilligers zijn geautoriseerd om bepaalde ruimtes te betreden gedurende bepaalde periodes en gedurende andere periodes niet. Tevens wordt geregistreerd wie welke ruimte heeft geopend. Als een ‘’sleutel’’ is kwijtgeraakt kan deze eenvoudig uit het sleutelplan verwijderd worden. Indien zorgverleners/vrijwilligers wel of niet geautoriseerd zijn bepaalde ruimten te betreden, werkt dit voor de organisatie ook als interne beveiliging. Systeem te koppelen aan BHV i.v.m. registratie. * Voor de buitendeuren en de fietsenstalling blijft het huidige systeem gehandhaafd. Detail invulling zie verder onder toegangscontrole 4.3.1.3.O. Kooktoestellen gaan automatisch uit. Niet van toepassing.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 16 van 26
4.4
Communicatie (zie ook hoofdstuk 9)
Het werk in individuele appartementen is vaak solistischer dan het werk op een afdeling in een klassiek verpleeghuis. Daarom is het belangrijk om het contact tussen het personeel te ondersteunen met elektronische middelen. Maar ook anderen kunnen worden geïnformeerd met behulp van elektronische systemen. 4.4.1.1.B Mobiele communicatie voor het zorgpersoneel en andere medewerkers. Het personeel moet de mogelijkheid hebben om mobiel onderling met elkaar te communiceren of te kunnen bellen via handsets. Op deze handsets moeten ook meldingen afkomstig vanuit het systeem, zoals alarmoproepen, meldingen uit de domoticasysteem en toegangscontrolesysteem door middel van paging kunnen worden weergegeven. Een persoonsalarmknop met locatie detectie voor de eigen veiligheid. 4.4.1.2.B Intranet Deze voorziening wordt via werkplekken beleid ingevuld. Zorgpersoneel moet in het dossier van een bewoner kunnen kijken op afstand. Een alleen werkende medewerker kan via het intranet de hulp van anderen inschakelen, door bijvoorbeeld een vraag te stellen aan een arts of een psycholoog. Daarnaast andere mogelijkheden: -
Zorgdossier met bewonersprofiel voor de persoonlijke instellingen voor de techniek op alle werkplekken beschikbaar.
-
Alarmeringen/signaleringen kunnen op alle werkplekken zichtbaar gemaakt worden.
-
Beheer van de technische systemen in de groepswoning is vanaf alle werkplekken mogelijk.
4.4.1.3.B Data/telefoonaansluitingen In alle zit/slaapkamers en huiskamer een data en telefoon aansluit mogelijk via een dubbele RJ 45. Voor de kantoren en overige ruimten dient het E-bestek te worden aangehouden.
4.5
Noodstroomvoorziening
De cruciale (computer)delen dienen achter preferente 230V groepen aangesloten te worden, voorzien van No break en noodstroom.
Lijst van begrippen 4.6
- Domotica
Volgens de definitie van het Innovatieprogramma Wonen en Zorg: woninggebonden hoogtechnologische toepassingen ter ondersteuning van het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen en andere doelgroepen van zorg Maar ook: integratie van verschillende technische systemen, zodat door de combinatie nieuwe functies ontstaan. 4.7
Vraaggestuurd domoticaproject/aanbod gericht Domotica project
De (toekomstige) bewoners hebben de keuze uit een aantal (pakketten met) functies. Meestal in de vorm van een bepaald basispakket met daarbovenop een of meerdere keuzemodules.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 17 van 26
Het is het tegenovergestelde van aanbodgericht. Hierbij wordt een uitgebreid pakket techniek standaard in alle woningen van een wooncomplex aangebracht. Dit is tot nu toe de meest voorkomende praktijk. 4.8
Personenalarmering, spreekluisterverbinding
Ook wel sociale of zorgalarmering genoemd. Techniek ontwikkeld vanaf de jaren ’70, die ook buiten domoticawoningen veel toegepast wordt. Omvat in zijn basis een kastje bij of onder de telefoon. Geïntegreerd in telefoon kan ook: een zorgtelefoon. Op het kastje of de telefoon een alarmknop, die gebruikt kan worden om bij nood een alarmsignaal te verzenden over de telefoon. Standaard hoort er ook bij een hals- of handzender: een alarmknop die men op het lichaam draagt. Een alarmsignaal wordt verzonden over de analoge telefoon volgens een bepaald protocol (merkgebonden). Een centrale bij de thuiszorg, intramurale ouderenzorg, particuliere alarmcentrale of anderszins ontvangt het alarmsignaal. De hulpverlener ziet meteen (op het scherm) wie er gealarmeerd heeft, wat de algemene gezondheidssituatie is en wie er gewaarschuwd moet worden voor de alarmopvolging. De hulpverlener kan een spreekluisterverbinding open. In het alarmtoestel in de woning bevindt zich een gevoelige microfoon, die het mogelijk maakt te spreken met een bewoner, ook als deze zich op enige afstand van het alarmtoestel bevindt. Deze verbinding wordt gebruikt ter verificatie van de situatie. Is er sprake van een echte noodsituatie of een loos alarm? In domoticawoningen wordt deze apparatuur verbonden met andere technische systemen, waardoor nieuwe functies ontstaan. 4.9
Professionele achterwacht/alarmopvolging
Bij personenalarmering is het in Nederland van oudsher gebruikelijk dat de mantelzorg (familie, buren, kennissen)wordt gewaarschuwd door de centrale om te gaan kijken bij alarm. Veelal wordt als voorwaarde gesteld dat men drie van deze contactpersonen heeft, die op een kwartier tot maximaal een half uur reizen afstand wonen. Steeds minder ouderen kunnen hieraan voldoen, terwijl bovendien steeds meer ouderen met een kwetsbare gezondheid zelfstandig blijven wonen. In toenemende mate, maar op veel plaatsen nog ontbrekend, wordt door zowel de thuiszorg als de verzorgingshuizen de mogelijkheid geboden dat een professionele hulpverlener komt kijken. Dit kan gepaard gaan met een extra maandabonnement voor deze opvolging, tenzij sprake is van een bepaalde zorgindicatie. 4.10 Elektrisch/elektronisch slot Een elektrisch of elektromechanisch slot wordt meestal gekenmerkt door een motor op de binnenkant van de voordeur, die het slot open en dicht draait. Te bedienen door middel van een afstandsbediening vanaf de buitenzijde en door een knop of krukbediening aan de binnenzijde. Eigenlijk bedoeld voor voordeuren met een driepuntssluiting, die door die sluiting op drie punten met relatief veel moeite open en dicht te krijgen zijn. Deze sloten hebben veelal een elektronische aansturings eenheid in bijvoorbeeld de meterkast, die door apparatuur voor personenalarmering aan te sturen valt. Dit wordt gebruikt in de huidige Domotica woning voor ouderen. Een elektronisch slot heeft als kenmerk dat het te programmeren is. Personen kunnen tijdelijk, permanent of voor afgesproken tijdstippen op een dag geautoriseerd worden om toegang te verkrijgen. Meestal afstandbediening of smart card.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 18 van 26
4.11 Videofoon Valt onder de noemer van toegangscontrole. Is een deuropener systeem voor het openen vanuit een appartement van de afgesloten centrale toegangsdeur. Naast verificatie (wie staat er voor de centrale toegangsdeur?) via stem, kan het ook via beeld. 4.12 Huisautomatiseringssysteem of Elektrotechnische domotica (E-domotica) Een computer in de meterkast (kan ook decentraal, in ieder vertrek) stuurt alle wandcontactdozen en schakelaars aan. Daarnaast bijvoorbeeld de verwarming. Meest kenmerkende functie is het via een centrale (sleutel)schakelaar in de hal en hoofd slaapkamer aan/uit-zetten van de totale woning. Min of meer vergelijkbaar met het aan/uitzetten van de auto door middel van de contactsleutel. Dit type systemen zijn al sedert begin jaren ’90 op de markt. Deze techniek wordt aangeduid als E-domotica van elektrotechnische domotica. Dit ter onderscheid van ICT domotica,die nieuwer is en sterk in opkomst. De kern daarvan wordt gevormd door een flexibel platform waarop software met randapparatuur kan draaien (vergelijk PC). Dit platform is verbonden met breedbandinternet. Een begrip in relatie tot huisautomatisering/E-domotica, zoals met name toegepast wordt in de hier beschreven domotica projecten. Powerline: de centrale computer in de meterkast en de wandcontactdozen en schakelaars via het bestaande 230 volt lichtnet. Dit is niet echt draadloos, want er wordt gebruik gemaakt van al in de woning aanwezige bekabeling. Bij een dergelijk systeem worden doosjes ingebouwd achter de bestaande schakelaars en wandcontactdozen.
Voorbeeld functioneel PVE
Pagina 19 van 26
5
Afkortingen en begrippen op het gebied van ICT in de zorg Achtergrond informatie bij Communicatieplan
5.1
Informatie technologie 1
AIS
1
1
Besturingssysteem
2
1 1
BOS DIS
3 4
1
EDI
5
1
EDP
6
2 1 1
EMD EPD
7 8 9
1
ERP
10
1
Extranet
11
1
GUI
12
1
HIS
13
1
HTML
14
1 1
Intranet KernZIS
15 16
1
Firewall
17
1
MIPS
18
1
MIS
19
1 1
Novell OSI
20 21
1
PACS
22
1
PDA
23
1
POC
24
1
Server
25
Voorbeeld functioneel PVE
Apotheek Informatie Systeem Soft en hardware ten behoeve van de administratie van patiëntgegevens en dossiers voor apotheken. Software die de primaire aansturing van computers verzorg, zoals Windows of Unix. Beslissing Ondersteunend Systeem Documentair Informatie Systeem Opslag en zoeksysteem voor elektronische informatie zoals beelden. Electronic Data Interchange Standaard voor het uitwisselen van elektronische berichten volgens een vast protocol in tegenstelling tot email. Electronic Data Processing; Elektronische gegevensverwerking Elektronisch Medisch Dossier; Zie EPD Elektronisch Patiënten Dossier Opslag en zoeksysteem voor elektronische informatie over patiënten Enterprise Resource Planning van hulpmiddelen voor de hele organisatie Intern netwerk over meerdere locaties die gebruik maakt van (beveiligde) internetverbindingen. Grafisch User Interface Systeem met afrolmenu’s enz. zoals Windows. Huisartsen Informatie systeem Soft en hardware ten behoeve van de administratie van patiëntgegevens en dossiers voor huisartsen. Hyper Text Markup Language Computertaal voor de opmaak van documenten die kunnen worden weergegeven door WEB browsers. Internet toepassing voor alleen lokaal gebruik. Centrale patiënten database van een ZIS, eventueel aangevuld met financieel administratieve modules. Software die ongeautoriseerde toegang tot een netwerk moet verhinderen. Million Instructions Per Second Eenheid voor de interne verwerkingssnelheid van een computer. Management Informatie Systeem. Systeem dat informatie verzameld ten behoeve van managers. Besturingssysteem voor netwerken. Open System Interconnection Theoretisch model met 7 lagen waarop gegevensoverdracht tussen diverse systemen plaats vindt. Picture Archiving and Communication System. Systeem t.b.v. het maken, archiveren en versturen van beelden. Toepassingen voor Röntgen NMR en andere beeldsystemen. Personal Digital Assistant. Een computer in zakformaat; Maakt momenteel een snelle ontwikkeling door, door integratie met GSM en aansluiting aan het internet. Ponit of Contact. Plaats of gelegenheid waar de medewerk(st)er de gelegenheid heft tot contact met “klanten”. Een computer die diensten levert aan een netwerk. Dit kunnen meerdere zijn zoals toegang tot een database en mail, maar kan ook een specifieke taak zijn. Over een
Pagina 20 van 26
5.2
1
SIS
26
1
SQL
27
1
TIS
28
1
Unix
29
1
Unified Messaging
1
1
WWW
2
1
ZIS
3
1
Zorgpas
4
aantal jaren zal ook de telefooncentrale in een server worden ondergebracht, bij VoIP is dat nu al het geval. Specialisten Informatie Systeem. Informatiesysteem voornamelijk voor financieel administratieve doeleinden. Stuctured Query Language. Computertaal om gegevens uit een databank op te vragen. Thuiszorg Informatie Systeem Soft en hardware ten behoeve van de administratie van patiëntgegevens en dossiers in de thuiszorg. Besturingssysteem
Software waarbij e mail, faxen en voicemail in één systeem worden gepresenteerd. Veelal wordt dit geïntegreerd in de bestaande e mail programma’s zoals outlook, MS Exchange server of Lotus Notes. World Wide Web (WEB). Geheel van computersystemen die verbonden zijn via het internet. Ziekenhuis Informatie Systeem Soft en hardware ten behoeve van de administratie van patiëntgegevens en dossiers. Chipkaart waarop alle basale persoonsgegevens worden opgeslagen, waarmee een eenduidige identificatie en een koppeling aan opgeslagen gegevens mogelijk is.
Telefonie 1
ADSL –
1
1
Analoog
2
1
Announcement.
3
1
4
1
AT commando’s Opdracht CLI
1
DTMF
6
1
Groep 3 FAX
7
1
Half duplex
8
1
ISDN
9
Voorbeeld functioneel PVE
5
Asymmetric Digital Subsciber Line. Nieuwe norm voor breedbandige data en telefoonaansluitingen over bestaande koperleidingen (norm88). Er zijn diverse varianten mogelijk. Snelheden tussen de 2 en de 9 Mbs, afhankelijk van de afstand tot de centrale. Alle communicatie waarbij het elektronische signaal zonder bewerking herleid kan worden tot herkenbaar geluid. Besturingen zoals nummerkeuze en nummerherkenning vindt plaats via toontjes zie DTMF. GSM, ISDN en ADSL zijn digitaal. Systeem om welkomstteksten en teksten in wachtrijen mee te laten horen codes voor Hayes compatibel modems. Calling Line Identification. Indien een aansluiting over deze faciliteit beschikt is het mogelijk om het nummer van degene die belt te achterhalen en weer te geven, mits de beller zijn identificatie niet uitgezet heeft. Dual Tone Multi Frequncy. Toontjes die met de telefoontoetsen gegenereerd worden om te kiezen, boodschappen te versturen of voice responce systemen te sturen. De meest gebruikte norm voor faxen. Indien de verbinding slecht wordt automatisch teruggeschakeld naar groep 2 of groep 1. Group4 is in gebruik bij ISDN-2. Slechts een van de partijen kan tegelijk praten (zoals bij een portofoon). Full Duplex Zender en ontvanger kunnen gelijktijdig praten en luisteren (in tegenstelling tot halfduplex). Internet Services Digital Nework. Geschakeld netwerk voor telefonie en data. Heeft 2, 15 of 30 B kanalen voor spraak of data met een capaciteit van 64 kbs en 1 D kanaal voor signalering met een capaciteit van 16 kbs.tot 2Mbs.
Pagina 21 van 26
5.3
1
LCR
1 1
PABX – POP
1
PSTN
1
TAPI
1
Telco
1
VRS
1
VPN
10 Least Cost Routing. Met deze faciliteit kan een telefooncentrale bepalen welke provider op dat moment voor de betreffende verbinding het goedkoopste is en de verbinding hiermee tot stand brengen. 11 Private Branch Exchange. Telefooncentrale 12 Point Of Precence. Verbinding tussen de backbone (glasvezel) van de provider en de aansluitingen naar de locale abonnees. Een abonnee wordt in het algemeen niet rechtstreeks op de glasvezel aangesloten. 13 Public Switched Telephone Network Openbaar telefonie netwerk 14 Telephony Application Programma interface van Microsoft in Windows om uitwisseling tussen telefonie en data b.v. op het gebied van nummerherkenning en automatische nummer keuze mogelijk te maken. 15 Bedrijf dat telefoon en telecommunicatie verbindingen exploiteert. 16 Voice response Systemen waarmee automatisch teksten gegenereerd kunnen worden, met keuzemenu’s via DTMF tonen. 17 Vitual Private Network Een methode om diverse aansluitingen op diverse locaties toch in één netwerk, met één nummerplan onder te brengen.
Bekabeling 1 1 1 1 1
10Base T 100BaseT 100Base F 10Base2 Backbone
1
BNC
1
Cat
1
Coax
1
Dark fiber
1
1
Glasvezel – multimode Glasvezel – single mode Fiber Glasvezel kabel. ISRA
1
Leased Lines
1
MER
1
Norm88 Telefonie NT
1 1
1
Voorbeeld functioneel PVE
Ethernet via Twisted pair met een snelheid van 10 Mbps. Ethernet via Twisted pair met een snelheid van 100 Mbps. Ethernet via glasvezel met een snelheid van 100 Mbps. Ethernet via coax met een snelheid van 10 Mbps. Verbindingskabel(s) tussen diverse knooppunten (MER en SER’s) in een netwerk. Meestal uitgevoerd met glasvezel voor dat en veel aderige norm 88 kabels voor telefonie 6 Bayonet Neill Concelman Bekabelingstype voor coax. Wordt gebruikt voor kleine datanetwerken tot 10Mbs. 7 Category Aanduiding voor het type UTP kabel. Veel gebruikt is Cat5 met een bandbreedte van 100Mbps. Cat6 (200Mbps) en Cat7 (600Mbps) worden al wel aangeboden maar zijn nog niet goed gedefinieerd. 8 Afgeschermde kabel, veel gebruikt voor CAI systemen en kleine datanetwerken tot 10Mbps. 9 Een glasvezel in eigen beheer die naar believen gebruikt kan worden. 10 Wordt gebruikt voor tweerichtingsverkeer en is geschikt voor afstanden tot 500 meter bij Cat5. 11 Wordt gebruikt voor eenrichtingsverkeer en is geschikt voor afstanden tot 2 kilometer 12 1 kabel kan meerdere glasvezeladers bevatten. 1 2 3 4 5
13 Verdeelkast waar de openbare (KPN) aansluiting in een gebouw binnenkomt. 14 Huurlijnen of vaste verbindingen tussen twee locaties welke worden verzorgd door een telecom operator. 15 Main Equipment Room De ruimte waarin alle verbindingen bijeenkomen en de centrale apparatuur is opgesteld. 16 bekabeling; de oude vertrouwde PTT koper kabels. 17 Network Terminator Aansluitkastje voor ISDN
Pagina 22 van 26
1
OC
18 Optical Carier 19
5.4
1
PSTN
1
RJ11
1
RJ45
1
SER
1
STP
1
UTP
1
USB
1
Werkplek bekabeling
OC3 = 155 Mbps, OC12 = 622 Mbs
20 Public Switching Telophone Network. 21 Openbaar telefoonnetwerk 22 Een connector / stopcontact met 4 draden voor telefonie. (opvolger van de “PTT” steker) 23 Een connector/stopcontact met 8 draden voor data en/of telefonie. Tot nu toe toepasbaar tot en met Cat5 netwerken. 24 Satellite Equipment Room Ruimte voor verdelers en apparatuur (onderstation voor data en telefonie) 25 Shielded Twisted Pair Identiek aan UTP, maar dan afgeschermd. Als deze goed wordt aangelegd biedt het een betere bescherming tegen in en uitstraling. 26 Unshielded Twisted Pair Niet afgeschermde kabel voor data en/of spraak met 8 aders voor bekabeling naar de werkpek. Meestal worden maar 2 of 4 aders daadwerkelijk gebruikt. Momenteel dé standaard. Overigens zijn de draden net als bij STP meer gedraaid dan in de normale norm88 telefonie kabel, waardoor grotere snelheden mogelijk worden. 27 Universal Serial Bus Universele steker waarmee randapparatuur (toetsenborden, muizen, modems enz) aan de PC verbonden kan worden. Snelheden tot 12Mbps. 28 Bekabeling vanaf de backbone knooppunten (MER’s) naar de werkplekken. Meestal uitgevoerd met UTP.
Draadloos 1
Bluetooth
1 1
DAB DECT
1
EFR
1
Hand over
1
GPRS
1
GSM
1
In house GSM
1
Roaming
1
SIM (lock)
Voorbeeld functioneel PVE
Norm voor draadloze communicatie over afstanden tot 10 meter met snelheden tot 2Mbps. Zal grote doorbraak betekenen in de verbinding tussen apparaten en randapparatuur zoals toetsenborden, koptelefoons, monitoren, modems, netwerken enz enz. Maakt gebruik van frequenties rond de 2,5 GHz. 2 Digital Audio Broadcasting. Digitale radio 3 digital Enhanced Cordless Telecommunications Norm voor draadloze telefonie voor locale toepassingen. Werkt met cellen met een doorsnede van ca 50 meter. Maakt gebruik van frequenties rond de 1800 MHz 4 Enhanced Full Rate Techniek om de spraakkwaliteit via GSM te verbeteren. Werkt niet met de oudere GSM toestellen. 5 Een faciliteit waarmee het gesprek “tijdens de reis” overgenomen wordt van het ene basisstation naar het andere zonder dat de verbinding verbreekt. 6 General Packet Radio Servises Norm voor data via GSM. Waarnmee datasnelhelheden via GSM tot 64kbps mogelijk zijn. 7 Groupe Speciale Mobile of Global System for Mobile communications Europese standaard voor mobiele telefonie. Maakt gebruik van frequenties rond de 900 en de 1800 MHz 8 Door de koppeling van een of meerdere GSM – zenders aan een huiscentrale worden GSM toestellen hiermee interne telefoontoestellen. 9 De mogelijkheid om met eenzelfde draadloos toestel binnen het gebied van een ander systeem dan het thuis systeem te kunnen bellen. (dus met je GSM in Griekenland of met je DECT toestel bij een buitenlocatie) 10 Subsriber Identity Module Code die in GSM toestellen is geprogrammeerd om misbruik te voorkomen. Hiermee kan een toestel aan een bepaalde provider of een bepaald abonnement 1
Pagina 23 van 26
5.5
1
SMS
11
1
TDMA
12
1
UMTS
13
1
WAP
14
gekoppeld worden zodat het toestel niet met een andere provider gebruikt kan worden. Short Message Server Standaard voor berichten via GSM. Tussen GSM toestellen, maar ook vanaf computer terminals kunnen deze berichten verzonden worden. Time Division Multiple Access Methode om een aantal kanalen één kanaal te laten delen door snel in de tijd te schakelen. Wordt toegepast bij draadloze telefonie om meerdere toestellen van één zender gebruik te laten maken Universal Mobile Telecommunications system De opvolger van GSM met snelheden tot 2 Mbps. Zal een doorbraak betekenen m.b.t. mobiel internet ten, beeldtelefonie en nog veel meer. Na 2003 zullen de eerste applicaties op de markt komen. Wireless Application Protocol Protocol voor draadloze datacommunicatie. In de praktijk kan men hiermee met de beperkte faciliteiten van een GSM toestel (b.v. een klein display) internetten, zij het met een beperkte functionaliteit.
Datacommunicatie 1
ATM
1 2
Baseband modem.
1
bps
1
Bridge
1
Broadcasting
1
EDI
1
Ethernet
1
FDDI
1
Hayes
1
HUB
1
Intranet
1
IP
1
LAN
Voorbeeld functioneel PVE
Asynchronous Transfer Mode Snel transport protocol voor data en spraak met snelheden tot 144 Mbs. Heeft voordelen bij toepassingen in complexe netwerken met veel knooppunten maar dreigt door de prijsstelling het te verliezen van concurrent ethernet. 2 Modem waarmee een relatief snelle verbinding over eigen telefoniekabels tot stand gebracht kan worden. Met snelheden van 2Mbps en meer 3 Bits Per Seconde De transmissiesnelheid van digitale signalen wordt uitgedrukt in bits per seconde. Als de snelheid 56 kilobits per seconde is kunt u theoretisch 56000 gedeeld door 8 is 7000 karakters van 8 bit per seconde verzenden of ontvangen. In de praktijk is dit lager omdat er ook bits voor controle en foutcorrectie worden gebruikt. 4 Apparaat waarmee twee deelnetwerken met elkaar verbonden kunnen worden en die selectief verkeer doorlaat. 5 Techniek om een bericht naar alle aansluitpunten te sturen onafhankelijk of er daar al of niet iets mee gedaan wordt. Kan bij gebruik met grote bestanden zoals b.v. beelden tot verstopping leiden. 6 Electronic Data Interchange Electronische gegevensoverdracht volgens een vaste norm. Wordt gebruikt voor documenten zoals aanvragen en uitslagen. 7 Protocol voor datatransport. Is momenteel dé standaard voor datanetwerken en is met steeds hogere snelheden mogelijk. (Ethernet = 10Mbps, Fast Ethernet = 100Mbs, Giga Ethernet = 1 Gigabit/s) 8 fiber optic Distributed Data Interface Een oudere standaard die werd gebruikt voor snelle verbindingen via glasvezel in de backbone. Is ingehaald door ATM en (snel) Ethernet. 9 Een norm voor modems. Dergelijke modems kunnen met zogenaamde AT commando’s bestuurd worden. 10 Verdeelpunt voor computers aan een netwerk. Elke computer die aan de hub verbonden is krijgt dezelfde signalen, in tegenstelling tot de situatie met een switch. Stackable hubs zijn uitbreidbaar door er een andere hub aan vast te koppelen. 11 Een internet echter alleen voor een gesloten gebruikersgroep. 1
12 Internet Protocol Protocol dat het mogelijk maakt om met meerdere gebruikers op één net te kunnen werken. 13 Local Aerea Network Datanetwerk dat alleen lokaal is, b.v.
Pagina 24 van 26
Mbps Modem
1 1
Packet Switching. PCMCIA
1
Router
1
RS232
1 1
POP3 Spoofing
1
Switch
1
1
TCP/IP
2
1
3
1
V28, V32 enz. Virtueel LAN VoIP
1
WAN
6
1
X25
7
1
X400
8
1
5.6
binnen één gebouw. 14 Mega bits per seconde (zie ook bps). 15 Modulator Demodulator Apparaat waarmee een computer kan communiceren via een fysieke lijn. 16 Protocol, waarbij gegevens in pakketjes worden overgezonden
1 1
17 Personal Computer Memory Card International Association spec. Elektronica in de vorm van een creditkaart die in een speciale aansluiting van een computer gestoken kan worden waarmee deze extra functionaliteit krijgt. Deze technologie wordt veel gebruikt voor modems en netwerkverbindingen in notebooks. 18 Een apparaat dat de koppeling tussen twee verschillende netwerken verzorgt. Bijvoorbeeld een LAN met een WAN. 19 Norm voor een seriële verbinding tussen computers en randapparaten met beperkte snelheden. 20 Protocol voor het verzenden en ontvangen van e mail. 21 Een techniek om een geschakelde verbinding te verbreken als er geen verkeer plaats vindt, maar naar de computers achter de aansluiting te simuleren dat de verbinding er wel is. Als er weer verkeer plaats vindt wordt de verbinding weer snel opgebouwd. Dit kan alleen met ISDN omdat het opbouwen van een analoge verbinding te lang duurt.
4 5
Verdeelpunt voor computers aan een netwerk. De switch geeft alleen de signalen door die voor de betreffende computer(s) van belang zijn, waardoor de bandbreedte per gebruiker groter is dan bij gebruikmaking van HUB’s. Transmission Control protocol / Internet Protocol Standaard protocol voor verbindingen via het internet of LAN. Normen voor protocollen gebruikt door modems. V32 = max. 4800 bps, V90 = 56kbps. Een LAN met geschakelde verbindingen, waarbinnen het toch lijkt alsof iedereen permanent met het netwerk verbonden is. Voice over IP De mogelijkheid om telefonie via IP verbindingen (van het datanetwerk) tot stand te brengen. De IPpakketjes mogen bij telefonie niet vertraagd worden. Bij data kan dat wel. Hiervan wordt veel verwacht omdat het de PABX als aparte doos overbodig maakt. Wide Aerea Network Een aantal LANs die via het openbare net of huurlijnen aan elkaar verbonden zijn. Een van de oudere protocollen voor datacommunicatie, wordt ondermeer gebruikt voor het maken van een WAN. Protocol voor communicatie tussen ondermeer EDI systemen.
Overig 1
Bandbreedte
1
1 1
Bit Byte
2 3
1
CAI
4
1
Domotica
5
1
ESPA
6
Voorbeeld functioneel PVE
De maximale transportcapaciteit van een verbinding, uitgedrukt in Herz of bits per seconde Codering voor microprocessor; de waarde kan 1 of nul zijn Een eenheid van 8 bits waarmee een karakter gedefinieerd kan worden Centrale Antenne Installatie Systeem voor TV en video met coaxkabel; wordt door providers ook gebruikt voor telefoon en internetaansluitingen via modems. Voorzieningen waarmee de zelfstandigheid van gehandicapten vergroot wordt. Bv afstandsbedieningen van deuren gordijnen enz. Protocol om de PZI aan de telefooncentrale of de verpleegoproep te koppelen. Is uniek voor Nederland.
Pagina 25 van 26
1
GPS –
7
1
Local Loop
8
1
LON
9
1
Non Meet Me
10
1
Meet Me
11
1
Paging
12
1
Provider
13
1
PZI
14
1 1
Service provider Vibra
1
VPN
15 Bedrijf dat zelf geen netwerk heeft maar wel abonnementen verkoopt. 16 of Tril alarm Faciliteit waarmee de pieper of het GSM of DECT toestel gaat trillen in plaats van rinkelen. 17 Vitual Private Network Privé netwerk die gebruik maakt van openbare verbindingen maar wel gebruikt wordt alsof het één privé netwerk betreft.
Voorbeeld functioneel PVE
Global Positioning Systeem Systeem met satellieten waarmee tot op 100 meter nauwkeurig de positie bepaald kan worden. Komt ook voor geïntegreerd met GSM. Hiermee kan niet bepaald worden op welke verdieping men zicht bevindt en het werkt ook niet in gebouwen. Het laatste stuk telefoonaansluiting vanaf een openbare centrale naar de huizen. KPN heeft hiervoor zijn norm88 kabels, anderen gebruiken de coax van de CAI, huren KPN lijnen of gaan gebruik maken van draadloze verbindingen (wireless local loop) Protocol voor netwerken van gebouwbeheerssystemen of verpleegoproepsystemen. Protocol voor PZI waarbij het telefoonnummer van de oproeper in een display van de pieper getoond wordt. Protocol voor PZI waarbij de opgeroepene naar een telefoon moet lopen om de oproep te beantwoorden. Signalering via boodschappen, via PZI, DECT, GSM of semafoons. Geschikt voor spoed en groepsoproepen. Verhuurder van telefoon data of internet verbindingen en diensten. Personen Zoek Installatie (PZI) Een lokale semafoon; Combinatie van zender en ontvangers voor berichten. Vaak gekoppeld aan de telefoon zodat men telefonisch kan oproepen.
Pagina 26 van 26