Van Rijslaan 8, 2625 KX Delft, 015-2561928 Beleid Sociaal emotionele ontwikkeling Delftse Daltonschool Bijlage 1: Gedragsprotocol Delftse Daltonschool Bijlage 2: Schorsingsprotocol Delftse Daltonschool Beleid Sociaal emotionele ontwikkeling Delftse Daltonschool Onze methode voor sociaal emotionele ontwikkeling is de kanjertraining. Het doel van de training is dat de kinderen positief over zichzelf en over een ander leren denken. Ze krijgen handvatten aangereikt voor gedrag in allerlei sociale situaties. Ook krijgen ze informatie over hun eigen gedrag, zowel door klasgenoten als door de leerkracht. De petten Bij de kanjertraining horen 4 verschillend gekleurde petten. Iedere pet staat voor een dier dat past bij een bepaald soort gedrag. Deze dieren en de bijbehorende petten komen steeds weer terug in de methode. Het principe van de training bestaat uit bewustwording. Met behulp van de vier petten worden de kinderen bewust gemaakt van hun gedrag. De gele pet (het konijn) De gele pet staat voor het konijn. Als je de gele pet opzet, vertoon je bangig, faalangstig gedrag en ben je stilletjes. Het konijn denkt slecht over zichzelf en goed over een ander. De witte pet (de tijger) De witte pet staat voor de tijger. Als je de witte pet opzet, ben je gewoon jezelf, je doet ‘normaal’. Je gedraagt je als een kanjer. De tijger is te vertrouwen en is aanspreekbaar op zijn/haar gedrag. De tijger denkt goed over zichzelf, en ook goed over een ander. De rode pet (de aap) De rode pet staat voor de aap. Als je de rode pet opzet, hang je de grapjas uit. De aap houdt van uitsloven. De aap is een meeloper. De aap denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet over een ander.
Delftse Daltonschool januari 2013 Beleid sociaal emotionele ontwikkeling Gedragsprotocol Schorsingsprotocol
1/7
De zwarte pet (de pestvogel) De zwarte pet staat voor de pestvogel. Als je de zwarte pet opzet, gedraag je je uitdagend, bazig, horkerig en pesterig. De pestvogel denkt (meestal) goed over zichzelf, maar niet goed over een ander. Ieder kind is verschillend en reageert verschillend. Met behulp van de petjes worden ze zich bewust van hun eigen gedrag. Het ene kind heeft vaak een rode pet op, het andere kind vaak een gele. De kinderen leren dat ze zelf de keuze hebben wanneer ze welke pet opzetten. Let op: Een kind kan nooit één van de petten/dieren zijn. De petten/dieren beschrijven alleen bepaald gedrag. De afspraken De volgende 5 afspraken vormen de basis voor de kanjertraining. In elke klas hangt een poster met deze afspraken: We vertrouwen elkaar We helpen elkaar Niemand speelt de baas Niemand lacht uit Niemand doet zielig Inhoud van de training De kanjertraining wordt gegeven van groep 1 t/m groep 8. De volgende onderwerpen komen aan bod: Jezelf voorstellen Luisteren en samenwerken Iets aardigs zeggen Vriendschap Gevoelens herkennen en benoemen Je mening geven, wanneer wel en wanneer niet Vertellen en vragen stellen Nee zeggen, nu wel of niet? Wat is je bedoeling? In de training wordt vaak aan de kinderen gevraagd: ‘Welke bedoeling heb je met dit gedrag? Is het de bedoeling een ander verdrietig te maken? Nee? Doe dan anders. Is het wel je bedoeling? Dan is dat dus gelukt. Maar je hebt wel een probleem, want je gedrag wordt niet (meer) geaccepteerd. Kinderen willen niet meer met je spelen als je je zo gedraagt’. Vervolgens worden er tips aangereikt door de andere kinderen en de leerkracht. Hoe zien de lessen er uit? In elke groep krijgen de kinderen 1x in de 2 weken een kanjerles van ongeveer een uur. Elke groep heeft een eigen kanjerboek, dat past bij het niveau van de kinderen. Aan de hand van een leuk vervolgverhaal wordt een situatie aangereikt, besproken, uitgespeeld, geoefend, enz. Hierbij spelen de dieren met behulp van de petjes een centrale rol. Delftse Daltonschool januari 2013 Beleid sociaal emotionele ontwikkeling Gedragsprotocol Schorsingsprotocol
2/7
Het kanjerdiploma De kerndoelen van de Kanjertraining zijn terug te vinden in de tekst van het Kanjerdiploma: Hier ben ik Het is goed dat ik er ben Er zijn mensen die van mij houden Niet iedereen vindt mij aardig Dat hoort zo Ik luister wel naar kritiek Ik zeg wat ik voel en wat ik denk Doet iemand vervelend tegen mij? Dan haal ik mijn schouders op Doet iemand rot, dan doe ik niet mee. Ik gedraag me als een kanjer Want ik ben een kanjer Dit diploma krijgen de kinderen aan het eind van groep 8 mee naar huis. Belangrijk De kanjertraining kan enorm bijdragen aan het versterken van het zelfvertrouwen en het zelfinzicht van onze kinderen. We hopen van harte dat u dit veranderende gedrag thuis positief wilt ondersteunen. De kinderen leren inzien dat het beter is voor jezelf en voor de ander om je als een kanjer te gedragen. En iedereen wil toch een kanjer (tijger) zijn? Vanuit de kanjertraining hebben we op school afspraken gemaakt voor conflicthantering. Hiervoor verwijzen we naar de bijlage.
Delftse Daltonschool januari 2013 Beleid sociaal emotionele ontwikkeling Gedragsprotocol Schorsingsprotocol
3/7
Bijlage 1: Gedragsprotocol Delftse Daltonschool De Delftse Daltonschool heeft een gedragsprotocol bij conflicthantering. Dit protocol is gebaseerd op de kanjertraining. De 5 basisregels van de Kanjertraining zijn voor ons het uitgangspunt: We vertrouwen elkaar; We helpen elkaar; Niemand speelt de baas; Niemand lacht uit; Niemand doet zielig. 1 Van het kind of de kinderen die willen dat het ongewenste gedrag stopt, wordt verwacht dat ze zeggen ‘ik vind dit niet leuk en wil dat je hiermee stopt’. Als een kind na het twee keer horen van de bovengenoemde zin nog niet stopt, wordt dit gemeld bij de groepsleerkracht of één van de andere leerkrachten. De leerkracht spreekt de leerling hierop aan. De leerkracht vraagt hierbij nadrukkelijk of het de bedoeling is dat hij/zij een ander verdriet doet. Als het antwoord ja is gaat de groepsleerkracht een gesprek met de leerling en zo nodig met de ouders voeren. De leerling krijgt straf. Is het antwoord nee, dan geeft de leerkracht aan dat dit de laatste waarschuwing is. 2 Bij herhaling krijgt de leerling straf. Met herhaling wordt hier bedoeld dat het gedrag binnen twee weken nog een keer plaatsvindt. Dit geldt ook als het ongewenste gedrag niet tegen hetzelfde kind, maar tegen een ander kind is gericht. 3 Het kind moet de eerstvolgende pauze binnenblijven. De volgende dag mag het kind weer naar buiten tijdens de pauze. Hij/zij krijgt de opdracht om ervoor te zorgen dat de leerkracht op het plein het kind altijd kan zien. Hij/zij moet binnen het gezichtsveld van de leerkracht blijven. 4 Daarna is de straf voorbij. 5 Bij fysiek en/of grof verbaal geweld treedt direct punt 2 in werking. Let op: Als het gepeste kind zelf als reactie ook fysiek en/of grof verbaal geweld toepast, dan treedt ook voor dit kind punt 2 in werking. 6 Indien nodig neemt de leerkracht na een conflict contact op met de ouders van het betrokken kind. De afspraak is dat een leerkracht in ieder geval de ouders inlicht en een gesprek aangaat als een kind meer dan 3 keer over de schreef is gegaan. Delftse Daltonschool januari 2013 Beleid sociaal emotionele ontwikkeling Gedragsprotocol Schorsingsprotocol
4/7
7 Wanneer er na het gesprek met de ouders toch weer een herhaling plaatsvindt, volgt er een gesprek met leerkracht, kind, ouders en directie. Tijdens dit gesprek wordt gewezen op de regels en de gevolgen van het stelselmatig overtreden van de regels (time-out, schorsing, verwijdering). 8 Volgt er hierna nogmaals een overtreding, dan beslist de school of het schorsingsprotocol in werking wordt gesteld.
Stappenplan en acties n.a.v. incidenten: 1e en 2e incident: Zowel bij het 1e als 2e incident wordt er telefonisch contact opgenomen met ouders. Zowel bij 1e als 2e incident mag het kind de eerst volgende pauze niet buitenspelen 3e incident: Na het 3e incident worden ouders uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Na het 3e incident gaat de leerling een halve dag buiten de klas werken. 4e incident: Na het 4e incident worden ouders uitgenodigd voor een gesprek met leerkracht en directie. Na het 4e incident gaat de leerling een halve dag buiten de klas werken. 5e incident: Na het 5e incident worden ouders uitgenodigd voor een gesprek met leerkracht en directie. Eventuele schorsing wordt besproken. Na het 5e incident gaat de leerling een hele dag buiten de klas werken.
Stappenplan en acties n.a.v. uitstapjes: Wanneer er tijdens een uitstapje een incident plaatst vindt mag de leerling de 3 daaropvolgende uitstapjes niet mee. Wanneer er wederom een incident plaats vindt mag de leerling de rest van het jaar niet meer mee.
Delftse Daltonschool januari 2013 Beleid sociaal emotionele ontwikkeling Gedragsprotocol Schorsingsprotocol
5/7
Bijlage 2 Schorsingsprotocol Delftse Daltonschool Indien de getroffen maatregelen in het kader van het gedragsprotocol niet afdoende zijn en punt 8 wordt bereikt, treedt het schorsingsprotocol in werking. Het schorsingsprotocol kan uiteindelijk leiden tot een verwijderingprocedure. 1 De directeur van de school wordt van de problemen op de hoogte gesteld. Zonder goedkeuring van de directie om tot schorsing over te gaan kan niet verder worden gegaan met de volgende stappen. 2 De directeur neemt het besluit de leerling voor een dag te schorsen. De ouders van de leerling worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. 3 Om het onderwijsproces niet onnodig te vertragen, zal de leerling huiswerkopdrachten meekrijgen. Deze huiswerkopdrachten kunnen aan het begin van de ochtend van de schorsing worden opgehaald bij de groepsleerkracht van de leerling. De huiswerkopdracht moet aan het begin van de ochtend na de schorsing ook weer ingeleverd worden bij de groepsleerkracht. 4 Indien er voor de schorsingsdag een toets gepland stond, mag de toets op de eerste dag na de schorsing worden ingehaald. 5 Het bestuurskantoor van Librijn, en de leerplichtambtenaar worden op de hoogte gesteld van de schorsing. Bij schorsing van meer dan één dag, wordt ook de onderwijsinspectie op de hoogte gebracht. 6 Wanneer de leerling na de schorsing weer op school verschijnt, is de straf voorbij. 7 Indien de leerling, ondanks bovenstaande maatregel, toch het ongewenste gedrag blijft vertonen, wordt de leerling opnieuw geschorst, nu voor 2 dagen. Punt 1 t/m 6 worden ook in dit geval gevolgd. 8 Treedt er toch weer herhaling op van het ongewenste gedrag, dan wordt de leerling voor een week geschorst. Punt 1 t/m 6 blijven onveranderd van kracht. 9 Wanneer ook na deze maatregel het ongewenste gedrag voort blijft duren, wordt de verwijderingprocedure gevolgd. 10 De directeur neemt het besluit tot verwijdering. De ouders van de leerling worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Delftse Daltonschool maart 2013 6/7
11 Door middel van deze brief worden de ouders van de leerling op de hoogte gesteld van een schorsing voor 5 dagen, telkens verlengd met 5 dagen. De school zal zich inspannen om binnen 8 weken vervangend onderwijs voor de leerling te zoeken. Mocht dit na 8 weken intensief zoeken niet gelukt zijn, dan wordt de leerling uitgeschreven en zijn de ouders weer verantwoordelijk voor het voldoen aan de leerplicht. Punt 1 t/m 5 zijn ook bij deze maatregel van toepassing. 12 Voor het eventueel bezwaar maken tegen de hierboven beschreven maatregelen, verwijzen wij ouders naar de klachtenprocedure die is beschreven in onze schoolgids.
Delftse Daltonschool maart 2013 7/7