VA N O O R S C H O T POËZI EKALENDER
pag. 1
pag. 2
De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten van de gedichten in deze kalender te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. De gedichten die voorzien zijn van een zogenaamde QRcode, waarin vervat een link naar een webpagina, zijn ter beschikking gesteld door Poetry International en Poetry Web. De Stichting Poetry International heeft de rechten op dit werk en de vertalingen zelfstandig geregeld. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, kan zich aangaande deze gedichten alsnog tot Stichting Poetry International wenden. Copyright © 2015 Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam Alle rechten op de afzonderlijke gedichten berusten bij de auteurs of hun rechtsopvolgers Copyright samenstelling en voorwoord © 2015 Ester Naomi Perquin en Menno Hartman Vormgeving omslag Nina Noordzij Zetwerk en vormgeving binnenwerk Perfect Service Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. www.vanoorschot.nl isbn 97890282 4268 5 | nur 014, 306
voor af Grote poëzie is niet alleen een gevolg van zwaarwegende beslissingen, strenge rode pennen en het eindeloos verschuiven van een komma – grote poëzie heeft doorgaans net zo veel met het toeval van doen. Dat ene beeld, die ene regel, dat uiterst levendige en zomaar ongezochte: dat flakkert op binnen het geheel als een kaarsvlam in een lampionnetje. Daar komt nog bij dat je een aantal poëtische zaken überhaupt niet kunt voorzien. Niet als dichter en niet als lezer. Een onweerslied midden in een maartse bui. Een vers vol cynische woorden op de dag dat de verkiezingen weer eens anders liepen dan ze zouden moeten. Een kleine lofzang op de liefde, precies wanneer de zoveelste verhouding van de zoveelste president de kranten haalt. Soms valt een regel of beeld dermate prachtig in de dag, dat het gedicht aan glans wint. En aan urgentie. Zo troostte Leo Vroman ons begin april 2014, enkele weken na zijn overlijden met de regels ‘Als het echt werkelijk waar is / dat de overgeschoten geest / nog veertig dagen hier en daar is / waar die altijd graag was geweest / dan zal ik je als een trui omkleden’. Ook voor het jaar 2015 selecteerden we grote poëzie, uit binnen‑ en buitenland. In samenwerkingspartner Poetry International vonden we opnieuw een vaardige gids: we troffen nog wel eens een lyrische Japanner aan in een vergeten hoekje. Of een sterke, norse Rus.
pag. 3
pag. 4
Een onbekende IJslander. En natuurlijk zochten we ook naar manieren om het poëtische toeval een handje te helpen: we legden lange lijsten aan met feestdagen, themadagen en herdenkingsdagen. We vonden er genoeg om een aparte kalender mee te vullen. Wat te denken van de Dag van het Naakte Tuinieren bijvoorbeeld? Van National Coming Out Day of De Dag van Het Aangespannen Paard? Wij hopen dat u ook dit komend jaar verrast, verblijd, verbijsterd, ontroerd of verwonderd zult zijn over de gekozen gedichten. Over de poëzie en over het toeval. Met alle hoogachting, Menno Hartman & Ester Naomi Perquin
1 januari
donderdag autopet tend jongetje
Een jongetje op een natte straat, kort voor donker, balancerend op zijn step, met zijn vrije voet drijft hij hem aan en iedere voortstuwende stap strijkt een matte lucifer af, vlekt het lange beton met drooggeperste plekken. Hij komt en verdwijnt, en de ribbels van zijn rubberbanden splijten het dunne water. Hij gooit het stuur om, draaft eromheen, keert zijn step en stempelt alweer nieuwe afdrukken verbijsterend op en bij, naast en achter zijn eerdere impulsen. Leegte die het straatfirmament vertroebelt, leegte vervagende bandenruis, tussen ongelijk zuchtende aanzetten terwijl het donker dieper wordt boven de stad. Zijn vervoering te verdragen, te glimlachen, erin te delen, vraagt om de blik die het verst verwijderd is van moord – hoe zijn ingespannen voorovergebogen gezicht, zijn losjes slepende plotselinge pompbeen voorbij en – humm – weer voorbij komt onder hoogspanningskabels en onrustig gebladerte en de oneindige schitteringen van de leeggeblazen nacht. Les Murray
pag. 5
pag. 6
Les Murray (1938), ‘Autopettend jongetje’, vertaald door Maarten Elzinga, uit: De planken kathedraal, Amsterdam 2013
2 januari
vrijdag a a nzeggen
Wij lopen zwijgend over straat. Ik doe het woord wel, zegt mijn broer en rammelt aan de keukendeur. Vrouw Bonder staat in tegenlicht, mijn broer kijkt naar beneden. Wij hebben slecht bericht, zeg ik, ons mam is overleden. De tegels zijn van Heugafelt, een hond blaft bij de baander. Als ik het vijftig keer verteld heb is ons mam een ander. Erik Harteveld
pag. 7
pag. 8
Erik Harteveld (1955), ‘Aanzeggen’, uit: De eeuwig zoemende vliegenstrip, Groningen 2008
3 januari
zaterdag
teruggek eerd uit ballingschap Hij is nu heerser in het land waaruit hij ooit werd verbannen. Hij is geen koning, noch des konings minister; hij volvoert eenvoudig zijn eigen wil uit het raam kijkend hoe de mensen verdwaasd over straat lopen zelf wijs en schoon, want bevrijd van ieder doel. Ja, hij is nu als een kind; en als een grafmonument tegelijk. Soms heeft hij de indruk dat hij behalve twee handen ook twee vleugels heeft. Maar hij zal niet vliegen – hij weet: het is voldoende te voelen, gelijk de zee die zich almachtig voelt, maar toch de ligging van de vastelanden niet verandert. Het grootste avontuur is een bloem in een glas water; met bovenmenselijke kracht heeft hij daarin al zijn geloof samengebracht en nu, door en door rechtvaardig, achterover leunend, wacht hij tot ze zal verwelken, rustig, zoals iemand de as van een sigaret tikt. Slavko Mihalić
pag. 9
pag. 10
Slavko Mihalić (Kroatië; 1928–2007), ‘Teruggekeerd uit ballingschap’, vertaald door Roel Schuyt. Voor meer informatie en een audiofragment zie de QR-link
4 januari
zondag nar
en de nar die aan de dingen was gaan hechten, onthechtte zich dus verscheurde hij zichzelf en wierp alle flarden weg de nar die zich verscheurd had en had weggeworpen, raakte gehecht aan de mensen, dus hij verwierp zichzelf en maakte zich los van hen en de nar die zich had losgemaakt en had verworpen verbond zich met een reep licht die hij van een straal water griste die van geen zoogdier hield en van geen vissen, virussen of vogels trok zich in het donker terug en zo maakte de nar plaats voor zon, maan en sterren, voor de dingen en de dieren, en voor de mensen schiep hij ruimte om zich narrig aan dat al te hechten Hans Groenewegen
pag. 11
pag. 12
Hans Groenewegen (1956-2013), ‘Nar’, uit: Zuurstofschuld, Amsterdam 2008
5 januari
maandag v erleidersspel De een streelt de stoelpoot Tot de stoel zich verroert En lief gebaart met zijn poot De ander kust het sleutelgat Kust het als waanzinnig Tot het sleutelgat hem terugkust Een derde staat terzijde Staart het tweetal aan Schudt zijn hoofd en schudt Tot het hoofd eraf valt Vasko Popa
pag. 13
pag. 14
Vasko Popa (1922–1991), ‘Verleidersspel’, vertaald door Jana Beranová, uit: Ooitgedicht. Een groot aantal gedichten verzameld in een boek, Amsterdam 1985