Van Lawick van Pabstlaan 1 3453 RA Utrecht Mobiel: 06-14967165 Website: www.shrikrishna.nl Schoolbestuur Stichting Hindoe Onderwijs Nederland Abraham van Beyerenstraat 56 2525TH Den Haag Secretariaat 070-3656900 Contactpersoon: drs. J Narain
Een woord vooraf
Namaskar, Voor u ligt de schoolgids van Shri Krishna school. In deze gids wordt u over de gang van zaken op onze school geïnformeerd. Scholen verschillen steeds meer in sfeer, werkwijze en activiteiten. Ook in kwalitatief opzicht zijn er verschillen. Dat maakt het kiezen van een school voor ouders steeds moeilijker. Daarom heeft de overheid de basisscholen gevraagd een schoolgids te maken, die hen moet helpen bij het maken van een bewuste schoolkeuze. Deze gids is in eerste instantie bedoeld voor ouders die informatie zoeken over een geschikte basisschool voor hun kind. Daarnaast geeft hij informatie aan de ouders van kinderen die onze school al bezoeken. Naast een stuk algemene informatie kunt u o.a. iets lezen over onze ideeën over onderwijs, hoe wij zorg dragen voor de kinderen, over de rol van ouders en leerkrachten op onze school enz. De grootste plus van de Shri Krishna school is dat er goed onderwijs wordt gegeven in een sfeer waarin kinderen zich prettig voelen. Dat wij als school nog veel meer te bieden hebben, leest u ook in deze schoolgids. We hopen dat u tijdens het lezen een goed beeld van onze school krijgt. Mocht u behoefte hebben aan meer informatie of willen reageren op tekst of inhoud, dan kunt u natuurlijk terecht bij de directeur. Met een kijkje in de school krijgt u een compleet beeld, dus voor een rondleiding maken wij graag tijd. Shaam A Jibodh (directeur)
2
Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1
De school
1.1 Geschiedenis van de school in het kort 1.2 Kenmerken en uitgangspunten 1.3 Speciale aandachtsgebieden 1.4 Resultaten 1.5 Overgang naar het voortgezet onderwijs 1.6 Personele structuur 1.7 Het College van Bestuur 1.8 De medezeggenschapsraad 1.9 De klachtenregeling Hoofdstuk 2
Regeling school –en vakantietijden
2.1 School –en vakantietijden 2.2 Overzicht schooltijden 2.3 Evenementen/ activiteiten i/h schooljaar 2013-2014 Hoofdstuk 3
De organisatie van het onderwijs
3.1 Doelen van het onderwijs 3.2 Algemene visie op onderwijs 3.3 Passend Onderwijs 3.4 Inhoud van het onderwijs 3.5 het bewaren van leerling gegevens 3.6 Burgerschap 3.7 Onderwijs op maat 3.8 Het onderwijs in de groepen 3.9 De computer op de Shri Krishna school 3.10 Leuke sites 3.11 Huiswerk 3.12 Kleding voorschriften 3.13 Jeugdbladen 3.14 Verjaardagen en traktaties 3.15 Sieraden 3.16 Kauwgom vrijdag 3.17 Mobiele telefoons 3.18 Aansprakelijkheid 3.19 Protocol medisch handelen 3.20 Meldcode kindermishandeling Hoofdstuk 4
Resultaten van het onderwijs
4.1 Kwaliteitszorg 4.2 Leerlingenzorg/kwaliteitszorg 4.3 Interne Zorg structuur
3
Hoofdstuk 5
De leerlingen
5.1 Leerlingvolgsysteem 5.2 In- en uitschrijvingen 5.3 Ziekmeldingen 5.4 Verlof leerling 5.5 Wennen 5.6 Overblijven 5.7 Speelgoed 5.8 Speelgoedmiddag Hoofdstuk 6
Ouders
6.1 Contact ouders-school 6.2 Ouderbijdrage 6.3 Sponsoring 6.4 Oriëntatie op studie -en beroepskeuze 6.5 Ouderparticipatie 6.6 Informatie gescheiden ouders 6.7 Plichten van de ouders 6.8 Vragen over het onderwijs 6.9 De ouderraad 6.10 Foto en film Hoofdstuk 7
Zorg voor de relatie school en omgeving
7.1 Schoolkrant, oudernieuwsbrief en website 7.2 Wijziging adres /telefoon nummer Hoofdstuk 8
Andere belangrijke aspecten van ons onderwijs
8.1 Ambtelijke contacten 8.2 Emancipatie 8.3 Pedagogisch opdracht 8.4 Anti pestbeleid 8.5 Feesten 8.6 Rookbeleid 8.7 EHBO/BHV
4
Hoofdstuk 1. De school 1.1 Geschiedenis van de school in het kort De Shri Krishna school maakt onderdeel uit van de Stichting Hindoe Onderwijs. De eerste school van de Stichting is in 1988 in Den Haag opgericht. Deze school, de Shri Vishnu school, telt inmiddels ongeveer 500 leerlingen. Daarnaast heeft de Stichting scholen in Amsterdam en Rotterdam . In 2005 kreeg de Stichting toestemming van het Ministerie van Onderwijs en de gemeente Utrecht om met een school in Utrecht te beginnen. De Shri Krishna school bestaat nu al acht jaar en staat aan de Van Lawick v Pabstlaan no 1 3453 RA in De Meern. Op maandag 11 augustus 2008 heeft de Stichting haar 5e school, de Shri Ganesha school in Almere, geopend. Op 15 augustus 2005 is onze school begonnen met 22 leerlingen, verdeeld over de 8 leerjaren. Thans is het aantal gegroeid naar 66 leerlingen en de verwachting is dat onze school verder zal groeien in het nieuwe schooljaar. In tegenstelling tot andere scholen in de buurt heeft de school een regionale functie. Dit wil zeggen dat leerlingen niet alleen uit de buurt en rond de school komen, maar uit de hele stad. 1.2 Kenmerken en uitgangspunten De Shri Krishna School verzorgt in principe hetzelfde onderwijs en hanteert dezelfde kerndoelen als alle andere basisscholen in Nederland, met als belangrijk verschil dat er vanuit een Hindoe-levenshouding wordt gewerkt. De leerlingen krijgen dus evenveel uren Nederlandse taal of rekenen als op andere basisscholen. Naast de bekende vakgebieden krijgt het leer- en vormingsgebied ‘Dharma’ extra aandacht. Hierin wordt de elementaire kennis van het Hindoeïsme onderwezen, waarbij het vooral gaat om de universele waarden en normen. Op de Shri Krishna School ontwikkelen de kinderen hun eigen culturele identiteit en leren deze als waardevol te ervaren. Deze levenshouding moedigt aan tot succesvolle deelname aan de Nederlandse multiculturele maatschappij, waarbij respect en tolerantie ten opzichte van andere culturen centraal staan. De school- en thuissituatie liggen dichtbij elkaar. Hierdoor voelen kinderen zich snel vertrouwd op school. Onze school besteedt systematisch aandacht aan de normen en waarden van het Hindoeïsme en er is ruimte voor de viering van Hindoe-hoogtijdagen, zoals Holi, Divali, Navratam, Krishna Janamastami enz. Ook de hoogtijdagen van andere religiën krijgen aandacht op school. De Shri Krishna School streeft met behoud van de eigen identiteit een zo optimaal mogelijke integratie na van leerlingen in een zeer dynamische multiculturele en multireligieuze Nederlandse samenleving. Een overzicht van de wettelijk voorgeschreven kerndoelen vindt u op onze website. 1.3 Speciale aandachtsgebieden De Shri Krishna School stelt zich actief op om onderwijsachterstanden als gevolg van sociaal-culturele omstandigheden op te heffen. Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden de individuele leerlingen nauwlettend gevolgd, zodat de kinderen onderwijs ‘op maat’ kunnen genieten. Het invoeren van ‘zelfstandig werken’ is één van de speerpunten van ons onderwijs. De afgelopen periode is ons team geschoold in Handelings- en Opbrengstgericht werken. Het team is thans goed op de hoogte van deze vernieuwingen en elk teamlid kan dit in de onderwijs praktijk goed 5
toepassen. Goed kunnen lezen en spellen is belangrijk om te kunnen functioneren in onze geletterde maatschappij. Derhalve heeft de CED, een onderwijs begeleidingsdienst, het team begeleid om dyslexie in een vroeg stadium te signaleren en op een professionele manier te kunnen begeleiden bij onze leerlingen. Ons team is vorig schooljaar getraind in het verzorgen van “Doordacht lesgeven”. Andere vernieuwingen, zoals de invoering van nieuwe methodes en het stimuleren van computergebruik in de klas hebben veel aandacht. Ook krijgen de kinderen vanaf groep 1 Engels. Alle groepen zijn voorzien van minimaal drie computers en hebben alle groepen toegang tot internet. Ook beschikken de groepen over een digitaal schoolbord. Belangrijke punten: Nederlands is de belangrijkste taal op school; onderwijs vanuit een Hindoe- levensvisie; kwaliteitszorg, ict en vernieuwingen nemen een belangrijke plaats in; individuele aandacht in relatief kleine groepen; Engels vanaf groep 1 Regelmatig zijn er na schoolse activiteiten Veel aandacht voor individuele begeleiding 1.4 Resultaten: Om de resultaten van de leerlingen weer te geven, kijken we naar de doorstroommogelijkheden van de leerlingen naar de verschillende typen van het voortgezet onderwijs. De doorstroommogelijkheden zijn o.a. afhankelijk van de capaciteiten van de individuele leerling en de kwaliteit van het genoten onderwijs. Afgelopen schooljaar hebben alle kinderen deelgenomen aan de Cito Eindtoets. Doorstroomgegevens van de afgelopen 4 schooljaren: Schooljaar Aantal Vmbo Vmbo Vmbo Vmbo Tl lln. bbl kader gemengde lw 2009/ 2010 8 0 1 0 1 2010/2011 10 0 1 1 3 2011/2012 9 0 3 0 2 2012/2013 14 2 2 0 6 2013/2014 6 1 1 2
Havo
VWO
4 2 3 2 1
2 3 1 2 1
Uit de Eindcito- resultaten van de afgelopen jaren valt op te maken dat de Hindoescholen bijzonder goed scoren. Onze leerlingen krijgen niet alleen een flinke culturele bagage mee, maar zij worden tevens goed voorbereid op een verdere carrière in het voortgezet onderwijs. Tijdens gesprekken met leraren van de middelbare scholen blijkt dat men over algemeen zeer te spreken is over onze oudleerlingen. Dit schooljaar hebben onze leerlingen een ongecorrigeerde score van 534,7 behaald bij de eind cito. Landelijk was dat 534,4. De Shri Krishna School is toegankelijk voor alle kinderen. Ouders die geen Hindoe zijn, maar zich kunnen vinden in de Hindoe-levenshouding zijn van harte welkom om hun kinderen in te schrijven.
6
1.5 Overgang naar voortgezet onderwijs In groep 8 moet u een keuze maken voor een school voor voortgezet onderwijs. Belangrijk voor een goede keuze zijn: a. Het advies van de basisschool b. Toets uitslagen c. Informatie van het voortgezet onderwijs, bezoek aan open dagen en informatieavonden, enz. Voor ons advies kijken we naar: 1. Gegevens uit waarnemingen door de groepsleerkrachten 2. Proefwerken en toetsen van de laatste jaren 3. Rapporten van de laatste jaren 4. Motivatie, huiswerkhouding, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en andere zaken rond uw kind In groep 8 is aanvullend onderzoek in de vorm van de NIO-test (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) en het Drempelonderzoek. Externe deskundigen zijn bij deze onderzoeken betrokken. Ouders geven toestemming voor deelname van hun kind aan de toetsen. De resultaten bespreken we, net als het schooladvies, met de ouders. Ouders geven ons een eerste en tweede keuze aan. Ons advies en de toets uitslagen sturen we dan digitaal naar de school voor voortgezet onderwijs. Als basisschool zijn we verplicht de gekozen school overdracht gegevens te leveren. De Shri Krishna school ontvangt van diverse VO scholen regelmatig de rapport cijfers van de leerlingen. Over de voorbereidingen naar het voortgezet onderwijs informeren we u schriftelijk en tijdens informatieavonden in groep 7 / 8. Vanaf schooljaar 2014-2015 geven wij aan de leerlingen in de groepen 6 en 7 een uitstroomverwachting voortgezet onderwijs. Zo'n uitstroomverwachting vervangt niet het advies. Wel krijgt de ouder daarmee een beeld van de mogelijke richting van het advies 1.6 Personele structuur. Het ministerie van onderwijs heeft normen vastgesteld voor toekenning van middelen aan een basisschool. Dit gebeurt aan de hand van aantal leerlingen: hoe meer leerlingen de school bezoeken , hoe meer middelen worden toegekend voor personeel en materiële zaken. Ons bestuur heeft met ingang van schooljaar 2012-2013 en verdere jaren bezuinigingen moeten invoeren in aansluiting op landelijke bezuinigingen. Daarmee is voor ons de personele ruimte iets beperkter en moeten leerkrachten van scholen waar er overtollig personeel is overgeplaatst worden op andere scholen. De school heeft een directeur, de heer Shaam A Jibodh. Voor alle algemene vragen kunt u bij hem terecht. Voor vragen betreffende de leerlingen kunt u altijd een afspraak maken met de groepsleerkrachten. Groepsbezetting: Groep 1-2 Juf…. ….. Juf Usha Oedairadjsingh Groep 3-4 Juf……... Juf Linda Ramsoek. Groep 5-6 Juf ……. Meester Fred Pancham en meester Shaam Groep 7-8 Juf…….. Meester Ruud Karia Juf Usha is tevens IB/er en is het aanspreekpunt wanneer de directeur afwezig is. 7
De groepsleerkracht heeft de verantwoordelijkheid voor zijn groep. Parttimers delen die verantwoordelijkheid. Elke leerkracht heeft naast lesgevende taken ook andere taken, zoals het organiseren van speciale activiteiten. Soms gebeurt dat in samenwerking met ouders. Wanneer u de directeur wenst te spreken dan kunt u daarvoor een afspraak maken. U kunt ook gebruik maken van het wekelijkse spreekuur op dinsdag van 9.00 uur tot 10.00 uur. Als u een leerkracht telefonisch wilt spreken, belt u dan het liefst vóór of ná schooltijd. Uiteraard kunt u ook buiten de schooltijden zelf langs komen. Voor het eerste en tweede rapport zijn er ouderavonden (10 minutengesprekken). Tijdens deze gesprekken worden de vorderingen n.a.v. het rapport van de leerlingen besproken. Aan het begin van het schooljaar is er een algemene infoavond en 3 weken na de aanvang worden er start gesprekken gevoerd. 1.7 College van Bestuur De Shri Krishna school maakt onderdeel van Stichting Hindoe Onderwijs Nederland. De stichting verzorgt basisonderwijs in de plaatsen Den Haag, Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Almere. Deze vijf Hindoe basisscholen staan voor hoogwaardig onderwijs, waarbij de individuele en maatschappelijke ontwikkeling van het kind centraal staat. Er wordt gewerkt vanuit de Hindoeïstische grondprincipes. De Stichting wordt bestuurd door een College van Bestuur voor de dagelijkse leiding. De Raad van Toezicht controleert het bestuur.. Op elke basisschool is de directeur integraal verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid, de uitvoering van het bovenschools vastgesteld beleid en de goede gang van zaken op school. Het College van Bestuur behoudt echter altijd de eindverantwoordelijkheid, stelt onder andere het strategisch beleidsplan, de begroting en de jaarrekening vast en beslist over zaken zoals arbeidsvoorwaarden en dergelijke. Het college van bestuur bestaat uit 2 personen t.w. de heer drs. J. Narain en drs. D. Ramlal. De RvT bestaat uit de volgende personen: 1. Hr. M. Jairam 2. Hr. J. Thakoerdin 3. Hr. A. Ramnath 4. Hr. S. Drigpal 5. Mej. B .Ramdhani Overige SHO-scholen: Amsterdam:Shri Laksmi School Directeur Hr. R. Mathoera www.shrilaksmi.nl Rotterdam: Shri Saraswatie School Directeur Hr. J. Bilgoe www.shrisaraswatie.nl Utrecht: Shri Vishnu School Directeur Hr. S. Mohan www.shrikrishna.nl Almere: Shri Ganesha School Directrice mevr. S Soedamahwww.shriganesha.nl 1.8 De medezeggenschapsraad. De school is wettelijk verplicht een medezeggenschapsraad (MR) in te stellen. De MR is samengesteld uit twee ouders, twee leraren. De leden van de MR zijn: • Mevr. R. Sewnarain Sukul(oudergeleding) • Mevr. U. Raghoebarsing-Oedairadjsingh(personeelsgeleding) • Mevr. L.Ramsoekh(personeelsgeleding) Zij adviseren het bestuur over belangrijke zaken betreffende de school. Naast de MR van de Shri Krishna school heeft Stichting Hindoe Onderwijs Nederland (SHON), 8
waar onze school onder ressorteert, een overkoepelende MR ingesteld, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De MR heeft als taak het adviseren(hetzij gevraagd , hetzij op eigen initiatief) en/of het verlenen van instemming ten aanzien van voorgesteld beleid op school. De MR behandelt bijvoorbeeld de schoolgids. De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad worden gekozen uit de lokale MR’s. De leden van een MR hebben een zittingsperiode van maximaal twee jaar. Na deze periode worden de belanghebbenden schriftelijk op de hoogte gesteld dat een nieuwe MR benoemd moet worden. Ouders die nauwer betrokken willen worden bij de gang van zaken op de school kunnen zich verkiesbaar stellen. Door middel van democratische verkiezingen wordt om de twee jaren de MR dan gekozen De rechten en plichten van de MR zijn uitgebreid beschreven. Wanneer u daar belangstelling voor heeft, kunt u deze informatie bij de directeur opvragen. De leden van de MR kunt u via de brievenbus bij de ingang bereiken. 1.9 De klachtenregeling. Als u klachten heeft over de gang van zaken op school, kunt het beste eerst melden aan de school: aan de groepsleerkracht of aan de directeur. Bij conflicten tussen kinderen behoren ouders niet voor eigen rechter te spelen, maar dienen zij contact op te nemen met de groepsleerkracht. Als u na dit gesprek van mening bent dat uw klacht niet voldoende aandacht heeft gekregen, dan kunt u zich wenden tot de klachten commissie. U kunt zich wenden tot de volgende personen: Mevr. Linda Ramsoek (
[email protected]) Mevr. Usha Oedairadjsingh(
[email protected]) Indien de klachtencommissie uw klacht niet naar tevredenheid heeft kunnen oplossen, kunt u terecht bij de vertrouwenspersoon van het bestuur Hr. drs. J. Narain: 070-3651699 . Landelijke klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs: LKC-VBS Postbus 95572 2509 CN Den Haag Tel.: 070-3315215 Samengevat is dit de volgorde: groepsleerkracht - directie - interne schoolvertrouwenscommissie – vertrouwenspersoon SHO - hoofdbestuur - landelijke klachtencommissie. De klachtenregeling is verkrijgbaar bij de directie. Landelijke klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs: LKC-VBS Postbus 95572 2509 CN Den Haag Tel: 070-3315215
9
Hoofdstuk 2 2.1 Regeling school- en vakantietijden
Maandagochtend Maandagmiddag Dinsdagochtend Dinsdagmiddag Woensdagochtend Donderdagochtend Donderdagmiddag Vrijdagochtend Vrijdagmiddag Totaal per week
Onderbouw (1 t/m4) 4. u 1,5 u 4. u 1,5 u 3,75u 4u 1,5 u 4u 1,5 u 25,75 uur
Bovenbouw (5 t/m8) 4. u 1,5 u 4. u 1,5 u 3,75u 4u 1,5 u 4u 1,5 u 25,75 uur
De wet vereist dat kinderen na acht jaar basisschool 7520 uur onderwijs hebben genoten.
Vakanties Herfstvakantie Kerstvakantie Krokusvakantie Meivakantie/pasen Zomervakantie Vrije dagen Studiedag team Goede vrijdag
20-10-14 t/m 24-10-14 22-12-14 t/m 02-01-15 23-02-15 t/m 27-02-15 01-05-15 t/m 15-05-15 11-07-15 t/m 23-08-15
Data worden in de nieuwsbrief doorgegeven. 3april 2015
Pasen
6 april 2015
Koningsdag
27 april 2015
Pinksteren
25 mei 2015
2.2 Overzicht SCHOOLTIJDEN Ochtend van 08.45 uur – 13.00 uur Middag van 13.30 uur - 15.00 uur Woensdag van 08.45 uur - 12.30 uur De school is omstreeks 8.00 uur open zodat kinderen vanaf dat moment opgevangen kunnen worden. Zwemmen: Dit jaar zwemmen de leerlingen van groep 4 op de donderdag in zwembad Den Hommel van 11.00u t/m 12.00u. De gemeente zorgt voor vervoer van de leerlingen naar en van het zwembad. In januari zullen de lessen starten.
10
Zwemmen is een verplicht lesonderdeel. Vrijstelling kan slechts verkregen worden met een medische verklaring. Als uw kind om een bepaalde reden niet kan zwemmen, geeft u dan een briefje mee voor de leerkracht. U moet erop toezien dat uw kind zwemspullen bij zich heeft (meisjes een badpak, jongens een zwembroek en natuurlijk een badhanddoek). Gymnastiek: De bovenbouw gymt op de woensdag ochtend in de Europahal aan de Europaweg. De leerlingen lopen samen met de groepsleerkracht er naar toe. De onderbouw gymt in de speelzaal van de school. Dharma onderwijs onderbouw: 1 uur en 15 minuten per week. Dharma onderwijs bovenbouw : 1 uur en 45 min. per week 2.3 Evenementen/ activiteiten in het schooljaar 2014 - 2015 Divali : 23 oktober( valt in de herfst vakantie) Sinterklaas : Donderdag 5 december2013.(normale schooldag) Kerstviering : Donderdag 18 december Nationale Voorleesdagen : 21 januari 2015 t/m 30 januari 2015 Holi : Viering vrijdag 6 maart (normale schooldag) Schoolfotograaf : Mei Juiste datum In overleg met de fotograaf Hindoestaanse Immigratie : 5 juni 2015 Schoolreis : 19-06-15 Poodja groep 8 : in overleg met de pandiet wordt de datum vastgesteld. Afscheid groep 8 : 8-07-15 Nationale schoolontbijt : In de week van 3 t/m 7 november Bezoek boerderij : verscheidene data Project lente kriebels : maart Museum voor de klas : verscheidene data Theater bezoek : verscheidene data Nationaal schoolontbijt 3 t/m 7 november Kinderboekenweek : 1 oktober 2014- 12 oktober 2014 Nationale Voorleesdagen : 21 januari 2015 t/m 30 januari 2015 Hiernaast organiseert de school jaarlijks studiedagen voor het personeel. De school is dan gesloten. Dan zijn de leerlingen vrij. Omdat de exacte data jaarlijks vastgesteld worden, krijgen de ouders ruim van tevoren hiervan bericht.
11
Hoofdstuk 3. De organisatie van het onderwijs 3.1 Doelen van het onderwijs De wet op het primair onderwijs (WPO) geeft een uitgebreide en heldere beschrijving van de doelen van het onderwijs. Ouders die interesse hebben kunnen bij de directie hierin inzage krijgen . Voor de school zijn de volgende zaken belangrijk: - voldoen aan het programma van eisen t.a.v. het onderwijs zoals die door wetgever zijn vastgelegd in de WPO. - er zorg voor dragen dat het verzorgde onderwijs past in de context van de Nederlandse samenleving, m.a.w. het schoolbestuur zorgt ervoor dat het aangeboden onderwijs de wettelijke kwaliteitstoets kan doorstaan en dat de leerlingen ook na hun basisschoolperiode moeiteloos aansluiting vinden bij het voortgezet onderwijs. Veel ouders hebben een Surinaamse achtergrond. In de regel stellen zij hoge eisen aan het onderwijs en verwachten zij dat de basisschool hun kind zal toe leiden naar een zo hoog mogelijke vorm van voortgezet onderwijs. Een aantal leerlingen komen uit eenoudergezinnen. 3.2 Algemene visie op onderwijs De Hindoefilosofie benadrukt het belang van het individu om zichzelf te verwezenlijken en te verheffen tot een hoger kennis- en welzijnsniveau, onder andere door yoga en het verwerven van kennis. Het uiteindelijke doel is het bereiken van bevrijding. Tegelijkertijd benadrukt de filosofie de plicht die het individu heeft ten opzichte van de gemeenschap. Het individu zal zich enerzijds moeten verheffen tussen zijn gelijken en anderzijds mededogen en verdraagzaamheid tonen. Deze elementen komen ook tot uiting in onze visie op onderwijs. Het kind vormt een onderdeel van een gemeenschap. Op school wordt deze gemeenschap gesymboliseerd door de klas. Het kind leert zich daarin als een onderdeel van een groep te gedragen. Wij proberen de individuele ontwikkeling van het kind zoveel mogelijk te stimuleren. Naast klassikaal onderwijs geven wij daarom veel individuele begeleiding. Wij zien de school als een voorbereiding op de maatschappij. Een kind heeft behoefte aan een minimum pakket aan kennis en vaardigheden. Vanuit deze overtuiging werkt de school meer leerstofgericht dan procesgericht. De school probeert leerlingen te stimuleren om goed te presteren, maar leert hen dat andere zaken in het leven ook belangrijk zijn. Hindoe normen en waarden zoals geweldloosheid, verdraagzaamheid, respect voor ouderen, vegetarisme enz. vormen
daarbij de leidraad. 12
3.3 Passend Onderwijs Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend Onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Want zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal onderwijs verdwijnt niet. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal onderwijs verwezen worden. De Wet Passend Onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. Als de wet op 1 augustus 2014 ingaat, krijgen scholen een zorgplicht voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dat betekent dat scholen verantwoordelijk zijn voor een goede onderwijsplek voor elk kind: op de eigen school ( eventueel met extra ondersteuning in de klas), op een andere reguliere school in de regio of in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ouders worden hierbij nauw betrokken. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Het doel van Passend Onderwijs is: het huidige systeem optimaliseren, de kosten in de hand houden en het aantal thuiszitters terugdringen. Een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs (SWV) is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het gebied van Passend Onderwijs. Voorheen waren ook al samenwerkingsverbanden van scholen (Weer Samen Naar School); deze worden in het nieuwe systeem per regio samengevoegd. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden krijgen er andere taken bij. De Shri Krishna school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Utrecht PO. Ambities & Uitgangspunten Ieder kind in Utrecht heeft recht op het onderwijs en de ondersteuning, zodanig dat hij/zij zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. De Utrechtse bestuurders van (passend) onderwijs werken samen met de gemeente aan een zorgvuldige voorbereiding op de invoering van passend onderwijs en de transitie zorg voor de jeugd. Daarbij is de gedachte om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de omgeving van kind en gezin, door niet te problematiseren, maar juist te versterken waar nodig. Op kleine schaal wordt er geëxperimenteerd met het sneller en dichterbij inzetten van generalistische ondersteuning, door een inschatting te maken van de context van kind, gezin en school, en vervolgens aan te sluiten bij wat nodig is. Leidend principe is één kind, één gezin, één plan. SWV Utrecht PO wil voor ieder kind een passende onderwijsplek, bij voorkeur in de buurt. Om dit te realiseren is het allereerst nodig dat de scholen goede kwaliteit leveren. Als het dan niet lukt met een leerling is een snelle toegang tot onderwijsondersteunende middelen en weinig bureaucratie van belang. Anders gezegd: wanneer een leerling dreigt vast te lopen, moet deze zo snel mogelijk worden geholpen. Hierbij ligt de nadruk op wat het kind nodig heeft. Steun waar nodig Wanneer extra ondersteuning nodig is dan kan die met behulp van (keten)partners worden geboden. Het SWV speelt hierbij een centrale rol. Enerzijds door de samenwerking binnen de keten doelmatig in te richten en er naar te streven dat de kwaliteit van deze ondersteuning hoogwaardig is. Anderzijds doordat zij de ondersteuning toekent in de vorm van een arrangement. Hierbij wordt van scholen 13
een inhoudelijke onderbouwing (aanvraag) gevraagd. ‘Wat heeft het kind nodig?’ staat daarbij centraal. Speciaal als het moet Binnen het SWV is uitgesproken dat er scholen dienen te zijn voor speciale onderwijsvoorzieningen (SBO en SO). De toelaatbaarheid van kinderen naar het SBO en SO vindt plaats bij het SWV. Passend Onderwijs en zorg voor de jeugd doen we samen Om de visie in de praktijk vorm te geven, worden de volgende gemeenschappelijke uitgangspunten gehanteerd: • •
•
• •
De opgroei-, ontwikkelings- en onderwijsbehoeften van het kind staan centraal. We stellen ons de vraag: wat heeft een positief effect op het kind? We richten ons op de wisselwerking en afstemming tussen kind, gezin en school. Vanuit zowel hulpverlening als onderwijs kijken we naar het kind en zijn/haar context en de onderlinge interacties. Maatwerk is standaard. We sluiten aan bij het primaire proces van opvoeding en onderwijs: ouder(s) en leerkracht(en) doen ertoe. Wat hebben zij nodig om het kind te kunnen bieden wat het nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen? Er wordt integraal samengewerkt tussen jeugdhulpverlening en onderwijs. Outreachend, preventief en curatief. Voor zover mogelijk dichtbij en generalistisch. Er wordt systematisch, doelgericht en transparant gewerkt. Opbrengsten worden systematisch geëvalueerd. We praten niet òver maar mèt kind en ouders. We maken samen met de ouders afspraken over de ondersteuning die aansluit bij vragen en mogelijkheden De leergebieden waaraan aandacht wordt besteed zijn aangegeven in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Belangrijke uitgangspunten van het onderwijs zijn: - Een ononderbroken ontwikkelingsproces van de leerlingen. - Ontwikkeling van emotionele, verstandelijke, creatieve, sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. - Opgroeien in een multiculturele samenleving. Dit verwijst dus naar een verplichting tot het geven van intercultureel onderwijs. 3.4 Inhoud van het onderwijs In de WPO wordt verder aandacht besteed aan de kerndoelen. Deze worden door onze school gehanteerd als einddoelen. De volgende methoden zijn inmiddels in de school aanwezig. Indien niet anders vermeld dan voldoen deze methoden aan de kerndoelen en daarom hebben wij nu volstaan met vermelding van de methode. 1. Nederlandse taal: Taal actief & Veilig leren lezen (groep 3) 2. Begrijpend lezen: Goed gelezen/ Nieuwsbegrip 3. Lezen: Estafette Schatkist voor de groepen 1 en 2. 4. Engels: Take it easy 5. Dharma/Hindi: Dharma voor het basisonderwijs en Subodh Hindi. 6. Rekenen: De wereld in getallen.( Hoofdrekenen, redactie, breuken en 100% uit werkboeken van Ayodact. 14
7. Geschiedenis: Bij de tijd 8. Aardrijkskunde: Wereld zaken 9. Natuur: Natuurlijk 10. Geestelijke stromingen: geen afzonderlijke methode. 11. Verkeer: Klaar over 12. Bevordering gezond gedrag: Leefstijl 13. Muziek; Eigenwijs. 14. Spel en Beweging;Basis document bewegingsonderwijs. 15. ICT; Het uiteindelijke doel is om ICT volledig te integreren in de dagelijkse onderwijspraktijk, op didactisch, communicatief en administratief gebied. In de groepen zijn de handleidingen van de methoden aanwezig. Hierin zijn de lesdoelen in relatie tot de kerndoelen, het leerstofaanbod, werkvormen, de differentiatievormen en evaluatiemomenten. Daarnaast onderhoudt iedereen de volgende mappen : • Een klassenmap • Een leerlingenmap voor alle leerlingen • Een zorgmap voor zorg leerlingen • Een resultatenmap met alle toetsen (ook cito resultaten) en analyses van de methode gebonden en cito toetsen • Een toetsmap met alle gemaakte toetsen In deze mappen worden alle gegevens overzichtelijk opgeborgen. Het is onmogelijk het hele lesprogramma in deze gids op te nemen, maar binnen de kerndoelen legt de school wel een zwaar accent op taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en natuur. Vanuit de identiteit van de school wordt ook regelmatig aandacht besteed aan levensbeschouwing en cultuur. De overige uitgangspunten zitten standaard in ons onderwijs. Zoals eerder vermeld is tolerantie een belangrijke attitude op school. Wij brengen die onder andere in praktijk door tijdens het vak levensbeschouwing aandacht te besteden aan andere levensbeschouwingen en religies. 3.5 Het bewaren van leerling-gegevens Naast het leerlingvolgsysteem, is er van ieder kind een leerling dossier. Hierin worden belangrijke gegevens bewaard die later nodig zijn bij bijv. de leerlingbespreking. Het beheer van deze dossiers strookt met de wettelijke regels betreffende privacy. Door de school worden nooit onderzoeksverslagen meegestuurd bij uitschrijven van de leerling naar een andere school, zonder toestemming van de ouders. De school is verplicht om de nieuwe(vo) school een onderwijskundig rapport te sturen. Ouders hebben inzage in deze informatie. Leerling dossiers worden nog 5 jaar bewaard nadat het kind de school heeft verlaten en vervolgens vernietigd. Alleen adres gegevens en geboortedata worden bewaard om eventueel te kunnen gebruiken bij reünies.
3.6 Burgerschap De kinderen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die onze school ook vervult. De laatste jaren heeft een toename in aandacht voor dit onderwerp ertoe geleid dat scholen verplicht zijn het ‘actief burgerschap en de sociale integratie’ van leerlingen te bevorderen. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Hoe maken wij die invulling waar en waaruit blijkt dat we dat doen: 15
• • • •
aandacht voor sociale vaardigheden. Methode Leefstijl aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen: school tv weekjournaal Kennis aanbieden ,over verschillende culturen,godsdiensten,opvattingen en gewoonten: verschillende vakgebieden. In de Dharma lessen komen naast de Hindoe Waarden en normen ook de universele waarden en normen ter sprake.
3.7 Onderwijs op maat We werken met combinatiegroepen die ingedeeld zijn in jaarklassen. De school houdt rekening met verschillen tussen leerlingen en in ons onderwijs komen wij hieraan tegemoet. Het gaat er ieder schooljaar om dat: • kinderen worden uitgedaagd tot leren en op verkenning uitgaan, door een rijke omgeving (met uitdagende materialen en de nieuwste onderwijsmethodes), en door opdrachten die prikkelen tot zelfwerkzaamheid; • kinderen de ondersteuning krijgen waar ze behoefte aan hebben, op het juiste moment en in een vorm die is aangepast aan de manier waarop zij het best informatie tot zich nemen; • kinderen ervaren dat er vertrouwen is in hun goede wil, hun leergierigheid en hun inzet. Ook werkt de school aan de zelfstandigheid, de weerbaarheid en het probleemoplossend vermogen van de kinderen. Zelfstandig werken geeft de leerkracht de mogelijkheid voor een bepaalde tijd extra hulp en begeleiding te geven aan kleinere groepjes kinderen of aan individuele kinderen. In het groepsplan is duidelijk aangegeven welke leerlingen zelfstandig kunnen werken na een korte instructie en welke leerlingen verlengde instructie nodig hebben. Op deze manier gaan we om met niveau- en tempoverschillen die er zijn. Ook leren kinderen omgaan met uitgestelde aandacht. Om de doorgaande lijn in de school te garanderen, gelden tijdens het zelfstandig werken dezelfde afspraken. Deze afspraken zijn zichtbaar gemaakt door middel van pictogrammen met tekst en bijpassende tekening. Ook is er in elke groep een instructie tafel waar kinderen extra hulp krijgen.
16
In groep 1 en 2 wordt vanuit de kring gestart. In de kring worden tal van activiteiten met de kinderen gedaan uit verschillende vak- en vormingsgebieden. Vanuit de kring worden de werk- en spelactiviteiten verdeeld waarbij gebruik wordt gemaakt van het planbord. Uw kind wordt bij de keuze van de activiteit (bijvoorbeeld werken met ontwikkelingsmateriaal, knutselen, de bouwhoek, de poppenhoek etc.) en tijdens het “werken” begeleid door de leerkracht. In groep 3 tot en met 8 worden naast de tijden voor zelfstandig werken ook klassikale activiteiten ingeroosterd. Er vinden voor de hele groep activiteiten plaats geleid door de leerkracht en er zijn momenten waarin kinderen zelfstandig werken. Kinderen werken na instructie dikwijls zelfstandig aan hun taak. Om de leerlingen extra uit te dagen hebben we in elke groep een kieskast. De kieskast is een kast die gevuld is met allerlei leermiddelen: - lesmaterialen - attributen - opdrachten - spellen enz. Deze additionele materialen worden ingezet als aanvulling op de basisstof en de extra stof uit de methodes. Het hoofddoel is dat kinderen leren werken met keuzetaken, zonder directe begeleiding van de leerkracht. De kinderen kunnen aan de hand van de materialen bezig zijn met: 1- probleem oplossend handelen 2- ontdekkend leren 3- het inoefenen van vaardigheden 4- spelen en ontspannen Vanaf groep 1 wordt er gewerkt met de kieskast 3.8 Het onderwijs in de groepen Lezen, schrijven en taal In de kleuterbouw vindt de hele dag taalontwikkeling plaats door middel van klassengesprekken, het vertellen van verhalen, voorlezen en taalspelletjes. Met behulp van de methode ‘Schatkist’, werken de kinderen in groep 1 en 2 aan voorbereidend lezen, taal en rekenen. Het computerprogramma Schatkist taal sluit hier op aan. In groep 3 tot en met 8 wordt gewerkt met jaarprogramma’s. Het onderwijs in deze groepen ziet er wat anders uit dan in de groepen 1 en 2, want er wordt gewerkt uit methodes voor alle vakken. Deze methodes zijn het draaiboek voor het onderwijs. Net als in de groepen 1 en 2 besteden we veel aandacht aan woordenschatontwikkeling. Dit doen we met woordclusters, waarin een woord geplaatst is in een betekenisvolle context en in samenhang met andere woorden. Hiervoor gebruiken we verschillende vormen: bijvoorbeeld een woordkast of een trap. Ook leren we kinderen “moeilijke” woorden op te zoeken, die ze bij aardrijkskunde en geschiedenis tegenkomen, zodat ze begrijpen waar het over gaat. Per week maken we twee woordclusters naast de methode en besteden daar steeds aandacht aan. Ook stimuleren we de leerlingen om elke dag naar het het jeugd journaal/ klokkenhuis te kijken We besteden ook veel aandacht aan de werkhouding van de kinderen. Het is belangrijk dat de kinderen leren plannen, serieus werken, zorgen dat hun spullen in 17
orde zijn en verdere studievaardigheden leren zoals samenvatten, hoofd- en bijzaken onderscheiden. Lezen Aanvankelijk technisch lezen De voorbereiding voor aanvankelijk lezen begint al in groep 1 en 2. Hier oefenen de kinderen veel met rijmen, letters enz. (fonemisch bewustzijn) om met een goede basis in groep 3 te starten. In groep 3 leren we lezen met “Veilig Leren Lezen”. Het mooie van deze methode is dat er met verschillende niveaus gewerkt wordt, zodat ieder kind uitgedaagd kan worden op zijn eigen niveau. Het eerste gedeelte van het jaar zijn we druk met het leren van letters en het leren lezen. Terwijl we in het 2e gedeelte druk bezig zijn met het vergroten van de leesvaardigheid. Goed leren lezen doe je door veel te oefenen. Daarom lezen we veel en raden ouders aan om dit thuis te stimuleren. Verder oefenen ook leerlingen van groep 7/8 met leerlingen van de lagere groepen.. Voortgezet technisch lezen Hiervoor gebruiken we de methode Estafette. Ook bij deze methode werken we op niveau. Naast lessen in de groep werken de leerlingen ook 3 keer per week in een groepje op hun eigen niveau. Dat betekent dat er met 3 groepen binnen een klas wordt gewerkt: aanpak 1 (extra instructie) aanpak 2 (basisinstructie) aanpak 3 (voornamelijk zelfstandig aan de slag).De groepjes worden ingedeeld op basis van de toets resultaten van DMT(leestoetsen). Begrijpend lezen Naast de methode , Goed gelezen, wordt gebruiken we “Nieuwsbegrip”. Deze methode wordt gedownload van internet en is er op gericht om kinderen plezier te laten krijgen in begrijpend lezen. Hierbij sluiten de lessen zoveel mogelijk aan bij de actualiteit om op deze manier aansprekende teksten en opdrachten te maken. Taal Vanaf groep 4 gebruiken we de methode “Taalactief”. Deze methode besteedt ruim voldoende aandacht aan alle taalonderdelen. Naast de methode wordt veel aandacht aan uitbreiden woordenschat gegeven. Er wordt onderscheid gemaakt in taalactiviteiten en spelling. Op onze school wordt gewerkt met de schrijfmethode “‘Pennenstreken”. De kleuters doen allerlei oefeningen gericht op de oefening van de fijne motoriek. Door het aanleren van een eenvoudig, duidelijk leesbaar en vlot geschreven verbonden schrift, leggen wij de basis voor een eigen handschrift. In de loop van groep 4 krijgen de kinderen eenmalig een vulpen van school. De kinderen moeten met deze pen tot eind groep 8 schrijven. Gaat de pen in die periode, door eigen schuld, stuk of raakt de leerling het kwijt, dan moeten de ouders voor een vervangende vulpen voor het kind zorgen. Een nieuwe vulpen kan via school worden aangeschaft. Rekenen en wiskunde De kleuters werken met ontwikkelingsmateriaal zoals puzzels, bouwmateriaal, lotto’s, rubriceer-, sorteer-, kleur- en vormoefeningen. Hierbij ontwikkelen de jongste kinderen het tellen, tijdsbegrippen, meten, ruimtelijke begrippen en dergelijke. Met
18
behulp van het programma ‘Schatkist’ werken de kinderen in groep 1 en 2 aan voorbereidend rekenen. In groep 3 tot en met 8 wordt gewerkt met jaarprogramma’s. De methode die wij gebruiken heet ‘Wereld in getallen’. Naast het traditionele rekenen wordt ook aandacht besteed aan tabellen, grafieken, wiskundig denken, rekenen met de euro en dergelijke. In de methodes is veel leerstof gericht op praktisch toepasbare zaken. Er wordt de kinderen geleerd allerlei problemen op verschillende manieren te benaderen en op te lossen, inzicht te verwerven en onderlinge samenhang tussen de verschillende begrippen te zien. De methode kent ook regelmatige tussentijdse toetsmomenten, zodat de vorderingen van de kinderen goed kunnen worden bijgehouden en waar nodig bijsturing kan plaatsvinden. Kinderen die moeite hebben met rekenen worden extra begeleid met daarvoor bestemde materialen en methodes. Daarnaast kunnen alle kinderen met behulp van het computerprogramma van Wereld in Getallen gericht oefenen met de aangeboden leerstof. Leerlingen die dit niet nodig hebben worden uitgedaagd om moeilijker problemen aan te pakken met behulp van websites op internet en leerstof uit de kieskast. Voor hoofdrekenen maken wij gebruik van het programma Hoofdwerk op de computer. Naast de methode werken de leerlingen ook uit werkboeken van Ayodact en het computer programma Abrasoft. Leerlingen in groep 7/8 ,die goed presteren en naar oordeel van de groepsleerkracht meer kunnen ,krijgen 1 keer per week wiskunde lessen. Dit jaar is het streven om dit verder uit te breiden. Wereldverkennende vakken De 4- tot 7-jarigen zijn op veel manieren wereldverkennend bezig. De leerinhouden worden bepaald door de kringgesprekken en ontwikkelingsmateriaal, plaatmateriaal, materialen uit de natuur, kijkboeken en dergelijke. Ieder schooljaar wordt er een aantal thema’s met de kinderen behandeld. In de bovenbouw gebruiken we voor de wereldverkennende vakken verschillende methodes. Voor natuuronderwijs en bevordering van gezond gedrag gebruiken we de methode ‘Natuurlijk’. De leerinhouden in deze methode zijn ontleend aan de leefwereld van het kind. Tijdens de lessen natuuronderwijs besteden we ook aandacht aan techniek en het milieu. De afgelopen 2 jaren is de techniek coach zelf in de groepen 5 t/m 8 geweest om een les te verzorgen en dit schooljaar zal de groepsleerkracht dat zelf doen. De techniekcoach zal op afstand begeleiden. Ook leren de kinderen van de bovenbouw in de praktijk om te gaan met natuur & milieu. Het aardrijkskunde onderwijs wordt in groep 4 tot en met 8 gegeven aan de hand van de methode ‘”Wereldzaken”. Deze thematische methode bevat veel informatie over de eigen omgeving, Nederland, Europa en de werelddelen. Er is aandacht voor topografie. Voor geschiedenis gebruiken we in groep 5 tot en met 8 de methode ‘Bij de tijd’. In groep 5 wordt geleidelijk het historisch besef ontwikkeld, waarbij de eigen leefwereld centraal staat. Vanaf groep 6 wordt de leerstof thematisch aangeboden. Tijdens de lessen geschiedenis besteden we ook aandacht aan maatschappelijke verhoudingen, staatsinrichting en geestelijke stromingen. Met behulp van Klasse-TV zorgen we voor een stuk visualisering van de thema’s die bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur aan bod komen. Bij Verkeersonderwijs wordt van Groep 1 t/m 8 de methode” Klaar over” gebruikt. De praktijklessen voor alle groepen worden gehaald uit het bronnenboek verkeerskunsten. Het onderwijs in verkeer is erop gericht dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als deelnemer aan het verkeer. 19
In groep 7/8 wordt het verkeersexamen afgenomen. Dit vindt om het ene jaar plaats. Op onze school verzorgt elke groepsleerkracht zelf de verkeerslessen . Deze lessen vinden elke week plaats en staan op het rooster van elke groep. De praktijk lessen vinden op straat in de omgeving van de school plaats. Hierbij worden ouders gevraagd om de groepsleerkracht bij te staan. Onderwijs/televisie Als aanvulling op en ondersteuning van deze vakgebieden wordt er door alle groepen gekeken naar programma’s van de onderwijstelevisie. Zo kijken de groepen 3 en 4 wekelijks naar “Huisje, boompje, beestje”. De groepen 5 en 6 kijken naar het programma ‘Nieuws uit de natuur’ en de groepen 7 en 8 naar ‘Het schooltvweekjournaal’. Onze school is ook in het bezit van Dvd’s om onderwerpen bij de wereldverkennende vakken te visualiseren voor de leerlingen. Engels Dit schooljaar starten we met Engels van groep 1 t/m 8. Voorheen kregen alleen de leerlingen van groep 7 en 8 dit vak. Het team is ervan bewust dat Engels een belangrijke rol speelt bij de toenemende mondialisering en dat een aantal VO scholen tweetalig onderwijs aanbiedt. Vroeg beginnen met een vreemde taal is dan ook een goede keus. Om te beginnen hebben jonge kinderen het vermogen om een taal spelenderwijs te leren. Bovendien is bekend dat het leren van een tweede taal op jonge leeftijd leidt tot een betere uitspraak in de taal. Er is gekozen voor de methode “Take it easy”. Tekenen en handvaardigheid De kinderen van groep 1 tot en met 8 maken kennis met de verschillende aspecten en technieken van het teken- en handvaardigheidonderwijs. We werken uit de methode “Moet je doen”. Muziek Muzikale vorming wordt gegeven aan de hand van de methode ‘Eigenwijs”’ Behalve het zingen en aanleren van liedjes kunnen de kinderen ook luisteren naar muziek, bewegen op muziek of zelf muziek maken. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat goed muziekonderwijs een positieve invloed heeft op reken- en taalonderwijs. Tijdens presentaties kunnen de kinderen aan elkaar laten zien wat ze in de klassen aan dramatische expressie, muziek en dans hebben gedaan. Ook worden tijdens deze lessen bhadjans aangeleerd. Bewegingsonderwijs De groepen 1 / 2 en 3/ 4 hebben minimaal twee keer per week gymlessen in het speellokaal. Het is voor de kinderen prettig als ze zich zelfstandig kunnen uit- en aankleden, Denkt u aan gemakkelijke kleding. Daarnaast spelen de kinderen van groep 1 / 2 in principe dagelijks buiten op het eigen schoolplein. Vanaf groep 5 hebben de kinderen les in de gymzaal aan de Europaweg. In de acht leerjaren oefenen de kinderen systematisch alle grondvormen van bewegen. Voor de gymles trekken de kinderen hun gymkleding en gymschoenen aan. De leerlingen van groep 4 gaan vanaf Januari één keer per week, op de donderdagmiddag, schoolzwemmen in zwembad “ Den Hommel”. Het vervoer naar het zwembad geschiedt per bus. Godsdienstonderwijs Een keer per week krijgen de leerlingen godsdienst lessen. Tijdens deze lessen worden er delen uit de heilige boeken gehaald en besproken met de leerlingen. Veelal gaat het om de universele waarden en normen welke vanuit een 20
Hindoeïstische visie worden bijgebracht. Er is een methode die als leidraad dient bij het verzorgen van deze lessen. Ook wetenswaardigheden van andere religiën komen aan de orde tijdens deze lessen. Het komt ook voor dat wij tijdens hoogtijdagen een geestelijke van een bepaald religie vragen om bijv. het kerstverhaal te vertellen aan de leerlingen. Vorig schooljaar hebben de leerlingen van “het Veldhuis” het kerstverhaal voor onze leerlingen gespeeld. Het streven is om het dit schooljaar wederom te doen. 3.9 De computer op de Shri Krishna De Shri Krishna heeft de afgelopen jaren op computergebied al aardig wat gedaan. Alle groepen hebben 2 a 3 computers en in elke groep is er een digibord. Alle computers zijn aangesloten op een netwerk en hebben natuurlijk ook internet. In hun schoolloopbaan maken de kinderen op computergebied een grote ontwikkeling door. Voor een deel vindt die ontwikkeling thuis plaats. Op school wordt de pc als middel gebruikt om de leerstof beter tot haar recht te laten komen. In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van computerprogramma’s die de functieontwikkeling (b.v. begrippen als voorste, achterste, kleuren) bevorderen. Vanaf groep 3 maken we gebruik van bij de reken- en taalmethode behorende computerprogramma’s. Ook leren de leerlingen om te werken met educatieve programma’s. Er zijn programma’s op het gebied van rekenen, spelling, begrijpend lezen, klokkijken, woordenschatuitbreiding en remediëring aangeschaft. De leerlingen van groep 5,6,7 en 8 leren gericht informatie te zoeken op internet. De groepen 7 en 8 houden een PowerPoint presentatie. Ook om de vorderingen van uw kind beter te kunnen volgen wordt de computer ingezet. Alle resultaten van de CITO toetsen worden in een digitaal Leerling Volg Systeem vastgelegd. Verder is de school bezig om de interne en externe communicatie meer via de computer te laten verlopen. Een voorbeeld hiervan is de website van de school. Op onze website staat heel wat relevante informatie. De nieuwsbrieven worden ook via de mail verzonden naar de ouders. 3.10 Leuke sites voor ouders en kinderen www.huiswerkweb.nl www.kennisnet.nl www.hetklokhuis.nl www.gavoorgezond.nl www.rekenweb.nl www.pestweb.nl www.digischool.nl 3.11 Huiswerk Onze school vindt huiswerk belangrijk: wij willen aan ouders laten zien wat onze kinderen allemaal doen in de klas. Met het huiswerk brengen onze kinderen een stukje school mee naar huis. Ook leren onze kinderen zelfstandig te werken. Op die manier bereiden we hen voor op het werken in het vervolgonderwijs. Het huiswerk bestaat uit maak-, leer-, lees- en kijkopdrachten. Hierdoor vindt extra inoefening plaats van de in de klas behandelde leerstof. Wat verwachten we van de ouders in verband met huiswerk? 1.Dat ouders hun kind stimuleren en aanmoedigen. Dit kunnen zij doen door iedere dag interesse te tonen voor wat het kind op school doet en ook interesse te tonen voor het huiswerk van het kind. 2.Dat ouders proberen om goede omstandigheden te bieden, zodat het kind in alle rust aan het huiswerk kan werken. 21
3.Dat ouders er op toezien dat hun kind zorgvuldig omgaat met de van school meegebrachte materialen. 4.Vanaf groep 5 noteren de kinderen hun huiswerk in hun agenda. Aan de hand hiervan kunnen de ouders controleren wat het huiswerk is. De ouders van leerlingen uit groep 3 en 4 moeten hun kinderen vragen welk huiswerk zij hebben. Deze leerlingen werken nog niet met een agenda. 5.Probeer regelmatig mee te luisteren als uw kind hardop leest en overhoor uw kind als het daar om vraagt. 6.Dat ouders contact opnemen met de leerkracht als zich problemen voordoen bij het maken van het huiswerk. Ten slotte willen wij benadrukken dat het belangrijk is dat het kind het huiswerk zelfstandig maakt. We proberen steeds opdrachten te geven die het kind aan kan. Toch zullen er nog wel eens foutjes gemaakt worden. De fouten tonen de leerkracht welke problemen het kind nog heeft met het werk en waaraan nog aandacht besteed moet worden. Wat verwachten wij niet van de ouders in verband met huiswerk? 1.Dat een ander dan het kind het huiswerk maakt. 2.Dat de ouders het huiswerk verbeteren. 3.Dat de ouders nog extra oefeningen geven, tenzij anders is afgesproken. In het schema hieronder staat hoe vaak de kinderen huiswerk krijgen, op welke dagen en hoelang zij ongeveer over hun huiswerk doen. Groep 3 4 5 6 7 8
Hoe vaak Dagen 1x woensdag of vrijdag 2x woensdag en vrijdag 2x woensdag en vrijdag 3x woensdag, vrijdag en dinsdag of donderdag 5x iedere dag 5x iedere dag
Tijdsduur ± 20 minuten ± 30 minuten ± 45 minuten ± 45 minuten ± 60 minuten ± 60 minuten
Op de website kan men zien welk huiswerk een bepaalde groep heeft. 3.12 Kledingvoorschriften Binnen de Stichting Hindoe Onderwijs is er voor personeel en leerlingen een kledingvoorschrift opgesteld. Voor leerlingen, leerkrachten en stagiair(e)s gelden de volgende kledingvoorschriften: 1.Kleding moet hygiënisch zijn. 2.Kleding mag niet aanstootgevend zijn. 3.Kleding mag geen statement zijn dat in verband gebracht kan worden met discriminatie op ras, kleur, geaardheid, religie, sekse of politieke overtuiging. 4.Kleding mag de veiligheid van de leerling zelf en anderen niet in gevaar brengen. 5.Kleding mag niet disfunctioneel zijn (belemmeren in bewegen en leren). Om een goede communicatie (gezichtsuitdrukking, articulatie) tussen personeel en leerlingen te garanderen en om personen te kunnen herkennen, tolereren wij geen gehele of gedeeltelijke gezichtsbedekking. 6.Bij geschillen hieromtrent beslist de directie c.q. het bestuur.
22
3.13 Jeugdbladen Via school bieden wij diverse abonnementen aan op educatieve tijdschriften: Voor groep 1 en 2 is er het kleuterblad BOBO Voor groep 3 en 4 is er het jeugdblad JIPPO Voor groep 5 t/m 8 is er het blad TAPTOE Deze bladen verschijnen eens in de veertien dagen en er staan leerzame onderwerpen in. Elk jaar verschijnt er een vakantieboek; dit boek is apart te bestellen. “Hello You” is een Engelstalig maandblad bestemd voor de leerlingen van de groepen 7 en 8. U kunt uw kind ieder jaar middels een bestelformulier abonneren. De kinderen ontvangen de tijdschriften via school. Let op: u kunt het abonnement niet tussentijds opzeggen. Een interessante weekkrant voor kinderen vanaf 7 jaar is Kidsweekjunior; via www.kidsweekjunior.nl kunt u zich hierop abonneren (of een proefabonnement aanvragen). 3.14 Verjaardagen en traktaties Natuurlijk mogen de kinderen hun verjaardag op school in hun eigen klas vieren. Er wordt gezongen en het kind mag trakteren. Probeer uw kind een “gebitsvriendelijke” traktatie mee te geven. Let er wel op dat je dan niet iets kiest wat teveel op je tanden blijft plakken (zoals toffees) of iets waar je heel lang mee doet (zoals lollies en zuurtjes). Het trakteren /snoepen van kauwgom is niet toegestaan. Bedenk een traktatie die niet te groot, te vet of te kleverig zoet is. Te denken valt aan: fruit, rozijntjes, smoothie, vruchten spies enz. Wij besteden op school de nodige aandacht aan gebitsverzorging en leren de kinderen dat te veel snoep niet goed is voor het gebit. Zie bijv. www.gezondtrakteren.nl. Het is mogelijk de klassen rond te gaan om een felicitatie in ontvangst te nemen, maar niet verplicht. Houdt u er ook rekening mee dat wij een Hindoe school zijn en dat er niet getrakteerd mag worden op iets dat varkens- of rund vet bevat. Ook zijn sommige leerlingen vegetariër.
23
3.15 Sieraden Geef uw kind geen dure sieraden mee naar school! Het is niet altijd te voorkomen dat deze waardevolle eigendommen zoek raken. Vooral bij de gymles of zwemles raken de kinderen hun sieraden snel kwijt. Bij verlies of diefstal zijn ze NIET verzekerd en is de school NIET aansprakelijk. Ook bij Divali en Holi raakt er nogal eens wat zoek; wees dus vooral voorzichtig met dure sieraden en geef ze bij voorkeur niet mee naar school. 3.16 Kauwgom vrij! Onze school is kauwgom vrij. De kinderen mogen op school en in de schoolbussen geen kauwgom gebruiken. Aan de ouders wordt gevraagd erop toe te zien dat hun kind(eren) dit niet meenemen naar school. Ook niet wanneer er getrakteerd wordt. We treffen deze maatregel, omdat kauwgom vaak op de grond terechtkomt en zeer moeilijk te verwijderen is. Het is bovendien slecht voor het milieu. Met kauwgom in de mond is het moeilijk praten en het is geen net gezicht. 3.17 Mobiele telefoons Een mobiele telefoon kan in sommige situaties een handig apparaat zijn. Vooral de bovenbouw kinderen willen heel graag zoiets bij zich hebben. Omdat de school op schooldagen altijd telefonisch bereikbaar is, vinden wij het niet verstandig om een mobiele telefoon mee te geven. Doet u dat om bepaalde redenen toch, dan vragen wij u om dit in overleg met de groepsleerkracht te doen. Het toestel zal tijdens schooltijd wel ingeleverd moeten worden bij de leerkracht. Na school krijgt de leerling het weer. Bij verlies of diefstal van het toestel is de school NIET aansprakelijk. 3.18 Aansprakelijkheid De school aanvaardt op geen enkele wijze aansprakelijkheid voor zoekraken of beschadigd raken van eigendommen van kinderen, ook niet uit coulance. 3.19 Protocol Medisch Handelen In het verleden kregen de leerkrachten vaak het verzoek van ouders of verzorgers om hun kinderen medicijnen toe te dienen, die de arts heeft voorgeschreven. Of van leerkrachten wordt werkelijk medisch handelen verwacht. Het uitvoeren van medische handelingen op school kent risico’s, ook juridisch gezien. In deze situaties moeten leerkrachten handelen volgens het protocol medisch handelen. Dit schooljaar werken wij hieraan en zodra wij het af hebben , zullen wij het aan u doorgeven. Alleen bij de directeur kunt u een verzoek indienen om een leerkracht een medische handeling te laten uitvoeren. Dit geldt ook voor het geven van medicatie. De directeur zal aangeven of de school haar medewerking kan verlenen. Ouders kunnen in overleg met de school ook derden vragen om dit te verzorgen. 3.20 Meldcode kindermishandeling Sinds 1 juli 2013 geldt de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Bij zorgen over de opvoeding van het kind moet de school tijdig contact opnemen met de ouders. Ook kan ze melding doen bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling(AMK).
24
Hoofdstuk 4 Resultaten van het onderwijs 4.1 Kwaliteitszorg
Wat verstaan wij onder kwaliteit? Kwaliteit is een breed begrip. De indruk bestaat, met name door publicaties in de media, dat kwaliteit alleen is af te lezen aan de toets resultaten. Bovenstaande zegt ons echter weinig over de kwaliteit van het onderwijs. Met toetsen worden vaak alleen de cognitieve resultaten gemeten, terwijl ontwikkeling op veel meer gebieden is waar te nemen. Ieder kind heeft kwaliteiten. Lang niet alle kwaliteiten kunnen worden afgemeten in een toets. Hierbij valt te denken aan bv mondelinge taalvaardigheid, samenwerken, jezelf kunnen presenteren etc. Zorgverbreding heeft de afgelopen jaren op onze school hoge prioriteit gehad. In het bijzonder op het gebied van het taalonderwijs, spelling en rekenen zijn wij hard aan het werk geweest om zorgverbreding te realiseren. Ook de komende jaren zal dit hoge prioriteit houden. De rol van de groepsleerkracht staat hierbij centraal. Deze wordt ondersteund door de Ib-er , de directeur en in bepaalde gevallen door een externe deskundige. In verband met Passend Onderwijs zullen wij vanaf dit schooljaar ook een beroep doen op expertise van het nieuwe Samenwerkingsverband ,Utrecht PO. Ook zelfstandig werken en doordacht lesgeven zijn onderwerpen waar wij intensief mee bezig zijn. De school kijkt naar de stimulerende – en belemmerende factoren van elk kind en maakt aan de hand hiervan een groepsplan. In dit plan worden de leerlingen zo ingedeeld, zodat zij het best tot leren komen. Er wordt dus gekeken naar welk onderwijsbehoefte een kind heeft en daagt hem om te leren. Passend onderwijs is bedoeld voor alle leerlingen, of ze nu extra hulp nodig hebben of niet. Voor elk leergebied zijn minimumdoelen gesteld en met behulp van signaleringstoetsen wordt nagegaan of leerlingen deze doelen halen. Bij uitval doen de groepsleerkrachten nader onderzoek en stellen zij de onderwijsbehoeften van zo’n leerling vast. Dit wordt met de IB’er besproken en wordt schriftelijk vastgelegd hoe er hulp geboden zal worden. Dit staat in het groepsplan van de groep. Eventueel wordt er taakhulp gegeven. Ook kinderen die opvallend hoger presteren dan de norm, krijgen een op onderdelen aangepast programma. Ook dit programma wordt met de IB’er besproken en in de groep uitgevoerd. Onze kieskast vervult hierin een belangrijke rol. Hierin vindt men zowel remediërend als verrijkingsleerstof. In de maand januari/februari nemen we de CITO M toetsen af en in de maand mei/juni de cito E toetsen. Onze streefdoelen bij elk onderdeel is als volgt: • A score ≥ 25 % • B score ≥ 25% • C score ≥ 25% • D score ≤ 15% • E score ≤ 10% Bij de methode gebonden toetsen hanteren wij de 80% norm als streefdoel. 4.2 Leerlingenzorg/Kwaliteitszorg De Shri Krishna school maakt ook deel uit van het Samenwerkingsverband Utrecht PO . Binnen dit samenwerkingsverband werken leerkrachten, directeuren/schoolleiders, bestuurders en vele anderen aan het inrichten van een zodanige zorgstructuur dat alle leerlingen van het samenwerkingsverband de zorg 25
krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. Beleidsvorming is hierbij noodzakelijk om tot weloverwogen keuzes te komen. Jaarlijks beschrijft het samenwerkingsverband in het zorgplan het beleid dat zij voert om zorg op maat voor alle leerlingen te kunnen realiseren. Het SWV heeft duidelijke opvattingen over goed onderwijs en goede leerlingenzorg op de scholen die zijn aangesloten bij dit samenwerkingsverband. In het ondersteuningsprofiel is duidelijk aangegeven hoe de basisondersteuning eruit ziet en welke andere hulp de school kan bieden .In de maand september zal er hierover verder gebrainstormd worden met het bestuur van het Samenwerkingsverband. Onze missie blijft onverminderd van kracht: ‘Onderwijs is maatwerk! Het onderwijs is afgestemd op (individuele) verschillen’. De opvang van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte vraagt om professionele leerkrachten in een professionele organisatie. De drie psychologische basisbehoeften van ieder mens zijn: de behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Hierin verschillen kinderen niet van volwassenen, leerkrachten niet van het schoolmanagement, directies niet van bestuurders. In ons SWV mogen scholen zich, binnen de wettelijke kaders en de kaders van het zorgplan, in hun eigen tempo ontwikkelen. Ook ten aanzien van de zorgbreedte van scholen worden verschillen tussen scholen geaccepteerd. Voor het onderwijsaanbod is de leerling startpunt van ons pedagogisch en didactisch handelen. De competente leerkracht is zich bewust van haar/zijn verantwoordelijkheid, sluit aan bij de ontwikkelingsmogelijkheden van haar leerlingen en levert een bijdrage aan hun toekomstig burgerschap. De leerkracht wordt daarbij gesteund door haar collega's, de interne begeleider, de directeur, het bestuur en de externe professionals. Ouders nemen een belangrijke en bijzondere positie in door hun eerste verantwoordelijkheid, hun betrokkenheid en ervaringsdeskundigheid. In ons SWV richten we het onderwijs en de ondersteuningsstructuur in vanuit het concept ‘Afstemming’. Centraal in het concept Afstemming staan de onderwijsbehoeften van kinderen. Tijdens het onderwijs- en ondersteuningsproces vragen we ons af hoe (en waar) we tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoeften van dit kind. In dit licht bezien wordt het onderwijs en de zorgstructuur zodanig ingericht dat er steeds afstemming plaatsvindt tussen de onderwijsbehoeften van kinderen, het aanbod van de school en de omgeving waarin het kind opgroeit. Handelingsgericht werken is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij onderwijsprofessionals (leerkracht, intern begeleider en leidinggevende) de volgende 7 uitgangspunten toepassen: 1. Denken, kijken, praten, handelen in termen van onderwijsbehoeften. 2. Het is de leerkracht die het doet! Werkconcept en begeleidingsbehoeften staan centraal. 3. Handelingsgericht, gericht op haalbare, bruikbare adviezen. 4. Voortdurende samenwerking van leerkracht, leerling, ouders en begeleiders. 5. Het referentiekader is gebaseerd op het systeemdenken: dit heeft deze invloed op dat. 6. Uitgaan van positieve factoren en mogelijkheden. 7. Systematische en transparante werkwijze.
26
waarnemen
6) Uitvoeren groepsplan
Intern handelen 1) Groepsoverzicht/evalueren 2) Signaleren
Groepsbespreking
leerlingen met
leerlingen
specifieke onder-
realiseren
wijsbehoeften
5) Opstellen
begrijpen
Oudergesprek
groepsplan
gelijke onderwijsbehoeften
plannen
4) Clusteren leerlingen met
3) Benoemen onderwijsbehoeften
Individueel handelingsplan
Leerlingenbespreking/ZT
Oudergesprek
Bovenschools handelen i.s.m. zorgplatform Handelingsgerichte begeleiding
Handelingsgerichte diagnostiek
Verwijzing voor schoolwisseling
In het schema zien we de cyclus van Handelingsgericht werken (HGW). Dit is een systematische manier van omgaan met verschillen tussen kinderen. Het SWV RK/AB verwacht van haar scholen dat zij werken volgens de 7 uitgangspunten van het handelingsgericht werken bij het bieden van onderwijs en zorg aan leerlingen. Wanneer de binnen schoolse - schoolinterne of schoolgebonden - begeleiding niet toereikend is, wordt de stap gemaakt naar het niveau van begeleiding door het samenwerkingsverband: het zorgplatform. HGW is te hanteren als een 'ideaalmodel’, een model dat inhoudt dat we bewuste keuzes maken die we planmatig uitwerken, evalueren en borgen. Het kader zijn de 7 uitgangspunten en de cyclus van HGW. Deze bieden het team en directie/IB een kader voor reflectie. Waar staan we nu als school en wat is onze volgende stap in de ontwikkeling? Wat streven we na en welke keuzes maken we? Hoe gaan we dat realiseren? HGW is werken aan goed onderwijs, het is dus altijd gekoppeld aan inhoud: taal/lezen, rekenen, werkhouding en sociaal- emotioneel functioneren. HGW kan werken als inspiratiebron voor kwaliteitsverbetering indien het team van wenselijk naar haalbaar redeneert. De school legt zijn eigen werkwijze naast die van HGW. De leerkrachten spiegelen zich eraan: wat doen wij al handelingsgericht en wat willen we handelingsgerichter gaan doen? Wat vinden we wenselijk? Welke verbeterpunten zijn er? Hoe maken we die haalbaar? Wat hebben we daarvoor nodig? Deze vraag is alleen te beantwoorden door een en ander uit te proberen, in plaats van er alleen maar over te praten. Van discussiëren naar doen. Door een en ander uit te proberen en deze ervaringen in het team uit te wisselen, leren we al doende. Het team gaat zo geleidelijk aan steeds systematischer, bewuster en gemotiveerder handelingsgericht werken. Zo wordt HGW een werkwijze die aansluit bij de eigen schoolcultuur. We spreken van een succesvolle implementatie van HGW als alle uitgangspunten werkelijk tot hun recht komen in een cyclus van planmatig handelen.
27
4.3 Interne zorgstructuur Zorgniveau 1: Adaptief onderwijs Doel: Preventie van problemen door tegemoet te komen aan de basisbehoefte van kinderen: relatie, competentie een autonomie. In deze fase staat het handelen van de leerkracht centraal. Deze signaleert met behulp van toetsen en observaties de voortgangsresultaten van de leerlingen ,zowel op cognitief gebeid als sociaal emotioneel gebied. Op schoolniveau zal de IB-er als coach van de leerkracht fungeren. De leerkracht is verantwoordelijk voor het klassenmanagement. leerkracht De leerkracht geeft instructie via model ”Doordacht lesgeven” en laat de leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig werken met een dagtaak. Zo creëert de leerkracht ruimte voor verlengde instructie ,re-teaching en pre-teaching aan de instructie tafel. Ouders worden tijdens de normale gesprekkencyclus(10 minuten Ouders gesprek) op de hoogte gebracht van het functioneren van hun zoon/dochter. Desgewenst kunnen ouders ook tussentijds een afspraak maken en dit bespreken. IB-er De IB-er ondersteunt de leerkracht als deze erom vraagt. De leerkracht maakt van alle oudergesprekken een verslag in ESIS Registratie De leerkracht reikt de toets gegevens aan de directeur. Deze voert het in ESIS. Van de kinderen die pedagogische of didactische aanpassingen krijgen komt een “notitie”” in ESIS en wordt dit kind op de zorglijst van de groep geplaatst. Bij de methode gebonden toetsen registreert de leerkracht en deze worden in de “registratiemappen” bewaard. Zorgniveau 2: Zorg in de klas Doel: Tegemoet komen aan de specifieke onderwijsbehoefte van individuele leerlingen door de eigen leerkracht. Ontwerpen van een passend onderwijsarrangement. Indien er, ondanks de principes van adaptief onderwijs en de inzet van de leerkracht, er leerlingen zijn met specifieke onderwijsbehoeften, waaraan binnen niveau 1 niet kan worden voldaan, zal de leerkracht in overleg met de IB-er een passend onderwijsaanbod doen. Dit passensdonderwijsaanbod wordt vast gelegd in een werkplan. De leerling en ouders worden in deze fase ook betrokken. De IB-er coacht de groepsleerkracht. De leerkracht schrijft een handelingsplan wat Smart geschreven is Leerkracht wanner er bv; • Opvallende hoge toets gegevens zijn (hoge A, van A naar C, een E- score enz.) • Een hiaat in het didactische proces geconstateerd wordt(leerachterstand tot 20%) • Op motorisch of sociaal emotioneel gebied aanpassingen nodig heeft. • Op het gebied van gedrag aanpassingen nodig heeft. Wanneer een werkplan geschreven wordt ,worden ouders en leerlingen vooraf betrokken. Na 6-8 weken evalueert de leerkracht met de ouders en het kind. De eindevaluatie wordt op het werkplan genoteerd en er wordt aangegeven wat het vervolg is. Lopende werkplannen worden aan de volgende leerkracht doorgegeven. Leerlingen met een werkplan 28
Ouders
IB-er Registratie
moeten duidelijk zichtbaar zijn in de groepsplannen en in de dagelijkse voorbereidingen m.b.v. van de kleuren rood-oranje en groen. Ouders worden middels een oudergesprek door de leerkracht betrokken bij het werkplan(zowel bij de start als bij de evaluatie/voortgang) . relevante informatie uit de oudergesprekken worden meegenomen in het werkplan. De IB-er ondersteunt de leerkracht als deze erom vraagt. De leerkracht maakt werkplannen. Deze worden digitaal gemaakt en op de server opgeslagen. Een kopie wordt in de klassenmap bewaard. Afgesloten werkplannen worden gescand en in ESIS opgehangen.
Zorgniveau 3: Zorg op school Doel : tegemoet komen aan onderwijs behoeften van leerlingen, door extra hulp te zoeken op schoolniveau. In deze fase gaat het De leerkracht is handelingsverlegen en brengt hier de IB-er om het tegemoet van op de hoogte. Een voorbeeld van komen aan de handelingsverlegenheid is bijv.. uitval op meerdere vakken onderwijsbehoeften van (leerachterstand van 20% of meer), algemeen leerlingen, echter in leerprobleem, sociaal –emotionele problematiek van deze fase heeft de grotere omvang, kleuters met indicatie kleuterverlenging leerkracht handelingsverlegenheid Samen met de IB-er wordt, indien nodig, vervolgonderzoek en zoekt hulp op gedaan door middel van observaties en of een schoolniveau. De IB-er diagnosticerend onderzoek. De leerkracht analyseert is ten alle tijden samen met de IB-er de uitkomsten van het betrokken en daarnaast observatie/onderzoek. Aan de hand van de analyse wordt kan hulp ingeroepen een nieuw werkplan opgesteld, worden er structurele worden van een aanpassingen gedaan of wordt er verder onderzocht. De gespecialiseerde leerkracht schrijft de werkplannen en evalueert dit samen collega, het met de IB-er. samenwerkingsverband Lopende werkplannen worden aan de volgende leerkracht of een externe doorgegeven. deskundige. Leerkracht Ouders worden betrokken middels een gesprek met de Ouders leerkracht en de IB-er(wenselijk). De ouders worden op de hoogte gesteld van de stappen die ondernomen worden en er wordt samen met de ouders geëvalueerd. Als een kind van buiten af onderzocht/besproken worden, moeten ouders vooraf toestemming geven. De Ib-er fungeert als coach voor de leerkracht IB-er Het is wenselijk dat de IB-er bij het gesprek aanwezig is; de groepsleerkracht maakt het verslag en hangt die op in ESIS. Als de IB-er zelf een onderzoek /observatie doet maakt zij hiervan een verslag hangt het op in ESIS en geeft een Registratie kopie aan de leerkracht. Deze bewaart het verslag in de zorg map. Structurele aanpassingen aan de werkplannen moeten 29
door de leerkracht meteen gewijzigd worden. Een kopie komt in de zorgmap en het kind wordt bijgesteld in het zorgoverzicht van de klas op de server. Lopende plannen zijn te vinden in het zorg map en gaan mee naar de volgende groep. Afgesloten werkplannen worden ook gescand en in ESIS opgehangen. Zorgniveau 4: handelingsverlegenheid( schoolniveau) Doel: Nieuw perspectief zoeken als school er zelf niet uitkomt. Deze fase wordt gekenmerkt door het feit dat de school bij een leerling tegen haar grenzen is aangelopen. Er is dan sprake van handelingsverlegenheid op schoolniveau. Dit wil echter niet zeggen dat wij het kind niet verder kunnen/willen helpen, maar dat wij gecoacht moeten worden om het kind verder te helpen. De school gaat onder leiding van de IB-er opzoek naar een nieuw perspectief om het onderwijsarrangement van een leerling te verzorgen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van expertise vanuit het samenwerkingsverband of van uit een ander gespecialiseerd bureau. Leerkracht De leerkracht vult samen met de IB-er de benodigde formulieren in voor de betreffende instantie. De leerkracht is bij de gesprekken die plaatsvinden na eventueel onderzoek/observaties door betreffende instantie. Samen met de IB-er wordt er indien noodzakelijk een nieuw werkplan opgesteld. De leerkracht maakt de verslagen van de ouder gesprekken en hangt die op in ESIS Ouders worden van alle stappen op de hoogte gehouden. Zij moeten nu toestemming geven om gegevens naar de betreffende Ouders instanties te sturen. Per 1 september 2014 is er geen toestemming van ouders nodig .Wellicht moet het groeidocument voor gezien getekend zijn. Ouders hebben recht op inzage van alle documenten die aan derden worden verstuurd. De school krijgt enkel de uitslag van extern onderzoek als ouders toestemming voor geven. Ook dit verandert per 1 september 2014. De IB-er zorgt samen met de leerkracht voor tijdig aanleveren en opsturen van bijv. toets gegevens, onderwijskundige rapporten IB-er ,werkplannen e.d. aan derden. De IB-er registreert in ESIS dat er een onderzoek is aangevraagd en de vervolg stappen daarvan. De IB-er is contact persoon voor de betreffende instanties. De IB-er maakt (indien nodig) samen met de leerkracht een nieuw werkplan Documentatie naar betreffende instantie wordt door de leerkracht en IB-er samen ingevuld. Registratie De IB-er registreert de aanvraag in ESIS. De leerkracht maakt verslagen van de ouder gesprekken en plaats het in ESIS. De IB-er plaatst alle informatie van derden in ESIS en geeft dit ook door aan de leerkracht. De leerkracht voegt alle documenten in het papierendossier.
30
Zorgniveau 5: passend onderwijs. Doel : Plaatsing van een leerling op een school die het meest optimaal tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoefte van een leerling. Als de school ,ondanks alle hulp van binnen de school en ander instanties, nog niet het juiste onderwijsarrangement van de leerling kan bieden, wordt er uiteindelijk gekeken naar een andere school die het meest optimaal tegemoet kan komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling ,of wordt extra ondersteuning aangevraagd in het kader van “passende plaats” vanuit SBO of rugzak vanuit SO. Passendonderwijs kan gerealiseerd worden op voorbereiding van aanmelding bij de TLC(SBO en SO). Dit alles gaat via de IB-er. De leerkracht vult samen met de IB-er het onderwijskundig rapport Leerkracht in. De leerkracht voert samen met de IB-er de gesprekken met ouders en externen De leerkracht maakt verslagen van de gesprekken en plaatst die in ESIS De ouders melden ,in samenspraak met de leerkracht en IB-er, aan bij SBO of SO. Ouders Zij worden door de leerkracht en IB-er op de hoogte gehouden Ouders hebben recht op inzage van het OKR. De IB-er is de contactpersoon voor TLC De IB-er ondersteunt de leerkracht bij het invullen van de OKR en IB-er zorgt voor dossiervorming. De IB-er voert samen met de leerkracht de gesprekken met ouders en externen Van het onderwijskundig rapport komt en kopie in het papieren dossier van de leerling. Registratie De iB-er hangt de verwijzing in ESIS op. Alle documenten worden in het dossier bewaard en meegeven aan de SBO of SO. Overgang groep 2 naar groep 3 De Shri Krishna kiest ervoor om niet alle kleuters die tussen 1 oktober een 1 januari op school komen zo maar door te laten gaan naar groep 2 en na minder dan 2 jaar kleuteren naar groep 3. In principe staan wij voor een lange kleutertijd, zodat de kinderen zo ‘stevig’ mogelijk naar groep 3 gaan. Samen met de ouders zal goed naar deze kleuters gekeken worden om te bekijken of zij eventueel wel vroeg naar groep 3 kunnen. Niet alleen de leerresultaten zullen in dat besluit worden meegenomen, maar zeker ook de sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling. Cluster kinderen in de groepen. Op onze school hebben altijd clusterkinderen gezeten (de z.g. rugzakkindjes). Het team heeft ervaring in het begeleiden van deze kinderen. Gezien de aandacht en tijd die je geeft aan deze kinderen heeft de school besloten niet meer dan twee cluster kinderen per combinatie groep te plaatsen. Hierdoor kunnen wij de nodige zorg binnen de groep aan alle kinderen garanderen. Indien zich meer van zulke kinderen worden aangemeld zullen wij samen met ouders uitkijken naar een passende oplossing, zodat het onderwijs voor zo’n kind niet stagneert. Hierbij zal ons Samenwerkingsverband geraadpleegd worden om te kijken welke mogelijkheden er zijn. 31
Hoofdstuk 5 De leerlingen 5.1 Leerlingvolgsysteem Naast de methodegebonden toetsen en observaties worden de leerprestaties op het gebied van taal en rekenen regelmatig gemeten door het afnemen van Cito-toetsen. De resultaten worden verwerkt in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem en besproken met de groepsleerkracht. Zo kunnen wij de leervorderingen goed volgen en snel inspelen op eventuele problemen. Aan de hand van de resultaten van deze toetsen worden de groepsplannen bij de verschillende vakken gemaakt. Ook hebben wij voor sociaal emotionele ontwikkeling een leerlingvolgsysteem. (Scol). De 4 tot 6 jarigen volgen we aan de hand van een leerlingvolgsysteem met onder andere observatie punten. In het leerlingvolgsysteem staat per ontwikkelingsgebied omschreven wat kinderen van een bepaalde leeftijd verwacht mag worden. De groepsleerkracht kan hieruit zien hoe ver de ontwikkeling van een kind gevorderd is.. Verder kan de leerkracht bepalen of er sprake is van een achterstand of voorsprong in de ontwikkeling op een bepaald gebied en hoe groot de sprongen zijn die een kind maakt in zijn ontwikkeling. We noteren alle vorderingen in Esis B. In het leerling dossier worden alle relevante gegevens vastgelegd. Dit dossier wordt uitsluitend gebruikt om de begeleiding van het kind optimaal uit te voeren. 5.2 In –en uitschrijvingen Kinderen kunnen vanaf hun derde jaar worden ingeschreven. Twee weken voor hun vierde verjaardag kunnen ze in de ochtend de school bezoeken en wennen spelenderwijs aan ons onderwijsaanbod. Kinderen ontvangen een welkomstkaart met de juiste plaatsingsdatum. Ook oudere kinderen kunnen tot de SKS worden toegelaten na een gesprek met de ouders en een eventuele test van het kind. De Interne begeleidster neemt in zo’n geval altijd contact met de directie van de school van herkomst. Als u een kind wilt laten uitschrijven, bijvoorbeeld in verband met verhuizing, kunt u dit melden bij de directeur. De nieuwe school krijgt dan een onderwijskundig rapport opgestuurd. Bij wangedrag kan in overleg met het bestuur, MR , en het team het kind worden geschorst of afgeschreven. Uiteraard zal er eerst een zorgvuldig onderzoek plaatsvinden, voordat wij tot dit besluit komen. Sommige kinderen behoeven exclusieve zorg. Wij staan ontvankelijk tegenover ouders in deze , maar beseffen dat wij onze beperkingen hebben. Indien wij een bepaalde zorg niet kunnen aanbieden ,zullen we samen met ouders naar een gepaste oplossing zoeken binnen ons samenwerkingsverband. In ons schoolondersteuningsprofiel staat welke zorg wij kunnen bieden. Omdat de bekostiging van scholen tegenwoordig is gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers, verzoeken wij ouders om bij inschrijving een kopie diploma mee te nemen van de hoogst genoten opleiding. Voor inschrijvingen kunt u een telefonische afspraak maken met de directeur (0302442226). 5.3 Ziekmeldingen In geval van ziekte of andere bijzonderheden dient de leerkracht hiervan op de hoogte te worden gebracht. Wilt u dit daarom op tijd (voor aanvang van de school) 32
doorgeven? Indien u belt, gelieve dit tussen 8.00 uur en 8.45 uur te doen. Denkt u er ook aan om de buschauffeur op de hoogte te stellen!(indien uw kind vervoerd wordt) Tevens kunt u de groepsleerkracht mailen. Op de website van de school staan alle email adressen van de groepsleerkrachten. 5.4 Verlof leerling In bijzondere gevallen kunt u vrij vragen voor uw kind. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het bijwonen van een huwelijk of een crematie van een naaste verwante. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de directie, zodat de afwezigheid verantwoordt kan worden aan de inspectie of leerplichtambtenaar. Verzoeken tot verzuim langer dan tien dagen dienen via school te worden gericht aan de betreffende ambtenaar leerplichtzaken. Wilt u een verzoek tot verlof buiten de schoolvakanties doen? Dan moet dit tenminste aan de volgende voorwaarden voldoen: De vakantie kan niet plaatsvinden in de schoolvakanties vanwege het beroep van u of uw partner en het verlof valt niet in de eerste twee weken na de zomervakantie. Dien de verlof aanvraag zo vroeg mogelijk in bij de directeur (bij voorkeur 8 weken van te voren). Bent u niet eens met de beslissing over de vrijstelling? Dan kunt u schriftelijk bezwaar maken bij degene die de beslissing heeft genomen. Bij ongeoorloofd verzuim kunt u een boete verwachten van de leerplicht ambtenaar. De school is verplicht dit (vermeend) ongeoorloofd verzuim aan de gemeente te melden. Verlof voor vervroegde vakantie of verlate terugkomst is niet mogelijk. Een dergelijk verzuim wordt gemeld bij de ambtenaar leerplichtzaken die op zijn beurt verplicht is proces-verbaal op te maken. De gemeente Utrecht is hier de laatste jaren veel strenger op gaan toezien. Wij verzoeken u dan ook dringend om bij het boeken van uw vakantie hier rekening mee te houden. 5.5 Wennen Eén week voordat uw kind vier jaar wordt, mag het komen wennen in groep 1(10 dagdelen). Zo kan het kind wennen aan de regels. Het leert de kinderen in de groep kennen en er wordt alvast een band gelegd met de leerkracht.
5.6 Overblijven Uw kind kan bij ons op school (voorlopig nog gratis) overblijven. Dit wordt verzorgd door de leerkrachten. Wilt u voldoende eten en drinken voor de pauzes meegeven! Voor de kleine pauze hebben wij het graag dat de leerlingen fruit meenemen. 5.7 Speelgoed Als het tijdens de middagpauze regent, moeten de kinderen in de klas blijven. Heeft u thuis speelgoed dat nog goed is, maar niet meer wordt gebruikt? Denk dan aan de school; we kunnen het goed gebruiken. Gezelschapsspelletjes zoals Ganzenbord en Mens-erger-je-niet! zijn nog altijd erg geliefd. 5.8 Speelgoedmiddag Iedere vrijdagmiddag is er in de groepen 1 en 2 speelgoedmiddag. De kinderen mogen dan met hun eigen speelgoed op school spelen. Wilt u alleen op deze dag speelgoed meegeven? 33
Hoofdstuk 6 De ouders 6.1 Contact ouders - school De school streeft ernaar om het ouderbeleid zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Wij proberen hierbij open te staan voor de inbreng van ouders, omdat wij ons samen met hen verantwoordelijk voelen voor de opvoeding van en het onderwijs aan hun kinderen. Door een goede samenwerking tussen de school en de ouders willen wij op één lijn zitten wat van essentieel belang is voor de ontwikkeling van het kind. Aan het begin van elk schooljaar organiseren wij een informatie avond waarbij ouders op de hoogte te stellen over het onderwijs in de groepen. Op deze avond kunnen ouders ook met hun vragen terecht bij de groepsleerkrachten. In september beginnen wij met de start gesprekken. Hierbij zijn ouders aan het woord en vertellen zij de groepsleerkracht wat zij verwachten van de school en het kind. Ook geven zij zoveel mogelijk relevante informatie over het kind door aan de groepsleerkracht. Ook vinden er 3 keer per jaar de 10-minuten gesprekken plaats. Op de schriftenmiddagen kunnen ouders samen met hun kind de werkschriften bekijken en indien gewenst een afspraak maken met de groepsleerkracht om hierover van gedachten te wisselen. 6.2 Ouderbijdrage Aan ouders die hun kind op onze school plaatsen wordt een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Deze bijdrage wordt ingezet voor activiteiten die niet door het Rijk vergoedt worden zoals de vieringen van: Divali, Holi, Hindoestaanse Immigratie, Sinterklaas, en Kerst. Verder voor schoolontbijt, voorleesontbijt, paasontbijt, kerstdiner, muzieklessen, de aanschaf van extra computers en software, de cadeaus voor Sinterklaas en de schoolverlaters (groep 8), het aanschaffen van aanvullende educatief materiaal, muziekinstrumenten voor de muzieklessen, het organiseren van opendagen, verschillende excursies en andere ouderbijeenkomsten. Zonder de ouderbijdrage kunnen een aantal van deze essentiële schoolzaken niet worden bekostigd. De ouderbijdrage is met instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapraad vastgesteld op € 30, - per kind. Deze kan gestort worden op rek.NL69 INGB 0004. 7700 14 bij de ING bank. Het niet betalen van de ouderbijdrage kan ertoe leiden dat ouders/verzorgers de werkelijk gemaakte kosten t.b.v. hun kind moeten betalen als het deelneemt aan een van boven vermelde activiteiten 6.3 Sponsoring. De school heeft geen inkomsten uit sponsoring. 6.4 Oriëntatie op studie - en beroepskeuze De school brengt een advies uit voor een vervolgopleiding aan de ouders van leerlingen in groep 8. De directeur en docenten stellen in nauw overleg met elkaar het advies op. De ouders zullen zelf uiteindelijk de beslissing nemen, maar moeten daarbij wel rekening houden met de toelatingseisen van het voorgezet onderwijs. Er wordt bijvoorbeeld niet alleen gekeken naar de eindcito score , maar ook de LVS toetsen vanaf groep 6.
34
De leerlingen worden voorbereid op het voortgezet onderwijs door op bepaalde momenten verschillende typen vervolgonderwijs te bezoeken. Ook worden ouders en leerlingen middels folders en brochures van scholen voor voortgezet onderwijs op de hoogte gehouden. 6.5 Ouderparticipatie Het blijkt dat kinderen wier ouders betrokken zijn bij het onderwijs over het algemeen betere resultaten behalen op school. Daarom stimuleert de school ouderbetrokkenheid. Ouders krijgen ruime informatie om hun kind thuis te kunnen ondersteunen. Zij zijn ook welkom op school met vragen of suggesties of kunnen telefonisch contact met de school opnemen. U kunt ook per email communiceren met ons. Alle ouders worden op de hoogte gehouden van de vorderingen van hun kind door rapportages, schriftenmiddagen, ouder- en info- avonden. Indien ouders of docenten tussendoor behoefte hebben met elkaar te praten, dan worden extra afspraken gemaakt. Bij het maken van afspraken houdt de school er zoveel mogelijk rekening met werkende ouders. Docenten leggen ook huisbezoeken af, indien zij wat meer informatie willen. Bij de ingang is er een ideeën bus. De school stelt het zeer op prijs indien ouders hierin hun ideeën, wensen en grieven deponeren. 6.6 Informatie gescheiden ouders Wanneer ouders gescheiden leven of gaan scheiden kan het voor ons (de school) moeilijk zijn om te bepalen welke positie wij bij het verstrekken van informatie moeten innemen. De wet biedt ons hierin echter een duidelijke richtlijn. We zijn als school namelijk verplicht beide ouders op gelijke wijze te informeren. Dus ook de ouder die niet met het ouderlijk gezag is belast, heeft recht op informatie. Alleen in geval van zeer zwaarwegende argumenten kan van die richtlijn worden afgeweken. Als school willen we geen speelbal tussen ouders worden. Vanwege onze neutrale positie hebben wij ervoor gekozen dat beide ouders informatie kunnen krijgen. De ouder waar het kind woont, krijgt automatisch de informatie. De andere ouder kan de school verzoeken om alle informatie. Dan wordt hij/zij als tweede ouder in de administratie opgenomen. Voor zover van toepassing wordt uw medewerking gevraagd bij het vastleggen van oudergegevens. Wij vragen begrip voor onze positie. Als de adresgegevens van de niet bij het kind wonende ouder bij ons bekend zijn, wordt hij/zij door de school op de hoogte gesteld van: schoolgids, schoolkrant, ouderavonden, contactavonden (wel op een ander tijdstip dan de andere ouder), schoolresultaten, rapporten, informatie aangaande schoolreizen, verwijzing naar vervolgonderwijs en aanmeldingen bij TLC. Als dit niet is toegestaan (bijv. vanwege een gerechtelijke uitspraak), moet het schriftelijke bewijs hiervan aan de directie worden overlegd. 6.7 Plichten van de ouders. De leerlingen dienen op tijd op school aanwezig te zijn. Om 08.40 uur en 14.55 uur gaat de schoolbel. Exact om 08.45u beginnen de lessen en na de middagpauze starten we weer om 13.30 uur. Het is de taak van de ouders om er voor te zorgen dat hun kinderen op tijd binnen komen. Als de lessen begonnen zijn, is het de leerkrachten niet meer toegestaan om nog een praatje te maken met een ouder. 35
Het is ouders verboden om tijdens de lestijden de klassen te betreden. Voor spoedgevallen tijdens de lestijden dienen de ouders zich te vervoegen bij de directeur. In het gebouw gelden de volgende regels: Ouders brengen hun kind tot aan de deur of tot op het schoolplein( wanneer u vroeg bent) Bij het afhalen gelden de volgende regels: u wacht op het schoolplein en uw kind(eren) komt/komen zelf naar buiten. De voordeur zal in de regel dicht blijven. Wilt u de directie of een leerkracht spreken, dan kunt u altijd een afspraak maken. Voor zeer dringende zaken kunt u de leerkracht ook ’s morgens ( tot uiterlijk 8.40u) even spreken. Leerlingen die meer dan drie dagen verzuimen of meer dan 5 keer laat komen worden gemeld bij de leerplichtambtenaar.
6.8 Vragen over onderwijs Het komt wel voor dat ouders met vragen zitten over onderwijs. De informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs geeft antwoord op heel veel vragen. Deze is te bereiken op alle schooldagen tussen tien en drie en is kosteloos. Het nummer is 0800 5010. U kunt ook op www.50tien.nl 6.9 De ouderraad Naast de MR heeft de school een ouderraad. De ouderraad bestaat uit een aantal actieve ouders. In de ouderraad van het vorig schooljaar zat één ouder die dit schooljaar geen kind meer heeft op onze school en kan dus geen zitting nemen hierin. Uiterlijk eind september zullen de overgebleven leden een besluit nemen hoe er hierin voorzien zal worden. De ouderraad heeft tot taak: a. Mede te bevorderen dat ouders zich betrokken voelen bij de school. b. Te bevorderen dat de ouders ondersteunende werkzaamheden voor de school verrichten zoals het organiseren van Divali, Sinterklaas, Kerstmis, Holi, Sportdag en het afscheid van groep 8. c. Signalen van de ouders doorgeven aan de MR. d. Het organiseren van een jaarvergadering in het laatste kwartaal van het jaar Waarin zij inhoudelijk en financieel verslag doet van haar activiteiten aan de ouders. De ouderraad wordt voor 2 jaar gekozen. Ouders kunnen zich bij de directeur aanmelden. De zittingsperiode van deze ouderraad loopt in oktober af. Via de nieuwsbrief zult u op de hoogte gesteld worden om zich op te geven voor deelname aan de verkiezing van de Ouderraad. Wanneer u zich wilt opgeven om mee te helpen bij het organiseren van allerlei activiteiten, neem dan contact op met de directeur. U kunt het e.e.a ook met de voorzitter van de ouderraad bespreken. De leden van de Ouderraad zijn: Hr. K. Ramsaran Hr. R. Ramsodiet Hr. A. Ramsaran
36
6.10 Foto en film Bij vieringen van onze hoogtijdagen worden er foto’s en films gemaakt door ouders en soms door bepaalde media. Wanneer de media aanwezig is, zijn de opnames te zien op televisie en in de krant. Soms worden opnames ook in de klas gemaakt. Indien u om welke reden dan ook bezwaar heeft dat uw kind gefotografeerd/gefilmd wordt, wordt u gevraagd om dit door te geven aan de directeur. Dan wordt ervoor gezorgd dat uw kind niet in beeld wordt gebracht.
37
Hoofdstuk 7 Zorg voor de relatie school en omgeving 7.1 Schoolkrant, oudernieuwsbrief en website Het is belangrijk dat we goed contact hebben met u als ouder. Dit gebeurt op de volgende manieren: • Via uw kind of per mail ontvangt u regelmatig een nieuwsbrief. De nieuwsbrief is een Mededelingenblad, bestemd voor de ouders. Hierin vindt u alle actuele informatie en een dataoverzicht. Ouders die niet over internet beschikken ontvangen via hun kind een papieren versie. • De schoolgids verschijnt jaarlijks. • Op onze website treft u heel veel informatie aan. • We organiseren een informatieavond aan het begin van ieder schooljaar. We nodigen alle ouders uit, zodat u kennis kunt maken met de groepsleerkracht, de methoden kunt inzien en kunt horen wat er in de betreffende jaargroep aan de orde zal komen. • Drie keer per jaar wordt u uitgenodigd voor een zgn. 10-minuten gesprek. • Als wij uw kind extra hulp geven op basis van een handelingsplan bespreken we dit met u. • Indien de school of ouders het wenselijk achten, worden er contactschriften aangelegd. • De schoolkrant komt drie keer per schooljaar uit. Onze schoolkrant is een echte kinderkrant, gevuld met bijdragen van de kinderen, knutselpagina’s en allerlei wetenswaardigheden. De eindredactie van het blad wordt gevormd door de directie en de docenten. • We organiseren schriftenmiddagen. Ouders kunnen dan samen met hun kind kijken in de schriften van de leerlingen. De schoolkranten en oudernieuwsbrieven zullen ook in digitale vorm verschijnen op onze website, www.shrikrishna.nl. U kunt dus altijd nog eens iets terugzien. Tevens is er beeldmateriaal te bekijken (foto’s, filmpjes enz.) van onze activiteiten. Mocht u bezwaar hebben tegen de publicatie van een bepaalde foto of filmpje, dan kunt u dit melden bij de directeur Ook suggesties of interessante links zijn welkom. (denk aan de ideeënbus). Ook heeft de school een Facebook pagina, waarop informatie van de school staat. Indien u het niet op prijs stelt dat er foto’s van uw kind hierop komt, kunt u dit doorgeven aan de directeur
7.2 Wijziging adres/telefoonnummer Indien er sprake is van adreswijziging is het noodzakelijk dat u dit doorgeeft aan de school. Geef ook gewijzigde(nood) telefoonnummers door! Dit is van groot belang in geval van nood. Wij willen namelijk steeds over de juiste informatie beschikken om u eventueel snel te bereiken. In de praktijk blijkt de informatie vaak te veranderen.
38
7.3 Verkeerssituatie rond de school Binnen ons complex krijgen ongeveer 1000 leerlingen onderwijs. Het halen en brengen van de leerlingen zorgt elke dag weer voor enorme drukte rond de school. Wij willen u dringend verzoeken zich te houden aan de verkeersregels die van toepassing zijn. De afspraak met de wijkagent is dat u uw wagen parkeert in de daarvoor bestemde vakken. Indien u op de rijweg stopt om uw kind in- en uit te laten stappen riskeert u een boete. Wij raden u aan om uw kind tussen 8.30u. en 8.45u af te zetten. Dan is de drukte enigszins voorbij, want de andere 2 scholen zijn dan reeds begonnen. 7.4. Het brengen en halen van de kinderen We hebben één ingang/uitgang. De leerlingen die met de eerste rit komen worden in een lokaal opgevangen en omstreeks 8.15u gaan we op het plein. Om 8.40u staan alle leerlingen in de rij en op een teken van de leerkracht staan ze in de rij op een afgesproken plek . Daarna lopen ze naar binnen. ’s Middags lopen de leerlingen van groep 5 t/m 8 met hun juf/ meester naar buiten waar de ouders hun opvangen. De groepen 1 t/m 4 lopen met hun juf naar buiten en bij het hek worden de leerlingen onder toeziend oog van de groepsleerkracht overgedragen aan de ouder/verzorger van het kind. Bij regenweer halen de ouders/verzorgers deze leerlingen bij de ingang.
39
Hoofdstuk 8 Andere belangrijke aspecten van ons onderwijs 8.1 Ambtelijke contacten Ondanks dat het schoolverzuim van de leerlingen laag is, onderhoudt de school contacten met de leerplichtambtenaar. Met hem wordt overlegd over verzuim en verlof van leerplichtige leerlingen. Verder worden contacten onderhouden met de gemeente Utrecht over de huisvesting, e.d. Een ander officieel contact is met de Inspectie van het Onderwijs. Deze controleert o.a. de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Verder krijgt de Inspecteur een afschrift van het zorgplan, de schoolgids, etc. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zorgt voor de bekostiging, ontwerpt nieuwe regelingen ten behoeve van de onderwijsinnovatie en geeft het onderwijsbeleidskader aan. Op incidentele basis onderhoudt de school contacten met jeugdhulpverleningsinstellingen, maatschappelijk werk, RIAGG, ZAT etc. Deze worden ingeschakeld wanneer een leerling kampt met sociaal-emotionele problemen (dit uiteraard met toestemming van de ouder(s)/verzorgers). Dit schooljaar is de heer Ties Quentus verbonden als schoolmaatschappelijk werker. Hij is elke donderdagochtend op school. Een afspraak wordt in beginsel gemaakt via de interne begeleider. Heeft u een kort vraagje of wilt u direct een afspraak maken? De Ib’er is elke dag bereikbaar tussen 8uur en 8.30u. De school is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Utrecht PO. Indien wij de expertise om een leerling verder te begeleiden wordt er beroep gedaan op deze SWV. Voor meer informatie over deze samenwerkingsverband kunt u terecht bij de directeur en kijken naar ons schoolondersteuningsprofiel. Leerlingen die in groep 8 zitten zullen het komend schooljaar naar het vervolgonderwijs moeten. Om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op deze vervolg opleidingen gaan de leerlingen een dagje/ dagdeel meelopen op zo’n school. Daarnaast onderhoudt de school structurele contacten met deze scholen om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. 8.2 Emancipatie Op Hindoe scholen komen emancipatie en roldoorbreking binnen het lesprogramma voor. Op de Shri Krishna school is daar op verschillende manieren invulling aan gegeven. Bij behandeling van de basisbegrippen van het Hindoeïsme, zoals respect en tolerantie komt de positie van man en vrouw aan bod en de wijze waarop zij met elkaar omgaan. In de praktijk gymmen en zwemmen jongens en meisjes gezamenlijk. Ook bij andere sportactiviteiten wordt geen onderscheid gemaakt. Ook wordt in verschillende lesmethoden aandacht besteed aan de emancipatie van mannen en vrouwen. Wat dit betreft stellen docenten tijdens de lessen Dharma de Hindoe normen en waarden centraal. 8.3 Pedagogische opdracht Om in een sterk veranderende maatschappij een oordeel te kunnen vormen over zaken die leerlingen nu en in de toekomst tegenkomen, zullen leerlingen over een basispakket aan waarden en normen dienen te beschikken. De Shri Krishna school leidt een deel 40
hiervan af uit de Hindoe filosofie en de heilige geschriften. Daarin staan gelijkwaardigheid, respect voor andersdenkenden en verdraagzaamheid op hoog niveau. Leerlingen worden daarmee eveneens voorbereid op een pluriforme samenleving. 8.4 Anti-pestbeleid Wij vinden het belangrijk dat de school een prettige en veilige omgeving is voor alle leerlingen. In elke groep werken we dagelijks aan een positief gedrag van kinderen. Met de kinderen stellen we per groep gedragsregels op, waardoor ze mede verantwoordelijk zijn voor een fijne sfeer in de groep en op school. Wij verwachten van kinderen dat ze respectvol met elkaar omgaan. Van ouders verwachten we dat ze ons hierbij ondersteunen. Wekelijks geven we speciaal aandacht aan gewenst gedrag. We doen dat aan de hand van de methode Leefstijl. Bij ernstige overtredingen (schelden, pesten, schoppen, slaan) stellen we de ouders direct op de hoogte – of dit nu richting medeleerlingen, schoolpersoneel of andere volwassenen is. We maken van de overtreding een notitie. Bij herhaling zijn een time-outplaatsing, schorsing of verwijdering mogelijk. 8.5 Feesten Op school besteden wij uitgebreid aandacht aan de Hindoe feestdagen zoals Divali, Holi, Navratam , Krishna Janamastami enz. Tevens besteden wij ruim aandacht aan onder meer het Sinterklaas- en kerstfeest. Voor alle feesten en activiteiten geldt dat wij u tijdig laten weten wat er te gebeuren staat. In het programma vermelden wij wanneer u als ouder ook welkom bent bij een viering. 8.6 Rookbeleid Onze school is een rookvrije school. Dit betekent dat er in het gebouw en op het schoolplein niet wordt gerookt. 8.7 EHBO/BHV Voor de interne veiligheid beschikken 2 leerkrachten over een EHBO en/of BHV diploma. De school houdt elk jaar op gezette samen met Het Veldhuis en De Krullevaar ontruimingsoefeningen. Bij een brandoefening neemt iedere leerkracht de zogenoemde nood map mee naar buiten.
41
Handige adressen Stichting Hindoe onderwijs Nederland Abraham van Beyeren straat 56 2525 TH Den Haag
Vragen over onderwijs: Postbus 51 ℡0800 –8051 (gratis) 9.00 –21.00 uur www.postbus51.nl www.onderwijsinspectie.nl
Schoolmaatschappelijk werk Quintus Ties 030-2442226
42
Bijlage Schoolondersteuningsprofiel
Schoolondersteuningsprofiel
Shri Krishna school 28BF00 Van Lawick van Pabstlaan 1 3453 RA De Meern/ Utrecht
43
Inhoudsopgave Toelichting ................................................................................................................................. 45 DEEL I
INVENTARISATIE .............................................................................................. 48
1
Typering van de school ....................................................................................................... 48
2
Kwaliteit basisondersteuning ............................................................................................... 48
3
Basisondersteuning ............................................................................................................ 49
4
Deskundigheid voor ondersteuning ..................................................................................... 51
5
Ondersteuningsvoorzieningen ............................................................................................. 52
6
Voorzieningen in de fysieke omgeving ................................................................................ 53
7
Samenwerkende ketenpartners ........................................................................................... 54
Bijlage Kengetallen .................................................................................................................... 55 Bijlage Scores kwaliteit basisondersteuning .............................................................................. 58 Bijlage Scores deskundigheid voor ondersteuning ..................................................................... 59 Bijlage Scores ondersteuningsvoorzieningen ............................................................................. 60 Bijlage Scores Voorzieningen in de fysieke omgeving ............................................................... 61 Bijlage Scores Samenwerkende ketenpartners .......................................................................... 62 DEEL II
ANALYSE EN BELEID ....................................................................................... 63
1. Basisondersteuning ............................................................................................................... 63 2. Ondersteuningsdeskundigheid (intern en extern) ................................................................... 65 3. Ondersteuningsvoorzieningen ............................................................................................... 67 4. Voorzieningen in de fysieke omgeving ................................................................................... 68 5. Samenwerkende ketenpartners ............................................................................................. 68 Eventuele opmerkingen ............................................................................................................. 69 DEEL III
VASTSTELLING EN ONDERTEKENING ........................................................... 70
44
Toelichting Met dit schoolondersteuningsprofiel willen wij in beeld brengen welke (extra) ondersteuning wij onze leerlingen bieden. Ook geven wij aan welke stappen wij gaan zetten om de ondersteuning op onze school te verbeteren. Daarmee worden ook de mogelijkheden van ons onderwijs duidelijk. Het profiel is samengesteld samen met het personeel van onze school. Na advies van de MR is het profiel door ons schoolbestuur vastgesteld. Het schoolondersteuningsprofiel maakt onderdeel uit van ons schoolplan. De ouders van onze school worden over de mogelijkheden voor (extra) ondersteuning op onze school geïnformeerd in de schoolgids. Het profiel wordt in de toekomst verder ontwikkeld en getoetst. DEEL I
INVENTARISATIE
Het ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: • • • • • • •
een korte typering van onze school de kwaliteit van onze basisondersteuning de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt de voorzieningen die onze school heeft om leerlingen extra ondersteuning te bieden de voorzieningen in de fysieke omgeving de samenwerkende ketenpartners belangrijke kengetallen van onze school.
De onderdelen wordt hieronder kort toegelicht. Een korte typering van onze school Het schoolondersteuningsprofiel begint in hoofdstuk 1 met een korte typering van onze school en van de ondersteuning die wij kunnen bieden aan leerlingen met extra onderwijsbehoeften. De kwaliteit van onze basisondersteuning Dagelijks geven onze leraren onderwijs aan onze leerlingen. Daarbij houden wij rekening met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen en bieden waar nodig ondersteuning. Basisondersteuning is de ondersteuning die alle scholen moeten bieden en die integraal onderdeel vormt van het onderwijs en het aanbod van elke school. De basisondersteuning is afgeleid van de kwaliteitseisen die de inspectie hanteert bij het toezicht op scholen, van de aandachtspunten uit het referentiekader van de PO-Raad (zoals preventieve maatregelen en lichte vormen van hulp) en van de afspraken die door besturen zijn gemaakt. De basisondersteuning bestaat uit vijf domeinen met een aantal ijkpunten: 1
2
Onderwijs: a. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving b. De school heeft continu zicht op de ontwikkelingen van leerlingen c. Het personeel werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen d. Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken e. Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties Begeleiding: a. Voor alle leerlingen is een ambitieus ontwikkelingsperspectief vastgesteld 45
3
4
5
b. De school draagt leerlingen zorgvuldig over c. Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning Beleid: a. De school voert een helder beleid op het terrein van de leerlingenzorg b. De school heeft haar onderwijszorgprofiel vastgesteld c. De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de leerlingenzorg en past het beleid zo nodig aan Organisatie: a. De school heeft een effectieve interne zorgstructuur b. De school heeft een effectief zorgteam Resultaten
In hoofdstuk 2 en 3 brengen we de kwaliteit van onze basisondersteuning in beeld. Beschikbare deskundigheid voor ondersteuning Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke deskundigheid. We hebben een onderscheid gemaakt in deskundigheid die wij als school zelf in huis hebben (interne deskundigheid) en deskundigheid die wij, indien nodig, kunnen halen van buiten (externe deskundigheid). In hoofdstuk 4 brengen wij deze kwaliteit van de deskundigheid in beeld. Ondersteuningsvoorzieningen Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, kan het nodig zijn extra ondersteuningsvoorzieningen of groepen te organiseren. In hoofdstuk 6 brengen wij deze voorzieningen in beeld en geven wij ons eigen oordeel over de kwaliteit van deze voorzieningen. Voorzieningen in de fysieke omgeving In hoofdstuk 6 laten we zien welke voorzieningen er binnen het gebouw aanwezig zijn en wat de kwaliteit daarvan is. Samenwerkende ketenpartners Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van partners waarmee de school samenwerkt ten behoeve van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Belangrijke kengetallen van onze school Tot slot is een aantal algemene kengetallen van onze school opgenomen over onze leerlingen en hun ondersteuningsbehoeften.
46
DEEL II
ANALYSE EN BELEID
Inhoud van de analyse In het eerste deel hebben wij beschreven welke (extra) ondersteuning wij bieden aan ouders en leerlingen en wat daarvan de kwaliteit is. Op basis van die inventarisatie hebben wij onze oordelen geanalyseerd, hebben wij als team een aantal conclusies getrokken en plannen gemaakt voor de toekomst. Deze conclusies en plannen zijn in deel II van dit schoolondersteuningsprofiel beschreven en vastgelegd. De analyse geeft voor de onderdelen 1) basisondersteuning, 2) ondersteuningsdeskundigheid, 3) ondersteuningsvoorzieningen, 4) voorzieningen in de fysieke omgeving en 5) samenwerkende ketenpartners een antwoord op de volgende vragen: 1
2 3
Beeldvorming: wat zien we als we het geheel overzien: wat wij als school hebben en doen, wat wij in gang hebben gezet, de plannen voor de komende twee jaar en het gemiddelde van het samenwerkingsverband en/of bestuur? Oordeelsvorming: wat vinden wij ervan tegen de achtergrond van onze missie, visie, doelstellingen? Besluitvorming: wat gaan wij doen, welke concrete activiteiten gaan wij de komende periode oppakken? Wij hebben daar met name aandacht besteed aan de aspecten waar het team extra professionalisering nodig acht.
Vervolgstappen We hebben als school de samenvatting van de activiteiten die we gaan uitvoeren (de resultaten van de besluitvorming uit de analyse) opgenomen in de onderwijszorgparagraaf van onze schoolplan. Wij hebben tot slot als school een samenvatting gemaakt van ons schoolondersteuningsprofiel voor de schoolgids. Op die manier krijgen ouders, leerlingen en andere partijen inzicht in de mogelijkheden voor extra ondersteuning op onze school.
DEEL III
VASTSTELLING EN ONDERTEKENING
Het schoolondersteuningsprofiel moet tenminste één keer in de vier jaar worden vastgesteld door het bevoegd gezag. Daarbij heeft de MR adviesrecht. Het derde en laatste deel laat de vaststelling en ondertekening zien.
47
DEEL I
INVENTARISATIE
1 Typering van de school In ons schoolplan en in onze schoolgids hebben wij uitgebreid beschreven waarvoor onze school staat, wat onze doelstellingen zijn en wat wij onze leerlingen en onze ouders te bieden hebben. De Shri Krishna school is een basis school op Hindoeïstische grondslag. Vanuit de visie van deze geloofsovertuiging geven wij richting aan ons onderwijs en realiseren wij actief burgerschap en integratie te realiseren bij onze leerlingen. Ons Dharma onderwijs speelt een belangrijke rol om de universele waarden en normen bij te brengen. De school is ingericht voor een ononderbroken ontwikkeling in het onderwijs aan kinderen van vier tot twaalf jaar. We werken in combinatie groepen en gaan op een adaptieve manier te werk. Doordacht lesgeven is op onze school een vereiste en de collegae dragen kennis hiervan. Coöperatief leren is in alle groepen ingevoerd en onze leerlingen kunnen de leerstof op een heel effectieve en speelse manier beheersen. Voor alle domeinen hebben we methodes die voldoen aan de kerndoelen.
2
Kwaliteit basisondersteuning
In deze figuur zie je in de linkerkolom de gemiddelde score van de school per categorie. In de rechterkolom kun je de eigen score vergelijken met het gemiddelde van alle scholen. De gemiddelden zijn omgezet in een cijfer op een tienpuntsschaal. 48
3
Basisondersteuning
Deze figuur geeft de beoordelingen weer van de school op de indicatoren. In de rechterkolom staat het percentage scholen met een bepaalde beoordeling.
49
Vervolg basisondersteuning
Deze figuur geeft de beoordelingen weer van de school op de indicatoren. In de rechterkolom staat het percentage scholen met een bepaalde beoordeling.
50
Deskundigheid voor ondersteuning
In deze figuur staan de beoordelingen van de school aangegeven. In de twee kolommen rechts staat het percentage scholen dat over deskundigheid beschikt en de beoordeling van de kwaliteit ervan.
51
4 Ondersteuningsvoorzieningen Deze figuur laat zien welke voorzieningen er binnen de school aanwezig zijn. Ook laat het overzicht zien hoe de scholen op de kwaliteit van de voorziening scoren.
52
5 Voorzieningen in de fysieke omgeving
Deze figuur laat zien welke voorzieningen zijn aangebracht in en aan het gebouw. Ook laat het overzicht zien hoe de scholen op de kwaliteit van de voorziening scoren.
53
6 Samenwerkende ketenpartners
Deze figuur laat zien met welke partners wij samenwerken. Ook laat het overzicht zien hoe intensief de samenwerking is.
54
Bijlage Kengetallen
55
56
57
Bijlage Scores kwaliteit basisondersteuning
58
Bijlage Scores deskundigheid voor ondersteuning
59
Bijlage Scores ondersteuningsvoorzieningen
60
Bijlage Scores Voorzieningen in de fysieke omgeving
61
Bijlage Scores Samenwerkende ketenpartners
62
DEEL II
ANALYSE EN BELEID
1. Basisondersteuning Beeldvorming Wat zien wij?
Onze school scoort op de meeste aspecten van de basisondersteuning voldoende tot goed. Een aantal aspecten van ons onderwijs hebben wij al aangepakt en zijn momenteel in uitvoering. Het volgende is in werking gezet: De groepsplannen worden gemaakt en zullen in de toekomst regelmatig aangepast worden. De afstemming van leerstof, instructie enz. wordt begeleidt door CED en wordt in de groepen uitgevoerd. De analyse van de LVS toetsen worden nu volgens de systematiek van Cito besproken.
Zaken die ons aandacht hebben en waarover we actie moeten ondernemen zijn: •
• • •
Op de onderdelen organisatie en ondersteuning scoren wij wat minder. We hadden ten aanzien hiervan tot voor kort niet een duidelijk en helder beleid. Deze 2 onderdelen zijn thans besproken en er zijn verbeter punten aangedragen. Ze worden nu op de op de werkvloer uitgevoerd en volgend schooljaar zullen wij evalueren en kijken of het gewenste resultaat gehaald is. Het opstellen van een OPP moeten we nog beter in de vingers krijgen. We hebben niet echt ermee gewerkt en missen de ervaring. Planmatig werken staat ook in de steigers bij ons. Daar zijn wij op dit moment niet tevreden mee. Ten aanzien van effectieve instructie worden de collega’s thans getraind door CED
Vanwege de kleinschaligheid van onze school scoren wij bij de andere onderdelen goed en zullen op dezelfde manier verder gaan. Gezien onze leerling populatie zijn we tevreden met de resultaten, maar het streven is om tenminste het gemiddelde van het SWV te halen. Op onze school hebben wij in alle groepen een goed pedagogisch klimaat. Het streven van het team is erop gericht om de onderdelen waar wij op dit moment tevreden mee zijn verder te optimaliseren. Dit staat allemaal in de planning. 63
Oordeelsvorming We zijn tevreden met de resultaten die wij reeds aangepakt hebben. De Wat vinden wij? groepsplannen zullen we steeds op de agenda plaatsen zodat het team eenduidig te werk gaat. Aangezien wij leerlingen hebben die met een OPP moeten werken zullen wij op kort termijn de kennis voor het opstellen en werken met een OPP in huis moeten halen. De Ib er heeft thans voldoende tijd om hier aandacht aan te besteden. Voorheen was dit niet het geval. We hebben al een start gemaakt om voor enkele leerlingen een OPP samen te stellen . Echter zijn we nog niet zover om te evalueren hoe deze in de praktijk heeft gewerkt. Aan het eind van schooljaar 2013-2014 zullen we dit doen en bij stellen.
Besluitvorming Wat gaan wij doen?
Ten aanzien van opbrengstgericht werken hebben wij een goed LVS en kunnen de opbrengsten goed in kaart brengen. We kunnen dus zien of de opbrengsten beantwoorden aan de doelen die wij gesteld hebben. Organisatie en ondersteuning zullen wij begin volgend schooljaar evalueren. De verbeter punten zijn reeds besproken en zijn merkbaar op de werkvloer. De Ib’ er is thans bezig informatie te zoeken en deze te delen met het team . Er is voldoende tijd ingeroosterd voor haar om hiermee aan de slag te gaan. Organisatie en ondersteuning zijn in kaart gebracht en iedereen geeft op groepsniveau invulling hieraan. Planmatig werken: Samen met de collega’s zet de Ib’ er zich in om de groepsplannen samen te stellen en uit te voeren in de groepen. Vorig jaar zijn wij ook begeleid door CED en schooljaar 2013- 2014 is er hier een vervolg aan gegeven. Eind van dit schooljaar zullen de afspraken duidelijk zijn en kunnen we volgens de beginselen van HGW aan de slag. Begin schooljaar 2014-2015 zullen we beschikken over een protocol Medische handelingen en Kindermishandeling. In de planning staat ook om de kijken naar de vragen ie gesteld worden aan ouders over de startgesprekken. We zullen specifieker en gerichter vragen stellen, zodat we kunnen weten hoe ouders over hun kind denken en opvoeden. Bij gedragsproblemen zullen videobeelden gemaakt worden en besproken worden met ouders.
64
2. Ondersteuningsdeskundigheid (intern en extern) Beeldvorming Wat zien wij?
We hebben een beperkt aantal specifieke ondersteuningsdeskundigheden in huis (remedial teaching, dyslexie). Als we andere deskundigheden nodig hebben, huren we die vaak in bij CED. We maken ook gebruik van de deskundigheid van de ambulante begeleiding. De ondersteuningsdeskundigheid die we in huis hebben, is bij onze interne begeleider belegd. Leraren hebben geen specifieke ondersteuningsdeskundigheid. Vergeleken met het gemiddelde van het samenwerkingsverband valt op dat blijkbaar een flink aantal scholen autismedeskundigheid in huis heeft, maar wij niet.
Door de ervaring en training van leerkrachten kunnen wij leerlingen met de volgende problemen goed begeleiden: • • • • • •
Remedial teaching( onze ibӎr) Dyslexie en dyscalcullie Rekenen en wiskunde Faalangst ADHD Hoogbegaafdheid
Om de deskundigheid van het team te vergroten en op peil te houden kiezen we voor team cursussen. Dit is effectiever en zijn we tevreden hiermee. Een huiswerkklas hebben we niet, maar er wordt regelmatig huiswerk gegeven en tijdens de reguliere lessen wordt er aandacht hieraan gegeven. Onze ouders stellen huiswerk zeer op prijs. De deskundigheid welke wij niet in huis hebben , worden ingekocht van externe organisaties. Wij maken weinig gebruik van externe deskundigheid, aangezien wij tot op dit moment het redden met de deskundigheid van het team. De externe deskundigheid waarvan we structureel gebruik maken is ambulante begeleiding cluster 4 en de leerling begeleider van CED. Daarnaast wordt ook de hulp ingeroepen van Altrecht en de schoolarts. De ervaringen daarmee zijn wisselend en zeker niet onverdeeld positief. Oordeelsvorming De afgelopen jaren hebben we een toename van moeilijk tot zeer moeilijk Wat vinden wij? lerende leerlingen geconstateerd . In de nabije toekomst zal het aantal nog toenemen. Inhuren van deskundigheid is daarom niet efficiënt meer. We moeten die zelf in huis hebben. ADHD en dyslexie zijn dusdanig vaak voorkomende stoornissen, dat elke leraar er basale kennis van moet hebben. Ook constateren we dat er steeds meer leerlingen met gedragsproblemen zich aanmelden op onze school. Een gedragsspecialist is derhalve een must. Die deskundigheden moeten breder in de organisatie en niet alleen bij de interne begeleider belegd zijn, ook omdat we leerlingen dan niet zo vaak uit de klas hoeven te halen en de ondersteuning meer in de klas gegeven kan worden door de leraar. Besluitvorming We gaan alle leraren op het gebied van ADHD en gedragsproblemen Wat gaan wij bijscholen. Binnen een jaar moeten ze over basale kennis over ADHD en doen? gedragsproblemen beschikken en in staat zijn kinderen in hun klas met deze stoornissen op adequate wijze te begeleiden. We zullen een leerkracht vragen om zich te scholen in Ortho pedagogiek. De vakdidactische commissies zullen de kennis van het vak die zij moeten 65
bewaken steeds bijhouden en de kennis in een teamvergadering delen met de rest van het team. Ten aanzien van hoogbegaafdheid zullen we in het komend schooljaar starten om de collega’s hierin te scholen. Iedereen zal hoogbegaafdheid moeten kunnen herkennen en begeleiden. Het protocol Hoogbegaafdheid zal ten minste 1 keer per kwartaal op de agenda komen, waardoor de kennis steeds bijgebracht wordt en de werkwijze geëvalueerd wordt. De deskundigheden die wij op dit moment niet hebben zullen we zoals we dat nu doen extern moeten inkopen. Het team is nu eenmaal te klein om meer deskundigheden binnen te halen. Wij willen ons vooral richten op de cognitieve en sociaal –emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Onze ouders stellen de cognitieve ontwikkeling zeer op prijs. De resultaten verkregen uit Scol zullen we na de herfst signalering en de signalering in mei goed in kaart brengen en de leerlingen aan de hand van een plan van aanpak op professionele manier begeleiden. De schoolmaatschappelijke werker speelt hierbij een belangrijke rol in het adviseren en begeleiden van zowel leerlingen ,ouders als leerkrachten.
66
3. Ondersteuningsvoorzieningen Beeldvorming Wat zien wij?
Onze school heeft geen ondersteuningsvoorzieningen waarbij groepen kinderen een deel van de week in een aparte groep onderwijs krijgen. We zien ook dat maar weinig scholen van ons samenwerkingsverband zulke voorzieningen hebben. Oordeelsvorming Dat we zulke aparte groepen niet hebben, vinden we geen probleem. We Wat vinden wij? hebben te weinig leerlingen met specifieke problemen om zulke groepen te maken. Maar zelfs als we die wel zouden hebben, past het niet in onze visie om met zulke aparte groepen te gaan werken. Een groepsbenadering lukt op dit moment aardig. Besluitvorming We zullen in schooljaar 2014-2015 starten met een hoogbegaafden groep. Wat gaan wij We zullen starten om deze leerlingen alvast een keer per week het vak doen? wiskunde bij te brengen. In de groep krijgen de leerlingen al verrijkingsstof/ remediërend leerstof uit de kieskast. Dit zullen wij verder uitbreiden en aanpassen aan de belangstelling en niveau van onze leerlingen. Wij zullen verder werken zoals wij dat nu doen. Vanwege de kleinschaligheid van onze school kunnen we niet zorgen voor meer voorzieningen. Timeoutgroep gedrag nemen we in de planning en bij de start van schooljaar 2014-2015 komt het op de agenda om hier beleid op te maken.
67
4. Voorzieningen in de fysieke omgeving Beeldvorming Wat zien wij?
Het gebouw waarin de SKS gehuisvest is, is rolstoelvriendelijk. Ook is er een invaliden toilet. Er is een gespreksruimte waar vertrouwelijke gesprekken gevoerd kunnen worden. Er is ook een time out ruimte. Andere voorzieningen hebben we niet tot onze beschikking.
Oordeelsvorming We kunnen leerlingen met een beperkte lichamelijk handicap huisvesten. Wat vinden wij? Voor leerlingen met een andere handicap bijv. blindheid zijn wij niet geaccommodeerd. Besluitvorming Wat gaan wij doen?
We denken niet om in de naaste toekomst voor meer voorzieningen te zorgen. Leerlingen met beperkingen waarvoor wij geen voorzieningen hebben zullen we helpen om een geschikte plek te vinden binnen ons samenwerkingsverband .
5. Samenwerkende ketenpartners Beeldvorming Wat zien wij?
We werken op dit moment met de volgende ketenpartners: Afdeling leerplicht gemeente GGD/JGZ Schoolmaatschappelijk werk Politie Toelaatbaarheidscommissie (TLC)
Oordeelsvorming We zijn tevreden met de samenwerking en zullen op dezelfde voet Wat vinden wij? verder gaan. Met de VO scholen hebben we elk jaar een warme overdracht van onze uitstromende leerlingen. Besluitvorming Wat gaan wij doen?
Vanaf schooljaar 2014-2015 zullen we intensiever samenwerken met de SO cluster 3 en 4. Ook met de VO scholen waar onze leerlingen naar toe uitstromen zullen we regelmatig vragen om ons in te lichten over de vorderingen van onze leerlingen. Met de KDV en PSZ zal afgesproken worden om ons meer informatie te verschaffen over leerlingen die bij ons worden ingeschreven.
68
Eventuele opmerkingen Geen
Samenvatting van de hoofdlijnen De Shri krishna school is een school op Hindoeïstische grondslag, Vanuit de
visie van deze geloofsovertuiging geven wij richting aan ons onderwijs en realiseren wij actief burgerschap en integratie. Ten aanzien van de basisondersteuning voldoen wij aan de verwachtingen ,maar zullen wij ons verder moeten verdiepen in een aantal onderdelen. We streven ernaar om ten minste op het niveau van het Samenwerkingsverband in Utrecht te komen, maar zijn er bewust van dat dit op kort termijn niet mogelijk zal zijn om het op elk gebied te verwezenlijken. Vanwege de kleinschaligheid zullen we de expertise die wij niet in school hebben, moeten inkopen van externe partners. Wij hebben in elk geval de ondersteuningsdeskundigheid in huis om een aantal problemen aan te pakken. In de planning staat de deskundigheidsbevordering van het team. Dit zal afhangen van het verloop van het team, want wanneer er nieuwe collega’s komen, zullen we eerst moeten kijken welke expertise zij hebben. Veel ondersteuningsvoorzieningen hebben we niet en zijn niet van plan om hier veel aan te doen. Om dit moment lukt het om in kleine groepen te werken en zijn wij tevreden met de behaalde doelen. Met onze ketenpartners zullen we intensiever samenwerken en meer informatie inwinnen om zodoende de begeleiding te optimaliseren.
69
o
DEEL III
VASTSTELLING EN ONDERTEKENING
Dit schoolondersteuningsprofiel is van advies voorzien door de MR:
Datum
Plaats
Handtekening MR
En vastgesteld door het bestuur:
Datum
Plaats
Handtekening MR (Een getekend exemplaar is bij de directeur opvraagbaar)
70
Shri Krishna school Lawick van Pabstlaan 1 3453RA De Meern Tel.: 030-2442226 Mobiel: 06-14967165 www.shrikrishna.nl Facebook:https://www.facebook.com/#!/shrikrishnaschoolutrecht
71