Van Lanschot Innovatiescan
NYFER Straatweg 25 3621 BG BREUKELEN T 0346 291641 F 0346 291671 E
[email protected] I www.nyfer.nl
Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van en met financiële steun van Van Lanschot Bankiers. De visies en conclusies weergegeven in dit rapport zijn die van NYFER en komen niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de opdrachtgever.
© auteursrecht NYFER, Breukelen, augustus 2007 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Van Lanschot Innovatiescan
Leo van der Geest Lars Heuts
Van Lanschot Innovatiescan
4
Van Lanschot Innovatiescan
Inhoudsopgave Inleiding 1 De innovatiescan 1.1 Acht innovatievelden 1.2 Innovatieveld 1: Ondernemerschap 1.2.1 Risicobereidheid 1.2.2 Gevoel voor de markt 1.2.3 Creativiteit 1.3 Innovatieveld 2: Input interne bronnen 1.3.1 Specialistische kennis 1.3.2 Specialistische machines 1.3.3 Licenties en patenten 1.3.4 Budget voor R&D 1.3.5 Aanwezigheid ingenieurs/hts-ers 1.3.6 Cursussen en trainingen 1.4 Innovatieveld 3: Input externe bronnen 1.4.1 Input klantenervaring 1.4.2 Samenwerking met hoger onderwijs 1.4.3 Samenwerking met technische instituten 1.4.4 Brancheorganisatie(s) 1.4.5 Samenwerking met toeleveranciers 1.4.6 Beurzen en congressen 1.5 Innovatieveld 4: Proces kenniscreatie 1.5.1 Investeringen in R&D 1.5.2 Aparte R&D-afdeling 1.5.3 Kennisvoucher 1.5.4 WBSO-subsidie 1.6 Innovatieveld 5: Organisatorische voorwaarden 1.6.1 Beloningstructuur 1.6.2 Vrijheid medewerkers 1.7 Innovatieveld 6: Output 1.7.1 Nieuwe producten/diensten 1.7.2 Nieuwe processen 1.7.3 Export 1.8 Innovatieveld 7: Resultaat 1.8.1 Marktaandeel 1.8.2 Omzetgroei
7 9 9 14 14 14 15 16 16 16 17 17 18 18 19 19 19 20 20 21 21 22 22 22 23 23 24 24 24 25 25 25 26 27 27 27
5
Van Lanschot Innovatiescan
1.8.3 Winstgevendheid 1.8.4 Verwachte omzet 1.8.5 Verwachte winst 1.8.6 Ontwikkeling aantal werknemers/omzet 1.9 Innovatieveld 8: Strategie 1.9.1 Langetermijnoriëntatie
27 28 28 29 30 30
2 Resultaten van de scan
31
Literatuurlijst
33
6
Van Lanschot Innovatiescan
Inleiding Achtergrond
NYFER heeft in 2006 in opdracht van Van Lanschot Bankiers onderzoek gedaan naar de ‘Parels van de Nederlandse maakindustrie’. Het onderzoek is zeer positief ontvangen en uitvoerig in verschillende media besproken. Bovendien is het gepresenteerd op een seminar voor ondernemers dat was georganiseerd door Van Lanschot. Hiermee heeft Van Lanschot zich kunnen positioneren als innovatieve bankier en interessante zakenpartner voor ondernemers in de maakindustrie. Om een verder commercieel vervolg te geven aan de in gang gezette profilering zal Van Lanschot in 2007 op de verschillende regiokantoren bijeenkomsten organiseren voor ondernemers uit de industrie. Doel van die bijeenkomsten is om in gesprek te raken met mogelijke prospects. Om de belangstelling van genodigden maximaal te prikkelen heeft Van Lanschot aan NYFER gevraagd een quickscan te ontwikkelen die het innovatieve vermogen van industriële ondernemingen meet. Doel van de innovatiescan
De innovatiescan dient als marketinginstrument en wordt ingezet op regionale bijeenkomsten met ondernemers in de industrie. Deze scan is gebaseerd op wetenschappelijke economische inzichten in het innovatieproces maar heeft geen pretenties als verklarings- of voorspellingsmodel. De quickscan zorgt wel voor interactie met de aanwezige ondernemers en kan tevens tot een vorm van onderlinge competitie leiden (‘wie heeft het meest innovatieve bedrijf?’). Aan de hand van de resultaten van de scan krijgen ondernemers een idee hoe innovatief hun bedrijf is en waar mogelijkheden tot verbetering liggen. De quickscan geeft Van Lanschot een indicatie welke bedrijven innovatief zijn en daardoor gunstige commerciële perspectieven hebben. Belangrijker echter is dat bedrijven met de bank in gesprek raken over hun bedrijfsvoering. Het feit dat Van Lanschot er blijk van geeft constructief mee te denken met strategische vragen die bij de cliënt leven, kan het begin zijn van verdergaand zakelijk contact waarbij ook over financiering en andere vormen van bancaire dienstverlening wordt gesproken. 7
Van Lanschot Innovatiescan
Opzet van de innovatiescan
In de quickscan moeten de deelnemers aan de hand van een eenvoudig en overzichtelijk invulscherm – ieder beschikt over een eigen laptop – reageren op circa 50 meerkeuzevragen of stellingen die gebaseerd zijn op een aantal innovatie-indicatoren (zie hoofdstuk 2). Per indicator worden vragen zo concreet mogelijk gesteld. Aan elke vraag wordt een bepaalde ‘waarde’ toegekend, omdat sommige vragen een betere indicator zijn voor innovatief vermogen dan andere. Toegekende waarden worden gebaseerd op economische literatuur en onderzoek. Het is niet helemaal te voorkomen dat sommige deelnemers ‘gewenste’ antwoorden geven. Om dit zoveel mogelijk te beperken worden vragen zó opgesteld dat deelnemers niet meteen weten welk antwoord de hoogste score oplevert. De scan neemt ongeveer 15 minuten in beslag. Nadat de deelnemers de scan hebben ingevuld worden de resultaten meteen weergegeven. Binnen de resultaten worden verschillende innovativiteit-gradaties gehanteerd en wordt per bedrijf aangegeven op welke innovatie-indicatoren zij goed en minder goed scoren.
8
Van Lanschot Innovatiescan
1
De innovatiescan In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de innovatie-indicatoren die ten grondslag liggen aan de innovatiescan. Het innovatieve karakter van bedrijven wordt bepaald door een aantal indicatoren die door NYFER zijn ondergebracht in een achttal ‘innovatievelden’. Elk van deze ‘velden’ bevat een reeks indicatoren die iets zeggen over hoe innovatief een onderneming is. Per indicator worden één of meerdere vragen (of stellingen) geformuleerd die gebruikt worden in de scan.
1.1
Acht innovatievelden
Innovatieveld 1: Ondernemerschap
De basis van innovativiteit binnen een bedrijf ligt bij de ondernemer. Om succesvol te kunnen innoveren moet een ondernemer beschikken over een aantal karaktereigenschappen. Allereerst moet een ondernemer creatief zijn: hij moet in staat zijn originele oplossingen te bedenken voor vragen die zich voordoen. Daarnaast moet de ondernemer gevoel voor de markt hebben; een ondernemer moet aanvoelen waar zijn klanten behoefte aan hebben en moet daar vervolgens op inspelen. Ten derde moet een ondernemer bereid zijn om risico’s te nemen en te investeren in (innovatieve) activiteiten waarvan de uitkomsten minder zeker zijn. Want wie niet waagt, die niet wint. Innovatieveld 2: Input interne bronnen
Om innovatieve producten/diensten te ontwikkelen moeten bedrijven beschikken over specialistische kennis en/of vaardigheden. Ook de aanwezigheid van specialistische machines wijst op de innovativiteit van een onderneming. Wanneer een bedrijf een budget voor R&D heeft, betekent dat dat die onderneming systematisch investeert in innovatieve activiteiten. Ook licenties en patenten zijn een graadmeter voor de innovativiteit. Daarnaast vormt de aanwezigheid van ingenieurs en hts-ers binnen het bedrijf een voorwaarde voor innovatieve activiteiten in de maakindustrie. Door middel van interne of externe cursussen en trainingen, gericht op nieuwe (technologische) ontwikkelingen, kan het innovatieve vermogen van het (technisch) personeel worden bevorderd. Tot slot is het een teken van innovativiteit wanneer een bedrijf gebruik maakt van een WBSO-subsidie. 9
Van Lanschot Innovatiescan
Innovatieveld 3: Input externe bronnen
Samenwerking met externe partijen is erg belangrijk binnen het innovatieproces. Zo kan een bedrijf door middel van klantenervaring ideeën opdoen voor nieuwe producten/diensten waaraan een marktbehoefte bestaat. Ook nauwe samenwerking met universiteiten/hogescholen, technische instituten en toeleveranciers kan leiden tot innovatieve activiteiten binnen een bedrijf. Wanneer een onderneming actief is binnen een brancheorganisatie en regelmatig medewerkers naar beurzen en congressen stuurt, kan dat leiden tot innovatieve ideeën. Tot slot is het gebruiken van een kennisvoucher een indicatie van innovativiteit binnen een bedrijf. Innovatieveld 4: Proces kenniscreatie
Behalve de input van interne en externe bronnen binnen het innovatieproces is het ook belangrijk dat een bedrijf zelf kennis en vaardigheden (verder) ontwikkelt. Een goede maatstaf van de innovativiteit van een bedrijf is de mate waarin geïnvesteerd wordt in R&D-activiteiten. Ook de aanwezigheid van een aparte R&D-afdeling wijst op de innovatieve activiteiten van een bedrijf. Innovatieveld 5: Organisatorische voorwaarden
Succesvol innoveren hangt ook af van de cultuur en de organisatie van een onderneming. Zo is het belangrijk dat een bedrijf flexibel is, een platte organisatiestructuur heeft en beschikt over een lerende cultuur. Deze indicatoren zijn belangrijk bij innovatie, maar vanwege onvoldoende meetbaarheid worden deze buiten de scan gelaten. Een andere indicator binnen dit innovatieveld is de beloningsstructuur: worden werknemers op een of andere manier beloond wanneer zij met goede ideeën over nieuwe producten/diensten/processen komen? Goede incentives stimuleren medewerkers om voortdurend creatief te zijn. Ook is het belangrijk dat een bedrijf niet een al te strakke organisatie heeft en creatieve medewerkers ook de vrijheid geeft om aan eigen ideeën en activiteiten ten gunste van de onderneming te werken.
10
Van Lanschot Innovatiescan
Innovatieveld 6: Output
Innovatieve activiteiten binnen een bedrijf moeten uiteindelijk leiden tot innovatieve producten, diensten en/of processen. Een concrete graadmeter van de innovativiteit van een onderneming is het aandeel nieuwe producten/diensten/processen in de huidige omzet van een bedrijf. Innovatieveld 7: Resultaat
Om te onderzoeken of een bedrijf daadwerkelijk succesvol innoveert, kan naar verschillende bedrijfsresultaten worden gekeken: de ontwikkeling van het marktaandeel, de omzet en de winst. De verwachte omzet en winst van een bedrijf geven een indicatie van het potentiële succes van de innovatie. Wanneer wordt gekeken naar de verhouding tussen de ontwikkeling van de omzet en de ontwikkeling van het aantal werknemers, wordt duidelijk of een bedrijf efficiënter is gaan werken. Innovatieveld 8: Strategie
De strategie van een bedrijf speelt een belangrijke overkoepelende rol bij de eerdergenoemde innovatievelden. Om succesvol te innoveren is het belangrijk dat een bedrijf een langetermijnoriëntatie heeft. Een onderneming moet bij innovatieve activiteiten verder vooruitkijken dan één jaar. Ook is het belangrijk dat een bedrijf focus heeft om met succes te innoveren.
De acht innovatievelden en bijbehorende innovatie-indicatoren zijn dus: 1. Ondernemerschap o Creativiteit o Gevoel voor markt o Risicobereidheid 2. Input interne bronnen o Specialistische kennis/vaardigheden o Specialistische machines o Budget voor R&D o Licenties en patenten o Aanwezigheid ingenieurs/hts-ers o WBSO-subsidie
11
Van Lanschot Innovatiescan
3. Input externe bronnen o Input klantenervaring o Samenwerking met universiteiten/hogescholen o Samenwerking met technische instituten o Actief binnen brancheorganisatie(s) o Samenwerking met toeleveranciers o Kennisvoucher o Beurzen/congressen 4. Proces kenniscreatie o Investeren in R&D o Aparte R&D-afdeling 5. Organisatorische voorwaarden o Beloningsstructuur o Vrijheid medewerkers 6. Output o Nieuwe producten/diensten o Nieuwe processen 7. Resultaat o Marktaandeel o Omzet o Winstgevendheid o Verwachte omzet o Verwachte winst o Groei personeel 8. Strategie o Langetermijnoriëntatie o Focus
Figuur 1.1 geeft de samenhang tussen de acht velden van het innovatieproces op schematische wijze weer.
12
Van Lanschot Innovatiescan
Figuur 1.1 De acht ‘velden’ van het innovatieproces .
S trateg ie
O n d e rn e m e rschap P roces ken n iscreatie
O u tp u t
R esultaat
In p u t in tern e b ro n n e n
.
In p u t e x te rn e b ro n n e n
.
O rg a n is ato ris c h e v o o rw aard e n
.
13
Van Lanschot Innovatiescan
1.2
Innovatieveld 1: Ondernemerschap
1.2.1
Risicobereidheid
Indicator: zelfstandige ontwikkeling van nieuwe producten of processen Een ondernemer die bereid is om risico’s te nemen, investeert eerder in de ontwikkeling van nieuwe (innovatieve) producten of processen waarvan de uitkomst onzeker is (Bron: Wan, Ong en Lee, 2005) •
•
Hoe vaak ontwikkelt uw bedrijf zelf nieuwe producten of processen waarvan de uitkomsten onzeker zijn? a. Nooit (0) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (2) d. Voortdurend (3) “Ik neem liever risico’s zodat grote hoogten bereikt kunnen worden, dan dat ik zekerheid heb en tot de middenmoot behoor.” a. Helemaal mee oneens (0) b. Mee oneens (0) c. Mee eens (1) d. Helemaal mee eens (2)
1.2.2
Gevoel voor de markt
Indicator: de ontwikkeling van nieuwe (unieke) producten of processen die succesvol zijn Wanneer een ondernemer gevoel voor de markt heeft, zal hij of zij eerder nieuwe (unieke) producten of processen ontwikkelen waaraan de klant behoefte heeft (Bron: Zien en Buckler, 1997) •
14
Heeft uw bedrijf wel eens nieuwe (unieke) producten of processen ontwikkeld, die een succes op de markt bleken te zijn? a. Nooit (0) b. Af en toe (4) c. Zeer regelmatig (7) d. Voortdurend (10)
Van Lanschot Innovatiescan
1.2.3
Creativiteit
Indicator: het belang van creativiteit (ideeën) binnen het bedrijf De aanwezigheid van creatieve ideeën over nieuwe producten/ diensten/processen, wijst op het innovatieve vermogen van een bedrijf (Bron: Tanner, 1994) •
•
•
Binnen uw bedrijf is het belangrijkste: a. Voortdurend nieuwe ideeën (6) b. Een gesmeerd lopende organisatie (1) c. Kostenbeheersing (0) d. Contact met klanten (3) “U denkt voortdurend na over hoe bepaalde producten/diensten/ processen anders kunnen worden aangepakt.” a. Helemaal mee oneens (0) b. Mee oneens (0) c. Mee eens (1) d. Helemaal mee eens (2) Hoe kan de algemeen directeur van uw bedrijf het beste worden getypeerd? a. Pionier (4) b. Verkoper (1) c. Manager (1) d. Vakman (1)
15
Van Lanschot Innovatiescan
1.3
Innovatieveld 2: Input interne bronnen
1.3.1
Specialistische kennis
Indicator: de aanwezigheid van specialistische kennis/vaardigheden die geen enkel ander bedrijf heeft Wanneer een bedrijf over unieke specialistische kennis/vaardigheden beschikt, wijst dat op innovatief vermogen van dat bedrijf (Bron: Hyvärinen, 1990; Roper, 1997) •
•
Beschikt uw bedrijf over specialistische kennis/vaardigheden die geen enkel ander bedrijf heeft? a. Ja (7) b. Nee (0) Hoe vaak merkt u dat er binnen uw bedrijf bepaalde kennis/vaardigheden ontbreken om te kunnen innoveren? a. Zelden of nooit (2) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (0) d. Voortdurend (0)
1.3.2
Specialistische machines
Indicator: de aanwezigheid van specialistische machines die geen enkel ander bedrijf heeft Wanneer een bedrijf over unieke specialistische machines beschikt, wijst dat op het innovatieve vermogen van dat bedrijf (Bron: Hyvärinen, 1990; Roper, 1997) •
16
Beschikt uw bedrijf over specialistische machines die geen enkel ander bedrijf heeft? a. Ja (5) b. Nee (0)
Van Lanschot Innovatiescan
•
Hoe vaak merkt u dat het bedrijf bepaalde specialistische machines mist om te kunnen innoveren? a. Zelden of nooit (2) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (0) d. Voortdurend (0)
1.3.3
Licenties en patenten
Indicator: de aanwezigheid van licenties en/of patenten Wanneer een bedrijf gebruikmaakt van licenties of zelf patenten heeft, wijst dat op innovatieve activiteiten binnen het bedrijf (Bron patenten: Baldwin et al., 2000; bron licenties: Albaladejo en Romijn, 2000) •
•
Maakt uw bedrijf gebruik van licenties om bepaalde producten te kunnen vervaardigen? a. Nee (0) b. Ja, het bedrijf beschikt over 1-2 licenties (1) c. Ja, het bedrijf beschikt over 2-5 licenties (2) d. Ja, het bedrijf beschikt over 5 of meer licenties (3) Heeft uw bedrijf eigen patenten op producten/diensten/processen? a. Nee (0) b. Ja, het bedrijf heeft 1-2 patenten (3) c. Ja, het bedrijf heeft 2-5 patenten (5) d. Ja, het bedrijf heeft 5 of meer patenten (7)
1.3.4
Budget voor R&D
Indicator: de aanwezigheid van een R&D-budget Wanneer een bedrijf een apart budget heeft voor R&D-activiteiten, is aan een voorwaarde voldaan om systematisch te investeren in innovatie •
Reserveert u elk jaar een budget voor R&D-activiteiten? a. Ja (6) b. Nee (0) 17
Van Lanschot Innovatiescan
1.3.5
Aanwezigheid ingenieurs/hts-ers
Indicator: het aantal ingenieus/hts-ers binnen een bedrijf De aanwezigheid van ingenieurs/hts-ers binnen een bedrijf kan zorgen voor ideeën over innovatieve producten/diensten/processen of kan de toepassing daarvan mogelijk maken (Bron: Albaladejo en Romijn, 2000 en 2001) •
Hoeveel ingenieurs/hts-ers lopen er binnen uw bedrijf rond? (koppelen aan omvang van bedrijf) a. 0 (0) b. 1 à 2 (1) c. 2-5 (2) d. Meer dan 5 (3)
1.3.6
Cursussen en trainingen
Indicator: het aanbod van interne of externe cursussen gericht op nieuwe technologische kennis/vaardigheden Wanneer een bedrijf zijn medewerkers interne of externe cursussen aanbiedt die gericht zijn op nieuwe technologische ontwikkelingen, betekent dit dat het bedrijf investeert in het innovatieve vermogen van het personeel (Bron: Albaladejo en Romijn, 2000) •
18
Hoe vaak moeten medewerkers interne of externe cursussen die gericht zijn op nieuwe technologische kennis en/of vaardigheden, volgen? a. Nooit (0) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (2)
Van Lanschot Innovatiescan
1.4
Innovatieveld 3: Input externe bronnen
1.4.1
Input klantenervaring
Indicator: de betrokkenheid van klanten binnen het innovatieproces Systematisch gebruik maken van klantervaringen bij de ontwikkeling van nieuwe producten/diensten zorgt ervoor dat een bedrijf weet aan wat voor een innovatieve producten/diensten behoefte is op de markt (Bron: Gemünden, Ritter, Heydebreck, 1996; Ottum en Moore, 1997) •
•
Worden klanten systematisch betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe producten/diensten? a. Zelden of nooit (0) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (3) d. Voortdurend (5) Organiseert u regelmatig bijeenkomsten met klanten om te horen hoe producten en diensten kunnen worden verbeterd? a. Ja (2) b. Nee (0)
1.4.2
Samenwerking met hoger onderwijs
Indicator: de mate van samenwerking met hoger onderwijs Een bedrijf dat samenwerkt met universiteiten/hogescholen, kan goede ideeën opdoen voor innovatieve bedrijfsactiviteiten (Bron: George, Zahra en Wood, 2002; Baldwin et al., 2000; Gemünden, Ritter, Heydebreck, 1996) •
Werkt uw bedrijf wel eens samen met universiteiten/hogescholen? a. Nooit (0) b. Af en toe (2) c. Zeer regelmatig (4) d. Voortdurend (6)
19
Van Lanschot Innovatiescan
•
Op welke manier werkt u samen met universiteiten/hogescholen? a. Investeren in researchprojecten (3) b. Inkoop en uitwisseling van kennis (3) c. Stageplaatsen voor studenten (1) d. Er wordt niet samengewerkt (0)
1.4.3
Samenwerking met technische instituten
Indicator: de mate van samenwerking met technische instituten Een bedrijf dat samenwerkt met technische instituten, kan goede ideeën opdoen voor innovatieve bedrijfsactiviteiten (Bron: Baldwin et al., 2000; Gemünden, Ritter, Heydebreck, 1996; Albaladejo en Romijn, 2000 en 2001) •
Werkt uw bedrijf wel eens samen met technische instituten? a. Nooit (0) b. Af en toe (2) c. Zeer regelmatig (4) d. Voortdurend (6)
1.4.4
Brancheorganisatie(s)
Indicator: actief binnen een brancheorganisatie Een bedrijf dat actief binnen een brancheorganisatie is, kan goede ideeën opdoen voor innovatieve bedrijfsactiviteiten (Bron: Hyvärinen, 1990; EIM, 2004) •
•
20
Is uw bedrijf actief lid van een brancheorganisatie? a. Ja (2) b. Nee (0) Neemt uw bedrijf deel aan specialistische werkgroepen van uw brancheorganisatie? a. Ja (3) b. Nee (0)
Van Lanschot Innovatiescan
1.4.5
Samenwerking met toeleveranciers
Indicator: de betrokkenheid van toeleveranciers binnen het innovatieproces Nauwe samenwerking met toeleveranciers bij de ontwikkeling van nieuwe producten/diensten kan leiden tot goede ideeën voor innovatieve bedrijfsactiviteiten (Bron: Gemünden, Ritter, Heydebreck, 1996) •
Worden toeleveranciers systematisch betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe producten/diensten/processen? a. Nooit (0) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (3) d. Voortdurend (5)
1.4.6
Beurzen en congressen
Indicator: bezoek aan beurzen en congressen Wanneer medewerkers beurzen en congressen bezoeken, kunnen zij goede ideeën opdoen voor innovatieve bedrijfsactiviteiten •
Hoe vaak bezoeken medewerkers van uw bedrijf beurzen en congressen om ideeën op te doen voor nieuwe producten/diensten/processen? a. Nooit (0) b. Af en toe (1) c. Zeer regelmatig (2)
21
Van Lanschot Innovatiescan
1.5
Innovatieveld 4: Proces kenniscreatie
1.5.1
Investeringen in R&D
Indicator: investeringen in R&D Wanneer een bedrijf investeert in R&D, besteedt dat bedrijf veel aandacht aan innovatieve activiteiten (Bron: Baldwin et al., 2000; Albaladejo en Romijn, 2000) •
Het aandeel van de huidige omzet dat geïnvesteerd wordt in R&D ligt op: a. 0-2% (0) b. 2-5% (2) c. 5-10% (4) d. >10% (7)
1.5.2
Aparte R&D-afdeling
Indicator: de aanwezigheid van een aparte RD-afdeling Wanneer een bedrijf een aparte afdeling heeft voor R&D-activiteiten, geeft dat aan dat er systematisch geïnnoveerd wordt binnen het bedrijf •
22
Hoeveel medewerkers (fte) werken er op de R&D-afdeling van uw bedrijf? a. Het bedrijf heeft geen aparte R&D-afdeling (0) b. 1 medewerker (1) c. 2-3 medewerkers (2) d. 3-5 medewerkers (3) e. Vijf of meer medewerkers (5)
Van Lanschot Innovatiescan
1.5.3
Kennisvoucher
Indicator: de aanwezigheid van een kennisvoucher Bedrijven die gebruikmaken van een kennisvoucher, houden zich bezig met innovatieve activiteiten •
Maakt uw bedrijf nu of in het verleden gebruik van een kennisvoucher? a. Ja (3) b. Nee (0)
1.5.4
WBSO-subsidie
Indicator: de aanwezigheid van een WBSO-subsidie Bedrijven met een WBSO-subsidie houden zich bezig met innovatieve activiteiten •
Ontvangt uw onderneming voor bepaalde bedrijfsactiviteiten een WBSO-subsidie? a. Ja (6) b. Nee (0)
23
Van Lanschot Innovatiescan
1.6
Innovatieveld 5: Organisatorische voorwaarden
1.6.1
Beloningstructuur
Indicator: beloning van goede ideeën van personeel Wanneer een bedrijf goede ideeën van medewerkers op een bepaalde manier beloont, wordt creativiteit en daarmee innovatie binnen de organisatie gestimuleerd (Bron: Zien en Buckler, 1997; Leavitt, 2002) •
Hoe worden goede ideeën van medewerkers binnen uw bedrijf beloond? a. Er wordt een bonus gegeven voor elk goed idee (3) b. Binnen het bedrijf bestaan resultaatafhankelijke beloningen (2) c. Een medewerker met goede ideeën wordt op een andere wijze in het zonnetje gezet (3) d. Er bestaat geen beloning voor goede ideeën van medewerkers (0)
1.6.2
Vrijheid medewerkers
Indicator: de mate van vrijheid van personeel om te werken aan eigen ideeën Wanneer medewerkers de tijd krijgen om aan eigen ideeën en activiteiten ten gunste van het bedrijf te werken, kan dat de innovativiteit van een bedrijf verhogen (Bron: Buijs, 1988; Zien and Buckler, 1997) •
24
Hoe vaak mogen R&D- en/of productiemedewerkers tijd besteden aan eigen ideeën en activiteiten ten gunste van het bedrijf? a. Nooit (0) b. Soms (1) c. Vaak (3)
Van Lanschot Innovatiescan
1.7
Innovatieveld 6: Output
1.7.1
Nieuwe producten/diensten
Indicator: het aandeel nieuwe producten/diensten Wanneer een bedrijf veel nieuwe producten/diensten ontwikkelt, is dat een teken dat het bedrijf innoveert (Bron: Becheikh et al., 2006) •
•
Hoe vaak ontwikkelt uw bedrijf nieuwe producten en/of diensten (< 3 jaar)? a. Nooit (0) b. Af en toe (3) c. Zeer regelmatig (6) d. Voortdurend (10) Hoe zou u de meeste innovaties binnen uw bedrijf willen omschrijven? a. Een geheel nieuw of sterk veranderd product/dienst/proces (6) b. Een enigszins verbeterd product/dienst/proces (2) c. Een nieuw of verbeterd bijbehorend product/dienst/proces (1) d. Een differentiatie van product/dienst/proces (1)
1.7.2
Nieuwe processen
Indicator: het aandeel nieuwe productiemiddelen en -methoden Wanneer een bedrijf veel investeert in nieuwe productiemiddelen en methoden, is dat een teken dat het bedrijf innoveert (Bron: Becheikh et al., 2006) •
Hoeveel procent van de omzet investeert uw bedrijf gemiddeld in nieuwe productiemiddelen en –methoden? a. 0-5% (1) b. 5-10% (2) c. 10-20% (3) d. >20% (4)
25
Van Lanschot Innovatiescan
1.7.3
Export
Indicator: export van producten Wanneer een bedrijf producten exporteert, is dat een indicatie van innovatieve activiteiten van de onderneming (Bron: Becheikh et al., 2006) •
26
Exporteert uw bedrijf producten? a. Ja, namelijk 0-5% van de huidige omzet (6) b. Ja, namelijk 5-10% van de huidige omzet (8) c. Neen
Van Lanschot Innovatiescan
1.8
Innovatieveld 7: Resultaat
1.8.1
Marktaandeel
Indicator: groei van het marktaandeel Een bedrijf met een stijgend marktaandeel is succesvol, al dan niet als gevolg van nieuwe of verbeterde producten, diensten en/of processen (Bron: Rogers, 2004; Blundell, Griffiths en Van Reenen) •
Wat streeft uw bedrijf het meest na? a. De grootste zijn (4) b. Technologisch leiderschap (4) c. Laagste kosten (0) d. Maximale winstgevendheid (1)
1.8.2
Omzetgroei
Indicator: groei van de omzet Een bedrijf met een stijgende omzet is succesvol, al dan niet als gevolg van nieuwe of verbeterde producten, diensten en/of processen (Bron: Brouwer en Kleinknecht, 1996; Becheikh et al., 2006) •
De afgelopen drie jaar is de omzet van uw bedrijf jaarlijks gegroeid met: a. 0-5% (2) b. 5-10% (4) c. 10-20% (6) d. 20% of meer (8) e. De omzet is niet gegroeid (0)
1.8.3
Winstgevendheid
Indicator: groei van de winst
27
Van Lanschot Innovatiescan
Een bedrijf met een stijgende winst is succesvol, al dan niet als gevolg van nieuwe of verbeterde producten, diensten en/of processen (Bron: Bhattacharya en Bloch, 2004; Becheikh et al., 2006) •
Uw bedrijf heeft de afgelopen drie jaar gemiddeld een winst geboekt van: a. 0-5% (2) b. 5-10% (4) c. 10-20% (6) d. 20% of meer (8) e. Er is geen winst geboekt (0)
1.8.4
Verwachte omzet
Indicator: verwachte groei van de omzet Een bedrijf dat een stijgende omzet verwacht, moet zich onderscheiden van concurrenten; dat kan door nieuwe of verbeterde producten, diensten en/of processen aan te bieden (Bron: Brouwer en Kleinknecht, 199; Becheikh et al., 2006) •
De komende drie jaar zal de omzet van uw bedrijf naar verwachting jaarlijks groeien met: a. 0-5% (1) b. 5-10% (2) c. 10-20% (3) d. 20% of meer (4) e. Er wordt geen omzetgroei verwacht (0)
1.8.5
Verwachte winst
Indicator: verwachte groei van de winst Een bedrijf dat een stijgende winst verwacht, moet zich onderscheiden van concurrenten; dat kan door nieuwe of verbeterde producten, diensten en/of processen aan te bieden (Bron: Becheikh et al., 2006; Bhattacharya en Bloch, 2004)
28
Van Lanschot Innovatiescan
•
De komende drie jaar zal de winst van uw bedrijf naar verwachting groeien met: a. 0-5% (1) b. 5-10% (2) c. 10-20% (3) d. 20% of meer (4) e. Er wordt geen winst verwacht (0)
1.8.6
Ontwikkeling aantal werknemers/omzet
Indicator: de verhouding ontwikkeling aantal werknemers/omzet Wanneer de omzet stijgt terwijl het aantal werknemers daalt, is een bedrijf efficiënter aan het werken dankzij een nieuw of verbeterd bedrijfsproces •
De afgelopen drie jaar is het aantal medewerkers: a. gedaald met 20% of meer b. gedaald met 0-20% c. gelijk gebleven d. toegenomen met 0-20% e. toegenomen met 20% of meer
29
Van Lanschot Innovatiescan
1.9
Innovatieveld 8: Strategie
1.9.1
Langetermijnoriëntatie
Indicator: de aanwezigheid van een langetermijnoriëntatie Toelichting: wanneer bedrijven een strategie voor de lange termijn hebben, zijn zij beter in staat om te investeren in innovatieve activiteiten (Bron: Becheikh et al., 2006) •
•
•
30
Heeft uw bedrijf een concrete groeidoelstelling? a. Ja (4) b. Nee (0) De termijn waarop het bedrijf vooruitkijkt bij het reserveren van geld en middelen om beleid te realiseren is: a. 1 jaar (0) b. 1-3 jaar (2) c. 3-5 jaar (4) d. 5 jaar of langer (6) Wat voor doelstelling heeft het bedrijf? a. Groei van marktaandeel (4) b. Groei winst (2) C. Groei export (internationalisatie) (3)
Van Lanschot Innovatiescan
2
Resultaten van de scan Aan de hand van de vragen en stellingen die in hoofdstuk 1 aan bod zijn gekomen, wordt een score per innovatieveld toegekend aan de deelnemers. Aan het begin van de innovatiescan zullen tevens enkele standaardvragen over het bedrijf worden gesteld, namelijk. 1. Hoe lang bestaat uw bedrijf? 2. Hoeveel werknemers heeft uw bedrijf? 3. In welke sector is uw bedrijf werkzaam? De resultaten van de scan worden uiteindelijk op twee manieren gepresenteerd. Allereerst zullen de scores van ieder bedrijf afzonderlijk worden weergegeven in een figuur, die voor elk innovatieveld aangeeft hoe hoog een bedrijf scoort (op een schaal van 0-10). Daarbij zal ook automatisch de gemiddelde score van de aanwezige ondernemers worden weergegeven of worden de uitkomsten vergeleken met een vooraf vastgesteld ‘normprofiel’. Enkele innovatievelden worden in deze figuur samengenomen, namelijk ‘strategie en organisatie’ en ‘kenniscreatie en output’. Figuur 2.1 geeft een en ander weer.
Figuur 2.1 De innovatiescore van een bedrijf ten opzichte van het gemiddelde van de deelnemers Ondernemerschap 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Resultaat
Strategie en organisatie
Input interne bronnen
Input externe bronnen
Kenniscreatie en output Uw bedrijf
Gemiddelde aanwezige bedrijven
31
Van Lanschot Innovatiescan
Ook wordt per innovatieveld een staafdiagram gepresenteerd die aangeeft hoe de score van een deelnemer zich verhoudt tot de gemiddelde score van alle deelnemers en tot de laagste en hoogste score. Figuur 2.2 laat dit voor het innovatieveld ‘ondernemerschap’ zien. De resultaten kunnen na afloop van de scan gezamenlijk worden besproken.
Figuur 2.2 Score op ‘ondernemerschap’
H o o g s te s c o re
U w b e d rijf
G e m id d e ld e
L a a g s te s c o re
0
32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Van Lanschot Innovatiescan
Literatuurlijst Albaladejo, M. en H. Romijn, 2000: Determinants of innovation capability in small UK firms: an empirical analysis, Ecis Working Paper 00.13 Albaladejo, M. en H. Romijn, 2002: ‘Determinants of innovation capability in small electronics and software firms in southeast England’, in: Research Policy, vol. 31, p. 1053-1067 Baldwin, J., P. Hanel en D. Sabourin, 2000: Determinants of innovative activity in Canadian manufacturing firms: the role of intellectual property rights, Statistics Canada research Paper Series nr. 122 Becheikh, N., R. Landry en N. Amara, 2006: ‘Lessons from innovation empirical studies in the manufacturing sector: a systematic review of the literature from 1993-2003’, in: Technovation, vol. 26, p. 644-664 Bhattacharya, M. en H. Bloch, 2004: ‘Determinants of innovation’, in: Small Business Economics, vol. 22, nr. 2, p. 155-62 Blundell, R., R. Griffiths en J. van Reenen, 1999: ‘Market share, market value and innovation in a panel of British manufacturing firms’, in: Review of Economic Studies, vol. 66, p. 529-554 Brouwer, E. en A. Kleinknecht, 1996: ‘Firm size, small business presence and sales of innovative products: a micro-econometric analysis’, in: Small Business Economics, vol. 8, nr. 3, p. 189-201 Buijs, J.A., 1988: ‘Innovatie, een bijzonder verschijnsel’, in: M&O Tijdschrift voor Organisatiekunde en Sociaal Beleid, vol. 42, nr. 4, p. 209-233 EIM, 2004: Innovatief ondernemerschap en de rol van brancheorganisaties, EIM, Zoetermeer Gemünden, H.G., T. Ritter en P. Heydebreck, 1996: ‘Network configuration and innovation success: an empirical analysis in German high-tech industries’, in: International Journal of Research in Marketing, vol. 13, p. 449-462
33
Van Lanschot Innovatiescan
George, G., S.A. Zahra en D.R. Wood, 2002: ‘The effects of businessuniversity alliances on innovative output and financial performance: a study of publicly traded biotechnology companies’, in: Journal of Business Venturing, vol. 17, p. 577-609 Hyvärinen, L., 1990: ‘Innovativeness and its indicators in small- and medium-sized industrial enterprises’, in: International Small Business Journal, vol. 9, nr. 1, p. 64-79 Jong, J.P.J. de, en E. Brouwer, 1999: Determinants of the innovative ability of SMEs: literature review, EIM, Zoetermeer Jong, J.P.J. de, en P.A.M. Vermeulen, 2004: Determinants of product innovation in small firms: a comparison across industries, EIM/SCALES, Zoeermeer Kleinknecht, A., en J.O.N. Reijnen, 1993: ‘Toward literature-based innovation output indicators’, in Structural Change and Economic Dynamics, vol. 4, nr. 1, p. 199-207 Leavitt, P., 2002: ‘Rewarding innovation’, APQC Ottum, B.D., en W.L. Moore, 1997: ‘The role of market information in new product’, in: J Prod Innovation Management, vol. 14, p. 258-273 Rogers, M., 2004: ‘Networks, Firm Size and Innovation’, in: Small Business Economics, vol. 22, nr. 2, p. 141-53 Roper, S., 1997: ‘Product innovation and small business growth: a comparison of the strategies of German, U.K. and Irish companies’, in: Small Business Economics, vol. 9, nr. 6, p. 523-37 Tanner, D., 1994: ‘Creativity and innovation in R&D’, in: R&D Innovator, vol. 3, nr. 7, Wan, D., C.H. Ong en F. Lee, 2005: ‘Determinants of firm innovation in Singapore’, in: Technovation, vol. 25, p. 261-268 Zien, K.A., en S.A. Buckler, 1997: ‘Dreams to market: crafting a culture of innovation’, in: J Prod Innovation Management, vol. 14, p. 274-287
34