DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
FM/MT/AB F:\ondwerk\dt\DT2OI 5\74694421 .zstvs.docx
STATUTEN van: Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedriiven gevestigd te Eindhoven d.d. 9 december 2015
Naam, zetel en duur. Artikel 1. De naam van de vereniging is: Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven. Zij is statutair gevestigd te Eindhoven en feitelijk kantoorhoudende te De Meern, gemeente Utrecht. De vereniging is opgericht op elf januari negentienhonderddrieëndertig en is aangegaan voor onbepaalde tijd. Beqripsbepalingen. Artikel 2. dewet: a. de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000; de sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven: b. de in Nederland gevestigde ondernemingen, waar sigaren worden vervaardigd, alsmede die ondernemingen, die naar aard van de productie of bedrijfsorganisatorisch daarmee verwant
c. d. e. f. g.
zijn. Hierbij wordt onder “vervaardigen” verstaan het geheel of gedeeltelijk tot verbruik bereiden van tabak of de geheel of gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak een verdere bewerking of behandeling laten ondergaan, het aanbrengen van accijnszegels daaronder begrepen; het pensioenfonds, casu quo de vereniging: Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven; het bestuur: het bestuur van het pensioenfonds bedoeld in artikel 6 van deze statuten; de ledenvergadering: de vergadering van de leden als bedoeld in artikel 4 van deze statuten; (aangesloten) werkgever: de natuurlijke of rechtspersoon, die een onderneming als hiervoor sub b bedoeld voert; de industrie: het complex van de bij het pensioenfonds aangesloten ondernemingen;
h.
werknemer: degene die in dienstbetrekking staat tot een werkgever, met uitzondering van degene wiens functie volgens de uitgebreide genormaliseerde methode van functievergelijking is gewaardeerd met meer dan 210,5 punten, ORBA;
i.
de bijdrage:
2
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
j. k. 1. m.
n. o. p.
q.
r.
s.
elk onder de naam van bijdrage, respectievelijk premie ineens of periodiek verschuldigde geldsom bestemd voor verzekering van pensioen; het verantwoordingsorgaan: het verantwoordingsorgaan bedoeld in artikel 11; de administrateur: dein artikel 19 bedoelde administrateur; deelnemer: de deelnemer, bedoeld in artikel 17; gewezen deelnemer: de werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van het pensioenreglement geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het pensioenfonds; aanspraakgerechtigde: persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen; pensioengerechtigde: persoon voor wie op grond van het pensioenreglement het pensioen is ingegaan; uitvoeringsreglement: de door het pensioenfonds opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenfonds en werkgever; pensioenreglement: de door het pensioenfonds opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenfonds en deelnemer; toezichthouder: de Stichting Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank N.V., ieder voor zover belast met de uitoefening van het toezicht bij of krachtens artikel 151 van de Pensioenwet; belanghebbenden: de werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden.
Doel. Artikel 3. Het pensioenfonds heeft ten doel: het verlenen van pensioenen aan deelnemers, gewezen deelnemers, alsmede aan hun nagelaten betrekkingen, met inachtneming van het in deze statuten, in het pensioenreglement en in het uitvoeringsreglement bepaalde. Leden. Artikel 4. Leden van het pensioenfonds zijn: 1. de werkgeversvereniging: Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie gevestigd te Tilburg; en de werknemersverenigingen: FNV Bondgenoten, gevestigd te Amsterdam; CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht; de Unie, gevestigd te Culemborg. Het bestuur kan na verkregen goedkeuring van de ledenvergadering andere dan de in lid 1 2. genoemde rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen van werkgevers en werknemers tot het lidmaatschap toelaten. -
-
-
-
-
-
3
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
3.
Het lidmaatschap eindigt: a. doordat het lid ophoudt te bestaan of door het verlies van rechtspersoonlijkheid van het lid; b. door opzegging door het lid tegen het einde van een kalenderjaar bij aangetekend schrijven aan het bestuur van het pensioenfonds, met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste twaalf maanden; door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft c. opgehouden te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten
voortduren; door ontzegging. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Opzegging namens de vereniging geschiedt door de ledenvergadering en kan slechts 4. geschieden tegen het einde van een kalenderjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. Echter ken het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voorduren. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door de ledenvergadering. 5. Middelen en Beleggingen. Artikel 5. 1. De inkomsten van het pensioenfonds bestaan uit: a. de bijdragen van de aangesloten werkgevers en de deelnemers; b. de opbrengsten van beleggingen; c. giften, erfstellingen onder het voorrecht van boedelbeschrijving en/of inkomsten; andere inkomsten. d. 2. De uitgaven van het pensioenfonds bestaan uit: a. uitkeringen aan gepensioneerden, gewezen deelnemers alsmede aan hun nagelaten d.
3.
betrekkingen; overige uitgaven, welke bevorderlijke zijn tot het doel. b. Het pensioenfonds werkt volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota, waarin in elk geval een omschrijving is opgenomen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan: a. de regeling met betrekking tot de onderwerpen opgenomen in het b.
uitvoeringsreglement; de in de Pensioenwet opgenomen voorschriften met betrekking tot de vaststelling van technische voorzieningen, financiering van ouderdomspensioen, de hoogte van kostendekkende premie, terugstorting of premiekorting, vermelding van de premie en de premiecomponenten in de jaarrekening en het jaarverslag, het minimaal vereist eigen vermogen, het vereist eigen vermogen, de dekking door waarden, de beleidsdekkingsgraad, het melden van de reële dekkingsgraad aan De Nederlandse Bank (DNB), korting van pensioenaanspraken en pensioenrechten, de eisen ten aanzien van beleggingen, het aangaan van leningen en het beleid met betrekking tot de voorwaardelijke toeslagverlening.
4
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
De gelden van het pensioenfonds worden door het bestuur belegd in overeenstemming met de prudent-person regel. Het beleggingsbeleid is met name gebaseerd op de volgende uitgangspunten: a. de waarden worden belegd in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden; en b. de beleggingen worden gewaardeerd op basis van marktwaardering. De actuariële en bedrijfstechnische nota bevat voorts een verklaring inzake 5. beleggingsbeginselen en een beschrijving van de sturingsmiddelen. De verklaring inzake beleggingsbeginselen wordt om de drie jaar en voorts onverwijld na iedere belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid herzien. De actuariële en bedrijfstechnische nota voldoet overigens aan de voorschriften opgenomen 6. in het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Het pensioenfonds zendt een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van de wijzigingen in de 7. actuariële en bedrijfstechnische nota binnen twee weken na totstandkoming van die wijziging aan de toezichthouder. Bestuur. Artikel 6. Het bestuur is paritair samengesteld. De belanghebbenden zijn op een zo evenwichtig 1. mogelijke wijze vertegenwoordigd in het bestuur. Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit zes leden, die door het bestuur worden 2. benoemd, na het horen van de raad van toezicht over de procedure, en wel als volgt: a. drie leden worden benoemd door de ledenvergadering uit een bindende voordracht opgemaakt door de werkgeversvereniging, te weten: door de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie; b. twee leden worden benoemd door de ledenvergadering uit een bindende voordracht opgemaakt door de werknemersverenigingen, te weten: een lid uit een bindende voordracht opgemaakt door de FNV Bondgenoten; een lid uit een bindende voordracht opgemaakt door de Unie; een lid na verkiezing door de pensioengerechtigden. Het bestuur legt de c. verkiezingsprocedure vast in een verkiezingsreglement. Het bestuur legt iedere voorgenomen benoeming voor aan de Raad van Toezicht. De benoeming vindt slechts plaats indien en voor zover het kandidaat bestuurslid naar het oordeel van het bestuur voldoet aan het geldende functieprofiel. 3. Aan die voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van die vergadering. Op deze vergadering moet ten minste twee/derde van het aantal stemmen dat door stemgerechtigden gezamenlijk kan worden uitgebracht, uitgebracht kunnen worden. Een bestuurslid kan door de ledenvergadering worden geschorst indien naar het oordeel van 4. het bestuur de belangen van het pensioenfonds tijdelijk conflicteren met de belangen van het desbetreffende bestuurslid of in geval van disfunctioneren. Gedurende cle periode van schorsing kan het geschorste bestuurslid de aan het bestuurslidmaatschap verbonden rechten niet uitoefenen. De schorsing zal worden opgeheven indien naar het oordeel van de ledenvergadering niet langer sprake is van een belangenconfiict dan wel, ingeval van disfunctioneren de schorsing niet binnen drie maanden door ontslag is gevolgd. De raad van
4.
-
-
5
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
5.
6.
7.
8.
9.
10.
toezicht ken de bestuurders wegens disfunctioneren schorsen; het bepaalde in lid 8 is van overeenkomstige toepassing. Het bestuur stelt een procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het bestuur als geheel en het functioneren van de individuele bestuursleden. Indien het bestuur na het volgen van deze procedure van oordeel is dat er sprake is van een situatie van disfunctioneren door een bestuurslid, zal het de werkgevers- of werknemersvereniging die het desbetreffende lid heeft benoemd, schriftelijk en met redenen omkleed, verzoeken de benoeming in te trekken en een ander bestuurslid te benoemen. De intrekking vindt niet eerder plaats dan na het horen van de raad van toezicht over de procedure. De raad van toezicht kan het bestuur wegens disfunctioneren ontslaan. Van disfunctioneren is in ieder geval sprake als het bestuur een besluit heeft genomen zonder de volgens artikel 14, lid 5 benodigde goedkeuring van de raad van toezicht en het bestuur niet aannemelijk maakt dat het besluit nodig was in het belang van de belanghebbenden of voortvloelt uit een aanwijzing van de toezichthouder, een last onder dwangsom of een wettelijk voorschrift. De raad van toezicht maakt slechts van de bevoegdheid om de bestuurders te ontslaan gebruik nadat het bestuur in de gelegenheid is gesteld het disfunctioneren ongedaan te maken. Indien de raad van toezicht het bestuur wegens disfunctioneren heeft ontslagen, blijft het bestuur aan totdat een nieuw bestuurder is benoemd. De benoeming van het nieuwe bestuur vindt in dat geval, in afwijking van het tweede lid, zo spoedig mogelijk plaats door de in het tweede lid genoemde voordragende organisaties respectievelijk na verkiezingen onder de pensioengerechtigden. De laatste volzin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. In de periode tussen het ontslag door de raad van toezicht en het definitief worden van de nieuwe benoemingen, na de toetsing door de toezichthouders als bedoeld in artikel 7 lid 6, neemt het bestuur slechts noodzakelijke besluiten. Ieder lid van het bestuur treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden. Het bestuur kan de afgetreden bestuursleden maximaal twee keer herbenoemen. Indien daar gegronde redenen voor zijn, zulks ter beoordeling door het bestuur, ken een bestuurslid meer dan twee keer worden herbenoemd. Op dezelfde wijze als hierboven lid 1 tot en met 5 gemeld, worden twee plaatsvervangers benoemd voor de werkgeversgeleding respectievelijk de werknemersgeleding, ten aanzien van wie het in deze statuten omtrent bestuursleden bepaalde mutatis mutandis toepasselijk is. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt: a. door het bereiken van het tijdstip van aftreding; b. door bedanken; c. krachtens een besluit genomen door de ledenvergadering hetzij op een met redenen omkleed verzoek van de betrokken leden hetzij in geval van disfunctioneren als bedoeld in lid 8; d. door overlijden. Een bestuurslid wordt niet eerder ontslagen dan na het horen van de raad van toezicht over de procedure. In een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk na het ontstaan daarvan door het bestuur een opvolger benoemd die voldoet aan het geldende functieprofiel op bindende voordracht van de vereniging, die, gelet op het bepaalde in het tweede lid, onder a en b van dit artikel daarvoor in aanmerking komt dan wel op basis van de uitslag van de laatst
6
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
11.
gehouden verkiezing voor vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het bestuur; indien op deze wijze niet in de vacature kan worden voorzien, gaat het bestuur over tot het houden van een verkiezing. Bij vervulling van een tussentijdse vacature heeft het nieuwe lid zitting tot het einde van de lopende vierjaarse periode doch is na afloop van die termijn terstond opnieuw benoembaar. Gedurende het bestaan van een tussentijdse vacature behoudt het bestuur zijn volledige bevoegdheden. Het bestuur kiest uit zijn midden twee voorzitters en wel de ene uit de op voordracht van de werkgeversvereniging(en) benoemde bestuursleden en de andere uit de op voordracht van de werknemersverenigingen benoemde bestuursleden, De twee voorzitters fungeren per periode van twee kalenderjaren om beurten als voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het
bestuur. Bestuur en Vertegenwoordiging. Artikel 7. Het bestuur is belast met de leiding, het algemene beleid en het beheer van het pensioenfonds. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering en handhaving van de statuten en de reglementen. 2. Het bestuur vertegenwoordigt het pensioenfonds en bovendien vertegenwoordigen de voorzitters tezamen het pensioenfonds, voor zover in deze statuten of in het pensioenreglement niet anders is bepaald. Het dagelijks beleid van het pensioenfonds wordt bepaald door de beide voorzitters tezamen. 3. 4. De bestuursleden zijn geschikt in verband met de uitoefening van het bedrijf van het pensioenfonds. Voordracht of kandidaatstelling vindt plaats op basis van het voor het desbetreffende bestuurslid geldende functieprofiel. In het functieprofiel zijn de vereiste geschiktheid en competenties en het benodigde tijdsbeslag vastgelegd. Benoeming of herbenoeming vindt niet plaats indien het bestuur van oordeel is dat de kandidaat niet voldoet aan het functieprofiel. Het bestuur legt de overwegingen vast waarom een kandidaat wordt benoemd. Het voorgaande geldt ook bij herbenoeming van een zittend bestuurslid. Het bestuur legt iedere voorgenomen benoeming of herbenoeming voor aan de raad van toezicht. Van de bestuursleden staat de betrouwbaarheid buiten twijfel. De betrouwbaarheid van een 5. persoon staat buiten twijfel wanneer dat eenmaal door de toezichthouder voor de toepassing van de Pensioenwet is vastgesteld, zolang niet de toezichthouder naar aanleiding van een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden tot het oordeel is gekomen dat de betrouwbaarheid niet meer buiten twijfel staat. Indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten die van invloed is op de betrouwbaarheid van een van de bestuursleden, stelt het bestuur de toezichthouder daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. Het bestuur meldt elke wijziging in de samenstelling van het bestuur vooraf aan de 6. toezichthouder. Een dergelijke wijziging wordt niet doorgevoerd indien de toezichthouder binnen de wettelijke termijn aan het pensioenfonds bekend maakt dat hij niet met de 7.
voorgenomen wijziging instemt. Het bestuur richt zich bij de vervulling van haar taak naar de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgevers en zorgt ervoor dat dezen zich door haar op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen.
7
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
8. 9.
Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. De voorzitters houden toezicht op de uitvoering van de bestuursbesluiten. Het bestuur kan bevoegdheden, welke het krachtens deze statuten en/of de reglementen bezit, geheel of ten dele aan de voorzitters gezamenlijk delegeren. Ook kunnen de voorzitters tezamen de
administrateur machtigen om het pensioenfonds te vertegenwoordigen. Het bestuur kan, respectievelijk de voorzitters kunnen een gedeelte van zijn respectievelijk hun bevoegdheden delegeren aan de administrateur, die deze bevoegdheden dan uitvoert onder verantwoordelijkheid van het bestuur. 10. Het bestuur stelt een beloningsregeling voor de leden van het bestuur vast. Verslaggeving en rekening en verantwoording. Artikel 8. 1. Het bestuur brengt jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de ledenvergadering, aan de ledenvergadering schriftelijk verslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid in het direct voorafgaande boekjaar, lopende van een januari tot en met eenendertig december, onder overlegging van een balans en een rekening van lasten en baten met een toelichting. Deze stukken worden ondertekend door de voorzitters. Ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van de redenen melding gemaakt. Het bestuur legt aan de toezichthouder jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het 2. boekjaar een jaarrekening, een jaarverslag en overige gegevens over het verstreken boekjaar 3. 4.
5.
over. Het bestuur legt aan de toezichthouder bovendien jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een actuarieel verslag over, voorzien van de verklaring van een actuaris. De jaarrekening moet zijn voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, ondertekend door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het samenstellen en het overleggen van de in het vorige lid bepaalde bescheiden zal geschieden met inachtneming van de terzake door de toezichthouder gegeven aanwijzingen.
Bestuursvergaderingen. Artikel 9. Het bestuur vergadert zo dikwijls dit door de voorzitter of door de plaatsvervangend voorzitter 1. wenselijk wordt geoordeeld of door minstens drie bestuursleden wordt verzocht. De oproeping voor alle vergaderingen geschiedt schriftelijk tijdig door of namens de voorzitter. 2. De te behandelen punten worden in de oproeping vermeld. Andere punten kunnen slechts worden behandeld in een vergadering, waarin minstens de helft plus één van de bestuursleden aanwezig zijn, tenzij één der aanwezigen zich tegen behandeling verzet. Indien de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter binnen een maand geen gevolg geeft aan 3. een verzoek ingevolge het eerste lid zijn de betrokken leden van het bestuur gezamenlijk tot 4.
convocatie der vergadering bevoegd. De bestuursleden hebben in een vergadering van het bestuur ieder één stem, indien de aantallen van de ter vergadering aanwezige werkgeversgeleding enerzijds en geleding van werknemers en pensioengerechtigden anderzijds even groot zijn. Is dat niet het geval, dan brengt ieder bestuurslid van de werkgeversgeleding respectievelijk geleding van werknemers
8
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
en pensioengerechtigden evenveel stemmen uit als er leden van de andere groep aanwezig zijn. Een bestuurslid kan een ander bestuurslid volmacht verlenen om namens hem ter vergadering aanwezig te zijn en stem uit te brengen, tenzij de aard en het onderwerp zich hier tegen verzet. Het bestuur is bevoegd tot het nemen van beslissingen wanneer ten minste vier 5. bestuursleden aanwezig zijn van wie minstens twee werkgeversbestuursleden en twee leden van de werknemers- en pensioengerechtigdengeleding. Ieder der bestuurders is bevoegd een deskundige te raadplegen alsmede zich krachtens een 6. bestuursbesluit, waarbij ten minste twee der bestuurders het ermee eens zijn, ter vergadering door een deskundige te laten bijstaan. De kosten van de deskundige voor het raadplegen of voor het bijwonen van de vergadering komen ten laste van het pensioenfonds als dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor de vervulling van de taak van het desbetreffende bestuurslid en het pensioenfonds van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld. Tenzij in deze statuten uitdrukkelijk anders is bepaald, worden alle beslissingen genomen met 7. gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde gelden als niet uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen; bij staken van stemmen over personen beslist het lot. Ledenvergadering. Artikel 10. De ledenvergadering wordt zo dikwijls gehouden als dit door het bestuur wenselijk wordt 1. geoordeeld, of voor zover één lid daarom verzoekt. De leden worden ter vergadering vertegenwoordigd door hun mandatarissen. 2. 3. De leden vergaderen uitsluitend in aanwezigheid en onder leiding van het bestuur, tenzij de vergadering is bijeengeroepen conform het bepaalde in artikel 41 lid 3 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 4. De leden komen ten minste eenmaal per jaar in vergadering bijeen ter behandeling van de jaarstukken. De ledenvergadering heeft onder moer tot taak in laatste instantie de statuten, de 5. reglementen, het jaarverslag, de balans en de rekening van lasten en baten in hun geheel goed te keuren en vast te stellen. Artikel 9 van deze statuten is van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan in de 6. vorige leden niet is afgeweken. Voor het nemen van besluiten is de aanwezigheid van de werkgeversvereniging en ten minste 7. één werknemersvereniging vereist. De besluitvorming van de leden, alsmede de taakvervulling, bedoeld in lid 5 kan op andere 8. wijze dan in een vergadering, met name bij een schriftelijke stemming, mits met voorkennis van het bestuur, geschieden. In dat geval is zulks een besluitvorming slechts mogelijk met algemene stemmen van alle leden. Verantwoordingsorgaan. Artikel 11. Het verantwoordingsorgaan van het fonds bestaat uit acht leden. 1. In het verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig op 2. basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. De leden van het
9
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
3.
4. 5. 6. 7.
8. 9. 10.
11.
12.
13.
verantwoordingsorgaan vormen een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de betreffende geleding. Het verantwoordingsorgaan is samengesteld als volgt: drie leden vertegenwoordigen de deelnemers; a. vier leden vertegenwoordigen de pensioengerechtigden; b. een lid vertegenwoordigt de werkgevers. c. De in artikel 6, tweede lid, genoemde werknemersverenigingen benoemen en ontslaan de leden die de deelnemers en de pensioengerechtigden vertegenwoordigen. De in artikel 6, tweede lid, genoemde werkgeversvereniging benoemt en ontslaat het lid dat de werkgevers vertegenwoordigt. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn steeds herbenoembaar. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt door periodiek aftreden, opzeggen door het lid, overlijden, alsmede indien het verantwoordingsorgaan het desbetreffende lid ontslaat ingeval van disfunctioneren (mits dat besluit wordt genomen met algemene stemmen behoudens de stem van de betrokkene zelf). Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur of de raad van toezicht. Het verantwoordingsorgaan heeft recht op overleg met de raad van toezicht. Het bestuur en het verantwoordingsorgaan komen ten minste tweemaal per jaar in vergadering bijeen. Tijdens deze vergaderingen worden de aangelegenheden aan de orde gesteld waarover het bestuur of het verantwoordingsorgaan overleg wenselijk acht. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan het verantwoordingsorgaan tijdig alle inlichtingen en gegevens, die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt. De leden van het verantwoordingsorgaan ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen of daarmee gelijk te stellen bijeenkomsten een vacatiegeld en een vergoeding voor de gemaakte reis- en verblijfkosten. Het bestuur stelt een reglement vast waarin de werkwijze van het verantwoordingsorgaan wordt vastgelegd. Het reglement bevat onder moer bepalingen over: de verkiezingsprocedure in geval van verkiezing van de leden die de a. pensioengerechtigden vertegenwoordigen: de taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan; b. de wijze waarop het verantwoordingsorgaan tot een oordeel komt dan wel adviezen c. samenstelt en dit oordeel dan wel deze adviezen aan het bestuur ter kennis brengt; de wijze waarop en de gevallen waarin vergaderingen van het verantwoordingsorgaan d. worden bijeengeroepen; de wijze waarop het verantwoordingsorgaan in en buiten de vergaderingen besluiten e.
neemt. Het verantwoordingsorgaan is verplicht zich te houden aan de procedures die zijn vastgelegd in het reglement. Taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan. Artikel 12.
10
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. 2. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd het bestuur te adviseren overeenkomstig het bepaalde in de Pensioenwet. Dit is nader uitgewerkt in het reglement van het verantwoordingsorgaan. Raad van toezicht. Artikel 13. De raad van toezicht bestaat uit drie deskundigen. Deze leden van de raad van toezicht zijn 1. onafhankelijk en laten dit tot uiting komen in het toezicht. 2. Het bestuur benoemt de leden van de raad van toezicht na bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur ontslaat de leden van de raad van toezicht na bindend advies van het verantwoordingsorgaan. 3. De leden van de raad van toezicht zijn geschikt in verband met de uitoefening van het bedrijf van het fonds. Van de leden van de raad van toezicht staat de betrouwbaarheid buiten twijfel. De raad van toezicht evalueert in elk geval jaarlijks zijn functioneren. Hierbij betrekt de raad 4. van toezicht één keer in de drie jaar een derde partij. 5. Ieder lid van de raad van toezicht treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af volgens een door de raad van toezicht op te stellen rooster van aftreden, Een lid van de raad van toezicht kan maximaal één keer worden herbenoemd. 6. De raad van toezicht stelt een profielschets vast voor de leden van de raad van toezicht. 7. Het bestuur en de raad van toezicht komen ten minste tweemaal per kalenderjaar in vergadering bijeen. 8. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan de raad van toezicht tijdig alle inlichtingen en gegevens, die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt. 9. Het bestuur stelt een reglement vast waarin de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht en zijn werkwijze worden vastgelegd. Taken en bevoegdheden van de raad van toezicht. Artikel 14 1. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het pensioenfonds. 2. De raad van toezicht is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. Dat laatste houdt in dat beoordeeld wordt of er een evenwichtige belangenafweging is geweest. 3. De raad van toezicht legt verantwoording af over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan en in het jaarverslag. De raad van toezicht staat het bestuur met raad terzijde. 4. 5. Aan de goedkeuring van de raad van toezicht zijn onderworpen de voorgenomen besluiten van het bestuur tot vaststelling van: a. het jaarverslag en de jaarrekening; b. de profielschets voor bestuurders; c. het beleid inzake beloningen, met uitzondering van de beloning van de raad van toezicht; 1.
9
11
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het pensioenfonds of de overname van verplichtingen door het pensioenfonds; liquidatie, fusie of splitsing van het pensioenfonds; e. het omzetten van het pensioenfonds in een andere rechtsvorm. f. Indien de raad van toezicht geen goedkeuring verleent op een voorgenomen besluit als 6. bedoeld in het vijfde lid, zal het bestuur dat besluit heroverwegen, met inachtneming van de door de raad van toezicht aangevoerde argumenten, en goedkeuring vragen op een gewijzigd voorgenomen besluit. Het ontbreken van de goedkeuring van de raad van toezicht tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuur of bestuurders niet aan. 7. De raad van toezicht meldt disfunctioneren van het bestuur aan het verantwoordingsorgaan en treedt in overleg met het bestuur om te trachten tot een oplossing voor het disfunctioneren te komen. Indien dit binnen een redelijke termijn, te beoordelen door de raad van toezicht, niet tot resultaten leidt, meldt de raad van toezicht het disfunctioneren aan De Nederlandsche Bank. De leden van de raad van toezicht richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen 8. van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgevers en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. Aangesloten werkgevers. Artikel 15. Aangesloten werkgever is de werkgever bij wie één of meer werknemers in dienst zijn welke vallen onder de verplichtstelling krachtens artikel 3 lid 1 van de wet. Tevens wordt als aangesloten werkgever beschouwd de onderneming, die niet valt onder de 2. werkingssfeer van het pensioenfonds, maar waarmee het pensioenfonds conform artikel 16 een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten. Vrijwillige aansluiting. Artikel 16. Het pensioenfonds kan een uitvoeringsovereenkomst sluiten met een onderneming die zich op vrijwillige basis bij het pensioenfonds wil aansluiten, indien: a. de loonontwikkeling bij deze werkgever ten minste gelijk is aan die in een bedrijfstak waarin het pensioenfonds werkzaam is en de werkgever deelneemt in de sociale fondsen van dezelfde bedrijfstak; b. er sprake is van een groepsverhouding tussen de werkgever die zich vrijwillig wil aansluiten en een andere werkgever die onder de werkingssfeer van het pensioenfonds valt; of dit aansluitend gebeurt aan een periode waarin de werkgever wel onder de c. werkingssfeer van het pensioenfonds viel. Bij een verzoek tot vrijwillige aansluiting als bedoeld in het eerste lid kan de werkgever 2. verzoeken dat voor de vaststelling van de pensioenaanspraken voor alle dan wel bepaalde groepen van de bij hem op dat tijdstip in dienst zijnde werknemers zal worden aangenomen, dat zijn onderneming reeds met ingang van een datum gelegen voor de datum van vrijwillige aansluiting bij het pensioenfonds was aangesloten. De werkgever dient hiervoor een inkoopsom te betalen dat na ingewonnen actuarieel advies zal worden vastgesteld. Deel nemers. d.
12
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
Artikel 17. 1. Deelnemer is: a. de werknemer, die verplicht is tot deelneming in het pensioenfonds krachtens artikel 3 van de Wet; b. de werknemer, die, niet verplicht zijnde tot deelneming in het pensioenfonds, als deelnemer is toegelaten; c. de gewezen werknemer indien en zolang zijn deelneming overeenkomstig het pensioenreglement wordt voortgezet. De toelating van een deelnemer als bedoeld in het eerste lid onder b is alleen mogelijk indien 2. de werkgever voor alle werknemers in zijn dienst, die tot eenzelfde groep behoren, toelating verzoekt. Reglementen. Artikel 18. 1. Door de ledenvergadering wordt op voorstel van het bestuur en in onderling overleg met de actuaris een pensioenreglement vastgesteld, waarin bepalingen gegeven worden ten aanzien van: a. de bijdragen van de aangesloten werkgevers en van de deelnemers; b. de aanspraken, welke de deelnemers en gewezen deelnemers en hun nagelaten betrekkingen kunnen verwerven, in overeenstemming met hetgeen dienaangaande tussen de in artikel 4 genoemde leden is overeengekomen; c. andere onderwerpen, waarvan de ledenvergadering opneming in verband met een goede uitvoering van de doelstellingen van het pensioenfonds nodig acht. Tevens stelt de ledenvergadering op voorstel van het bestuurde overige reglementen van het 2. pensioenfonds vast. 3. Het pensioenreglement en de overige reglementen mogen geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met deze statuten. Administrateur. Artikel 19. De uitvoering van de pensioenregeling en het daaraan verbonden geldelijk beheer worden 1. onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur opgedragen aan een daarvoor door het bestuur aan te wijzen administrateur. De opdracht tot het verrichten van de werkzaamheden die verband houden met de uitvoering 2. van de pensioenregeling en het daaraan verbonden geldelijk beheer wordt schriftelijk verstrekt en door de administrateur schriftelijk aanvaard in een voor dit doel opgestelde dienstverleningsovereenkomst. De rechten en verplichtingen die uit de dienstverleningsovereenkomst voor beide partijen voortvloeien, worden overigens vastgelegd in deze dienstverleningsovereenkomst. 3. De administrateur is verplicht zich te doen vertegenwoordigen in de vergaderingen van het bestuur. Waarmerkend actuaris. Artikel 20. Het bestuur benoemt een waarmerkend actuaris, die bevoegd is tot het waarmerken van de 1. jaarlijks actuariële staten en het actuarieel verslag. De waarmerkend actuaris is onafhankelijk van het pensioenfonds en verricht geen andere werkzaamheden voor het pensioenfonds.
13 DE BRAUW
BLACKSTONE WESTBROEK
In het actuarieel verslag, dat jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar ten behoeve van het bestuur wordt opgesteld, wordt een beoordeling gegeven van de financiële opzet van het pensioenfonds en de grondslagen waarop het rust. De waarmerkenci actuaris laat het actuarieel verslag vergezeld gaan van een verklaring. 3. De waarmerkend actuaris is gerechtigd tot inzage van die boeken en bescheiden van het pensioenfonds, waarvan de inzage voor een juiste vervulling van zijn taak nodig is. Alvorens een besluit wordt genomen, strekkende tot wijziging van de rechten of verplichtingen 4. van de werkgevers, deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en de pensioengerechtigden, wint het bestuur advies in van een andere actuaris. Registeraccounta nt. Artikel 21. Het bestuur draagt de controle van de administratie van het pensioenfonds op aan een 1. registeraccountant. 2. De registeraccountant is gerechtigd tot inzage van alle boeken en bescheiden van het pensioenfonds. De waarden van het pensioenfonds moeten hem desverlangd worden getoond. Wijziging van statuten en de reglementen. Artikel 22. Tot wijziging van deze statuten en de reglementen kan op voorstel van het bestuur door de 1. ledenvergadering worden besloten in een daartoe ten minste veertien dagen van tevoren geconvoceerde vergadering. Het bestuur moet ten minste vijf dagen vâ6r de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. In deze vergadering dient ten minste drie/vierde der leden, waaronder de werkgeversvereniging, zich voor het voorstel te verklaren met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 lid 8. 2. Het bepaalde in artikel 9 zevende lid, tweede en derde volzin, is ten aanzien van de stemmingen van overeenkomstige toepassing. Wijzigingen in deze statuten en de reglementen treden in werking op een door de 3. ledenvergadering bepaald tijdstip. Een wijziging van de statuten treedt echter niet in werking dan nadat van de wijziging een 4. notariële akte is opgemaakt. De wijzigingen, in lid 3 bedoeld worden binnen veertien dagen ter kennis gebracht van de 5. aangesloten werkgevers. Het bestuur draagt ervoor zorg, dat de deelnemers binnen veertien dagen van deze wijziging kunnen kennis nemen. Ontbinding en liquidatie. Artikel 23. Tot ontbinding van het pensioenfonds kan op voorstel van het bestuur worden besloten door 1. de ledenvergadering in een daartoe ten minste veertien dagen tevoren geconvoceerde vergadering, wanneer ten minste drie/vierde der leden, waaronder de werkgeversvereniging, zich daarv3ôr verklaren, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 lid 8. Het bepaalde in artikel 9, zevende lid, tweede en derde volzin van deze statuten is van 2. overeenkomstige toepassing.
2.
14
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
De liquidatie geschiedt, met inachtneming van het in de volgende leden bepaalde, door het bestuur of een daaruit aan te wijzen liquidatiecommissie, tenzij de in lid 1 genoemde vergadering anders mocht beslissen. Liquidateurs brengen zo spoedig mogelijk na afloop van een kalenderjaar aan de ledenvergadering verslag uit van de stand der liquidatie. Het bestuur wendt een eventueel overschot zoveel mogelijk aan in overeenstemming met het 4. doel van het pensioenfonds. Bij een eventueel tekort worden de ten tijde van de liquidatie bestaande pensioenaanspraken van alle deelnemers, gewezen deelnemers of hun nagelaten betrekkingen verminderd volgens een schaal, waarin tot uitdrukking komt, dat een groter percentage van de door de nog niet gepensioneerden verworven aanspraken behouden blijft al naargelang de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokken deelnemer of gewezen deelnemer dichterbij is gelegen en dat de aanspraken van degenen, die reeds in het genot van pensioen zijn, met het kleinste percentage worden verminderd. 5. Indien het bestuur besluit, dat het pensioenfonds zich niet langer met de verlening van uitkeringen zal belasten, worden door het bestuur lijfrenteverzekeringen aangegaan bij één of meer financiële stellingen, die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mogen uitoefenen. De aanspraken, welke aan de lijfrenteverzekeringen kunnen worden ontleend, zullen naar aard en omvang zoveel mogelijk gelijk zijn aan de aanspraken, welke tegenover het pensioenfonds bestaan. Van de gesloten lijfrenteverzekeringen moeten bewijsstukken aan betrokkenen worden afgegeven, waarin cle gewezen deelnemer en zijn nagelaten betrekkingen onherroepelijk als begunstigden worden aangewezen, waarin overdracht, verpanding of belening van de verzekerde aanspraken wordt uitgesloten en waarin de mogelijkheid tot afkoop van de verzekerde aanspraken niet ruimer mag zijn geregeld dan in het reglement van het pensioenfonds. Zodra de lijfrenteverzekeringen gesloten zijn, zullen de aanspraken jegens de verzekeringsinstelling in de plaats treden van de aanspraken jegens het pensioenfonds. 6. De slotrekening van de liquidatie behoeft de goedkeuring van de in artikel 4 lid 1 genoemde organisaties. Onvoorziene gevallen. Artikel 24. Het bestuur is bevoegd in gevallen waarin deze statuten, het uitvoeringsreglement en het pensioenreglemerit niet voorzien, dan wel in gevallen van bijzondere hardheid af te wijken van uitvoeringsreglement of het pensioenreglement, mits daarbij niet in strijd wordt gehandeld met deze statuten. Bekendmaking van statuten en reglementen. Artikel 25. Ter zetel van het pensioenfonds liggen een exemplaar van de geldende statuten, het geldende pensioenreglement, het geldende uitvoeringsreglement en overige geldende reglementen voor belanghebbenden ter inzage. 3.