VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
[CORPORATIE]
In dit Bestuursreglement wordt verstaan onder:
[CORPORATIE]
[CORPORATIE], gevestigd te [VESTIGINGSPLAATS].
Verbinding
Een aan [CORPORATIE] verbonden rechtspersoon als bedoeld in artikel 11 A lid 2 van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH), waaronder mede gevat wordt een dochtermaatschappij van de Stichting als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
Raad
de Raad van Commissarissen van de Stichting als bedoeld in artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting
Remuneratiecommissie
de Commissie van de Raad belast met de werkgeversfunctie jegens het Bestuur, als bedoeld in artikel 4 lid 2 en artikel 5 van het reglement van de Raad van Commissarissen
Bestuur
het Bestuur van de Stichting als bedoeld in artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting
Huurdersbelangenvereniging
een organisatie van en door huurders van de Stichting die hen verenigt en hun belangen vertegenwoordigt als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub f van de Wet op het overleg huurders verhuurder
Ondernemingsraad
de Ondernemingsraad van de Stichting als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR)
1. Dit Bestuursreglement geeft nadere voorschriften, welke het Bestuur bij de uitoefening van haar taak in verhouding tot [CORPORATIE] en de Raad dient na te leven, zulks ter aanvulling op het bepaalde in de statuten van de Stichting. 2. De onderhavige bepalingen vormen derhalve een nadere uitwerking van zowel de rechtspersonenrechtelijke verhouding tussen [CORPORATIE] en het Bestuur als van de tussen het Bestuur en de Raad bestaande verhouding. 3. Dit Bestuursreglement is vastgesteld door de Raad. Door aanvaarding van de benoeming tot bestuurder van [CORPORATIE] stemt de bestuurder met de in dit Bestuursreglement opgenomen bepalingen in.
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
4. Dit Bestuursreglement kan te allen tijde worden gewijzigd door de Raad, nadat daarover door de Raad overleg is gevoerd met het Bestuur. 5. Dit Bestuursreglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet en/of de statuten van [CORPORATIE]. Onverminderd het bepaalde in dit Bestuursreglement zal het Bestuur voor haar functioneren als uitgangspunt hanteren de algemene beginselen van governance. Daartoe onderschrijven de Raad en het Bestuur de principes van de Governancecode Woningcorporaties of enige andere code die hiervoor in de plaats treedt.
1. De Raad bepaalt het wenselijke aantal leden van het Bestuur. 2. De Raad benoemt de leden van het Bestuur voor een periode van vier jaar, waarbij herbenoeming telkens voor een periode van vier jaar kan plaats vinden. De criteria voor herbenoeming worden door de Raad vooraf vastgesteld in overleg met de Huurdersbelangenverenigingen en de Ondernemingsraad. Bij een vacature binnen het Bestuur worden de Huurdersbelangenverenigingen en de Ondernemingsraad voor de aanvang van de wervingsperiode gehoord door de Raad. 3. Overeenkomstig het bepaalde in artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting is de Raad bevoegd leden van het Bestuur te schorsen en/of te ontslaan. De Raad zal bij schorsing en ontslag het betrokken lid van het Bestuur horen alvorens tot schorsing of ontslag over te gaan, tenzij de omstandigheden dat niet toestaan. 4. Indien de omstandigheden dat toestaan worden de Ondernemingsraad en de Huurdersbelangenvereniging door de Raad gehoord, voordat het voorstel tot schorsing of ontslag wordt behandeld. Daarnaast zal de Raad zorgvuldig overleg plegen met, als van toepassing, de overige leden van het Bestuur en het managementteam. Indien de omstandigheden het hiervoor bepaalde niet toelaten zal de Raad de Ondernemingsraad, de Huurdersbelangenvereniging en, als van toepassing, de overige leden van het Bestuur en het managementteam achteraf informeren over zijn besluit. 5. De Raad neemt een met redenen omkleed besluit over de schorsing of ontslag van leden van het Bestuur. De Raad legt dit besluit schriftelijk vast en stelt een afschrift hiervan ter beschikking aan het betrokken lid van het Bestuur.
1. De onverenigbaarheden van leden van het Bestuur zijn neergelegd in artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting. 2. In aanvulling daarop zal een bestuurder: a. niet in concurrentie treden met [CORPORATIE]; b. ten laste van [CORPORATIE] derden geen ongerechtvaardigde voordelen verschaffen; c. geen zakelijke kansen die aan [CORPORATIE] toekomen benutten, ditzelfde geldt voor een familielid van de bestuurder. 3. Indien het Bestuur voorziet dat (de schijn van) een tegenstrijdig belang of onverenigbaarheid zou kunnen optreden, meldt het dit terstond aan de voorzitter van de Raad en verschaft daarover alle relevante informatie. De Raad besluit buiten aanwezigheid van de betrokken bestuurder of sprake is van een tegenstrijdig belang.
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
4. Indien naar het oordeel van de Raad sprake is van een incidentele tegenstrijdigheid en bezwaren daarvan kunnen worden opgelost door een tijdelijke voorziening, dan werkt het Bestuur aan die voorziening mee ten genoegen van de Raad. 5. Indien naar het oordeel van de Raad sprake is van een meer dan incidentele tegenstrijdigheid of onverenigbaarheid van belangen, dan zorgt het Bestuur onverwijld voor opheffing van de tegenstrijdige of onverenigbare belangen ten genoegen van de Raad. 6. In ieder geval is sprake van een tegenstrijdig belang indien het gaat om een transactie: a. met een rechtspersoon waar de bestuurder of een familielid van de bestuurder in het bestuur zit; b. met een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap waarin de bestuurder of een familielid van de bestuurder beherend vennoot is; c. met een rechtspersoon waar de bestuurder van [CORPORATIE] in de Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht zit. 7. Het Bestuur meldt het voornemen om een nevenfunctie of nevenwerkzaamheden uit te oefenen alsmede de hoogte van eventuele daaruit voortvloeiende neveninkomsten aan de Remuneratiecommissie. Het Bestuur en de Remuneratiecommissie voeren overleg over de acceptatie van de betreffende nevenfunctie of nevenwerkzaamheden en de bestemming van de daaruit voorvloeiende neveninkomsten. 8. Indien het Bestuur voorziet dat een nevenfunctie of het uitoefenen van nevenwerkzaamheden invloed zal kunnen hebben op zijn positie van het Bestuur, dan meldt het dit terstond aan de Remuneratiecommissie. 9. Indien de nevenfunctie of nevenwerkzaamheden naar de mening van de Raad schade kunnen veroorzaken aan [CORPORATIE] of de positie van het Bestuur, dan beëindigt deze laatste de nevenfunctie of nevenwerkzaamheden. 10. Het nemen van besluiten aangaande enige transactie waarin voornoemde tegenstrijdige belangen een rol kunnen spelen is voorbehouden aan de Raad. De Raad bepaalt in welke situatie dit het geval is. De betrokken bestuurder neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij hij (potentieel) een tegenstrijdig belang heeft. 11. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van het Bestuur spelen worden gepubliceerd in het jaarverslag met vermelding van het tegenstrijdige belang en een toelichting.
1. Het Bestuur is belast met het besturen van [CORPORATIE]. Het Bestuur vertegenwoordigt de Stichting [CORPORATIE]. 2. Het Bestuur draagt zorg voor de besturing van de aan [CORPORATIE] verbonden verbindingen, zulks conform de geldende wet- en regelgeving. 3. Het Bestuur draagt er zorg voor dat de activiteiten van [CORPORATIE] bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel goed en inzichtelijk geregeld zijn en verantwoord worden. Meer in het bijzonder is het Bestuur verantwoordelijk voor de inrichting, onderhoud en toepassing van de governance structuur van [CORPORATIE], in overeenstemming met hetgeen hierover bepaald is in artikel 2 lid 5 van dit Reglement, en de inrichting, het onderhoud en de toepassing van een systeem van risicobeheersing.
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
4. Het Bestuur draagt zorg voor de opstelling, het onderhoud en de toepassing van het Verbindingenstatuut, het Investeringsstatuut en het Treasurystatuut. Voor elk van deze statuten is voorafgaande goedkeuring van de Raad noodzakelijk. Tevens draagt zij zorg voor de opstelling, het onderhoud en de toepassing van de Integriteitcode en Klokkenluiderregeling. 5. Het Bestuur is verantwoordelijk voor de volkshuisvestelijke en financiële continuïteit van de Stichting. Ten behoeve hiervan ontwikkelt en realiseert het Bestuur de strategie, de financiering, het beleid van [CORPORATIE] en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling, alsmede het beleid ten aanzien van deelnemingen van de stichting. 6. Het bestuur is verantwoordelijk voor de externe profilering en contacten, waaronder in ieder geval begrepen de externe verslaglegging. In dat kader is het Bestuur, gezamenlijk met de Raad, verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van visitaties. De benoeming van de externe accountant is echter voorbehouden aan de Raad. 7. Het Bestuur is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en realiseren van het intern beleid en het structureren en integreren van bedrijfsprocessen. Meer in het bijzonder is het Bestuur verantwoordelijk voor het instellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke financiële informatie bij het bestuur bekend is, zodat de tijdigheid, volledigheid en juistheid van de interne en externe financiële verslaggeving worden gewaarborgd. 8. Het Bestuur geeft leiding aan het managementteam. Het managementteam geeft operationeel leiding aan de organisatie. Onverkort het voorgaande is het Bestuur eindverantwoordelijk voor de totale organisatie en de gang van zaken binnen [CORPORATIE] en voor zijn verantwoording daarover aan de Raad. 9. De Raad zal het Bestuur raadplegen bij de volgende Raadsbesluiten: a. het werven, benoemen, schorsen en ontslaan van leden van de Raad; b. het opstellen en wijzigen van de Statuten van de Raad en de Reglementen van de Remuneratiecommissie en de Auditcommissie; c. het selecteren, benoemen en evalueren van de externe accountant.
1. Het Bestuur draagt zoveel als mogelijk zorg voor een breed draagvlak van de door hem te nemen of genomen besluiten in het management van de organisatie. Om dit draagvlak te creëren worden bestuurlijke besluiten in het managementteam genomen. De Controller kan zich naar eigen inzicht vergewissen van de aard en omvang van het bedoelde draagvlak. 2. Het Bestuur draagt zorg voor een deugdelijk bestuurlijk besluitvormingsregister. De verslaglegging van het managementteam is daarvoor de meest geëigende weg. Deze verslagen zijn kwalitatief zodanig dat daarin de bestuurlijke besluiten terug te vinden zijn, tenminste tot genoegen van de externe accountant en desgewenst tot genoegen van de Raad. In de verslaglegging zijn voorts de belangrijkste overwegingen die tot het besluit hebben geleid terug te vinden. De Controller heeft een eigenstandige bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van het toezien op de deugdelijkheid van de verslaglegging. 3. Zonder dat dit afbreuk doet aan de verantwoordelijkheid van het Bestuur, worden de bestuursbesluiten na overleg met het managementteam genomen. Door deze werkwijze wordt het aan de Raad mogelijk gemaakt om bij zijn beoordeling over het bestuurlijk functioneren het oor te luisteren te leggen bij de leden van het managementteam. De Raad zal zich in ieder geval, zonder aanwezigheid van het Bestuur, verstaan met de Controller en, indien de Raad dat wenselijk acht,
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
met het managementteam in het kader van zijn, tenminste eenmaal per jaar, te houden evaluatie van het functioneren van het Bestuur, als bedoeld in artikel 8 lid 2 van dit Reglement. 4. De volgende besluiten van het Bestuur zijn onderhavig aan voorafgaande goedkeuring van de Raad: a. de vaststelling van het activiteitenoverzicht, de begroting en de daarmee samenhangende investeringen en geldleningen; b. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt; c. de vaststelling van het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening; d. de vaststelling en wijziging van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde ondernemingsplannen en (daarin beschreven) volkshuisvestelijke, maatschappelijke, financiële en operationele doelstellingen, de strategie die moet leiden tot de realisatie van die doelstellingen en de randvoorwaarden die bij die strategie worden gehanteerd; e. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de Stichting met een andere rechtspersoon of vennootschap; f. beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van een belangrijk onderdeel daarvan; g. belangrijke wijzigingen in de organisatie van de onderneming, dan wel in de verdeling van bevoegdheden binnen de onderneming; h. wijziging van de Statuten; i. de vaststelling van het Bestuursreglement, Investeringsstatuut, Treasurystatuut en het Verbindingenstatuut; j. de wijze van vormgeving van horizontale verantwoording; k. de opdracht tot het uitvoeren van visitatie en de wijze van uitvoering en verslaglegging over de visitatie; l. ontbinding van de stichting; m. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling; n. de beëindiging van de dienstbetrekking van een kwart of meer van het aantal werknemers van de Stichting of een ingrijpende wijziging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de organisatie; o. het oprichten van rechtspersonen. 5. als in enige voorkomende situatie sprake is van een meerhoofdig Bestuur gelden aanvullend op het voorgaande de volgende bepalingen: a. het is de verantwoordelijkheid van het Bestuur om afspraken te maken over de onderlinge rolverdeling tussen de bestuurders en hierover overeenstemming te bereiken met de Raad. Voor zover wenselijk of noodzakelijk zullen de medewerkers van [CORPORATIE] en belanghouders bij [CORPORATIE] geïnformeerd worden over deze rolverdeling. Bovenstaande rolverdeling laat onverlet dat elke bestuurder afzonderlijk volledig verantwoordelijk blijft voor het bestuur van [CORPORATIE] en daarop ook volledig aanspreekbaar blijft door de Raad; b. het is de verantwoordelijkheid van het Bestuur en elk van de bestuurders in het bijzonder om onverwijld melding te maken bij de Raad van gerezen belangrijke meningsverschillen of
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
c.
(dreigende) conflicten tussen de bestuurders. Criterium voor deze meldingsplicht is immer het voorkomen van een dreigende stagnatie in de bestuurlijke besluitvorming, of een situatie waarin een van de bestuurders eigenstandige besluiten neemt (en uitvoert) waar mogelijke schade uit voortvloeit; onverminderd het bepaalde in artikel 9 van dit Reglement, behoort het tot de verantwoordelijkheid van de Controller om de Raad te informeren over de in dit lid bedoelde meningsverschillen of (dreigende) conflicten, indien het Bestuur dat, uit eigen beweging of na een verzoek van de Controller, niet zelf doet.
1. Het Bestuur maakt met de Raad nadere afspraken over de informatievoorziening door het Bestuur aan de Raad, onder andere qua omvang, presentatie en frequentie ervan. 2. Onverminderd het voorgaande, zal het Bestuur, naast de jaarlijkse verslaggeving als in de Statuten van de Stichting geregeld, de Raad regelmatig op de hoogte houden van de gang van zaken binnen [CORPORATIE]. 3. Het Bestuur zal de Raad op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting en van de voor [CORPORATIE] belangrijke ontwikkelingen in de markt waarin zij opereert. 4. Informatieverstrekking zoals bedoeld in het vorige lid zal steeds moeten plaatsvinden, zodra het Bestuur daartoe aanleiding aanwezig acht en dient voorts in ieder geval te geschieden indien de voorzitter van de Raad daarom verzoekt. 5. Het Bestuur zal de Raad regelmatig schriftelijk informeren in een periodieke rapportage, waarin de voor [CORPORATIE] relevante ontwikkelingen worden weergegeven op de gebieden waarop zij werkzaam is en de ontwikkelingen in de werkorganisatie. Voorts zal het Bestuur de Raad informeren over de uitvoering van de strategie, het behalen van de ondernemingsdoelstellingen, de hiermee gepaard gaande risico’s en de interne beheersystematiek. 6. Het Bestuur zal de Raad voorts informeren over: a. het verslag van de Klachten- of Geschillencommissie van [CORPORATIE]. 7. In het bijzonder zal het Bestuur de Raad terstond informeren in de volgende gevallen: a. het ontstaan of bestaan van een integriteitissue betreffende (een lid van) het Bestuur; b. het ontstaan of bestaan van tegenstrijdige belangen bij (een lid van) het Bestuur. 8. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van dit Reglement, behoort het tot de verantwoordelijkheid van de Controller om de Raad te informeren over de integriteit van de bestuurlijke informatievoorziening, indien het bestuur dat uit eigen beweging of na een verzoek van de Controller niet zelf doet.
1. De Raad verwacht het volgende van het Bestuur: a. visie op de rol van [CORPORATIE] in haar werkgebied en de ontwikkeling van het bedrijf; b. ondernemerschap om de afgesproken doelen uit het ondernemingsplan te realiseren; c. het effectief aangaan van verbindingen met andere organisaties en ondernemingen in het werkgebied voor zover een doelmatige en effectieve realisatie van de visie en doelen van [CORPORATIE] hierom vraagt;
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
2.
3.
4.
5.
6.
d. het inspireren en leiden van de organisatie; e. het uitdragen en stimuleren van een sfeer van openheid en vertrouwen, waarin klantgerichtheid en integriteit een wezenlijke component vormt van effectief gedrag; f. heldere periodieke informatievoorziening. Eén keer per jaar voert de Remuneratiecommissie van de Raad een functionerings- en beoordelingsgesprek met het Bestuur. De overige leden van de Raad worden als klankbord gebruikt. Het model dat hierbij gebruikt wordt, gaat uit van de resultaat- en functioneringsafspraken die jaarlijks met het Bestuur gemaakt worden middels een zogenaamde Bestuursprestatiecontract. Deze resultaatafspraken worden ook meetbaar gemaakt. Tijdens dit gesprek komen ook de arbeidsvoorwaarden en resultaatafspraken voor het volgende jaar aan de orde. Voorafgaand aan het functioneringsgesprek rapporteert het Bestuur aan de Remuneratiecommissie over de uitvoering van de gemaakte afspraken in het Bestuursprestatiecontract. Onafhankelijk van de rapportage van het bestuur hieromtrent geeft de Controller aan de Remuneratiecommissie zijn oordeel over de uitvoering van het Bestuursprestatiecontract over het voorgaande jaar. Het Bestuur heeft alle bevoegdheden, die niet in de Statuten aan andere organen zijn toegekend. Op het terrein van het aangaan van verplichtingen krijgt het Bestuur mandaat om binnen de begroting verplichtingen aan te gaan en te betalen. Overschrijdingen dienen gemeld te worden in de periodieke rapportages; bij nieuwe, grote uitgaven wordt de Raad vooraf geraadpleegd. Het Bestuur kan bestuursbevoegdheden aan medewerkers van [CORPORATIE] verlenen. In dat kader kan het Bestuur ook aan medewerkers van [CORPORATIE] volmacht verlenen om [CORPORATIE] te vertegenwoordigen. Een en ander zal zijn vastgelegd in de Procuratieregeling van [CORPORATIE]. De arbeidsvoorwaarden komen tot stand in overleg tussen Remuneratiecommissie en het Bestuur, waarbij de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en de daarop betrekking hebbende staffel voor woningcorporaties kader stellend is. De door het Bestuur in zijn functie en in het belang van [CORPORATIE] noodzakelijk gemaakte kosten kunnen door deze worden gedeclareerd nadat de betreffende nota’s door de voorzitter of vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen voor akkoord zijn getekend. De Remuneratiecommissie stelt in overleg met het Bestuur vast op welke wijze onkosten, gemaakt door het Bestuur in het kader van zijn functie-uitoefening, worden vergoed. Hierbij zullen in ieder geval de WNT en relevante (fiscale) wet- en regelgeving in acht worden genomen. De stichting verstrekt aan het Bestuur geen persoonlijke leningen, garanties en dergelijke.
1. De Controller ziet toe op de uitvoering van het onderhavige Bestuursreglement. De Controller maakt gevraagd en ongevraagd zijn opmerkingen en kanttekeningen bij het bestuurlijk functioneren tegen de achtergrond van het Bestuursreglement. In geval bij de Controller gerede twijfel bestaat omtrent de effectiviteit van het bestuurlijk functioneren alsook omtrent de bereidheid bij het Bestuur om met de door hem geplaatste kanttekeningen rekening te houden, dan heeft de Controller de verplichting om daarvan zo spoedig mogelijk melding te maken bij de voorzitter van de Raad.
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
2. Buiten de hiervoor bedoelde bijzondere meldingsplicht van de Controller, geeft hij te allen tijde, op verzoek van de Raad maar in ieder geval één keer per jaar, zijn waardeoordeel over het algehele bestuurlijke functioneren tegen de achtergrond van dit Bestuursreglement aan de Raad. 3. Als in enige voorkomende situatie sprake is van een meerhoofdig Bestuur gelden aanvullend op het voorgaande de volgende bepaling: De Controller ziet erop toe dat de afgesproken collegialiteit binnen het Bestuur een effectieve bestuurlijke besluit- en meningsvorming niet in de weg staat. 4. Het Bestuur is ervoor verantwoordelijk dat de Controller in voldoende onafhankelijkheid zijn rapportageplicht aan de Raad kan uitoefenen.
1. Het Bestuur verantwoordt zich jegens de Raad ten aanzien van de wijze waarop hij zich heeft vergewist van de maatschappelijke effecten en het maatschappelijke draagvlak dat rond het functioneren van de corporatie als geheel bestaat. Dat betekent dat het Bestuur expliciet en actief op zoek is naar en rekening houdt met de opvattingen van de in- en externe belanghouders van de corporatie in het algemeen en die van de belangrijke representanten van de klanten en de medewerkers in het bijzonder. In de verantwoording van het Bestuur aan de Raad wordt, tenminste in geval van belangrijke beleidsontwikkelingen, melding gemaakt van opvattingen van de belanghouders en zeker wanneer deze afwijken van de genomen beleidsbeslissingen. 2. Het Bestuur is in het kader van het vorenstaande permanent op zoek naar vormen waarin de opvattingen van de belanghouders actief en op niet vrijblijvende wijze een plek kunnen krijgen in het proces van beleidsvorming. Meer in het bijzonder draagt het Bestuur zorg voor een goede relatie met de Huurdersbelangenverenigingen van [CORPORATIE], of een opvolger daarvan als dat aan de orde is. 3. Het Bestuur hanteert hoge standaarden waar het gaat om integriteit en transparantie. De integriteitscode van [CORPORATIE] is daarbij de minimumstandaard.
1. In geval van kortdurende afwezigheid van één of meer leden van het Bestuur van maximaal 6 weken, vindt waarneming plaats door een ander lid van het Bestuur of van een lid van het managementteam, met uitzondering van de Controller. Dit betreft geen situatie van belet of ontstentenis van het bestuur maar alleen van tijdelijke vervanging. De waarneming door een lid van het managementteam vindt plaats op basis van een volmacht van het lid van het Bestuur aan een lid van het managementteam, waarin ook een tijdelijke procuratieregeling ofwel een afzonderlijke volmacht voor de tijdelijke bevoegdheden van dat lid van het managementteam vastgelegd moeten worden. 2. Bij belet of ontstentenis van de leden van het Bestuur ligt de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij de Raad of één of meer door de Raad al dan niet uit zijn midden aan te wijzen perso(o)n(en).
1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting behoeft het Bestuur de goedkeuring van de Raad voor het namens [CORPORATIE] nemen van de
VOORBEELD Bestuursreglement woningcorporatie
daarin genoemde besluiten c.q. verrichten van daarin genoemde rechtshandelingen. De goedkeuring wordt vooraf aan de Raad gevraagd. 2. In spoedeisende gevallen wordt door het Bestuur overleg gepleegd met de voorzitter van de Raad. Indien de voorzitter van de Raad daarmee instemt kan de goedkeuring van de Raad voor een dergelijk spoedeisend besluit verkregen worden middels een spoed procedure conform artikel 5.1 van het reglement van de Raad van Commissarissen en artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting.
1. Ieder jaar actualiseert het Bestuur de middellange termijn doelstellingen die voortkomen uit de vastgestelde ondernemingsvisie en stelt een zogenaamde kaderbrief op ten behoeve van het bedrijf. Deze kaderbrief is uitgangspunt voor de begroting voor het daarop volgende jaar. Eenmaal per vier jaar vindt een integrale vernieuwing van de ondernemingsvisie plaats, tenzij bijzondere interne of externe ontwikkelingen een eerdere integrale vernieuwing noodzakelijk maken, zulks ter beoordeling van het Bestuur dan wel de Raad. 2. Conform artikel [ARTIKELNUMMER] van de Statuten van de Stichting stelt het Bestuur jaarlijks voor de start van het betreffende begrotingsjaar de begroting vast. Deze legt hij ter goedkeuring voor aan de Raad, voorafgaand aan haar inwerkingtreding. In die begroting wordt een prognose gegeven van het daarop volgende jaar. Van de begroting maakt deel uit een winst- en verliesrekening, een balans en een kasstroomoverzicht. 3. Het Bestuur ontwikkelt en onderhoudt naast deze financiële planning en verantwoording een systeem van planning & control voor de corporatie waarin jaarlijks vooraf de door de corporatie te bereiken resultaten met de Raad worden overeengekomen en achteraf over de gerealiseerde feitelijke resultaten verantwoording wordt afgelegd.
1. De Stichting heeft de aansprakelijkheid van de leden van het Bestuur en de Raad verzekerd. In het geval van wanprestatie of fraude geldt dat niet.
Aldus vastgesteld door de Raad van Commissarissen van [CORPORATIE] in zijn vergadering van [DATUM]
[NAAM] Voorzitter Raad van Commissarissen Stichting [CORPORATIE]
Bent u geïnteresseerd in de verdere uitwerking van het governance-arrangement van 2Be & Partners? Neem vrijblijvend contact op met Bas Maassen (
[email protected]) of kijk op onze website (www.2be.nu/governance-arrangement).