Van Ego naar Eco
Een Triple Helix Netwerk
Op Weg Naar Lerend Ecosysteem
Jaarbijeenkomst Peelnetwerk
5 november 2015
Ger F. Jonkergouw – 2015
www.jonkergouw.com
Het is eenvoudiger
om wantrouwen te organiseren
dan vertrouwen te bouwen
(Ivan Krastev – Democratie van de Verwerping)
Dat geldt zowel
op het innerlijk, persoonlijke als op het onderling, sociale vlak De Kunst van het Netwerken…… leren bouwen op vertrouwen en het afleren van vertrouwen op wantrouwen Ger Jonkergouw
2
Van Ego naar Eco: Agenda 1. Netwerken? – Van machines naar levende en lerende organismen – Clusters en Netwerken = Mensenwerk – Presteren door Verbinden – Archetypen: van Ego naar Eco – De transitie van Ego naar Eco: • Blinde vlekken, spiegelpaleizen, moerassen, berglandschappen • Van Rups tot Vlinder – Oefenen, diepgang, locaties en momenten: competenties en kennis
2. De stand van het Peelnetwerk. Op weg naar Eco? –
Vragen
–
Afsluiting en Korte oefening
Bijlagen: •
Literatuur en verwijzingen
•
De Archetypen – Uitgebreide sheets
•
Samenvatting van het Ego2Eco-rapport
Ger Jonkergouw
3
? Ger Jonkergouw
4
? Ger Jonkergouw
5
Netwerken •
•
• •
•
•
Manuel Castells: Netwerken zijn economische en sociale voertuigen voor complexe ketens van communicatie, productie, (open) technologische innovatie en business: Industrie 4.0 - The Internet of Things – Brainport 2020 Hans Boutelier: Samenwerken: sociale ordening van een onbegrensde wereld : stedelijke en regionale welvaart – adaptieve en hybride instituties - voorbij overheidsingrijpen en/of marktwerking – improviseren Zygmunt Bauman/Peter Sloterdijk: Een steeds fluïder wordende, schuimende samenleving, vraagt om nieuwe ordeningsprocessen SER: Maatschappelijke laag van organisatieverbanden tussen de lerende economie en de lerende organisaties (2013: SER-Rapport de Lerende Economie) Rob van Gijzel: samenwerking tussen uiteenlopende belanghebbenden: conglomeraten van multiple stakeholders: “dat systeem werkt alleen op basis van vertrouwen en betrouwbaarheid” Steve Waddell: Netwerken worden van machines tot levende organismen? 6
Netwerken • Beginnende inzichten! •
Hoe ONTWIKKELEN zij zich?
– van afhankelijk kind – naar onafhankelijke jong volwassene – naar wederzijds afhankelijke volwassene
• • •
Hoe kunnen wij die processen BËINVLOEDEN? Wat moeten we daarvoor KUNNEN en WETEN? Welke rol spelen LEERPROCESSEN?
Buiten de werksfeer is leren en oefenen heel gebruikelijk: – Conditietraining: fitness, wandelen, yoga, mindfulness, wekelijkse repetities voor theater, dans, muziek, zang, – Operationele ‘uitvoeringen’ nabespreken: Terugblikken, feedback, veranderen (bijvoorbeeld bij teamsporten) – ‘Uitvoeringen’ voorbereiden: uitproberen, inoefenen, repeteren – Automatische patronen leren onderkennen en beïnvloeden… – Omdat anders de onderbewuste reflexen regeren en innovaties en betere prestaties uitblijven 7
Triple Helix Spelers en Samenwerkingsverbanden Overheid en de Burgermaatschappij
Kennisinstellingen
Industrie en Business
Zit iedereen er hetzelfde in? Met dezelfde doelen, drive, macht, snelheid en competentie? Als dat niet het geval is… waar leidt dat toe en wat doe je daar aan?
University
Technology Institutes (TNO)
Campus Politechnic Schools
Recruitment Agency
Overheid en Burgermaatschappij
Regulatory Institutes
Creative Industry
Public Relations
Local, (EU) Regional Provincial, European Bodies Political Organisations
Consulting Firms
Marketing
Incubators
R&D Centers
Banks
Investors
Science Park
Media
Sectoral Organisations (Health Care, Housing, etc.)
Big Enterpises IT Firms
Logistics
Entrepreneurs
NGO’s
Accounting Firms
Law Firms
Market Channel Players
Current and Future Clients, Users, Stakeholders c Zorgsector
Multiple helix ecosystemen zoals samenwerkingsverbanden, geavanceerde bedrijventerreinen, clusters, netwerken, strategische allianties, ecosystemen, valleys, campussen, keiretsus, chaebols, conglomeraten, etc.
Social Innovators
Industrie en Business
Kennisinstellingen
Triple tot Multiple Helix Spelers en Ecosystemen
Clusters en Netwerken = Mensenwerk! 1. Civic Entrepreneurs:
– Nieuwe rollen: boegbeelden, clustermanagers, netwerkers, kennismakelaars, ambassadeurs, trekkers (van heroïsch naar tactisch) – Moeten voldoende ‘inheems’ zijn: bekend (met en bij), verankerd en verbonden, thuis in verschillende werelden, niet persé de hoogste in rang
2. Persoonlijke nabijheid en (dis)kliks:
– Belang van goede sociale interactie tussen spelers – benutten van potentie en het voorkomen van klieken, kuddegedrag en corruptie – Type mensen: lef, daadkrachtig, resultaatgericht, gedreven, introspectief, dialoog en reflectief, dienstbaar, geduldig, groepsdieren, altruïsten, open, lange termijn doen en denken, bescheiden, trekkers, aanhouders en communicatief, bruggenbouwer – Persoonlijke nabijheid ontstaat niet vanzelf – daar moet je het nodige voor doen en…. laten (ego-temmen, zelf- en sociale discipline) – en je moet daarvoor oefenen!
Bron: Ebbekink, Hoogerbrugge, Lagendijk & Kerkhof (2015). Cluster Governance – Lessen voor clusters in Nederland, Platform 31, Den Haag.
Ger Jonkergouw
10
Clusters en Netwerken = Mensenwerk! 3. Cluster Identiteit
– Van ‘structuur en beleid’ (blauwdruk) naar ‘organisme met potentie’ (ecosysteem): met een historie en ontwikkeluitdaging (pas geborene, adolescent, volwassene), eigen signatuur/sociaal veld (specialisatie), open mind en gemoed, (on)bewust en (on)hebbelijk gedrag – Is gerelateerd aan raison d’être, gemeenschappelijke <-> tegenstrijdige motieven, doelen en… bronnen, zelfbeeld en imago, wil ik dit (nu) – wie zijn de sterke en zwakke schakels, verbindingen en knooppunten?
4. Strategische Intelligentie
– Waar staan we nu, wat kunnen we zijn: besef van potentie en kracht – Een netwerk blijft een middel: voor welke strategie dient het en hoe deze te operationaliseren: wat te doen, op welke manier en door wie? – Institutioneel leren: proto-kennis in de community omzetten in resultaten. Bewustwording, adaptatie, reflecteren, actie. – Sociale & technologische innovatie!
5. Het ecosysteem laten groeien: Institutioneel ondernemerschap,
Beleidshefbomen en Strategisch koppelen (regionaal en internationaal)
Bron: Ebbekink, Hoogerbrugge, Lagendijk & Kerkhof (2015). Cluster Governance – Lessen voor clusters in Nederland, Platform 31, Den Haag.
Ger Jonkergouw
11
De samenhang tussen Presteren en Verbinden in Netwerken
Exploiteren
Opleveren Innoveren Potentie
+
-
• Opleveren: met turbulentie, ambiguïteit en complexiteit (intern/extern) om kunnen gaan • Innoveren: kunnen opsporen en verzilveren van nieuwe kansen/combinaties - loslaten oude denk- en gedragspatronen • Benutten van potentie: bijdragen aan de ontwikkeling van integrale gemeenschap – voorbij het exploiteren van opbrengsten voor eigen doelen en afwentelen van kosten op gemeenschap
De samenhang tussen Presteren en
Verbinden
in Netwerken
• De kracht/hechtheid van de community: Zelforganiserend en zelfcorrigerend vermogen of afhankelijk van leiders, managers en specialisten • Persoonlijkheid: Narcistisch<->altruïstisch afhankelijk, onafhankelijk, wederzijds afhankelijk • Relaties: Onderling & zelfvertrouwen of wantrouwen • Communicatie/taal: Babylon of gezamenlijke taal monoloog, discussie, dialoog
-
Eigenbelang (Ik) voorop – Kracht van Individuen
Gemeenschappelijk belang (Wij) voorop – Kracht van Community
+
De samenhang tussen Presteren en
Verbinden
in Netwerken
• Bewustzijn: Inclusief of exclusief denken • Gedrag: Bewuste zelfcontrole, sociale discipline en verbinden (van binnenuit), of externe controle, regels, verschil maken en reflexmatig (van buitenaf) • Leer-, innovatie- en ontwikkelvermogen: • Cognitief & persoonlijk & interpersoonlijk leren • Nieuwe gezamenlijke bronnen aanboren (open mind) of downloaden van oude oplossingen
-
Eigenbelang (Ik) voorop – Kracht van Individuen
Gemeenschappelijk belang (Wij) voorop – Kracht van Community
+
(+)
Archetypen: dé ontwikkeluitdaging
Presteren
Prestaties hangen af van ….. Verbondenheid
(+)
(-) – Kracht van Individuen -
Verbondenheid
– Kracht van Community -
Archetypen: dé ontwikkeluitdaging
(+)
ECO-systemen &
een Inclusieve Community
Waar we zouden moeten zijn?
•
Presteren
•
•
Coöperatie domineert communicatie bewustzijn, emoties, gedrag, leervermogen en organisatie Gedreven door gemeenschappelijk belang? Groot zelf- en onderling vertrouwen
EGO-systemen &
een Exclusieve Community • • •
Concurrentie domineert communicatie, bewustzijn, emoties, identiteit, gedrag, leervermogen en organisatie Eigen belang limiteert het resultaat Slecht tot matig onderling vertrouwen, matig tot hoog (narcisme) zelfvertrouwen
Waar we feitelijk zijn?
(+)
(-) – Kracht van Individuen -
Verbondenheid
– Kracht van Community -
Archetypen
van communities en de transformatie van
Ego2Eco
(+)
Presteren/Innoveren
4.0: Lerend Ecosysteem • • • •
Ontdekkingsreis Maatschappelijke en sociale Innovatie -
3.0: Multiple Stakeholders
2.0: Flexibel, Divers, Autonoom • • • •
Flexibel en Divers Discussie/Debat - Wij = ? Concurreren – Anglo Amerikaans Transformationeel Leiderschap
1.0: Monocultuur
• Waan van de Dag - Chaos • Crisis Leiderschap (-)
• • • •
Wij = ∑ Ikken - Dialoog Wederzijdse Afhankelijkheid Coöperatief – Improviserend Dienend Leiderschap - Rijnlands
Eco
systemen
- Stagnatie, Regressie, Crisis - Maatschappelijke en sociale Desintegratie
• Silo’s – Machines - Piramides • Monologen - Monopolie • Transactioneel Leiderschap
0.0: Survival
Resilient en Adaptief Ik = √ Wij Generatief – Emergent Geen Leiderschap!
Ego
systemen Verbondenheid
(+)
Archetypen •
Kennen verschillende stadia van ontwikkeling: men moet eerdere fasen succesvol hebben doorlopen om hogere fasen te kunnen bereiken: – “Nieuwe uitdagingen staan op de schouders van eerdere successen” – “Zonder verleden geen ziel – zonder toekomst geen identiteit” – EGO is niet slecht, maar ‘voorbij’
•
Zijn altijd een mix van verschillende toestanden, waarbij één ‘archetypische’ modus domineert.
•
Kennen groei én crisis: – Groei: een beginfase, een hoogtepunt en een eindfase – Metamorfose/transformatie: incubatie, crisis, stagnatie, oscillatie, plotselinge doorbraak
Van-Ego-naar-Eco Archetypen: Kernthema’s Ego-systemen • IK focus: Eigenbelang overheerst denken, emoties, gedrag en organisatie –> concurrentie • Gezamenlijk belang ondergeschikt (Wij = ?) • Slecht tot matig onderling vertr., maar hoog zelfvertr. (narcistisch?) • Sterk zelfbewustzijn - zwakke community/sociaal veld • Controle en sturing van buitenaf (Ego temmen) • Sterke focus op eigendom: (privé)bezit van producten en diensten (aandeelhoudersbelang) • Lineair denken en organiseren • ZZP: Zelfstandig Zonder Personeel • Instrumenteel leren en ontwikkelen van afhankelijk naar onafhankelijk
Eco-systemen • Wij focus: Gezamenlijk belang in balans met eigenbelang -> samenwerken • IK staat in teken van collectief Wij = ∑ Ikken (3.0 ) of √ Wij (4.0) • Groot onderling en zelfvertrouwen • Open mind, open gemoed en open intentie • Sterk collectief bewustzijn en sociaal veld • Zelfcorrigerend en ‘sturend’ vermogen - van binnenuit • Minder focus op eigendom: Rijnlands en toegang tot producten en diensten • Circulair denken en organiseren • ZIN: Zelfstandig In Netwerk • Instrumenteel, persoonlijk en onderling leren en ontwikkelen van onafhankelijk naar wederzijds afh.
Van-Ego-naar-Eco Archetypen: Kernthema’s EGO-systemen
ECO-systemen
Presteren • Focus op zakelijk rendement • Economie/vrije markt/liberalisering • Exploiteren van bronnen versus bijdragen aan community • Externaliseren van kosten-> privatiseren van opbrengst • Top-down of vrije markt • Innoveren: opsporen van nieuwe kansen en loslaten oude patronen • Start-ups • Tijdperk van Verandering
Presteren • Focus op zakelijk en maatschappelijk rendement • We-conomy/circulaire economie • Balans vrijheid <-> solidariteit • Bijdragen aan ontwikkeling geheel • Innoveren: opsporen van nieuwe kansen en loslaten oude patronen • Exploiteren van bronnen versus bijdragen aan community • Coöperaties • Verandering van Tijdperk
Verbondenheid • Exclusief denken/handelen • (te) hoog zelf- <-> zwak onderling vertrouwen • Reflexen regeren • Externe disciplinering en motivering (regels en top/down) • Energie
Verbondenheid • Inclusief denken/handelen • Goed zelf en hoog onderling vertrouwen • Bewustzijn begrijpt reflexen • Zelfdiscipline en innerlijke regulering/drive • Synergie
De Transitie van Ego naar Eco Spiegelpaleizen, Moerassen en Donkere Bossen Van EGO’ naar ‘ECO’: • Is rationeel, emotioneel, existentieel niet meteen helder en moet het nog gezamenlijk worden gedefinieerd: ombouwfase, een ontdekkingsreis vol verwarring, angst, wantrouwen • Waarmee te stoppen, - te beginnen, - beslist mee doorgaan (en hoeveel meer of minder)? Veel betekenissen en rollen klappen om: • Van ik naar wij, waarbij ‘ik’ nog steeds relevant is, maar… • Wat een verworvenheid leek (individuele onafhankelijkheid, vrijheid, ongebondenheid en zakelijk succes) krijgt nu een minder dominante betekenis (wederzijdse afhankelijkheid en community succes) Er • • • •
verschijnen vermommingen: Bewust/onbewust Echte samenwerking of opportunisme (marketing)? Schijngedrag (wantrouwen) of onzekerheid (vertrouwen) Alles ‘groen’ en ‘duurzaam’?
De Transitie van Ego naar Eco Van Rups tot Vlinder………..
Netwerken Ontpoppen
Niveaus van Leren en Ontwikkelen
- Zonder Reflectie Regeren Reflexen –
Blinde Vlek?- een Peelnetwerk Academy? -
1e Leer- en Kennisniveau – Persoonlijk - Ik:
• Innerlijk vermogen - individuele spelers in netwerk: – Feedback, discipline, (onder)bewustzijn, echte volwassenheid/ wederzijdse afhankelijkheid, reflectie, identiteit, communicatie, zelfvertrouwen • Psychodynamiek: kennis en kunde – psychologische innovatie
2e Leer- en Kennisniveau – Relationeel – Jij/Wij: • Onderlinge betrekkingen - tussen de spelers in het netwerk: – Dialogiseren, systeem analyseren, empathie, vertrouwen, macht • Sociodynamiek: kennis en kunde – sociale innovatie 3e Leer- en Kennisniveau – Cognitief - Het: • ‘Technische’ en ‘functionele’ (triple helix) domeinkennis die vereist is voor het samenwerkingsproces – technologische innovatie • Complexiteit, organiseren, strategie, inrichten, innoveren, transformeren 23
Diepgang en Drempels in Leren en Samenwerken EGO-Systemen
Rationeel – Mentaal
Emotioneel
2.0
ECO-Systemen
1.0
Experiëntieel
3.0
Existentieel
4.0
Creëer een Open Mind
Creëer een Open Gemoed
Creëer een Open Relatie
Samenwerken is Samenleven
Het Peelnetwerk: Ego <-> Eco? Waar staat u nu na de start in 2012 •
• •
• • • •
Uw taal is overduidelijk 3.0 - ECO: dienstbaar, gezamenlijk aanpakken, vitale kernen, symbiose, erfenis voor onze kinderen, kennis delen, uitvoeringskracht genereren, verbinden van partijen, netwerken vormen, integraal, samenwerken, samenwerken, samenwerken…. In welke fase van ontwikkeling verkeert u ‘echt’? Zijn het bewustzijn en gedrag ook al ECO? – EGO: kind (1.0) of adolescent (2.0) – ECO: volwassen (3.0)/(4.0) Bent u ‘klaar’ met de EGO-fase? Is iedereen dat? Zitten er partners in de survival modus (0.0)? Zo ja, wat doet u daar aan? Is deze ‘innerlijke en onderlinge’ materie bespreekbaar?
Ger Jonkergouw
25
Het Peelnetwerk: Ego <-> Eco? • •
• • • • • •
Hoe groot is de spanning tussen de wenselijke en noodzakelijke performance? Hoe gaat het verbinden tussen de stakeholders: industrie, agrarische wereld, onderwijs, kennisinstellingen, overheden, burgers, andere (Brainport) regio’s? Hoe homogeen/divers is het bewustzijn? Waar zitten de kliks en de diskliks? Is dat open of onderhuids? Hoe verloopt de bestiering (governance, besluitvorming, planontwikkeling, machtsverhoudingen) ? Balans tussen zelf- en onderling vertrouwen versus wantrouwen? Hoe sterk is de Peelnetwerk community identiteit, hoe hecht/los zijn de relaties? Hoe gemeenschappelijk en transparant is de taal? Welke rollen hebben de liaisons, kennismakelaars, netwerkers, boegbeelden? Kunnen zij al vanuit de trekkersrol (EGO-fase) overstappen naar de dienende coaching/facilitatierol (ECO-fase)?
Ger Jonkergouw
26
Het Peelnetwerk: Ego <-> Eco? Waar staat de samenwerking? • • • • • • •
Wat gaat goed tot voortreffelijk? Wat gaat lastig tot niet? Wat ontbreekt, moet er nieuw/anders gaan gebeuren? Waarmee zou moeten worden gestopt? Wat zijn de gezamenlijke/verschillende bronnen van inspiratie? Welke oefenpraktijken zijn er wel/niet ‘ingeregeld’? Hoeveel potentie is nog onbenut? Waar en wanneer wordt er geleerd? – – – –
•
Discussie, dialoog, reflectie, discussie, sensing Innerlijke en onderlinge ontwikkeling Cognitieve/technisch-economische/vakkennis Is er een kennis ontwikkel-/leerprogramma/academy
Hoe wordt het netwerk als community actief ontwikkeld? – – – –
Verdieping van de relaties, identiteit, communicatie? Coaching? In kaart brengen en monitoren van het netwerk ‘systeem’ Focus op sociaaleconomische en technologische ontwikkeling Focus op sociaalmaatschappelijke innovatie
Ger Jonkergouw
27
Afronding Veel succes met het ontwikkelen tot een
Lerend Peelnetwerk
Voor we naar de koffie gaan: Kom allemaal naar het podium en ga op een plek staan: Waar vindt u dat het Peelnetwerk nu is: Ego en/of Eco Dan wordt er een leerzame groepsfoto gemaakt Ger Jonkergouw
28
Bijlage 1 - Referenties en literatuur Baumann (2010). Vloeibare tijden. Uitgeverij Boekencentrum. Zoetermeer. Boutelier (2012). De Improvisatiemaatschappij. Uitgeverij Boom, Meppel. Ebbekink, Hoogerbrugge, Lagendijk & Kerkhof (2015). Cluster Governance – Lessen voor clusters in Nederland, Platform 31, Den Haag. Jonkergouw (2015). Van Ego naar Eco: Triple helix-netwerken op weg naar lerende ecosystemen, http://issuu.com/gerjonkergouw/docs/van_eco2eco_the_social_innovators_2/1, Samenvatting: http://brabantkennis.nl/triple-helix-netwerken-op-weg-naar-lerende-ecosystemen/ Interview over het Van Ego naar Eco rapport: http://brabantkennis.nl/van-ego-naar-eco/
Middelaar & van Parijs (2015). Na de Storm – Hoe we de democratie in Europa kunnen redden, Lannoo, Tielt. Rotmans (2014). Verandering van Tijdperk, Nederland kantelt. Aeneas, Boxtel. Scharmer & Kaufer (2013). Leiden vanuit de toekomst; van ego-systeem naar eco-systeem. Uitgeverij Christofoor, Zeist. Sloterdijk: Sferen (Bellen, Globes en Schuim) (2009) en Je moet je leven veranderen. (2011). Uitgeverij Boom, Meppel. Waddel (2010): Global Action Networks. Palgrave MacMillan, Hampshire.
Ger Jonkergouw
29
Bijlage – 2 - De Archetypen
Ger Jonkergouw
30
Het Archetypen Model: een versmelting van ontwikkelmodellen: 1. Lerende Organisatie/Presencing/Theory U: • Onderscheid tussen Ego- en Ecosystemen • 5 stadia (0.0-4.0) van functioneren en ‘sociale velden’ • Samenhang tussen de individuele, organisatorische, economische en maatschappelijke niveaus. 2. Stadia in Team- en Organisatieontwikkeling (Tuckman): • van Groep (Forming en Storming) naar Team (Norming en Performing) • Overgang van ‘Groep’ naar ‘Team’ is groter dan die binnen ’Groep’ en ‘Team’ 3. Fasen van Individuele ontwikkeling (Stephen Covey): 1. Afhankelijkheid (kind) ( 2. Onafhankelijkheid (jong volwassenheid, adolescent, juveniel) 3. Wederzijdse Afhankelijkheid (volwassen/senioriteit) 4. Ecosysteem-leren is vooral een ontwikkelproces van onafhankelijkheid naar wederzijdse afhankelijkheid (impact op initieel en post-initieel onderwijs) 5. Deze overgang is ook gaande als een dieperliggende maatschappelijke transitie: van IK 2.0 naar Wij 3.0 naar 4.0 31
Archetype 0.0: Survival Modus –
Innoveren
(+)
Niveau van Presteren/Innoveren (+ omgang met Complexiteit & benutting van de
0.0
3.0: Hoogwaardige Prestaties – Multiple Stakeholders & Triple Helix – Wederzijds Afhankelijk – Samenwerken - (Wij = ∑ Ikken)
2.0: Redelijke Prestaties – Passief/ Agressief – Onafhankelijk Flexibel – Innovatie van Binnenuit én van Buitenaf Concurreren Wij = ?
Presteren
Mij
4.0: Top Prestaties Lerend Ecosysteem - Lenig - Generatief/ Emergent – Inclusief Denken en Opereren (Ik = √ Wij)
Potentie)
Ontdekkingsreis Societal Innovation Opwaartse Transitie
Wij/
1.0: Matige Prestaties – Efficiënte Machines – Silo’s – Onafhankelijk Inflexibel – Innovatie van Buitenaf - Monopoliseren
Eco-systemen & de Inclusive
Society
Stagnatie, Regressie, Crisis - Societal Desintegration, Decline
0.0: Non Performance – Permanente Chaos – Afhankelijk – Geen Innovatie - Overleven
Ego-systemen & de Exclusive Society (-)
Fragmentatie
Exploitatie
Niveau van Innerlijke en Onderlinge
Verbondenheid (Cohesie) Contributie
(+)
Archetype 0.0: Survival Modus –
Wij/
Mij
0.0
Performance capaciteit • Organisatie: Permanent gevecht tegen chaos, crises en ineenstorting, strijdperk • Innovatie: On the spot, niet duurzaam, permanent improviseren • Complexiteit: Overweldigend en bedreigend – oorzaak/gevolgpatronen pas achteraf duidelijk – onvoorspelbaarheid domineert Verbondenheid • Identiteit: Verward, angstig, afhankelijk, wantrouwen van zelf en anderen • Community: Geïmplodeerd, ingericht op overleven, iedereen is ‘verdacht’ • Relaties: Ieder voor zich, recht van sterkste, wisselend, instabiel en zwak • Communicatie: Steeds wisselende inhoud, eigenbelang staat centraal, opportunistisch • Bewustzijn: Waan van de dag, exclusief denken (Ik), reflexen regeren • Gedrag: Context afhankelijk, reactief, impulsief, redderen • Leren/limiet: Beter worden in survival en alles daarvoor aangrijpen, closed mind Sterkte/Zwakte: (+) Indien goed in survival gaat men niet ten onder, maar (-) Doorontwikkeling stagneert en preventie/planoriëntatie falen Voorbeelden: • Samenvoeging en/of reorganisatie van teams, organisaties (mergers) en/of clusters • Ineenstortende samenlevingen/clusters/organisaties/teams/psychosociale systemen Transformatie van 0.0 naar 1.0 • Sleutelthema’s: Weg uit de chaos, continuïteit, bouw onderling/zelfvertrouwen • Strategie: Van branden blussen naar richten op eenheid – ‘stop bleeders’ • Leiderschap: Community is onmachtig/niet existent, Directief Crisismanagement
Archetype 1.0: Mono Modus – Wij/Mij 1.0 Innoveren
(+)
Niveau van Presteren/Innoveren (+ omgang met Complexiteit & benutting van de
Niveau 4.0: Top Prestaties Lerend Ecosysteem - Lenig - Generatief/ Emergent – Inclusief Denken en Opereren (Ik = √ Wij)
Potentie)
Ontdekkingsreis Societal Innovation Opwaartse Transitie
Niveau 3.0: Hoogwaardige Prestaties – Multiple Stakeholders & Triple Helix – Wederzijds Afhankelijk – Samenwerken (Wij = ∑ Ikken)
Presteren
Niveau 2.0: Redelijke Prestaties – Passief/ Agressief – Onafhankelijk Flexibel – Innovatie van Binnenuit én van Buitenaf Concurreren Wij = ? Niveau 1.0: Matige Prestaties – Efficiënte Machines – Silo’s – Onafhankelijk Inflexibel – Innovatie van Buitenaf - Monopoliseren
Eco-systemen & de Inclusive
Society
Stagnatie, Regressie, Crisis - Societal Desintegration, Decline
Niveau 0.0: Non Performance – Permanente Chaos – Afhankelijk – Geen Innovatie - Overleven
Ego-systemen & de Exclusive Society (-)
Fragmentatie
Exploitatie
Niveau van Innerlijke en Onderlinge
Verbondenheid (Cohesie) Contributie
(+)
Archetype 1.0: Mono Modus – Wij/Mij 1.0 Performance capaciteit • Organisatie: Eenduidige piramidale inrichting, centralisatie, silo’s/verkokering bureaucratie/regels, monopolie, blauwdruk, onderwerping • Innovatie: Optimalisatie van en innovatie binnen het systeem, reactief • Complexiteit: Beheersing van interne en buitensluiten van externe complexiteit, sturen op voorspelbaarheid, simpele regels Verbondenheid • Identiteit: Intern redelijk zelf/onderling vertrouwen, extern (--), monocultuur • Community: Intern hecht (sluit in), strijdt extern om monopolie (sluit uit) • Relaties: Intern top-down stabiel, horizontaal/extern zwak - afhankelijk • Communicatie: Monoloog, downloaden van bestaande modellen, spanning (in)formeel • Bewustzijn: Ik-of-jij, reactief, reflexen regeren • Gedrag: Patriarchaal, regels, controle en discipline, confrontatie ontwijken • Leren: Optimaliseren en uitrollen van eigen systeem, ten koste van anderen Sterkte/Zwakte: (+) Organiseert processen en relaties vanuit één principe/positie wat leidt tot efficiënte machines, (-) een hiërarchische monocultuur maakt eenduidigheid tot tiranniek, traag en inflexibel en leidt tot verticale verkokering Voorbeelden: Multinationals, leger/politie, juridische wereld, dictaturen Transformatie van 1.0 naar 2.0 • Sleutelthema’s: Op weg naar flexibiliteit, dynamiek, openheid/vrijheid en diversiteit • Strategie: Van Fort naar Markt – van Gesloten naar Open • Leiderschap: Community is overmatig dominant - Situationeel en Transactioneels
Archetype 2.0: Markt Modus – Wij/Mij 2.0 Innoveren
(+)
Niveau van Presteren/Innoveren (+ omgang met Complexiteit & benutting van de
Niveau 4.0: Top Prestaties Lerend Ecosysteem - Lenig - Generatief/ Emergent – Inclusief Denken en Opereren (Ik = √ Wij)
Potentie)
Ontdekkingsreis Societal Innovation Opwaartse Transitie
Niveau 3.0: Hoogwaardige Prestaties – Multiple Stakeholders & Triple Helix – Wederzijds Afhankelijk – Samenwerken (Wij = ∑ Ikken)
Presteren
Niveau 2.0: Redelijke Prestaties – Passief/ Agressief – Onafhankelijk Flexibel – Innovatie van Binnenuit én van Buitenaf Concurreren - Wij = ? Niveau 1.0: Matige Prestaties – Efficiënte Machines – Silo’s – Onafhankelijk Inflexibel – Innovatie van Buitenaf - Monopoliseren
Eco-systemen & de Inclusive
Society
Stagnatie, Regressie, Crisis - Societal Desintegration, Decline
Niveau 0.0: Non Performance – Permanente Chaos – Afhankelijk – Geen Innovatie - Overleven
Ego-systemen & de Exclusive Society (-)
Fragmentatie
Exploitatie
Niveau van Innerlijke en Onderlinge
Verbondenheid (Cohesie) Contributie
(+)
Archetype 2.0: Markt Modus – Wij/Mij 2.0 Performance capaciteit • Organisatie: Concurrentie, diversiteit, individuele vrijheid, dynamiek en vrije markt, oligopolie, gaan voor eigen belang/eigendom • Innovatie: Optimalisatie van en technologische innovatie binnen het systeem, creatieve destructie, slimme oplossingen • Complexiteit: Diversiteit is noodzakelijk, complexiteit neemt toe -> gecompliceerde dynamiek (technisch), voorspelbaarheid en beheersing nemen af. Verbondenheid • Identiteit: Individu, autonomie, hoog zelf-, maar matig onderling vertrouwen • Community: ‘Losse’ community, moet vrijheid waarborgen, ongebondenheid heerst • Relaties: Concurrentie, transactie, commercieel/instrumenteel, passie, functie • Communicatie: Discussie, vergroting eigen positie ‘even at the cost of others’, feitelijk • Bewustzijn: Exclusief denken, benutten van de eigen speelruimte, bewaken grenzen • Gedrag: Beweeglijk tot passief/agressief, verschil maken, ‘ik’-marketing, calculeren • Leren: MBA-mind, focus op optimaliseren van rendement op investering Sterkte/Zwakte: (+) Organiseert processen en relaties middels individuele vrijheid -> tot grote dynamiek en diversiteit, maar (-) narcisme en maximalisatie van eigen belang -> disconnectie met de potentie van community Voorbeelden: Anglo-Amerikaanse Bedrijven – Democratie 2.0: in de Verkiezingsmodus (mobiliseren van wantrouwen/angst voor verlies) - Stoplichten Transformatie van 2.0 naar 3.0 – van Ego naar Eco • Sleutelthema’s: Van Ego/Mij-naar-Eco/Wij, Archetypen leren waarnemen, kosten niet meer externaliseren naar gemeenschap, van functie naar relatie • Strategie: Van Vrije Markt naar Triple P • Leiderschap: Dienend - (h)erkennen van de waarde en werking van het geheel
Archetype 3.0: Multi Modus –
Innoveren
(+)
Niveau van Presteren/Innoveren (+ omgang met Complexiteit & benutting van de
Niveau 4.0: Top Prestaties Lerend Ecosysteem - Lenig - Generatief/ Emergent – Inclusief Denken en Opereren (Ik = √ Wij)
Potentie)
Ontdekkingsreis Societal Innovation Opwaartse Transitie
Niveau 3.0: Hoogwaardige Prestaties – Multiple Stakeholders & Triple Helix – Wederzijds Afhankelijk – Samenwerken (Wij = ∑ Ikken)
Niveau 2.0: Redelijke Prestaties – Passief/ Agressief – Onafhankelijk Flexibel – Innovatie van Binnenuit én van Buitenaf Concurreren Wij = ?
Presteren
Wij/Mij 3.0
Niveau 1.0: Matige Prestaties – Efficiënte Machines – Silo’s – Onafhankelijk Inflexibel – Innovatie van Buitenaf - Monopoliseren
Eco-systemen & de Inclusive
Society
Stagnatie, Regressie, Crisis - Societal Desintegration, Decline
Niveau 0.0: Non Performance – Permanente Chaos – Afhankelijk – Geen Innovatie - Overleven
Ego-systemen & de Exclusive Society (-)
Fragmentatie
Exploitatie
Niveau van Innerlijke en Onderlinge
Verbondenheid (Cohesie) Contributie
(+)
Archetype 3.0: Multi Modus –
Wij/Mij 3.0
Performance capaciteit • Organisatie: Multiple stakeholders/helix, netwerken, improviseren, adapteren • Innovatie: Mixen van ‘slimme’ en ‘wijze’ oplossingen, ook sociale innovatie • Complexiteit: Hoog, technische en psychosociale complexiteit Verbondenheid • Identiteit: Intervidu, goed zelf- én onderling vertrouwen • Community: Ik/Wij in evenwicht: Wij = ∑ Ikken, community wordt krachtiger • Relaties: Interactief, coöperatief, verbinding maken, relationeel • Communicatie: Empatisch, dialoog, reflectie, ‘Wij’-taal ontwikkelen • Bewustzijn: Inclusief denken, individueel resultaat hangt af van ‘geheel’, waarnemen op verschillende niveaus: inhoud, gemoed én relatie • Gedrag: Terugkoppeling van ‘geheel’ naar ‘onderdeel’, regels bevragend • Leren/limiet: Co-creëren, leren op drie niveaus (ook psychosociaal), Presencing, Sterkte/Zwakte: (+) oriëntatie op integrale sociale systemen, grotere benutting potentie ‘benefits for all’, (-) onduidelijkheid neemt toe over de ontwikkeling van de gemeenschappelijke koers, ongewisse ‘overall’ uitkomst Voorbeelden: Coöperaties, People/Planet/Profit, Rijnlands organiseren, Rotondes, Democratie 3.0: in de Formatie/Regeer-modus, polderen, regionale samenwerkingsverbanden, Brainport 2020, civic entrepreneurs Transformatie van 3.0 naar 4.0 • Sleutelthema’s: Co-sensing, co-creatie, emergentie, generatief, inclusief denken • Strategie: Van rekening houden met naar inclusief/integraal ontwikkelen op basis van gemeenschappelijke bronnen • Leiderschap: Leiderschap ….. afleren – community leert zichzelf leiden
Archetype 4.0: Lerende Modus – Innoveren
(+)
Niveau van Presteren/Innoveren (+ omgang met Complexiteit & benutting van de
Niveau 4.0: Top Prestaties Lerend Ecosysteem - Lenig - Generatief/ Emergent – Inclusief Denken en Opereren (Ik = √ Wij)
Potentie)
Ontdekkingsreis Societal Innovation Opwaartse Transitie
Niveau 3.0: Hoogwaardige Prestaties – Multiple Stakeholders & Triple Helix – Wederzijds Afhankelijk – Samenwerken (Wij = ∑ Ikken)
Niveau 2.0: Redelijke Prestaties – Passief/ Agressief – Onafhankelijk Flexibel – Innovatie van Binnenuit én van Buitenaf Concurreren Wij = ?
Presteren
Wij/Mij 4.0
Niveau 1.0: Matige Prestaties – Efficiënte Machines – Silo’s – Onafhankelijk Inflexibel – Innovatie van Buitenaf - Monopoliseren
Eco-systemen & de Inclusive
Society
Stagnatie, Regressie, Crisis - Societal Desintegration, Decline
Niveau 0.0: Non Performance – Permanente Chaos – Afhankelijk – Geen Innovatie - Overleven
Ego-systemen & de Exclusive Society (-)
Fragmentatie
Exploitatie
Niveau van Innerlijke en Onderlinge
Verbondenheid (Cohesie) Contributie
(+)
Archetype 4.0: Lerende Modus –
Wij/Mij 4.0
Performance capaciteit • Organisatie: Zelforganiserende community, ’simpele’ leefregels, fractals, samenwerken = samenleven • Innovatie: Optimalisatie van en innovatie binnen het systeem, collectieve creativiteit • Complexiteit: Wordt gekend, ‘omarmd’ en benut voor handelen Verbondenheid • Identiteit: Ik = √ Wij, wederzijds afhankelijk, vertrouwen (zelf en onderling) • Community: Samenwerken en samenleven zijn nauw verweven • Relaties: Ingevuld naar de context/het sociale veld, inclusief • Communicatie: Generatief luisteren, emergent, co-creatief • Bewustzijn: Presencing, ik in relatie tot hier en nu, ecosysteem bewustzijn • Gedrag: Flow, regels vernieuwend, handelend vanuit het geheel • Leren: Permanent leren/ontwikkelen op 3 niveaus: cognitief, persoonlijk en relationeel, Living Labs, broedplaatsen, Presencing, Theory U Sterkte/Zwakte: (+) in staat om potentie werkelijk en volledig te benutten, maar (-) bestaat pas duurzaam indien ‘omringende’ systeem voldoende uit 0.0-2.0 is, tot dat moment in ‘isolement’ Voorbeelden: World Economic Forum, CERN, Circulaire Economie, Democratie 4.0: (co-creatie en sensing van emergerende toekomst vóór verkiezingen), kloosterordes Transformatieprocessen: • Sleutelthema’s: Permanente ontwikkeling van bronnen, voortdurend ‘onderweg’ • Strategie: De toekomst/context blijven sensen en de bronnen blijven innoveren • Leiderschap: Geen! De community leidt zichzelf
Kenmerken van Archetypen Archetypen
ECO-Systemen
EGO-Systemen
0.0
1.0
2.0
3.0
4.0
Survival/ Chaos Efficiënte Machine/ Monopolie
Sterktes/Zwaktes
Lerend Ecosysteem
Ontwikkelvraag en transitie leiderschap
• Overlevers/ opportunistisch • Zeer reactief/ instabiel
Voortdurende bedreiging van het voortbestaan – veel chaos en branden blussen
• Monocultuur - Monoloog • Organiseert processen en relaties vanuit één model/principe
Passief-agressieve, inflexibele, • Flexibiliteit verkokerde en • Situationeel en Transactioneel gecentraliseerde organisatie Leiderschap
Flexibele en • Is intern op orde en adaptief, maar reactief Autonome naar ontwikkelende Organisatie – omstandigheden Oligopolie Discussie
Multiple Stakeholder Netwerk
Organisatorische spanningsvelden
• Diversiteit - Dialoog • Gaat proactief, innovatief en flexibel om met dynamische en complexe situaties • Optimale, lerende benutting van de potentie van alle spelers in en het geheel van een ecosysteem
Maximalisering van de eigen posities leidt tot onvermogen om externe potentie te verbinden met interne sterkte – Narcisme als blokkade
• Eenduidigheid, Continuïteit en • Directief, Crisis Leiderschap
• Samenwerking met externe partners op basis van gemeenschappelijke belangen • Transformationeel Leiderschap
Multiple stakeholder interactie op basis van eigen belang maakt de ‘overall’ uitkomst ongewis
• Inclusief denken, • Co-sensing en co-creatie • Voorwaardenscheppend en dienend Leiderschap • Improviseren
= Niveau 3.0 + een definitie van de eigen rol, in het licht van de gezamenlijke uitdaging en het kunnen ‘sensen’ van een zich aandienende toekomst
Geen transitieopdracht, maar: • voortdurend ‘onderweg’ blijven ‘leren’ • door proactief te adapteren • de toekomst blijven ‘sensen’ en creëren • geen leiderschap
Bridging the Gap - Van Ego2Eco – •
Archetypen:
– Organisaties en netwerken fungeren, na verloop van tijd, in vaste ‘paradigmatische’ denk/bewustzijn-, ervarings- en gedragspatronen. Die ‘enabelen’ en ‘sluiting in’.
•
EGO-systemen:
– Slecht tot matige innerlijk & onderling verbonden archetypen kennen ook niet meer dan slechte tot redelijke prestaties: – Het zijn ‘EGO-systemen’ omdat men (nog) niet in staat is om een gemeenschappelijke basis te laten domineren, waardoor men permanent ‘terugvalt’ op survival, monopolistisch of concurrentie gedrag (Ik boven Wij) – Voldoen niet aan de voorwaarden voor ‘lerende’ organisaties/netwerken
•
ECO-systemen:
– Op het hogere niveau van ‘ECO-systemen’ raakt men wél in staat om het gemeenschappelijke als uitgangspunt te nemen voor het inrichten van het gedrag van de onderdelen van het systeem
•
De grote uitdaging is de sprong van Ego naar Eco te maken (Voorbeeld: Artis Kwartet) The Social Innovators
43
Groei, Innovatie & Transformatie
of Stagnatie & Regressie
Volgend niveau Transformatie/ Crisis Fase
(Ontwrichtende of Radicale Innovatie)
Stagnatie
Incrementele Groei en Innovatie
Huidig Niveau
Regressie, Terugval, Ondergang
(+)
Van-Ego-naar-Eco Archetypen: kernthema’s
Presteren
• Performance vermogen: Exploiteren of Bijdragen – Innoveren – Complexiteit – Potentie - Organiseren • Verbonden: Identiteit (individu/ community), onderlinge relaties, communicatie, bewustzijn, gedrag, leren, begrenzingen • Sterktes en Zwaktes en Transformatieuitdagingen (-)
(+)
Verbondenheid
Drempels in het Ontwikkelproces Hogere performance vereist hoge technisch/professionele kwalificaties plus vooral ook een hoge kwaliteit van het sociale weefsel van een organisatie/netwerk (relaties binnen team, bedrijf, netwerk) Drempels in het Ontwikkelproces: • Vereist elkaar leren kennen en regelmatig gezamenlijk reflecteren, stilstaan, om metanoia te laten ontstaan (‘sprong’ in inzichten die individueel nooit gemaakt kan worden), soms tijdelijk op een parallel spoor tov de dagelijkse performance. • Oefenen in co-reflecteren, co-creëren, etc., experimenteren en inslijpen zijn sleutelactiviteiten (vgl muziekensembles, sportteams, theatergroepen, dans, etc., waar dit gebruikelijk is) • Deze manier werken aan de kwaliteit van het sociale weefsel heeft een oorzakelijke relatie met (gaat vooraf aan) het vermogen tot presteren, omgaan met complexiteit en benutten van potentie (‘need to have’ en ‘geen nice to have’) • Van Ego naar Eco: Dé ontwikkeluitdaging voor onze maatschappij, netwerken en organisaties 46
Bijlage – 2 –
Samenvatting Ego2Eco-rapport
Ger Jonkergouw
47
Samenvatting Gesprekken 1e Ontdekking - “Oh, ik ben dus niet de enige die vind dat het beter kan en moet?” Men spreekt binnen ‘triple helix’ samenwerkingsverbanden onderling weinig tot niet (zeker niet ‘plenair’) over het nut, noodzaak en urgentie van beter benutten van de gezamenlijke potentie, c.q. over de perceptie dat het huidige niveau van samenwerken eigenlijk te laag is om de opdracht echt goed uit te kunnen voeren, c.q. de gestelde uitdaging adequaat te kunnen vervullen. Redenen hiervoor zijn: • Men taxeert zelf dat collega’s de situatie anders waarnemen dan men zelf doet en begint er ‘dus’ zelf niet over. • Men is zich niet bewust van het bestaan, de werking en impact van deze collectieve ‘noncommunicatie’; • Het benodigde niveau van vertrouwen voor dat soort gesprekken is onvoldoende om gemakkelijk over dit soort thema’s te spreken; • Men is onbekend met óf en zo ja hoe een samenwerkingsverband substantieel beter zou kunnen gaan opereren, omdat het hieromtrent ook ontbreekt aan passende referentie- en governance modellen (benchmarks) en indicatoren; • ‘Ego’-systemisch gedrag (concurrentie, verschil maken, focus op eigen belang) domineert; 48
Samenvatting Gesprekken 2e Ontdekking: “Het kan dus wel? Maar hoe dan?” – Van Blinde Vlek naar de Kunst van het ‘Leren Ecosystemen’ Triple helix samenwerking: • Gaat over complexe sociologische en psychodynamische processen. • De daarbij horende meso-nivo kennis en manieren van analyseren lijken naar de achtergrond verdwenen. • De Triple Helix Academy activiteiten hebben in ieder geval de uitdaging om deze vorm van denken én gedragen te (re-) activeren. In drie casussen worden enkele aspecten van een ontwikkeluitdaging ontvouwd: 1. Rond verschillen in vertrekpunt en ontwikkelsnelheid (Brainport 2020 regio’s); 2. Rond verschillen tussen opereren vanuit een 2.0 ‘concurrentie’ en/of een 3.0 of 4.0 ‘polderen’ modus. 3. Binnen gemengd samengestelde netwerken is het vooral de uitdaging aan de ‘hoger’ ontwikkelde spelers om op de doorontwikkeling van het overall geheel te blijven focussen. Hetgeen ook vraagt om interne support naar de ‘lagere’ niveaus spelers.
49
Samenvatting Gesprekken 3e Ontdekking: Er is niet één soort (triple helix) samenwerkingsverband maar er bestaan allerlei varianten. Hoe zijn deze te onderscheiden? Kan er een Theorie van Multiple Helix Samenwerking ontstaan? •
•
•
•
Verschillende thema’s rond samenwerking binnen netwerken, zoals schaalvraagstukken, verschillende snelheden en governance, worden veel inzichtelijker op het niveau van concrete triple helix ecosystemen. Het ontbreken van een Model for Ecosystems (met een typologie, casuïstiek, classificatie, ‘meetinstrumenten’, maar ook met ontwikkelpaden en passende antropotechnieken) wordt gezien als een theoretisch, methodisch en praktisch ‘tekort’ dat het effectief ontwikkelen van specifieke samenwerkingsverbanden bemoeilijkt. Het Archetypenmodel sloot aan bij die behoefte Daarbij gaat het niet alleen om theorie/methodiek/modellering die leiden tot een uniforme aanpak (one size fits all), maar tot een insteek die helpt bij het realiseren van effectieve context specifieke, maatwerk oplossingen. Er bestaat nog geen systematisch overzicht van Brabantse ecosystemen, waardoor het ook lastig is om een aantal onnodige samenwerkingsverbanden te identificeren als te ‘snoeien’ dood hout, of als te ‘koesteren’ parels. Diverse gesprekspartners zien het bestaande ‘oerwoud’ wel als een hindernis voor het upgraden van de governance van specifieke netwerken en van het Brabantse ‘ecosysteem van ecosystemen’ 50
Samenvatting Gesprekken 4e Ontdekking: Over de Ontwikkelbaarheid van ‘Lerende Ecosysteem’ Vermogens - de Impact op het Initieel Onderwijs en - een ‘Lerende Ecosystemen Academy’ - 1 • • • •
• •
De lerende economie: nog slechts beperkt richtinggevend voor de ontwikkeling van een lerend ecosysteem? Leren van de principes voor ‘lerende organisaties”? Barrières, zachte en harde kennis, bewuste en onderbewuste processen, psycho- en sociodynamiek, comfort versus learning zone, ‘bewust incompetent’, cognitieve dissonantie; Ecosysteem kennis en competenties voor initiële en post-initiële ontwikkeling: Is het mogelijk om de ‘ecosysteem ontwikkel set’ ook al eerder, op het niveau van het initiële onderwijs, in het curriculum te integreren? Als zaden voor de toekomst ja, maar het eigenlijke ‘leren’ past bij de 30+ leeftijd wanneer de overgang van ‘onafhankelijkheid’ naar wederzijdse afhankelijkheid relevant wordt; Vorm, plaats en connecties van een Triple Helix Academy. Op weg naar een Lerende Ecosystemen Academy (LEA) voor Brabant/Zuid Oost Nederland? Didactische grondslagen: • Methoden en ‘antropotechieken’ voor de ontwikkeling van ‘lerende organisatie’ kunnen een goed ‘didactische’ uitgangspunt zijn voor het inrichten van activiteiten: mix van 1e, 2e en 3e persoon ‘kennis’-ontwikkeling en collaboratief leren; • De indruk is ook dat ‘lerende ecosystemen’ andere entiteiten zijn dan ‘lerende 51 organisaties’ en dat in de verder (praktijk) onderzoek het ‘andere’ ontdekt moet worden
Samenvatting Gesprekken 4e Ontdekking: Over de Ontwikkelbaarheid van ‘Lerend Ecosysteem’ Vermogens en de Impact op het Initieel Onderwijs en een ‘Lerende Ecosystemen Academy’ - 2 • •
•
• •
Gelet op de ‘ingangseisen’ die aan deelnemers van dit soort ontwikkelprocessen worden gesteld, gaat het, ergo, vooral om ‘post-initiële’ activiteiten. Dat neemt niet weg dat ze ook binnen de curricula van het initiële onderwijs een plaats moeten kunnen krijgen. Als is het maar in de vorm van ‘kiemen’ die de werkelijke latere uitgroei zullen versnellen (van individu naar intervidu). Vanwege het feit dat de samenleving steeds meer een ‘ecosysteem van ecosystemen’ wordt, zijn ‘ecosysteem’-vermogens op den duur ‘generiek’ voor alle deelnemers aan het maatschappelijke verkeer onontbeerlijke competenties. Het wordt aanbevolen om spoedig (voorjaar 2015) te starten met een kleine prototypisch Lerend Ecosysteem Ontwikkel-lab voor ‘potentials’ en Mede op basis daarvan en met co-creatie een omvangrijkere reeks activiteiten uit te bouwen.
52
Samenvatting Gesprekken 5e Ontdekking: Over de Ecosysteem Spelers: Overheden, Kennisinstellingen en Ondernemers - 1 Thema’s die aan de orde kwamen ten aanzien van de ‘triple helix spelers’ zijn:
Over Overheden: • Crisis van de Natiestaat (Kuijpers - Tjeenk Willink) • Gebrek aan eigen ‘intelligence’ om een goed innovatie beleid te kunnen maken (Jacobs, van Lieshout)) • Onduidelijke rol van de provincie: • Wil zij ‘centraliseren? • Doorbreekt interprovinciale, sectorale tendensen? • Heeft het (on)juiste schaalniveau – tov gemeente, regio, rijk en Europa …. en tov ondernemers en researchers? • Incompetentie van de gemeenten: ontbrekende expertise, omgaan met diversiteit, snelheid en complexiteit, worstelen met zichzelf onder loden lasten (WMO). • Innovatiebeleid en onderzoeksbeleid (Lerende economie, AWT/Universiteiten)) • Innovatiearrangementen, fiscaal, investeren, rol te midden van andere investeerders, reverse flows (Mazzucato)
53
Samenvatting Gesprekken 5e Ontdekking: Over de Ecosysteem Spelers: Overheden, Kennisinstellingen en Ondernemers - 2 Over de Kennisinstellingen: • WRR-rapport ‘ De Lerende Economie’ spreekt op diverse punten over de noodzaak om de rollen van en relaties tussen universiteiten, hogescholen en overig initieel onderwijs/ onderzoek te herbezien. • Kennisinstellingen worden bevolkt door jongvolwassen ‘studenten’ die in de ‘onafhankelijkheidsfase’ verkeren van persoonlijke ontwikkeling, met een sterke nadruk op vrijheid en individualiteit. Onderdeel van een goed ontwikkeld ecosysteem vermogen is de vaardigheid om op basis van wederzijdse afhankelijkheid in relaties te treden, daar komt men vaak pas later in de biografie aan toe, voorbij de onafhankelijkheidsfase. Ergo, wat kan er in de curricula van het initieel onderwijs aan ‘ecosysteem-vermogen’ gedaan worden? • De kennisinstellingen (Universiteiten en HBO) zijn niet in staat het hele spectrum aan facilitatie-services te leveren. Maar de vraag is of ze dat beseffen. Met name op het vlak van de facilitatie van ontwikkelprocessen op het psycho- en sociodynamische vlak gaat het om vermogens die maar zeer ten dele ‘cognitief’ van aard zijn. Coaching en intervisie zijn hier minstens zo relevant. • TuE en TiU zijn niet echt geïntegreerd/verweven, ondanks de ‘gezamenlijke’ Tias school.
54
Samenvatting Gesprekken 5e Ontdekking: Over de Ecosysteem Spelers: Overheden, Kennisinstellingen en Ondernemers - 3 Over de Ondernemers: • Verschil tussen kleine en grote spelers. Kleine spelers zijn blij omze het hoofd boven water te houden en kunnen zelf geen acte de présence te geven in ecosystemen -> reactief gedrag Verder onderzoeken. • Grotere ondernemingen hebben in-house kennis en capaciteit voor pro-actief opereren • Ondernemers hebben soms absolutistische aanspraken op hun rol in de maatschappij: iedereen wordt geacht dienstbaar te zijn aan de ondernemer. Zij missen soms vermogen om de limitering van de marktfilosofie te onderkennen én de bagage om te kunnen beseffen hoe onevenwichtig de totaalmaatschappelijke aanspraken zijn die zij durven maken. • Overmatige focus op ‘performance’ en ‘korte termijn’ laat zicht op noodzaak van eigen en gezamenlijke ontwikkeling bij deelname aan samenwerkingsverband verdwijnen. Werken aan innerlijke en onderlinge verbindingen en de sensing fase kost tijd en investeringen en vertalen zich niet onmiddellijk terug in performances. • Mazzucato: Ondernemers profiteren van met publieke middelen ontwikkelde nieuwe technologieën en eigenen zich de meeropbrengsten toe, zonder dat er een redelijke terugvloeiproces bestaat van een deel van die opbrengsten naar de samenleving (in kind or facilities). 55
Samenvatting Gesprekken 6e Ontdekking: Ecosysteem Kennis en Vaardigheden - 1 Complexiteit, dynamiek en ecosystemen: • Kennis van de ‘(il)logica’ van de multiple helix partners (actuele thema’s, subculturele patronen, governance). De ‘andere’ spelers: overheden, onderzoekers, onderwijs, ondernemen (klein en groot): wat/wie zijn ze, wat speelt er en waar moet je rekening mee houden. • De ontwikkeling van ‘economische’, ‘psychosociale’, ‘technologische’ en ‘snelheidsverschillen’ - dimensies van samenwerkingsverbanden; • Kerngebieden voor een Theorie van Ecosystemen; • Vormen van contracting (juridisch, economisch en psychologisch); • Complexiteitsdynamica, systeem analyse; • Het ‘mappen’ van verschillen in en patronen binnen een ecosysteem (social network analysis). • Van Ego-2-Ecosteem economie: De innerlijke logica van de ontwikkelniveaus: van 0.0->4.0. • Archetypen kennen en kunnen begrijpen evenals benaderingen vanuit ‘Stufen’: fasen, niveaus, stadia, bubbels/schuim (Sloterdijk); • Leiderschap en governance op de 5 niveaus leren herkennen • Open innovatie processen.
56
Samenvatting Gesprekken 6e Ontdekking: Ecosysteem Kennis en Vaardigheden - 2 Over Transformatieprocessen: • Bepaling van de stand van ontwikkeling van een ecosysteem (welke mix van 2.0, 3.0 en 4.0 modi wordt aangetroffen?); • Inhoudelijke verdieping van de niveaus en de daarmee samenhangende concepten; (bijv. wat is werken aan een “4.0 emergente en een generatieve toekomst”?; • Wat is de ontwikkeluitdaging voor een specifiek ecosysteem? • Kenmerken van diepgaande transformatieprocessen; • Hoe werkt het U-model/Presencing en hoe wordt je een lerend ecosysteem. • Sensing, Presencing (bezinken), Realising; en het opsporen van gezamenlijke bronnen (Jaworski) • Wat is metanoia en hoe bereik je dat? • Verschillende visies op en filosofieën over het ontwikkelen van communities (waaronder Sloterdijk). • Zachte en harde kennis, het SECI-proces; Ba.
57
Samenvatting Gesprekken 6e Ontdekking: Ecosysteem Kennis en Vaardigheden - 3 Psychodynamiek en verbinden: • ‘Innerlijk verbinden en ontwikkelen’ in relatie tot diverse vormen van psychodynamiek en op verschillende niveaus (1.0 – 4.0); • Persoonlijke Identiteit en drijfveren (ontwikkelstadia (Covey), van ‘ego’ -> ‘eco’), zelf en Zelf; • Bewustzijn en onderbewustzijn, overdrachtseffecten. Waarnemen op vier niveaus van zijn (mentaal, fysiek, emotioneel, existentieel); • Neuropsychologische aspecten van denken en gedragen in complexe verbanden (reflexen en automatismen); • Communicatie op verschillende niveaus (monoloog, discussie, dialoog, generatieve/sensing communicatie, luisteren, spreken, feedback geven en ontvangen). Hierbij hoort ook het leren herkennen van ‘typisch’ niveau communicatie en om daarop effectief in te spelen; • Vertrouwen (geven en hebben), waarnemen op de vier niveaus; • De kunst van het innerlijk verbinden en loslaten- zelfreflectie (meditatie/mindfulness); • Omgaan met macht (over, met, van binnenuit); • Het gaat om oefenen en het gebruik van Antropotechnieken(Sloterdijk); • Het leerproces vereist de (samenhangende) ontwikkeling van 3e (onzijdig/het), 2e (jij) en 1e (ik) persoon ‘kennis en vaardigheden’. Leren en kennisontwikkeling wordt, met name in het academische territorium, nu nog vaak gedefinieerd in termen van 3e persoon kennis 58
Samenvatting Gesprekken 6e Ontdekking: Ecosysteem Kennis en Vaardigheden - 4 Sociodynamiek en Verbinden: • ‘Onderling verbinden en ontwikkelen’ in relatie tot vormen van groepsdynamiek en verschillende niveaus (1.0–4.0); • Groepsidentiteit van teams (van ‘mij’ (individu) naar ‘wij’ (intervidu)); • Organisaties en samenwerkingsverbanden; • Lerende communities, gezamenlijke reflectie; • Cultuurverschillen en Storytelling; • Neuropsychologische aspecten van groepsgedrag; • Formele/bewuste en informele/onderbewuste organisatiedynamica; • De kunst van het gezamenlijk verbinden en loslaten; constructieve confrontaties. Opstellingen; • Van passief-agressieve naar lerende samenwerking; • Co-creatie, co-sensing, etc. Overige kennis- en vaardigheidsthema’s: • Mazzucato: The Entrepreneurial State • WRR-Lerende Economie thema’s • Lerende organisatie • Samenwerken in Netwerken • Vormen van Sociale Innovatie • De Lerende Economie (Absorptiecapaciteit etc.): WRR-Rapport
59
Conclusies • Nut, noodzaak en urgentie van het ontwikkelen van triple helix netwerk vermogen naar beter presteren (‘lerende ecosystemen’): • Is ‘evident’: iedereen is er in eigen gedachten mee bezig: “Ik vind dat het beter moet (kunnen)” • Maar is ook zeer beperkt onderwerp van gemeenschappelijke dialogen: “We spreken er niet over” • En wordt zo tot een blinde vlek/drempel binnen samenwerkingsverbanden • Adagium van “Geen betere resultaten zonder betere verbindingen”: • Wordt herkend als relevant, maar nog niet als oorzakelijk in relatie tot prestaties • Men is ook niet thuis in de ‘verbinden’-materie (kennis/skills t.a.v. socio- en psychodynamiek) • Dat leidt tot ‘onderontwikkeling’ en ‘schoorvoetendheid‘ op dit terrein • En heeft óók impact op de snelheid van inrichting en opschaling van Lerende Ecosystemen Ontwikkel activiteiten • Organisatie van activiteiten voor Lerende Ecosystemen Ontwikkeling: • Vereist verbindingen met alle triple/multiple helix spelers als kennisinstellingen, overheden en ondernemers • Maar mag ook niet te nauw met één van hen worden vereenzelvigd • Dat vraagt de komende periode nog om een zorgvuldige ontwikkelslag voor het inrichten van de organisatie • De ‘didactische’ basis voor activiteiten is deels al beschikbaar en moet deels nog worden ontwikkeld • Het Archetypenmodel werkte verhelderend, maar roept ook op tot nadere validatie, uitbreiding en (praktijk) onderzoek. • Scenario: • Voorjaar 2015-2016: • Experimenteerplaats (lab, werkplaats, atelier): • Voor ‘toekomstige ecosysteem bestuurder’ (potentials) • Voor experimenteren met LEO-praktijken en verdiepen van inzichten in de switch van ego- naar ecosystemen/ de blinde vlek • Europese activiteiten • Concretisering van overall LEO-palet voor 2015 e.v. (zie slide) • Voorjaar 2016: Uitgebreider programma van activiteiten (Brabant en Breder)
60