VAK : TEKSTBEGRIP DATUM: MAANDAG 20 JULI 2009 TIJD : 08.15 – 09.45 UUR Tekst I
VAN EEN SCHEUTJE MELK TOT EEN LEPELTJE POEDER 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
I Reeds duizenden jaren is melk bij vrijwel elk volk een bekend deel van hun voeding. Melk komt uit de borstklieren van vrouwelijke zoogdieren en is gezond voedsel voor hun jonge dieren. Mensen krijgen dit zeer voedzame voedsel ook van verschillende zoogdieren: koeien, kamelen, geiten, lama’s, rendieren, schapen en waterbuffels. Behalve pure melk, houden mensen ook van de vele producten die daarvan worden gemaakt; de populairste producten zijn boter, kaas, yoghurt en roomijs. II Eén van de bekendste melksoorten, koemelk, is eigenlijk een mengsel van 87% water en 13% vaste deeltjes. Deze vaste deeltjes bevatten onder meer koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen zoals kalk – belangrijk voor de groei en instandhouding van de botten. Koeien produceren trouwens niet de voedzaamste melk; dat doet het rendier van de kerstman; die uiterst voedzame melk bestaat voor ongeveer 37 procent uit vaste deeltjes! III Wat voor melk het ook is, ze blijft niet lang goed (behalve als ze gekoeld wordt). Er zijn twee oplossingen voor dit probleem. De eerste oplossing is het pasteuriseren van de melk. Pasteurisatie is genoemd naar de Franse wetenschapper Louis Pasteur. Hierbij wordt de melk gedurende een bepaalde tijd verhit, gevolgd door snelle afkoeling. Door dit proces worden schadelijke bacteriën gedood en zodoende wordt de melk langer houdbaar. Maar niet alle bacteriën worden gedood, daarom zijn melkproducten toch niet lang houdbaar. Indien goed gekoeld, is gepasteuriseerde melk van hoge kwaliteit ongeveer veertien dagen houdbaar. IV De tweede populaire oplossing voor dit probleem is poedermelk. Maar hoe wordt nu poeder gemaakt uit melk? Laten wij eens een bezoekje brengen aan een moderne melkfabriek in Waikato (Nieuw-Zeeland)*. Deze fabriek is één van de grootste ter wereld en produceert per dag 400.000 kg melkpoeder waarin extra vitamines zijn toegevoegd, voor de wereldvoedselindustrie. Elke dag brengt een lange rij tankwagens van glimmend staal verse melk van Nieuw-Zeelandse melkboeren naar de fabriek, waar de melk in koelruimten koel gehouden wordt. Vandaar stroomt de melk naar een afdeling, waar ze wordt gescheiden in magere melk en room en dan opnieuw gemengd in speciale hoeveelheden dunne melk en room; daarna volgt pasteurisatie. V Na de pasteurisatie wordt de melk in een ruimte zonder lucht verhit. Waarom? Dit zorgt ervoor dat de melk bij een veel lagere temperatuur gaat koken, waardoor minder vitamines verloren gaan. Door het koken verdampt een groot deel van het water. Wanneer de vaste deeltjes 48% bedragen, dan is de melk gereed voor het laatste proces: het drogen. VI Het droogproces begint door de dikke (of geconcentreerde) melk via een pijp boven in een torenhoge roestvrijstalen droger te brengen; de dikke melk stuift in de hete lucht binnen de droger rond. Het vochtgehalte van de melk daalt nu tot 6%, en de melk wordt poeder. Een volgend stadium brengt het vochtgehalte terug op 3%, waarna het poeder langzaam wordt afgekoeld ; dan volgt het verpakken en verzenden. Het hele proces wordt nauwkeurig uitgevoerd, waardoor de voedingswaarde en de kracht van de melk zo veel mogelijk behouden blijven. VII Misschien woon je in een gebied waar verse melk volop verkrijgbaar is. Maar veel * Nieuw-Zeeland ligt bij Australië
38 39 40 41
mensen wonen in ver afgelegen gebieden waar verse melk duur en moeilijk te krijgen is. Dankzij het wonder van poedermelk wordt dit probleem opgelost. Zij lossen gewoon een paar lepeltjes poeder op in water, en de gevormde melk, misschien niet zo smakelijk als verse melk, doet haar werk uitstekend.
Vragen bij tekst I
1 Hier volgen twee beweringen. Zijn ze waar of niet? I
Mensen zijn ook zoogdieren en vrouwen hebben dus ook borstklieren.
II Mensen drinken alleen koemelk. A B C D
I is waar. II is waar. I en II zijn beide waar. I en II zijn niet waar. 2
Lees regel 1: „Reeds ... voeding”. Deze zin betekent dat ... A de mens niet kan leven zonder melk. B bijna alle mensen in de wereld melk gebruiken. C in melk alle voedingsstoffen voorkomen die een mens nodig heeft. D mensen duizenden jaren geleden alleen van melk leefden. 3 Lees regel 1: „Reeds duizenden ... voeding”. Welk woord vertelt je dat niet iedereen bekend is met het gebruik van melk als voeding? A B C D
jaren vrijwel volk voeding
4 Lees alinea I . In deze alinea gaat het in het bijzonder over ... A B C D
de zoogdieren die melk geven. mensen die veel melk drinken. melk als gezonde voeding. de producten die van melk worden gemaakt. 5
Lees regel 10. Men zegt dat koemelk niet de voedzaamste melk is … A B C D
omdat die een mengsel is. omdat die niet lang goed blijft. omdat die vol vetten zit. omdat er betere melk bestaat. 6
Wat is waar? I De meest gebruikte melk is koemelk. II De voedzaamste melk komt van lama’s. A B C D
I is waar. II is waar. I en II zijn waar. I en II zijn niet waar.
7
11
In regel 12–13 wordt gesproken over een probleem.
Lees alinea V
Wat is het probleem?
Het belangrijkste wat hierin verteld wordt, is dat ...
A B C D
de verschillende soorten melk. de houdbaarheid van de melk. het koelen van de melk. het verhitten van de melk.
A B C D
de melk in een luchtledige kamer wordt verhit. de melk daar dikker wordt gemaakt. de melk bij een lage temperatuur kookt de melk daar moet drogen.
8
12
Lees alinea III nog eens.
In de melkfabriek in Nieuw-Zeeland gebeuren er verschillende dingen met de melk.
Wat is juist? I Pasteuriseren is verhitten en snel afkoelen. II Door pasteuriseren bederft melk niet meer zo snel. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn juist. I en II zijn niet juist.
Wat gebeurt daar het eerst en wat gebeurt het laatst? Het eerst gebeurt:
Het laatst gebeurt:
A
aanvoer verse melk
pasteuriseren
B
ontstaan van magere melk en room
indampen
C
koel houden in afgesloten ruimten
drogen
D
koken bij lage temperatuur
pasteurisatie
9 In regel 17 staat: „ ... daarom zijn melkproducten niet lang houdbaar.” Waarom niet? A Ze worden niet goed gepasteuriseerd. B Meneer Pasteur had niet genoeg onderzoek gedaan. C Er zitten nog bacteriën erin. D De afkoeling gaat te snel. 10 Regel 24: „Vandaar stroomt de melk …” Van waar stroomt de melk dan? A B C D
van de tankwagens van de melkboeren van de fabriek van de koelruimten
13 Lees alinea VI. Hoe wordt de melk tenslotte poeder? A B C D
Doordat ze in een hoge toren komt. Doordat ze rondstuift. Doordat ze afkoelt. Doordat ze bijna alle vocht verliest.
15
14 Lees alinea VI goed. Hoeveel vocht wordt er totaal uit de melk gehaald? A 6% B 94% C 97% D 3%
Het voornaamste wat alinea VII ons vertelt, is ... A B C D
hoe verse melk kan worden verkregen. hoe nuttig poedermelk is. hoe poedermelk smaakt. hoe men poedermelk moet oplossen.
Tekst II
DANSENDE PAARDJES VAN DE ZEE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
I „Zeepaardjes zijn gewoon fantastisch en uniek”, zegt mevrouw dr.Keith Martin, zee-deskundige. In het verleden wist men niet wat voor wezens het nu precies waren. Van natuuronderzoekers kregen ze toen de moeilijke naam Hippocampus. In feite zijn zeepaardjes gewoon vissen met graten, hoewel ze er niet uitzien als de meeste vissen en ook niet zo zwemmen. Zwevend in het water, nooit ver van hun vaste plek, zijn ze wel vergeleken met sierlijke kristallen paardjes en met schaakstukken. Zeepaardjes worden in de meeste warme kustwateren aangetroffen. Ze komen voor in een ongelooflijke hoeveelheid van vormen en maten. Deskundigen schatten dat het aantal soorten ergens tussen de 33 en 70 ligt. Daartoe behoren het dwergzeepaardje van Nieuw-Caledonië, dat met gemak op je vingernagel zou passen, en het dikbuikzeepaardje, dat ruim 30 centimeter lang kan worden. II Zeepaardjes hebben een wonderlijk lichaam, dat bestaat uit een paardachtige kop, een beenachtig pantser en een aapachtige staart en ze zijn meer gebouwd om op één plaats te blijven dan om rond te ‘galopperen’. Het grootste deel van de dag zitten ze gewoon heel tevreden iets te eten met hun staart gekruld om een geschikte ankerplaats. Als zeepaardjes zich moeten verplaatsen, stuwt een kleine rugvin ze met een traag gangetje vooruit, terwijl de bortsvinnen de richting bepalen. En door de hoeveelheid lucht te regelen in hun zwemblaas, kunnen ze net als een duikboot stijgen en dalen. III Het verzamelen van voedsel is voor hongerige zeepaardjes heel belangrijk, en garnaaltjes of kreeftjes die voorbij zwemmen, worden dan ook snel met hun benige snuit opgezogen. Omdat zeepaardjes geen tanden en maag hebben om bij de spijsvertering te helpen, moeten ze per dag wel vijftig garnalen vangen om de voedingsstoffen binnen te krijgen die ze nodig hebben om te overleven. Dat is voor deze jagers geen probleem, want zeepaardjes kunnen heel goed zien. Met het ene oog kunnen ze vóór zich naar een prooi speuren, terwijl ze ondertussen met het andere oog alles achter zich in de gaten kunnen houden. Hun ogen kunnen bovendien meer kleurschakeringen waarnemen dan het menselijk oog en meer details zien dan de meeste andere vissen. IV Zeepaardjes moeten uitkijken dat ze zelf niet worden opgegeten. Om te ontsnappen aan roofvijanden als krabben en schildpadden kunnen veel soorten bijna onzichtbaar worden in hun omgeving van zeegras, koraal of mangrovewortels. Met hun gevlekte huid kunnen ze hun huidskleur plotseling aanpassen aan hun omgeving en zo
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
kunnen ze één geheel worden met de achtergrond. „Ze kunnen hun lichaam zo goed camoufleren, dat je heel goed moet opletten om ze te zien”, zegt een onderzoeker. V In tegenstelling tot de meeste andere vissen, vormen het mannetje en het vrouwtje hun hele leven een paar en zijn ze zelden ver bij elkaar vandaan. Elke ochtend bewijzen ze elkaar hun liefde met een unieke dans. Tracy Warland, die zeepaardjes kweekt, vertelt: „De dans van het zeepaardje is zo prachtig en sierlijk dat het een genot is om naar te kijken.” Het mannetje en het vrouwtje blozen wanneer ze elkaar weer zien. Goedkeurend kijkt zij toe terwijl hij trots een soort show houdt. Dan volgt na een heel voorzichtige aanraking een hartelijke omhelzing. Als de gloed van de eerste zonnestralen tot hen doordringt, beginnen ze langzaam, ritmisch bewegend, aan een van de elegantste balletten in de natuur: de dans van het zeepaardje. Als de dans is afgelopen, gaan de zeepaardjes terug naar hun eigen ankerplaats om daar de rest van de dag voedsel te verzamelen. VI Bij de paringsdans komt er meer bijkijken. Het mannetje wordt feller van kleur en hij gaat vóór haar heen en weer paraderen. Langzaam draaien ze om elkaar heen en krult de een zijn staart om die van de ander. Vervolgens huppelt het paar, als steigerende paarden over de zeebodem. Terwijl ze stijgen en dalen, walsen en van kleur veranderen, dartelen ze soms wel een half uur samen in het rond en dat kan zo de hele dag door herhaald worden. wordt vervolgd
Vragen bij tekst II 18
16 In regel 3 staat dat de zeepaardjes toen de naam kregen van Hippocampus. Wanneer was dat? A B C D
Toen men ze ontdekt had. Toen men nog niets over ze wist. Toen men wist dat ze gewoon vissen waren. Toen dr. Keith ze zag.
Lees alinea I nog eens goed! Welke zin hieronder is waar? A B C D
Zeepaardjes hebben geen graten. Zeepaardjes zijn geen vissen. Het kleinste zeepaardje is de dikbuik. Het grootste zeepaardje is ongeveer zolang als je schoolliniaal. 19
17 In regel 1 staat: Zeepaardjes zijn gewoon fantastisch en uniek.
Lees regel 8 – 11.
Zegt men dat, omdat zeepaardjes ...
Het woordje ‘Daartoe’ (regel 9) vertelt ons iets van ...
A B C D
de moeilijke naam Hippocampus kregen? vissen met graten zijn? er anders uitzien en anders zwemmen? vergeleken worden met kristallen paardjes?
„Deskundigen ... worden.”
A B C D
deskundigen. het aantal soorten. de plaats waar ze voorkomen. hun zwemkunst.
23
20 Zie alinea I.
Lees alinea III.
Zijn de volgende beweringen juist?
In deze alinea staat dat zeepaardjes:
I Zeepaarden zwemmen net als gewone vissen.
I geen maag hebben. en II dat ze toch veel moeten eten, omdat ze anders doodgaan.
II Er zijn meer dan 50 soorten zeepaardjes. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn niet juist. 21
A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn niet juist. 24
Lees alinea II. Wat is niet waar?
Wat is waar?
A Zeepaarden hebben iets van apen. B Zeepaarden hebben iets van paarden. C Zeepaarden hebben een huid als van een schildpad. D Zeepaardjes zwemmen de hele dag rond.
In de regels 23 – 27 lezen we, dat ...
22 Alinea II bestaat uit twee delen.
A mensen beter kleuren kunnen zien dan zeepaardjes. B zeepaardjes met beide ogen naar verschillende richtingen tegelijk kunnen kijken. C zeepaardjes maar met één oog naar alle richtingen kunnen kijken. D zeepaardjes niet zo goed zien als de meeste vissen.
Het tweede deel begint op regel 16: 25
„ Als zeepaardjes zich ... ” Waarover vertelt dat deel van regel 16 t/m 18?
Lees regel 24 – 26.
A B C D
Wat is waar?
hoe ze er uit zien wat ze de hele dag doen wat ze eten hoe ze zich voortbewegen
I
Het ene oog wordt alleen gebruikt om naar een prooi te zoeken.
II Het andere oog is speciaal bestemd voor het naar achteren kijken. A B C D
I is waar. II is waar. I en II zijn allebei waar. I en II zijn niet waar.
28
26 Lees alinea IV.
Lees nu regel 40 – 43.
Het belangrijkste dat alinea IV ons vertelt, is ...
Daar lees je dat ze …
A dat zeepaardjes zich heel goed kunnen beschermen tegen hun vijanden. B dat zeepaardjes gemakkelijk worden opgegeten. C dat krabben en schildpadden in de buurt van zeepaardjes leven. D dat krabben en schildpadden grote vijanden zijn van zeepaardjes.
A B C D
eerst dansen en daarna elkaar omhelzen. de hele dag door dansen. de rest van de dag dansen en eten. alleen ’s morgens vrij dansen. 29
Lees regel 44: „ … meer bijkijken.” 27
Als ik alinea V lees, wat is er dan meer geworden in alinea VI?
Lees regel 34 – 39. Wat is waar? In dit stukje staat dat … A bij de meeste vissen het mannetje en het vrouwtje altijd bij elkaar blijven. B bij de zeepaardjes mannetjes en vrouwtjes vaak ver van elkaar te vinden zijn. C men kan genieten van dansende zeepaardjes. D het vrouwtje ronddanst en het mannetje toekijkt.
A Mannetje en vrouwtje worden feller van kleur. B Het vrouwtje danst nu voor het mannetje heen en weer. C Het mannetje wordt mooier en ze dansen langer. D Het mannetje en het vrouwtje omhelzen elkaar uren lang.
Vervolg tekst II
DANSENDE PAARDJES VAN DE ZEE 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62
VII De paringsdans is natuurlijk het begin van het ouderschap. Als de tijd om te paren aanbreekt, zal de dans van het zeepaardje langer duren. Als de dans zijn hoogtepunt bereikt, stijgt het paar langzaam naar de oppervlakte, met omstrengelde staarten en de lichamen dicht tegen elkaar aan. Dan legt het vrouwtje voorzichtig haar eitjes in de kangoeroeachtige broedbuidel van het mannetje. De toekomstige vader zoekt vervolgens een rustig plekje om de eitjes veilig in de wand van de buidel te laten nestelen. Nadat hij ze heeft bevrucht, begint de meest ongebruikelijke zwangerschap in de dierenwereld. VIII „Ik vind het schitterend dat bij de zeepaardjes het mannetje zwanger wordt en de baby’s krijgt”, zei een vrouw. „Ze zijn de droom van elke vrouw”, grapte een ander. Eén mannelijk zeepaardje doorstond in een jaar tijd maar liefst zeven achtereenvolgende zwangerschappen van 21 dagen elk! De kleine zeepaardjes, die diep in de broedbuidel liggen genesteld, worden daar door bloedvaten van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. Na verloop van tijd neemt het zoutgehalte in de buidel toe, waardoor ze worden voorbereid op hun toekomstige leven in zee.
63 64
Tenslotte gaat de buidel open en worden de jongen telkens met enkele tegelijk uitgestoten. Het aantal jongen dat wordt geboren, verschilt per soort maar kan wel 1500 bedragen.
65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
IX Ondanks het grote aantal jongen dat wordt geboren, worden de zeepaardjes overal in de wereld steeds ernstiger bedreigd. Volgens schattingen worden er elk jaar dertig miljoen zeepaardjes gevangen en over de hele wereld verhandeld. Veel zeepaardjes zijn bestemd voor de traditionele Aziatische medicijnenmarkt, waar ze worden gebruikt voor allerlei kwalen, variërend van astma tot gebroken botten. Elk jaar worden zo’n miljoen zeepaardjes gebruikt om sleutelhangers en andere souvenirs te maken. Sleepvisserij, vervuiling en het opblazen van koraalriffen vormen een bedreiging voor de kustwateren waar zeepaardjes leven. Zeepaardjes worden ook gevangen voor de aquariumhandel, hoewel maar weinig dieren in gevangenschap blijven leven, omdat ze speciaal voedsel nodig hebben en vatbaar zijn voor ziekten. X De toekomst van de zeepaardjes hangt af van de toekomst van de oceanen zelf. De oceanen op aarde worden duidelijk door menselijke activiteiten bedreigd. Zullen die dansende, zeewezentjes ten onder gaan in de zogenaamde menselijke ‘vooruitgang’ of zullen ze gered worden? Het is onze taak om ervoor te zorgen dat meer mensen zich het lot van de dieren op aarde gaan aantrekken. Als we de zeepaardjes kunnen redden, kunnen we misschien ook de zeeën redden.
Vervolg vragen bij tekst II 30
32 Regel 53 – 56: „Dan … dierenwereld.”
Lees alinea VII.
Welk woord in dit stukje vertelt ons, dat wat er gebeurt, nergens anders in de natuur voorkomt?
Wat is zo bijzonder uniek in dit stuk?
Het woord …
A B C D
A B C D
Het paar kan stijgen en dalen. Ze draaien om elkaar heen. Het mannetje voert mooie dansjes uit. Het mannetje wordt zwanger.
bevrucht. dierenwereld. ongebruikelijk. toekomstige. 33
31 Regel 53 – 54: „Dan … mannetje.” Waarvoor wordt de broedbuidel van het mannetje gebruikt? A Om de eitjes van het vrouwtje te beschermen tegen vijanden. B Om de eitjes van het vrouwtje daar te laten bevruchten door het mannetje. C Om het vrouwtje te beschermen tegen vijanden. D Om de jonge zeepaardjes een maand lang te beschermen.
Lees regel 58: „Ze zijn de droom van elke vrouw, …” De mevrouw bedoelt hiermee, dat ... I elke vrouw graag een baby zou willen hebben. II elke vrouw graag als een zeepaardje zou willen zijn. Wat is juist? A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn niet juist.
34
38
Lees alinea VIII.
Wat is niet waar?
Hoe worden de baby’s klaargemaakt voor het leven in zee?
Het leven van zeepaardjes wordt bedreigd door...
A B C D
Ze moeten 21 dagen wachten. Ze krijgen genoeg voeding. Ze krijgen genoeg zuurstof. De buidel krijgt meer zout.
A B C D
het aantal geboorten. het opblazen van koraalriffen. sleepvisserij. vervuiling. 39
35 Regel 63: „Tenslotte gaat de buidel open …” Wanneer is dat?
Lees regel 71 – 73 en zeg of de beweringen waar zijn of niet. I
A Nadat zuurstof is opgenomen. B Nadat voedingsstoffen zijn opgenomen. C Nadat de jongen gewend geraakt zijn aan zoutwater. D Na 3 weken. 36 Lees alinea IX.
Mensen die zeepaardjes kweken, moeten speciaal voedsel daarvoor hebben.
II Zeepaardjes kunnen gemakkelijk leven in een aquarium. A B C D
I is waar. II is waar. I en II zijn allebei waar. I en II zijn niet waar. 40
Wat is het belangrijkste uit dit stuk? A Elk jaar worden er ongeveer dertig miljoen zeepaardjes gevangen. B Zeepaardjes worden gebruikt voor het maken van medicijnen. C Het bestaan van de zeepaardjes is in gevaar. D Zeepaardjes leven niet lang in gevangenschap. 37 Lees alinea IX. Wat is niet waar? Miljoenen zeepaardjes worden gevangen en bestemd voor ... A B C D
het bereiden van medicijnen. het maken van souvenirs. het maken van sleutelhangers. het onderzoek door zee-deskundigen.
In de regels 77 – 78 wordt aan de mensen een opdracht gegeven. Welke opdracht? Wij moeten ervoor zorgen, dat ... A alle zeeën op aarde gered worden. B mensen de woonplaatsen van dieren niet moeten verstoren. C mensen de zeepaardjes met rust laten. D veel meer mensen rekening houden met dieren op aarde.