Van de website: http://www.seriewoordenaar.nl/seriewoordenaar/content/Lees.asp?InleidingKey=82
Uitleg over de Maya-kalenders De Maya’s waren gefascineerd door de tijd. Dat valt duidelijk op te merken aan de stële die gevonden werd in de stad Quirigua. Quirigua heet tegenwoordig Guatemala. De stële bevat een datum die 400 miljoen jaar terug gaat in het verleden. Over de zin of onzin van deze datum is weinig bekend. Zoals je elders op de site kunt lezen waren de Maya’s ver gevorderd met wiskunde. Mede door die kennis wist het oude volk een systeem op te stellen om data in het verleden en in de toekomst te bepalen. In het artikel over de Maya-manier van rekenen las je ook dat de Maya’s de eersten waren van wie we weten dat ze het getal nul gebruikten. Het getal des leegte werd door de Maya’s symbolisch uitgedrukt in de vorm van een schelp. Nul was voor hen als een lege schelp. Vóór de leegte had het een inhoud, en op een onbepaalde tijd kon nul weer iets anders bevatten. De symbolische gedachtegang over nul was ook bepalend voor de manier waarop de Maya’s over de tijd dachten. Ze stelden de dag voor als een volle beker. Wanneer de inhoud van de dag op was, dan stond een andere dag klaar om het kopje bij te vullen. Ze geloofden, net zoals velen nu, dat de geschiedenis zich herhaalde als een draaiend wiel. Dit geloof werd hun ingegeven door de observatie van de Zon, de Maan, de planeten en de sterren(stelsels). Hun kalenders zijn dan ook niets meer dan een uitwerking van dat gedachtegoed en die cycli.
Godentaal De Maya’s gaven hun ideeën vorm door het gebruik van goden, kleuren,cijfers en glyphen. De Zon was voor hen ook een god. Hij steeg dagelijks op uit de onderwereld en ging er ‘s avond even vrolijk weer naartoe. Ze noemen de zonnegod Kin, een naam die meerdere betekenissen heeft. Zo noemde men de tijd en veel wat daarmee geassocieerd is ook Kin. Kin bevat alle dagen in het verleden én toekomst. Zodra de nacht zijn intrede deed werd Kin gevangen door de god van de onderwereld, voorgesteld door een slang. De hele nacht lang vochten beide goden tot Kin in de ochtend zijn overwinning behaalde. De Maya’s stelden de goden verantwoordelijk voor wat er iedere dag gebeurde want alles was namelijk voorbestemd door hun opperwezens. De priesters, Ah Kin genoemd, waren in staat om de godentaal te begrijpen. Zij konden aan de hand van de kalenders voorspellen wat iedere willekeurige dag in petto had. Elke dag heeft een goddelijke lading. Dit kun je opvatten als een brouwsel van energieën waarvan de ingrediënten iedere dag verschillen. De goden die verantwoordelijk waren voor een specifieke dag gaven er de energetische lading aan. De Maya’s zijn de eersten waarvan we zeker weten dat ze hun goden zagen als dragers of brengers van de tijd. Om beurten beheerden de goden hun deeltje van het tijdswiel. Sommige goden waren goed, andere slecht. Iedere dag had dan ook positieve en negatieve aspecten.
Begrijpen van het moment Iedere dag werd gedragen door 3 groepen goden. De Maya’s maakten gebruik van verschillende tijdsdragers. Dit waren de 4 dragers van het jaar, de 20 dragers van de dag en de 13 dragers van de getallen. Kan, Muluc, Ix en Cauac waren de dragers van het Jaar. De eerste datum die men noteerde was 1 Kan, dan kreeg je 2 Muluc, 3 Ix, 4 Cauac, 5 Kan, 6 Muluc enzoverder…Het jaar zou goed of slecht verlopen naargelang de god die eraan verbonden werd. De Kan- en Muluc jaren zijn vruchtbaar en positief, en de Ix- en Cauac-jaren zijn gehuld in een armoedige en negatieve sluier. Het getallensysteem van de Maya’s is gebaseerd op het getal 20 en zodoende geloofden ze ook dat er 20 Kin-goden waren. 1 Maand bevatte 20 dagen, iedere dag werd geregeerd door een andere god. Het groepje van 20 Kin-goden werd betiteld als dragers van de dag.
De 20 dragers van de dag zijn:
1.IMIX: De god van de Aarde en alles wat daaruit voortvloeit.
2. IK: De god van de lucht en de wind. Ook de god die de levensadem kracht geeft.
3. AKBAL: Jaguargod van de onderwereld en duisternis. Akbal is de zon die reist door de nacht.
4. KAN: Deze jonge graangod brengt overvloed en rijkdom.
5. CHICCHÁN: Slangengod van het hemelgewelf. Hij is de god van de regen.
6. CIMI: God van de dood.
7. MANIK: God van de jacht, voorgesteld door een hand.
8. LAMAT: God van het hemelgewelf en de planeet Venus.
9. MULUC: De god verantwoordelijk voor water- en regenwezens. Deze god werd voorgesteld door jade en water.
10. OC: De gids van de zonnegod terwijl hij door de onderwereld reist. Voorgesteld door een hond.
11. CHUEN: god van de creativiteit en kunst.
12. EB: God die samen met Cauac zorgde voor de bevruchtende regen.
13. BEN: god die de levenskracht van de gewassen bepaald.
14. IX: Jaguargod, verbonden met de aarde en de onderwereld.
15. MEN: Maangodin. Ze werd afgebeeld als een oude vrouw.
16. CIB: Beschermgod van de landbouw.
17. CABÁN: Zowel een jonge aardgodin als een graangodin en maangodin.
18. ETZ’NAB: Offergod.
19. CAUAC: Drakengod, verantwoordelijk voor de nachtelijke hemel. Ook een storm- en regengod.
20. AHAU: Zonnegod, de bron van heden en toekomst, schepping en chaos.
De enige onbesproken groep goden zijn de 13 dragers van de getallen. Deze goden hielpen de stemming en de hevigheid van de stemming van de dag bepalen. Ze gaven ook de namen aan de dagen. De 13 dragers van de getallen zijn: 1. HUN: verbonden met de maangodin. 2. CA: verbonden met de offergod. 3. OX: God van wind en regen. 4. CAN: God van de oude zon. 5. HO: Oude god van de binnenkant van de aarde. 6. UAC: God van regen en stormen. 7. UUC: Jaguargod, symbool van de onderwereld en de nacht. 8. NAXAC: Jonge graangod. 9. CHICCHAN: Slangengod, helper van de regengoden. 10. LAHUU: Helper van Cimi, de dodengod. 11. BULUC: Helper van Caban, de aardgodin. 12. LACA: Jonge god verbonden met Lamat en Venus. 13. OXLAHNU: Net zoals Muluc een watergod.
Iedere Kin (dag) had een nummerdrager en een dagdrager. Zoals eerder vermeld waren de dragers van de getallen diegenen die de naam van de dag bepaalden. Er zijn 20 dagen in een Maya-maand
en er zijn slechts 13 getallen. De cyclus van de nummerdrager en die van de dagdrager klikten in elkaar als een tandwiel. Men telde namelijk de dagen als volgt: Kin 1 = 1 IMIX (Eerste dag van de Maya-maand) Kin 2 = 2 IK Kin 3 = 3 AKBAL Kin 4 = 4 KAN Kin 5 = 5 CHICCHAN Kin 6 = 6 CIMI Kin 7 = 7 MANIK Kin 8 = 8 LAMAT Kin 9 = 9 MULUC Kin 10 = 10 OC Kin 11 = 11 CHUEN Kin 12 = 12 EB Kin 13 = 13 BEN Kin 14 = 1 IX Kin 15 = 2 MEN Kin 16 = 3 CIB Kin 17 = 4 CABAN Kin 18 = 5 ETZ’NAB Kin 19 = 6 CAUAC Kin 20 = 7 AHAU (Laatste dag van de Maya-maand) Kin 21 = 8 IMIX Kin 22 = 9 IK Kin 23 = 10 AKBAL De Maya’s noemden hun maanden UINAL. Na 13 UINALs eindigde het Maya-jaar met 13 AHAU.
De TZOLKIN 13 UINALs, ofwel 260 dagen, was 1 TZOLKIN-kalenderronde. De TZOLKIN wordt ook Korte Telling genoemd. Voor de Maya’s was deze kalender heilig. Het was deze kalender waarmee de gehele Maya-maatschappij werkte. Niet alle kalenders waren immers voorbehouden voor het gewone volk. Iedere dag van de TZOLKIN werd dus bepaald door de combinatie van de dagdragers en de getaldragers. Voor het volk met de grote neuzen was dit meer dan een weetje. Ze baseerden er hun doen en laten op. Zo wordt verteld dat een Mayaanse jongeman zijn vriendin het best ten huwelijk kan vragen op een CIMI-dag. Dat lijkt misschien onlogisch omdat CIMI de dodengod was, maar voor de Maya’s lag dit anders. Zij geloofden namelijk dat de voorouders hun goedkeuring moesten geven aan het huwelijk. En op welke dag kun je beter de hand vragen dan de dag die gebruikt wordt om de voorouders te eren? Een ander voorbeeld waarin de TZOLKIN bepalend is, is de tijd waarop men zaaide en oogstte. 8 AHAU, de combinatie van graangod NAXAC en AHAU, god van schepping en chaos is bijvoorbeeld een dag waarop men beter geen agrarische zaken onderneemt. Zo hadden de Maya’s aan de hand van de TZOLKIN vaste dagen om bepaalde zaken te doen. Ze hadden de beste dagen om te zaaien, te oogsten, te handelen, te jagen, enz. helemaal in kaart gebracht. Wellicht is dit ook de belangrijkste reden dat de kalender nu nog steeds door de Maya’s in gebruik is. De lading die de TZOLKIN aan een dag geeft kan op diverse manieren gebruikt worden. Zo kun je, net zoals bij een geboortehoroscoop, de kwaliteiten en het temperament van het kind reeds weten aan de hand van het geboortemoment. Een kind dat op een AKBAL-dag is geboren zal een rijk bestaan
kennen en goede communicatieve eigenschappen hebben. Aan de andere kant zal het kind leugenachtig zijn om zijn doel te bereiken. Kinderen die geboren worden op een KAN-dag hebben helaas een arm bestaan vol schulden in petto. Iemand die op een CHICCHAN-dag wordt geboren is dan weer sterk en krachtig, maar ook pervers of alternatief in zijn mening. OC-dagen leveren zwakke kinderen op. Je kent ze wel, mensen die voor het ongeluk lijken te zijn geboren. Hoe hoger de getallendrager, hoe meer bepaalde eigenschappen zich op een dag geregeerd door de dagdragers voltrekken. De priesters, diegenen die verondersteld werden om de tijd te begrijpen, moesten geboren worden op een LAMAT-dag. Zij waren de personen die bepaalden wanneer er gezaaid en geoogst moest worden. Zij bepaalden wanneer welke festiviteiten plaats zouden vinden. Dit deden ze vaak op basis van een andere kalender, de HAAB.
De UINALs De Maya-maanden worden repetitief gebruikt. We kunnen uit ondervinding zeggen dat iedere maand verschillend is. Zo hadden de Maya’s ook goden voor de 18 UINALs in de HAAB. Deze goden gaven een extra diepgang aan de goddelijke lading van de dagen van de UINAL. De goden van de UINALs zijn:
1. POP: Jaguargod, voorgesteld door een geweefd patroon.
2. UO: Ook een jaguargod. Hij reist door de onderwereld.
3. ZIP: Jachtgod.
4. ZOTZ: Vleermuizgod, verbonden met de regengoden.
5. TZEC: Jonge god die verbonden is met CAN, de luchtgod.
6. XUL: God van de ondergaande zon.
7. YAX KIN: God van de opkomende zon en altijd aanwezige zon. Ook verantwoordelijk voor droogte.
8. MOL: Watergod. God van het verzamelen of verkrijgen.
9. CHEN: Maangod.
10. YAX: God van de nieuwe en groeiende zaken.
11. ZAC: Witte sterrengod.
12. CEH: God van de jacht.
13. MAC: God van het afwerken die samenwerkt met de regen- en windgod.
14. KAN KIN: God van de gele zon.
15. MOAN: Vogelgod. Heeft verbanden met de watergoden.
16. PAX: God van de opkomende zon en de regen.
17: KAYAB: Maangod.
18: CUMKÚ: Graangod, is verbonden met de watergod. UAYEB: 5 dagen buiten de reeks.
De HAAB In tegenstelling tot de TZOLKIN was de HAAB geen gemeengoed. De kennis van deze kalender was voorbehouden aan de AH-KIN, de priesters. Het waren de priesters die de kalenders door middel van observeren, filosoferen en berekenen verder perfectioneerden. De HAAB bevat 365 dagen en lijkt eigenlijk meer op ons jaarsysteem dan de TZOLKIN. Hij bevat 18 UINALs van 20 KINs. In meer gangbare taal: 1 HAAB-jaar bestaat uit 18 maanden van 20 dagen. 18 keer 20 is 360, dus er bleven 5 onbestemde dagen over. Men noemde deze onheilspellende dagen UAYEB. Voor de Maya’s waren dit dagen waarin men allerlei onvoorspelbare zaken kon verwachten.
Die dagen brachten ze dan ook door met offeren, meditatie, vasten en boetedoening. Tijdens die 5 dagen was het ook de bedoeling dat men zich onthield van geslachtsgemeenschap en andere deugden. Ze stelden dat de tijd zich om de 52 jaar herhaalde. De periode van 52 rondes van de HAAB noemt men het Kalenderwiel. Ze vierden nieuwjaar op de eerste dag van de HAAB. De goden (dag- en getaldragers) van deze dag bepaalden de sfeer van het komende jaar. Dit waren dus de dragers van de dag, de dragers van de getallen en de goden van de UINAL.
De Lange Telling De Lange Telling is waarschijnlijk de meest bekende kalender van de Maya’s. Het is namelijk die kalender die eindigt op 21 december 2012. Als een absolute tijdslijn telt hij het aantal dagen sinds de laatste schepping van de huidige wereld. Volgens de Maya’s begon die schepping op 11 augustus 3114 voor Christus. De Lange Telling is ook opgebouwd uit dagen (KIN). Er waren maanden (UINAL) van 20 dagen en jaren (TUN) van 18 maanden. Het is gemakkelijk om de TUN te verwarren met de HAAB, maar onthoud goed dat een 1 TUN 360 dagen is, en een ronde van de HAAB 365 dagen in beslag neemt. Met uitzondering van de TUN worden alle bovenliggende cycli in perioden van 20 onderverdeeld. Zo gaan er 20 TUNs in 1 KATUN (7200 dagen) en 20 KATUNs in 1 BAKTUN (144000 dagen). De Maya’s hadden de gewoonte om bij iedere KATUN stëles op te richten waarop de belevenissen van de vorige KATUN beschreven stonden. De inhoud en betekenis van de stëles werd generatie na generatie doorgegeven door de priesters. De Lange Telling stelde de priesters in staat om het verre verleden en de vage toekomst te bekijken. Men geloofde dat een gebeurtenis van –pakweg- 12 AHAU zich ook op de volgende 12 AHAU zou voltrekken. Men voorspelde dus de toekomst op basis van het verleden.
Begin en eind van de kalender? Een datum van de Lange Telling wordt aangeduid door van boven naar beneden de BAKTUN, KATUN, TUN, UINAL en KIN te schrijven. In moderne notatie schrijft men deze vijf aanduidingen achter elkaar gescheiden door punten. Zo komt 12.19.6.15.0 overeen met 1 januari 2000 en 13.0.0.0.0 met 23 december 2012. Een andere manier van datumnotatie is aan de hand van de HAAB en de TZOLKIN. 1 januari 2000 wordt hiermee 9 AHAU, 9 KAN KIN. 23 december 2012 wordt 4 AHAU 3 KAN KIN. Er is een behoorlijke, en terechte, discussie op gang over de correlatie van de kalender. Sommigen denken dat de kalender begon in 3113, anderen spreken van 3114 voor Christus. Als je weet dat de eigenschappen van de dag door een complex samenspel worden bepaald, dan moge het duidelijk zijn dan de echtheid over een einddatum in 2012 ermee staat of valt. Indien de dag namelijk onder de hoede van een andere god zou vallen, dan is de gehele recreatie niet voor over enkele jaren. Bij een foutieve correlatie, het echte einde van het huidige pictum kan dan mogelijk pas op 15 oktober 4772 vallen. De vrije encyclopedie Wikipedia schrijft hierover: De einddatum van de huidige kringloop wordt soms weergegeven als 13.0.0.0.0 en dit valt op 23 december 2012. Deze dag is echter 4 Ahau 3 Kankin (niet 4 Ahau 8 Cumku) en is daarmee geen (her-)scheppingsdatum. De Maya zouden deze dag dus niet met angst en vrees begroet hebben. Het huidige pictun komt pas op 15 oktober 4772 ten einde. De vrije encyclopedie is echter niet het woord van god. De enige manier waarop we een correcte correlatie kunnen hanteren is door een geschiedkundig feit uit de ons bekende geschiedenis te
vergelijken met een gelijkverhalend feit dat op een stële staat beschreven. Daarnaast moet de tabel met Venusposities uit de Dresden Codex worden vergeleken met onze kennis. De correlatie moet ook kloppen met de andere kalenders waarvan we - dankzij de astronomie - de exacte begin - en eindperiode weten. We weten bijvoorbeeld dat koning Pacal Votan gestorven is op 9.12.11.5.18, ofwel 6 ETZ’NAB 11 YAX, maar we weten niet precies wanneer dat was wanneer wij geen overeenstemming hebben tussen onze kalender en die van de Maya’s. Er zijn diverse correlaties die gebruikt worden. De Wikipedia sprak reeds tussen de regels over de verwarring qua datering. Om verschillen in correlatie weer te geven maakt men gebruik van het correlatienummer C. Dit nummer laat ons toe om de link te leggen tussen de Maya-kalender en onze westerse methode. Dit nummer is het Juliaanse datumnummer van 0.0.0.0.0 uit de Lange Telling. Een datum van de Lange Telling wordt tijdens het correleren als L geschreven. Op die manier kunnen we zeggen dat een datum uit de Lange Telling het Juliaanse datumnummer heeft van L + C. Het gangbare correlatienummer is 584283, afkomstig van sir J. Eric S. Thompson. Men heeft het dan ook toepasselijk over de Thompson-correlatie wanneer het onderwerp ter sprake komt. Volgens die correlatie is 0.0.0.0.0 gelijk aan 11 augustus 3114. Ondanks dat zijn theorie gestaafd is door diverse ‘bewijzen’ zijn er nog veel mensen die twijfelen aan het correlatiegetal. Het blijft een onbeantwoorde vraag waarop slechts één goed antwoord mogelijk is… Misschien weten we het antwoord al, misschien ook niet.
De Korte Telling Het laatste gebruik van de Lange Telling (voor zover we weten) dateert van 909 na Christus. Daarna werd de kalender vernieuwd door een kleinere versie die nu nog in gebruik is: de Korte Telling, ook wel KATUN-wiel genoemd. In de notatie van de datum werd geen gebruik meer gemaakt van de BAKTUNs en was de KATUN dus de grootste gebruikte cyclus. De Korte Telling ontstond door een combinatie van de Venuscyclus (584 dagen) en de TZOLKIN (260 dagen). Tijdens het leven onder deze kalender stonden de Maya’s het meest stil bij perioden van 13, 52 en 104 jaar. Meer informatie over de kalenders komt later online.
De 15 kalenders van de Maya De Maya waren een uiterst precies gezelschap. In tegenstelling tot ons gebruikten ze meer dan één kalender. Op die manier gaven ze meerdere individuele cycli vorm. Er zijn reeds 15 kalenders van de Maya geopenbaard. Sommige bronnen zeggen dat er nog 5 kalenders op een correcte interpretatie wachten, andere bronnen spreken van nog 2 onbekende kalenders. Een kalender is in principe niets meer dan het in kaart brengen van een cyclus. De Maya gebruikten sommige van hun kalenders ook als profetische werktuigen.
Alles komt terug Alles in de natuur is onderhevig aan bepaalde cycli. Denk maar aan de seizoenen en de invloed daarvan op de natuur en de mens. Een cyclus is eigenlijk een baan tussen 4 punten. Als je op de klok kijkt kun je stellen dat de eerste cyclus 0 uur is, de tweede cyclus 3 uur, de derde 6 uur en de vierde 9 uur. Daarna herbegint de klok vanaf 0 uur. Bij de seizoenen gaat dit van winter naar lente, van lente naar zomer, van zomer naar herfst en van herfst naar winter.
Alle cycli in de natuur volgen dus een bepaald cirkelvormig pad. Wanneer een cirkelvormig pad in de tijd wordt uitgezet krijg je een sinusvormige beweging:
Als je naar een sinusvorm kijkt, dan zie je 2 extreme punten: het maximum en het minimum. Als je de seizoenen beschouwt zou je kunnen zeggen dat het maximum de zomer is, en het minimum de winter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de temperatuur. Het gezegde 'zo boven, zo beneden' kan nogmaals uit de kast gehaald worden, want in het universum gelden dezelfde wetten. Alle planeten, inclusief de aarde beschrijven sinds het moment van ontstaan een bepaalde baan. De stand van de aarde en de andere planeten in die baan heeft een grote invloed van wat er op onze planeet gebeurt. Daarvan waren de Maya maar al te goed op de hoogte. Vermoedelijk dankzij de Olmeken. De Olmeken stammen op hun beurt weer van de Sumeriërs af. Doordat de Maya geloofden dat ook de mensen onderhevig waren aan de standen van de planeten was voor hun de conclusie gauw gelegd dat de menselijke geschiedenis ook steeds terugkomende pieken en dalen zou kennen. Om tot al deze kennis te komen hadden de Maya de kringloop van de insecten, planten, mensen, de aarde, het zonnesysteem, de kringloop van de macro en micro kosmos en de universele kringloop bestudeerd. Denk je dat jij sterker bent dan de kracht van de planeten? Schrijf dan enkele maanden iedere dag je humeur in een dagboekje. Zet bij iedere dag ook de stand van de maan. Je zult merken dat ook je 'zijn' een opmerkelijke steeds terugkomende baan beschrijft. Die baan verloopt natuurlijk voor iedere persoon anders, maar hij is er wel. Houd er rekening mee dat de omlooptijd van de maan 28 dagen is, en niet 29,30 of 31 zoals de maanden zoals we ze normaal kennen.
IXIM TUN: De eerste kalender IXIM TUN is een kalender die een omlooptijd van 130 dagen heeft. Dit is de kalender van het gewas en de natuur. Meer specifiek de landbouw. MOM TUN: De tweede kalender Met een omlooptijd van 180 dagen geeft de Mom Tun de micro cyclus van insekten weer. Nutteloos? Nee, want insecten vertegenwoordigen vruchtbaarheid. Daarom werd deze kalender hoofdzakelijk voor landbouwdoeleinden gebruikt. TZOLK’IN: De derde kalender Deze kalender duurt 260 dagen en wordt ook Chol q'ij genoemd. De kalender toont een cyclus van 20 weken die ieder dertien dagen duren. De energie van de dag loopt over in de volgende dag. Het is een menselijk bioritme, gerelateerd aan de geboortecyclus. We hebben 20 vingers en tenen die met elkaar zijn verbonden door onzichtbare draden. De draden in onze vingers verbinden ons met de sterren. De draden in onze tenen verbinden
ons met de aarde. Onze 20 vingers en tenen zijn een reden dat de Maya kalender 20 dagen telt en waarom Tzolk'in 20 dagen per maand gebruikt. Er zijn ook 13 krachtpunten in het menselijk lichaam: de gewrichten van de enkels, knieën, heupen, polsen, ellebogen, schouders en nek. Dit is de reden waarom de mayaweek dertien dagen duurt. Door deze knooppunten, gewrichten, stroomt een energie door onze lichamen, die weer verwijst naar de dag, het uur en de plaats waar we zijn geboren. De 13x20=260 geheime dagen van menselijkheid en is een magisch getal in de kosmische visie van de Maya. TUN: De vierde kalender Tun is een kalender die 360 dagen telt. Een kosmische kalender die in een perfecte harmonie is met de cycli van de sterren, planeten en sterrenwegstelsels. TZ’OTZ TUN: De vijfde kalender De IK TUN is vergelijkbaar met de vleermuiscyclus want deze maankalender bevat ook 13 maanden. Deze kalender onderscheidt zich door de het weergeven van de actuele maancycli, de getijden en de vrouwelijke cycli. HAAB: De zevende kalender Deze kalender beslaat 365 dagen. De Haab is onderverdeeld in 18 maanden van 20 dagen met een 5 daagse cyclusviering die Vayab wordt genoemd. Dit is de meest bekende Maya kalender en de meest exacte. Volgens de NASA is het 00000001 accuraat in vergelijking met de atomische klokkalender. In een cyclus van 180,000 jaar is er slechts een dag afgestemd om de rest van de kalender accuraat te houden. KIEJEB: De achtste kalender. KIEJEB telt 400 dagen en is ook een profetische kalender. 10 Maya stammen gebruiken deze kalender nog steeds. MUCHUCHU MIL: De negende kalender. MUCHUCHU MIL beslaat één Maya-eeuw. Ten tijde van de Maya was 1 eeuw 52 jaar. Deze kalender synchroniseert de Haab' en de Tzolk'in. Als deze kalender eindigt zullen alle vuren uitgaan, branden er 5 dagen lang geen vuren en wordt alles sneller. Dan op 0 Pop (het beginpunt), zullen de Haab' vuren opnieuw ontstoken worden door Priesters en daarna door anderen. Een traditie die sinds enkele eeuwen opnieuw wordt uitgevoerd. CHOL TUN: De tiende kalender. De Chol Tun beslaat 260 jaar en werkt hetzelfde als de Tzolk'in. Het is een macrokosmische kalender. KU TUN: De elfde kalender. KU TUN duurt 520 jaar. Deze kalender varieert iedere 4 jaar. Het is een grote cyclus waarin de energie stroomt voor de gehele mensheid. Het heeft speciale kwaliteiten en is een hulp voor bepaalde situaties en is heel belangrijk voor iemand die zijn horoscoop laat maken. Het is een toegevoegde waarde op de voorspellende kalenders. Net zoals het bij tarotkaarten de combinatie van de kaarten is die de voorspelling maakt. TIKU TUN: De twaalfde kalender.
TIKU TUN is verdeeld in 2 cycli. De eerste is Belejeb Bolon Tiku die 9 x 52 cycli van duisternis aangeeft die in totaal 468 jaar beslaan. De tweede is OXALAJUJ TIKU: 13 x 52 cycli van 13 hemelen of 13 lichten die in totaal 676 jaar beslaan. Ook dit is een voorspellende kalender. AJAU TUN: De dertiende kalender. Kalender 13 bevat cycli van 20 jaar. Veel meer weet ik er nog niet over.... EKOMAL TUN: De veertiende kalender. EKOMAL TUN duurt 520 jaar. Hij geeft de vrouwelijke en mannelijke draaiing van de zon aan. Het is een voorspellende kalender en geeft aanwijzingen over de mensheid tot op heden en in de toekomst. OX LAJUJ BAKTUN: De vijftiende kalender. Kalender 15, OX LAJUJ BAKTUN duurt 5200 jaar. Dit is de lange 'tel' kalender waar archeologen iets meer van weten dan van de andere kalenders. Het is een profetische kalender en tekent de zonnen en de werelden. In het Gregoriaanse jaar 2002 zijn we in het jaar 5189 van de vierde zon in deze 5200 jarige kalender. Er zijn nu nog maar 10 jaar over voor we overgaan naar de verandering naar de 5e zon in de Winterwende, op 21 december 2012. Volgens de egyptenaren komt die dag op 23 december 2012.