FIAGNOSTIEK
eding el
Maart 2012 - nr. 1
F
M
AI
RS
G
VOOR
ED
F ICAL A
Van de Voorzitter Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap* - Van de voorzitter
1
- Bericht van de penningmeester
2
- Geleding Medical Affairs
3
- Stand van zaken Commissie Professional Registration
6
- Stand van zaken Onderwijscommissie
6
- Verslag Nieuwjaarsbijeenkomst, 19 januari 2012 7
- Landschapsrubriek door nieuwe leden
11
- Wie Wat Waar rubriek
13
- Agenda
20
- Colofon
20
Steeds meer bedrijven hebben aandacht voor Corporate Social Responsiblity, maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat geldt zeker ook voor big pharma. Een mooi voorbeeld daarvan zagen we onlangs in Londen waar Bill Gates en de Wereldgezondheidsorganisatie samen met o.a. 13 grote farmaceutische bedrijven een samenwerking aankondigden om tien tropische ziektes stevig te gaan aanpakken. Het gaat in totaal om een programma van maar liefst 785 miljoen dollar. De bedrijven gaan 1,4 miljard behandelingen doneren en samenwerken op gebied van onderzoek en ontwikkeling. Zelf ben ik sinds september 2011 actief betrokken bij het MSD for Mothers project, een initiatief van het Amerikaanse Merck dat toegezegd heeft de komende tien jaar 500 miljoen dollar te investeren in het terugdringen van moedersterfte. Dit is een van de Millennium Development Goals (MDG's) die ernstig achterblijft en waar actie absoluut urgent is. Farmaceuten worden door critici veelvuldig beschuldigd dat zij wegens commerciële redenen onvoldoende doen om hun geneesmiddelen bij patiënten te krijgen die ze het hardst nodig hebben. Is dat zo? Op de site van de Internationale Federatie van farmaceutische bedrijven (IFPMA) staat een indrukwekkende lijst met samenwerkingsverbanden die bedrijven zijn aangegaan om toegang tot hun geneesmiddelen te verbeteren. Ook wordt veelvuldig betoogd dat patenten op
Henk Jan Out
geneesmiddelen de prijs (te) hoog maken waardoor ze niet te betalen zijn voor de ontwikkelingslanden. Maar of dit nu een echt cruciale factor is, valt te betwijfelen als je bedenkt dat vrijwel alle geneesmiddelen op de WHO lijst van essentiële medicijnen geen patentbescherming meer hebben maar toch nauwelijks bij de patiënt aankomen. Een aantal jaren geleden is de Access to Medicines Foundation opgericht door Wim Leereveld die beoogt farmaceutische bedrijven aan te moedigen een grotere rol te gaan spelen in het bevorderen van toegang tot essentiële geneesmiddelen in ontwikkelingslanden. De activiteiten van de stichting laten duidelijk zien dat het in de korte tijd van hun bestaan een belangrijke internationale rol is gaan spelen. Zij heeft nu twee keer een index gepubliceerd waarbij 27 bedrijven worden gerangschikt op basis van meer dan 100 strategische en technische indicatoren. Bedrijven willen natuurlijk graag hoog op deze index terechtkomen.
1
De private sector kan een heel belangrijke rol spelen bij het bevorderen van de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Niet alleen door hun geneesmiddelen ter beschikking te stellen maar ook door wetenschappelijke- en bedrijfskennis aan te wenden. Bedrijven hebben bij uitstek kennis van bijvoorbeeld distributiekanalen. Coca-Cola is in staat een koud colaatje beschikbaar te maken in de meest onherbergzame gebieden. Dat moet dus ook kunnen met geneesmiddelen of vaccins, zoals Melinda Gates al eens betoogde
ook meer profileren als belangrijke spelers in de gezondheidszorg als geheel en niet zo zeer als exclusieve pillenfabrikanten. En natuurlijk kunnen ze nog altijd meer doen, maar aankondigingen zoals in Londen laten zien dat ze op de juiste weg zijn. Ik vind dit buitengewoon goed nieuws!
Farmaceutische bedrijven voelen de publieke druk om meer te doen voor de samenleving waarin ze functioneren. Zij willen zich
*Dit stuk stond eerder als blog op www.artsennet.nl
Henk Jan Out E-mail:
[email protected], Twitter: @HenkJanOut
Bericht van de penningmeester De presentatie van het financiële jaaroverzicht van 2011 en de begroting voor 2012 aan de leden zal plaatsvinden tijdens de eerstvolgende ALV die belegd zal worden op 8 mei a.s. De definitieve getallen zullen daarvoor nog door de kascommissie gecontroleerd worden maar ik wil een ieder via deze weg toch alvast een globaal beeld geven van de 2011 financiën. De NVFG heeft 2011 met een positief saldo afgesloten en was daarmee ook dit jaar weer een financieel gezonde vereniging met contributie-inkomsten van ongeveer 550 leden en sponsoring vanuit twee sponsors, te weten Quintiles en DOCS. Beide sponsors zijn ondertussen geïnformeerd over een aanpassing en verdere professionalisering van het NVFG sponsorbeleid. Dit nieuwe beleid is erop gericht om potentiële sponsors een interessant keuzemenu aan te bieden met daarin een scala van mogelijkheden, onder andere door advertentiemogelijkheden in de FIAgnostiek en op de nieuwe NVFG website. Ook dit jaar waren er weer niet-NVFG leden die bij één of meerdere van de georganiseerde themabijeenkomsten aanwezig waren. In totaal betrof dit 75 personen die tegen betaling van 75 euro een bijeenkomst hebben bijgewoond, wat voor de vereniging extra inkomsten van 5.775 euro betekende. Op het gebied van de uitgaven waren er geen echte bijzonderheden dit jaar. De geleding Clinical Operations heeft in 2011 een succesvolle CRA dag gehad die, dit jaar voor het eerst was georganiseerd. Deze speciaal voor CRA’s georganiseerde dag staat ook voor 2012 op het programma. Aangezien CRA’s op dit moment nog ondervertegenwoordigd zijn in het NVFG ledenbestand, zal dit mogelijk ook een aantal nieuwe NVFG leden opleveren. Voor de CRA dag 2012 zijn gericht sponsors aangeschreven die mogelijk geïnteresseerd zijn in sponsormogelijkheden gekoppeld aan deze dag. Zoals velen van jullie al gezien zullen hebben is er in 2011 ook een nieuwe en verder geprofessionaliseerde NVFG website vormgegeven. Ook dit jaar is er weer kritisch gekeken naar hoe de professionele ondersteuning vanuit het secretariaat door de verschillende geledingen en commissies is gebruikt, door de totale secretariaatskosten op te splitsen naar de verschillende geledingen en commissies. Dit maakt het voor iedereen inzichte-
2
lijk hoe de verdeling van de totale kosten is. In 2012 zal dit per kwartaal aan het bestuur, de geledingen en de commissies worden gerapporteerd. De begroting voor 2012 is opgesteld op basis van een nul-saldo voor wat betreft inkomsten versus uitgaven. De reden hiervoor is natuurlijk het feit dat de NVFG dit jaar haar 50-jarig lustrum zal vieren. Dit brengt substantiële extra kosten met zich mee maar net als voor de CRA dag geldt dat ook voor het lustrum een afzonderlijk sponsorplan is ontwikkeld en vele sponsors hebben hun interesse hiervoor al laten blijken. Hans van Loenen
De Geleding Medical Affairs komt op stoom. In de FIAgnostiek van zomer 2011 deed ik een aankondiging van de geleding Medical Affairs voor de NVFG; ik kreeg destijds de schone taak deze geleding een gezicht, en handen en voeten te geven. Als gevolg van mijn oproep destijds voor enthousiaste collega’s binnen de NVFG om de geleding mede vorm te gaan geven, heeft zich een aantal personen gemeld. Sinds afgelopen november is de geleding een aantal keren bijeengekomen om de ‘eerste stenen’ te leggen. Een stevig fundament krijgt reeds vorm en heeft geleid tot onder andere het inrichten van een Medical Affairs programma tijdens het komende 50jarig jubileum van de NVFG op 7 juni aanstaande. Het is dus met gepaste trots dat ik hier een stukje schrijf over de voortgang van de geleding, en om aan jullie de geleding te presenteren. Uiteraard moet er een foto bij want ‘’wie is anders het gezicht van de geleding?”. Bij deze:
Tot op heden zijn we met 5 personen hard aan het werk. Het zijn van links naar rechts Bob van Roozendaal, Carin Louis, Daniël Luttikhuizen, Roos Oostendorp en Michel Hooiveld. Bob is werkzaam als Medical Scientific Relations Manager bij Pfizer en zijn belangrijkste focus is het opbouwen en onderhouden van externe relaties op het gebied van antistolling. Carin werkt bij Nycomed; een Takeda company als Medical Affairs Manager en houdt zich samen met een aantal medical managers bezig met alle aspecten rondom medical affairs, de ondersteuning van de marketing en sales afdelingen, medische informatie en meer. Daniël is als Medical Scientific Liaison immunologie bij UCB Pharma dagelijks actief betrokken bij KOL management, klinische studies, medische informatie en ondersteuning van de sales force. Roos houdt zich elke dag bezig met veelzijdige taken binnen de oncologie, zoals vergoedingsdossiers, medische informatie, klinische studies, KOL management en is Medical Manager Oncologie van Mundipharma Pharmaceuticals. Michel is voor GlaxoSmithKline (GSK) medical advisor immunologie in Nederland en medical lead voor een 10-tal Noord-West Europese landen voor de aankomende weesgeneesmiddelen in de GSK portfolio.
RS AI
M
F
Geleding Medical Affairs
G
✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸
eding el
ED
F ICAL A
jubileumsymposium. Met het motto Farm@2020: evolutie of ®evolutie in ons achterhoofd denken wij een heel fraai programma te hebben neergezet en zullen wij ons in persoon en doelen aan jullie breed kunnen voorstellen. Komt dat zien! Ook zijn er al ideeën besproken die kunnen bijdragen aan het voortzetten van de State of the art bijeenkomsten van de NVFG. Het (mede) vormgeven en organiseren wordt met regelmaat op de agenda gezet.
Al met al denk ik dat we een mooie start hebben gemaakt. Zeker als je de diversiteit in functionaliteiten beschouwt die medical affairs met zich meebrengt, zoals Carin en Roos in deze uitgave hebben aangegeven. De gedachte is dat de geleding Medical Affairs voor NVFG-leden de deur verder opent om goede ideeën met elkaar te kunnen delen, een goed gesprek te hebben over het medical affairs vakgebied en natuurlijk aansluiting bij de andere geldingen en commissies te hebben en houden. Tot spreeks, namens de geleding Medical Affairs - Michel Hooiveld.
Inmiddels hebben wij ons als geleding al een paar keer gebogen over de verwachtingen en taken die wij met elkaar voor de NVFG willen gaan uitvoeren. Bob heeft elders in deze uitgave een overzicht gemaakt van doelstellingen en aandachtsgebieden die wij tot nu toe met elkaar hebben opgesteld. Dit zal zich gaan vertalen in het nieuwe op te stellen beleidsplan van de NVFG waardoor de geleding verankerd zal worden in de doelstellingen van de gehele vereniging. Verder zijn we zoals al aangegeven druk geweest met het op heel korte termijn vullen van ons tijdsslot tijdens het NVFG
3
De geleding Medical Affairs: Doelstellingen
De belangrijkste inhoudelijke aandachtsgebieden van de geleding Medical Affairs zijn als volgt: Klinische en gezondheidseconomische evaluatie van geneesmiddelen Dit aandachtsgebied omvat de vertaling van de concrete waarde van geneesmiddelen van onderzoek naar de praktijk. Het omvat vele (zowel klinische als gezondheidseconomische) aspecten. Het belang hiervan is groot en zal naar verwachting in de toekomst alleen maar groter worden – denk bijvoorbeeld aan de toenemende behoefte aan direct vergelijkende klinische data en farmaco-economische bewijsvoering. Interne en externe voorziening van wetenschappelijke informatie Veel binnen Medical Affairs werkzame collegae houden zich in brede zin bezig met zowel interne als externe voorziening van kwalitatief hoogwaardige informatie over geneesmiddelen. Stakeholder engagement Binnen de farmaceutische bedrijfstak zijn naast de ‘traditionele’ doelgroepen als voorschrijver, apotheker en patiënt, veel andere stakeholders actief. Het onderhouden van contacten en aangaan
4
Uiteraard is de opsomming van de bovenstaande aandachtsgebieden mogelijk onvolledig maar het geeft in ieder geval de reikwijdte van het vakgebied weer.
Welke functies vallen hier nu precies onder? De geleding Medical Affairs vertegenwoordigt een breed scala aan gebieden waarin leden van de NVFG werkzaam zijn. Omdat farmaceutische bedrijven excelleren in het verzinnen van verschillende functietitels, is het ondoenlijk om een volledige lijst met functies aan te leveren die binnen de reikwijdte van Medical Affairs vallen. Veel voorkomende functies die gezien de inhoudelijke aard in ieder geval binnen de reikwijdte vallen zijn Medical Advisor, Medical Manager, Medical Science Liaison, Medical Affairs Manager, Scientific Advisor, Medical Director, Medical Information Manager, Medical Officer, ... . De doelgroep is echter veel breder: deze omvat namelijk alle professionals die zich binnen de farmaceutische industriële bedrijfstak regelmatig bezighouden met de hierboven omschreven aandachtsgebieden. Buiten de hierboven genoemde functies zijn dus nog vele verschillende andere rollen mogelijk – denk bijvoorbeeld aan functies gerelateerd aan Market Access en vergoedingen, of op het gebied van Promotional Compliance. Sluiten je werkzaamheden aan bij bovenstaande? Weet dan dat we ons voor je in zullen zetten en ons best zullen doen om als geleding Medical Affairs interessante activiteiten op poten te zetten. Houd daarom de activiteiten van de NVFG in de gaten! Vriendelijke groet, Bob van Roozendaal
eding el
RS
Wat zijn de aandachtsgebieden van de geleding?
Ethische en medisch inhoudelijke aspecten van marketing en sales Voor alle door marketing- en salesafdelingen geïnitieerde commerciële uitingen is het van groot belang dat deze zowel inhoudelijk juist als ethisch verantwoord zijn en daarnaast aan alle vigerende wet- en regelgeving voldoen. Vaak zijn het de binnen Medical Affairs werkzame collegae, die de verantwoordelijkheid op zich nemen om dit te borgen.
M
AI
De belangrijkste doelstelling van de geleding Medical Affairs is het behartigen van de belangen van de medisch-wetenschappelijk georiënteerde professionals binnen de farmaceutische bedrijfstak . Er wordt binnen Medical Affairs door hooggekwalificeerd personeel op ethische wijze kwalitatief hoogstaand werk verricht dat wetenschappelijke en maatschappelijke meerwaarde heeft; het is daarmee iets dat we als vereniging best wat beter op de kaart mogen zetten. Om dit te kunnen uitdragen is het van groot belang dat de geleding in ieder geval goed zichtbaar is voor de leden van de NVFG. Op basis van deze zichtbaarheid kan de geleding een spreekbuis vormen voor de door haar vertegenwoordigde leden. Daarnaast kan de meerwaarde van de geleding versterkt worden door het bevorderen van het delen van kennis en ervaring, bijvoorbeeld d.m.v. de organisatie van bijeenkomsten. Om de kwaliteit en efficiëntie te verhogen kunnen wellicht ook bepaalde werkwijzen geharmoniseerd worden. Een belangrijk einddoel van dit alles is om zowel binnen de NVFG als extern de meerwaarde te benadrukken die door de leden van de geleding Medical Affairs geleverd wordt.
Faciliteren van medisch-wetenschappelijk onderzoek Hieronder valt voornamelijk niet direct aan de registratie van geneesmiddelen gekoppeld wetenschappelijk onderzoek, zoals wetenschappelijke projecten die op initiatief van onderzoekers zelf worden opgestart.
F
Concrete doelstellingen
van samenwerking met al deze externe partijen is voor veel collega’s binnen Medical Affairs een belangrijk aandachtspunt.
G
Binnen de NVFG bestaan voor een aantal vakgebieden (bijv. registratiezaken, klinisch onderzoek, farmacovigilantie) actieve geledingen waarin de op deze vlakken werkzame collegae direct vertegenwoordigd worden. In Nederland zijn in de farmaceutische bedrijfstak echter nog veel professionals werkzaam waar tot op heden geen duidelijk gedefinieerde vertegenwoordiging van bestond binnen de NVFG. Dit betreft vooral medisch-wetenschappelijk georiënteerde functies die divers van aard zijn, maar zich in grote lijnen veelal bezighouden met het slaan van de brug tussen wetenschap en commercie. Met de oprichting van de geleding Medical Affairs is er ook voor deze collegae een vertegenwoordiging in het leven geroepen.
ED
F ICAL A
28
G
eding el
M
F
Zoals hiervoor al is beschreven, hebben de leden van de NVFG een grote verscheidenheid aan functietitels. Dat een functietitel niet altijd direct exact de werkzaamheden van iemand beschrijft moge duidelijk zijn. Wel is het goed om een inventarisatie te maken van alle functietitels, om zo een beeld te krijgen van de mogelijke achterban voor de geleding Medical Affairs. Hiertoe zijn alle functies gegroepeerd binnen de volgende categorieën: Clinical Operations (ClinOps), Pharmacovigilantie (PhV), Regulatory Affairs (RegAff), Medical Affairs en een groep ‘overig’, die aan de hand van functietitel niet specifiek bij één MedicalAf PhVis in te delen; overig van deRegAf genoemde groepen de CEO’s en algemeen directeuren, consultants en recruitment bureau’s. 188 126 73 60 Het is absoluut geen ‘rocket science’ (er is ook nog eens een klein aantal personen, die in lijn met hun functietitel een dubbelfunctie vervult), maar wel heel inzichtelijk. Zo wordt uit bijgaande pie-chart duidelijk dat ca. 1/3 van de leden een functie bekleedt die binnen Medical Affairs zou vallen. Een grote groep waarvoor de geleding Medical Affairs een duidelijk aanspreekpunt kan worden.
AI
RS
De achterban van de geleding Medical Affairs: de cijfers ED
F ICAL A
Welke functies hebben wij in deze analyse onder Medical Affairs meegenomen? Die van (associate) Medical Director, Medical Advisor of Manager, Medical Science Liaison en Scientific Advisor, Medical Information en Medical Writer en functies als Head Therapeutic Area. De verdeling van deze functies binnen Medical Affairs is in de volgende pie-chart gevisualiseerd. Of dit de juiste opdeling is per categorie of binnen medical affairs blijft een lastige vraag, omdat het erg van het bedrijf (associate medicalad MedicalSc Headther afhangt wat het functieprofiel precies inhoudt. AlsMedicalin Geleding Medical Affairs willen we hier in de toekomst proberen helder43 81 15 9 2 heid te verschaffen. Wordt vervolgd! Groeten van Carin Louis en Roos Oostendorp.
Grafiektitel overig
PhV
ClinOps
RegAff MedicalAffairs
PhV RegAff
Overig
ClinOps
Medical Medical Affairs
te Medicalad MedicalSc Medicalin Headther Overig 43 81 15 9 26 14
(associate)MedicalDirector Medicaladvisor/manager MedicalScienceLiaison/ scientific advisor scientificadvisor Medicalinformation/writer Headtherapeuticarea/ depa t e t department Overig
✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸✸ 5
Stand van zaken Commissie Professional Registration De Commissie Professional Registration (CPR) van de NVFG is in 2010 tijdens een ALV geïnstalleerd. In maart 2011 heeft er in C2W Medicines een verslag gestaan over de stand van zaken op dat moment. Inmiddels zijn we al weer een jaar verder, dus hoog tijd voor een nieuwe update.
NVFG. Zij die niet voor registratie in aanmerking kwamen, zijn allen hierover met opgaaf van reden geïnformeerd. Ook is hen gewezen op de mogelijkheid tegen de beslissing bezwaar aan te tekenen bij de tevens in 2011 in het leven geroepen Commissie van Beroep.
De CPR heeft ook in 2011 niet stil gezeten. Er is een registratiereglement opgesteld. Dit kan gezien worden als een soort huishoudelijk reglement voor de CPR, waarin tevens de registratie-eisen verwoord zijn. Het reglement is tijdens de ALV in juni 2011 goedgekeurd. Toen is tevens ingestemd met de keuze voor het instellen van twee registers, één voor artsen en één voor niet-artsen, met de daarbij horende titels “Pharmaceutical Physician NVFG” respectievelijk “Pharmaceutical Scientist NVFG”. In eerste instantie werd nog gedacht aan een onderscheid tussen niet-artsen met een universitaire vooropleiding (“scientist”) en zij met een niet-universitaire vooropleiding (‘expert”), maar in het licht van het mogelijk wegvallen van het onderscheid tussen universiteit en HBO, is ervoor gekozen slechts één titel te hanteren. Om (het gebruik van) de titels te beschermen is voor beide bij het Merkenbureau een “reglement voor het gebruik van en toezicht op” gedeponeerd. Voor de titel “Physician” werd in september 2011 bescherming verkregen, in december gevolgd door die voor de titel “Scientist”. Toen deze naamsbescherming een feit was, hebben de NVFG-leden die op dat moment in één van beide registers ingeschreven waren hun registratiecertificaat ontvangen.
Per 1 januari 2012 is de termijn om gebruik te kunnen maken van de grandfather clause dus verstreken. Dit betekent dat leden die nu geregistreerd willen worden in bovenstaande registers, zullen moeten voldoen aan de eisen die de CPR hiervoor opstelt. Zodra deze eisen bekend zijn, worden die op de NVFG-website gepubliceerd. Werkervaring in de afgelopen 5 jaar binnen de aandachtsgebieden van de NVFG zal zeker onderdeel van deze eisen blijven uitmaken. Welke overige trainingen, cursussen of opleidingen toegang kunnen geven tot dit register, wordt momenteel in overleg met de Onderwijscommissie bepaald. In ieder geval zal een afgeronde cursus “Pharmaceutical Medicine” aan één van de Europese universiteiten samen met de juiste werkervaring voldoende zijn.
Op 31 december jl. viel het doek voor de optie inschrijving via de “grandfather clause”. Gedurende het afgelopen jaar heeft de CPR de NVFG-leden herhaaldelijk gewezen op het naderen van deze deadline. Toch waren er een behoorlijk aantal last minute aanmeldingen. Dit heeft –naar verluidt- tot hilarische taferelen geleid: leden die op Oudejaarsdag bij de privéwoning van Caroline van Bruggen op de stoep stonden met de paperassen voor inschrijving in de hand. In totaal zijn 125 aanvragen voor het artsen-register en 150 aanvragen voor het niet-artsen register ontvangen. Alle aanvragen zijn afgehandeld en er zijn respectievelijk 116 leden ingeschreven in het register Pharmaceutical Physician NVFG en 119 in het register Pharmaceutical Scientist
Iedereen die nu in de NVFG-registers is ingeschreven, zal na 5 jaar een herregistratie moeten aanvragen. Ook hiervoor geldt dat de CPR samen met de Onderwijscommissie druk bezig is te bepalen welke gevolgde trainingen, congressen, bijeenkomsten en opleidingen accreditatie waardig zijn en derhalve bij herregistratie opgevoerd kunnen worden. Omdat er ongetwijfeld een puntensysteem zal komen, is het raadzaam om nu al goed bij te houden welke relevante bijeenkomsten en trainingen na 1 januari 2012 op de werkgebieden van de NVFG zijn gevolgd en deze ook te documenteren. Zodra er meer bekend is, zal dit via de NVFG-website gecommuniceerd worden en zullen de (her)registratie-eisen voor Pharmaceutical Physician NVFG respectievelijk Pharmaceutical Scientist NVFG in detail worden besproken. Odette Jochems, secretaris CPR
Stand van zaken Onderwijscommissie In dit nummer van FIAgnostiek wil de Opleidingscommissie graag iets vertellen over haar activiteiten. Als commissie zijn we nauwelijks zichtbaar voor de leden en daar willen we verandering in brengen, te beginnen met dit stukje. De commissie komt al enige maanden bij elkaar. Aanvankelijk bestond zij alleen uit artsen (Jacques Arend, Dick de Vries, Rita Lobatto en Claudia Faber-Botermans). In juli 2011 kwam daar een apotheker bij (Esther Nijholt-Faber) en deze maand is Kees Kraaij (arts) ons komen versterken. Kees’ komst naar de Opleidingscommissie brengt expertise met zich mee uit het ‘SFGverleden’. In het verleden zijn er eerdere pogingen gedaan van
6
NVFG/SFG om te komen tot een specialistenregister voor artsen werkzaam in de farmaceutische geneeskunde. De taken van de Opleidingscommissie bestaan momenteel uit twee delen: het opzetten van een accreditatie-systeem en het formuleren van opleidingseisen en de bijbehorende structuur. Voor wat betreft de accreditatie richten we ons op het huidige CME (Continuing Medical Education) en CPD (Continuing Professional Development) cursusaanbod in Nederland en daarbuiten. Aangezien vele verenigingen ons al zijn voorgegaan, hoeven we het wiel niet opnieuw uit te vinden. Één concreet actiepunt van
de commissie is het opstellen van een NVFG accreditatiereglement, op basis van een Europees model van de CEPM (Council for Education in Pharmaceutical Medicine); dit valt onder de vlag van de IFAPP (International Federation of Associations of Pharmaceutical Physicians). Op de ALV van 8 mei a.s. zal hierover meer te vertellen zijn. Opleiding, onderwijs, accreditatie van CME/CPD activiteiten hangen ook nauw samen met de recentelijk door de KNMG gepubliceerde eisen voor herregistratie van basisartsen in het BIG register. Er is een reële kans dat artsen die geen aantoonbare individuele patiëntenzorg leveren, zullen worden geschrapt uit dit register. En er bestaat (nog) geen apart register voor ‘artsen niet-praktiserend’. Nu de ‘Grandfather Clause’ per 1 januari 2012 is afgelopen, dient er een andere route te komen tot het register van ‘Scientist NVFG’ en ‘Pharmaceutical Physician NVFG’. Onze commissie brengt daarom in kaart wat de opleidingsmogelijkheden zijn binnen de farmaceutische geneeskunde voor alle leden van de NVFG (artsen, niet-artsen, werkzaam in verschillende functies en met een verschillende beroepsachtergrond). Het gaat daarbij om een verkenning welke bestaande cursussen en opleidingen (in Nederland en mogelijk daarbuiten) gezamenlijk kunnen kwalificeren voor een basisdiploma in de Farmaceutische Geneeskunde (6 basismodules = Bachelor of Science). In ons land bestaat een dergelijke universitaire (postdoctorale) opleiding (nog) niet. Dit in tegenstelling tot landen als het Verenigd Koninkrijk, België en Zwitserland. Wanneer het basisprogramma doorlopen is, dan zou men kunnen opgaan voor een
Masters Degree in de farmaceutische geneeskunde, door een aantal vervolgmodules te behalen. Aan de top van de piramide staat de opleiding tot ‘Specialist in Pharmaceutical Medicine (SPM)’ waarin specifieke competenties worden getraind. In de UK bijvoorbeeld is de SPM een echte medisch specialist. De Opleidingscommissie bekijkt onder andere of een opleiding Farmaceutische Geneeskunde (basis, Master, Specialist) een wenselijke (en haalbare) situatie is voor ons land. Onze activiteiten hebben raakvlakken met het werk van de Commissie Professional Registration (CPR) van de NVFG en daarom is het de bedoeling om periodiek gezamenlijk te vergaderen. U proeft waarschijnlijk wel uit het bovenstaande dat er verschillende routes zijn om onze doelen ‘aan te vliegen’. In een ‘round table’ bijeenkomst later dit jaar willen we alle opties bespreken met een ‘denktank’ van vertegenwoordigers uit academia, onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven. Hierbij zullen draagvlak en haalbaarheid getoetst moeten worden. Bent u nieuwsgierig geworden en/of hebt u ervaring met accreditatietrajecten en/of zou u uw tanden ook wel in dit onderwerp willen zetten? Schroom dan niet contact op te nemen met één van de leden van de Opleidingscommissie! U kunt ons vinden in het ledenboekje, benaderen via het secretariaat of aanspreken tijdens de aanstaande ALV. De Opleidingscommissie
“No Cure, No Pay” of “No Pay, No Cure”? Subtitel: Wat kunnen we betalen, wat moeten we betalen en wat willen we betalen. Zorginnovatie is noodzakelijk. Op welke wijze krijgen wij de best mogelijke zorg voor elkaar. Een goedbezocht symposium Innovatie in Nederland anno 2012: “No Cure, No Pay” of “No Pay, No Cure”? op 19 januari 2012 als eerste van een serie NVFG activiteiten in 2012. In 2012 bestaat de NVFG 50 jaar en daarmee is 2012 een lustrumjaar, waarin nog diverse activiteiten zullen volgen, waaronder het Lustrumcongres: Farm@2020: evolutie of ®evolutie? op 7 juni 2012. Dit memoreerde Henk Jan Out, voorzitter van de NVFG, in zijn korte nieuwjaarsspeech. Hierna ging het symposium, georganiseerd namens de themacommissie door Tony Tan en Johan van Ieperen (tevens dagvoorzitter), over een zeer actueel, veelzijdig en impactvol onderwerp met volle vaart van start.
Martin van der Graaff, secretaris Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) bij het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), opende het symposium. Onder de titel “Waar voor je geld, geld voor je waar” stond Van der Graaff stil bij de verschillende belangen die er zijn bij verzekeraars en farmaceuten en overige zorgaanbieders. 2012 wordt een jaar waarbij budgetten extra onder druk komen te staan. Hoe is kostenstijging in de hand te houden in een maatschappij waarin meer mensen met geneesmiddelen
worden behandeld? Een voorbeeld van een kostenbesparingsmaatregel is de overheveling van de TNF-alfa blokkers van extramuraal naar intramuraal met een doel om 50 miljoen euro te besparen. Met een dergelijke maatregel wil VWS de uitgavengroei bij de dure geneesmiddelen een halt toeroepen. Voor 2013 is een tweede voorstel geagendeerd (geneesmiddelen voor behandeling van kanker, groeihormonen en fertiliteitshormonen) en voor 2014 het derde voorstel van overhevelingen. Een tweede mogelijkheid om kosten in de hand te houden is een voorwaardelijke vergoeding. Hoe geloofwaardig kan dat worden toegepast? Volgens Van der Graaff is Nederland tot nu toe nog een soort luilekkerland waarin dure geneesmiddelen pas worden beoordeeld op doelmatigheid nadat deze gedurende 4 jaar voor de volle prijs zijn afgeleverd, i.t.t. veel andere landen waar al enige tijd allerlei kostendempende maatregelen zijn afgesproken tussen fabrikant en overheid. De vraag is of in Nederland dat geld wel goed is besteed? De eerste producten van de inmiddels vervallen Beleidsregel Dure Geneesmiddelen zijn net beoordeeld, o.a. infliximab voor colitis ulcerosa. CVZ is van mening dat de dataverzameling onvoldoende was, de kostenef-
7
fectiviteit onvoldoende is onderbouwd en het CVZ overweegt te adviseren om infliximab uit te sluiten voor vergoeding. Een belangrijk leerpunt van de eerste beoordelingen van Dure Geneesmiddelen is dat de opzet en de verwachtingen van uitkomstenonderzoek anders moeten. Wat is de echte ‘need to know’ (naast de ‘nice-to-know’) en hoe zet je vooraf een goed registry op die in de praktijk ook goed bijgehouden kan worden? Ook Quality of Life (QoL) gegevens zullen een belangrijke plaats innemen. Dit zijn essentiële onderdelen voor het kunnen toepassen van voorwaardelijke vergoedingen. Van der Graaff belichtte de verschillen in beoordeling en adviezen tussen geneesmiddelen voor de intramurale en de extramurale sector. Intramuraal vindt o.a. een overgang plaats van beleidsregels naar DBC’s en add-on’s. Extramuraal is sprake van risicogericht toetsen: zo min mogelijk aan de poort en focus op toegankelijkheid, veiligheid, juist toepassen en mogelijke uitwijk naar duurdere zorg. Belangrijk voor het beoordelen is het draagvlak van alle betrokken partijen en een goed monitoring systeem (aantal behandelde patiënten, dosering, indicatie) met zo min mogelijk vertraging. Alle partijen moeten in een flexibel systeem ook accepteren wat de gevolgen kunnen zijn. Het kan namelijk betekenen dat je extra snel toegang tot een behandeling hebt. Maar anderzijds dient men dan bij onvoldoende onderbouwing voor toegevoegde waarde te accepteren dat een therapeutische mogelijkheid weer kan verdwijnen. Volgens een uitgelekt conceptrapport zal er komend jaar 1,3 miljard bespaard dienen te worden. Er is gekeken naar de mogelijkheid om bepaalde indicaties met lage ziektelast uit het vergoedings- pakket te halen. Dit alleen zal niet voldoende zijn, dus andere maatregelen zullen ook genomen moeten worden. Gekeken wordt ook naar preventieve zorg. Centraal staat de vraag naar de houdbaarheid van de solidariteit in het stelsel. Hoeveel zijn wij bereid te betalen/investeren in gezondheid? Hoeveel mag een gezondheidswinst kosten, en hoe definiëren we deze winst? Het vragen van een realistische prijs voor nieuwe geneesmiddelen is hierin cruciaal. Onder het motto ‘Samen sterk’ riep Van der Graaff belanghebbenden op mee te denken en verantwoordelijkheid te dragen voor alternatieve financieringsmodellen. Ook de leden van de NVFG hebben daarbij een uitdaging door de pijplijn van hun bedrijf na te lopen en opties te creëren. Ook om hun collega’s in het veld bewust te laten worden van de noodzakelijke veranderingen. De tweede spreker was Patrick Edgar, arts, MBA. Edgar is werkzaam als Senior Manager Zorginkoop 1e lijn bij zorgverzekeraar Achmea en hanteerde bij zijn voordracht de titel ‘Innovatie in de zorg en de farmacie, niets nieuws onder de horizon, wel bitter noodzakelijk’. Edgar start zijn verhaal met de vraag of innovatie in de zorg wel noodzakelijk is. Het gaat toch goed? Achtergrond voor deze vraag zijn de groeiende levensverwachting en stijgende kosten. Zorgvraag lijkt namelijk onbeperkt. Steeds meer ongemakken worden tot aandoening gemaakt waarvoor zorg gevraagd wordt. Er is een risico op het ontstaan van z.g. ‘pretpoli’s’. Een beperking van het verzekerde pakket zal dan ook noodzakelijk zijn volgens Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Het motto van ZN is
8
zoveel mogelijk zorg per euro (i.p.v. zo laag mogelijke kosten). Daarnaast zal er een hogere productiviteit van het zorgsysteem gerealiseerd moeten worden. Een belangrijke vraag is ook waar collectiviteit nodig is en waar de verantwoordelijkheid van het individu voor zijn eigen gezondheid ligt. Hogere productiviteit van het zorgsysteem vereist volgens Edgar innoveren op 7 aspecten. Dat zijn: beschikbaarheid en toegang, meer preventie en advies, just-in-time effectieve zorg, minder fouten, hogere kwaliteit, betere (keten)samenwerking, leefstijl & zelfmanagement en opheffen van verspilling. Het doel is gezondheidswinst tegen aanvaardbare kosten. Zorgverzekeraars zijn in het kader van kostenbeheersing in gesprek met vele partijen o.a. met zorgverleners (artsen, hulpmiddelenproducenten, farmaceuten). Een gerelateerd initiatief van Achmea is dat zij maatwerk voor zorgprogramma’s (inclusief preventie) ontwikkelt voor werkgevers om het presterend vermogen van een organisatie te verhogen. Dit initiatief sluit aan bij goed werkgeverschap. Een aspect dat daarbij voor verzekeraars en werkgevers zeker relevant is, is bijvoorbeeld dat er een groot gezondheidsverschil is tussen laag en hoogopgeleiden in Nederland. Geld blijkt niet het belangrijkste obstakel te zijn. Belangrijkere obstakels zijn dat innovatie vaak gepaard gaat met verandering van rollen, macht, belangen en geldstromen. Ook dat het huidige financieringssysteem de investerende innovator regelmatig benadeelt en de consument vaak te volgzaam is en blijft ‘hangen’ in hoe het was. Edgar noemt in dit kader verslapping van het moderniseringsbeleid van de zorgsector de échte schadepost voor de samenleving. In hoeverre de (ook door Martin van der Graaff genoemde) overheveling een bijdrage levert aan deze modernisering is nog geen uitgemaakte zaak. De vraag is of de beoogde besparingsdoelen, efficiencyverbetering en handhaven van goede patiëntenzorg zullen worden bereikt. Wel kan een voordeel van de overheveling zijn dat er een eind komt aan de duale financieringsstructuur. Edgar sloot af met de boodschap dat het tijd is voor een minder rigide systeem met meer vrijheden voor zowel zorgaanbieder als ook zorgverzekeraar om tot maatwerkafspraken te komen. Van groot belang daarbij is dat de bestaande structuur op de schop gaat. Een voorzet daartoe staat in het CVZ rapport ‘risicogerichte beoordeling van geneesmiddelen’. De tijd voor koudwatervrees bij veel verzekeraars (medeverantwoordelijkheid, hoe leg ik dat uit aan mijn verzekerden) is nu echt voorbij. Na ‘de thee’ kreeg Tineke Markus, directeur Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging Nederland (CCUVN) het woord om het perspectief van de patiënt te verwoorden. Deze vereniging kent meer dan 10.000 leden en heeft te maken met bezuinigingen van de Minister voor de ondersteuning van de patiëntenverenigingen. De subsidie voor CCUVN gaat ieder jaar terug tot totaal min 80% in 2014. De doelstellingen van de Minister van VWS zijn tegenstrijdig. Minister Schipper wil zorginnovaties en moet wel bezuinigen. De Minister zegt echter ook dat de patiënt hier niet de dupe van mag zijn. De patiëntenvereniging staat hier sceptisch tegenover en maakt zich zorgen of dit daadwerkelijk het geval zal zijn. Goede zorg is vastgelegd in de richtlijn Inflamma-
tory Bowel Disease (IBD). Behandeling dient plaats te vinden volgens de richtlijn en is qua toepassing van geneesmiddelen afhankelijk van het feit of sprake is van actieve ziekte of onderhoudsbehandeling. De laatste behandeling voor een operatie is toepassen van TNF-alfa remmers. Voordat TNF-alfa remmers (bijv. infliximab) worden toegepast worden diverse andere geneesmiddelen toegepast: mesalazine, prednison, azathioprine en methotrexaat. Allen relatief goedkoop, maar wel middelen met een scala aan mogelijke bijwerkingen. Risico’s van de (ook door eerdere sprekers gememoreerde) overhevelingsaanpak vanuit patiëntenperspectief zijn volgens mevrouw Markus dat bij het opraken van het budget op een gegeven moment dure geneesmiddelen niet meer beschikbaar zijn, dat er wordt bezuinigd ten koste van kwaliteit van leven en dat een patiënt niet weet of de arts het belang van de patiënt voorop blijft houden. Kan er budgettair gezien een concurrentie tussen ziekten gaan ontstaan? De patiëntenvereniging is in het kader van de overheveling gestart met een geneesmiddelenmonitor (www.geneesmiddelenmonitor.nl) samen met de stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening (EGV). De eerste voorzichtige cijfers zijn inmiddels bekend op basis van 400 meldingen. Zo wordt gemeld dat er sprake is van een andere toedieningsvorm van een geneesmiddel, en van een langere periode tussen afspraken. De CCUVN heeft in het kader van de herbeoordeling van infliximab (zie ook de voordracht van Martin van der Graaff) in 2011 een onderzoek uitgezet onder 4500 leden. Van 871 mensen met colitis ulcerosa gebruikt 25% infliximab, waarvan 64% meer dan een half jaar. Mevrouw Markus noemde in haar presentatie als uitkomsten van dit onderzoek een verbeterde kwaliteit van leven (algemeen welbevinden, energieniveau, deelname aan sociale activiteiten en deelname aan werk/school) van met infliximab behandelde patiënten.
het meest realistische doel. Dit kan worden bereikt door de glucosewaarden te verbeteren. Qua wetenschappelijke benadering bestaat o.a. de vraag op welke innovatieve wijze type 1 diabetes kan worden genezen. De huidige behandeling met insuline is een symptomatische behandeling. De meest ingrijpende en risicovolle ingreep op weg naar genezing is een pancreastransplantatie voor diabetes type I. In het onderzoek in Leiden probeert men sinds 2007 eenzelfde effect te bereiken door eilandjestransplantatie (humane betacellen). Genezing van type 1 diabetes is op die wijze mogelijk. Prof. de Koning stelt hierbij de vraag of er op dit moment voldoende interesse is voor genezing van type 1 diabetes van de zijde van farmaceutische/biotechnologische bedrijven. De behandeling van type 2 diabetes is een andere onderzoekslijn. De eerste stap is verandering van lifestyle (minder en regelmatig eten, goede lichaamsbeweging en afvallen) om de symptomen van type 2 diabetes (tijdelijk) te laten verdwijnen. Er is nog geen echte genezing mogelijk van type 2 diabetes met de bestaande middelen en de vraag is of die er ook zal komen. De huidige type 2 behandeling is een symptomatische farmacotherapeutische behandeling gericht op glucoseverlaging. De behandelopties zijn: 1. metformine, sulfonylureumderivaten (SU’s) 2. acarbose, gliniden, 3. thiazolidinedionen (TZD) en 4. de recent beschikbaar gekomen GLP-1 receptoragonisten (GLP1-RA) en de DPP4 remmers. Er bestaan inmiddels innovatieve strategieën in de chirurgie in de vorm van metabole chirurgie (onder andere restrictieve ingrepen - minder ruimte in de maag voor voedsel, bijvoorbeeld door een maagband) en in de vorm van de combinatie van restrictieve en malabsorptieve chirurgie: de gastroïntestinale bypass. Deze laatste vorm van chirurgie heeft meer effect dan de restrictieve vorm, aldus prof. de Koning.
Prof. dr. Eelco de Koning is internist-endocrinoloog en werkzaam bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Hij is behandelaar en onderzoeker en de laatste spreker van het middagsymposium. De titel van zijn voordracht luidde ‘Innovaties in de zorg in 2012’. Wetenschappelijke innovatie moet leiden tot innovatieve therapie. De onderzoeksafdeling van Prof. de Koning zoekt naar innovaties en richt zich primair op diabetes mellitus (suikerziekte). Een groeiend gezondheidsprobleem (met name type 2 diabetes) voor een steeds dikker wordende populatie. Volgens de huidige gegevens is de prevalentie 1:15.
Na het onderwerp ‘de ziekte genezen’ stond prof. de Koning stil bij het voorkomen van lange termijn complicaties. Door intensief met insuline te behandelen, blijven er lange termijn complicaties optreden bij type I diabetes. Insuline reduceert de microvasculaire complicaties. Met betrekking tot type 2 diabetes dragen alle eerder genoemde middelen (1 t/m 4) bij aan het voorkomen van microvasculaire complicaties. Met betrekking tot het voorkomen van macrovasculaire complicaties (MI, CVA en perifeer lijden) alleen het oude metformine goed bij te dragen. Van de GLP-1 receptoragonisten en de DPP4 remmers is dit nog niet goed bekend. Deze twee nieuwe klassen van geneesmiddelen moeten zich op dit vlak nog bewijzen. Met betrekking tot het verlagen van de bloedglucose bestaat een wisselend beeld bij de huidige opties. De effectiviteit op dit gebied is goed bij metformine, SU’s en TZD’s en sterk bij GLP1RA (maar niet meer dan insuline). DPP4-remmers zijn matig/redelijk effectief en andere middelen veroorzaken een geringe verlaging van de bloedglucose. Kijkend naar het niveau van innovatie noemt Prof. de Koning de DPP4-remmers en de GLP-1 receptoragonisten wetenschappelijk gezien een nieuw concept, een nieuw inzicht in de pathofysiologie.
Belangrijk is de vraag waar farmacotherapeutische innovaties op het gebied van diabetesbehandeling aan moeten voldoen. Genezing van type 1 diabetes is nog niet mogelijk. Het voorkomen cq uitstellen van lange termijn complicaties is vooralsnog
Op het gebied van kwaliteit van leven zien we technologische innovaties (24 uurs glucosesensoren, zelfcontrole, laserbehandeling van ogen, insulinepen en dunnere naalden) en farmacotherapeutische innovaties. Onder deze laatste vorm van innova-
Mevrouw Markus beëindigde haar voordracht met te stellen dat innovatie noodzakelijk is, dat kosten van medicatie één van de onderdelen vormen van de zorg, maar dat ook kosten voor care erbij horen en dat we moeten blijven kijken naar opbrengsten. Als laatste een verwijzing naar de website www.crohnjuwelen.nl. Op deze site zijn diverse verhalen te zien van patiënten met Crohn, o.a. ‘Engelien vertelt’ met het indringende, eigen verhaal van een patiënt.
9
tie kunnen worden genoemd: angiogeneseremmers voor de ogen, langwerkende insuline analoga bij type 1 diabetes met minder hypo’s, het stimuleren van insulinesecretie zonder direct gevaar voor hypo’s bij DPP4 remmers en GLP1-RA, waarbij de laatste groep vaak ook gewichtsverlies als effect heeft. Voor wat betreft gebruiksgemak wordt de wekelijkse toedieningsvorm van GLP1-RA (exenatide) genoemd. Maar ondanks bovengenoemde innovaties op het gebied van glucoseregulatie en kwaliteit van leven is er nog geen innovatieve doorbraak bij genezing van type 2 diabetes.
Prof. de Koning besloot zijn voordracht als behandelaar-wetenschapper met de opmerking dat kostenstijgingen moeten worden geaccepteerd, innovatie op farmacotherapeutisch gebied essentieel is en gestimuleerd moet worden.
Er bestaan in Nederland substantiële belemmeringen bij het toepassen van GLP-1 receptoragonisten als innovatieve farmacotherapeutische behandeloptie. De administratieve hindernissen zoals artsenverklaringen worden vanuit de behandelaren als zeer hinderlijk ervaren. Zeker wanneer restricties enkel op budgetimpact gebaseerd lijken te zijn en niet op therapeutische meerwaarde.
Rob Bussink en Maarten Boomsma
Na een paneldiscussie werd het interessante en leerzame symposium afgesloten met ‘de’ Nieuwjaarsborrel. Dit was een prima gelegenheid om de nieuwe inzichten in het krachtenspel van geneesmiddelenvergoeding en innovatie vanuit verschillende perspectieven op een interactieve wijze te ‘verwerken’.
Nieuwe procedure lokale haalbaarheid Per 1 april treedt een nieuwe procedure lokale haalbaarheid in werking. De CCMO heeft een korte en bondige brochure uitgebracht die wij graag met jullie delen.
Stap1Ondertekening onderzoeksverklaring In de voorbereidende fase tekent het afdelingshoofd/zorggroepmanager van het deelnemend centrum de zogenaamde Onderzoeksverklaring. De instellingen stellen hiervoor hun eigen regels op die voor hun centrum van toepassing zijn. Wanneer een deelnemend centrum geen afdelingshoofd/ zorggroepmanager of equivalent heeft, zoals in een huisartsenpraktijk, tekent de onderzoeker zelf. De Onderzoeksverklaringen worden opgenomen in het onderzoeksdossier. Het formulier voor de Onderzoeksverklaring staat op de CCMO-website bij Onderzoeksdossier en Formulieren.
Het verkrijgen van goedkeuring voor multicenteronderzoek Nieuwe procedure vanaf 01 maart 2012
Vanaf 1 maart 2012 geldt een nieuwe procedure voor het verkrijgen van goedkeuring voor multicenter-onderzoek met proefpersonen. Drie belangrijke stappen in het proces zijn:
Stap1
Stap2
Stap3
Ondertekening onderzoeksverklaring
METCbeoordeling
Toestemming Raad van Bestuur
Vraagstelling
artsonderzoeker
adm. ondersteuning
Verzoek deelname
onderzoeks-protocol
Centrum A
Curriculum vitae 1
Centrum B
Centrum C
Curriculum vitae
Curriculum vitae
1
1
Centrum D
Curriculum vitae 1
WMO verzekering
WMO verzekering
WMO verzekering
WMO verzekering
Onderzoeksverklaring Centrum A
Onderzoeksverklaring Centrum B
Onderzoeksverklaring Centrum C
Onderzoeksverklaring Centrum D
Verzamelen documenten
Ondertekening van de Onderzoeksverklaring door het afdelingshoofd/zorggroepmanager
artsonderzoeker
adm. ondersteuning
Samenstellen onderzoeksdossier
Onderzoeksdossier
1. Bij commercieel onderzoek wordt er in de regel één WMO-verzekering afgesloten door de opdrachtgever/ verrichter voor alle deelnemende centra. In dat geval vervalt de eis dat voor ieder centrum een verzekeringscertificaat aangeleverd moet worden. Ook als er ontheffing van de plicht tot het afsluiten van de wmo-verzekering wordt gevraagd, wordt er geen certificaat ingediend. Zie www.ccmo.nl voor meer informatie.
10
Stap2 METC-beoordeling
Stap3 Toestemming Raad van Bestuur
Het onderzoeksdossier wordt vervolgens ter beoordeling ingediend bij één erkende Medisch-Ethische 2 Toetsingscommissie (metc) . Onderzoeksverklaringen die bij de indiening zijn opgenomen in het onderzoeksdossier dan wel binnen 14 dagen na de indiening van het dossier zijn nagestuurd, dienen door de metc betrokken te worden bij de primaire beoordeling. De beoordeling van de Onderzoeksverklaringen die na deze deadline worden aangeleverd kan door de metc uitgesteld worden tot na de afgifte van het primaire besluit.
Ten slotte dienen de Raden van Bestuur/Directies van de deelnemende centra toestemming te geven voor de uitvoering van het onderzoek in de eigen instelling. Deze toestemming wordt schriftelijk vastgelegd. Pas na het verkrijgen van deze toestemming kan het onderzoek in het desbetreffende centrum starten.
artsonderzoeker
Centrum A
Centrum B
Centrum C
Centrum D
Onderzoeksverklaring Centrum A
Onderzoeksverklaring Centrum B
Onderzoeksverklaring Centrum C
Onderzoeksverklaring Centrum D
Positief METC-besluit
Positief METC-besluit
Positief METC-besluit
Positief METC-besluit
adm. ondersteuning
Indiening bij erkende METC
Onderzoeksdossier
Vraagbrief
Verzoek aan Raad van Bestuur toestemming uitvoering onderzoek METC
Nee
Medisch-ethische beoordeling Dossier volledig en onderzoek deugdelijk? RvB
RvB
RvB
RvB
Akkoord uitvoering
Akkoord uitvoering
Akkoord uitvoering
Akkoord uitvoering
Start studie in Centrum A
Start studie in Centrum B
Start studie in Centrum C
Start studie in Centrum D
Ja Positief METC-besluit Uploaden besluit door METC Webportal ToetsingOnline
2.Voor bepaalde vormen van onderzoek (bijv. gentherapie, celtherapie etc.) treedt de ccmo op als oordelende toetsingscommissie. In dat geval wordt een onderzoeksdossier niet voorgelegd aan een metc. Zie www.ccmo.nl voor meer informatie.
De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek www.ccmo.nl November 2011
Landschap van de NVFG .................... P.W.G.J. Bouten (PharmConMed) 1) Hoe heeft u de NVFG gevonden? Enige jaren geleden ben ik op diverse congressen geweest die georganiseerd waren door de NVFG. Doordat ik in het buitenland werkte is de NVFG even van mijn radar verdwenen. Nadat ik afgelopen jaar de CRA dag had bezocht, is mijn interesse in de NVFG weer opgewekt. 2) Waarom bent u lid geworden? Wat verwacht u van de vereniging? Ik ben lid geworden om nieuwe informatie op te doen, kennis en ervaringen te delen en te netwerken. Wat ik van de vereniging verwacht is dat wat ik hierboven beschreef ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd. 3) Wat denkt u toe te voegen aan de vereniging? Mijn kennis en ervaringen delen met anderen. 4) Wat is uw achtergrond (opleiding, werkervaring etc.)? In 1986 heb ik de studie fysiotherapie afgerond. Ik ben zeven jaren als fysiotherapeut werkzaam geweest in Nederland en Duitsland. Nog steeds ben ik BIG geregistreerd.
Na de opleiding fysiotherapie heb ik de studie Bio-Medische Wetenschappen te Nijmegen gevolgd. Deze studie heb ik afgerond in 1992. Hierna ben ik binnen de farmaceutische industrie verzeild geraakt. De eerste functie die ik hier vervulde was een CRA functie bij Covance in Brussels. Dit was een homebased CRA positie. Als CRA heb ik vijfeneenhalf jaar in Nederland, België en de UK studies gemonitord. Hierna ben ik als CRO manager aan de slag gegaan bij Organon in Oss. Mijn rol bestond uit outsourcing van klinische studies voor de klinische afdelingen. Tevens hield ik mij bezig met insourcing van personeel daar waar er resources te kort waren. Deze functie heb ik ook vijfeneenhalf jaar bekleed. Vervolgens werd ik Head Clinical Operations bij HGSI in Dusseldorf. Ik heb hier gewerkt als Project Manager. Later heb ik een team van 3 Project Managers aangestuurd. Na tweeënhalf jaar bij HGSI te hebben gewerkt, ben ik begonnen bij UCB in Brussel. Hier was ik European Head Outsourcing and Contracts. In deze functie moest ik een team van zeven outsourcing managers gelokaliseerd in Brussel en de UK aansturen. Tot begin 2009 was ik werkzaam bij UCB en sinds maart 2009 vervul ik een freelance rol. Mijn eerste opdracht als freelancer was een CTL functie voor Quintiles waar ik gewerkt heb op een zeer grote vaccinatie studie die in Nederland werd uitgevoerd.
11
Hierna ben ik voor Boston Scientific (medical devices) aan de slag gegaan om te helpen de klinische projecten, die georganiseerd worden vanuit Europa, uit te besteden. Momenteel ben ik nog steeds werkzaam voor Boston Scientific. Naast deze werkzaamheden, heb ik vorig jaar een Green Belt in Lean gehaald en ben ik gecertificeerd Green Belt In Lean (CGBL). Onlangs heb ik ook het Black Belt in Lean curiculum afgesloten. Inzicht in Lean is een tool om processen efficiënter te maken en verspillingen weg te nemen. Een ander leuk aspect is dat ik sinds afgelopen oktober deel uitmaak van de cliëntenraad van een zorginstelling. In deze cliëntenraad worden de belangen van cliënten behartigd. De betrokkenheid met cliënten en het reilen en zeilen in de zorginstelling spreken mij zeer aan. Het verruimt en verbreedt mijn horizon. 5) Waar richt het bedrijf zich op waar u werkzaam bent? Zoals hierboven beschreven ben ik freelancer en richt ik me momenteel op contractwerk. Dit betekent dat ik daar waar nodig inspring binnen de farma en de CRO wereld. Momenteel zijn de meest voorkomende werkzaamheden het helpen met outsourcing van klinische studies.
Clinical Research Associate, IMRO TRAMARKO (2,5 jaar waarvan laatste jaar bij RPR/Aventis) Clinical Research Associate, Teva Pharmachemie (4 jaar) Clinical Trial Manager, Teva Pharmachemie (4,5 jaar) Medical Expert, medische afdeling, Teva Pharmachemie (2,5 jaar) = huidige functie Voor meer details: zie LinkedIn 5) Waar richt het bedrijf zich op waar u werkzaam bent? Teva Pharmachemie is een allround farmaceutisch bedrijf, actief in alle segmenten van de farmamarkt: generieke geneesmiddelen, vrij verkrijgbare geneesmiddelen, ziekenhuisproducten, innovatieve geneesmiddelen, voedingssupplementen en huidverzorgingsproducten. Ik werk voor Teva Pharma Nederland, de organisatie binnen Teva Pharmachemie die verantwoordelijk is voor het op de markt brengen van Teva's innovatieve producten.
.................... S. Simonian
Mijn interesse is om ergens een nieuw of bestaand product te vinden en dat (verder) te kunnen ontwikkelen. Volgens mij zijn er nog veel mogelijkheden om nieuwe medicijnen, wellicht op een andere manier, op de markt te krijgen. Waar je tegen aan loopt is het traceren van de juiste funding.
....................
1) Hoe heeft u de NVFG gevonden? In december 2011 ben ik toegetreden tot de NVFG. Ik kende NVFG uit mijn vroegere werkkring namelijk het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Na het opzetten van mijn wetenschappelijke eenmansconsultancy voor farmaceutische bedrijven kreeg ik de aanbeveling van een oude collega lid te worden van NVFG
K.W.M. Zuurbier (Karin) (Teva Pharma) 1) Hoe heeft u de NVFG gevonden? Via collega’s die mij hierop hebben geattendeerd. Ik heb ook enkele interessante bijeenkomsten bijgewoond. De programma’s waren nuttig/informatief en gaf veel gelegenheid voor netwerken. 2) Waarom bent u lid geworden? Vanwege de volgende redenen: a: Positieve ervaringen met enkele bijeenkomsten die ik al bijgewoond heb b: Er blijken veel mensen uit mijn netwerk al lid te zijn c: Ik wil dit initiatief/deze vereniging graag ondersteunen met een lidmaatschap Wat verwacht u van de vereniging? Voortzetting van het organiseren van interessante bijeenkomsten en gelegenheden voor netwerken. 3) Wat denkt u toe te voegen aan de vereniging? Betrokken aanwezigheid bij bijeenkomsten. Eventueel aandragen van nieuwe onderwerpen. 4) Wat is uw achtergrond (opleiding, werkervaring etc.)? Opleiding: Biologie, Universiteit van Amsterdam Promotieonderzoek (PhD), Faculteit Geneeskunde, Universiteit van Amsterdam Werkervaring (chronologisch): Postdoc, Afdeling Farmacognosie, Rijksuniversiteit Leiden (5 jaar)
12
2) Waarom bent u lid geworden? Wat verwacht u van de vereniging? Het lidmaatschap van de NVFG biedt een goede gelegenheid om met het regulatoire en wetenschappelijke veld van geneesmiddelenontwikkeling in contact te blijven. De netwerkvorming die daardoor ontstaat is uiteraard ook gunstig voor mijn consultancy. 3) Wat denkt u toe te voegen aan de vereniging? Ik denk dat ik met mijn zeer ruime ervaring met het adviseren en beoordelen van klinisch-farmacologische gegevens die gegenereerd worden ten behoeve van de registratie van humane geneesmiddelen een bijdrage kan leveren aan kritische discussies en beleidvorming rondom zulke aspecten in de NVFG kring. 4) Wat is uw achtergrond (opleiding, werkervaring etc.)? Ik studeerde af als medisch bioloog met ervaring in de medische microbiologie en in klinische immunologie. Hierna heb ik mijn doctorstitel behaald aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ik heb talrijke publicaties en adviezen geschreven. Ik werkte tot maart 2011 als senior klinisch geneesmiddelen beoordelaar bij het CBG. Mijn specifieke deskundigheid betreft het beoordelen van klinische gegevens (zowel efficacy als safety) van antimicrobiële middelen en antivirale middelen zoals tegen HIV. Hiernaast heb ik ruime ervaring in de beoordeling van analgetica (al dan niet opiaten), antirheumatica en eventuele medische hulpmiddelen die dit soort middelen bevatten. Na ruim 33 jaar bij het CBG ben ik in oktober 2011 met mijn consultancy begonnen, namelijk Drug Regulatory Scientific Advice ( DRSA).
5) Waar richt het bedrijf zich op waar u werkzaam bent? DRSA richt zich op het geven van inhoudelijk advies op het gebied van registratiedossiers voor humane geneesmiddelen en medische hulpmiddelen in aandachtvelden zoals antimicrobiële middelen, antivirale middelen zoals tegen HIV, analgetica (al dan niet opiaten) en antirheumatica.
....................
Josée Marsille (Velesta) 1) Hoe heeft u de NVFG gevonden? Ik wil me graag voorstellen als nieuw lid van de NVFG. Mijn naam is Josée Marsille. 2) Waarom bent u lid geworden? Wat verwacht u van de vereniging? Samenwerking en kennis delen zijn voor mij belangrijke aspecten die bijdragen in het werkplezier en in het succesvol uitoefenen van mijn werk. De wereld van de farmaceutische industrie is volop aan het veranderen. Door lid te worden van de NVFG wil ik graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen binnen o.a. de gebieden van clinical operations, medical affairs en regulatory affairs.
3) Wat denkt u toe te voegen aan de vereniging? Ik wil ook graag van betekenis zijn voor de NVFG door mijn bijdrage te leveren aan de kwaliteit van goed klinisch geneesmiddelen onderzoek door actief betrokken zijn bij één van de geledingen, zoals clinical operations. 4) Wat is uw achtergrond (opleiding, werkervaring etc.)? Ik heb 27 jaar werkervaring binnen de farmaceutische en biotechnologische industrie o.a. op gebied van Clinical Operations. Het afgelopen jaar heb ik het Nederlandse kantoor van Valesta geopend in ‘s Hertogenbosch. Dit is een enorm spannende en leuke uitdaging om op deze wijze mijn kennis toe te passen in Clinical Research Solutions. 5) Waar richt het bedrijf zich op waar u werkzaam bent? Valesta bestaat al meer dan 15 jaar in België en haar filosofie is gebaseerd op drie waarden. Namelijk door transparant en eerlijk te zijn èn vertrouwen uit te stralen, zijn wij een partner voor veel bedrijven en organisaties die zich bezig houden met clinical research. Als HR partner laat Valesta zich inspireren vanuit de vraag van de klant en de mens achter die klant. De succesvolle aanpak van Valesta heeft zich inmiddels in België en Spanje bewezen. Sinds 2011 richt Valesta haar pijlen ook op Nederland en hebben we al meerdere malen onze unieke werkwijze in de praktijk kunnen laten zien aan tevreden partners. Voor Valesta zoek ik naar de juiste professionals, die de perfecte match hebben voor de projecten en hun opdrachtgevers. Mijn werkervaring is de basis om het werkterrein van de professionals te kunnen begrijpen en anderzijds om de invulling van de behoefte van de opdrachtgever te kunnen waarborgen.
WIE WAT WAAR RUBRIEK De heer F. Aksen, Medical Liasion bij Eli Lilly Nederland De heer J.A. Bakker, Director Clinical Development; Clinical Pharmacology (EPD) bij Abbott Healthcare Products B.V. Mevrouw M.J.M. Bertens, Clinical Research Manager bij GlaxoSmithKline BV De heer P.J.G.W. Bouten, eigenaar van PharmConMed De heer B. van den Daele, Sr Manager Regulatory Affairs Benelux bij Gilead Sciences Netherlands BV Mevrouw A.J. van der Donk, Director Clinical Support bij Julius Clinical Research Mevrouw C.F. Enters-Weijnen, Manager Primary Care Research bij Julius Clinical Research De heer W. Hettema, Consultant Clinical Development & Pharmacokinetics bij Kinesis Pharma BV R.B. Kuijpers, Manager Regulatory Affairs/DSO/QP bij Zambon Nederland BV Mevrouw A. Legters De heer M.A.M. Linsen, Medical Advisor Vaccines bij Pfizer bv Mevrouw M. Pollen-Van der Zee, Medical Manager bij Roche Nederland BV De heer S. Simonian, Adviseur/eigenaar van DRSA (Drug Regulatory Scientific Advice) Mevrouw A.P. Sinke, Medical Officer bij Mundipharma Pharmaceuticals BV Mevrouw K.J. van Tol-Hermsen, Medical Advisor bij MD Flex Mevrouw K.W.M. Zuurbier, Medical Expert bij Teva Pharma NL 13
Vooraankondiging Netwerkborrel RegNed Donderdag 19 april 2012 Locatie: Astra-Zeneca te Zoetermeer Ontvangst: 15.30 uur, start 16.00 uur Borrel: ± 17:15 uur
Onderwerp: CESP portal en actieve participatie met de deelnemers over RA Geachte leden, Graag nodigen wij u uit voor de voorjaarsnetwerkborrel van RegNed op donderdag 19 april a.s. bij Astra-Zeneca te Zoetermeer.
Stan van Belkum van het CBG zal uitleg geven over het Europese Portal, CESP, waarna hier vragen over gesteld kunnen worden. Daarna zal Henk Schuring van Genzyme ingaan op de rol van RA. We verwachten een actieve participatie van de deelnemers! Blokkeer de middag in je agenda en meld je aan via de NVFG website www.nvfg.nl. Met vriendelijk groet, Het RegNed bestuur
PPN voorjaarsbijeenkomst dinsdag 8 mei “De verbreding” Locatie: Novartis te Arnhem Voorafgegaan door de ALV van 11:30 – 12:30 uur Start PPN bijeenkomst om 13:00 (vanaf 12:30 uur lunch beschikbaar) Borrel: ± 16:45 uur
Nieuwe wetgeving Natuurlijk gaan we het hebben over de nieuwe farmacovigilantiewetgeving die immers in juli 2012 van kracht gaat worden. Er komt o.a. een deskundigen & peers forum waaraan u al uw vragen kunt stellen – voor zover deze reeds te beantwoorden zijn uiteraard, want de consultatieronde over de praktische implementatie van de wet loopt nog tot medio april. De resultaten daarvan worden in juli 2012 door de EMA bekend gemaakt in de vorm van GVP (Good Pharmacovigilance Practice), de vervanger van de huidige guidance in Volume 9A. Safety in de oncologie Verder hebben we voor u in het kader van “De verbreding” van onze kennis een State of the Art over safety in de oncologie. Veel bedrijven, waaronder ook gastbedrijf Novartis, zijn bezig met oncologie-onderzoek en hebben oncologische middelen op de markt. Velen van u zullen dus met safety in de oncologie te maken hebben. Waar we op moeten letten, wat er belangrijk en speciaal is aan oncologie, wordt deze middag gepresenteerd. Het bestuur van PPN ziet uit naar uw komst.
14
Oftheworld’stop30bestsellingdrugs,Quintileshashelpedto developorcommercializeeverysingleone.
QuintilesTransnational,theworld’slargestContractResearch Organization,helpsimprovehealthcareworldwidebyprovidinga broadrangeofprofessionalservices,informationandpartnering solutionstothepharmaceutical,biotechnologyandhealthcare i d ti industries.
QuintilesB.V.,Siriusdreef10,2132WTHoofddorp Tel:+31(0)235670910,www.quintiles.com
--------------------------------------------------
Uitnodiging 17 april CRA dag 2012 Beste CRA, Na het grote succes van vorig jaar, willen wij je graag uitnodigen voor de tweede CRA dag, georganiseerd door de NVFG en wel op dinsdag 17 april 2012. De dag heeft als doel om, naast zeer leerzaam, dé ontmoetingsplaats te zijn voor de CRA’s en dé manier om met collega CRA’s van gedachten te wisselen. Vanaf 12.00 uur is de ontvangst en er zal begonnen worden om 12.30 uur met een speedlunch. Voor het verloop van de dag is het belangrijk dat iedereen op tijd aanwezig is. De ontmoetingen van de speedlunch lopen namelijk verder door het gehele programma. Dit betekent niet op tijd bij de speedlunch is niet meedoen met de rest van het programma. Naast plenaire sessies over de ketenzorg in Nederland en het doen van studies bij kinderen zijn er verschillende interactieve masterclasses waar je aan deel kunt nemen. Medewerkers van het UMCU en andere experts binnen het klinisch onderzoek leveren een bijdrage aan het programma. Al met al een leerzame dag. In het programma zijn alle onderwerpen opgenomen. Bij het opgeven voor de CRA-dag kun je, je voorkeur opgeven naar welke workshops je voorkeur uitgaat. Er vinden 3 workshop ronden plaats. Per workshop geldt vol=vol en zal de organisatie je in een andere workshop indelen. Als bijlage is het programma meegestuurd. Geef je dus snel op via www.cra-dag.nl. En volg ons op twitter http://twitter.com/CRADag. Lokatie: Ruppert gebouw UMC Utrecht. Kosten voor deelname: € 25,- (voor NVFG leden is deelname gratis). Deze kosten dienen op de dag zelf contant afgerekend te worden. Het aantal plaatsen op de dag is beperkt. Opgeven kan tot 15 maart 2012. Daarna zullen ook niet CRA’s de mogelijkheid krijgen om in te schrijven. Alle deelnemers krijgen een bevestiging van deelname met een routebeschrijving.
Tot 17 april! Met vriendelijke groet, Het CRA dag team
16
DOCS, YOUR RESOURCING PARTNER Global experts in clinical research, medical, marketing & sales Whether you are in need of a single Clinical Project Manager or Marketing Manager to cover a peak in development activity, a team of CRAs to address an unforeseen study need or wish to partner with a Functional Service Provider, we are able to meet your resourcing requirements. With more than 1000 resourced employees in 39 countries, we are a company with a global reach and a personal focus.
www.docsglobal.com
D4a.05.11
To find out more about how we can help you, contact: us on +31-20-7150000 or
[email protected]
UITNODIGING
NVFG lustrumcongres 7 juni 2012
Geachte NVFG-leden,
De NVFG viert dit jaar haar 50-jarig bestaan. Aanleiding voor de NVFG om een groots opgezet en dagvullend congres te organiseren met als thema:
"Farm@2020: evolutie of ®evolutie"
De Farma wereld is in beweging. Nieuwe processen, richtlijnen, wetgeving, bekostiging en een veranderende (zorg)markt maken dat we moeten inspringen op deze veranderingen. Hoe snel kunnen of moeten we hierop reageren? Welke mogelijkheden hebben we de komende jaren? Zijn we doeltreffend voorbereid of dreigen we achter feiten aan te lopen? Is onze focus goed? Blijft Nederland op de farma kaart staan?
Veel vragen waar in het plenaire programma en in parallelsessies van de NVFG geledingen aandacht aan besteed zal worden. We hebben getracht een verrassend en interessant programma voor u neer te zetten op een verrassende en interessante locatie: de Apenheul.
U kunt zich aanmelden via de NVFG website (www.nvfg.nl/activiteiten/activiteiten-overzicht).
Tot 7 juni 2012!
Hartelijke groeten, namens de NVFG Themacommissie,
Johan van Ieperen, Voorzitter Maarten Boomsma Rob van den Brule Carlita Girardin Philip Salden Jiske Simons Tony Tan Marleen Tesselaar
18
PROGRAMMA LUSTRUMCONGRES
"Farm@2020: evolutie of ®evolutie" Datum: Locatie: Dagvoorzitter: Muziek begeleiding:
7 juni 2012 Apenheul, locatie De St@art te Apeldoorn Dhr. Jos van Beurden Mw. Greetje de Oude 09.00 – 10.00: Ontvangst
10.00 – 10.30: Interactieve sessie 10.30 – 10.50: Voorstellen vereniging: Interview Henk Jan Out, voorzitter NVFG 11.00 – 11.20: De Toekomst van Gezondheid Drs. Adjiedj Bakas, trendwatcher gezondheidszorg
11.20 – 11.35: Q&A
11.35 – 12.00: Voorstellen geledingen 12.00 – 13.45: Lunch & Thema rondleiding Apenheul 13.45 – 14.30: Parallel sessie van alle geledingen (deel 1) Medical Affairs Medical Affairs@2020: Van blockbuster naar nichebuster – elke patiënt zijn persoonlijke pil?
ClinOps ClinOps@2020: Flits door de tijd van klinisch onderzoek.
PPN PhV wetgeving@2020: The Voice of Vigilance debat over de nieuwe wetgeving “Eindelijk één global safety system” of “Nog meer controle, bureaucratie en duplicatie”?
RegNed RegNed@2020: RegNed voor nu en voor in de toekomst.
14.45 – 15.30: Parallel sessie van alle geledingen (deel 2) Medical Affairs Medical Affairs@2020: Van blockbuster naar nichebuster – elke patiënt zijn persoonlijke pil?
ClinOps ClinOps@2020: Flits door de tijd van klinisch onderzoek.
PPN PhV wetgeving@2020: The Voice of Vigilance is everywhere in your pharma company – what’s in it for you?
RegNed RegNed@2020: RegNed voor nu en voor in de toekomst.
15.30 – 16.00: Plenaire Feedback sessie 16.00 – 16.30: Cabaret 16.30 – 19.00: Borrel & Filebuffet
19
COLOFON FIAgnostiek nr. 1, 2012 Uitgave: ISSN: Oplage:
Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde 1571-1269 650 exemplaren
AGENDA 2012
Redactie FIAgnostiek: Bert Hartog Suzanne Frankfort Odette Jochems Helena Noordermeer Viviënne van de Walle
17 april
CRA Dag Locatie: Ruppert Gebouw UMC Utrecht
19 april
RegNed bijeenkomst CESP portal en actieve participatie met de deelnemers over RA AstraZeneca te Zoetermeer
8 mei
Algemene Ledenvergadering en PPN Voorjaarsbijeenkomst Locatie: Novartis te Arnhem
7 juni
Lustrumbijeenkomst/Jaarcongres Locatie: De Apenheul te Apeldoorn
1, 2 en 3 oktober
FIGON Geneesmiddeldagen
20 november
PPN Najaarsbijeenkomst
Correspondentieadres en kopij: Secretariaat NVFG Miranda Meulstee Jolanda Veenbrink Kuipersweg 2T 3449 JA WOERDEN Telefoon: 0348-489302 Telefax: 0348-489301 e-mail:
[email protected] website: www.nvfg.nl Twitter: http://twitter.com/#!/NVFG_nl KvK nr: 40479369 Gironummer:2307313
Bestuur: Henk Jan Out, voorzitter Tanja Hoffman, vice-voorzitter Hans van Loenen, penningmeester Michel Hooiveld, secretaris Jacques Arend Leontine Bakermans Johan van Ieperen Pien de Jong/Suzanne Hafkamp Bert Hartog
Commissie Themabijeenkomsten: Johan van Ieperen Maarten Boomsma Rob van den Brule Carlita Girardin Philip Salden Jiske Simons Tony Tan Marleen Tesselaar
Geleding Farmacovigilantie: Pien de Jong Mischa Blom Petra Bontje Pieter Brasem Cis Durian Suzanne Frankfort Suzanne Hafkamp Wendy Huisman
Kascommissie: Gert Jan Mulder
Geleding Medical Affairs Michel Hooiveld Marc Buunen Claudia Faber Marinka Jollie Daniël Luttikhuizen Roos Oostendorp Bob van Roozendaal Gregory Thomas
Geleding Clinical Operations Leonie Middelink Joke Bakker Marianne Bertens Jenny de Gelder Tanja Hoffman Peter Holleman Anne Pauline van Huijstee
Annelies Legters Toos Lemmens Saskia Ruis Marc Schmidt Viviënne van de Walle Anneke van de Wetering
Geleding Regulatory Affairs Leontine Bakermans Nicoline van Diepen Ienke Münninghoff Jacqueline Paardekooper Nienke Smilde
Commissie Professional Registration: Hans van Bronswijk Odette Jochems Ed de Jong Raymond Schmidt Dick de Vries
Commissie van Beroep Eric Hoedemaker Ed Schook Mary-Lou Sprenger
Onderwijscommissie: Jacques Arend Claudia Faber-Botermans Rita Lobatto Dick de Vries
Lidmaatschappen:
Advertenties:
Vormgeving & Druk
Lid kunnen zijn personen werkzaam in de farmaceutische industrie bij de wetenschappelijke dienst of binnen een instelling met vergelijkbare werkzaamheden. Contributie: € 190,-- / jr. Meer informatie is te verkrijgen bij het NVFGsecretariaat.
Tarieven: per 1 april 2012
Drukkerij Hazet, Constructieweg 33, 3641 SB Mijdrecht, tel. (0297) 255 888.
20
A6–formaat € 300,00. A5–formaat € 450,00. A4–formaat € 750,00. Inlegvellen zijn mogelijk. Inlichtingen bij het NVFG–secretariaat.
Deadline inlevering kopij nr. 2 2012: Vrijdag 18 mei 2012