Van de redactie Het eerste nummer in ons jubileumjaar, de DGU bestaat 375 jaar. De komende Menno Stichten zullen we steeds daarover berichten. In dit nummer een artikel dat de gemeente toen en nu met elkaar vergelijkt. Wat zijn er veel dingen die we anders doen! Eigenlijk is het wonderbaarlijker dat er ook overeenkomsten zijn. U kunt ook het hele programma van het jubileum lezen. Door omstandigheden dit nummer geen interview. Wel de vaste rubrieken als Het lied en de Vijf vragen. Wilt u ook een keer schrijven over een mooi lied dat u geraakt heeft, laat dat dan even weten aan de redactie. Veel plezier ook met verschillende verslagen: van een bijzondere dienst, van het Ontmoetingsproject, en van Peace of Cake. Laura, Sandra, Sanne en Nienke
Van de predikant Onderweg Toen ik afscheid nam van de Goudse gemeente – in het jaar 2000 – kreeg ik van één van de laatste dopelingen een CD van Stef Bos. Zij had er een kaart bij gedaan waarop ze de liedtekst van één van de liederen van Bos had uitgeschreven. Het was de tekst van het lied ‘Onderweg’. Zo luidt het couplet: Dus ik blijf altijd onderweg Ik blijf altijd onderweg Ik reis onrustig en onzeker Tussen de liefde en de leegte Ik ben altijd onderweg Ik blijf altijd onderweg Ik reis onrustig en onzeker Tussen de liefde en de leegte Deze woorden van Stef Bos schoten mij in de afgelopen weken weer te binnen. Het is dan ook een toepasselijke tekst in deze periode van afscheid nemen en nieuw begin. Ik weet nog dat ik dit lied later vaak heb gedraaid, ook op vakantie onderweg in de auto. Reizen en trekken – onderweg zijn – zit mensen dan ook in het bloed. Wanneer is een mens dan ooit op zijn of haar bestemming aangekomen? Een voorganger is ook altijd een voorbijganger. Veel gemeenteleden hebben deze zin uit de brief in december waarin ik mijn (toen nog: mogelijke) vertrek aankondigde, als een sleutelzin beschouwd. Het is inderdaad hoe ik het zie. Als voorganger mag je voor een periode deel uitmaken van het gemeenteleven en van het leven van individuele gemeenteleden, maar een gemeente behoort je nooit toe. De gemeente is van zichzelf, of theologisch gezegd: van Christus. Desalniettemin doet een afscheid en afscheid nemen zeer. Ik weet van mezelf hoe ik me hecht aan mensen en aan de plek waar ik woon. Utrecht is mij ongelofelijk dierbaar geworden, niet alleen de DGU, maar zeker ook de mensen, de stad en de fraaie omgeving. Datzelfde geldt natuurlijk voor Lucian en de kinderen. Eigenlijk hoefden we hier helemaal niet weg. Het jubileumjaar is aangebroken met veel mooie activiteiten, ik heb een prima collega naast me, de gemeente heeft zoveel goeds te bieden: activiteiten voor jong en oud, te veel om op te noemen. Ik vond het dan ook fijn vorige week in de ochtendbijbelkring (wederom zo’n vertrouwde groep mensen!) gewoon een half uurtje uit te trekken om te bespreken wat het bericht van het afscheid met een ieder had gedaan. Dat steunt ook, het is goed om over de dingen te spreken. In het Johannesevangelie wordt verteld hoe Jezus rondtrok door Galilea (Johannes 7: 1). Het is een kenmerk van het geloof: rondtrekken, steeds weer op weg zijn, nieuwe horizonten verkennen. In het evangelie wordt beschreven hoe Jezus niet anders deed dan dat. Hij zocht steeds weer nieuwe mensen op, kwam met hen in gesprek, genas mensen en onderwees hen. Hij Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 1 van 20
leerde zijn leerlingen zelfs: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ (Matteüs 8: 20) Voor hem was er geen blijvende plek op de aarde. Hij bleef – als in de tekst van het lied – altijd onderweg, onrustig en onzeker, tussen liefde en leegte. Nu ben ikzelf van nature helemaal niet zo’n rusteloos mens. Het is dus de vraag of de liedtekst helemaal op mij van toepassing is. Toch doet het thema ‘onderweg-zijn’ mij op het moment veel. Het is aan de ene kant de uitdaging van het nieuwe en onbekende. Of zoals een goede, wijze vriend het uitdrukte: ‘Het is goed wanneer een mens zichzelf op een gegeven moment opnieuw uitvindt, da’s alleen maar gezond.’ Hij heeft ongetwijfeld gelijk. Maar dat neemt niet weg dat de komende periode in het teken staat van afscheid. En dat is de andere kant: loslaten, afstand nemen, andere wegen gaan. Een collega zei: ‘Een afscheid – ook het afscheid van een gemeente – dat kun je maar één keer doen, doe het dan ook goed en neem er de tijd voor.’ Ook deze goede raad neem ik graag ter harte. Laten we elkaar de komende maanden maar steunen in het afscheid nemen en afstand doen. In het besef dat het leven – ook het leven van de DGU – straks weer verder gaat. In ieder afscheid wordt een nieuw begin geboren. Weet in ieder geval dat ik de komende maanden nog volop mee zal doen aan de activiteiten binnen de DGU. Ondertussen beluister ik zo nu en dan het lied van Stef Bos over onderweg zijn. De woorden zijn herkenbaar en troostrijk tegelijk: Dus ik blijf altijd onderweg Ik blijf altijd onderweg Ik reis onrustig en onzeker Tussen de liefde en de leegte Ik ben altijd onderweg Ik blijf altijd onderweg Ik reis onrustig en onzeker Tussen de liefde en de leegte Ds Alex Noord
Oproep In onze Vermaning staan drie piano’s. Helaas zijn twee daarvan zijn niet zo goed meer. Vandaar deze oproep: heeft iemand nog een goede (klassieke) piano staan? Die misschien niet meer gebruikt wordt? Denk dan eens aan de DGU! Aanbiedingen graag sturen naar het kerkelijk bureau:
[email protected]. Alvast hartelijk dank voor de moeite!
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 2 van 20
Van de kerkenraad De laatste maand van het jaar kreeg onverwachts een extra dimensie, we kregen het bericht van onze vaste voorganger ds. Alex Noord, dat hij gevraagd was als voorganger voor de verenigde Doopsgezinde Gemeente Haarlem. Een goed bericht wanneer je kijkt naar persoonlijke ontwikkeling, een goed bericht voor Haarlem, maar voor onze gemeente toch ook een sterk gevoel van ‘jammer’. Zeker voor de gemeenteleden waar het pastoraat intensief is of is geweest. We weten het: veranderingen geven altijd weer kansen, maar stabiliteit is ook erg waardevol. Er komt een tijd van extra hard werken om de gemeente en haar leden en vrienden ook straks goed te kunnen laten functioneren. Zeker geldt dit ook voor de a.s. beroepingscommissie om naast ds. Anneke van der Zijpp weer een goede collega te vinden. We gaan dit jaar een jubileum vieren, u heeft het al gemerkt aan het veranderde briefpapier met een extra rood accent. De kleur van de heilige geest die volop leeft in de organiserende jubileum commissie. In deze Menno Sticht leest u er van alles over. De reglementen commissie heeft het afgelopen half jaar hard gewerkt. Het reglement van 2003 moest aangepast worden en dan merk je hoe veel veranderingen er in 10 jaar nodig zijn om het reilen en zeilen van de gemeente bij de tijd te houden. We hopen op zondag 23 februari a.s. na de dienst deze voorstellen met de leden en vrienden van de gemeente te bespreken. Een uitnodiging wordt binnenkort toegezonden, samen met het vernieuwde Concept Reglement 2013 – 2023. Teije Bakker voorzitter Kerkenraad
Dak in het zonnetje Naast alle festiviteiten die in het kader van het jubileum worden voorbereid, ontstond eind vorig jaar het idee om ook het dak van ons kerkgebouw in het zonnetje te zetten. Met andere woorden: zonnepanelen op het platte dak van de kerk te plaatsen. Doopsgezinden hebben tenslotte wel iets met de zon (en het lam natuurlijk)! En het lijkt passend op deze manier het duurzame karakter van onze gemeente kracht bij te zetten. Op het moment zijn we aan het uitzoeken welke stappen concreet moeten worden genomen om een set panelen op het dak te krijgen. Het ziet er naar uit dat er ongeveer 20 panelen op passen, waarmee dan grofweg de helft van het elektriciteitsverbruik van de DGU zou kunnen worden opgewekt. Om de aanleg te financieren, denken we aan een regeling waarbij u een paneel kunt adopteren voor het jubileumbedrag van EUR 375,-. We houden u op de hoogte! Teije Bakker, Rik Harmsen en Jan Fokke Meirink
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 3 van 20
Kerkdiensten: aanvang 10.00 uur, tenzij anders aangegeven Datum
Februari 2 9 16 23 Maart 2 9 16 23 30
Predikant
Ds. Pieter Post Ds. Alex Noord Ds. Ineke Reinhold Ds. Anneke van der Zijpp Ds. Alex Noord Zr. Louise Pondman Ds. Anneke van der Zijpp Br. Harry Schram Ds. Alex Noord
Bijzonderheden
Jong en Oud
Do-Re dienst in Geertekerk
Kom maar in de kring (0-6 jr)
Kinderdienst (6-12 jr)
-
Ja Ja Ja Nee
-
Ja Ja Ja Ja Nee
Uitleg bij de collecte doeleinden Februari 2 ST. Omduw 9 Inloophuis Almere 16 Doopsgezinde Broederschappen op Java 23 St. Nahid Maart 2 9
16 23
30
ST. Omduw de begeleiding van het landelijke jongerenwerk van het Doopsgezind Centrum voor Gemeenteopbouw Joy4You De BurchtArmenzorg Utrecht Eirene Nederland
Huize Agnes, plaats voor vrouwen en kinderen ver van huis
Menno Sticht 2014 nr. 1
Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht Bestemd voor onze zusters en broeders op Java De stichting onderhoudt een huis in Kabul, Afghanistan, voor vrouwen zonder sociaal en/of economisch vangnet. Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht
Joy4You helpt mensen die financieel, sociaal of anderzijds een moeilijke tijd beleven. Zij bieden gratis maaltijden aan. Bestemd o.a. voor Burgervredeswerk: met niet-militaire middelen aan vrede werken. ( bijv. geweldloze conflictbemiddeling) Vrouwen en kinderen, zonder papieren in een veilig huis.
blz. 4 van 20
Agenda februari 2014 Zo 2 Wo 5 Wo 5 Do 6 Zo 9 Zo 9 Di 11 Wo 12 Do 13 Ma 17 Ma 17 Wo 19 Zo 23 Do 27 maart 2014 Zo 2 Wo 5 Do 6 Di 11 Di 11 Wo 12 Do 13 Ma 17 Wo 19 Wo 19 Zo 23 Zo 23 Di 25
Repetitie Gemeentekoor Ochtendbijbelkring Utrecht Doopgroep Praten&Proeven 12+groep 15+groep Vergadering Kerkenraad Taizé aan de gracht Startersgroep Ochtendbijbelkring De Bilt/Bilthoven Ubi Caritas Kring Geloofsverdieping Ledenvertoeving i.v.m. het nieuwe Reglement Startersgroep
11.30 10.00 20.00 18.30 10.00 10.00 19.30 20.00 18.30 10.00 18.30 20.00
Repetitie Gemeentekoor Ochtendbijbelkring Utrecht Praten&Proeven Jozefkring Vergadering Kerkenraad Taizé aan de gracht Startersgroep Ochtendbijbelkring De Bilt/Bilthoven Kring Geloofsverdieping Doopgroep 12+groep 15+groep Ubi Caritas
11.30 10.00 18.30 19.45 19.30 20.00 18.30 10.00 20.00 20.00 10.00 10.00 18.30
18.30
Data inleveren kopij en verschijning Menno Sticht 2013-2014 Nummer 2014.2 – Pasen 2014.3 - Pinksteren/zomer 2014.4 - Nieuw seizoen
Menno Sticht 2014 nr. 1
Inleverdatum kopij 23 maart 25 mei 3 augustus
verschijningsdatum 5 april 7 juni 16 augustus
blz. 5 van 20
Bericht van de jubileumcommissie Beste mensen, voordat u dit stuk gaat lezen, is het wellicht verstandig uw kalender, agenda of een digitale planner op uw telefoon erbij te nemen! Echt, u kunt niet meer zonder dit jaar! 375 Jaar Doopsgezinde Gemeente in de Domstad. Oké, pen in de aanslag (app op uw telefoon/tablet gereed?); daar gaan we dan! 11 april 2014
Boom planten bij de Mennistensteeg achter de Inktpot! Tijdstip: wordt nog bepaald. 12 april 2014 Opening van 375 jaar Doopsgezinde Gemeente in de Domstad. Opening tentoonstelling met o.a. onthulling van een gedicht van Ingmar Heytze, presentatie van een boek over de DGU, prachtige quilts, doperse kleding, etc. Receptie voor leden, vrienden en genodigden. Vanaf 14.30 tot 18.00 uur. 11 mei 2014 Speciale dienst m.m.v. Prof. Dr. Piet Visser (hoogleraar geschiedenis van het Doperdom). Na de koffiepauze gaan we 452 jaar terug in de tijd. Korte samenspraak gevolgd door een wandeling naar de Neude. Onthulling van een gedenksteen. Agendatip: 10.00 uur tot ca. 13.30 uur! Voor lunch wordt gezorgd. 16 mei 2014 Avondconcert met Camerata Trajectina, die o.a. martelaarsliederen ten gehore zullen brengen. Tevens zal er een unieke CD uitgebracht worden. Stadsdichter Ingmar Heytze draagt gedichten voor. Inloop vanaf 19.30 uur. 25 mei 2014 Speciale dienst m.m.v. mevrouw Giselinde Kuipers, hoogleraar culturele sociologie. Tijdens deze dienst gaan we nadenken over de toekomst. Hoe verder na 375 jaar? Aanvang dienst: 10.00 uur 1 juni 2014 Drie generaties. Toekomstvisie van binnenuit m.m.v. eigen leden. 8 juni 2014 Feestelijke Pinksterdienst m.m.v. koor en veel muziek van eigen leden. Na de dienst is er een Potluck-lunch in de tuin. Aanvang dienst: 10.00 uur tot 14.00 uur. September Orgelconcert met onze jubilerende organist Jaap Huibers. 14-12-2014 Mariamonologen van Theater De Kern. Speciale dienst in combinatie met DG Zeist. De tentoonstelling in onze kerk zal vanaf de opening op 12 april tot en met Open Monumentendag te zien zijn, ook tijdens Kerken Kijken. En zeg nou zelf: wist u van het bestaan van de Mennistensteeg? U zult ook begrijpen dat Mariet en Truus dolgraag meer vrijwilligers willen hebben voor de dagen dat er Kerken Kijken is. Dit jaar gaan we de Doopsgezinde Kerk Utrecht zichtbaar openstellen. We kunnen niet zonder uw hulp en aanwezigheid! Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 6 van 20
De commissie heeft getracht een breed programma samen te stellen. U zult ook begrijpen dat er extra kosten gemoeid zijn met dit feestjaar. We hebben geprobeerd de begroting zo sluitend mogelijk te krijgen; mocht u in de gelegenheid zijn een extra financiële bijdrage te geven, dan waarderen wij dat enorm! Wanneer er wijzigingen in het programma zijn (nog meer leuke dingen?) dan proberen wij u dat tijdig te melden. 375 Jaar Doopsgezinde Gemeente in de Domstad; van schuilkerk tot zichtbare kerk. Een gemeente met een bijzondere historie en een eigen blik op de toekomst.
Angelique, Ineke, Marga, Alex, Teije en Harke
Oproepje voor alle groepen binnen de DGU gemeente. Het lijkt ons, quiltsters, leuk en dopers als alle groepen een onderdeel van een quilt maken. Een quilt maken kan heel moeilijk maar ook vrij eenvoudig. Wij willen het eenvoudig houden en geen thema of symbolische voorstellingen maar gewoon mooie kleurtjes in leuke combinatie bij elkaar. Wel graag katoenen stoffen gebruiken omdat andere stoffen te rekbaar zijn. Misschien kunt u alvast in de kasten duiken om te kijken of u leuke lapjes over heeft? U maakt , met elkaar als groep, van 25 lapjes van 7x7 cm ( dit is 5 x 5 met 1cm naad toeslag) een blok van 25 x 25 cm. Al deze blokken zullen tot 1 of meer quilts samen gevoegd worden. Daarna volgt het echte doorquilten. Dit kan tijdens een gespreksavond door meerdere mensen tegelijk gedaan worden. Dat werd jaren met name in de 2e wereld oorlog veel door de Mennonieten in Amerika gedaan om dekens naar Nederland te kunnen sturen. Er zal zoveel mogelijk met iedere groep nog contact opgenomen worden voor verdere informatie.
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 7 van 20
DGU - 375 jaar Een zondagochtend in maart 2014. Zr. Den Herder staat bij de deur en verwelkomt de kerkgangers. Hé, wie zouden dat zijn? Die heren in het zwart? “Komt u binnen, welkom!” Verbaasd dat zij door een vrouw worden begroet stellen de heren zich voor. “Wij zijn Herman van Essen en Adriaan Spronck, oudsten van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente te Utrecht, met twee van onze diakenen, Pieter van Geleyn en Adriaan Blanckaert. Het 375-jarig jubileum was voor ons een goede aanleiding om nog eens een bezoek te brengen aan onze oude gemeente. We hebben even moeten zoeken, Utrecht is erg veranderd in 375 jaar! We wisten dat we nu naar de Oudegracht moesten, naar een oude bierbrouwerij, maar die konden we niet vinden. Wat is dit een statig pand, gelukkig is het wel een schuilkerk.” Met een gloednieuw liedboek in de hand betreden de broeders de kerkzaal. Uit ouder gewoonte willen ze voorin naast de kansel gaan zitten, maar die banken worden kennelijk niet meer gebruikt. Dan maar in de kerkenraadsbanken bij de huidige kerkenraadsleden. Er zijn kennelijk ook vrouwelijke diakenen, nee maar! Daar gaat een bel, maar waar is de voorzanger? Is die er niet meer? En wat zijn er weinig kerkgangers! Heel wat minder dan in 1639. Broeder Bakker heet de gasten hartelijk welkom, evenals degenen die via de digitale weg meeluisteren. Wat bedoelt hij daarmee? Kaarsen worden aangestoken en dan betreedt de predikant de kansel, alweer een zuster! Na het votum zet de organist het eerste lied in: waar komt dat geluid vandaan? Een orgel! Het klinkt wel mooi, maar waar is de doperse soberheid gebleven? Er wordt veel meer gezongen dan vroeger en de preek is wel erg kort! In onze tijd moesten we een zandloper van een uur aan de kansel bevestigen, omdat de predikant anders nog veel langer zou preken. En dat zonder theologische opleiding! De kinderen zitten niet in de kerk, zij gaan naar een andere ruimte. Aan het einde van de dienst komen zij terug en vertellen waar hun verhaal over ging. Best leuk eigenlijk! En dan is er ook nog een zgn. Open ruimte, waarin gewone kerkgangers iets kunnen zeggen. Na de dienst nodigt br. Bakker de hoge gasten uit voor een gesprek. Onder het genot van een kop koffie – er is geen tabak – hebben ze het over de gemeente vroeger en nu. Wat is er veel veranderd, niet alleen in de kerkdienst. De verschillen worden op een rijtje gezet: 1639
2 kerkdiensten op zondag en 1 op woensdag Statenvertaling lekenpredikers: oudsten en dienaren in ‘t woord broeders en zusters niet gelijkwaardig: alleen de broeders hebben stemrecht 2 maal per jaar avondmaal voorafgegaan door een uitnodiging aan huis en een voorbereidingsdienst, de week daarop een dankdienst schuldbelijdenis en boetedoening voorafgaand aan de doop ‘artikelen des geloofs’ (vaste geloofsbelijdenis) strenge tucht kloof rijk – arm weerloosheid kritisch t.o.v. overheid
Menno Sticht 2014 nr. 1
2014 1 dienst op zondag moderne bijbelvertalingen meestal gestudeerde predikanten broeders en zusters gelijkwaardig 3 maal per jaar avondmaal voor die daaraan van harte willen deelnemen persoonlijke geloofsbelijdenis geen tucht minder nadruk hierop -
blz. 8 van 20
Broeder Bakker herinnert de gasten eraan dat er rond 1700 een ‘Fonds tot den predikdienst’ is gevormd om broeders in staat te stellen om theologie te studeren. Het fonds werd mogelijk gemaakt door rijke gemeenteleden, die daarmee ook groot gezag in de gemeente verwierven, waardoor de kloof tussen rijk en arm aanzienlijk vergroot werd. Pas tegen het begin van de twintigste eeuw kwam er verandering in deze situatie. De zusters kregen stemrecht en in 1920 trad voor het eerst een vrouw toe tot de kerkenraad. In 1938 werd ds. Treffers de eerste vrouwelijke predikant in onze gemeente. “Hoe zit het met de tucht? Moeten de diakenen de leden niet meer voor slecht gedrag behoeden en zo de gemeente zuiver houden? Kent u de ban niet meer?” “Nee, broeders, de tuchtmaatregelen zijn al sinds het begin van de achttiende eeuw afgeschaft, ze voldeden niet meer aan de eisen van de tijd. In de loop der eeuwen heeft de gemeente veel van haar behoudende standpunten laten varen en assimileerden de doopsgezinden steeds meer met de rest van de Utrechtse bevolking.” “Maar hecht u dan niet meer aan de vaste belijdenissen, zoals ’t Olijftakje en de Dordtsche Confessie?” “Nee broeders, er is in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw zoveel onenigheid geweest naar aanleiding van deze belijdenissen, dat wij erg blij zijn met de huidige situatie. Sinds de twintigste eeuw schrijft elke dopeling zijn of haar eigen belijdenis. Tegenwoordig wordt deze zelfs tijdens de doopdienst voorgelezen, zodat de hele gemeente daar getuige van kan zijn.” “Vertelt u eens, broeder Bakker. Hoe staat het met de armenzorg? Zijn er geen diaconessen meer?” “De verzorging van de arme leden is door de burgermaatschappij overgenomen. Wel hebben wij nog een Commissie voor Maatschappelijke Zorg, die in speciale gevallen bijspringt.” “Nog een laatste vraag. Hoe komt het dat er zo weinig mensen in de kerk zaten? In onze tijd zat die tweemaal per dag stampvol.” “Dat kan ik u vertellen. In 1649 waren er meer dan 300 leden en als die niet naar de kerk gingen, kregen zij huisbezoek van uw diakenen. In onze tijd is het ledental veel geringer. Bovendien worden de leden meer vrijgelaten. Jonge mensen hebben het druk met werk en kinderen, maar komen wel naar gesprekskringen en andere bijeenkomsten door de week. Daar hebben we het eigenlijk nog niet over gehad. Naast de zondagse kerkdiensten is er heel veel te doen in onze gemeente, voor elk wat wils. Kijkt u maar eens naar ons gemeenteblad, Menno Sticht, en naar onze Wegwijzer! 32 Bladzijden vol activiteiten!” U begrijpt het al, de broeders uit 1639 wisten niet hoe ze het hadden. Wat verandert er veel in 375 jaar! Hoofdschuddend namen ze afscheid en liepen nog even langs hun oude stek aan de Jufferstraat, die nu Springweg heet en waar een heel ander gebouw staat dan vroeger. Toch hadden ze er wel bewondering voor dat er zoveel gebeurt in de huidige gemeente en dat die, ondanks alle verschillen met vroeger, springlevend is. Angelique Hajenius
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 9 van 20
Op zoek naar de olifant Het is derde advent 2013. De kerk zit behoorlijk vol, in afwachting van een bijzondere viering. Vandaag zijn chazan (Joodse voorzanger) Lies Müller en imam Ibrahim Cavdar, samen met een lid van zijn Islamitische gemeente, te gast om met dominee Alex de dienst vorm te geven. Het zal nu eens niet gaan over al die keren dat religies met elkaar botsen en de verschillen onoverbrugbaar lijken. Nee, we kunnen - de scepsis thuis gelaten - samen naar verbinding zoeken in de vorm van het Licht, thema van deze dienst. Het wordt een prachtige viering met veel zang en gebed. Hemelse stemmen klinken in de kerk: chazan Lies zingt alleen en in duet met de imam Joodse gebeden; onze eigen Liesbeth vertolkt een Christmas Carol. Er wordt door de jongeren gelezen uit Tora, Bijbel en Koran. De overeenkomsten tussen de religies zijn talrijk: allemaal kennen ze de oerverhalen van Adam tot Mozes. De Jood Yeshua werd als Jezus naamgever van het Christendom en is als Isa een van de profeten in de Islam. De moslim eindigt met dit verhaal: Enkele mannen scholen voor de storm in een schuur die pikdonker was. “Er is iets in de schuur!” riep een van hen uit. “Ik hoor iets ademen.” “Ja dat klopt, ik voel een grote ruwe muur die lijkt te bewegen.” “Nee, ik voel een slang.” “Hier voelt het als een heel groot blad dat heen en weer beweegt.” “Ik voel de stam van een boom.” De mannen bekvechtten een tijdje met elkaar en besloten toen een lamp aan te steken. Toen het licht werd in de schuur, keken ze naar een olifant. Ofwel (ik ben maar zo vrij dit zo te interpreteren): iedere religie heeft op zijn eigen manier gelijk, maar als het licht gaat schijnen, blijkt de betrekkelijkheid van deze eigen waarheden en wordt de overkoepelende waarheid zichtbaar. Na afloop nemen de gasten uitgebreid de tijd om met de jongeren van de 12plus- en 15plus-groep in gesprek te gaan. “Jullie mogen alles vragen,” kondigen ze aan. Er volgt een open gesprek over halal en kosjer eten, over fundamentalisme, en – ja – over Wilders. Al snel blijkt ook waarom er twee Islamitische afgevaardigden zijn: de imam spreekt geen Nederlands – hij is hier pas een jaar. Zijn metgezel voert het woord en vertaalt. De chazan en de moslim zijn krachtig in hun boodschap: “Als iemand doodt vanuit zijn geloof, heeft hij er niks van begrepen. God verbiedt te doden! God gebiedt je naaste lief te hebben als jezelf, van welk geloof of ras hij ook is.” Alex deed aan het eind van de dienst de oproep dat wij nu ook maar eens op tegenbezoek in een synagoge of moskee zouden moeten gaan. Misschien niet meteen bij een viering, maar ze hebben vast ook open dagen. Graag lees ik in een volgende Mennosticht een verslag van iemand die zo’n bezoek heeft gebracht! Jan Fokke Meirink
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 10 van 20
Peace of Cake? Op 5 januari organiseerde het Mosterdzaadje (de vredescommissie van de Doopsgezinde Gemeente Utrecht) een bezoek aan de tentoonstelling ‘Peace of Cake’ bij het Universiteitsmuseum. De tentoonstelling maakte deel uit van de viering van de Vrede van Utrecht. In 2013 was het 300 jaar geleden dat er in Utrecht een aantal verdragen gesloten waren die een einde maakten aan anderhalve eeuw godsdienstoorlogen. De tentoonstelling richtte zich op hoe je vrede kan stichting na een conflict en probeerde te tonen dat vrede niet zo maar gaat. Om een succesvolle vrede te stichten zijn veel compromissen, inspanning, toewijding nodig. Aan de hand van drie recente conflicten werden de dilemma’s bloot gesteld die naar voren kunnen komen bij het stichten van vrede. Er werd gesproken over kindsoldaten in Oeganda en of zij verantwoordelijk gehouden kunnen/moeten worden voor de daden die zij gepleegd hebben als kind. Het apartheidsregime in Zuid Afrika werd ook besproken door de discussie over waarheidscommissies aan te gaan: zou jij een dader vrijuit laten gaan als het betekent dat je wel de waarheid komt te weten over wat er is gebeurd? Tenslotte, kwam het conflict in Yugoslavia aan bod. Vluchtelingen hebben hun huizen moeten achterlaten – maar moeten de vluchtelingen hun huizen weer terug krijgen als zij terugkeren na de oorlog? Ook als het huis inmiddels jaren bewoond is door nieuwe bewoners? De tentoonstelling heeft ons aan het denken gezet over vrede en de keuzes die bij het stichten van vrede gemaakt moeten worden. Vrede ontstaat niet direct bij het einde van het conflict. Dan begint het werk pas echt! Er moet worden nagedacht over hoe de nieuwe post-conflict werkelijkheid er uit zal komen te zien, een nieuwe werkelijkheid die het niet alleen mogelijk moet maken vrede te hebben – maar die ook te bewaren. Laura Henderson
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 11 van 20
Bericht van de predikante Dominee De aanleiding was het reglement van de Doopsgezinde Gemeente Utrecht, dat herzien moest worden. Het is gewoonte om ongeveer elke tien jaar weer eens opnieuw te bekijken wat daar allemaal in staat en of de ontwikkelingen in de loop van de tijd vragen om andere regels voor het gemeenteleven. En zo zaten op een avond kerkenraadsleden om de tafel samen met de reglementscommissie en de beide voorgangers. Nou vind ik het niet zo interessant om hier allerlei zakelijkheden uit de doeken te doen, maar wel wil ik u graag meenemen in mijn overpeinzingen over de benamingen voor de dominee. In het reglement kwamen er daarvan diverse voorbij: vrijgestelde, leraar, herder. Het woord 'vrijgestelde' riep vragen op, maar iemand vertelde dat ook de beide andere woorden, 'herder' en 'leraar', voor de jeugd helemaal passé waren. Konden ze zich nauwelijks iets bij voorstellen. Tja, ik begrijp het wel. Een herder is toch zo'n figuur die op geitenwollen sokken met een stok in z'n hand over de hei trekt in een poging de kudde te hoeden? En een leraar staat met een krijtje ingewikkelde formules of schoonschrift op een bord te schrijven in een poging het intelligentiequotiënt van de klas omhoog te brengen. En heeft een vrijgestelde niet vooral te maken met militaire dienst waar je niet in hoeft? De dominee. De voorganger, de voorbijganger. De man of vrouw met een uiterst vreemd, soms duizelingwekkend takenpakket, dat zich voor een deel afspeelt als verder iedereen vrij heeft. Moet van allerlei markten thuis zijn en ook graag representatief overkomen. Goed kunnen spreken en ook goed kunnen luisteren. Met de jeugd op één lijn zitten maar ook veel met ouderen om kunnen gaan. Zo iemand zoeken we nu in Utrecht, een schaap met niet vijf maar liever met zes poten. Ik ben al vele jaren dominee, en ik voel in mij en om mij heen altijd heel sterk de krachten van het verleden botsen met de krachten van de toekomst. Het was zo'n honderd jaar geleden gebruikelijk dat de dokter, de notaris en de dominee samen een glas hieven en met een sigaar in het hoofd gestoken de toestand in de wereld bespraken. Wat status betreft zaten ze immers helemaal op één lijn. Het is nu ondenkbaar geworden dat ik zo'n uitnodiging krijg, maar ik zit er ook niet bepaald op te wachten. De krachten van de toekomst zien er heel anders uit. Dat ervaar ik sterk in Oldeslo, het verzorgingshuis voor ouderen in Den Haag, waar ik betrekkelijk veel begrafenissen te doen heb. Dat houdt in dat ik door een dochter of zoon gebeld wordt om een afscheidsdienst te leiden, want moeder 'had iets met de kerk'. 'Wij niet' wordt er dan vaak aan toe gevoegd en dan zie ik het al weer voor me. Een muur van kinderen en kleinkinderen, die geen enkel benul of verstand hebben van een dominee, een bijbel, een gezang of een zegen. Die naar me kijken met een blik van 'is wat jij doet niet echt iets uit een ver verleden?' De dominee. Voor het gemak hebben Doopsgezinden die benaming overgenomen, maar liever spraken ze van herder en leraar, omdat in het woord dominee toch een zekere gezagsverhouding doorklinkt. Het woord is een afgeleid van het Latijnse woord 'dominus', wat 'heer' betekent. Een herder is een verantwoorde oudtestamentische benaming voor iemand die de geestelijke leiding heeft over een kudde gemeenteleden. Jezus noemt zichzelf de goede herder. Doopsgezinden hebben een gemeentemodel dat in principe zo plat als een pannenkoek is, daarmee hangt samen dat ze liever iets leren dan dat ze worden toegesproken. Vandaar de leraar, die tenslotte dusdanig is vrijgesteld dat hij zelf niet de wortels uit de tuin hoeft op te graven om iets te eten te hebben. Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 12 van 20
Het komt dus hier op neer: we hebben een dominee en we zoeken er ook nog één, die we gaan vrijstellen van het veldwerk opdat hij of zij ons iets kan leren en onze geestelijke herder kan zijn. Als dan de zittende en de toekomstige voorganger (hé, alweer een woord om de primus inter pares aan te duiden!) ook nog goed samen door de deur heen kunnen is het helemaal goed. Ik kijk uit naar een collega, maar Alex, ik zal je erg missen. Ds Anneke van der Zijpp
Het lied dat mij raakt In de zomer van 1996 vroeg Ineke Reinhold mij om samen met haar de gastenleiding in één van de vakantieweken in Schoorl te verzorgen. Die week –maar ook in vakantieweken in latere jaren in Schoorl- waren onder de gasten een flink aantal ongehuwde/gescheiden moeders die ofwel met hun kinderen een week weg van huis konden, ofwel zonder kinderen met een vriendin in gelijke omstandigheden even in een andere omgeving konden genieten. De verhalen die je dan worden toevertrouwd raken je vaak diep en doen je beseffen dat je meestentijds niet half weet wat zich allemaal in ons land afspeelt. Halverwege de week zongen we in de dagopening het voor mij toen onbekende lied “Licht dat ons aanstoot in de morgen”, lied 601 in het nieuwe liedboek gedicht door Huub Oosterhuis op muziek van Antoine Oomen. Met name de laatste regels van het eerste couplet en van het tweede couplet roepen bij mij nog steeds de herinnering aan al die verhalen op: ... dat wij allen … Niet uit elkaars genade vallen En doelloos en onvindbaar zijn.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen Of ergens al de wereld daagt Waar mensen waardig leven mogen En elk zijn naam in vrede draagt. Dit zijn woorden die mij telkens weer diep raken, omdat ze voor mij aangeven waar het tussen mensen in een samenleving ten diepste overgaat. Gé Prangsma
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 13 van 20
Huissamenkomsten voorjaar 2014 De Schakelgroep nodigt alle leden en vrienden van harte uit om bij een van de huissamenkomsten aanwezig te zijn. De gastvrouw / gastheer waardeert het als u van te voren doorgeeft of u wel of niet aanwezig zal zijn. Per telefoon of email. Het onderwerp van de huissamenkomsten wordt: ‘Verbondenheid’ Verbondenheid. Een kenmerk van onze tijd is de afbrokkeling van de grotere verbanden. Op zoek gaan naar een nieuwe samenhang is niet eenvoudig. Binnen de DGU wordt – o.a. door het ontmoetingsproject dat laatst plaatsvond – geprobeerd nieuwe verbindingen te scheppen. In de huissamenkomsten willen we ontdekken wat ons bindt, in de gemeente, in de kring van familie en vrienden, in het grotere geheel van samenleving en wereld. Hoe ver gaat het gevoel van verwantschap en verbinding met de naaste? Wie is onze naaste?
Datum
Aanvangstijd
IJsselstein / Vianen Di. 25 maart Nieuwegein / Houten/ Culemborg e.o.
20.00 - 22.00 uur
Overvecht / Zuilen Tuindorp / Oog in Al Kanaleneiland e.o.
Wo. 26 maart
10.30 - 12.00 uur
Centrum e.o.
Wo. 26 maart
20.00 -22.00 uur
Maarssen / Breukelen Do. 27 maart Vleuten / Leidsche Rijn e.o.
20.00 -22.00 uur
De Bilt / Bilthoven Lunetten Maartensdijk e.o.
10.30 - 12.00 uur
Menno Sticht 2014 nr. 1
Vrij. 28 maart /
blz. 14 van 20
De vijf vragen aan: Kinderdienst 1. Kun je in vijf steekwoorden je groep omschrijven? Gezellig, dynamisch, vrolijk, verrassend en creatief. 1a. Vraag van Praten en Proeven: Wat kunnen volwassenen leren van de kinderen? Volwassenen kunnen van de kinderen leren spontaan en enthousiast te zijn en onbevangen open te staan voor nieuwe dingen. 2. Waarom maak je deel uit van deze groep? Omdat ik het belangrijk vind dat de kinderen een plaats hebben binnen de DGU, waar zij tot hun recht kunnen komen, zich thuis kunnen voelen, zich welkom voelen en waar het gezellig is. Waar zij hopelijk later graag als lid willen blijven. 3. Wat is het leukste wat je de laatste tijd in de groep hebt meegemaakt? We hebben de laatste tijd weer hard aan de Kerstmusical gewerkt. Altijd weer leuk om te doen. Het met elkaar hieraan werken, geeft altijd weer veel voldoening. Ik vind het altijd weer knap, hoe Liesbeth en Inge vaak ‘s zomers al weer een nieuwe musical bedenken. Knap ook hoe snel de kinderen de teksten uit hun hoofd leren. Het allerleukste is de altijd chaotische generale repetitie, waarbij de kinderen opgewonden en druk zijn. Gelukkig komt het op Kerstavond altijd weer goed. 4. Wat draagt je groep bij aan de DGU? We hopen dat deze groep de gemeente letterlijk en figuurlijk jong houdt. De kinderen en oudere gemeenteleden kunnen wederzijds veel van elkaar leren. 5. Hoe bereiden jullie voor, hoe vinden jullie onderwerpen en vooral hoe zien de zondagochtenden eruit? De leiding komt ongeveer 4 of 5 keer per jaar bij elkaar. Hierbij is ook altijd één van de predikanten aanwezig. We bespreken welke verhalen we de komende maanden zullen gaan vertellen en welke verwerkingen daarbij passen. We proberen het programma zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de kinderen. De verhalen worden door de predikanten of de leiding zelf voorgesteld. We gebruiken daarvoor Kind op Zondag, de Verhalenverteller, kinderbijbels of boeken uit privébezit van de leiding. In november bespreken we de voorbereidingen voor de Kerst. Op zondagmorgen zijn de kinderen in het begin in de dienst aanwezig, na het eerste lied gaan ze naar hun eigen ruimte. Daar zingen ze hun eigen beginlied en wordt er gecollecteerd voor de adoptiekinderen. Dan vertellen we een verhaal en bespreken dat. Het verhaal wordt ddoor middel van knutselen, een spel of toneel verder uitgewerkt. In de open ruimte van de dienst komen de kinderen terug om te vertellen wat zij gedaan hebben. Ook is het voor hen leuk als één van de volwassenen vertelt wat zij gehoord hebben in de dienst. 6. Aan welke groep geef je de muis door en wat wil je de groep verder vragen? Aan de 15+. Welke rol speel de/een kerk, de DGU, het geloof in jullie leven? Namens de Kinderdienst, Ans van Terwisga
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 15 van 20
Terugblik op het Ontmoetingsproject Graag doe ik verslag van het ontmoetingsproject dat de afgelopen maanden heeft plaatsgevonden. Josje Hoekveld heeft dit project namens de kerkenraad op zeer prettige en constructieve wijze ondersteund. Op de uitnodigingsbrief reageerden 47 leden of vrienden van de DGU, de jongste was 22 , de oudste 88 jaar. Een verrassend mooi aantal! Nadat men bericht had gekregen aan wie men gekoppeld was, waarbij geprobeerd is een verschil in leeftijd te houden en te proberen mensen te koppelen die elkaar niet of minder goed kennen, was het de bedoeling om in de periode van minimaal twee weken en maximaal twee maanden één of meerdere keren contact met de ander te hebben. Vervolgens hebben mensen elkaar geschreven, elkaar opgezocht, musea bezocht, gewandeld, gegeten, koffie gedronken. Soms liep het anders door ziekte, drukke werkzaamheden, of doordat men elkaar minder te zeggen had voor een doorgaand contact. Anderen vervolgen juist hun contact de komende tijd. Een enkeling raakte teleurgesteld omdat de ander niet of minimaal op initiatieven reageerde. Na twee maanden kreeg iedere deelnemer een uitnodiging voor de afsluitende dienst op 5 januari plus een evaluatiepapier. Bijzonder is om te lezen hoe mensen deze contacten hebben ervaren . De meesten benoemden het contact als soepel, warm en vanzelfsprekend zodat men de aangereikte tips niet nodig had om het gesprek gaande te houden. Hoe bijzonder een eerste contact kan zijn blijkt uit het volgende citaat van een deelnemer: Het ontvangen van de brief op de deurmat en de spanning over wat er in de brief zou staan, het moment van het lezen van de brief die aan alle verwachtingen voldeed, was ook een verrukkelijk moment. Het was de bedoeling dat vooral jongeren met ouderen in contact zouden komen, een jongere deelnemer schreef over haar ervaringen het volgende: Omdat ik vooral in het Doopsgezinde jongeren-kringetje contacten heb, leek het mij erg leuk om binnen de Doopsgezinde kerk ook in contact te komen met een breder publiek. Omdat ik zelf geen actief kerkganger ben, leek dit voor mij een goed initiatief. Ik verwachtte een leuk contact met een vrouw waardoor ik misschien eerder de stap naar de kerk toe zou maken. Het contact wat ik had was ontzettend leuk. Een hele inspirerende vrouw met veel levenservaring. Ik heb heel fijn met haar gepraat en ik kon zonder dat het de bedoeling was mijn hart luchten. Ze was heel open en erg fijn om mee te praten. …. Zij gaat mee naar: ‘Praten en proeven’ en ik ga nog een keer mee naar de kerk. Wie weet zitten wij 5 januari naast elkaar in het kerkbankje. Voor vrijwel alle contacten geldt dat het bijzonder blijft dat zomaar een aantal mensen uit de DGU elkaar hebben ontmoet wat anders waarschijnlijk niet gebeurd zou zijn. Op zondag 5 januari , de eerste dienst van het nieuwe jaar, heeft een aantal mensen verslag gedaan van hun ervaringen met dit project. Uit de evaluatie blijkt dat de meeste deelnemers nog een keer aan iemand anders gekoppeld willen worden. Wie weet komt er te zijner tijd enig vervolg. Hierover zal de kerkenraad nadenken. In dit jubileumjaar van de DGU hopen we elkaar vaak en feestelijk tegen te komen. Corrie van Egmond
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 16 van 20
Domineesvrouw in deeltijd Laura’s man is predikant in Twente. Laura woont in Utrecht en is als domineesvrouw in het weekend vaak in Twente. Als stadse geniet zij van het dorpsleven. Kerknieuws Het mooiste met kerstmis in de kerk vond ik de “Nine lessons and carols” op de zondag voor kerst. Een koor uit Zutphen, waarvan onze organist de dirigent is, kwam zingen. Het gebeuren houdt het midden tussen een dienst en een concert. Er zijn negen schriftlezingen, uit (in dit geval) Genesis, Jesaja, Lucas, Mattheus en Johannes . Daartussenin zingt het koor Engelse carols. Zo nu en dan mag de gemeente een couplet meezingen. Dat is niet moeilijk want van al de liederen kennen wij de melodie. Omdat hier niet iedereen het Engels machtig is, zong de gemeente de coupletten in het Nederlands. Alleen dat al verbroedert, dat je die mooie liederen net zo goed in het Engels als in het Nederlands kan zingen, en dat het gevoel dan hetzelfde is. Voor de gemeente zelf ligt het accent misschien wel op kerstavond, als de kinderen een kerstspel opvoeren. De kerk zat toen nog voller dan op eerste kerstdag. Alle kinderen die aanwezig zijn, mogen meedoen. Voor hen liggen er kleren klaar als engel of als herder (sorry….. de sexerollen liggen vast). Op eerste kerstdag zong de cantorij een kerstoratorium van Huub Oosterhuis. Er waren twee solisten aangezocht, en een hoboïste en een fluitiste. Hoewel de cantorij vrij klein is en bovendien pretentieloos, klonk dit oratorium (dat ik ook in een iets uitgebreidere versie in de Studentenekklesia in Amsterdam heb gehoord) fantastisch. We eindigde traditiegetrouw met het Ere zij God. Dat is hier namelijk de gewoonte. Het is een lied waar veel dominees een hekel aan hebben; ik weet niet waarom. Toen hier eens een invalpredikant in een domineeloos tijdperk dit lied niet op de liturgie gezet had, merkte hij tot zijn verbazing dat na de zegen iedereen gewoon bleef staan. Het orgel zette Ere zij God in, vanaf het balkon klonk een trompet en de gemeente begon te zingen. Een mooi voorbeeld dat een gemeente sterker is dan de predikant.
Dorpsnieuws De zaterdag tussen kerst en oud en nieuw stond ik bij de kassa van de Plus achter twee jongens die drie kratten Grolsch beugels kochten. Ik vroeg of ik hun zegeltjes mocht voor het Plusboodschappenpakket. Ze keken me wat raar aan, maar ik kreeg m’n zegeltjes. Toen ik met m’n eigen boodschappen buiten kwam, stond naast mijn auto een tractor met shovel geparkeerd (achteruit ingeparkeerd) met in de “bak” de drie kratten, vastgesnoerd met een riem. Helaas heb ik geen foto gemaakt, maar dit was wel weer een mooi dorpstafereel.
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 17 van 20
’s Middags ga ik vaak fietsen, zomaar, zonder een vast doel. Op oudjaarsdag was het een extra belevenis, omdat ik overal in het wijde land de knallen van het carbid hoorde. Iedere tien minuten kwam ik wel langs een weiland met daarin een tent, muziek en een gezelschap jongens met bierflesjes in de hand, die gezellig zo nu en dan een knal de lucht in schoten. Het plezier met het knallen begint hier al vroeg: ik zag op een erf jongetjes van een jaar of zeven lekker bezig, zij het niet met carbid maar met rotjes. Hier op het Stift heb ik de afgelopen maanden zo nu en dan bijna een schuiver gemaakt over de eikels op de grond, zoveel lagen er. Er was niet tegen op te bezemen. In de krant las ik een bericht over kinderen die eikels hadden verzameld om te verkopen als varkensvoer. Ik wist niet dat anno nu varkens nog eikels eten. De vier meisjes stonden trots op de foto te midden van negen grote emmers en elf kratten. Zij hadden nota bene 520 kg verzameld en verdienden daarmee een kwartje per kilo! Volgens de krant zei een van de meisjes “Het geld valt gewoon van de bomen af”.
Laura
In Memoriam Zr. Johanna Kluft - Prins Op maandag 23 december is overleden onze zuster Joke Kluft. Ze is 84 jaar oud geworden. De laatste jaren woonde ze in verzorgingshuis Heremalerhof in Harmelen, omdat haar gezondheid steeds verder achteruit ging. Haar echtgenoot, broeder Jan Kluft, bezocht haar vanuit Woerden enkele malen per week. Samen gingen ze ook in het verzorgingshuis naar de kerk, waar beiden van genoten. De begrafenis vond plaats op oudjaarsochtend in het kleine Friese gehucht Scharl, nabij Warns. De afscheidsdienst werd gehouden in de Doopsgezinde vermaning te Warns, een karakteristiek Fries kerkje met prachtig licht dat door prachtige ramen scheen. Aan het begin van de dienst staken de vier kleinkinderen een kaars aan. De beide dochters van het echtpaar, Wieke en Ineke, zaten aan weerskanten van hun vader, die diep verdrietig was en is over dit afscheid. Dat is begrijpelijk, want ze kenden elkaar 71 jaar. De keuze voor Warns (en Scharl) was vanzelfsprekend, want op dat weidse platteland stond de boerderij van de ouders van Joke, waar Jan sinds zijn 14e jaar alle zomer- en kerstvakanties doorbracht. Altijd was er die grote hartelijkheid van dat Friese gezin, hij denkt daar nog met liefde aan terug. Door een nichtje van de familie werd psalm 62 in het Fries gelezen, waarin als een refrein telkens weer klinkt 'God is ons een schuilplaats'. Daarnaast heb ik een gedeelte uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs voorgelezen, waarin alles wordt afgewogen op waarde, 'maar had ik de liefde niet, ik ware niets'. De laatste zinnen uit mijn overdenking luidden als volgt: 'We weten het, mensenlevens komen en gaan, maar hoe intens verdrietig voelt het om zó definitief afscheid te moeten nemen van iemand die altijd deel van ons leven was. We hopen dat de tijd het verdriet zal verzachten.'
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 18 van 20
In Memoriam Willem Schrader Op Oudejaarsdag 2013 overleed in alle rust Willem Schrader, betrokken mens bij de doopsgezinde gemeente, echtgenoot van ons lid zr Els Schrader. Zijn leven werd in de kring van familie, vrienden en bekenden herdacht in een plechtigheid in crematorium Den en Rust op 8 januari 2014. Aan mij was gevraagd – ook Willem wilde dat graag – in de bijeenkomst iets te zeggen over het geestelijk leven van Willem. Nu is het nog niet zo gemakkelijk Willem Schrader in één woord te karakteriseren. Want hij was ongelofelijk veelzijdig, zijn kennis was veelomvattend. Hij was ooit Natuurkunde gaan studeren in de veronderstelling dat een ‘fysicus alles kan’ (het was in zijn ogen een brede, algemene wetenschap). Maar zijn werkelijke belangstelling lag in andere zaken: de geschiedenis en de kunst, de cultuur in de meest brede zin. Een zoon vatte het samen in deze woorden: ‘Willem wilde in zijn leven de dingen begrijpen – dat was het streven – maar dat wilde nog allerminst zeggen dat hij het ook werkelijk begreep.’ Willem Schrader wilde inderdaad in zijn leven de dingen begrijpen – ook de zaken die in wezen te groot zijn om te bevatten. En dan denk ik aan de grote vragen van het bestaan, van dood en leven, van goed en kwaad en van het vragen naar God en geloof, het vragen naar zin. Ik vermoed dat de sleutel voor Willems zoeken in geloof misschien wel in zijn eigen leven lag. In een bestaan waarin hij al jong (in het Jappenkamp en daarna) de schaduwkanten van het leven leerde kennen. Was het daarom – hoe moeilijk hij dat ook kon uitdrukken – dat hij in zijn leven zocht naar warmte, naar geborgenheid, naar gezelschap om het bestaan mee te verlichten? Maar bleef hij daarom ook bezig met die grotere vragen van het leven, met de ‘trage’ vragen die niet zozeer een snel en flitsend antwoord nodig hebben? Maar wel een helder verstand en een warm kloppend hart, openheid en oprechtheid. In de bijbel wordt in psalm 8 met verwondering over de mens gesproken: ‘Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet?’ Ik vermoed dat deze verwondering heel dicht bij de geloofs- en gevoelswereld van Willem Schrader lag. Uiteindelijk keek hij met een verwonderde eerbied naar de wereld (naar de schepping) en naar alles wat daar op en in is. Hij beschouwde en overwoog dat alles en hij stelde dezelfde vraag als de psalmdichter: ‘Wat is de mens dat u naar hem omziet?’ Wat is dat wonderlijke geheim van het leven? Wat maakt dat we als mensen leven, bewegen, groeien en scheppen en zo zin vinden in het bestaan?’ Willem Schrader, hij werd dan wel nooit lid van de doopsgezinde gemeente, toch vond hij het fijn in de gemeente komen. Hij bezocht graag de diensten. We zullen hem missen, deze bijzondere man: betrokken, betrouwbaar. We wensen Els, de kinderen en kleinkinderen veel kracht toe in deze tijd van gemis. Dat de herinnering aan Willem tot zegen mag zijn.
Concert 29 maart: Stabat Mater Pergolesi Het Stabat Mater (in f klein) van Giovanni Battista Pergolesi is een versie van het Stabat Mater, een cyclus van gezangen over Maria, die waarschijnlijk omstreeks 1300 is geschreven door Jacopone da Todi. Op zaterdag 29 maart zal het Stabat Mater van Pergolesi worden uitgevoerd door een koor, bestaande uit acht , dat wordt begeleidt door een strijkkwartet en orgel. Het is de eerste keer dat zij in deze samenstelling zingen. De studenten hebben allemaal veel koor ervaring. De meesten ervan in Utrecht. Het kwartet speelt al langer samen en is daardoor goed op elkaar ingespeeld. Het geheel staat onder leiding van Miriam Westgeest. Door de passie voor muziek en de kleine bezetting, belooft dit een intiem concert te worden. Het tijdstip van het concert en de toegangsprijzen worden in de nieuwsbrief bekend gemaakt. Het concert zal waarschijnlijk aan het eind van de middag of in de avond plaatsvinden. Hopelijk komt u allen luisteren. Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 19 van 20
Om stil van te worden Tjitske Hiemstra, doopsgezind predikant in Leeuwarden (en voorheen in Utrecht) bezocht vorig jaar de tentoonstelling “Die Betenden” in de Nicolai-Kerk in de Oost- Duitse stad Wismar. Grote schilderijen van Sylvia Vandermeer toonden biddende mensen. En bij elk schilderij had Anselm Grün een passend gebed gemaakt. Tjitske was diep onder de indruk van het getoonde en kocht het boek met reproducties en gebedsteksten*. Thuisgekomen ontstond het idee om een dergelijke expositie voor de kerk in Leeuwarden te maken. Rinse Rinsma vertaalde de teksten van Anselm Grün in het Nederlands en Nienke van der Meer maakte bijpassende portretfoto’s van enige gemeenteleden in verschillende fasen van hun bestaan. Die verscheidenheid maakt duidelijk hoeveel verschillende wijzen van bidden er kunnen zijn. Het geheel toont mensen die een moment van intimiteit, van contact zoeken met God beleven. Tjitske Hiemstra sprak over die tentoonstelling toen zij afgelopen jaar een dienst in onze kerk leidde. Eén van de leden van de Kunstcommissie bezocht de kerk in Leeuwarden en berichtte heel positief over het getoonde materiaal. Wij zijn blij dat we de gelegenheid kregen ook de leden en vrienden van onze Utrechtse gemeente die beelden en teksten te tonen in de gemeentezaal. Ze kunnen ook óns inspireren en ons helpen ons geloof te verdiepen. Om stil van te worden. Namens de Kunstcommissie, Kees van den Berg *Het boek “Die Betenden” van Sylvia Vandermeer en Anselm Grün verscheen bij Vier-TürmeVerlag : ISBN 978-3-89680-561-4. (Essentiële delen van bovenstaande tekst zijn ontleend aan het artikel van de hand van Tjitske Hiemstra in het Leeuwarder Kerkblad.)
Menno Sticht 2014 nr. 1
blz. 20 van 20