2007 24/3 RONDOM DEN HERDENBERGH Tijdschrift van de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving Lidmaatschap € 15,00 per kalenderjaar Ledenadministratie en contributie: G. Wolbink, Alb. Risaeusstraat 8c, 7772 AV Hardenberg, tel.: 0523-267036, e-mail:
[email protected] Secretariaat: Verenigingscentrum, bezoek- en informatieadres: Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg, tel.: 0523-265624 Openingstijden: ma-di-do-vr.: 09.00-12.00 uur Internet: www.historiekamer.nl E-mail:
[email protected] Bestuur: H.H. Bulthuis, voorzitter, Eikenlaan 15, 7771 DW Hardenberg, tel.: 0523-263608 F. Hamhuis, secretaris, Esweg 32a, 7771 CR Hardenberg, tel.: 0523-261433 A.J. Barnard, alg. adjunct, Oosteinde 13, 7772 CA Hardenberg, tel.: 0523-261786 Mevr. D. Reefman, penningmeester, Hoornblad 15, 7772 MG Hardenberg, tel.: 0523-266241 Mevr. H. Reinders, A. Risaeusstraat 16, 7772 AV Hardenberg, tel.: 0523-266515 Mevr. F.G. Mulder-Scholtens, Van Raesfeltallee 14, 7773 AB Hardenberg, tel.: 0523-271050 L Odink, Zwartedijk 29a, 7775 PA Lutten, tel.: 0523-681850 Redactiecommissie:
Redactieadres:
Mevr. D. Hesselink-Zweers Mevr. J. Luisman-de Jonge K. Oosterkamp, eindredacteur, tel.: 0523-263104 A. de Roo E. Wolbink Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg
Bankrelatie: Rek.nr. 3849.47.824 bij Rabobank Hardenberg (Postrek.nr.v.d.Bank: 812263) POSTBANK rekeningnr. 2985515 ISSN: 1380-3921
Inhoud Van de redactie Koperslagers in Hardenberg Woningbouwrevolutie in Hardenberg De Spaanse griep in Hardenberg Plat ni-js Een kei en een kiemplant (Beelden van ons 13) Pastores in Heemse (VIII) De Lennipshoeve (Huizen van naam 37) Fotoherkenning Uit Salland's Volksblad 1906
pag. 1 K. Oosterkamp 2 R. Gritter 8 A. de Roo 12 J. Luisman-de Jonge 17 K. Oosterkamp 20 A. de Roo 23 K. Oosterkamp 27 J. Luisman-de Jonge 29 D. Hesselink-Zweers en E. Wolbink 31
Bijdragen voor het volgende nummer uiterlijk op 10 november 2007 inleveren. Het overnemen van artikelen of gedeelten daarvan uit dit tijdschrift mag alleen na daartoe verkregen toestemming van de redactie.
Van de redactie Dit nummer begint met een bijdrage over het uit Hardenberg verdwenen ambacht van de koperslager. Vanuit dit ambacht hebben zich installatiebedrijven ontwikkeld. Ook aan deze ontwikkeling wordt enige aandacht geschonken. Hoewel het in onze beleving nog nieuwe en moderne gebouwen zijn, hebben flatgebouwen inmiddels ook al een geschiedenis. In zijn artikel markeert auteur Gritter het begin van de flat-bouw in onze stad als een revolutie in de woningbouw. Ook in onze dagen is er nog steeds de dreiging van uitbraken van epidemische ziektes. In de periode rond 1918 bezweken velen aan de Spaanse griep. We kunnen lezen over aard, omvang en gevolgen van deze ziekte in die tijd voor Hardenberg. De serie over de pastores in Heemse presenteert de slotaflevering met de predikanten van de Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt). Tenslotte is er een aantal bijdragen die gezien kunnen worden als voortzettingen in een bepaalde reeks of serie. Zo wordt de naam Lennipshoeve uit de doeken gedaan, is er aandacht voor een beeld en een kei in Kloosterhaar/Balderhaar, wordt u uitgenodigd voor een soort van dialectische rommelmarkt in Plat Ni-js, is er een fotoherkenning en blikken we terug op een eeuw geleden in het Salland's Volksblad.
Het fraaie bedrijfspand van Roelof Dijkstra, die op 5 februari 1906 in Lutten aan de Dedemsvaart een werkplaats opende voor het herstellen, lakken en vernikkelen van rijwielen. Ook fabriceerde hij nieuwe fietsen. In latere instantie werd de zaak uitgebreid met een garage en werden ook automobielen verkocht en gerepareerd. In 1923 werd het bedrijf overgenomen door Ten Cate en Jaspers. Meer informatie over Dijkstra, Ten Cate en Jaspers is te vinden in het artikel van C. Lina 'Lutten, de bakermat van garagebedrijven te Heemse en Hardenberg' (1996, 13/1).
1
Koperslagers in Hardenberg Omstreeks 1930 telde Stad Hardenberg een drietal koperslagers die hun ambacht in het centrum uitoefenden. Inmiddels is dit ambacht in de oorspronkelijke functie verdwenen. Behalve het koperslaan werd er aan loodgieterswerk en dakbedekking gedaan, terwijl het installatiewerk een steeds grotere plaats ging innemen. In deze bijdrage proberen we iets van deze ontwikkeling te beschrijven.
K. Oosterkamp In menig interieur, ook in Hardenberg, zijn ze wel te vinden: oude voorwerpen van koper. Ooit in het dagelijkse leven van (overgrootouders nuttig gebruikt in het huishouden: een aanrechtpomp, een beddenkruik, een tabaksdoos, een ketel, een emmer, een doofpot. Meestal gemaakt van rood koper, maar ook vaak met decoratieve elementen van geel koper. Het waren vroeger gewone gebruiksvoorwerpen, die lang meegingen. Als er iets aan ging mankeren, kon het in vele gevallen doelmatig gerepareerd worden. Aan menige oude ketel is zo een beetje de geschiedenis af te lezen. Het koper werd regelmatig gepoetst, de status van een net huishouden werd mede bepaald door de glans ervan. Door de vooruitgang in de twintigste eeuw kwamen er andere producten: industrieel gefabriceerd, van andere en gemakkelijker materialen, en goedkoper. Er werd minder gepoetst en als er iets aan ging mankeren, werd nieuw gekocht. De oude koperen gebruiksvoorwerpen belandden op de rommelzolder of opkopers namen ze mee, vaak voor een prikje. Totdat men de sierwaarde van oud koper (her)ontdekte en de aanrechtpomp, de ketel en de tabaksdoos een nieuw leven kregen, als oud-ambachtelijk design. Opnieuw gepoetst, maar nu geheel vervreemd van de oorspronkelijke functie, staat de pomp in de hal zonder ooit nog water te pompen, staat de tabaksdoos op het dressoir zonder pruimtabak en sieren emmer en doofpot een hoek van de kamer: in de betere tijd van nu, van welvaart en industriële productie, bewaren de ambachtelijke producten van de koperslagers een dierbare herinnering aan de goede tijd van toen. 2
Het ambacht Koperslagers oefenden een ambacht uit waarbij vooral huishoudelijke voorwerpen werden vervaardigd: pannen, ketels, emmers, voorraadbussen, tabaksdozen, beddenkruiken, e.d. Voor 1900 was koper het meest gebruikte metaal voor dit dagelijkse gebruik, tin was voor de welgestelden, terwijl de rijken der aarde zich bedienden van zilveren voorwerpen. Koper was toen relatief goedkoop en bovendien heel Oud-ambachtelijk design, goed te bewerken. opnieuw gepoetst Tijdens het bewerken werd niet alleen gelet op de nuttige gebruiksfunctie, vaak legden koperslagers hun ambachtseer in het product en ontstond er onder hun handen een heel bijzonder fraaie ketel of emmer. Uitgangspunt voor een ketel was een vlakke koperen plaat. Deze werd roodgloeiend gemaakt en afgekoeld in een bak koud water. Daarna was hij geschikt om te bewerken met een houten hamer. Als aambeeld diende de ronde knop van een ijzeren staaf. Door dit slaan, wellen, ontstonden er ronde en bolle
vormen. Regelmatig moest het koper worden opgegloeid om het weer zacht en bewerkbaar te maken. De binnenkant van de ketel werd vertind: koper gaf een nare smaak af aan het water en bovendien was koperoxide giftig voor mens en dier. De bodem werd met een felsnaad bevestigd aan het huis en gesoldeerd, het handvat werd geklonken en de tuit werd gesoldeerd met een koude las. Dan moest er voor de afwerking worden geschuurd en gepolijst met wattenschijf en koperpoets, totdat de koperslager er zich in kon spiegelen.
Een koperslager was dus letterlijk bezig met slaan op koper om het metaal te bewerken om een geschikte vorm te verkrijgen. Deze bezigheid was voor de gebroeders Jan en Caspar Luiken in de zeventiende eeuw aanleiding om in hun verbeelding van ambachten dit slaan in geestelijke zin te duiden: Daar zijn veel slaagen toe vandoen, Eer't werkstuk komt tot zijn fatsoen: Soo treft een Haamer op de vroomen, Van weederwaardigheid, op dat, Het Eeuwich mens 'lijk zielen vat, Tot een bequaame Stand moecht koomen.
Tot eind 19de eeuw werden huishoudelijke voorwerpen door koperslagers op bestelling gemaakt. In de tweede helft van die eeuw was er wel concurrentie gekomen van gietijzer, maar dat was nogal zwaar en bovendien lastig te repareren. Naderhand kwam er veel meer concurrentie door de geëmailleerde potten en pannen: deze waren net zo licht en gemakkelijk als de koperen, maar waren door de industriële wijze van produceren veel goedkoper. Geleidelijk werden er geen nieuwe koperen potten en pannen meer gemaakt. Wel werden deze koperen gebruiksvoorwerpen tot na de oorlog, tot in de jaren '60 nog wel gebruikt en ter reparatie aangeboden. Dat sommige klanten erg ongeduldig konden zijn, vertelt de heer Sierink: Vader Jan was koperslager, hij trouwde in 1923 met een dochter van Vasse. Na de plechtigheid op het gemeentehuis aan de Voorstraat vertrok de bruidstoet lopend naar de Höftekerk voor de kerkelijke inzegening. Halverwege werd Sierink aangesproken door een wat ongeduldige boer uit Rheeze: Jan, is mien kettel now ok klaor? Waarop Jan antwoordde 'Daor he 'k now de kop niet naar staon. Vraog mar an mien va, din löp achter mi-j'. In de oorlogsjaren was er een groot gebrek aan o.a. koper en zink. Voorwerpen die in de keukens werden gebruikt, raakten echter wel eens defect. Zo werden geëmailleerde ketels met een lekkende bodem soms wel gerepareerd met blik van koektrommels: de bodem werd weggeknipt, een rand werd ontdaan van emaille en blank geschuurd, waarna met een felsnaad de blikken bodem werd aangebracht en dichtgesoldeerd. Misschien niet zo fraai, maar de ketel was weer bruikbaar. Koper- en ander werk Waterpompen leverden ook veel werk op: niet alleen het installeren, ook de reparaties. Zo waren er naast de huishoudelijke aanrechtpompen, de waterpompen buiten die aangesloten moesten worden op een wel. Die moest dan eerst wel worden gevonden en aangeboord. Een heel bijzondere zorg waren de 3
stadspompen. Voor de oorlog, in de jaren dertig, telde Hardenberg nog zeven stadspompen die niet alleen een belangrijke functie hadden in de watervoorziening voor huishoudelijk gebruik, maar ook van belang waren in de lokale 'nieuwsvoorziening'. De drie loodgieters kregen van de gemeente bij toerbeurt het onderhoud voor eenjaar gegund. In de wintermaanden moest vanaf 1 oktober tot half maart bij kans op vorst 's avonds om 7 uur het water van de pomp worden gedaan door de klep op te lichten. De andere morgen om 7 uur moest het water er weer worden opgedaan, zodat er weer gepompt kon worden. Dat moest elke dag gebeuren, weer of geen weer.
ding. Soms werden particuliere woningen voorzien van een koperen dak, maar veel vaker gebouwen met een publieke functie. Heel voornaam was het als er dan ook nog koperen goten en regenpijpen werden geplaatst, maar vaak nam men om budgettaire redenen met zink genoegen. In Hardenberg waren en zijn er enkele koperen daken te vinden. Zo was de aula van de LTS aan de Sportlaan en het gemeentehuis door koperslager Makkinga van een koperen dak voorzien, terwijl de firma Sierink het ING-bankgebouw van iets dergelijks voorzag. Uiteraard konden de koperslagers daken ook van andere bedekkingen voorzien, zoals leien (toren van de Höftekerk) en mastiek. Goten en regenpijpen werden vooral uitgevoerd in zink. Een koperslager was meestal ook loodgieter. Nu werd lood al lang niet meer gegoten, maar het woord bleef in gebruik. De aan- en afvoerleidingen van water waren aanvankelijk van lood. De aanvoerleidingen moesten aan de binnenkant zijn vertind. Later werden meestal koperen leidingen gebruikt die op hun beurt na de oorlog het veld moesten ruimen voor kunststofleidingen. De werkzaamheden zouden zich steeds meer richten op het maken van pompinstallaties en leidingsystemen. De nieuwe bedrijven, waaronder het economische trekpaard Wavin, die zich vanaf de jaren '50 in Hardenberg vestigden, waren welkome klanten die bedrijfsuitbreiding mogelijk en noodzakelijk maakten.
Leien op de Höftekerk Koper werd - en wordt nog steeds - ook gebruikt als dakbedekking. Het is een duurzaam materiaal en geeft op termijn, na ongeveer vijftig jaar, een mooie groene kleur. Bovendien heeft een gebouw met een koperen dak nogal status. De koperen platen werden aan elkaar bevestigd door middel van een felsnaad die uitzetting en inkrimping mogelijk maakte en tegelijkertijd zorgde voor een waterdichte verbin-
4
Lakstempel Sierink
meesterkoperslager
Arnoldus
knecht Geert Spang die na het vroegtijdige overlijden van Jans vader een tweede vader voor hem werd. De ontwikkeling tot een installatiebedrijf maakte het noodzakelijk om door middel van diverse cursussen de snelle veranderingen en vernieuwingen op technisch gebied bij te houden. Tegelijk werden er andere kwalitatieve eisen gesteld aan de kopersla- . ger - loodgieter - installateur. Van ambachtsman met vooral technische bagage werd hij in het zich uitbreidende naoorlogse bedrijf meer ondernemer en manager en hanteerde in plaats van hamer en tang steeds meer pen en telefoon.
Advertentie 17 febr 1922 in Salland's Volksblad Opleiding Het vak van koperslager werd vaak van vader op zoon doorgegeven en geleerd. In de tijd van het gildenwezen kon men in de leer komen bij een meesterkoper-slager.
In de loop van de twintigste eeuw volgde men een opleiding aan de ambachtsschool. Zo ging Jan Sierink naar de ambachtsschool te Almelo voor de opleiding lichtmetaal en leerde daar koper, lood en zink te bewerken. Het waren vooral de basistechnieken. De echte kneepjes van het vak leerde hij in het bedrijf, vooral van meester-
De koperslagers Omstreeks 1930 waren er in Hardenberg drie koperslagers. - Aan de markt, ongeveer waar later respectievelijk de heer Muis vanaf 1965 zijn meubelen stofferingzaak had, de heer Veneberg zijn ijzerhandel dreef en tenslotte firma Action zich vestigde, woonde en werkte koperslager en loodgieter H.J. Otten. De oude Vecht stroomde tot in de jaren dertig langs zijn perceel, terwijl de straat voor zijn huis toegang gaf tot een brug naar de Marsch, de Hardenbergse stadsweide. Er was een werkplaats waar Otten zijn werkzaamheden kon verrichten en van waaruit hij met zijn houten gereedschapskistje op de fiets naar zijn klanten ging, een beeld dat enkele oude Hardenbergers nog voor zich 'zien'. In een kamerruimte stond ook wat sanitair uitgestald, zodat de klant enige keuze had.
Bedrijf koperslager Otten 5
Advertentie in Sallands Volksblad 7 januari 1927 - Aan de Eiermarkt had koperslager Ab Breukelman zijn domicilie. Hij had daar zijn werkplaats, terwijl zus Dina het huishouden
Koperslager Herman Makkinga
6
verzorgde. Later werd het bedrijf verplaatst naar het Oosteinde. Herman Makkinga was bij hem in dienst gekomen en ook in de leer. Omdat Breukelman geen opvolger had, kreeg Makkinga de gelegenheid om het bedrijf over te nemen en voort te zetten. Er was niet alleen een werkplaats, maar ook een winkel in huishoudelijke artikelen. Het maken van koperen daken werd graag aan vakman Makkinga gegund, maar het accent kwam toch steeds meer te liggen op het installatiewerk. Had Makkinga tijdens de oorlogsjaren al veel werk gehad in de aanleg van waterleiding in Bergentheim, na de oorlog leverde de nieuwbouwactiviteit in Hardenberg veel werk op. Er moest een auto komen en het bedrijf groeide ook wat personeel betreft. Omdat er geen opvolger voor het bedrijf was, werd het beëindigd in de jaren '70. Na zijn pensionering pakte Herman Makkinga zijn koperslagerwerk weer op, maar nu had hij
Koperslager Sierink aan het Oosteinde tijd en vrijheid om vooral creatief bezig te zijn met niet alleen traditionele vormen, maar ook nieuwe ontwerpen, waaronder een koperen afdekking van een doopvont en een lessenaar voor de Stephanuskerk. - In 1850 had Arnoldus Sierink zich gevestigd als koperslager in een pand aan de kop van de Voorstraat. In 1923 werd het bedrijf verplaatst naar het Oosteinde, in het Armenhuis van de Hervormde diaconie. Dat pand werd door verbouwing beter geschikt gemaakt voor bewoning en bedrijfsvoering: in het midden ontstond winkelruimte, links de werkplaats en rechts kwam het woongedeelte. Hier zouden vier generaties Sierink wonen en werken als koperslager, loodgieter en installateur: Arnoldus Sierink, Andries Sierink, Jan (senior) Sierink en Jan (junior) Sierink.
In 1998 werd het bedrijf overgenomen en voortgezet op het bedrijventerrein, onder de naam BB&L. Tenslotte Het koper wordt niet meer in ambachtelijke zin geslagen, de uitingen van vakmanschap zijn antiek geworden en staan als zodanig glimmend mooi te zijn. De koperslagerijen, vaak begonnen als eenmansbedrijfjes, zijn als bedrijf beëindigd of hebben een voortzetting gekregen op een geheel andere schaal als installatiebedrijf. Maar ook in die moderne setting blijft er ruimte om het technisch vakmanschap te beleven tot genoegen van - soms nog steeds ongeduldige - klanten en consumenten. Met dank aan mevrouw A. Makkinga Leferink en de heer 1 Sierink
7
Woningbouwrevolutie in Hardenberg Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat de gemeenteraad van Hardenberg een 'revolutionair' besluit nam: er zouden flats in het stadje worden gebouwd! Bescheiden van omvang, dat wel, want anders zouden liften moeten worden aangebracht en dat zou de kosten omhoog stuwen. En ook bescheiden van omvang omdat de inwoners van Hardenberg geen flat waren gewend en het dus maar de vraag was of ze daarin wel wilden wonen. Misschien waren er zelfs wel inwoners die nog nooit een flat hadden gezien. Toch moesten ze gebouwd worden, want er heerste forse woningnood in Hardenberg, en geschikte bouwgrond was niet in grote hoeveelheden aanwezig. In 1959 werden de twee flats in gebruik genomen: de een aan de Trompstraat, de ander aan de Karel Doormanlaan.
R. Gritter Heeft het zin om als gemeentebestuur van Hardenberg een brief aan het provinciebestuur te schrijven, waarin staat dat ze in Zwolle eens moeten opschieten met het goedkeuren van bouwplannen? Waarschijnlijk niet. Vijftig jaar geleden wilde zo'n brief nog wel eens helpen. Hardenberg had dringend woningen nodig. Door de komst van de Wavinfabriek naar Hardenberg moest ? van de in aanbouw zijnde woningen worden gereserveerd voor Wavinarbeiders. "Hierdoor zijn anderen op de wachtlijst gedupeerd. Alleen al voor het centrum hebben we 375 woningzoekenden", schreef burgemeester Van Oorschot in 1957 aan de provincie. Hij vond het teleurstellend dat de Hardenberger bouwplannen onder op
De nieuwe flats aan de Trompstraat
8
de stapel waren beland, omdat de provincie het zo druk had. De brief van Van Oorschot hielp. Gedeputeerde Staten reageerden meteen met de toezegging, dat Hardenberg in 1957 150 woningen mocht bouwen. "Kom zo spoedig mogelijk met bouwplannen", adviseerden GS. Het bouwplan waar Van Oorschot over schreef, was in februari 1957 door de gemeenteraad goedgekeurd. Het omvatte de bouw van 74 woningen aan de Witte de Withstraat, de Van Speyckstraat, de Karel Doormanlaan en de Trompstraat, op een stuk grond van bijna 17.000 m2. Zes woningen waren bestemd voor senioren (Ouden van Dagen werden ze in de plannen genoemd), tweeëndertig eengezinswoningen en zesendertig flatwoningen, verdeeld
over twee flats. De eerste flats van Hardenberg. Het waren allemaal huurwoningen, met Beter Wonen als eigenaar. Voor de grond moest deze woningbouwvereniging 7,50 gulden per m2 betalen, oftewel nog geen 3,5 euro. Voor het hele bouwplan moest ongeveer 1,4 miljoen gulden op tafel worden gelegd, in hedendaags geld zo'n 640.000 euro. Hardenberg telde veel woningzoekenden, zodat werd verwacht dat de flatwoningen snel verhuurd zouden worden. Dat viel echter een beetje tegen. De Hardenbergers waren geen flats gewend, zodat er iets moest gebeuren om het huren van deze woningen wat aantrekkelijker te maken. De oplossing werd onder meer gevonden in het aanpassen van de huren. Volgens de oorspronkelijke plannen moest 6 gulden per week aan huur worden betaald voor de bejaardenwoningen, ruim 12 gulden voor de eengezinswoningen en bijna 15 gulden voor de flats. Uiteindelijk werden de flats een gulden goedkoper en de eengezinswoningen drie gulden duurder. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de huurprijs van een flat in werkelijkheid twee gulden hoger was door enkele bijkomende kosten: 16 cent per week voor de centrale antenne-inrichting, 35 cent voor de verlichting in de trappenhuizen, 5 cent
voor het vegen van de schoorstenen, 84 cent voor het schoonmaken van de stortkokers voor afval en 60 cent voor de huur van boilers. Ruim twee jaar nadat de raad het bouwplan had goedgekeurd, konden de flats officieel in gebruik worden genomen. Dat gebeurde op maandag 8 juni 1959. Eerst werden alle genodigden welkom geheten in zaal Ten Cate aan het Oosteinde (nu Den Herdenbergher), daarna werd naar de Trompstraat gewandeld waar de openingshandeling werd verricht en tenslotte keerde men weer terug naar Ten Cate voor de afsluiting. Tijdens het eerste gedeelte, in zaal Ten Cate, wilde voorzitter Snel van woningbouwvereniging Beter Wonen wel even uitleggen waarom voor het eerst in Hardenberg flats waren gebouwd. "In het centrum hebben we niet zoveel bouwmogelijkheden", vertelde Snel, "en dus is het handig om de lucht in te bouwen. Ook vinden we het zonde om meer cultuurgrond te gebruiken dan stikt noodzakelijk is. Verder wisten we dat in het centrum van Hardenberg een nieuw gemeentehuis wordt gebouwd en volgens ons zorgen de twee flats in de directe omgeving van dat gemeentehuis voor een beetje evenwicht. Daarnaast konden we door de bouw van de flats redelijk goedkoop de bejaardenwoningen aan de Karel
Een feestelijke opening 9
Doormanlaan bouwen. Als we die afzonderlijk hadden gebouwd, was de huurprijs veel hoger geworden. En tenslotte heeft ons bestuur met de bouw van deze flats willen accentueren, dat Hardenberg bezig is zich te ontwikkelen van een agrarisch centrum tot een stedelijk middelpunt waar industrie, handel en onderwijs zijn geconcentreerd." Burgemeester De Goede, opvolger van Van Oorschot, was dat laatste met Snel eens. "Flatbouw is een accent in de noodzakelijke allureverhoging van Hardenberg", vond hij. Dat woord 'allureverhoging' is sindsdien door vrijwel elk gemeentebestuur gebruikt om bouwplannen aan te prijzen. Zelfs tot vandaag de dag. Hardenbergers hebben nooit veel van poeha en opsmuk gehouden. Noodgedwongen misschien, maar toch. Een feestelijke ingebruikname van twee flats was dan ook een beetje teveel van het goede, vonden velen. "Ach, het is maar woningbouw." Zo'n opmerking was duidelijk tegen het zere been van Snel. En dat vertelde hij de genodigden in zaal Ten Cate ook. Het feestje was volgens Snel onder meer bedoeld om aan te geven dat Hardenberg blij was, dat nu 74 woningzoekenden een mooie
Flats in Hardenberg 10
woning aangeboden kon worden. "Iedereen die betrokken is bij woningbouw weet wat dat wil zeggen, als je 700 a 800 woningzoekenden op de lijst hebt staan. En verder is dit feestje bedoeld om mensen kennis te laten maken met flatwoningen. Onbekend maakt onbemind, dat geldt ook voor wonen in flats. Tot voor kort hadden we moeite om voldoende huurders te vinden, ondanks de woningnood. Hardenbergers hadden altijd in vrijstaande woningen gewoond, met een voor-, zij- en achtertuin. Het kostte al moeite genoeg om ze in een blok van vier of zes woningen te krijgen. Maar wonen in een flat, dat is voor Hardenberger begrippen iets revolutionairs. Veel kandidaten hebben dan ook bedankt, ondanks dat ze behoefte hadden aan een woning. En waarom? Naar onze mening omdat een flat nieuw is, omdat het vreemd is, omdat nog niemand van familie, vrienden of bekenden in een flat woont. Maar ons bestuur is door dit bedanken niet ontmoedigd. De lijst van woningzoekenden is lang genoeg en nu is het dan zover, dat er meer gegadigden zijn dan er flats beschikbaar komen." Snel noemde het jammer, dat mensen niet de moeite hadden genomen een kijkje in de flats te nemen. "Want dan hadden ze vast anders
Op de ansichtkaart ook een flatgebouw gereageerd. Dan waren ze wel onder de bekoring van deze flats gekomen, ze hadden genoten van het riante uitzicht, van het heerlijke balkon op het zuiden, van het gemak voor de huisvrouw om alle kamers gelijkvloers te hebben en van de gemakken waarvan deze woningen zijn voorzien." De apathie moest volgens Snel worden weggenomen en hij was dan ook blij, dat drie woninginrichters bereid waren gevonden elk een huis in te richten als modelwoning. Drie dagen kregen de Hardenbergers tijd om met eigen ogen te zien, hoe een ingerichte flatwoning eruit zag. Als de tegenzin eenmaal was overwonnen, konden er meer flats worden gebouwd. Dat was hard nodig, meende Snel, wilde je op een betrekkelijk klein grondgebied voldoende mensen kunnen huisvesten. De officiële ingebruikname zelf gebeurde door gedeputeerde Von Piekartz. Hoewel een flinke wind het stuifzand naast de nieuwe wegen het publiek en genodigden in de ogen blies, hadden toch velen zich bij de hoge gebouwen verzameld om de gebeurtenis mee te maken, schreef de journalist van het Salland's Volksblad. Na zijn openingstoespraak kreeg de
gedeputeerde een sleutel overhandigd door de 10-jarige Corrie de Goede, dochter van de burgemeester, waarmee hij de deur naar het trapportaal van de woningen Trompstraat 49 t/m 59 kon openen. Vervolgens verspreidden de gasten zich op verzoek van voorzitter Snel over de drie verdiepingen, om de woningen in alle rust te kunnen bekijken. En te genieten van het uitzicht over het toen nog 'platte' Hardenberg. De journalist van het Salland's Volksblad was onder de indruk. "Vooral van de bovenste verdieping had men een schitterend uitzicht over Hardenberg en Heemse. De woningen zijn bijzonder geriefelijk ingericht en aan allerlei voorzieningen is gedacht. Aansluitingen voor draadomroep en telefoon, stortkokers voor het afval, bergruimte in het souterrain enz. enz. Bovendien een ruime berging voor de bovenste bewoners. Beneden garages voor auto's. Kortom: te veel om te beschrijven. Ieder nam er met verbazing kennis van. Het was dan ook geen wonder dat menig Hardenberger later op de dag of de volgende dagen een bezoek aan de flats ging brengen." De Hardenbergers gaven zich gewonnen. Wonen in een flat was niet langer een taboe. 11
De Spaanse griep in Hardenberg Wij beschermen ons tegenwoordig aan alle kanten tegen allerlei ziekten. Onze kinderen worden in hun eerste levensjaren ingeënt tegen alle mogelijke kinderziekten. Als we met vakantie naar vreemde landen gaan, moeten we ons laten inenten tegen malaria enz. enz. Als er nieuwe ziekten op ons afkomen zoals de vogelgriep die mogelijk tot een epidemie kan uitgroeien, zoeken we ons daartegen op allerlei mogelijkheden te beschermen. Vroeger hadden we die mogelijkheden niet. Zo kon aan het eind van de Eerste Wereldoorlog de zogenoemde Spaanse griep veel slachtoffers maken.
A. de Roo Inleiding In de zomer van 1918 stierven in Nederland de eerste mensen aan de Spaanse griep. In andere landen waren al duizenden mensen aan deze virusziekte overleden. Waar de ziekte precies is begonnen is niet duidelijk. Het eerste gedocumenteerde geval is dat van soldaat Albert Mitchell die zich op 11 maart 1918 ziek meldde in Fort Riley in de staat Kansas in de Verenigde Staten. De ziekte verspreidde zich met zeer grote snelheid door de wereld. Vanuit de Verenigde Staten naar het Oosten en vandaar uit weer terug naar het Westelijk halfrond. De Eerste Wereldoorlog was nog aan de gang en door de censuur kwamen eerst weinig berichten naar buiten over de ziekte. Alleen in Spanje, dat niet aan de oorlog deelnam, werd in de pers veel aandacht besteed aan de epidemie. De virusziekte werd in ander landen daarom al gauw de Spaanse griep genoemd. Aangenomen wordt dat de oorzaak van de griep een gemuteerd varkensvirus uit China was. De griep begon met hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn. Gevolgd door extreme moeheid en flauwtes. Men verloor zoveel energie dat men niet meer kon eten en drinken. De ademhaling werd steeds moeilijker, gevolgd door de dood. Gruwelverhalen over de griep deden de ronde: een man hield een taxi aan, maar voordat hij in kon stappen was hij dood, een keeper in een voetbalelftal greep een bal uit de lucht en toen hij op de grond terecht kwam was hij dood door de Spaanse griep. Ook president Woodrow Wilson kreeg de Spaanse griep tijdens de onderhandelingen in Versailles in 1919, maar hij herstelde. Sommige historici stellen dat door zijn afwe12
zigheid bij verschillende besprekingen de eisen aan het verslagen Duitsland strenger waren. Er kwamen veel nepmedicijnen op de markt die beloofden de Spaanse griep te kunnen voorkomen of die de griep zouden kunnen genezen. Een effectief medicijn was niet aanwezig. Naar schatting hebben meer dan een half miljard mensen de ziekte opgelopen. In India alleen al stierven 10 miljoen mensen aan de Spaanse griep. In totaal stierven tussen de 20 en 40 miljoen mensen aan deze virusziekte. Van de Amerikaanse soldaten in Europa stierf in 1918 de helft aan de Spaanse griep. Bij een normale griep worden vooral ouderen en anderen met een lage weerstand getroffen. Niet bij Spaanse griep: het waren vooral de mensen in de leeftijdsgroep van 20-40 jaar die overleden. In het voorjaar van 1919 was de griep uitgewoed. De griepepidemie was de ernstigste uit de twintigste eeuw en was op jaarbasis gezien dodelijker dan de Zwarte Dood, waar in een jaar gemiddeld 2 miljoen stierven tegen de 2040 miljoen in een jaar aan de Spaanse griep. Nog steeds is de precieze oorzaak van de Spaanse griep niet bekend, maar recente onderzoekingen bevestigen het vermoeden dat het een recombinant griepvirus is. Sommige wetenschappers sluiten niet uit dat een dergelijke griepepidemie zich opnieuw voor kan doen. Het griepvirus blijft zich muteren en onder de voor het virus gunstige omstandigheden zou het zich sterk kunnen verbreiden. In 1997 werd in Hong Kong al het pluimvee afgeslacht om te voorkomen dat een griepvirus zich via varkens naar de mens zou kunnen
verplaatsen. Men weet nu meer van de Spaanse griep en men is meer alert, maar een medicijn is er nog steeds niet. De Spaanse griep in Nederland. Een op de 250 Nederlanders overleed aan de Spaanse griep. Bij bezoeken aan kerkhoven ziet men nog steeds aan de grafzerken dat vele gezinnen binnen korte tijd hun familieleden verloren aan de Spaanse griep. In 2002 schreef Reinold Vugs een boek over de Spaanse griep in Nederland, waarbij hij ook ingaat op de situatie in de grote steden en de provincie Drenthe die het zwaarst getroffen was. Het leed dat de Spaanse griep aanrichtte wordt duidelijk geïllustreerd met het volgende citaat van een vrouw die de Spaanse griep overleefde: Wij woonden met het gezin in Velp, in dezelfde straat als mijn oma. Het was bittere armoede. In één keer werd iedereen ziek. Mijn moeder was in verwachting en toen zijn mijn jongere broertje en ik bij oma in huis getrokken. We waren allemaal ziek, ik ook. Mijn vader bleef thuis, waar hij door iemand anders werd verzorgd. Twee van zijn broers, een van geloof ik zeventien en de ander negen-
Bij gebrek aan begrafeniskoetsen een bakfiets
tien of zoiets, waren ook ziek. In oma 's huis lagen dus allemaal zieke mensen. Mijn moeder beviel van een zoon, te midden van alle ellende. Kort daarna stierf mijn vader, alleen in mijn ouderlijk huis, en een paar dagen later gingen ze naar mijn moeder kijken. Zij wist dat vader was overleden en vroeg of ze bij opoe, haar schoonmoeder, mocht blijven. Ze sliep rustig, maar is toch overleden. Een tante heeft haar dood gevonden. Ook mijn twee broertjes stierven: de baby en het kind van twee jaar oud. Daarna gingen ook mijn twee ooms dood, die van zeventien en negentien. Artsen maakten overuren maar hadden feitelijk niets te bieden en gemeentebesturen vergaderden over sluiting van scholen om de epidemie te stoppen. Uiteraard had sluiting van scholen nauwelijks invloed op het beloop van de pandemie, ook was de discussie wat achterhaald omdat veel ouders hun (zieke) kinderen thuis hielden en veel leraren ziek thuis zaten. Het beeld dat uit dit boek naar voren komt is niet een beeld van totale maatschappelijke ontwrichting, weliswaar waren artsen, kerken, begrafenisondernemers en ziekenhuizen zwaar overbelast, maar dit was slechts van korte duur en de rest van de samenleving draaide normaal door. Het leed van de Spaanse griep was groot, maar in vergelijking met bijvoorbeeld het leed door tuberculose in die tijd niet buitenproportioneel. Ook waren er andere zaken die de aandacht vroegen: Troelstra kondigde de revolutie aan. De politieke storm en de maatschappelijke onrust die hiervan het gevolg waren eis13
ten meer de aandacht van de politici (en later de historici) op dan de Spaanse griep. Bestrijding van de griep Allerlei middeltjes werden aangewend en aangeprezen om de ziekte te lijf te gaan. De kwakzalverij vierde hoogtij. Eric Mecking schrijft in zijn boek dat handelaren nu een slaatje proberen te slaan uit de vogelgriep. Dat was in 1918 met de Spaanse griep niet anders. Ook toen betekende de griep handel. Veel pillendraaiers en drankjesbrouwers zagen een gat in de markt en speelden in op de angst onder de bevolking. In kranten en tijdschriften maakten zij reclame voor de vreemdste middelen tegen de griep: hoest- en antigrieppastilles, staalpreparaten, mentholsnuif en menthaformtabletten. Zij grepen van alles aan. Het maakte niet uit wat... Het bekendste middel was de abdij siroop van de firma LI. Akker uit Rotterdam. Deze beweerde dat met een paar lepels abdij siroop per dag de Spaanse griep kon worden voorkomen en adverteerde: DE GRIEP IS NOG NIET WEG!!! Velen zijn reeds als slachtoffer van de Griep gevallen en nog dagelijks neemt het aantal grieplijders toe. Informeert bij Uwe bekenden, hoeveel nieuwe Griep-zieken er bij komen. Moet gij er óók onder vallen? Kerels als boomen worden in één dag door de Griep weggemaaid. DE GRIEP IS EEN WINDVLAAG DES DOODS. Moeders, waakt over Uwe kinderen en Uwe huisgenooten. Eén flesch Abdij siroop heeft reeds duizenden beschermd voor ernstiger ziekten. Verschaf U de Abdijsiroop vóór Woensdag. Eén minuut kan te laat zijn. Napoleon verloor den slag bij Waterloo, doordat hij even te laat was. Weest gij op tijd! De 'Vereeniging tegen de Kwakzalverij' vond het volksverlakkerij en trad hiertegen op. In een advertentie in de Haagsche Post van 2 november 1918 waarschuwde zij: Abdij siroop komt niet uit een Klooster. Het is dik suikerwater met kaneel. Kan niet helpen tegen de opgesomde kwalen [...] en is zoowel door den hoogen prijs als door de wijze waarop het wordt aanbevolen een der gevaarlijkste kwakzalvers middelen. 14
Middelen tegen de Spaanse griep. Ook in 1918 toen al de vuistregel: handel is handel. De Spaanse griep in Hardenberg Ook in deze omgeving vielen talrijke slachtoffers. Er waren huisgezinnen waar er zelfs twee of drie personen aan stierven. Op 26 november hield de burgemeester van AmbtHardenberg in de raadsvergadering een toespraak waarin hij memoreerde hoe Nederland, hoewel het land niet in oorlog geweest was, toch weer kon opleven. Echter werd het land nu getroffen door een griepepidemie die ook in Ambt-Hardenberg vele slachtoffers eiste. Waren er in de periode van 1917 tussen 15 oktober en 26 november er 15 sterfgevallen geregistreerd, in dezelfde periode van 1918 waren het er 175. Wie het Sallands Volksblad ter hand neemt, ziet dan ook in de maand november van 1918 bladzijden vol rouwadvertenties. Daaruit blijkt dat het ook in deze streek vooral jonge mensen waren die aan de griep overleden. Vele families werden getroffen. Zo ook de familie Vasse. Roelof Vasse (de overgrootvader van Roelof Vasse van Vasse's Uitvaartverzorging) was indertijd met een timmerbedrijf begonnen. Hij bouwde de oude school aan de Lage Doelen. In de notulen van de vereniging van de school schrijft de secre-
taris over de getrouwe en onbaatzuchtige werkzaamheden van de timmerman Roelof Vasse als opzichter en bestuurder der school.
Zijn zoon Hendrikus zette het bedrijf voort samen met zijn zoon en zijn broer met twee zonen. Toen de Spaanse griep uitbrak, werd ook het bedrijf getroffen. Van de vijf mensen die er werkten overleden er vier. Alleen de zoon van Hendrikus, Lambertus (Bas) overleefde de griep. Hij was toen 17 jaar en zette al gauw het bedrijf voort. Tijdens de griepepidemie maakte het bedrijf ook doodkisten. Kennelijk was dat bij Bas blijven hangen, want in 1934 stond in het Sallands Volksblad een advertentie, waarin hij aankondigde, dat hij doodkisten maakte; uit voorraad leverbaar. Dat was zo'n beetje de aanloop naar de latere begrafenisonderneming.
Overlijdensadvertenties van de familie Vasse.
Tijdens de griepperiode maakten de mensen 's morgens met angst en beven de luiken open en keken de straat in. Wie zou er nu weer overleden zijn? Waar bleven de luiken dicht? Het was een angstige tijd. De artsen stonden met lege handen en slaagden er niet in de ziekte te remmen. Een nieuwe arts slaagde er in de ziekte tot staan te brengen. Een ander lid van de familie Vasse dankte aan hem het leven. Van overheidswege werd aangeraden de scholen te sluiten om zo de verbreiding van de ziekte tegen te gaan. Op 28 oktober 1918 verzocht het gemeentebestuur van Ambt15
Hardenberg de school 14 dagen gesloten te houden. Omdat de epidemie nog niet uitgewoed was, werd besloten de scholen nogmaals een week gesloten te houden, een termijn die als er geen tegenbericht kwam met een week verlengd werd. Door de gemeente werden ook extra kosten gemaakt voor geneeskundige hulp. De gemaakte kosten werden door de gemeenten Stad- en Ambt-Hardenberg gezamenlijk gedragen. Het 'dodenverluiden' werd een poosje gestaakt, (eind oktober tot midden november 1918), vanwege de vele sterfgevallen. Vele gebeurtenissen en afspraken werden uitgesteld en verschoven naar later data. De repetitie van het mannenkoor werd uitgesteld.
Uitstel repetitie mannenkoor Eltheto. Ook de verkopen van huizen en land op het kantoor van Notaris Zwamborn te Heemse gingen niet door. Uiteindelijk nam de griep af en kon het leven langzamerhand zijn gewone gang weer hernemen. De griep had behoorlijk huisgehouden in Hardenberg. De gevolgen zouden zich nog lang laten voelen. Niet alleen in het economisch leven maar vooral in het maatschappelijk leven. Verdriet gaat niet zomaar over.
16
Uitstel verkoop van huizen Bronnen: Sallands Volksblad. Gemeentearchief Hardenberg. Stepnet. In veel huizen wordt gerouwd, Reinold Vugs, 2002. Het drama van 1918. Over de Spaanse griep en de zoektocht naar virus en vaccin, E. Mecking, 2006. Met dank aan R. Vasse.
Stephanoten Mededelingen van het bestuur en werkgroepen Bijlage Rondom den Herdenbergh
3e kwartaal 2007
Nieuwe leden Blatter, E, Graaf Gerhardstraat 8, Venlo Boerma, J.A., Orionlaan 33, Hardenberg Braak, Ds. A. de, Klokkenbuil 7, Hardenberg Dorman, E, Ganzebloem 11, Hardenberg Ekkel-Schoemaker, X, Sportstraat 34, Kloosterhaar Jong, B.S. de, Zwanebloem 9, Hardenberg Laar-Koers, X van, Stationsstraat 23, Hardenberg Meijerink, H., Krüserbrink 46, Hardenberg Meulenkamp, R., Parallelweg 2, Hardenberg Plaggenmarsch, X, De Spinde 31, Hardenberg Plaggenmarsch, X, Eendekroos 25, Hardenberg PollBraakman, G. van den, Havenweg 100, Hardenberg Ramaker, G., Dr. G.H. Beensweg 8, Wierden Roosjen, S.I.D., de Braak 16, Zevenbergen Strijker, X, Margriet 7, Hardenberg In de vorige Stephanoten stond H.X Harssefoort, Vlasakker 52 te Wezep vermeld als nieuw lid. Dit moet zijn: H.X Harsevoort.
Nieuwe aanwinsten -
fam.van Oortmersen, twee knippiesmutsen dhr Van Wijngaarden, jaargangen Rondom 1984-2006 mevr. Oostenbrink, topografische kaart, Hardenberg rond 1900 dhr. Schönhage, uit een nalatenschap van mevr. Kip: diverse blikken, trommels, bussen en doosjes en een waterpasje, koperen kruik, strijkbout, complete petroleumiamp, zeepklopper, pakjes Crackfree, een schietspoel ca 35 em, een kaasvormpje, een petroleumkan (groen, vierkant) speculaasplank, oude sigaren en sigarenplankenset, gasfornuis, en de boeken: antiek van het Nederlandse platteland, Stap voor Stap door Dalen en Schoonebeek - B. Koobs te Amsterdam, diverse foto's uit "Eigen Erf", geïllustreerd familie weekblad voor Overijssel en Drente: 1929- foto's K.N. A. te Hardenberg t.g.v. Fed. Muziekconcours op 6/7 aug., 25 jrg bestaan, foto bij voorheen garage Lagers te Lutten, man op bakkersfiets, brug te Slagharen, le prijs versierde wagen school en volksfeest, mandolineclub "Minstreel" te Lutten, 1931- Autotocht ouden van dagen uit Slagharen bij Juliana-restaurant te Apeldoorn, bestuur varkensfonds te Lutten t.g.v. 25 jarig bestaan (met namen bestuursleden), afgebrande woning van Nijkamp te Slagharen, Spoorstraat te Hardenberg, Ned. Herv. Kerk te Heemse, Schoolfeest Ned. Herv. School te Bergentheim (bestuur, commissie en personeel); 1932- 25-jarig bestaan Chr. School te Rheezerveen (bestuur, personeel, B en W Ambt-Hardenberg, oud personeel en enkele oprichters), 25-jarig bestaan Chr. School te Rheezerveen, revue "de sneeuwbal" o.l.v. dhr. Lankkamp, 25-jarig bestaan Chr. School te Bergentheim, personeel en leerlingen, 1933- de grote monumentale watertoren te Lutten, 25-jarig bestaan Chr. School te Beerzerveld (leerlingen, personeel, schoolhoofd, bestuur), 10-jarig bestaan 1
-
-
-
-
N.C.G.O.V te Lutten (bestuur, ere-voorz., afgev. en enkele leden), Auke Vos, directeur van de zuivelfabriek te Slagharen, kwam bij Harderwijk op tragische wijze om het leven, tweeklassige openbare lagere school te Lutten, opening nieuwe openbare lagere school te Lutten op 23 augustus, gemeentebestuur e.a. autoriteiten, steenlegging nieuwe Gereformeerde Kerk te Mariënberg door Ds. P.H. Wolfert, na steenlegging: predikant, kerkenraadsleden en uitvoerders van het werk, fokveedag te Heemse: algemeen overzicht en opening door burgemeester H.H. Weitkamp; 1934- gezicht op Hardenberg, over de Vechtbrug vanuit Heemse, een nauw, maar rustiek bruggetje verleent toegang tot Hardenberg, boten bij Hardenberg, echtelieden T. Jaspers-Hoekstra te Mariënberg (50-jarig huwelijksjubileum), officiële opening Bad- en Zweminrichting "de Marsch", ontvangst ten stadhuize, burgemeester Bramer, overrzichtsfoto zwembad, ingebruikname nieuwe haven, proefvaart, toespraak door burgemeester Bramer, 1935- Paardenfonds te Lutten, 25-jarig bestaan, foto van het bestuur, jubileumviering te Heemse (eerste gemeente) van prof. dr. J. de Zwaan, met kerkenraad en notabelen der gemeente, groepsfoto Gereformeerde Meisjes en Naaivereniging "Maria en Martha" te Lutten t.g.v. het 50-jarig bestaan, 1938- groepsfoto revue "Bi'j ons an de brugge" te Slagharen, de "Lentheo" te Hardenberg, acht foto's, 1939- het 65-jarig bestaan van de Jongelingsverening Spreuken 1:7a te Lutten, groepsfoto, inwijding nieuwe R.K. School te Slagharen, pastoor Vergouw, burgemeester Weitkamp, wethouders Oostenbrink en Geerdes en genodigden Diny Timmer, suikerpot plus melkkan, blauw glaschroom Mevr. Bakker-Held, bouwtekening en vergunning Boerendijk C 249 Bergentheim, bouwaanvraag met tekening Harm Bakker woning a/d Boerendijk te Mariënberg, maart 1937, hypotheekakte uit 1923 van Hendrik Jan Zweers Dzn en Gerrit Egberts en Berendina Engberts Henk en Mien Stoel uit Hoogeveen, weckflessen met inhoud Jan en Dien Reinders-Kampmann, 2 vleesvorkjes met benen heften, 1 lepel en 3 vorken (alpaca) en een glasdrager (om op de rug te dragen) met gedicht: Met zien glasbenne op de rugge, Gung Schokker s -Jans over weg en brugge, Deur voort te goan langs hegge en hekke, Kreeg e zo zien glas op de rechte plekke. mevr. Van der Kamp, uit de nalatenschap van mevr. Nijman-Braakman: 1 knipmuts, 1 geblokt schort, 1 zwart jack, 1 zwart jack met schoot, 1 groen jack met schoot, 4 zwarte rokken dhr. Timmerman, kerkblaadjes van Herv. Gemeente Heemse 1970-1987, 3 mappen met diverse krantenartikelen en knipsels fam. Pullen uit de nalatenschap van mevr. Withaar-Pullen: 1 geloofsbelijdenis (ingelijst), 1 diploma Modevakschool (ingelijst), 2 plakboeken, 1 merklap 1942, Dagblad Trouw 1945, Sallands Volksblad van 1945-1947, Huwelijkslied ter ere van Prinses Juliana en Prins Bernhard. mevr. Waning-Vos, 1 trouwjurk met foto en 1 doopjurk fam. Kosse, allerlei familiepapieren, akten, trouwbrieven, verzekeringen, aanslagen, rekeningen, enz. fam. Woertink, jaargangen 1987 tm 2000 van "de Darde Klokke" mevr. Hulzebosch-Ensing, acht prentbriefkaarten van Hardenberg-Heemse,
Rectificatie 1. Het boekje 7 Voetveer en andere cursiefjes is geschreven door Marie Pouwels-Bos 2. In het tweede nummer van RdH staat in het artikel over de Grünn 'weg ten onrechte de suggestie dat aan het huis de naam werd gegeven door de eerste bewoonster mevrouw Haandrikman. De naam moet na 1952 zijn aangebracht.
Vrijwilligers gezocht Wij zijn voortdurend op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Op onze vorige oproep voor een vrijwilliger die alle grafstenen van de begraafplaatsen Bruchterweg in Hardenberg en Scholtensdijk in Heemse wil fotograferen en samen met de bijbehorende gegevens op onze website wil plaatsen, reageerde tot onze vreugde de heer Gerrit Willem Grimmerink uit Bruchterveld. Van harte welkom in ons vrijwilligersteam. Dit keer zoeken we vrijwilligers die ons willen helpen met het in de computer invoeren van gegevens (met foto) van alle museale objecten. We maken hierbij gebruik van het Programma Adlib. Voor deze 2
functie(s) is het nodig om enige kennis en ervaring te hebben met het werken met een PC. Voor het inwerken in deze materie wordt natuurlijk gezorgd. Binnen ons bestuur zijn we op zoek naar iemand, bij voorkeur afkomstig uit de onderwijssector, die de portefeuille jeugdzaken op zich zou willen nemen. Er zijn en komen steeds meer (gesubsidieerde) initiatieven van Rijk en Provincie (Kunst en Cultuur Overijssel) die tot doel hebben jongeren uit het Basisen Voortgezet Onderwijs door middel van lesbrieven- en pakketten en bezoek aan het museum, kennis te laten opdoen over ons lokaal cultureel erfgoed. Wij willen als Historische Vereniging graag meedoen aan deze initiatieven. Reacties graag aan
[email protected] of bij Wicher Dam, studiezaalmedewerker in de Historiekamer.
Tweede Clara Feyoena excursie op 6 september en herdenking op 1 september Voor de eerste Clara Feyoena excursie op 8 juni naar haar geboortestreek was veel belangstelling: ruim 30 personen meer gaven zich op dan de 50 die met de eerste tocht meekonden. Het was een prachtige en informatieve tocht door het Groninger en Friese land met bezoek aan Winsum (Bellingeweer en kerkhof), Marsum (lunch en bezoek aan het Poptaslot) en Friens (bezoek aan kerkje en de grafstenen van de adellijke familie). Op deze historische plek werd door het gezelschap spontaan en onder orgelbegeleiding van Jan Mulder het lied van Clara Feyoena: "Wij knielen voor Uw zetel neer.." gezongen. We organiseerden daarom een tweede excursie die ook al spoedig was volgeboekt. Deze excursie vond plaats op donderdag 6 september. Reisleider was deze keer de eindredacteur van ons blad en 'Clara Feyoena deskundige' Klaas Oosterkamp. Wicher Dam verzorgde de organisatie. Zaterdag 1 september jl. vond de door de Stichting Oud Heemse georganiseerde Clara Feyoena Dag plaats. Het programma bestond o.a. uit de onthulling van een beeld van Clara Feyoena bij de gelijknamige zorginstelling in Heemse, een herdenkingsbijeenkomst in de Witte of Lambertuskerk en een diner op het terrein van het historische Huize Welgelegen.
Kleppertoer 2007 De bustochten van de Kleppertoer 2007 'lopen als een trein'. Er is een toenemende belangstelling, zowel van individuele deelnemers als van groepen die in één keer een complete bus vullen. Op dinsdag 12 juni kon al de duizendste deelnemer worden verwelkomd. Namens het bestuur kon secretaris Fred Hamhuis de familie Veldsink uit Gramsbergen feliciteren. Op 24 juli was het de beurt aan de 2000e deelnemer. Namens het bestuur feliciteerde vice-voorzitter Arjan Barnard de familie Ziengs uit Erm. En veel sneller dan verwacht werd op 25 augustus het record van de 3000e deelnemer bereikt. Voorzitter Rieks Bulthuis kon mevrouw S. van den Poll-Groote Brookhuis uit Hardenberg feliciteren met dit heugelijke feit. Alle gelukkigen werd als herinnering een fotoboek van Hardenberg overhandigd. Namens de Stichting Hardenberg Promotie werden de verschillende winnaars ook gefeliciteerd door respectievelijk Rieks Kamps of Harry ten Brinke, die hen een beeldje van de Hardenberger klepperman overhandigden.
Fredrikshof De wisseltentoonstelling die in het afgelopen seizoen herinnerde aan het werk van godsdienstleraar Fredriks trok veel belangstelling. Mede naar aanleiding daarvan kwam van de bewoners van de flat aan de Admiraal Helfrichstraat het verzoek aan Beter Wonen Vechtdal om dit appartementencomplex de naam Fredrikshof te geven. Dit complex is namelijk gebouwd op de plek waar vroeger de tuin of de hof van de heer Fredriks was, achter zijn huis aan het Oosteinde nr. 9. Daar ligt nu de Admiraal Helfrichstraat. Na een gehele renovatie van het gebouw heeft Beter Wonen Vechtdal dit verzoek in overweging genomen en goedgekeurd. Een groep van 27 bewoners van de flat heeft een bezoek gebracht aan de wisseltentoonstelling in het museum Voorstraat 34.
3
Exposities in de vestigingen van de Saxenburggroep. In de loop van 2007 zijn er door de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving contacten gelegd met de Saxenburg Groep over het exposeren van objecten van ons museum in hun vestigingen. Het exposeren van historische objecten en kleding fungeert voor de cliënten van deze instellingen als positieve herkenningen uit het verleden. Op woensdag 5 september ontvingen we een delegatie van de zorginstelling met de activiteitenbegeleidsters uit de verschillende vestigingen om hierover concrete afspraken te maken.
Collectie Huize Nijenstede Door de verkoop van Huize Nijenstede te Heemse aan onze bekende plaatsgenoot Edwin Evers kwam de omvangrijke collectie van wijlen mevrouw G. Mullers-Bast ter beschikking. In overleg met de erfgenamen werd een groot deel van deze collectie overgedragen aan de Stichting Oud Heemse. Deze Stichting stelde de collectie ter beschikking aan de Historische Vereniging Hardenberg om te gebruiken in exposities, onder andere in de hierboven genoemde exposities in de vestigingen van de Saxenburg Groep. De leden van de werkgroep Museum en Tentoonstellingen en andere vrijwilligers hebben meerdere dagen hard gewerkt om deze collectie uit Huize Nijenstede te halen en in de opslag van ons museum onder te brengen. Nu wacht de omvangrijke taak om deze collectie te inventariseren en met foto te registreren in de computer. Zie daarvoor ook de bovenstaande oproep voor nieuwe vrijwilligers.
Overdracht archiefstukken door de heer Kuipers. De heer G. Kuipers was jarenlang hoofd voorlichting en kunstzaken van de gemeente Hardenberg. Als geboren Drentenaar voelde hij zich thuis in Hardenberg. In 1984 nam hij samen met anderen het initiatief tot oprichting van de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving. Daarmee begon ook het bestaan van ons verenigingsblad Rondom den Herdenbergh, waarvan hij jarenlang de eerste eindredacteur was. Na zijn pensionering trok toch Drenthe weer en verhuisden hij en zijn vrouw naar de geboorteprovincie waar hij zich op allerlei terreinen met de historie bezig hield. Onlangs verhuisden ze naar Meppel en werd het tijd om de archieven op te schonen. Het resultaat daarvan was dat de heer Kuipers op de jaarlijkse bijeenkomst van de herdenking van de Slag bij Ane, op 28 juli jl., een aantal tassen met documentatie uit de begintijd van onze vereniging kon overdragen aan de huidige secretaris Fred Hamhuis. Zeker met het oog op de komende viering van het 25-jarig bestaan in 2009 een waardevolle bijdrage aan ons archief. Gerrit Kuipers, inmiddels 88 jaar, maar nog heel vitaal en actief: bedankt voor deze bijdrage en samen met Uw vrouw nog goede jaren gewenst in Meppel.
Nieuwe wisseltentoonstelling De wisseltentoonstelling 2006, over de heer Fredriks, zal eind september worden afgebroken. Daarna zal gewerkt worden aan de opbouw van een nieuwe tentoonstelling De grote brand van Hardenberg, die 300 jaar geleden op 8 mei 1708 een groot deel van het stadje verwoestte. Hardenberg is tot tweemaal toe door brand verwoest. Eerst in 1497 toen het stadje totaal in de as gelegd werd en voor de tweede maal dus in 1708. De nagenoeg honderd houten huizen werden een prooi van de vlammen doordat een oude vrouw, Aaltje Kraak, onvoorzichtig met vuur omging. Op de kerk en een drietal huizen bij het kerkhof na, waren alle woningen verwoest. Ook de kerkboeken gingen tijdens deze brand verloren. Bij de opbouw van deze tentoonstelling zal ook de huidige brandweer van Hardenberg om medewerking worden gevraagd.
Sprekersavond Op Woensdag 14 november 2007 wordt een lezingenavond georganiseerd. Aanvang 20.00 uur. Deze keer zijn we te gast in de geheel gerestaureerde boerderij De Zwieseborg, onderdeel van Nieuw Baalderborg. Landhoeve De Zwieseborg is gelegen aan de Gramsbergerweg in Hardenberg en grenst aan de rivier De Vecht. In het gebied bevindt zich een restant van de voormalige meander van de rivier en tevens zijn er restanten zichtbaar van een verdedigingslinie uit de tijd van Napoleon, de zogenaamde Loozensche Linie. De lezing van deze avond zal dan ook gaan over dit historische verdedigingswerk en zal verzorgd worden door de heer Boekema. 4
Plat ni-js De rubriek 'plat ni-js' bestiet al sinds 1993 en nog steeds is de warkgroep an (t dauweln met dialect'. De bouwstienties veur oonze stukkies bint mede ofkomstig van een grote groep anhangers. Geregeld komt er bruukbare reacties binnen zodat de la van 't kammenet toeverdan propvol is. Wi-j hebt dus genog materiaal veur een uutverkoop en hebt besleuten een soort rommelmarkt te holden. Wi-j neemt an dat oonze lezers goandeweg een heleboel dialectwoorden kent. Wie de 13 woorden in onderstoand proefstukkie thuus kan brengen, kreg een tiene veur (streek) taal. J. Luisman - - de Jonge Wat is een 'tolter' en 'n 'slief'? Wat is een frabbe van een wief'? Wat is een 'schoer', en wat is 'gangs'? Wat is een 'kipse'en wat is 'mangs'? Wat is een 'liekstee' en een 'ier', Wat is 'dun-eggen', wat is 'schier'? Wat is een 'ropperd van een vent'? Denk ie da 'j 't woordtie 'glieve' kent?
Gezegdes * Niks meer te geven, weg bint de neven Dat schot mi-j in 't zinne (dat schiet mij te binnen) ( * Die hef nooit volle repen recht etrökken (heeft nooit veel werk verzet) * Geleuven doe'j in de karke, hier mu'j 't zeker weten * D'r kan wel weer een minne dag bi-j deur (gezegde na een overvloedige maaltijd) * He'j 't in de gaten? Dan he'j 't niet in de bulten * He'j 't in de gaten? Dan hoef ie 't niet in de bulten te zuken * Doar zie ik een beer van giespeln (daar heb ik een zwaar hoofd in) * Hi-j springt bi-j zien gat in 't ronde (druk en uitgelaten) * Hi-j slot an de kettel dat 't deksel d'rop rapt. (hij overdrijft enorm) * Die kan zich rondum de kop redden (heeft het financieel goed) Onder uut de la Te bi-jtieds / te bi-jtiede = bi-j gelegenheid of tussendeur Vuste = alvast (men zegt niet 'da's zo vuste as een huus') Liendeknipper / tuugknipper / wasknipper = wasknijper Kölpers = ogen (dan mu'j de kölpers maar lös doen = dan mu'j maar beter uutkieken) Ni-jplichtig / ni-jmoeds = modern Oij acht geven = iemand wegjagen, een hond wegjagen. 'n Kaante keerl = een knappe vent 17
'n Schiere deerne = een knappe meid Eeltied = steeds Eernsachtig = ernstig Balkenhaze = kat Belken = hard schreeuwen, loeien van vee pundern = polsen / wegen / veurzichtig uutheuren boekslagen = hevig hijgen krènselig = mopperig bejacht (niks an bejacht) = persoon woar niks an gelegen is lefdukie = pochet Kons / kottens / köns / konsdaangs = onlangs (komt van kortelings) Gloepgat = nauw stegie of hoek woar de wind vri-j spel hef Duftig = geducht, flink Ofniefeln = ontfutselen (zie Ned. Woordenboek: listig ontnemen) Over 't raampie van de deile, ok wel koeke-loeksie enuumd, hebbe wi-j al is eschreven. Wi-j hebt elezen dat het in Twente ok koeien-oog heet. Een benaming veur een primitieve ronde opening in een lemen scheidingswand tussen deile en woongedeelte. Een gat dus um noar de koenen te loeren. Een gietiezern halfovaal stalraampie wordt in 't Twents een ossenoog enuumd. Snotverdorie Oonze umgangstaal is deurspekt met allerlei eigenaardige woorden die deur iederiene van hoge tot lege gebruukt wordt. In oons dialect bezitte wi-j een arsenaal an uutroepen, stopwoorden en tussenwarpsels. De warkgroep dialect hef d'r 80 op-etekend! Een allegaartie uut die serie wille wi-j oe niet ontholden. Vrogger vollen dit soort uutroepen onder de categorie bastaardvluken, allene verhip kon d'r
bi-j deur. Dus wie ze niet wil lezen, mut ze maar overslaoan: 'Potverdorie, makstrimmie, makstrullie, duikerdaggie, verdulle, snotverdulle, verhip, mieterkater, mieterdag, dekseldaggie, verdikke, verdikkemi-j, verdubbeltie, gunst nog an toe, allemènsen, grotemènsen, jandorie, potjandorie, potstausens, potverjoppie, keerl en gien ende, verdarre, deksels, (pannendeksels, putdeksels of potdeksels?) en verduid...'t is de Bult zien schuld. Kiektientis astoenentis paktum Soms lek oons dialect op pottieslatijn. Let maar is goed op wat er zoal uut ekroamd wordt. Wi-j breit graag hele zinnen an mekare en is 't dan een wonder dat oonze mooie Saksische taal een verkeerd stempel kreg? Hiervan wat veurbeelden: Kebtraline = ik heb er al een; Kopput = ik hoop het; Döttut? = doet ie het? Löppe? = loopt-ie? Watdoei? = wat doe je? Wumdoeida? = waarom doe je dat? Waaidra? = was je er al? Kompdergluutuut? = komt er geluid uit? Kankumuutzettn? = Kan ik hem uitzetten? Kroekoe = ik ruik je; Roekietok? = ruik jij het ook? Jasanenopthoesan = jas aan en naar huis; Tagelt = het hagelt; Tgieterbestop = 't gaat er best op ('t regent hard). Watvonn = wat voor één? Wukke / wekke / wokken / welle = welke? Een lid van oonze warkgroep hef een old gedichie bewaard uut Dagblad van het Oosten dat het 'woordbreien'op een grappige meniere weergef. Getiteld: Kiekikoean. Het had wel 40 joar onder in de la elegen! Professor Anne van der Meiden hef er (verduid) nog een stukkie uut an-ehaald toen hi-j prins Bernhard van Vollenhoven en Annette Sekrève trouwden. Die twee snapten d'r natuurlijk gien woord van maar toen de professor de term 'communicatie' gebruukten, keken ze mekare an en begunden 't te dagen. Kiekikoean kiekimian Kiekewienoameka Lachikoean lachimian Lachewinoameka
18
Een kei en een kiemplant (beelden van ons 13) Hoewel een kei meestal geen geschikte bodem vormt voor de ontwikkeling van een kiemplant, is dit in Balderhaar en Kloosterhaar dankzij gelden uit de erfenis van Markfluwer inmiddels toch gerealiseerd. Op de kei in Balderhaar wordt verwezen naar het kunstobject bij het dorpshuis 't Haarschut. Er is voldoende samenhang om beide in één artikel aan de orde te stellen.
K. Oosterkamp Na het overlijden op 11 februari 1999 van Harm Hendrik Markfluwer bleek dat hij de gemeente Hardenberg had benoemd tot zijn erfgenaam. De heer Markfluwer was de laatste telg uit een Duits geslacht uit het graafschap Bentheim dat zich omstreeks 1860 vestigde in de omgeving van Kloosterhaar. Het gemeentebestuur besloot dat een deel van de erfenis ten goede moest komen aan de dorpsgemeenschap Kloosterhaar waarbinnen de Markfluwers hadden gewoond en geleefd. In concreto betekende het o.a. dat er een jeu de boulesbaan kon worden aangelegd, de omgeving van het dorpshuis werd voorzien van een nieuwe bestrating, er geld besteed werd aan vernieuwing
Zwerfkei 'Ebenhaëzer' 20
20
en herinrichting van de speelplaats bij de school, het zwembad een investering kreeg en dat er kon worden nagedacht om Kloosterhaar te verrijken met een kunstwerk. Binnen de commissie die dit ging voorbereiden, kwam de wenselijkheid naar voren om ook iets te realiseren in Balderhaar, in de onmiddellijke woonomgeving van en ter herinnering aan de erflater. De kei Op de kruising Balderhaarweg - Verlengde Broekdijk werd op 6 juni 2001 tijdens een feestelijke plechtigheid de plaquette op de daar geplaatste zwerfkei onthuld. De zwerfkei,
een monumentaal object van ongeveer 3400 kg had sinds onheuglijke tijden gelegen in het land van de Markfluwers. In 1974 had boer Markfluwer er een plaatje op bevestigd met het opschrift 'Ebenhaëzer 1872-1974'. Hij wilde met deze actie protesteren tegen de voorgenomen ruilverkaveling en markeerde in deze steen zijn bezit. Hij zou daarbij de woorden hebben gesproken Deze grond was van Markfluwer, is van Markfluwer en blijft van Markfluwer. Toch kon ook hij de gang der tijden niet keren: in 1980 werd de grond in het kader van de ruilverkaveling verkocht aan GJ. Muis die de zwerfkei bij zijn boerderij plaatste als voetstuk voor een zonnewijzer. In 2001 werd de zwerfkei aangekocht en geplaatst bij de kruising, terwijl de omgeving aangenaam werd ingericht met enkele banken en beplanting. Op de nieuwe plaquette is de volgende tekst van de hand van W. Reinders te lezen: Ebenhaëzer 1872 - 1999 Deez' steen, getuige van een sober boerenleven, Zat jarenlang, gelegen in het zand van de Markfluwers, "de Vluggers " de kluizenaars van het Balderhaarse land. Met een gedeelte der erfenis van de Erven Markfluwer is te Kloosterhaar een kunstwerk opgericht.
Het beeld De kiemplant Op 26 september 2003 werd te Kloosterhaar het beeld De Kiemplant onthuld: een verrassend modern gestileerd beeld. De commissie had zich terdege voorbereid en ook bij enkele kunstenaars een oriënterend bezoek afgelegd. Eén optie werd al spoedig terzijde gelegd: men wilde niet een voor de hand liggend en vanzelfsprekend figuratief beeld van een turfsteker die het moeizame verleden van Kloosterhaar symboliseerde. Men wilde iets anders en iets moderners, meer gericht op heden en toekomst. Bij een bezoek aan de beeldentuin in Gees viel de keuze op een beeld van de Duitse kunstenaar Leonard Wübbena: de kiemplant. Het beeld was uitgevoerd in cortenstaal, een materiaal dat zijn schoonheid vooral ontleent aan de fraaie roodbruine corrosielaag. De grootste hoogte is 250 cm, de wijdste breedte 142 cm. Op het beeld zijn de initialen te vinden van de kunstenaar: LW en het jaartal '99(1999). Over de plek waar het beeld geplaatst zou moeten worden, was men het spoedig eens: op het plein voor het dorpshuis 't Haarschut. Tot 1960 had dat gebouw dienst gedaan als openbare lagere school en na een verbouwing werd het in 1964 in gebruik genomen als dorpshuis. Bestrating en inrichting van het plein zorgden met dorpshuis en kerk voor een smaakvolle entourage voor het beeld. Op een koperen plaatje is de volgende tekst te lezen: "Kiemplant" Ontwerp van Leonard Wübbena Gerealiseerd met geld uit de erfenis van de erven Markfluwer. Beeldend kunstenaar Leonard Wübbena werd in 1946 geboren in OstFriesland (BRD) waar hij ook opgroeide. Na enige tijd als letterzetter te hebben gewerkt, volgde hij een opleiding aan de Kunstgewerbeschule te Aken in de jaren '60. Hij was enige tijd docent Grafische Vormgeving en in de jaren '80 ontwikkelde hij zich verder als beeldhouwer. Aanvankelijk maakte hij veel assemblages van rest21
materiaal om vervolgens te kiezen voor het materiaal dat zijn voorkeur verwierf: (corten)staal. Veel van zijn werk is te zien in zijn beeldentuin in Funnix, bij Wittmund in Ost-Friesland.
dorpshuis 't Haarschut ontmoeten ze elkaar om samen uitdrukking te geven aan de gezamenlijke gemeenschapszin. Tenslotte Het beeld bevat ook een duidelijke en permanente opdracht voor Kloosterhaar. Zoals een kiemplant zowel kwetsbaar als sterk is, is een dorpsgemeenschap dat ook. Kloosterhaar kent traditioneel een sterke onderlinge cohesie, maar die sociale verbondenheid zal blijvend gevoed moeten worden door de betrokkenheid en inzet van velen. De belofte van groei, bloei en oogst is in het beeld van een kiemplant begrepen. Met dank aan de heer E Ekkel Over de familie Markfluwer schreef E. Wolbink in Rondom den Herdenbergh, jaargang 17, nummer 4 (2000)
Beeldend kunstenaar Leonard Wübbena Het beeld De Kiemplant is sterk gestileerd, bijna abstract van vorm. Een dergelijke vorm biedt de beschouwer veel ruimte voor interpretatief), veel meer dan een nadrukkelijk figuratief beeld. Een nadere beschouwing van het beeld roept een zekere spanning op: bij een kiemplant gaan de gedachten uit naar iets teers, kwetsbaars, terwijl het materiaal juist iets oproept van sterk, weerbaar en robuust. Toch raken we elk voorjaar weer onder de indruk van de geweldige groeikracht van menige kiemplant die daarmee zijn kwetsbare uitstraling weerspreekt. Het beeld weet op treffende wijze met deze paradox in materiaal en thematiek om te gaan. Het beeld is niet speciaal ontworpen voor Kloosterhaar, het was daarom van belang dat het beeldontwerp de mogelijkheid van (her)kennen bood. Bij de onthulling werd daartoe een poging gedaan: de lange scheut symboliseert de oudere Kloosterhaarders die daar de lagere school bezochten, de kortere scheut stelt de huidige jeugd voor. In het
22
De kiemplant in Gees
Pastores in Heemse (VIII) In deze aflevering zien we hoe in Heemse een nieuw kerkgenootschap het licht ziet. De 'Vrijmaking' is een gegeven geworden in Heemse. Begonnen met één predikant zorgde al eerder genoemde groei van Heemse ook hier tot uitbreiding van het aantal predikants-plaatsen. Ook de bouw van de nieuwe wijk Marslanden zal tot uitbreiding leiden. Daar zal een nieuwe wijkgemeente gesticht worden. De bouw van een nieuw kerkgebouw is onlangs voltooid.
A. de Roo De Vrijmaking in Heemse Op 7 december 1945 besloot de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Heemse met 14 tegen 4 stemmen zich vrij te maken van de door de Generale Synode opgelegde binding aan haar uitspraken over Verbond en Doop. Dit besluit had tot gevolg dat er in Heemse voortaan drie kerkgenootschappen - de Nederlands Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) - zouden bestaan. Aan dit besluit was heel wat vooraf gegaan. Op 7 november 1945 sprak prof. K. Schilder over dit probleem in de Witte of Lambertuskerk aan de Scholtensdijk. In deze aflevering passeren de predikanten van het laatstgenoemde kerkgenootschap de revue. De predikanten van de Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) te Heemse J. van Raalte (1945 -1946) Op 17 december 1894 werd Jannes van Raalte in Oldebroek geboren. In 1945 werd hij hulpprediker in Heemse naast ds. Slomp. In december 1945 ging hij met de vrijmaking mee. In de moeilijke beginperiode heeft hij de jonge gemeente geleid. Op 7 april 1946 nam hij afscheid van de gemeente met woorden uit Matt. 24:37-43. Hij had een beroep naar Neede aangenomen. Hij was gehuwd met Margje van Dijk. A. Kuiper (1946 - 1951) Andries Kuiper werd op 21 mei 1910 in Ruinerwold geboren. Gekomen van Holwerd is hij op 12 mei 1946 in de morgendienst bevestigd door ds. G. Ph. Pieffers van Bergentheim. Bij zijn intrede gebruikte hij
woorden uit Hebr. 13:8. Op 4 maart 1951 nam hij afscheid van Heemse met als tekst voor zijn prediking Openbaring 21:5a. Hij had een beroep aangenomen naar Axel. Hij was gehuwd met Johanna Lamberta A. Kuiper van den Berg. H.C. Overeem (1951 -1956) Op 19 januari 1922 werd Hendrik Cornelis Overeem te Klundert geboren. In 1951 werd hij beroepen in Heemse vanuit Sliedrecht. In de morgendienst werd hij bevestigd door de vorige predikant, ds. A. Kuiper uit Axel, waarna hij intrede deed in de middagdienst met woorden uit Rom. 10:6-9. Hij heeft de gemeente gediend tot 1956, waarna H.C. Overeem hij beroepen werd in Hattem. In zijn afscheidsdienst op 29 januari 1956 preekte hij over 2 Petr. 3:17 en 18. Hij was gehuwd met Wilhelmina Klazina van den Beukei. J.R. Wiskerke (1957 -1961) Jelier Reinier Wiskerke werd op 4 september 1923 te Ginneken en Bavel geboren. Voordat hij in Heemse beroepen werd, stond hij in Schouwerzijl. In de morgendienst van 27 januari 1957 werd hij in Heemse bevestigd door ds. M. van Dooren, waarna hij in de middagdienst intrede deed met woorden uit 2 Cor. 23
1:20. Op 28 mei 1961 nam hij afscheid van de gemeente met woorden uit Hebreeën 13:20-21. Hij had een beroep naar Middelburg aanvaard. Hij was gehuwd met Janna van Dooren. J.G. Meijer (1961 - 1967) Wiskerke Op 15 augustus 1931 is Johannes Gerard Meijer te Hoogeveen geboren. Hij stond in Pernis en Hoogvliet voor hij naar Heemse kwam. In de morgendienst op 1 oktober 1961 werd hij bevestigd door zijn vader, ds. J. Meijer. Hij deed in de middagdienst intrede met woorden uit Openb. 22:20. In 1967 kreeg hij J.G. Meijer een beroep naar Zwijndrecht. Hij was gehuwd met Maria Westhuis H.D. van Herksen (1966 -1986) Op 10 april 1921 werd Hermannus Dirk van Herksen te Achtkarspelen geboren. Voor hij beroepen werd naar Heemse, stond hij in Hilversum. Nu kwam hij als tweede predikant naast ds. Meijer, die hem op 10 juli 1966 in de morgendienst bevestigde. Toentertijd was dat in het oude kerkgebouw. In de middagdienst deed hij intrede met als tekst Openb. 1:4 en 5. Na 20 jaar hier gestaan te hebben ging hij op 1 september 1986 met emeritaat. In zijn afscheidsdienst die wegens ziekte was uitgesteld preekte hij over 1 Col. 1:23. Intussen was de gemeente behoorlijk gegroeid, zodat gedacht werd aan een tweede kerkgebouw. Uiteindelijk werd het een nieuw gebouw, de Kandelaarkerk. Ds. van Herksen heeft veel betekend voor de gemeente. Hij was gehuwd met Pietertje Cornelia de Haan. H.D. van Herksen
24
R. Timmerman (1969 -1980) Op 2 augustus 1932 is Roelof Timmerman in Enschede geboren. Hij stond in BunschotenSpakenburg voordat hij in Heemse beroepen werd. In de morgendienst werd hij door ds. H.D. van Herksen bevestigd. In de middagdienst deed hij intrede met als tekst Numeri 20:1 - 13. In 1980 kwam het afscheid van Heemse om te vertrekken naar Assen. Op 20 januari hield hij de afscheidsdienst in Heemse en Hardenberg en bepaalde hij de gemeente bij woorden uit lThess. 5:2325. Op de maandag daaraanvolgend konden de gemeenteleden afscheid Timmerman van hem nemen in de Smidse en in de Petrakerk. Hij is gehuwd met Aaltje Rompelman. C. van Ginkel (1976 -1991) Cornelis van Ginkel is op 3 oktober 1936 in Hilversum geboren. Voordat hij naar Heemse kwam stond hij in Heinenoord, waar hij de Gereformeerde kerk diende. In 1975 ging hij over naar de Gereformeerde kerk (Vrijgemaakt). In die situatie kreeg hij een beroep naar Heemse. Op 1 februari 1976 werd hij in de morgendienst bevestigd door ds. M.K. Drost. In de middagdienst deed hij intrede met woorden uit 2 Cor. 4:5. In C. van Ginkel 1991 is hij vertrokken naar Ulrum, waarvandaan hij een beroep gekregen had. S. Cnossen (1980 -1986) Op 18 september 1929 is Sipke Cnossen in Beilen geboren. Hij kwam uit Hoogkerk, voordat hij op 31 augustus 1980 in Heemse bevestigd werd door ds. H.D. van Herksen. In zijn intrededienst gebruikte hij als tekst Titus 2:11-14. De volgende dag was er een begroetingsbijeenkomst, waar de nieuwe predikant
samen met zijn vrouw in de gemeente werd inge leid. Na zes jaar nam hij afscheid van de gemeen te. Op 24 maart 1986 preekte hij in zijn afscheidsdienst over 2 Petr. 3:18, waarna hij vertrokken is naar Ureterp, waar hij een S. Cnossen beroep van ontvangen had. Hij is gehuwd met Jacoba van der Werff. J. Slotman (1987 -1992) Op 12 januari 1932 is Jan Slotman in Heemse geboren. Voordat hij in 1987 in Heemse werd bevestigd door ds. C. van den Berg, stond hij in Enschede-West. In de intrededienst bepaalde hij de gemeente bij woorden uit Hebr. 8:1-2. Nadat hij de gemeente vijf jaar gediend had, kreeg hij een beroep naar Enschede-Noord. In de J. Slotman afscheidsdienst op 11 oktober 1992 preekte hij uit Ps. 73. Hij is gehuwd met Gerritdina Johanna Timmermans. A.R Feijen (1987 - 1995) Albert Pieter Feijen is op 7 juli 1953 in Assen geboren. Voordat hij naar Heemse kwam stond hij in Roodeschool. In 1987 kreeg hij een beroep naar Heemse, waar hij in de morgen dienst van 6 december 1987 bevestigd werd door ds. C. van Ginkel. In de middag deed hij intrede met als tekst 1 Kron. 28: 19-21. In 1995 kreeg hij een beroep naar Hattem. In zijn afscheidsdienst bepaalde hij de gemeente bij woorden uit Luc. 19:4144. Hij is gehuwd met Hetty Veldman. A.R Feijen
J.R. Visser (1991 -1995) Op 1 april 1957 is Jelle Robert Visser in Den Helder geboren. Op 2 juni 1991 werd hij door ds. A.P. Feijen in de morgendienst bevestigd. In de intrededienst bepaalde hij 's middags de gemeente bij woorden uit 2. Kor. 2: 1517. Hij was vanuit Urk naar J.R. Visser Heemse beroepen. Vier jaar later vertrok hij uit de gemeente naar Pretoria. In de afscheidsdienst preekte hij uit zondag 1 van de Heidelbergse catechismus. Hij is gehuwd met Martha Johanna Clementine van der Tol. E. Woudt (1993- ........... ) Op 8 april 1948 is Egbertus Woudt in Utrecht geboren. Voordat hij in Heemse kwam stond hij in Ermelo. Op 2 mei 1993 werd hij bevestigd door ds. J.R. Visser, waarna hij in de intrededienst als tekst gebruikte Ps. 119:105. Deze tekst staat in het logo van de Kandelaarkerk. Op 13 maart 1998 vierde hij E. Woudt zijn 25-jarig jubileum als predikant. Hij is gehuwd met Fenny van Dooren. G. Treurniet Azn (1995 - 2004) Op 24 augustus 1959 is Gerrit Treurniet in Berkel en Rodenrijs geboren. Hij stond in Waardhuizen voordat hij naar Heemse kwam. Op 2 juli 1995 werd hij in de morgendienst bevestigd door ds. E. Woudt. In de middagdienst deed hij intrede met als tekst G. Treurniet Azn Nehemia 8:8-13. Het afscheid was op 27 juni 2004. Hij had toen een beroep gekregen vanuit Rijnsburg. In de afscheidsdienst preekte hij over 1 Johannes 2:12 -17. Hij is gehuwd met Marjanne de Lorm. 25
P.J. Trimp ( 1996 - 2005) Pieter Jan Trimp is op 13 februari 1953 te Achtkarspelen geboren. In 1996 werd hij naar Heemse beroepen. Daarvoor stond hij in Zoetermeer. Op 30 juni 1996 werd hij in de mor gendienst bevestigd door zijn vader, prof. dr. C. Trimp. In de middag dienst deed hij intrede P.J. Trimp met als tekst Colossenzen 3:16. Op 26 juni 2005 nam hij afscheid van Heemse met woor den uit Hebreeen 13:20 en 21. Hij is gehuwd met Cornelia Joosse. A. de Braak ( 2002 - .............. ) Op 12 maart 1965 is Arend de Braak te Leens geboren. Voordat hij naar Heemse kwam stond hij in Ten Boer. Op 8 sep tember 2002 werd hij bevestigd door ds. G. Treurniet. In de intrede dienst bepaalde hij de gemeente bij woorden uit Johannes 14:6. Hij is gehuwd met Tjitsche Reina Tel. A. de Braak J.H. Dunnewind (2006 -............... ) Jan Hendrik Dunnewind is op 11 januari 1964 in Ommen geboren. Voordat hij in Heemse beroepen werd stond hij in Terneuzen. Op 3 september 2006 werd hij bevestigd door ds. A. de Braak. In de middagdienst deed hij intrede met woorden uit Zondag 1 van de J.H. Dunnewind Heidelbergse catechismus. Hij is gehuwd met Sjouktje Aafke Zuidema. Tenslotte Met deze aflevering eindigt de serie Pastores in Heemse. Vele pastores zijn de revue gepasseerd. Het was de bedoeling u te laten kennismaken met een groot aantal mensen die in
26
deze plaats het Woord gebracht hebben. Sommigen stonden hier lang, anderen hebben de diverse gemeenten maar kort gediend. Het waren allemaal voor(bij)gangers. Er zou natuurlijk veel meer over hen te vertellen zijn, ook over de gemeenten waar zij stonden, maar dat valt buiten het bestek van dit verhaal. Het was niet meer dan een korte impressie. Bronnen voor de 8 afleveringen van de Pastores in Heemse: Register van het land en de rente behorende aan de St. Lambertuskerk te Heemse, 15161603. W. Veldsink, Rond de Heemser toren, Hardenberg, 1974. Archief van het klooster te Sibculo, Inventaris en regestenlij sten, samengesteld door mr. A. Haga, Zwolle, 1983. Archief van het klooster Zwartewater. Archief van de Hervormde gemeente te Heemse. Collectie Veldsink, berustend in het Rijksarchief te Zwolle. Registers van Doop- Trouw- en Begraafboeken van de Hervormde gemeente te Heemse. Boek der Resolutien van de Heren Erfgenamen van Heemse, Collendoorn, Reze en Diffelen, te zamen gehorende onder de kerke van Heemse, 1757-1921. Bevolkingsregisters van de gemeenten Hardenberg en Ambt Hardenberg. Boekzaal der geleerde wereld. Dr. J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Overijssel, dl. 2, 1986. W. Seinen, Een herder van Heemse, 1978. Bevestigingsrede ds. J.P Nonhebel, 1854. Preek, gehouden door ds. J. van der Kaaden, 1874. Sallands Volksblad. Noord-Oosten. De Vechtstreek. Diverse gesprekken met predikanten. Foto s zijn welwillend beschikbaar gesteld door de drie kerken, zittende predikanten en het gemeentearchief, waarvoor onze dank. Ook zijn een aantal gegevens voor deze laatste aflevering verkregen van Ds. J. Slotman.
De Lennipshoeve (huizen van naam 37) Aan de Hoogenweg 56 in Venebrugge ligt een boerderij met de naam 'Lennipshoeve \ Er zal geen boerenbedrijf meer op worden uitgeoefend: de nieuwe eigenaren zullen er wonen en genieten van de ruimte en rust van het buitenleven vergezelschapt met enkele paarden. In deze bijdrage komt de geschiedenis van de boerderij aan de orde.
K. Oosterkamp
De naam staat nog niet eens zo heel lang op de gevel. Toen in de jaren '70 de boerderij bij een verbouwing een nieuwe voorgevel kreeg, werd de naam, duidelijk leesbaar vanaf de straatweg, aangebracht. Willem Kampherbeek, de toenmalige boer, wilde met deze vernoeming zijn schoonvader eer bewijzen: Jan Hendrik Lennips. Om verwarring en verwisseling met andere Lennipsen te vermijden, werd Jan Hendrik door vrienden, buren en bekenden meestal aangeduid met de bijnaam Klein Lempie, een naam die niet alleen gemotiveerd werd door het kleine postuur, maar ook ter onderscheiding van een andere boer Lennips die meer hectares grond bezat. Jan Hendrik Lennips, geboren in Ane, was op 13 juni 1890 in Uelsen in het huwelijk getreden met Rika Kremer uit het Duitse Volzel. Zij gingen boeren in Venebrugge, maar naar verluidt brandde de oude boerderij af. Op een
naast gelegen perceel liet de heer Lennips een nieuwe boerderij bouwen in 1894. Daartoe was een stuk dennenbos gekapt en gerooid. Het huwelijk werd gezegend met drie kinderen, zoon Albert en de dochters Geertruida Gezina en Hendrikje. Albert overleed op twintigjarige leeftijd ten gevolge van een noodlottig ongeval. De jongste dochter Hendrikje huwde met Hendrik Herbers, terwijl Geertruida en haar man Willem Kampherbeek op de boerderij bleven om in het bedrijf te participeren en uiteindelijk werden zij daar boer en boerin. Jan Hendrik Lennips overleed op 29 augustus 1940 in Stad Hardenberg, hij was toen sinds 5 september 1930 weduwnaar. Willem Kampherbeek had in het begin van de jaren '30 de boerderij van zijn schoonvader overgenomen. In die tijd kocht hij van de Domeinen enkele hectares grond die door de 27
Venebrugger schans. De grachten waren geheel en gedeeltelijk dichtgegroeid met riet en andere waterplanten, terwijl langs de oevers struikgewas en bomen zich zodanig ontwikkeld hadden dat ze hinderlijk waren geworden voor het agrarisch gebruik van de grond. Toen werd duidelijk gekozen voor een effectievere besteding van landbouwgrond, boven de historische en landschappelijke waarden van de terreinen.
Jan Hendrik Lennips en Rika Kremer Nederlandse Heide Maatschappij waren ontgonnen. Het betrof een perceel met enkele restanten van het grachtensysteem van de
Het was een gemengd bedrijf. Naast het houden van koeien, varkens en wat pluimvee, werd er op de akkers aardappelen, voederbieten en graan verbouwd. Een dergelijk bedrijf kende een zekere spreiding van bedrijfsrisico, maar leverde voortdurend en altijd werk op. Het lukte om in de topjaren op dit bedrijf van ruim dertien hectare 25 koeien te melken. Toen had zoon Jan Hendrik Kampherbeek inmiddels halverwege de jaren '60 het bedrijf overgenomen. Hij had tijdens de perikelen bij de zuivelfabriek toen deze volledig coöperatief ging worden, stelling genomen tegen de afgedwongen - coöperatieve deelname. Samen met een aantal andere boeren ging hij zijn melk leveren aan een particuliere zuivelfabriek in Kampen. Het ging vooral om het principe van de vrije keus, de uitgekeerde melkprijs week nauwelijks af van die van de coöperatieve zuivelfabriek. Tenslotte In het najaar van 2006 werd de boerderij verkocht. De nieuwe bewoners zullen er geen boerenbedrijf meer uitoefenen, alleen enkele paarden zullen de agrarische bestemming van weleer symboliseren. Op de gevel staat nog steeds de naam Lennips, een herinnering aan een boerengeslacht dat op de hoeve drie generaties lang heeft geboerd. Met dank aan de heer J.H. Kampherbeek
28
Fotoherkenning
Wie kent de personen op bovenstaande foto? (Originele foto is in eigendom bij: G. Weitkamp, Rheezerweg 2, Hardenberg.) We hebben het vermoeden dat de foto dateert uit 1931 en gemaakt is tijdens de officiële ingebruikname van de School met den Bijbel op de Lage Doelen (Kastanjehof). Het zou ook bij de ULO aan de Stationsstraat kunnen zijn of bij het oude ziekenhuis in Hardenberg. Burgemeester Weitkamp zit op de onderste rij, tweede van rechts. Met het onderschrift bij deze foto die op pagina 29 van ons vorige nummer was afgedrukt, zaten we er finaal naast. Lezers uit Bergentheim reageerden onmiddellijk: De foto is niet genomen op de veronderstelde lokaties in Hardenberg, maar bij de ingebruikname van de Hervormde School in Bergentheim in 1923. De namen van de personen op de onderste rij zijn bekend v.l.n.r.: Ds. Koningsberger, juffrouw Daniels, meester Bent, mevrouw Bent, burgemeester Weitkamp, en de heer F. Herbert. De 3e persoon op de bovenster rij is de heer Brinkman, de 5e is K. Luisman en geheel rechts staat de heer A. Boshove. Uit Sallands Volksblad citeren we de letterlijke tekst van enkele berichten betreffende de voorbereidende fase van de te bouwen school. April 1922 Op initiatief van ds Koningsberger, Herv. Predikant alhier, is een vergadering in de kerk gehouden en de wenschelijkheid van stichting eener Herv. School besproken.
Algemeen was men van oordeel dat er pogingen moesten worden aangewend om een dergelijke school te verkrijgen. Men heeft inmiddels reeds een schoolvereeni-ging opgericht tellende 41 leden, waarvan het bestuur bestaat uit de heeren F. Herbert, voorzitter, Ds. Koningsberger, Secretaris, K. Luisman, Joh. Boshove, M. Pullen, D. Kuik en H. Botter. 12 October 1922 Een verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot stichting en instandhouding van Hervormde Scholen te Bergentheim, om gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen voor het bouwen van een school. Tot een maximum van f. 35.400, vermeerderd met de kosten van een bouwterrein. B. en W. adviseren de gevraagde medewerking te verleenen. De heer Bruins vraagt of ook in dezen niet een besluit kan worden genomen evenals voor Sibculo. De heer Olsman vraagt wat het voor-deeligste is, een nieuwe te bouwen of lokalen erbij te bouwen. De voorzitter zegt wanneer 29
formeerde school alhier; het hoofd der chr. School te Bruchterveld; dokter Oldeboom namens de chr. Schoolvereeniging te Hardenberg en een afgevaardigde der Herv. Schoolvereniging te Heemse. De openingsrede werd uitgesproken door ds. Koningsberger te Blokzijl, oprichter van de herv. Schoolvereeniging alhier. In korte trekken verhaalde deze de wordingsgeschiedenis der school en gedacht daarbij aan den rijken zegen Gods op dit werk ontvangen. De tekst zijner rede had spreker genomen uit Matth. 13 : 31. Hierna sprak de heer Herbert, voorz. van het schoolbestuur. Hij sprak een woord van dank tot allen die aan de totstandkoming dezer Deze foto is gepubliceerd op de voorpagina van het school hadden medegewerkt. Door ds christelijk weekblad 'De Spiegel' in 1923. In Slotemaker de Bruïne werd nu het hoofd der november 1983 kreeg deze school de naam: Ds. school en de onderwijzeres geïnstalleerd. Koningsbergerschool. Achtereenvolgens werd nog gesproken door daar een openbare school stond, dan kon men wel den heer Bent, Hoofd der school; den heer bijbouwen , doch men kan een schoolbestuur Boelema; den Burgemeester; den afgevaardigdaartoe niet verplichten. De heer Olsman begrijpt de uit Heemse en Hardenberg; ds Dijkstra en niet waarvoor dat noodig is, er bestaat toch een den heer Holtrop. christelijke school; 't is niets dan een Na afloop werd het schoolgebouw bezichtigd, concurrentiestrijd. Spreker vraagt of er dan te dat keurig afgewerkt en naar den eisch des Brucht niet bijgebouwd kan worden. De voorz. tijds is ingericht. zegt dat de kinderen dan een te grooten afstand Moge deze school onder 's Heeren zegen nog moeten afleggen en bovendien wordt gevraagd te daartoe dienen dat het koninkrijk van Jezus Bergentheim een school te stichten. De heer Christus zich steeds meer moge uitbreiden. Jonkhans vindt dit bedrag nogal hoog en vraagt of hier niet op bezuinigd kan worden. De voorz. zegt Naschrift redactie: dat dit ook slechts een raming van kosten is. Op de Omdat het ons aan tijd ontbreekt om alle pervraag van den heer Olsman waar de school zal sonen op de foto te benoemen, willen we komen te staan wordt geantwoord dat de school zal graag onze lezers aan het werk zetten. Aan de worden gebouwd naast de Herv. Pastorie. hand van het krantenbericht van november (Toentertijd stond de pastorie aan de Kanaalweg 1923 zijn misschien de juiste namen te achterWest. Later bewoond door het hoofd der school. halen. Wie was bijvoorbeeld de afgevaardigde Red.) Het voorstel van B. en W. wordt uit Heemse en wie kan zich dokter Oldeboom aangenomen met 9 stemmen voor en 2 tegen: nog voor de geest halen? Olsman en Jonkhans. Met dank aan F. Kampman - Herbert November 1923 Donderdag der vorige week had hier de opening plaats van de Herv. Chr. School. De plechtigheid had plaats in de Herv. Kerk Ds. Slotemaker de Bruïne sprak een woord van welkom inzonderheid tot de ouders. Onder de genoodigden merkten we op: burgemeester en secretaris der gemeente; ds Dijkstra, geref. Predikant; het personeel en bestuur der gere30
Salland's Volksblad, derde kwartaal 1907 Begin juli 1907 passeerde de koninklijke trein diverse stations in onze gemeente. Het koninklijk echtpaar ging per spoor naar Coevorden. Op het station van Mariënberg wachtte de trein enkele minuten, zodat de plaatselijke bevolking en de burgemeester de koningin en de prins-gemaal konden begroeten en hulde bewijzen. De bouwkundigen H. en J. Tillema lieten weten dat ze zich in Hardenberg hadden gevestigd. Ze hielden zich aanbevolen voor het maken van tekeningen en bestekken en daarnaast konden jongelui een tekencursus bij hen volgen om het bouwkundig ontwerpen te leren. Door een oproep in de krant te plaatsen, hoopte het college van burgemeester en wethouders van Stad Hardenberg een nieuwe nachtwacht of klepperman te kunnen vinden. Enige tijd later bleek dat er drie heren hadden gesolliciteerd, te weten G. van Laar, M. Valkman en J. Huisman. Bij meerderheid van stemmen werd M. Valkman benoemd tot nachtwacht. Bij zijn benoeming werd bepaald dat ieder uur gelopen moest worden tot aan het kruispunt van de Gramsbergerweg, over de Doelen en de Voor- en Achterstraat. Ook werd in Hardenberg een nieuwe kruidenierswinkel geopend en wel van Jan Hendrik Pullen Hzn. Daarnaast liet koperslager Hendrik Jan Otten weten dat alle reparaties netjes en billijk zouden worden afgewerkt. Men kon voor koper-, blik- en zinkwerk terecht in het pand gelegen in de Achterstraat, vroeger bewoond door schoenmaker Santman. Notaris Berendsen in Avereest kondigde aan dat het winkelhuis met café van Engelbertus Willem Timmerman in Lutten binnenkort kon worden gehuurd. In diezelfde plaats verdronk de 45-jarige Klaas Ballast toen hij bezig was met het opschonen van een sloot. Hij liet zijn vrouw Aaltje Schippers en twee kinderen achter, alsook zijn 80-jarige vader Jannes Ballast. De afdeling Lutten en Omstreken van de Nederlandse Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken maakte bekend dat zij één van hun leden, de joodse slager Rudolph Johan ten Brink de Bruin uit Hardenberg, hadden geroyeerd. De molenaar te Brucht, Hendrik Jan ten Brinke, bood een wagen op riemen te koop aan en scheepstimmerman Jan Arends te Bergentheim had een praamschip in de aanbieding.
D. Hesselink-Zweers en E. Wolbink
31
32