Van 1965 tot 2065: halverwege een eeuw wonen Paul Schnabel Universiteit Utrecht
Arnhem , Rozet , 1 oktober 2015
Woonperspectief 2065 Meeste woningen 2065 nu al aanwezig, groei en vervanging 2,5 miljoen tot 9 miljoen totaal Geen grootschalige stadsuitbreidingen verwacht, wel ‘inbreiding’ in de steden, vervanging oudbouw, herbestemming kantoorpanden, meer zelfbouw (ook collectief), meer duurzaamheid, meer ‘slimme’ huizen, minder energie en meer zelf opgewekt Woonmachine in conservatieve huls ( uiterlijk traditioneel, innerlijk modern-technisch) Aanpassing aan klimaatverandering ( regenafvoer, zonnewering) Misschien toch heel anders….
Vijftig jaar geleden in Nederland -Nieuwbouw voor gebruiker niet heel anders dan nu:
Cv, badkamer, zonrichting, (meer) open keuken, maar geen dubbelglas of isolatie - Wel woningnood: 125.000 woningen erbij, veel galerijhoogbouw, grootschalige stadsuitbreiding, functiescheiding, nieuwe steden ( Zoetermeer, Nieuwegein) - Begin grootschalige overstap van huur naar koop - Sterke regie van rijksoverheid: ruimtelijke ordening en volkshuisvesting - Bijna alles is er nog – ‘Bijlmer’ grote uitzondering
De echte veranderingen voor de bewoners - Huishoudensverkleining en –verdunning: meer ruimte per persoon (nu 41 m2) - Individualisering in huishouden en in de woning: ‘iedereen alles zelf’ - De open keuken en de ‘verwitting’ van het interieur - Meer aandacht voor veiligheid ( daling criminaliteit!) - Het buitengebied als woongebied - De ‘tweede’ voorziening: wc, badkamer - Betere isolatie tegen geluid en koude
- Ruimte voor het nieuwe werken
Demografische Feiten 2015 Bevolking
17 miljoen
Jonger dan 20 jaar
3,7 miljoen
Boven 65 jaar
3,3 miljoen
Niet-westers
2,2 miljoen
Levensverwachting Mannen
78,7
Levensverwachting Vrouwen
82,6
Geen grote veranderingen in geboorte- en sterftecijfers verwacht. Levensverwachting blijft toenemen
Belangrijke veranderingen komende decennia Meer inwoners 18 -19 miljoen, door migratie en geboorte
Meer en kleinere huishoudens (tot ruim 9 - 10 miljoen) Meer eenpersoonshuishoudens (40 -45%) Ieder huishouden alles zelf, ieder lid huishouden alles zelf Meer dan 100% gsm, tv, ICT (nu al over 95% incl. internet) Nu 8 miljoen personenauto’s (20% hh meer dan één), door naar 9 /10 miljoen Nu 7,5 miljoen woningen, voorlopig plus 60.000 per jaar (maar in 2013 25.000 bouwvergunningen) Kleine HH heel dure leefvorm, maar waarschijnlijk weinig kans op nieuwe collectievere leefvormen
Zou het allemaal heel anders kunnen worden? Minder welvaart zou tot grotere huishoudens kunnen leiden
Ook met meer welvaart mogelijk vriendenfamiliehuishoudens Alternatief is het slaapplekscenario: single in public, studio als slaapplek ( ‘New York’model) Sterkere bepaaldheid wooncarrière door levensfasen
Wat blijft altijd: behoefte aan geborgenheid, eigen plek voor alle functies Tussen territorium en zwerven, tussen groepsleven en alleen zijn, tussen continuïteit en afwisseling
Weer een Ministerie van VROM nodig?
Discussie over de wenselijkheid van een hernieuwde bemoeienis van het rijk met ruimtelijke ordening, stedenbouw, architectuur en volkshuisvesting Nederland eeuw lang ‘getekend’ door de overheid Compacte steden zonder banlieu, uniforme bouw van gemiddeld hoge kwaliteit Wat missen we nu?
Bijzondere bouwopgave Nederland 1900 5 miljoen inwoners
1 miljoen huizen
1950 10 miljoen
2 miljoen huizen
2007 16,5 miljoen
7 miljoen huizen
2020 17/17,5 miljoen
8 miljoen huizen
2050 18 miljoen ?
9 miljoen huizen
2065 19 miljoen ?
10 miljoen huizen
Snelste en grootste bevolkingsgroei in Europa
1900-2000: 3 x bevolking, 6 x huishoudens
Grote veranderingen in woonbehoefte Snelle groei aantal eenpersoonshuishoudens (35%)
Snelle groei oudere een-en tweepersoonshuishoudens (woningaanpassingen, thuiszorg) Meer ruimte per hh en per persoon ( nu gem. 41 m2) De dominantie van de auto en de voorkeur voor een buitenhuiskamer (achtertuin) Meer comfort en uitgebreidere voorzieningen (2e WC, 2e bad) Meer isolatie (geluid, energie), meer duurzame energie Meer domotica en robotica, het ‘slimme’ huis
Hoe wonen de Nederlanders nu? 7,5 miljoen woningen
69% woont in eengezinswoning , 18% vrijstaand, 4% ‘bijzonder’ 58% koopwoning , 42% huurwoning
80% huizen gebouwd na 1945, 50% na 1970
HH. met kinderen: 90% eengezinswoning
75% koopwoning - 25% 175 m2 plus
EU 42% etage, NL 15%; EU 70% koop, NL 60%; EU 23% rijtjeshuis, NL 61%; NL hoogste percentage sociale huurwoningen
Wie wonen in een koopwoning? Hoog opleidingsniveau (75%) meer dan midden (60%) en laag (38%)
Paren met kinderen (81%) meer dan alleenstaanden (37%) en eenoudergezinnen (35%) Meer autochtonen (63%) dan n.w. allochtonen (29%) Minder G4 (35%) dan G 21 (52%) en ‘rest’ (66%) Gemiddelde waarde 2010 237.000 Euro (2009: 254.000) Gemiddelde hypotheekschuld 155.000 Euro
‘Huren kan ook nog’ 2,8 milj.gereguleerde huur, 0,4 milj. vrije huur (totaal 42%)
Huurkosten (incl.) – gem. 600 Euro (woonquote 36%) Huurtoeslag (2014) – 1,2 milj.hh, gem. € 2000
Netto jaarinkomen huurdershuishoudens 23.000 Euro (kopers 43.000 Euro) Lange wachttijden Landelijk uniforme kwaliteitspuntenregeling Beperking toegang corporatiesector
Beperkt aanbod vrije sector huur
Wat vinden de Nederlanders van hun woning? 89% tevreden of zeer tevreden (45%)
Meest tevreden (95%): 65+, 20% hoogste inkomens, autochtoon, huis op de grond, nieuwbouw, eigen huis Minst tevreden: 18-34 jr. (78%), 20% laagste inkomens (82%) •
Marokkanen (53%)
•
Turken (67%)
Weinig verhuizingen boven 40 jr. Doorstromen alleen tot woonambitie is gerealiseerd
Wat komt de woning/woonomgeving tekort Woning
Buitenruimte
21%
(lage inkomens 27%)
Ruimte
15
(allochtonen 35%)
Onderhoud
12
Woonomgeving
Netheid (‘rommel’)
15%
Rust (‘verkeer’)
13
OSM
9
Veiligheid
9
Verhuiswensen 25% HH. wil binnen twee jaar verhuizen - feitelijk de helft
Verhuisredenen (in mate van incidentie) 1.
zelfstandig wonen
2.
huis te klein
3.
werk of studie
4.
slechte buurt
Verhuiswensen 5.
gezondheid
6.
huwelijk/ samenwonen
7.
huis te groot
8.
scheiding
Meest gevraagd:
goedkope huurwoningen door goedkoop hurenden,
dure koopwoningen door bezitters van dure koopwoningen
Doorstroming 2007-2009 Feitelijk
Gewenst
Van eengezinshuur (130.000) – 2/3 huur
(2/3e huur) (245.000)
Van meergezinshuur (260.000) – 60% huur
(60% huur) (470.000)
Van meergezinskoop (70.000) – 15% huur
(15% huur) (125.000)
Van eengezinskoop (250.000) – 20% huur
(20% huur) (465.000) (Woon 2009)
Huur en koop zeer gescheiden
Probleem: G-4, maar ook wel in G-21 Teveel huurwoningen (75%)
Teveel te kleine woningen (50% kleiner dan 75 m2) Teveel etagewoningen, flats (79%) Teveel woningen met buitentrap (centrum-stedelijk 38%) Teveel slechte woonmilieus (verhuisreden voor 22%) Teveel woningzoekenden / starters
Wat werkt op wijkniveau goed? Menging koop/particuliere huur/sociale huur
Menging hoog/laag, in rij/(half)vrij Integratie parkeren (hh begint bij de auto)
Menging functies (levendigheid/veiligheid) Alert blijven op vies, onveilig, kapot, leeg, verwaarloosd Stimuleer reputatie en identiteit, involveer bewoners Herkenningspunten, heldere plattegrond, variatie, groen/blauw Publieke familiariteit Scholen, winkels, zorg , park, speel/trapveldjes in de wijk
Hoe willen de Nederlandse gezinnen wonen? Groter, groener, homogener, veiliger Op de grond, met tuin voor, achter en opzij, aan het water Ruimte voor mobiliteit en vrije tijd: parkeren, stallen, opbergen, aanleggen Comfortabeler en luxueuzer ( keuken, badkamers) Prettige sociale omgeving In een eigen huis, herkenbaar, energiezuinig Met alleen het eigen gezin Aan een rustige straat, met weg en trottoir gescheiden
Betaalbaar
Ook in bouw meer rekening houden met… Samenhang woning – auto: parkeren binnen of bij huis
Bereikbaarheid gaat boven nabijheid Multifunctionaliteit auto
Samenhang rijden en parkeren Tweeverdieners zijn twee-auto-bezitters Economische psychologie autobezitter: bezit = gebruik
Toekomst anders?
Werken meer diensten, meer thuis, maar ook meer contact- en teamwerk, meer overloop werk-privé
Wonen meer ruimte, meer ICT (domotica), meer comfort, meer energiezuinig
Winkelen meer e-commerce, meer bezorgdiensten
Welzijn: meer en vaker alleen, ‘leef’robots
Welvaart: zal verder toenemen
En toch hetzelfde… Mensen hechten aan een plek en aan een eigen plek
Wonen moet comfortabel, veilig , voldoende ruim en warm zijn, met voldoende voorzieningen voor de dagelijkse behoeften Wonen is sterk statusgevoelig Appartementen moeten een ruim en zonnig buiten hebben Van de bevolking van 2060 is al 60% aanwezig