Jij steunt anderen. Wie steunt jou?
De kloof tussen „goede praktijkvoering‟ en het huidig financieringsmodel Week van de verpleging, Oostende, 20 maart 2012 Dr. H. Van Loon
Een halve eeuw: Van Caritas naar professionaliteit • Thuisverpleging gestart vanuit caritatieve sfeer – Liefdadigheidsinstellingen – Artsen en verpleegorganisaties – Progressieve insijpeling van zelfstandigen
• Grote doorbraak: – Opname in verplichte ziekteverzekering: 1963 prestatiefinanciering – Jaren 60-70: Sterke groei: thuisverplegingsorganisaties – Vanaf jaren tachtig: explosie zelfstandigen
2
1
Transitie naar professionele praktijkvoering • Progressieve geleidelijke evolutie (30 jaar) – Op patiëntniveau: • Zorguitvoering naar patiëntgerichte benadering • Punctuele zorg naar chronische patiëntzorg • Eenvoudige naar complexe zorgsituaties
– Op organisatieniveau • Verticaal naar horizontaal • Shift van tweede naar eerstelijn • Mono- naar multidisciplinair
– Op praktijkniveau
3
• Individuele verstrekker naar verstrekkersteam • Solopraktijk naar groepspraktijk • Stereotiep patroon naar diversiteit van expertise
Patiëntverwachtingen t.a.v. thuisverpleegkundepraktijk • Op eenvoudige vraag, een competente verpleegkundige, die in alle discretie haar job (de vereiste zorg) correct uitvoert op het moment dat het past voor de patiënt, alle dagen van de week, indien nodig; aangevuld met complementaire zorg, liefst gratis en in concertatie met andere zorgverstrekkers en hiertoe een dossier adequaat beheert. 4
2
Kenmerken van goede praktijkvoering • Continuïteit van zorg en zorggarantie: – vlotte bereikbaarheid, permanentie, “teamwork”
• Planning: match tussen patiënt en verstrekker • Zorgexpertise en opleiding (teamwork) • Peer review en probleembespreking • Multidisciplinair management (te amwork) • Praktijkmanagement met indicatorentoets • Voortdurende upgrading, moderne trends ? 5
Evolutie van het financieringssysteem
6
• In essentie prestatiegericht (sinds 1963) • Budgettaire dagforfaitarisatie (1991) • Ondersteuning van grotere zorgstructuren: “tegemoetkoming specifieke kosten” (2002) • Toemaatje: ICT-premie voor de hoofdberoepers (verstrekkersgericht) (2004) • Opleidingpremies ten individuelen titel (2011) • Parallelle administraties (nodeloos complex) • Afwezigheid van enige praktijk- en teambenadering
3
Inherente doelstelling van een “goed” financieringssysteem (1) • Billijke vergoeding voor geleverde prestaties en noodzakelijke kosten: – Niet exclusief: zorgprestaties bij patiënt – Ook: • Planning, organisatie bereikbaarheid en wachtdienst, permanentieregeling, dossierbeheer, permanentieregeling, etc
• Heldere regelgeving met weinig ruimte voor individuele interpretatie
7
• Interpretatie Katz-schaal ( 6de versie ?) • Al dan niet willekeur van geneesheer-adviseur • Systematische overscoring door bepaalde verpleegkundigen
Inherente doelstelling van een “goed” financieringssysteem (2) • Eénduidig geïntegreerd administratief kader • Erkende diensten thuisverpleging: volledig parallel • ICT-premie: apart administratie (nu gedeeltelijk electronisch, vrij chaotisch)
• Systematische en transparante controle omtrent regelgeving en toepassing • Ondersteund door coherent opgevolgde “managementsindicatoren” • Quasi onbestaand ? 8
4
Kritische analyse op financieringssysteem (1) • Prestatiegericht financieringssysteem is adequaat t.a.v. enkelvoudige prestatie door één individuele verstrekker • Maar helemaal ontoereikend voor: – Verloning van organisatorische componenten: • Bereikbaarheid, permanentie, planning, etc
– Kwaliteitsborging op basis van expertise: • Zeldzame maar noodzakelijke Vpk expertise in praktijk
– ICT-ondersteuning: • Premie voor verstrekker in hoofdberoep met 33.000 € (=niet overeenkomstig de kosten) 9
Kritische analyse op financieringssysteem (2) • Forfaitarisatie van 1991 bracht variabiliteit patiënt beter in beeld: zeer positief – Notie zwaarzorgbehoevenden: • Zowel naar identificatie als prioretisering
– Patiëntenzorg is meer dan optelsom van acten – Verschuiving van zorgen naar patiënten.
• Maar helemaal ontoereikend voor: – Opvolging van kwaliteitsindicatoren: • N zorg/bezoek; N bezoek/vzd; etc
– Equatie tussen type patiënt en type expertise 10
• De meeste palliatieve patiënten worden verzorgd door vpk zonder palliatieve expertise
5
Kritische analyse op financieringssysteem (3) • “KB Specifieke kosten” 2002 – Eerste goede poging tot méér praktijk (=organisatie) gerichte benadering (grootte), inclusief opleiding en peer review.
• Helemaal ontoereikend voor: – Kleinere goed functionerende praktijken (3-5 vpk) – Bereikbaarheid, permanentie en planning als essentiële kostenfactoren worden nauwelijks vermeld. – Nodeloze parallelle administratie en afwezigheid van enige relevante praktijkmonitoring 11
Kritische analyse op financieringssysteem (4) • Huidige ICT-ondersteuning is een draak en schiet doel voorbij (2004) • Geld gaat niet naar waar kosten worden gemaakt • “Homologatie” is een praktijkvreemd verhaal • Verhoogt quasi kostprijs van software in evenredigheid met ondersteuning
– Wordt best geïntegreerd in “praktijkfinanciering”.
• De financiële ondersteuning voor opleiding is uitsluitend verstrekkersgericht (2010). • Veel te veel onnodige parallelle administraties !!! 12
6
Re-engineering van het systeem(1) • Herschikken van basiselementen in een logisch coherent model: 1. Prestatiefinanciering blijft hoofdbrok: • •
Voor wat, hoort wat Loon naar werk
2. Gemodelleerd over “praktijkfinanciering”; hier moet de teamwerking de leidraad zijn. 1. 2. 3. 4. 13
Alle kosten te wijten aan organisatie (bereikbaarheid & permanentie, planning, etc Kosten aan facturatie, software etc horen hier thuis. Beheer van expertise (routine) Praktijkmonitoring en controle
3. Ondersteund door expertisecentra
Re-engineering van het systeem(2) 3. Expertisecentra: in continue samenspraak met praktijken 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Beheer van (zeldzame) expertise (Koepelpraktijk) » diabeteseducator, nierdialyse, etc Continue data- & praktijkmonitoring (local peers) » Maandelijkse feedback Organisatie en aanbod van relevante opleiding Aanbod praktijkondersteuning Efficiënte organisatie van de controles Call centra » voor urgente dienstverlening » Voor ondersteuning zorgprotocols
14
7
Concrete invulling (1): drietrapsraket • Individuele verstrekker verzorgt patiënten in binnen een team: de praktijk. • Deze praktijk organiseert – Overleg met verstrekkers – de beschikbaarheid (oproepsysteem), plant oordeelkundig de patiëntenzorg met garantie voor continuïteit. – De facturatie en basisadministratie – Beheert praktijkexpertise: • Bepaalde expertise voor bepaald type zorg en patiënt
– Werkt samen met expertisecentrum naar keuze voor: • Zeldzame expertise (opleiding) • Praktijk- & datamonitoring (eventueel ondersteuning, 15
Concrete invulling (2) • Het expertisecentrum – Ondersteunt de aangesloten praktijken • Maandelijkse feedback en data-monitoring • Beheert zeldzame expertise en stelt deze ter beschikking aan aangesloten praktijken • Organiseert aanbod van relevante opleiding
– Gesprekspartner t.a.v. verzekeringsinstellingen en overheid • Sectorieel databeheer
– Functioneert als contact(call)-center: • Urgenties en noodinterventies • Opvolging van “zeldzame” protocollaire zorgtrajecten
16
8
Conclusies • De implementatie van dergelijk model: – Betaalt men naar werk en kosten – Wordt de sector als geheel transparant en beter beheersbaar – Zal kostenbesparend werken: • Coherente data: routinematig en éénduidig. • Administratie spectaculair vereenvoudigd • Controles effectief en efficiënt
– Investeert men in de thuisverpleging voor een grote toekomst, die ze verdient.
17
9