Vakantie Hongarije 2005 Cor, Taletta, Jan Willem en Martine uit Sappemeer. We vertrekken vrijdag 12 aug. om 19.00u en via de route Kassel – Neurenberg - Passau komen we zaterdagmorgen net na 06.00u door Wenen. Het is dan rustig op straat. Na Wenen gaan we rusten. Als de zon al aardig warm begint te worden gaan we door en na de drukte bij de grens (ook vignet kopen) gaan we op Budapest aan. Dwars door de stad rond het middaguur, een belevenis. Daarna een uitgebreide schaft en dan de laatste 150 km naar Sály.
We huren dit jaar het huis van Edwin Bierling en Karin de Ruiter. Bij aankomst worden we welkom geheten door Arpad, sleutelbeheerder. Deze spreekt geen woord over de grens, maar we snappen elkaar wel. Het is in huis heerlijk koel.
Ooievaars bij Mezıkeresztes
Vasárnap tizennégy augusztus
Na een rustig begin van de dag gaan we ’s middags wandelen ten noorden van Sály. We zien hierbij wel een heel raar verschijnsel en je moet er maar niet al te lang bij stilstaan…..
Genoten van de zon en de omgeving verkend.
Hétfı tizenöt augusztus De dag start met mooi weer en we besluiten om op alles voorbereid de dag te gebruiken voor het rondje Bükk. Gestart in Mezıkövesd, het dorp met de Matya-cultuur en bijbehorende klederdracht.
Nadien de “kegelstenen” van Szomolya bezichtigt. Dit zijn bijenkorfstenen, zeer bijzondere door mens en natuur gevormde rotsformaties. De uithollingen in de 3-15 meter hoge kegels dienden van de 11e tot de 15e eeuw als bijenkorf. Volgens een andere verklaring zou het hier gaan om offerplaatsen. Ze houden er nu in ieder geval in de buurt nog bijen.
Op een uitzichtspunt konden we ook duidelijk zien dat we in een wijngebied zitten en weten daarom gelijk ook waarom er zoveel deuren in een rotswand zitten. In Noszvaj zagen we ook grot- en kelderwoningen.
Ook in Noszvaj het kleinste barokke slot van Hongarije; de la Motte.
Via Bogacs, het thermaalbad was daar wel zo erg vol dat we er maar geen bezoek aan hebben gebracht, naar Szilvásvárad waar we de lippizaner paarden zouden zien. Dat is niks geworden: al vrij snel liepen we op toerisme en dachten hier zal het wel zijn….. Dat klopte, maar dan wel het Szalajkadal met de waterval. Met het treintje over smalspoor het bos in en na het uitstappen: is dit alles? We zijn gewoon teruggelopen maar het ging onweren en werd het vooroordeel weer eens bevestigd van wat er gebeurd als wij van plan zijn een waterval te gaan bezoeken. Het rondje Bükk werd afgemaakt door weer op Miskolc aan te rijden. Ten noorden van die stad is veel industrie, veel oud en niet meer gebruikt en door de ANWB omschreven als “troosteloos”. Wij hebben daarentegen ook nieuwe bedrijvigheid gezien en dan ook de herinrichting van de omgeving. Het regende en onweerde tot in de late avonduren.
Kedd tizenhat augusztus Vandaag staat Eger op het programma. Allereerst een bezoek aan de Ferences Templon, de franciscanen braken in 1714 een moskee af om er een klooster voor in de plaats te zetten. De kerk met de twee torens is “stijlvast”en heeft een mooi interieur. Het Tanárképzı Fıiskola, een lyceum dat nooit een universiteit is geworden. Hierin de sterrenwacht en de bibliotheek met een interessante plafondschildering.
Fıszékesegyház, ofwel de aartsbisschoppelijke dom. Dit is na de dom in Esztergom de grootste van Hongarije. Mooie beschilderingen, ze hebben zichzelf en Rome in ieder geval niet vergeten…..
Minorita Templon, de Antoniuskerk is de stiftskerk van de orden der minorieten of minderbroeders (17581773). Kenners noemen dit het hoogtepunt van de laatbarokke architectuur in Hongarije. Het interieur is ook anders dan in andere kerken.
Kerken hebben ze in Eger genoeg: ook nog de Cisztercita Templon van de cisterciënzers. Ook werden nog jezuïeten, servieten en trinitariërs naar Eger ontboden onder het motto: “hoe meer broeders, hoe meer vreugd” of beter: hoe groter de invloed van de Oostenrijks-Hongaarse staatskerk op het door de protestanten beheerste oosten van Hongarije.
Op het Dobo István tér staat uiteraard het standbeeld van de man die Eger zo lang wist te verdedigen tegen de turken in 1552. Zie hiervoor het boek: ‘de sterren van Eger’ van Géza Gárdonyi. Via het oversteken van het riviertje, waar vannacht de waterstand zeker hoger was, komen we in de Egri Vár ofwel de burcht. De herinnering aan het heldhaftige verzet is voor de burcht van groter belang dan de nu nog aanwezige overblijfselen. Toerisme is in Hongarije is met vallen en opstaan want ondanks een “alles inbegrepen kaartje” zijn er veel nog te betalen private tentoonstellingen en wij vonden geen rondleidingen of opschriften in een andere taal. Dat Eger later toch nog aan de islam onderworpen is geweest, bewijst de (noordelijkste in Europa) gebouwde minaret
Szerda tizenhét augusztus Begonnen in Egerszalók waar we een kalkafzettingverschijnsel bij een geiser zouden gaan bekijken. Dit bleek zich te bevinden buiten het dorp waar de boel grondig verbouwd werd tot een groots commercieel opgezet thermaalbad centrum. Niettemin was het verschijnsel apart te noemen. Daarna naar Szépasszony-völgy, vallei van de mooie vrouwen, bij Eger, waar veel wijnkelders zijn. Ook hier slaat de modernisering toe. In de stad zijn we terechtgekomen bij het wijn- en keldermuseum onder hotel Korona. Hier geeft een werkelijk alleraardigste meneer ons in begrijpelijk Duits een privé rondleiding (en ook nog hier en daar zijn eigen verhaal: “het Nederlands is uitgevonden toen een dronken Engelsman Duits probeerde te praten”) De voormalige coöperaties in de wijnsector zijn kleiner geworden, er zijn nu meer particuliere wijnboeren. En ze hebben het moeilijk vanwege de vrije marktwerking. Vroeger waren ze alles sowieso kwijt aan de USSR, maar nu met de import in Europa van vooral Zuid-Afrikanerwijnen heeft de sector het beduidend moeilijker. Egri Bikavér, het stierenbloed, is een menging van tenminste 3 en maximaal 6 soorten rode wijnen, waarbij iedere wijnmaker wel zelf de samenstelling mag kiezen zolang er maar 51% kékfrankos (Blaufranker) in zit. Er is een comité die de kwaliteit in de gaten houdt. Mindere jaren (vooral door gebrek aan zonneschijn) kunnen worden opgevangen doordat men van goede jaren wijn bewaard en ook wel indikt voor vermenging later. De duurste fles was van 1938 en moest 700 euro opbrengen. Via Mezıkövesd waar we op de woensdagmarkt nog wat inkopen hebben gedaan. Het had wat weg van een vrolijke braderie. Via het station voor wat inlichtingen gingen we weer naar huis.
Csütörtök tizennyolc augusztus Miskolc: volgens de ANWB-beschrijving een grote stad in een troosteloze omgeving. Toch zijn er wel degelijk nog genoeg mooie dingen te zien. Natuurlijk heeft Miskolc grote stadsproblemen, maar er wordt aandacht besteed aan restauratie van het centrum. Ze hebben echter nog een lange weg te gaan, ook zijn ze er nog niet bijzonder op de komst van toeristen ingesteld, wat door ons soms wel, maar ook vaak niet gewaardeerd wordt.
We zijn begonnen op het Hösök tér (heldenplein). Hier staat inmiddels het monument ter nagedachtenis van de opstand in 1956 en ook het Minorita Templon, de barokkerk van de minnebroeders.
Vanaf de televisietoren, een voorbeeld van architectuur uit de communistische tijd, de stad van bovenaf bekeken en dan kun je zien dat ze in het verleden niet erg veel boodschap hadden aan stedelijk schoon. Ook hebben we tussen de flats onze lunch gehad, je kunt je er haast geen voorstelling van maken dat daar mensen tevreden kunnen wonen.
‘Middags het bronnenbad van Miskolc tapolca bezocht. Het werd er verbouwd, nog groter en decadenter wellicht?, en het was er druk. Maar toch bijzonder dat je in een grottenstelsel in diverse baden met geneeskrachtig water kunt baden.
Heerlijk ontspannen weer naar huis, waar we onderweg nog een ontspannen tafereeltje tegenkwamen
In onderstaand overzicht van de stad vonden we (ingezoomd) een aardig detail
Péntek tizenkilenc augusztus Vandaag zijn we er vroeg bij, we gaan naar Budapest met de trein. Vertrek uit Mezıkövesd is 07.30u. Het treinpersoneel spreekt over het algemeen alleen maar Hongaars en dat is best wel leuk als je eerst in de stoptrein zit, maar graag met de intercity wilt. Het is een stad in twee delen: we beginnen in Pest, het vlakke gedeelte. ’s Middags doen we dan Buda aan de andere kant van de Donau en reizen na een bezoek aan het Szoborpark in een zuidelijke buitenwijk weer naar huis. We hebben de stad gezien en beleefd! Het was de dag voor de viering van de nationale feestdag en de stad met al zijn verbindingen lag overhoop, maar veel gezien en tussentijds beleefd.
Zo was daar eerst het station Oost, daarna de kettingbrug waar ze met met vliegtuigjes onderdoor vlogen voor de training van de red bull air race. Het parlementsgebouw, station West, metrolijn 1, het heldenplein, het park, over de Oktogon naar de st. Stefansbasiliek, donau oversteken:Buda. De Gellért heuvel, Matthias kerk, natuurlijk het vissersbastion en tenslotte met de bus naar het Szoborpark. Foto’s staan genoeg op internet, dus hier maar niet. Het was een hele ervaring, maar Budapest in één dag kan (eigenlijk) niet.
Szombat húsz augusztus Rust
Vasárnap huszonegy augusztus In het thermaalbad Zsóry bij Mezıkövesd deze zondag uitgerust. Het was daar een weekend vol folklore, zodat we dat ook maar even weer hebben meegemaakt.
Hetfı huszonkettö augusztus Lilafüred: dorpje aan de rand van het Bükk gebergte en Miskolc met het voorheen als pseudo-gotisch jachtslot gebouwd hotel Palota, geannexeerd door het oude regiem als vakantieoord voor leden van de partij. We hebben de druipsteengrot, nergens terug te vinden in wat voor toeristische beschrijving dan ook, net bezocht en willen eigenlijk nog wel waterfietsen op het meer, naar de overige grotten en het hotel kijken, maar rond het middaguur wordt het weer wat minder, wat heet: het gaat regenen.
Het pad naar de prehistorische vindplaats van de Szeleta-cultuur, ontdekt door Herman Ottó, na veel moeite gevonden. Na een stevig klimmetje hebben we ook de ingang van de grot toch nog gevonden, maar door de regen valt de rest van de dag op z’n gat…… Terug over Miskolc centrum in de spits wat toch ook wel iets eigenaardigs heeft.
Kedd huszonhárom augusztus ’s Morgens regen, wat gaan we doen? ’s Middags klaart het op en gaan we naar Szilvásvárad afmaken, wat vorige week in het water was gevallen. Op naar de lippizaners, alleen kunnen we ze niet best vinden. Wel begraasde heuvels in de omgeving en een gesloten manege. Dan maar naar het museum om toch nog wat te zien. REGEN, ja weer Szilvásvárad. Het spoelt werkelijk, maar bij het dorpje Bélapátfalva naar het zuiden is het droog. Een cisterciënzer klooster, Romaans bewaard gebleven, bekeken en dan toch maar even wandelen. Als het gaat regenen en ook nog onweren hebben we er genoeg van en gaan we naar huis.
Szerda huszonnégy augusztus Vandaag zijn we maar weer begonnen waar we gisteren door de regen zijn verdreven. We maken vanuit Bélapátfalva de wandeling naar de Bel-kö. Over goed begaanbare wegen, want hier werd cementachtig gesteente afgegraven. Op de top kunnen we zien hoe het ingrijpen van de mens op de natuur is, maar omdat de winning nu is stopgezet ontstaat er ook weer iets moois. Regelmatig bevinden we ons overigens wel in het onderste deel van de wolken, waardoor er soms weinig zicht is.
Door het Bükk nationaal park (weg Eger-Miskolc) naar Lillafüred gereden, waar we nog een waterfietstocht op het meer voor het hotel te goed hadden. Hier was het toch ander weer dan dat we vanmorgen hadden.
Csütörtök huszonöt augusztus Aangezien het vandaag mooi weer lijkt te worden, gaan we naar het Tisza meer. In Poroszló huren we een kano. Het gaat met handen en voeten omdat de verhuurster geen woord in een andere taal machtig is, maar ook eigenlijk weer heel gemakkelijk: afrekenen kun je na de tocht: je mag zolang wegblijven als je wilt. Door het natuurgebied een route varen op de kaart, anders loop je de kans om tussen alle rietkragen en waterlelievelden te verdwalen. Zo’n 3 uur bezig geweest om te peddelen en buiten het feit dat er wel eens een motorboot voorbijkomt is het als je de peddels stil houdt heerlijk rustgevend. Omdat het mooi weer was hebben we ook nog maar even van het strand gebruik gemaakt.
Péntek huszonhat augusztus Ja, wat moet je zo’n laatste dag van de vakantie nog doen? Alles wat je nog niet gedaan hebt of doe je het nog maar eens rustig aan? Hierbij de beelden in de omgeving van Eger.
Nostalgie……?
Martine uiteindelijk toch nog op een lippizaner.
Wandeling in de heuvels met wijngaarden bij Eger. Een wijnboer met zijn Jeep kwam langs, “nu zijn we hier niet gewenst” dachten we, maar hij leidde ons naar nog een mooier uitzichtspunt.
´s Middags nog genoten van het mooie weer in de stad.
Ook een manegebewoner
Tja, en dan zit het erop!
Straatje nog even gekiekt,
de vaste watermeloenleverancier
En dan op zaterdagmorgen naar huis.
Hongarije: je kunt er allerlei dingen over schrijven, maar beter is om het te beleven. Voor ons is dat: niet het massatoerisme opzoeken maar de andere normale dingen beleven. Natuurlijk ben je toerist, maar wel op een manier dat je het zelf opgezocht hebt. En opzoeken moet, want er staat vaak geen groot bord waar je heen moet……..