Geloof in een beter Hongarije
Respondent Barnabás tijdens een college op de ELTE Universiteit. Eigen beeldmateriaal.
Radicaal-rechts idealisme onder studenten in Boedapest
Bachelorscriptie ASW Naam: Swaan van Iterson Studentnummer: 5776023 Begeleiders: Dhr. Ivar Halfman, Dhr. Dr. Ton Zwaan Datum: 31 mei 2011
1
“Je schaamt je altijd als je erachter komt dat je geen held bent, maar een sukkel, de eeuwige pineut van de geschiedenis.”I
“Szebb jövőt!!” II
I II
Uit “Land, Land…” (Márai, vertaald door: Alföldy, 2002, p. 142). “Op een betere toekomst!!” Slogan waarmee de Jobbik-studenten elkaar begroeten.
2
3
Voorwoord Volgens de analyse van het Political Capital Instituut “Demand for Right-Wing Extremism Index, Derex” (2010), bestaat er in Hongarije een grote vraag naar radicaal-rechtse politiek: “[...] between 2002 and 2009 the rate of those sympathizing with far-right ideas increased from 10 to 21% in Hungarian society, representing an all but unprecedented increase by international standards” (The second season, 2011, p.2). Deze ontwikkelingen baren mij, net als de radicalisering in heel Europa, grote zorgen. Uit maatschappelijk oogpunt, maar ook om de theoretische kennis over dit onderwerp te vergroten, acht ik het dan ook van groot belang om in de wetenschap meer aandacht te besteden aan radicaal-rechtse sentimenten en bewegingen. Voor mijn bachelorscriptie heb ik dan ook onderzoek gedaan naar de identificatie van studenten in Hongarije (Boedapest) met de radicaal-rechtse Jobbik-partij. Mijn Hongaarse achtergrond en beheersing van de Hongaarse taal heeft mij in staat gesteld om kwalitatief onderzoek te doen onder studenten. Velen hebben echter bijdragen aan het totstandkomen van deze bachelorscriptie. Allereerst wil ik Dhr. Ivar Halfman en Dhr. Dr. Ton Zwaan, mijn scriptiebegeleiders, bedanken voor hun advies en steun. Ten tweede ben ik Georgia Efremova zeer dankbaar, een PhD studente aan de Central European University die mij met haar kennis en connecties in het veld op weg heeft geholpen en van huisvesting heeft voorzien tijdens mijn verblijf in Miskolc. Hetzelfde heeft Müller Péter voor mij gedaan in Boedapest. Mijn vader, zijn vriendin en mijn lieve vrienden wil ik bedanken voor het helpen met vertalen en nalezen, het bijhouden van het nieuws over Hongarije en voor hun vertrouwen in mijn kunnen. Zeer erkentelijk ben ik mijn respondenten die hun persoonlijke verhalen met mij hebben gedeeld. Vooral Ákos, die ondanks zijn drukke studie veel mailcontact met mij heeft gehad en zijn netwerk voor mij heeft opengesteld, wil ik hier noemen. Ook een aantal medewerkers en politici van de Jobbik-partij wil ik bedanken voor hun hulp bij het bereiken van respondenten. Maar het meest dankbaar ben ik mijn moeder, Marianna Padi, zonder wiens achtergrond mijn relatie met het land niet had bestaan en mijn nieuwsgierigheid niet was gewekt.
Köszönöm.
4
Samenvatting Populistisch radicaal-rechtse partijen zijn in heel Europa in opkomst. Sterker nog, ze behoren tot de enige succesvolle nieuwe partijfamilie in Europa (Mudde, 2007, p.1-2). Binnen de wetenschap wordt dan ook steeds meer aandacht aan dit onderwerp besteed. Echter, “[...] there are many aspects of the populist radical right party family that still need study or further clarification” (Mudde, 2007, p.2). In dit onderzoek wordt getracht te begrijpen waarom studenten in Hongarije (Boedapest) zich met de Jobbik-partij identificeren. In het dagelijkse, maar ook het wetenschappelijke discours, bestaat dikwijls een beeld van een gezichtsloze massa ‘verliezers van de moderniteit’ die zich aangetrokken voelen tot de radicaal-rechtse ideologie. Door het verhaal van de studenten te presenteren wordt duidelijk dat dit beeld niet altijd representatief is en geen recht doet aan de actieve houding van de studenten. Het gebruik van kwalitatieve onderzoeksmethoden maakt het niet alleen mogelijk om de verschillende gezichten achter radicaal-rechtse bewegingen weer te geven, maar ook om de culturele dimensie van radicaal-rechts in kaart te brengen die in grootschalig, kwantitatief onderzoek dikwijls onderbelicht blijft. Duidelijk wordt dat radicaalrechtse partijen en ideologieën in West- en Oost-Europa grote verschillen kunnen vertonen.
Poster van de Jobbik-partij met daarop de partijprominenten. Op de poster staat “Hongarije voor de Hongaren! De nieuwe kracht” (International News, 2011). Het symbool van de partij bestaat uit de kleuren van de Hongaarse vlag en het dubbele kruis uit het wapen van Hongarije.
5
Inhoudsopgave 1. Inleiding................................................................................................................ 7 1.1 Introductie en probleemstelling 7 1.2 Theoretisch kader 9 1.3 Relevantie 12 1.3.a De gebreken 12 1.3.b De relevantie van de Hongaarse casus 13 2. Relevante concepten............................................................................................ 17 2.1 Identificatie 17 2.2 Populistisch radicaal-rechts 18 2.1.a Radicaal 19 2.1.b Rechts 19 2.1.c Populisme 20 3. Methode................................................................................................................ 21 3.1 Onderzoeksstrategie en onderzoeksmethode 21 3.2 Multi-level, interdisciplinaire werkwijze 21 3.3 Populatie 22 3.4 Weergave resultaten en ethische verantwoording 23 4. Resultaten............................................................................................................. 25 4.1 De Beweging voor een Beter Hongarije 25 4.1.a Een onzeker toekomstperspectief 25 4.1.b De gezichten achter de economische problemen 27 4.1.c Een Groot-Hongarije in plaats van een Groot-Europa 34 4.1.d Deelconclusie 36 4.2 Twintig jaar voor twintig jaar 38 4.2.a Niet rendszerváltás maar modszerváltás 39 4.2.b Het geluid van een nieuwe generatie tegen de liberale indoctrinatie 43 4.2.c Deelconclusie 47 4.3 Trots op Hongarije 48 4.3.a Denken in termen van de natie 48 4.3.b Op zoek naar de kracht van de Hongaren 50 4.3.c Deelconclusie 55 4.4 Jobbikers strijden voor elkaar 56 4.4.1 Rockbands, de zaterdagschool en buttons van een Groot-Hongarije 56 4.4.2 Opgenomen in een zinvol verband 60 4.4.c Deelconclusie 62 5. Eindconclusie....................................................................................................... 63 5.1 Conclusie 63 5.1.a Samenvatting resultaten 63 5.1.b Koppeling aan bestaande theorieën 64 5.2 Discussie 68 5.2.a Kanttekeningen bij het onderzoek 68 5.2.b Suggesties voor verder onderzoek 69 6. Literatuurlijst...................................................................................................... 71
6
1. Inleiding 1.1 Introductie en probleemstelling Tot ongeveer een jaar geleden werd er in de Nederlandse kranten slechts enkele keren bericht over Hongarije. De krantenartikelen gingen vooral over de economische ontwikkelingen: het land kreeg in oktober 2008 als eerste lid van de Europese Unie een noodlening van het IMF om de gevolgen van de economische crisis te verzachten. De problemen bleven groot en het is de vraag of het land de economie stabiel genoeg kan krijgen om de euro in te kunnen voeren (IMF staakt missie, 2010). Het afgelopen jaar is er echter opvallend vaak over de sociaal-politieke ontwikkelingen in het land gerapporteerd, niet zelden met een bezorgde ondertoon: eind 2010 richtten de media zich op het voorzitterschap van de Europese Unie dat het land vanaf 1 januari 2011 aan zou nemen. Op 29 december 2010 luidde de titel van een bericht in het NRC Handelsblad: “EU krijgt ‘dictatoriale’ voorzitter”. “De Hongaarse regering gedraagt zich met zijn [sic] autoritaire binnenlandse politiek volgens critici eerder dictatoriaal dan ‘Europees’”, aldus het artikel (De Koning, 2010a). De nationalistische en conservatieve Fidesz-partij onder leiding van minister-president Viktor Orbán heeft in de verkiezingen van april 2010 een tweederde meerderheid behaald en daarmee de macht verworven om radicale veranderingen door te voeren. Orbán nationaliseerde binnen korte tijd de aanvullende pensioenen van de bevolking (De Koning, 2010b). Ook zijn omstreden mediawet kwam regelmatig in het nieuws. De wet stelt dat een door de regering benoemde media-autoriteit moet controleren of journalisten ‘moreel’ en ‘objectief’ berichten. Indien dit niet het geval is kunnen journalisten hoge boetes krijgen. Daarnaast moeten de media zich registreren bij een nieuwe nationale mediaautoriteit, waarvan het hoofd door de minister-president voor negen jaar wordt benoemd (Willems, 2010). Hongarije kwam niet alleen in het nieuws vanwege de omstreden politiek van de Fidesz-partij: aan haar rechterzijde bevindt zich de radicalere Jobbik-partij, die in de parlementsverkiezingen van april 2010 met 16.7 procent van de stemmen de derde partij van Hongarije werd (Rechts grote winnaar, 2010). Het partijprogramma van deze Beweging voor een Beter Hongarije (A Jobbik Magyarországért Mozgalom) wordt
gekenmerkt
door
nationalistische
doelstellingen
zoals
irredentisme,
maatregelen om ‘zigeunercriminaliteit’ te verminderen en onvrede over het
7
kapitalisme, internationale organisaties en buitenlandse multinationals (Jobbik Magyarországért mozgalom, 2010). Cas Mudde, auteur van het boek “Populist Radical Right Parties in Europe” (2007) stelt dat populistisch radicaal-rechts de enige succesvolle nieuwe partijfamilie in Europa is: de anti-immigranten partij Lega Nord boekte dit jaar grote winst in Italië en Le Pen zijn Nationale Front maakte in Frankrijk een comeback. Volgens recente peilingen heeft het Vlaams Belang steun onder bijna de helft van de Vlaamse bevolking in België (Traynor, 2010, p.1). Ook in ons eigen land is de Europese trend zichtbaar: de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders haalde in de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 24 zetels en stijgt sindsdien in de peilingen (VVD winnaar verkiezingen, 2010, p.1). De opkomst van de Jobbik is gezien de Europese ontwikkelingen niet opvallend. Toch haalde de Jobbik-partij om twee redenen de Nederlandse kranten: allereerst is de partij berucht om haar banden met de Hongaarse Garde (Magyar Gárda), een burgerwacht die wordt ingezet om de bevolking te beschermen tegen de ‘zigeunercriminaliteit’ (Ablonczy, 2010, p.1). In Gyöngyöspata, “[…] een uur rijden ten oosten van de Hongaarse hoofdstad Boedapest, testen nationalistische geüniformeerde burgermilities sinds twee maanden hoeveel speelruimte de overheid hun geeft om het recht in eigen handen te nemen”, meldde een reportage uit het NRC Handelsblad van 30 april 2011 (De Koning, p.1). De milities patrouilleren door het dorp en omsingelen huizen van zigeuners. Uit een handtekeningenactie blijkt dat ze gesteund worden door een groot deel van de lokale bevolking (De Koning, 2011).
Leden van de Hongaarse Garde omsingelen een huis van zigeuners in Gyöngyöspata. Op hun vest staat de slogan van de Jobbik-partij “Szebb Jövőért” (“Op een Betere Toekomst”) (Stolz, 2011).
8
Er is nog een andere reden waarom de Jobbik opviel bij de Nederlandse media: de partij is erg populair onder de jongere generatie. Begin 2010 zei 15% van de jongeren onder de 25 jaar op de Jobbik-partij te stemmen (Bálint, 2010, p.1). De titel van een reportage over Hongarije uit april 2010 van het NRC Handelsblad luidde dan ook “Hongaarse jeugd geeft rechts vleugels” (De Koning, 2010a). De Jobbik-partij heeft veel aanhang onder laagopgeleide, arme arbeiders uit het noordoosten van Hongarije. Er heerst in deze gebieden grote werkloosheid en er zijn veel problemen met de Roma-minderheid. Ook stedelijke jongeren voelen zich echter tot de partij aangetrokken. Vooral onder universitaire studenten humanistiek schijnt de aanhang van de Jobbik-partij groot te zijn (Phillips, 2010, p.1). “The statistical overrepresentation of Jobbik voters that possess Hungarian equivalent A-level universityentrance diplomas [...] concludes that Jobbik should not be considered as a catch basin for frustrated voters” (Royce, 2010). De vraag is waarom de Jobbik-partij aantrekkelijk is voor jonge studenten: wat motiveert hun sympathie voor de partij? Kunnen zij, zoals dit met de lageropgeleide stemmers op het platteland vaak gebeurt, bestempeld worden als ‘gefrustreerde stemmers’? De vraagstelling die in dit onderzoek centraal zal staan, luidt dan ook: waarom identificeren studenten in Boedapest zich met de Jobbik-partij? In deze scriptie wordt allereerst het theoretisch kader uiteen gezet waarin het onderzoek gesitueerd is en wordt de relevantie van het onderzoek besproken. In het tweede hoofdstuk wordt aandacht besteed aan een aantal concepten dat van belang is in het onderzoek. In hoofdstuk drie komt de methodologie aan bod, waarna in hoofdstuk vier de resultaten worden gepresenteerd. In het concluderende hoofdstuk vijf vindt een terugkoppeling naar het theoretisch kader plaats en wordt in het onderdeel ‘discussie’ een kritische beschouwing gegeven op het uitgevoerde onderzoek. Tevens worden er suggesties gedaan voor verder onderzoek. 1.2 Theoretisch kader Onderzoek over de ontwikkelingen omtrent populistisch radicaal-rechtse partijen kan worden onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep focust zich op de aanbodzijde ofwel de supply-side: de opkomst of de neergang van de radicaal-rechtse partijen wordt verklaard door te verwijzen naar aspecten van de politieke structuur zoals bepaalde electorale systemen en de (interne) organisatie van partijen. Een tweede groep theorieën focust zich op de vraagzijde ofwel de demand-side. Hierbij worden de 9
veranderende voorkeuren, houdingen en ideeën van stemmers onderzocht om de opkomst van de partijen te kunnen begrijpen (Rydgren, 2007, p. 241). Politieke partijen kunnen geen invloed uitoefenen zonder dat zij gesteund worden door een minimum aantal stemmers. De winst die radicaal-rechtse partijen de afgelopen jaren hebben geboekt, toont dat de vraag naar deze partijen recentelijk behoorlijk is toegenomen. De focus op de demand-side is in de hedendaagse context dan ook uitermate relevant. Verschillende onderzoekers hebben zich vooral sinds de jaren dertig bezig gehouden met de factoren die de aanhang van populistisch radicaal-rechtse partijen beïnvloeden. In het hoofdstuk “Demand-side: in search for a perfect breeding ground” van zijn pan-Europese studie “Populist Radical Right Parties in Europe” geeft Mudde (2007, p. 201-231) een helder overzicht van de bestaande theorieën. 1.2.a Verklaringen op macroniveau Mudde (2007) stelt dat de meeste theorieën die zich focussen op de vraag naar populistisch radicaal-rechtse partijen zich richten op het macroniveau. Volgens bijna alle prominente studies is de opkomst van de partijfamilie direct te relateren aan processen van modernisering. Dit kan modernisering zijn in de vorm van globalisering, de ontwikkeling naar een postindustriële samenleving of een risicosamenleving, of in Oost-Europa de transitie van het staatssocialisme naar een kapitalistische democratie. Theoretici zoals Frank Decker (2004), Michael Minkenberg (1998) en Hanz-Georg Betz (1994) stellen dat populistisch radicaalrechtse partijen als tegenstanders van de modernisering aantrekkelijk zijn voor verliezers van deze modernisering. Zij missen vaardigheden om mee te draaien in de veranderende samenleving. Ze worden bijvoorbeeld het slachtoffer van marktkrachten en verliezen hun baan door het verdwijnen van de grenzen aan de verplaatsing van goederen en personen. In een tweede groep theorieën ligt volgens de categorisatie van Mudde (2007, p. 201-231) de nadruk op de rol van crisis. Sinds de opkomst van het historisch fascisme relateert men het succes van populistisch radicaal-rechtse partijen aan de aanwezigheid van een economische crisis. Er wordt echter ook vaak verwezen naar de invloed van een politieke crisis: een gebrek aan vertrouwen in de regering, ontevredenheid over de democratie of de aanwezigheid van corruptie zouden
10
bijdragen aan de voorkeur van mensen voor populistisch radicaal-rechtse partijen. De stem op een dergelijke partij is dan vooral een proteststem. De derde theoretische traditie gesitueerd op macroniveau, ziet de opkomst van populistisch radicaal-rechtse partijen als een defensieve reactie op de ervaren ‘etnische’ dreiging. De stem op populistisch radicaal-rechtse partijen in West-Europa wordt beschouwd als een reactie op een ervaren dreiging van massa-immigratie, terwijl de gevoelde dreiging in Oost-Europa voortvloeit uit etnische minderheden. Deze groeperingen zouden de arbeidsmogelijkheden voor de ‘oorspronkelijke’ bevolking verminderen en de veiligheid van hun leefomgeving negatief beïnvloeden (Mudde, 2007, p. 201-231). Een vierde verklaring richt zich voornamelijk op Oost-Europa. Het idee is dat Europa’s nieuwe democratieën ontvankelijk zijn voor populistisch radicaal-rechtse partijen door de socialiserende werking van vorige regimes: onder het fascisme en communisme zouden autoritaire denkbeelden zijn gestimuleerd, die nu zorgen voor een vruchtbare voedingsbodem voor populistisch radicaal-rechtse partijen (Mudde, 2007, p. 201-231). 1.2.b Verklaringen op mesoniveau Naast verklaringen op macroniveau bestaan er verklaringen die zich focussen op het mesoniveau. Een aantal theorieën verwijst naar de invloed van de familie, waarbij verondersteld wordt dat de kans op het steunen van populistisch radicaal-rechtse partijen groter wordt indien men in de familie radicaal-rechtse waarden aanhangt. Andere theorieën verwijzen naar de invloed van onderwijs. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat educatie de ontwikkeling van democratische, tolerante waarden stimuleert (Weakliem, 2002, p.12-15) en daarmee de kans op het aanhangen van een radicaalrechtse ideologie vermindert. Door gebrek aan onderzoek bestaan er nog weinig theorieën die betrekking hebben op het mesoniveau (Mudde, 2007, p. 217-219). 1.2.c Verklaringen op microniveau Tenslotte zijn er theorieën die zich focussen op het microniveau. In één van de theorieën is een radicaal-rechtse ideologie die heerst onder de bevolking de belangrijkste variabele in het verklaren van het electorale succes van populistisch radicaal-rechtse partijen. De denkbeelden van de stemmers worden centraal gesteld: mensen stemmen niet op de populistisch radicaal-rechtse partij uit protest, maar 11
vanwege de uitgangspunten van de partij. De partijen zijn onder andere aantrekkelijk voor nationalisten en mensen met autoritaire denkbeelden (Mudde, 2007, p. 219-225). In een tweede groep theorieën wordt gesteld dat vooral onzekerheid als gevolg van macro-ontwikkelingen zoals individualisering of economische depressie, leidt tot het steunen van radicaal-rechtse partijen. De onzekerheid kan betrekking hebben op diverse aspecten van het leven zoals de financiële situatie, maar ook op veiligheidskwesties en de betekenis van de eigen identiteit. Alhoewel er diverse theorieën bestaan op microniveau, worden individuele handelingen dikwijls verklaard door hen te relateren aan ontwikkelingen op macroniveau (Mudde, 2007, p 219-225). 1.3 Relevantie 1.3.a De gebreken Uit het bovenstaande overzicht wordt duidelijk dat een groot aantal onderzoekers zich reeds heeft verdiept in de factoren die de steun van populistisch radicaal-rechtse partijen beïnvloeden. De heersende kennis wordt echter gekenmerkt door een aantal gebreken. 1.3.a.1 Gebrek aan onderzoek over de vraag naar radicaal-rechts Alhoewel er diverse theorieën ontwikkeld zijn over de vraag naar radicaal-rechtse politiek, stellen Wouter Van der Brug en Meindert Fennema in hun artikel “What causes people to vote for a radical-right party? A review of recent work” (2009) dat de meeste studies zich focussen op de aanbodzijde. Maatschappijbeelden, politieke voorkeuren en sentimenten van onvrede van de bevolking blijven onderbelicht. De studies die zich hier wel op richten, slagen er vaak niet in om een focus op de vraagzijde te combineren met relevante informatie over de politieke structuur. Hierdoor wordt er in weinig studies een alomvattend beeld van de situatie geschetst. 1.3.a.2 Een sterke focus op West-Europa Onderzoek omtrent de vraag naar populistisch radical-rechtse partijen is in veel gevallen gericht op West-Europa: “While the usual suspects in Western Europe will have been well known to most readers, the situation in Eastern Europe might be less familiar” (Mudde, 2007, p. 43). Dit terwijl de populariteit van radicaal-rechtse partijen in Oost-Europa snel groeit. Vooral in de Oekraïne, Hongarije, Bulgarije en 12
Letland is dit het geval: uit recent onderzoek van het Political Capital Instituut blijkt dat 17 tot 30 procent van de bevolking uit deze landen gevoelig is voor radicaalrechtse sentimenten (Political Capital, 2010, p.3). 1.3.a.3 Gebrek aan kwalitatief onderzoek en weergave van de context Niet alleen is er sprake van een gebrek aan een alomvattende focus op heel Europa; ook op methodologisch gebied is er sprake van een gemis. De meeste onderzoeken worden uitgevoerd door middel van kwantitatieve methoden die zich richten op het macroniveau. De hypothese over de ervaren ‘etnische dreiging’ wordt bijvoorbeeld in diverse studies onderzocht door correlaties te bestuderen tussen het aantal burgers dat in het buitenland geboren is en het electorale succes van populistisch radicaal-rechtse partijen in een land (Mudde, 2007, p. 211). Veel minder vaak wordt er ingegaan op de manier waarop individuele burgers macro-ontwikkelingen ervaren en hoe deze ervaringen in een bepaalde context worden omgezet in een stem op populistisch radicaal-rechtse partijen: “[...] how macro-level factors exactly influence micro-level behavior remains largely undertheorized” (Mudde, 2007, p. 23). 1.3.a.4 Gebrek aan interdisciplinariteit Zoals in het bovenstaande naar voren komt, wordt niet vaak de contextuele situatie in kaart gebracht waarin de vraag naar populistisch radicaal-rechtse politiek voorkomt. Er zijn dan ook weinig studies waarin relevante inzichten uit verschillende disciplines met elkaar worden gecombineerd, om zo een alomvattend beeld van de situatie te schetsen. Het merendeel van de gebruikte theorieën is afkomstig uit de politieke wetenschap (Mudde, 2007). Dit terwijl een combinatie van theorieën en methoden uit bijvoorbeeld de geschiedenis, antropologie, sociologie en sociale psychologie tot interessante inzichten kan leiden. 1.3.b De relevantie van de Hongaarse casus Het is duidelijk dat het onderzoeksveld met betrekking tot de vraag naar populistisch radicaal-rechtse partijen verre van volledig is. Onderzoek naar de identificatie van studenten in Boedapest met de radicaal-rechtse Jobbik-partij biedt hier op verschillende manieren een aanvulling op.
13
1.3.b.1 Oost-Europa betrekken in het onderzoeksveld Allereerst is het gezien de huidige ontwikkelingen relevant om meer onderzoek te doen naar de opkomst van radicaal-rechtse partijen en sentimenten in Oost-Europa. De populariteit van de partijfamilie neemt in dit gebied toe. Vooral in Hongarije komen radicaal-rechtse ideeën steeds vaker voor onder de bevolking. De hoeveelheid potentiële aanhangers van radicaal-rechtse bewegingen is hier in zes jaar verdubbeld en ook wantrouwen en woede tegenover de regering, het democratische systeem en internationale instituties groeide de afgelopen jaren enorm (Political Capital, 2010, p 9). In het artikel “Prejudices and the Extreme Right in Hungary, 2008” (2008) wordt gesteld: From many aspects, the public discourse in Hungary gradually becomes enthralled by the interpretation strategies of the Hungarian extreme right. [...] It is therefore not at all surprising that, according to recent surveys, ideas constituting an inherent part of the extreme right thinking (such as: authoritarianism, prejudicial and anti-establishment attitudes) by now have become well pronounced and clearly perceptible in the thinking of the “middleclass”. (Gimes, Juhász, Kiss, Kréko, Somogyi, p. 4) De eigenschappen van de radicaal-rechtse partijen en hun aanhangers verschillen in diverse opzichten van die in West-Europa. De populistisch radicaal-rechtse partijen in West-Europa verzetten zich vooral tegen immigranten, terwijl de Oost-Europese partijen zich richten op etnische minderheden zoals Joden en Roma. In West-Europa worden antisemitische uitingen bovendien veel vaker dan in Oost-Europa vermeden. Een ander verschil komt tot uiting in de motivatie van stemmers: deze zou in OostEuropa vaak worden ingegeven door sentimenten tegen het establishment, terwijl in West-Europa waardeoordelen over buitenstaanders en hun relatie tot de nationale, burgerlijke moraal centraal staan (Political Capital, 2010, p. 3). Onderzoek naar een casus binnen de Oost-Europese regio kan meer inzicht bieden in deze verschillen. Met de uitbreiding van de Europese Unie is beïnvloeding tussen West-en Oost-Europa echter gemakkelijker geworden. Rechts-radicale partijen en groeperingen uit beide regio’s kunnen allianties met elkaar aangaan: de Jobbikpartij vormde in 2009 allianties met Italiaanse, Britse, Zweedse en Belgische 14
populistisch radicaal-rechtse partijen19 Ook is het mogelijk dat radicaal-rechtse partijen in het West-Europa ideologieën en middelen zoals een paramilitaire garde van hun Oost-Europese buren over gaan nemen bij het aanschouwen van het succes van deze partijen (Poltical Capital, 2010, p. 2). Deze ontwikkelingen benadrukken niet alleen de relevantie van het onderzoek voor het begrijpen van populistisch radicaal-rechtse dynamiek in Oost-Europa, maar tonen ook het belang voor theorievorming over ontwikkelingen in heel Europa. 1.3.b.2 Nuancering van het heersende beeld De Hongaarse casus kan ook bijdragen aan een nuancering van het heersende sociaaldemografische beeld dat uit het bestaande onderzoek naar voren komt. In diverse onderzoeken wordt gesteld dat voornamelijk jonge of oude mannen met een relatief laag niveau van formele educatie en een positie binnen de arbeidersklasse ontvankelijk zijn voor populistisch radicaal-rechtse ideeën (Arzheimer & Carter, 2010, p. 421). Mensen met een laag opleidingsniveau bezitten minder vaardigheden die nodig zijn om mee te draaien in de globaliserende wereld en zouden eerder het slachtoffer worden van marktkrachten. Ze steunen radicaal-rechtse partijen omdat deze hun belangen trachten te beschermen. Een andere theorie stelt dat educatie mensen in aanraking brengt met liberale, democratische waarden en leidt tot een voorkeur voor individualistische wereldvisies (Weakliem, 2002, p.12-15), waardoor hoger opgeleiden minder vaak onder deze groep te vinden zijn. Dit beeld komt niet alleen naar voren in onderzoek gericht op West-Europa. In zijn artikel “The Radical Right in Postsocialist Central and Eastern Europe: Comparative Observations and Interpretations” stelt Michael Minkenberg (2002) dat de electorale kracht van radicaal-rechts in Oost-Europa te vergelijken is met WestEuropa. Ook hier domineert de steun voor deze partijen onder de arbeidersklasse en in rurale gebieden. Volgens diverse onderzoekers wordt de groei van deze partijen veroorzaakt door “the need for protection against the destabilizing effect of the transition to competition and the market” (Tismaneau, 2007, p. 37). Het belang van cultureel kapitaal, flexibiliteit en individueel ondernemerschap neemt toe in de globaliserende wereld.
1
De
‘verliezers van
de moderniteit’
bezitten
De nationalistische partijen in de Oost-Europese buurlanden worden vaak als vijand gezien.
15
deze
eigenschappen niet waardoor ze moeilijk om kunnen gaan met snelle economische en sociaal-culturele modernisering (Rydrgen, 2007, p. 248). Het grootste deel van de achterban van de Jobbik-partij wordt gevormd door arme, laaggeschoolde arbeiders uit het noordoosten van Hongarije (Nagy & Róna, n.d.). Volgens een onderzoek van het Publicus Instituut zijn de stemmers vaak inactieve mannen met niet meer educatie dan een middelbareschoolopleiding (Survey finds average, 2010). Maar de Jobbik-partij is ook erg populair onder universitaire studenten. Blijkbaar spreekt het populistisch radicaal-rechtse discours niet alleen de stereotype ‘verliezers’ aan, maar ook mensen die op het eerste gezicht de bagage lijken te hebben om juist van ontwikkelingen in de globaliserende wereld te kunnen profiteren. Onderzoek naar de factoren die leiden tot de identificatie van studenten met de Jobbik-partij biedt dan ook een kritische casus die nuancering kan bieden op het heersende beeld over de achterban van populistisch radicaal-rechtse partijen. 1.3.b.3 Het betrekken van de context middels kwalitatief onderzoek De derde aanvulling op het heersende onderzoeksveld heeft betrekking op de methodologie. Het heersende beeld van de radicaal-rechtse stemmers als ‘slachtoffers’ van regionale of mondiale ontwikkeling leidt ertoe dat er vaak grootschalige, kwantitatieve methoden worden gehanteerd om deze ontwikkelingen in kaart te brengen. Er wordt nauwelijks diepgaand kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop deze ontwikkelingen, maar ook andere factoren, de individuele keuze voor een radicaal-rechtse partij beïnvloeden. De Hongaarse casus vereist het gebruik van de laatste methode waarbij inzichten uit verschillende disciplines en niveaus van analyse worden gecombineerd: “[In this way] the link between “social context” and individual behavior, so weak in most macro-level analyses, can be more convincely rendered” (Johnsonn et al, 2002, aangehaald in Mudde, 2007, p. 218).
16
2. Relevante concepten In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de identificatie van studenten in Boedapest met de Jobbik-partij. De geïnterviewde studenten uiten meer dan alleen een stem ten opzichte van de Jobbik-partij: ze voelen een positieve affiniteit met de partij en brengen dit op verschillende manieren tot uiting. Alvorens in te gaan op de gebruikte methodologie in het onderzoek is het belangrijk om stil te staan bij de invulling van het concept ‘identificatie’ en de groep waartoe de Jobbik-partij wordt gerekend: de populistisch radicaal-rechtse partijgroep. 2.1 Identificatie In het boek “Civisering en decivisering. Studies over staatsvorming, geweld en nationalisme” citeert Ton Zwaan (2001) in zijn beschouwing over nationalisme Abram de Swaan zijn visie over identificatie: Sociale identificatie is het proces waarin bij mensen het gevoel ontstaat dat sommigen “hetzelfde” zijn als zij en anderen daarentegen juist heel verschillend. Dat gebeurt overal waar groepsvorming voorkomt, in een dialectiek van in en uitsluiting, in een dynamiek van onderlinge wedijver. Identificatie is een
cognitief
en
affectief
proces:
de
waargenomen
overeenkomsten en verschillen zijn aanleiding tot emotionele betrokkenheid en distantiëring, en omgekeerd. (p.89) Sociaal-psycholoog Marilynn Brewer typeert sociale identificatie als een compromis om het conflict op te lossen tussen de behoefte van het individu om uniek te zijn en tegelijkertijd te streven naar veiligheid en assimilatie (Bornman, 2003): Identification with social groups fulfils the need for differentiation by emphasising the unique characteristics of the own group as well as the differences between the own group and other groups. The need for assimilation, on the other hand, is fulfilled by the feeling of solidarity between members of a particular group. (Bornman, 2003, p.4)
17
Identificatie is een complex en dynamisch proces. Allereerst kunnen er tegelijkertijd verschillende identificaties bestaan die overlappen. Men kan zich identificeren met een bepaalde leeftijdgroep, maar ook met een religie of etniciteit. Deze affiniteit kan weer andere identificaties zoals die met een politieke partij of ideologie beïnvloeden. Daarnaast is er sprake van een dynamiek tussen de ik- en de wij-identificatie, waarbij de wij-identificatie een dimensie kan worden van de eerste vorm van identificatie. Lidmaatschap van een bepaalde groep wordt volgens sociaal-psycholoog Henri Tajfel geïnternaliseerd als deel van het zelf-concept en wordt zo een integraal deel van de identiteit van een individu. (Bornman, 2003, p.4). De wij-identificatie met de natie ging in de loop der geschiedenis volgens de Swaan voor steeds meer mensen deel uit maken van de ik-identificatie zoals die ontwikkeld wordt in de kinderjaren. Bovendien kunnen identificaties in de loop der tijd veranderen, door diverse factoren tot stand komen en tot uiting worden gebracht op verschillende manieren: “ The fact that individuals search for one stable identity does not mean [...] that such identities exist. Rather, we need to understand identity not as a fixed, natural state of being, but as a proces of becoming.” (Kinnval, 2004, p. 747). De multidimenstionaliteit en dynamiek die omvat wordt door het concept identificatie, maakt het geschikt om het in de vraagstelling te gebruiken. De respondenten zijn uitgekozen op hun identificatie met de Jobbik-partij. De enige eis was dat de studenten zelf aangaven een positieve affiniteit met de Jobbik-partij te ervaren. Ze geven hier op verschillende manieren uiting aan (door op de partij te stemmen, naar bijeenkomsten van de partij te gaan, maar ook door bepaalde kleding te dragen of muziek te luisteren etc.). 2.2 Populistisch radicaal-rechts Woorden zoals populistisch nationalisme, xenofobisch populisme, neopopulisme, extreem-rechts, radicaal-rechts en anti-immigrantenpartijen worden soms binnen dezelfde artikelen door elkaar gebruikt om dezelfde groep partijen te beschrijven. Het hanteren van één concept is voor de continuïteit van een onderzoek echter van groot belang. Indien de argumentatielijn van Mudde (2007) in “Populist Radical Right Parties in Europe” en Jens Rydgren (2007) in zijn artikel “The Sociology of the Radical Right” wordt gevolgd, behoort de Jobbik-partij tot de ‘populistisch radicaal-
18
rechtse’ partijfamilie. Hieronder wordt uiteengezet wat er met deze termen wordt bedoeld. 2.1.a Radicaal De termen ‘radicaal-’ en ‘extreem-rechts’ worden dikwijls door elkaar heen gebruikt en met elkaar verward. De term ‘extreem-rechts’ wordt gebruikt om te verwijzen naar niet-parlementaire partijen die actie ondernemen buiten de geïnstitutionaliseerde parlementaire arena. Deze groepen wijzen dikwijls het democratische politieke systeem af. ‘Radicaal-rechtse’ partijen zijn partijen die wél participeren in de geïnstitutionaliseerde politieke arena. Ze doen mee aan verkiezingen en streven naar representatie binnen democratische politieke instituties. De partijen zijn meestal niet tegen democratie als idee, maar zijn wel kritisch over de representatieve democratie zoals deze in Europa wordt vormgegeven (Rydgren, 2007, p. 3). 2.1.b Rechts De partijgroep wordt volgens de literatuur gekenmerkt door een radicaal-rechtse ideologie in de socio-culturele zin van de term. De partijen houden er conservatieve standpunten op na als het gaat om onderwerpen als nationale identiteit, immigratie, veiligheid, familiezaken en abortus. Ze worden gekenmerkt door nativism, “[...] an ideology which holds that states should be inhabited exclusively by members of the native group (“the nation”) and that nonnative elements (persons and ideas) are fundamentally threatening to the homogenous nation-state” (Mudde, 2007, p.19). De partijen gebruiken een etnische definitie van burgerschap (jus sanguines) en zijn tegen modellen van residentieel burgerschap (jus soli). Buitenstaanders als immigranten en etnische minderheden maar ook supranationale eenheden, multinationale coöperaties en kosmopolitische elites vormen een bedreiging voor de nationale identiteit. ‘Oorspronkelijke’ burgers krijgen de prioriteit als het gaat om het krijgen van een baan, zorgvoorzieningen en andere publieke diensten. Op socio-economisch gebied is het beeld onduidelijker. Economisch beleid neemt volgens de literatuur meestal geen centrale plaats in het programma van de hedendaagse populistisch radicaal-rechtse partijen: de meeste populistisch radicaalrechtse partijen steunen het kapitalistische systeem op nationaal niveau terwijl ze sterk tegen globalisering zijn en een protectionistisch beleid hanteren op internationaal niveau. Liberale waarden die gepaard gaan met een kapitalistische 19
markt zoals individualisme en internationalisme worden dan ook niet aangehangen. Tegelijkertijd is welvaartschauvinisme belangrijk voor de partijen. Ze zijn vaak sterke voorvechters van de welvaartsstaat (Rydgren, 2007, p. 4). Populistisch radicaalrechtse partijen kunnen volgens de literatuur dus rechts worden genoemd in de socioculturele zin van de term, terwijl ze op sociaal-economisch gebied gekenmerkt worden door een variatie van linkse en rechtse standpunten. 2.1.c Populisme Tenslotte worden rechts-radicale partijen volgens de literatuur gekenmerkt door populisme. Ze zien de samenleving als “ultimately separated into two homogeneous and antagonistic groups, the ‘pure’ people versus ‘the corrupt elite’” (Mudde, 2004, p. 543, aangehaald in Rygren, 2007, p. 5). Elites, maar ook immigranten en etnische minderheden bedreigen de ‘oorspronkelijke’ bevolking. De partijen presenteren zich als vertegenwoordigers van de ‘echte’ democratie die opkomen voor belangen van de gewone mens (Rygren, 2007, p. 6).
20
3. Methode In het onderstaande wordt allereerst uiteengezet welke onderzoeksstrategie en onderzoeksmethode er is gebruikt. Vervolgens wordt er benadrukt dat een interdisciplinaire aanpak centraal staat waarbij aandacht wordt besteed aan verschillende niveaus van analyse. In deelonderwerp 3.3 komt de populatie die centraal staat in het onderzoek aan bod. Tenslotte wordt er in gegaan op de manier waarop de resultaten zijn weergegeven en de ethische verantwoording van het onderzoek. 3.1 Onderzoeksstrategie en onderzoeksmethode Het doel van dit inductieve, explorerende onderzoek is om diverse persoonlijke en maatschappelijke factoren in kaart te brengen die de identificatie van universitaire studenten met de Jobbik-partij in Hongarije beïnvloeden. Om dit doel te bereiken is gebruik gemaakt van een kwalitatieve onderzoeksstrategie. Deze aanpak is van belang aangezien de complexiteit van de identificatie slechts in kaart kan worden gebracht als men zich verplaatst in de belevingswereld van de studenten. De onderzoeksmethode bestond uit het voeren van semi-gestructureerde en informele diepte-interviews. Hierbij is aangestuurd op het bespreken van belangrijke onderwerpen, terwijl de mogelijkheid voor een vrije invulling en een creatief verloop van de interviews bleef bestaan. Om deze interviews in een context te kunnen plaatsen is er ook gebruik gemaakt van participerende observatie. Tenslotte zijn de resultaten uit de interviews waar relevant aangevuld met informatie verkregen uit de analyse van het partijprogramma van de Jobbik-partij, diverse krantenartikelen en literatuuronderzoek naar wetenschappelijke artikelen. 3.2 Multi-level, interdisciplinaire werkwijze De werkwijze van het onderzoek is gesitueerd op microniveau. Waar dit relevant bleek te zijn is in de resultaten (door de studenten zelf) echter ook verwezen naar factoren op meso en macroniveau die de identificatie beïnvloeden. De campagnepraktijken van de Jobbik-partij maken de partij bijvoorbeeld aantrekkelijk voor studenten, maar ook gebeurtenissen uit de Hongaarse geschiedenis en de toetreding van het land tot de Europese Unie beïnvloeden de identificatie.
21
De brede blik beperkt zich niet tot het betrekken van verschillende niveaus in de analyse; om te kunnen begrijpen hoe diverse persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden de identificatie van studenten met de Jobbik-partij beïnvloeden is kennis uit verschillende disciplines geraadpleegd. Tijdens het veldwerk zijn antropologische onderzoeksmethoden gehanteerd. Om het verhaal van de studenten te kunnen plaatsen, is in de resultaten verwezen naar theorievorming van politicologen, maar ook geschiedkundigen en antropologen. Ook in het theoretisch raamwerk zijn de grenzen van de disciplines overschreden: de politicologie en sociologie bieden inzicht in begrippen zoals populistisch radicaal-rechts en nationalisme, terwijl theorieën uit de sociale psychologie helpen het concept ‘identificatie’ te verhelderen. Opdeling in disciplines kan net als begrensde definiëring of kwantificering verheldering bieden, maar ook beperkingen opleggen en blinde vlekken creëren. Een interdisciplinaire benadering hanteren in dit onderzoek is dan ook van groot belang. 3.3 Populatie De populatie die centraal staat in het onderzoek zijn studenten die hoger beroepsonderwijs of een universitaire opleiding volgen in Boedapest en zich identificeren met de Jobbik-partij. In totaal zijn er 16 studenten geïnterviewd. De studenten zijn middels het sneeuwbaleffect via twee wegen bereikt. Een PhD-studente aan de Central European University maakte contact met de eerste respondent ‘Ákos’ mogelijk, die doorverwees naar zijn vrienden en kennissen. Daarnaast beschikt de Jobbik-partij over een netwerk van actieve studenten waarmee gesproken kon worden. Uit diverse bronnen komt naar voren dat veel jongvolwassenen zich met de Jobbik-partij identificeren (Bálint, 2010; Phillips, 2010; Vásárhelyi, 2009). De respondenten zijn dan ook tussen de 19 en 26 jaar oud. Er zijn elf mannen en zes vrouwen geïnterviewd. Dat er meer mannen zijn bereikt is niet opvallend: (de achterban van) de Jobbik-partij bestaat grotendeels uit mannen (Rocye, 2010). In totaal zijn er vijf studenten geïnterviewd die hoger beroepsonderwijs volgen en elf studenten die bezig zijn met een universitaire opleiding. Er zijn meer universitaire studenten geïnterviewd aangezien uit diverse bronnen duidelijk wordt dat de Jobbik-partij voornamelijk onder deze groep studenten populair is (Bálint, 2010; De Koning, 2010; Phillips, 2010; Royce, 2010). De studenten volgen verschillende studies. Er studeren vijf studenten geschiedenis, twee Hongaars en twee politicologie, maar ook wiskunde, management en informatica, communicatie, Turks, 22
toerisme en plantengeneeskunde komen voor. Vier studenten deden
een
administratieve studie en drie studenten combineerden twee studies. Zeven van de zestien respondenten studeren aan de ELTE (Eötvös Loránd Tudomány Egyetem) Universiteit (waar de Jobbik-partij is ontstaan) en drie studenten studeren op de Corvinus Universiteit. Er is een student die naar de Károli Gáspár Universiteit gaat en vier studenten volgen een opleiding aan de Hogeschool van Boedapest. Twee studenten studeren meestal in Boedapest maar reizen elke maand naar Eger of Pécs omdat zij daar ingeschreven staan op de hogeschool of universiteit. Naast interviews met studenten is er met een docent van de Károli Gáspár Universiteit gesproken en zijn er diverse specialisten geïnterviewd die contextuele kennis konden bieden. András Bíró Nagy is co-directeur van het onderzoeksinstituut Policy Solutions, geeft les aan de Corvinus Universiteit en de ELTE Universiteit en heeft onlangs een artikel geschreven over de opkomst van de Jobbik-partij, “Tudatos Radikalismus, A Jobbik útja a Parlamentbe, 2003-2010” (Nagy & Róna, n.d.). Er is ook met Péter Krekó gesproken, onderzoeksdirecteur van het Political Capital Instituut die als sociaal-psycholoog en politicoloog veel onderzoek heeft gedaan naar de opkomst van radicaal-rechtse sentimenten. Tenslotte is Kriza Borbola geïnterviewd, een politiek sociologe die onder andere veel onderzoek heeft gedaan naar radicaal-rechtse ideologieën en in 2009 de film Rocking the Nation (Dübörög a nemzeti rock) uitbracht over de extreem-rechtse rockcultuur in Hongarije. 3.4 Weergave resultaten en ethische verantwoording De studenten hebben in de gesprekken veel persoonlijke informatie blootgegeven en uitgebreid verteld over hun politieke ideeën. Dit terwijl zij aangaven dat hier in hun omgeving weinig over gepraat wordt en het volgens een paar respondenten zelfs een taboe is om je politieke standpunten te uiten in Hongarije. Zij geven aan hier als Jobbik-aanhangers verandering in te willen brengen door expliciet voor hun mening uit te komen. Alle respondenten hebben dan ook toestemming gegeven om de door hen verstrekte informatie voor de scriptie te gebruiken. Alhoewel zij op één respondent na allemaal aangaven dat ze met naam genoemd mogen worden, is er om hun anonimiteit te waarborgen voor gekozen om alleen hun voornamen - en in een enkel geval een synoniem - te gebruiken in de weergave van de resultaten. Van twee respondenten is een foto gebruikt. Hier is toestemming voor verkregen.
23
Aangezien de respondenten zich vrijer leken te voelen als het gesprek niet werd opgenomen is dit slechts een enkele keer gedaan. In de meeste gevallen zijn de resultaten verzameld door aantekeningen te maken tijdens en na het gesprek. Deze aantekeningen zijn gebruikt als bron voor de citaten. Doordat tevens een vertaling moest worden gemaakt van de Hongaarse antwoorden naar een Nederlandse tekst, is het mogelijk dat de citaten in sommige gevallen niet helemaal letterlijk weergeven wat de studenten hebben gezegd. Er is uiteraard te allen tijde geprobeerd zo dicht mogelijk bij de uitspraken van de studenten te blijven. De verkregen informatie wordt op een verhalende manier gepresenteerd en is in vier hoofdstukken opgedeeld. In elk van de hoofdstukken staat een thema centraal dat een grote rol speelt in de identificatie van de studenten met de Jobbik-partij. In het eerste hoofdstuk wordt een aantal maatschappelijke problemen aangekaart waar de Jobbik-partij oplossingen voor zoekt en wordt uiteengezet waarom dit de studenten aanspreekt. In het tweede hoofdstuk komt naar voren op welke manier de partij de jongeren een manier biedt om zich af te zetten tegen de oudere generatie en de recente maar ook oudere geschiedenis van Hongarije. Tegelijkertijd geeft de partij invulling aan de Hongaarse identiteit van de jongeren door in dit verleden op zoek te gaan naar symboliek die de kracht van de Hongaren weergeeft. Hierover wordt in het derde hoofdstuk vertelt. In het laatste hoofdstuk wordt besproken hoe de partij niet alleen de identiteit van de jongeren helpt te definiëren, maar hen ook een gemeenschap biedt om zich bij aan te sluiten Op deze manier wordt een blik geboden in de belevingswereld van de studenten.
24
4. Resultaten 4.1 De Beweging voor een Beter Hongarije 2 De ELTE Universiteit bevindt zich op de Múzeum Körút, één van de bredere straten gelegen in het centrum van Boedapest. De straat heeft zijn naam te danken aan het Hongaarse nationale museum dat zich naast de universiteit bevindt. Het neoklassieke gebouw herbergt niet alleen de belangrijkste collectie historische kunstvoorwerpen van het land, maar speelde ook een belangrijke rol tijdens de revolutie van 1848. Op de treden van dit gebouw spoorde Sándor Petőfi het volk aan om de revolutie voor de onafhankelijkheid van Hongarije door te zetten (The Hungarian National, 2010). Het lijkt geen toeval te zijn dat zich juist op deze universiteit in 1999 diverse nationalistische studenten verenigden in een organisatie die tot de Jobbik-partij is uitgegroeid. Nog steeds is de Jobbik-partij populair onder sommige studenten op de ELTE Universiteit, maar ook op andere universiteiten en hogescholen. De vraag is waarom de studenten zich bij de Jobbik-partij aansluiten. Welke kwesties wil de partij op de politieke agenda zetten en waarom verlangen de studenten naar radicale oplossingen? 4.1.a Een onzeker toekomstperspectief Farkas Gergely is parlementslid van de Jobbik-partij. Door zijn drukke baan is het moeilijk om een tijdstip voor een gesprek te vinden, maar uiteindelijk lukt het om een afspraak te maken na zijn werk. In plaats van een ontmoeting in één van de koffiehuizen van de stad, geniet Farkas zijn voorkeur een druk café in een zijstraat van de Kossuth Lajos straat. Hij is 25 jaar en heeft kort geleden zijn studie economie en sociologie op de Corvinus Universiteit afgerond. De universiteit lijkt de plek te zijn waar jonge mensen hun carrière opbouwen en toekomst verzekeren, maar volgens Farkas is deze schijn bedriegend. Het lukt maar weinig studenten om zo’n goede baan te krijgen als hemzelf. Dit bepaalt volgens hem mede waarom zij voor de Jobbik-partij kiezen:
2
“A Jobbik Magyarországért Mozgalom”, slogan van de Jobbik-partij (Jobbik- The Movement, n.d.)
25
Veel studenten in Hongarije krijgen geen werk met hun diploma. Er is in Hongarije heel weinig geïnvesteerd in het onderwijs. Hierdoor krijgen studenten een diploma waar zij niks aan hebben. Er zijn veel meer docenten en advocaten dan nodig zijn bijvoorbeeld, dit wordt totaal niet gestuurd. [..] Twintig jaar was er geen partij die voor de jongeren opkwam, daarom zoeken ze iets nieuws. Er was een gemis en dat gat vullen wij op. Farkas’ bewering dat er problemen zijn met het onderwijssysteem in Hongarije wordt in het artikel “The Effects of the Globalization Process on the Transition to Adulthood in Hungary, 2002” (Bukodi & Róbert, 2010) bevestigd. Volgens de auteurs is het meritocratische onderwijssysteem van het communisme veranderd. Terwijl de opleidingseisen van banen toen duidelijk omschreven waren en er een sterke link was tussen onderwijs en arbeidsmarkt, is dit in het huidige kapitalistische systeem niet meer het geval. Het curriculum wordt steeds breder en de match tussen kwalificaties en banen minder helder (Bukodi & Róbert, 2010). De problemen worden volgens Farkas niet alleen veroorzaakt door een falend onderwijssysteem, maar vooral ook door de economische situatie: “Veel studenten gaan naar het buitenland omdat ze hier geen werk kunnen vinden. Dat is niet goed: dan investeer je in mensen en dan geef je het ergens anders uit…” Dénes, 25 jaar en student communicatiewetenschappen aan de Hogeschool van Boedapest is het met Farkas eens. Hij denkt dat de economische problematiek deels bepaalt waarom sommige studenten voor de Jobbik-partij kiezen: Het is ontzettend moeilijk voor studenten om in Hongarije een baan te krijgen die van het zelfde niveau is als je diploma. De Jobbik-partij wil dat veranderen. Veel mensen houden ontzettend veel van Hongarije en willen er graag leven maar kunnen het gewoonweg niet, ze moeten wel naar het buitenland om daar op niveau aan de slag te gaan. Ze willen wel thuis wonen maar het kan niet. Dénes benadrukt dat de Jobbik-partij niet alleen studenten uit de stad aantrekt: De Jobbik partij spreekt ook veel mensen op het plattenland aan omdat ze veel veranderingen willen doorvoeren in de agrarische sector. Hongaren kunnen hun melk, kip en granen niet kwijt omdat alle buitenlandse multinationals hier 26
komen en hun spullen goedkoper verkopen.[...] Iedereen heeft zijn eigen reden om de Jobbik te steunen. Dénes is lid van de Jobbik-partij en werkt parttime op het administratieve kantoor als assistent van een parlementslid, maar wil geen carrière maken in de politiek: Ik wil graag aan de slag in de wellness industrie, dat is een belangrijke bron van inkomsten voor Hongarije. We hebben misschien geen olie, maar wel heel veel helend bronwater waar we aan kunnen verdienen. Op die manier wil ik het land vooruit helpen. Tegelijkertijd zou ik in de politiek actief willen zijn via de Jobbik-partij, maar niet fulltime. 4.1.b De gezichten achter de economische problemen Dénes geeft aan dat hij zijn toekomstperspectief in Hongarije mede door de economische situatie niet bepaald rooskleurig inziet. Als de feiten geraadpleegd worden, wordt duidelijk dat er inderdaad economische problemen zijn in het land: de schulden van het land zijn met meer dan 70% van het Bruto Nationaal Product het hoogste van de hele Oost-Europese regio. De activiteit op de arbeidsmarkt is met 56 tot 57 % de twee na laagste in de gehele Europese Unie (Employment: Hungary, 2010). Van de tien miljoen inwoners zijn drie miljoen inwoners afhankelijk van een pensioen (FACTBOX-Key economic, 2010). Hoogopgeleiden werden vooral geraakt door de economische problemen toen ondernemingen onder invloed van de wereldwijde economische crisis in 2008 limieten moesten stellen aan het aannemen van werknemers (Employment: Hungary, 2010). De economische problemen in Hongarije zijn niet nieuw. Het kapitalistische marktmechanisme kwam in Hongarije al tijdens het communisme op gang. Terwijl de begin jaren '50 werden gekenmerkt door een stalinistisch regime waarin alle economische activiteiten door de staat werden gereguleerd, toonde de revolutie van 19563 dat deze situatie niet lang houdbaar was: politieke legitimiteit was afhankelijk
3
In oktober 1956 vond de Hongaarse opstand tegen het communistische bewind plaats. Er werd gevochten tegen Sovjet soldaten en de Hongaarse geheime dienst. Een week later stapte Hongarije uit het Warschaupact, maar de Sovjet-Unie viel Hongarije binnen. Hongarije bleef tot 1989 een communistisch land (Revolutie 1956, n.d., p.1)
27
van concessies aan de populatie (Halmai, n.d, p.5). Tijdens het Kádár regime4 ontstond er beperkte ruimte voor de marktwerking en werd Hongarije heropend voor buitenlandse handel. Zowel de agricultuur als de industrie begonnen echter te leiden onder een gebrek aan investeringen en het land kwam al snel in een schuldenspiraal terecht. De val van het communisme leek geen verbetering in deze situatie te brengen: in de eerste vier jaar na de transitie naar het kapitalisme verminderde de industriële productie met vijftig procent en groeide de werkloosheid enorm. Het land maakte een korte periode van groei mee en werd in 2004 toegelaten tot de Europese Unie, maar de economische problemen keerden al snel terug en schrokken buitenlandse investeerders af. Diverse belastingvoordelen werden ingesteld om hen aan te trekken. In 2008 werd Hongarije echter hard geraakt door de financiële crisis. De zorgen ontstonden dat het land niet zou kunnen voldoen aan externe financiële eisen en er werd met de EU, IMF en Wereldbank een noodlening afgesloten van twintig miljard euro om de situatie te stabiliseren. Sindsdien zijn de financiële problemen er nauwelijks op verbeterd (Background Note: Hungary, 2010). Marcell is een masterstudent public administration van 25 jaar. Ik ontmoet hem op het administratieve kantoor van de Jobbik-partij. Ongeveer één keer per maand moet Marcell voor zijn studie heen en weer naar de universiteit in Pécs, maar hij woont in Boedapest. Daar is hij lokale raadsman in het 10e district, voorzitter van de Jobbik organisatie in dit district en lid van het Jobbik-Committee. Marcell draagt een grijs pak waarop een kleine broche van het wapen van Hongarije gespeld is. Hij beschrijft in uitmuntend Engels wat volgens hem ten grondslag ligt aan de slechte economische situatie: Zoals je misschien wel weet was de Hongaarse economie erg zwak rond 1989, gedurende de tijd van de zogenaamde verandering van het regime. Multinationals, transnationale bedrijven en buitenlandse banken zijn sindsdien in steeds grotere aantallen het land binnen gekomen om buitenlandse investeringen Hongarije in te brengen. Ze konden hier opereren zonder de verplichting om belasting te betalen, terwijl de ondernemingen van de 4
Deze vrijere periode onder het communisme in Hongarije wordt ook wel het goulash communisme genoemd, verwijzend naar de typisch Hongaarse vleesmaaltijd Goulash.Tijdens deze periode was er meer aandacht voor de materiële welvaart van Hongaarse burgers die relatief veel vrijheid hadden (Granville, 2007).
28
oorspronkelijke populatie alles moesten betalen, voor hen waren er geen speciale condities. Het resultaat is dat de Multi’s onze economie hebben opgegeten. Ze werden de heersers van ons thuisland. Elke Hongaarse regering van de afgelopen twintig jaar was de onconditionele dienaar van de behoeften van deze Multi’s en transnationale ondernemingen. Een aantal respondenten is van mening dat de problemen die Marcell aankaart vooral worden veroorzaakt door Israëlische bedrijven die de markt in Hongarije domineren. Eén van de respondenten vertelt dat hij geen problemen heeft met Joden, maar wel met het land Israël dat Hongarije op wil kopen. Hij is tegen Israël en de VS omdat ze er alleen maar op uit zijn om markt te creëren. Een andere respondent verwijst als bewijs voor deze mening naar de speech van Shimon Peresz waarin hij zegt dat Israël Hongarije wil opkopen.5 Ook Szuszanna, een studente medisch toerisme aan de Hogeschool van Boedapest van 21 jaar, deelt deze mening: “We zijn niet blij met de Israëlische bedrijven die hier alles opkopen, ze maken alles kapot. Ze halen veel geld weg en investeren bijna niks.” Het probleem is volgens Szuszanna dat als je hier iets aan wilt doen, je meteen bestempeld wordt als antisemiet. Toch heeft Szuszanna een oplossing bedacht: Je zou kunnen zeggen dat de bedrijven hier wel mogen komen, maar alleen als ze kunnen beloven dat ze ook minimaal tien jaar blijven zodat ze het profijt niet meenemen. Wat je ook zou kunnen doen is de regel instellen dat 70 procent van de producten in de winkels door Hongaarse bedrijven geproduceerd moet zijn. In de Engelse vertaling van het ‘electoraal manifest’ van de Jobbik-partij, “Radical Change. A guide to Jobbik’s parliamentary electoral manifesto for national selfdetermination and social justice” (2010) is de mening van Marcell, Szuszanna en diverse andere respondenten terug te lezen:
5
De volgende quote verscheen voor het eerst in het Hebreeuws in het Israëlische dagblad Maariv na de jaarlijkse bijeenkomst van de Association of Trade Offices op 10 oktober: “Israel’s economy is flourishing. Israeli business people are investing everywhere in the world. Israel has unprecedented economic succes. By today, we have won economic independence and are buying up Manhattan, Poland and Hungary” (Israeli President, 2007, p.1).
29
Following the regime change of 1989, a significant proportion of the nation’s wealth has ended up under the control of an elite […]. Moreover a sizeable part of our agricultural, financial and public service sectors have fallen into foreign hands, which have chosen to close down our own domestic production plants, and flood the country with their own produce [sic]. (Radical Change, 2010, p. 4) De partij stelt zich ten doel de economie terug te brengen in de handen van de Hongaren middels een systeem dat gelijkenis vertoont met Szuszanna haar voorstel: We intend starting a nationwide scheme under the slogan “Buy Hungarian!” enabling indigenous firms to utilize the prefix “Hungarian” in their names before their type of company. Once that is, they possess a planned Certification of Hungarian Corporation status, which will be rolled out as part of the [economic] system. (Radical Change, 2010, p. 4) De politici die verantwoordelijk zijn voor de hoge schulden van het land moeten volgens de partij gestraft worden en leningen mogen in de toekomst slechts afgesloten worden indien zij noodzakelijk zijn om het nationale belang te dienen6 (Radical Change, 2010, p. 2-4): Hongarije mag volgens de partij niet meer afhankelijk zijn van anderen. Israëlische bedrijven zijn externe actoren die de Hongaarse economische situatie beïnvloeden. Maar in het land zelf is er volgens diverse studenten nog een andere groep die voor moeilijkheden zorgt op economisch, maar ook sociaal gebied: de Roma-minderheid. Volgens Szuszanna zorgen de ‘zigeuners’ (cigányok) al lange tijd voor heel veel problemen in Hongarije: Tijdens het communisme moest iedereen werken maar dat is na de transitie naar het kapitalisme veranderd. De overheid heeft zich nooit beziggehouden met het onderwijzen van zigeuners. Ze leerden niet en er groeide een generatie op zonder werk. De overheid geeft ze een uitkering omdat ze geen werk hebben, zigeuners zijn en veel kinderen hebben, dus de zigeuners maken nog meer kinderen. Dit is een vicieuze cirkel. Het is een heel groot generatieprobleem. 6
De werkloosheid wil de Jobbik-partij aanpakken door publieke werkschema’s in te stellen voor werklozen (Radical Change, 2010, p. 3).
30
Veel mensen sloten zich aan bij de Jobbik-partij toen zij zich in hun campagne specifiek op de situatie omtrent de Roma-minderheid gingen richten (Fidesz, 2010). In de loop van het gesprek wordt duidelijk dat Szuszanna een speciale en tragische reden heeft om zich met dit onderwerp bezig te houden: “Mijn verhaal is wat anders dan dat van de anderen, want mijn vader is in 2006 overleden, de zigeuners hebben hem vermoord in het dorpje Olaszliszka.” De vader van Szuszanna was docent in een nabijgelegen stad en was op weg naar huis toen een jong Roma meisje met zijn auto weg wilde rijden. Het meisje had kleine verwondingen nadat de man haar sloeg (Balogh, 2009, p.17). Haar kennissen zagen het gebeuren en ondernamen actie 7. Szuszanna vertelt dat ze de Jobbik-partij had leren kennen toen de lijstrekker Gábor Vona ooit een toespraak hield in haar geboorteplaats Tiszavasvári. Ze was lid geworden van de partij maar verhuisde naar Boedapest waar in het 17e district een monument werd onthuld voor haar vader. Uiteraard was zij zelf ook uitgenodigd. Hier kwam ze in contact met de partijleden die haar vroegen of ze zich niet actiever wilde aansluiten bij de partij. Sindsdien is ze assistent van één van de kamerleden en leider van de jongerenafdeling in het 17e district van Boedapest. Vijf jaar na de moord op haar vader bevindt Szuszanna zich dagelijks op het kantoor van de Jobbik-partij. Ze vertelt dat ze voor haar gevoel niet anders kon doen dan de ellendige ervaring omzetten in een politieke carrière: De Jobbik had in haar programma staan dat het zigeunerschap8 aangepakt moest worden. Naast mijn familie en vrienden heeft de Jobbik mij kracht gegeven. [...] In het begin was het soms een moeilijk thema, maar nu wil ik vooral dat zoiets nooit meer met andere mensen gebeurt.
7
De afgelopen jaren zijn de spanningen tussen de Roma en niet-Roma bevolking in de Hongaarse samenleving sterk toegenomen. Tussen 2008 en 2009 zijn er in verschillende Hongaarse dorpen op wrede manieren zes Roma-mensen vermoord. In totaal zijn er 78 schoten afgevuurd en er zijn op verschillende locaties molotovcocktails naar mensen gegooid (Trial of multiple roma, 2011). Maar de Roma-gemeenschap wordt ook verdacht van een aantal beruchte moorden, zoals de verkrachting van en moord op een 14 jarig niet-Roma meisje in het dorp Kiskunlacháza en de moord op Marian Cozma, een atleet uit het handbalteam van Veszprém. Het eerste incident dat de spanningen deed oplopen vond plaats in oktober 2006 (Balogh, 2009, p.17), toen de vader van Szuszanna werd vermoord. 8 De studenten gebruiken vaak de term ‘zigeunerschap’ ofwel cigányság vaak als ze het hebben over de problematiek omtrent de Roma-groepering.
31
De Jobbik-partij stelt zich ten doel de situatie omtrent de Roma-groepering expliciet te maken en aan te pakken. De partij heeft het woord ‘zigeunercriminaliteit’ (cigány bűnözés) in het publieke discours geïntroduceerd: Naturally gypsy crime does not mean that all Gypsy people are criminals, and it is an absurdity to suggest that it equates to the collective labeling of an entire community, as frequently the main victims of gypsy crime are Gypsy people themselves. What is however simply beyond dispute, is that certain specific criminological phenomena are predominantly and overwhelmingly associated with this minority, and that as a result such phenomena require the application of fitting and appropriate remedies. (Radical Change, 2010, p.11) Met het introduceren van de term ‘zigeunercriminaliteit’ gaf de Jobbik-partij aan dat zij een veiligheidsprobleem aan zou pakken dat men in de afgelopen twintig jaar niet had durven benoemen (Juhasz, 2010). In 2007 hebben tien leden van de partij geleid door Gábor Vona de Hongaarse Garde ofwel de Hungarian Guard Tradition Protection and Cultural Association opgericht. De garde stelt zich onder andere ten doel de bevolking te beschermen tegen deze “widespread Roma criminality” (The Hungarian Guard, 2008, p.1). De vooroordelen over de garde zijn volgens Szuszanna onterecht. Volgens haar heeft de garde nog nooit geweld gebruikt tegen Roma. Ákos, een student geschiedenis en Turks aan de ELTE Universiteit van 21 jaar is het hier mee eens: Vaak wordt er beweerd dat er mensenrechten worden geschonden door de garde. Ze zeggen dat je mensen bang maakt door te paraderen en met vlaggen rond te lopen. Het stomme is dat ze niet ergens tegen zijn maar ergens vóór: vóór veiligheid. Een gezin kan de garde oproepen als ze aangevallen worden door zigeuners. De garde komt ze dan beschermen, niet met geweld maar met hun aanwezigheid. De media zegt dat ze gewelddadig zijn maar dat is onzin! De garde doet alleen iets als de zigeuners hen aanvallen, ze zullen nooit zelf aanvallen.9 9
Ákos vertelt dat de garde is verboden in 2008. Sindsdien is de garde uiteengevallen in verschillende organisaties die onder een andere naam verder werken, maar de studenten verwijzen nog steeds naar de garde als één entiteit.
32
Szuszanna vindt het erg belangrijk dat er iets ondernomen wordt om de conflicten met de zigeuners te verminderen. Volgens haar is de ‘zigeunercriminaliteit’ dan ook compleet uit de hand gelopen: Soms begin ik me zelfs af te vragen of er niet een fout in hun genen zit waardoor ze zo zijn. Onder de Hongaren die precies in de zelfde materiele situatie zitten, wordt veel minder gestolen. Het komt zo vaak voor dat zigeunerkinderen op school bijvoorbeeld het eten van andere kinderen stelen of hun telefoon...dat is volkomen normaal geworden. Je hoort de laatste tijd ook vaak dat ze inbreken bij oudere mensen en het kleine beetje geld van hun pensioen stelen. De manier waarop er gestolen wordt is volgens Szusanna ook typerend. Ze vertelt dat je voor het stelen van goederen onder de 20.000 forint niet of nauwelijks wordt gestraft in Hongarije omdat dit overlevingscriminaliteit of megélhetési bűnözés10 zou zijn: “Het komt zo vaak voor dat zigeuners uitrekenen hoeveel ze uit de supermarkt meenemen zodat ze precies onder dit bedrag zitten. Dit zouden Hongaren nooit doen.” Volgens Szuszanna spreekt de Jobbik-partij onder andere studenten aan vanwege de ‘zigeunerproblematiek’: “Het is natuurlijk een rotgevoel als mensen meer geld krijgen zonder diploma dan met diploma.” Marcell is het hiermee eens. Hij verwijst naar de situatie omtrent de Roma in Hongarije als een sociale crisis: Mensen die hebben geleerd en nu een baan proberen te vinden hebben het gevoel dat het sociale systeem oneerlijk is. Er is sprake van een systeem waarin mensen die niet werken veel geld krijgen, terwijl hardwerkende mensen hier hun zuur verdiende belastingcenten voor betalen. Dat is een probleem. [...]De staat heeft er mede voor gezorgd dat deze situatie zich zo heeft ontwikkeld, er is nooit een krachtig beleid gevoerd om deze situatie te veranderen. Hierdoor is het een soort gewoonte geworden.
10
zie ook "Megélhetési bűnözés" és segély - mi vár a rendszerből kitaszítottakra?” (Megélhetési bűnözés, 2011). 20.000 forint is ongeveer 75 euro.
33
4.1.c Een Groot-Hongarije in plaats van een Groot-Europa De studenten zijn pessimistisch over de sociaal-economische situatie in hun land. Internationale (joodse) bedrijven en ‘zigeuners’ zijn tastbare actoren die voor de Jobbik-partij en de studenten de problematiek belichamen. Een derde actor is de Europese Unie. Volgens Árpi, een student geschiedenis van 19 jaar aan de ELTE Universiteit, is de sociaal-economische situatie in Hongarije niet verbeterd sinds de toetreding tot de EU: “Er zijn sindsdien eigenlijk geen positieve veranderingen geweest. Er wordt gewoon heel weinig gedaan voor Hongarije in de Unie.” Een aantal studenten denkt dat de EU in economisch opzicht vooral haar eigenbelang behartigt: er wordt volgens hen geprobeerd in Hongarije producten te produceren die de winst van westerse landen in de EU vergroot, maar niet geschikt zijn om de welvaart van de Hongaren te bevorderen. Ook in andere situaties wordt volgens Árpi duidelijk dat de West-Europese landen een streepje voor hebben: Ze vinden in de EU de bescherming van minderheden bijvoorbeeld heel belangrijk, maar hier wordt niet naar gehandeld. Afgelopen jaar was bijvoorbeeld besloten dat Hongaarse minderheden in Slowakije Hongaars burgerschap mochten aanvragen. De Slowaakse regering zei hun Hongaarse paspoorten af te nemen als ze dat zouden doen11. De EU deed hier niks tegen. En in Frankrijk wordt er van alles gedaan tegen zigeuners, criminele zigeuners worden daar het land uit gezet. Dat zouden ze in Hongarije eens moeten proberen, dan zou het land flink worden gestraft! Er zijn dubbele standaarden. Euroscepticisme speelt een belangrijke rol in het partijprogramma van de Jobbik: The system of EU institutions is in large part anti-democratic. The vast majority of Union subsidies to Hungary end up in the coffers [sic] of multinational corporations that operate here, while most of the remainder is lost to the bottomless pit of political corruption. (Radical Change, 2010, p.21)
11
In Hongarije werd in mei 2010 een wet aangenomen die etnische minderheden in het buitenland de mogelijkheid geeft om Hongaars burgerschap aan te vragen. De Slowaakse regering waarschuwde Slowaakse paspoorten af te nemen indien burgers hieraan zouden toegeven (Slowaks relatiate, 2010).
34
De Jobbik-partij wil de nationale soevereiniteit van landen binnen de EU behouden door te streven naar een Europa van de Naties in plaats van een Verenigde Staten van Europa (Radical Change, 2010, p. 22). Nog belangrijker vindt de partij het om, vertegenwoordigd door Europarlementariër Morvai Krisztina, zo veel mogelijk de belangen van Hongarije behartigen. Volgens diverse respondenten is het, nu Hongarije sinds januari 2011 voorzitter van de EU is geworden, een goede tijd om hiermee aan de slag te gaan. De Jobbik-partij vindt het vooral belangrijk om te zorgen dat de omgang met de Hongaarse minderheden buiten de grenzen wordt veranderd: In stark contrast to the EU’s promises and assurances, it has far from solved the matter of the concerns of national minorities living within its boundaries. We must recognize the fact that after five years of Union membership, though it is clear that the EU does indeed consider the matter of several national minorities to be important: with respect to the Hungarian question, it is indifferent. (Radical Change, 2010, p. 22) ‘Het Hongaarse vraagstuk’ is erg belangrijk voor de Jobbik-partij. In het Verdrag van Trianon (1920) is na de Eerste Wereldoorlog besloten dat Hongarije als verliezer een groot deel van haar land af moest staan. Hongarije verloor 72% van haar territorium en 64% van haar populatie (Frucht, 2004, p. 37 in Royce, 2010). Irredentisme speelt dan ook een grote rol binnen de Jobbik-partij, die in haar campagnes de landkaart van het Groot-Hongaarse rijk als symbool gebruikt. Árpi vindt het erg belangrijk dat de Jobbik-partij opkomt voor de Hongaarse minderheden: Stel je voor dat er van de ene op de andere dag wordt besloten dat jij als Nederlander opeens bij Frankrijk hoort. Je moet de Franse taal gaan spreken, je aanpassen aan Franse normen en waarden, dat is toch heel moeilijk? Veel Hongaarse minderheden mogen hun eigen cultuur niet eens meer uitoefenen terwijl zij eigenlijk op hun eigen gebied leven!
35
De antiekzaak tegenover de ELTE universiteit verkoopt een oude kaart van het GrootHongaarse rijk. Eigen beeldmateriaal.
Árpi is vaak in Transsylvanië geweest, een gebied in Roemenië waar een grote Hongaarse minderheid woont. Ook Árpi
zijn opa heeft er in de jaren veertig
gewoond, toen Hongarije het gebied voor een korte tijd van de Duitsers had teruggekregen. Slechts een aantal andere respondenten heeft familie of vrienden in de voormalige gebieden van Hongarije. Toch geven diverse respondenten aan dat ze het belangrijk vinden dat de Jobbik-partij zich hiervoor inzet. Katalin is een studente toerisme van 21 jaar. Volgens Katalin zou Hongarije een sterkere speler in de wereldpolitiek kunnen worden als de gebieden weer bij het land betrokken zouden worden: “De Hongaarse bevolking zou groeien, dat is altijd goed. Maar de economie zou er ook op vooruit kunnen gaan. De gebieden zijn rijk aan grondstoffen en er bevinden zich grote steden zoals Kolosvár waarvanuit handel plaats kan vinden.” Katalin zegt dat ze ‘Groot-Hongarije’ één van de belangrijkste punten uit het programma van de Jobbik vindt. Ze vertelt dat het onderwerp haar na aan het hart ligt, en houdt het bedeltje van een Groot-Hongarije dat aan haar ketting hangt vast. 4.1.d Deelconclusie De studenten die op de Jobbik-partij stemmen zijn pessimistisch over de huidige sociaal-economische situatie in Hongarije: sommigen vrezen dat ze moeilijkheden zullen ondervinden met het vinden van een goede baan in Hongarije, anderen ergeren zich aan buitenlandse actoren die volgens hen van het land profiteren, of aan
36
zigeuners die naar hun mening te vaak van een uitkering leven en in de criminaliteit terechtkomen. Volgens de Jobbik-partij is het tijd om de behoeften van de natie voorop te stellen. De toetreding tot de Europese Unie heeft Hongarije volgens de partij en de studenten niet veel goeds gebracht. Toch wil de Jobbik proberen middels dit instituut zo veel mogelijk de belangen van de Hongaren en de Hongaarse minderheden in de buurlanden behartigen. In het eigen land moeten minderheden zoals Joden maar vooral de Roma gecorrigeerd worden. De Jobbik-partij biedt de respondenten een vooruitblik op een betere toekomst door de door hen ervaren problematiek expliciet te benoemen en er radicale oplossingen voor te zoeken.
37
4.2
Twintig jaar voor twintig jaar
Volgens Emilia Palonen, auteur van het artikel “Political Poralisation and Populism in Contemporary Hungary” (2007) wordt het Hongaarse politieke speelveld gekenmerkt door polarisatie, vormgegeven middels populistische politiek: “ Since both camps are constructed around tendentially empty and merely relational concepts of nationhood and the people, the situation could be termed as one of competing populism […]” (Palonen, 2007, p. 320). Vooral sinds eind jaren ‘90 ontwikkelde zich in de Hongaarse politiek een steeds grotere scheiding tussen het ‘linkse’ en het ‘rechtse’ kamp. De invulling van deze termen verschilt van de West-Europese conventies. ‘Links’ verwijst naar de Socialistische Partij (MSZP) die een liberaal economisch beleid nastreeft en de economisch liberale Vrije Democraten (SZDSZ). ‘Rechts’ verwijst naar de traditionele waarden als religie, moraliteit en etnonationalisme die gematigde maar ook radicaalnationalistische en conservatieve partijen nastreven, zoals het Hongaars Democratisch Forum (MDF), de Fidesz en de voormalige radicaal-rechtse MIÉP of de Jobbik-partij. De invulling van ‘links’ en ‘rechts’ is voornamelijk gebaseerd op houdingen over de Hongaarse natie. De partijen definiëren zichzelf door zich af te zetten tegen de ander: ‘rechts’ zegt de prioriteit bij de natie te leggen, terwijl zij ‘links’ verwijten socialistisch, internationaal georiënteerd en kosmopolitisch te zijn. Vaak worden de ‘linksen’ dan ook urbanisten (urbánusok) genoemd terwijl het rechtse kamp bekend staat als de nationaal-populisten (népiek) (Palonen, 2007, p. 322). De scheiding werd vooral duidelijk rond de verkiezingen in 2002, toen de Fidesz-partij de ‘burgerkringen’ (Polgári Körök) oprichtte. Via deze burgerkringen zou de bevolking meer toegang krijgen tot de politiek. In het manifest van de burgerkringen staat: At the 2002 elections voters chose between two competing visions and value systems, between the ‘civic’ Hungary and the Socialist promises. [The] results awoke in many citizens the will to act, the need to actively stand up for the politics and values represented by the civic government. The civic circles are the organizational embodiments of this will to act. They are spontaneous organizations where citizens who share common values find a community and are able to realize their ideas.[…] The civic circles are thus the freely organizing
38
communities of those Hungarian citizens who take part in shaping their own destiny not only at elections but also in everyday life (Polgári Körök 2002). (Halmai, n.d., p. 9) ‘Rechts’ verweet ‘links’ van elitisme en streefde met het oprichten van deze kringen naar een meer inclusieve, populistische en nationalistische politiek. De rechtse Fidesz-partij creëerde hiermee de ruimte waarin de Jobbik-partij op kon komen: de voorzitter van de Jobbik-partij Gábor Vona was de mede-oprichter van één van de burgerkringen die in 2002 ontstond- genaamd Szövetség a Nemzetért Polgári Kör (Alliantie voor de Natie Burgerkring)- en waaraan ook de minister-president van de Fidesz-partij Orbán Viktor deelnam (Balogh, 2009). Niet alleen de politieke partijen beschuldigen elkaar van het voeren van verkeerde politiek, ook de bevolking zelf is ontevreden. Anti-establishment sentimenten komen veel voor in Hongarije. Volgens onderzoek van het Political Capital Instituut groeit het aantal mensen dat boos is op de gevestigde orde in het land erg snel: het percentage is tussen 2003 en 2009 toegenomen van 12 tot 46 procent12 (Political Capital, 2010). Ook onder de studenten leeft onvrede. Deze behelst meer dan alleen frustratie over de economische situatie. 4.2.a Niet rendszerváltás maar modszerváltás János leunt tegen de muur van het balkon op de derde verdieping van het kantoor van de Jobbik-partij en rookt een sigaret. Hij is 26 jaar en heeft informatiemanagement gestudeerd aan de ELTE Universiteit. János geeft op dit moment les aan deze universiteit, maar is ook vice-voorzitter van het Jobbik Jongerenkabinet en lid van de landelijke jongerenorganisatie van de Jobbik-partij. Officieel is het niet toegestaan om zowel te doceren als actief te zijn in de politiek, maar toch heeft János in 2008 besloten om voor de Jobbik-partij te gaan werken. Hij kon de universiteit waar hij toen voor werkte een aantal bestuurlijke voordelen bieden. János weet wel waarom studenten op de Jobbik-partij stemmen. Volgens hem heeft het alles te maken met één woord: radicale verandering. Maar voordat je dat kan begrijpen moet je goed weten hoe de Hongaarse politieke situatie in elkaar steekt, 12
In het onderzoek “Back By Popular Demand. Demand For Right-Wing Extremism (DEREX) Index” van het Political Capital instituut (2010) wordt de ontvankelijkheid van mensen voor radicaal-rechtse politiek in 33 landen gemeten aan de hand van data van het European Social Survey.
39
vertelt hij als een echte docent. Hij drukt zijn sigarettenpeuk uit tegen de verroeste reling, loopt naar binnen, zorgt dat hij comfortabel zit en strijkt zijn pak recht. Klaar voor een lesje Hongaarse politiek: Zoals je weet vond hier in ’89 de zogenaamde omwenteling naar het kapitalisme plaats. Hongarije stond altijd bekend om haar goulash communisme onder Kádár János. Mensen noemen dit ook wel de puha diktatúra, de slappe dictatuur. Hierdoor werd er niet zo radicaal een einde gemaakt aan het communisme als in andere landen waar een strenge dictatuur heerste. Veel communisten konden hun posities gewoon behouden. Janos vertelt over een krant uit 1989 die een oude docent van hem ooit liet zien: Op de voorpagina stond een grote foto van het Ijzeren Gordijn dat werd doorgeknipt. In een hoekje rechts onderin de krant stond nog een kleine boodschap vermeld waar niemand aandacht aan besteedde: een of andere communist zou vanaf dan onder een andere naam een ministerspost aannemen. Volgens János zijn de communisten onder de noemer van socialisten nog steeds aanwezig in de Hongaarse politiek. Alle respondenten bevestigen deze bewering. Onder de studenten wordt dan ook vaak met spot gesproken over de de modszerváltás (verandering van de vorm) in plaats van de rendszerváltás (verandering van het regime) zoals de Hongaarse transitie in het dagelijks discours wordt genoemd (Palonen, 2007, p. 323). Het systeem van regeren is niet veranderd, de elite heeft alleen een ander jasje aangetrokken, een jas die bij verre na waterdicht is: de studenten houden de socialisten grotendeels verantwoordelijk voor de problematische economische situatie. Zíj waren degene die zijn begonnen met het stimuleren van de liberale markt, zíj stelden de belastingvoordelen in waar de buitenlandse bedrijven zo van konden profiteren13. Volgens Marcell kan de economische situatie in Hongarije het beste verwoord worden door te verwijzen naar de Engelse term corporatocracy:
13
“Privatization and liberalization were intensified in the 1990s by the reshuffled democratic coalitions that all featured the reform Communists turned into neoliberal capitalist technocrats” (Halmai, n.d., p. 6).
40
Ik denk dat het de kortste manier is om de echte machtsverdeling in het Hongarije van vandaag te omschrijven. Wat corporatocracy betekent in deze context is dat buitenlandse banken, grote multinationals en transnationale ondernemingen de échte macht in Hongarije hebben: elke Hongaarse regering handelt om HEN gelukkig te maken, niet het Hongaarse volk. De gebeurtenissen in 2006 bewijzen volgens de studenten de corruptie van de socialisten. In dit jaar lekte een speech van de socialistische president Gyurcsány uit waarin hij toegaf dat hij de Hongaren had voorgelogen over de economische problemen van het land. Hij erkende dat hij de bevolking niet op de hoogte had gehouden van de ernst van de situatie en de economische maatregelen die genomen zouden moeten worden om bij de Eurozone te kunnen horen (Tóth & Neumann, 2006). In de speech zei hij dat de regering het economische beleid in de soep had laten lopen “Natuurlijk, we logen de hele tijd in de laatste anderhalf jaar.[…] Ik bestierf het bijna omdat ik achttien maanden moest doen alsof we regeerden. In plaats daarvan logen we ‘s ochtends, ’s nachts en ’s avonds” (Van Eeden, 2010). Op 17 september ontstond er een demonstratie voor het parlementsgebouw waarin geëist werd dat Gyurcsány op zou stappen. Deze escaleerde al snel: op 18 september bezetten een paar honderd mensen, waaronder radicaal-rechtse studenten en voetbalhooligans, het gebouw van de Hongaarse staatstelevisie nadat hun verzoek om hun petitie uit te zenden werd geweigerd. Auto’s werden in brand gestoken en twee nachten lang vonden er hevige gevechten plaats tussen de politie en de demonstranten (Hungary: Rioters attack, 2006). Op een paar oudere respondenten na, die al rond de oprichting van de Jobbik met de partij in aanraking zijn gekomen, geven alle respondenten aan dat 2006 het moment was dat ze officieel besloten zich bij de Jobbik-partij aan te sluiten. Sommigen noemen zonder aarzeling alleen het jaartal 2006 als er gevraagd wordt naar het moment waarop zij zich bij de Jobbik aansloten. Anderen geven meer uitleg. Voor een aantal studenten zoals ook Marcell, de public administration student, bevestigden de gebeurtenissen niet alleen zijn beeld over de socialisten, maar toonden ook de inadequaatheid van de gehele Hongaarse politieke elite:
41
Er waren grote demonstraties tegen de socialisten en de politie heeft toen heel hard ingegrepen, er werden mensenrechten geschonden14. Mensen werden heel bruut behandeld, maar als oppositiepartij deed de Fidesz niks! Vanaf toen was Fidesz voor mij ook afgeschreven, ik kon hoe dan ook niet meer op hen stemmen. Vanaf 2006 koos ik officieel voor de Jobbik-partij. De Jobbik-partij stelde zich vanaf dit jaar niet alleen explicieter ten doel om de zigeunercriminaliteit (cigány bűnözés) aan te pakken15. Ook met de politieke criminaliteit (politikai bűnözés) moest het afgelopen zijn: Jobbik wants the holding to account16 of politicians to be all-encompassing. Neither the political crimes of the carnation [the emblem of the MSZP], nor the orange [the emblem of Fidesz], nor any other party can continue to remain unanswered any longer. We shall dissolve the secrecy legislation these parties have deliberately passed in order to conceal their wrongdoing; and will at long last bring into the public eye the names on the single-party state’s lists of former agents and informants [many of whom entered or remained in politics following 1989’s regime change]. It is high time [sic] that political crimes finally become classified under the Hungarian penal code! (Radical Change, 2010, p.18) András (21 jaar) is een student politicologie en communicatiewetenschap aan de ELTE Universiteit. Volgens András moet er absoluut iets aan de ‘politieke criminaliteit’ worden gedaan: “Voor mijn part mogen de politieke criminelen aan de straatlantaarns gehangen worden, te beginnen met Gyurcsány.” Hij vertelt dat hij zelf het liefst een koningschap zou willen zien, een democratie werkt duidelijk niet in Hongarije: “Als je een koning hebt weet je in ieder geval wie je ter verantwoording moet roepen. Wie wijs je nou aan in een democratie? Iedereen en dus niemand is verantwoordelijk.” András begrijpt dat hij nu eenmaal moet accepteren dat de meeste 14
In september en oktober 2006 heeft de Hongaarse politie diverse mensen gearresteerd die op straat waren gedurende de soms gewelddadige demonstraties. De politie is ervan beschuldigd om hierbij op verschillende momenten te ruw te hebben ingegrepen (Police unions, 2011). 15 Onder andere naar aanleiding van de moord op Szuszanna’s vader. 16 “ The “holding to account” expression or “számonkérés” refers to a process by which politicians are to be held, and identified, as responsible for misdeeds reaching right back to the single-party state era. Such a process has never taken place in Hungary!” (Radical Change, 2010, p. 18).
42
mensen toch een democratie nastreven. Als hij dan toch moet kiezen vindt hij de Jobbik-partij “a legkisebb rosz a kategóriában” , het kleinste kwaad uit de categorie. De energie van de Jobbik-partij is belangrijk. Eindelijk is er een partij die de politici wil straffen, meent Andras, en hij citeert de slogan van de partij: “Twintig jaar voor twintig jaar” (“ húsz évet a húsz évert”)17 4.2.b Het geluid van een nieuwe generatie tegen de liberale indoctrinatie Voor de studenten betekent aansluiting bij de Jobbik-partij niet alleen een stem tegen de socialisten uit de politiek: volgens de studenten zijn deze socialisten ook in andere posities sterk oververtegenwoordigd. Jószef is een PhD student politicologie op de Corvinus Universiteit en bestudeert Euroscepticisme in Europa. Hij heeft veel boeken over radicaal-rechts gelezen: “De minimale en maximale definitie van populistisch radicaal-rechts van Cas Mudde vind ik fantastisch!” Gek dat hij zelf ook op een radicaal-rechtse partij stemt? Hij glimlacht: Mijn zus werkt in het parlement voor de Jobbik partij en ken ik er veel mensen. Dat is de eerste reden waarom ik op de partij stem. Ten tweede zijn ze net als ik sociaal conservatief. En ten derde zijn er geen alternatieven.[...] Er is totaal geen democratische traditie hier in Hongarije, absolutely not. Jószef zou carrière willen maken binnen de universiteit, maar als onafhankelijke politieke wetenschapper kan je volgens hem niks verdienen: Je moet een politieke kleur hebben, anders kom je niet aan de bak in deze sector. Ik heb er zelf nog geen problemen mee gehad maar ik hoor wel verhalen dat het moeilijk is om in goede posities terecht te komen als je zelf geen socialist bent, of in ieder geval makkelijker als je dat wel bent. De studenten geven aan dat er op de universiteit niet over politiek gepraat mag worden. Toch kom je er volgens Katalin achter wat de achtergrond van een docent is: “Ik had bijvoorbeeld een keer een joodse docent die zei dat het onzin was je nog druk 17
De Jobbik bedoelt hiermee: twintig jaar straf (voor de politici) voor twintig jaar wanbeleid (in de politiek). Hongaren begrijpen de slogan meteen gezien de politieke omstandigheden.
43
te maken over de gevolgen van het verdrag van Trianon. Dat vak heb ik dus niet gehaald.” Barnabas, een student geschiedenis van twintig jaar oud aan de ELTE Universiteit is wat minder activistisch dan Katalin: Natuurlijk hoor je aan de thema’s die docenten aansnijden welke politieke kleur ze hebben. Als we echt in een grote collegezaal zitten ga ik hier geen stennis over lopen schoppen en in mijn tentamens schrijf ik ook gewoon op wat de docenten willen horen. Ik weet toch wat de waarheid is. De ‘indoctrinatie’ vindt volgens de studenten niet alleen plaats in het onderwijs maar ook in de media. Volgens veel respondenten worden deze te veel gestuurd door de links liberalen. Ze koppelen deze term niet direct aan een bepaalde groep, maar na een langer gesprek wordt duidelijk dat hiermee de socialisten of de Joden worden bedoeld. Katalin klaagt over de ‘simpele’ en seksueel getinte Amerikaanse programma’s op televisie: “De media in Hongarije zijn enorm bevooroordeeld en vooral heel liberaal. Mensen kijken MTV, gebruiken drugs, vinden het normaal om homo te zijn en sporen anderen zelfs aan om het ook te worden! Dat is toch belachelijk!” Ákos kijkt om deze reden bijna geen televisie. Dénes vertelt dat de Jobbik-partij tegen de ‘tolerantie’ van de liberalen is: Als er vanuit Nederland vooroordelen zijn over de Jobbik-partij begrijp ik dat heel goed. Nederland wordt gezien als een tolerant land: daar is prostitutie legaal, kan je zomaar drugs krijgen, is er veel vrijheid voor homoseksuelen.[...] Als je homoseksueel wilt zijn, moet je dat absoluut doen in je eigen tijd, maar naar mijn mening hoef je dat niet in het openbaar uit te dragen. Dit soort liberale ideeën bestaan er ook in ons land, maar de Jobbik is een christelijke partij19 en zet zich hier tegen af. De mening van de jongeren over de liberale dominantie in de media komt overeen met het standpunt van de Jobbik-partij dat naar voren komt in een uitlating op de
19
De Jobbik-partij is een christelijke partij. De meeste respondenten zijn christelijk maar geven aan niet heel veel waarde aan het religieuze aspect van de partij te hechten. Wel vinden ze het belangrijk dat de Jobbik christelijke normen nastreeft (zoals de eenheid van het gezin en het huwelijk tussen man en vrouw).
44
website van de partij over de omstreden mediawet20 waarmee het parlement op 20 december 2010 instemde: There has been no real freedom of press in Hungary since 1990, not to mention during the communist era before that. What most of the international press mean by press freedom, however, is just a monopolist position of the extreme left, neoliberal media. It seems that all the condemnation and panic about the new Hungarian media law is actually about the fact that neo-liberals do not tolerate any real or presumed obstacles to their limitless media power. (Jobbik: Europe, 2011) De ‘partijdigheid van de media’ weerhoudt de Jobbik-partij er volgens János niet van om haar publiek te bereiken: “De partij is heel actief op het internet21 omdat de reguliere media niet onafhankelijk zijn. Daarom bereiken ze ook veel jongeren die dit internet gebruiken.” Maar volgens János zijn er nog meer redenen waarom de Jobbik vooral jongeren aantrekt: Studenten kan je niet zo makkelijk een leugen vertellen. Bij de Jobbik is er een directe houding, de communicatie is heel open en eerlijk, mensen zijn expliciet over wat ze denken en schuiven geen dingen meer onder het tapijt. Bovendien denken jongeren radicaler dan ouderen, ze willen gewortelde verandering. Identificatie met de Jobbik-partij lijkt niet alleen een manier te zijn voor de studenten om zich af te zetten tegen de politieke elite en de door hun ervaren partijdigheid van de media, maar ook tegen de oudere generatie. Bijna alle respondenten geven aan dat ze de eerste in de familie waren die op de Jobbik-partij stemde. Ook Eszter, een masterstudente Public Administration aan de Corvinus Universiteit nam in haar gezin het initiatief: “ Ik was als eerste betrokken bij de Jobbik-partij en toen pas mijn 20
De wet stelt dat een door de regering benoemde media-autoriteit moet controleren of journalisten ‘moreel’ en ‘objectief’ berichten. Indien dit niet het geval is kunnen journalisten hoge boetes krijgen. Daarnaast moeten de media zich registreren bij een nieuwe nationale media-autoriteit (NMTA), waarvan het hoofd door minister-president Orban Viktor voor negen jaar is benoemd (Willems, 2010). 21 De Jobbik-partij heeft een professionele website die zowel in het Hongaars als in het Engels wordt weegegeven. Daarnaast zijn ze gelieerd aan verschillende online dagbladen zoals kuruc.info, barikad.hu en hungarianambiance.com en hebben hun eigen online televisiestation, jobbiktv.hu. De partij verspreidt veel filmpjes van hun televisiestation op Youtube en Facebook.
45
ouders. Ik heb ze overgehaald.” Volgens Eszter is de Jobbik-partij aantrekkelijk voor jongeren omdat de partij tegen de mainstream in durft te gaan, maar wordt de oververtegenwoordiging van jongeren bij de partij ook nog door iets anders veroorzaakt: Oudere mensen hebben het communisme nog meegemaakt en ze missen de zekerheid en de stabiliteit van die tijd. Toen was er nog werk voor iedereen. De oudere generatie stemt dan ook vaker op de socialisten. Jongeren hebben deze ervaring en gevoelens niet.
Campagneposter van de Jongerenafdeling van de Jobbik partij met de slogan: “Jobbik Jongerenafdeling. Meld je ook aan!” (Isten hoszta, n.d.).
46
4.2.c Deelconclusie De Jobbik-partij zet zich af tegen de politieke elite die volgens de partij wordt gekenmerkt door corruptie en sinds de transitie van het communisme naar het kapitalisme in 1989 weinig is veranderd. Frustratie over de politiek van de socialisten onder leiding van Gyurcsány gaat gepaard met teleurstelling over de afgelopen twintig jaar waarin de beloftes van het kapitalisme niet zijn waargemaakt: Transition” to democracy and capitalism was […] experienced as a process of intra-elite negotiations that effectively doubled the political infrastructure from the Communist times: instead of one, now two large factions have alternated in power – the “Socialist-Liberal” and the “National” groups, or in everyday popular references “Left” and “Right”. The former has seen the reformCommunists ironically unite with the segment of the previous Democratic Opposition that has also favoured a staunch neoliberal agenda of privatization and liberalization to form the “late-Kádárist technocracy”, whereas the latter – with Fidesz in its centre since 1994 –gathered the less well established political actors who lack the connections and expertise to profit directly from Hungary’s Western integration […]. (Halmai, n.d. p.9) De Jobbik-partij biedt studenten de mogelijkheid om zich te verzetten tegen de gevestigde orde. Het protest is voornamelijk gericht op de socialisten -of in hun visie de (ex-) communisten- die volgens de studenten gesteund worden door de oudere generatie. De studenten menen dat zij grotendeels verantwoordelijk zijn voor de economische problemen van het land. In het protest tegen de socialistische, linkse elite vinden zij tegelijkertijd een mogelijkheid om zich te verzetten tegen de door hen ervaren ‘liberale indoctrinatie’ in de media. Op deze manier worden liberale, kapitalistische en kosmopolitische waarden gekoppeld aan socialistische politiek, iets dat vanuit West-Europees oogpunt een verbazingwekkende combinatie is, maar begrijpelijk is wanneer de Hongaarse context in kaart wordt gebracht.
47
4.3
Trots op Hongarije
Slechts een waanzinnige kon geloven dat het lot van het al duizend jaar bestaande Hongarije van enige betekenis was voor de grote volkeren. Als het hun in de weg staat-vertrappen ze het-zonder boosheid, volkomen onverschillig; als ze het kunnen gebruiken, voeren ze het in een bijrol op, zoals gisteren de Duitsers deden en morgen de Russen zullen doen. Dit is het lot, en een kleine natie kan weinig ondernemen tegen het lot...III Op 16 januari 2010 hield de Jobbik-partij een vergadering waarin zij hun electoraal manifest presenteerden. Gábor Vona, lijsttrekker van de partij, introduceerde het manifest en maakte het doel van de publicatie duidelijk (Radical Change, 2010): Everyone [is] now able to read, in black and white, what it was that Jobbik desired: an end to criminality in politics; a respectable economic policy committed to job creation; a state supportive of national producers and businesses; an agriculture founded on family enterprise; a collective safety built on a reformed police force and an established Gendarmerie; a media, cultural and educational policy serving national interests and values; a responsible health service and pension system; a genuine policy for the whole nation; and a youth programme designed to promote national wellbeing. In short, the return of national autonomy. In a word: a brighter future! (Radical Change, 2010, p.1) Nationalisme staat centraal in de doeleinden van de Jobbik-partij: “Jobbik’s manifesto is a document for every sensible, respectable and fair-minded Hungarian” (Radical Change, 2010, p. 1). De studenten hechten grote waarde aan deze ‘vaderlandsliefde’ (hazaszerettet). 4.3.a Denken in termen van de natie Szofi is een studente administratie aan de Hogeschool van Boedapest en werkt als secretaresse op het administratieve kantoor van de Jobbik-partij. Ze twijfelt soms over de antwoorden die ze moet geven tijdens het gesprek, totdat het over haar band met III
Uit “Land, Land…” (Márai, vertaald door: Alföldy, 2002, p. 18).
48
Hongarije gaat, daar is ze heel duidelijk over. Ze houdt van Hongarije, voelt zich er thuis en wil zich er thuis blijven voelen: Het zou nooit bij mij opgekomen zijn om mij aan te sluiten bij een linkse partij. Thuis waren ze niet geïnteresseerd in politiek, maar ik ben vanaf het begin af aan bij de Jobbik betrokken geweest. Ik heb altijd al in termen van de natie gedacht (nemzet ben gondoltam). In bijna alle gesprekken met de studenten wordt na verloop van tijd duidelijk dat het nationalisme van de Jobbik-partij de studenten erg aantrekt. Ook Katalin voelt zich sterk verbonden met Hongarije. Ze heeft de Jobbik-partij in 2009 leren kennen. De partij leek haar meteen sympathiek: “Ze houden zich bezig met de natie, spreken dingen uit die anderen voor zich houden en willen echt het land verbeteren”. Katalin vertelt dat ze niet heel religieus is maar soms wel naar de kerk gaat. Dat doet ze het liefst in een dorp dat iets verder van haar geboorteplaats ligt: “Ik hou niet van al die religieuze symbolen. In een kerk verderop leidt een Jobbik-stemmer de mis en zijn er veel meer nationalistische symbolen aanwezig, zoals Hongaarse vlaggen. In zo een omgeving voel ik mij meer thuis.” Volgens Árpi zou je de Jobbik-partij niet radicaal-rechts moeten noemen maar radicaalnationalistisch: In de media worden we vaak een radicaal-rechtse partij genoemd, maar dat klopt eigenlijk niet. We zijn niet per se links of rechts. Op sociaal gebied neemt de Jobbik-partij vaak standpunten in die ‘conservatief’ zijn, maar economisch neemt de Jobbik in westerse termen vaak ‘linkse’ standpunten in. Maar ook dat staat niet vast. De Jobbik-partij wil zich inzetten voor de Hongaren. Of dat nou via linkse of rechtse politiek gaat maakt niet uit. De studenten blijven vaag over de criteria waaraan voldaan moet worden om tot de Hongaren te kunnen horen. Volgens Tamás, student geschiedenis en Hongaars van 21 jaar aan de Károlyi Gáspár Universiteit, ben je een Hongaar als je je aanpast aan de Hongaarse cultuur en hierin participeert:
49
Je bent een Hongaar als je de normen en attituden van de Hongaren overneemt, de taal spreekt, ideeën met de Hongaren deelt...Stel je komt uit Italië en je gaat hier voor lange tijd wonen, interesseert je voor de cultuur en leert de taal, natuurlijk kan je jezelf dan een Hongaar noemen. Belang hechten aan de nationale identiteit betekent niet dat je anderen uitsluit. Het probleem bestaat echter met mensen die zich niet aanpassen: de mensen die hier wel leven maar zich niet gedragen volgens de Hongaarse normen en waarden terwijl het land ze wel accepteert. Zigeuners zijn volgens Szuszanna een goed voorbeeld van een groep die zich niet aanpast. Zij zijn volgens haar al eeuwenlang in het land, maar het lukt hen maar niet om met de maatschappij mee te draaien. Volgens Árpi kan je zigeuners dan ook vaak geen Hongaren noemen, vooral omdat ze dat zelf niet doen. Árpi heeft dan ook een concrete oplossing voor het definiëringsprobleem: “Hongaar ben je als je de taal spreekt en vindt dat je zelf een Hongaar bent. Zigeuners geven zichzelf bij volkstellingen vaak op als zigeuners en vinden zichzelf dus geen Hongaar.” 4.3.b Op zoek naar de kracht van de Hongaren De Hongaarse geschiedenis vanaf 1800 wordt dikwijls een geschiedenis van nederlagen genoemd. De eerste nederlaag voor de Hongaren vond plaats in 1848. De Hongaren voerden toen een strijd voor de onafhankelijkheid van het Keizerrijk Oostenrijk. Hongarije bleef echter een dubbelmonarchie: de Habsburgers hadden baat bij een grote natie om tegenwicht te bieden tegen de opkomende Duitsers en Russen en beschouwden Hongarije als een provincie van hun rijk (Strating, 1991). Hongarije nam deel aan de Eerste Wereldoorlog aan de kant van Oostenrijk en Duitsland. Na het verliezen van deze oorlog kwamen in 1918 de sociaal-democraten aan de macht. Zij verbraken de band met Oostenrijk en verklaarden Hongarije onafhankelijk. Deze regering verloor echter de controle en onder leiding van Béla Kun werd de communistische radenrepubliek opgericht (Strating, 1991). De tweede grote nederlaag voor de Hongaren vond plaats toen het land na het verdrag van Trianon grote delen van haar territorium verloor22 (Strating, 1991). 22
De landkaart van het voormalige ‘Groot Hongarije’ wordt vaak gebruikt in de symboliek van de
Jobbik-partij, maar uit onderzoek van de ELTE Universiteit blijkt dat het verlies van Hongaarse
50
Tussen de Eerste en de Tweede wereldoorlog was regent Miklós Horthy aan de macht. Onder Horthy heerste er een anti-liberale ideologie en speelde verzet tegen de communistische radenrepubliek van Kuhh een grote rol. De communisten werden beschuldigd van een joodse samenzwering en antinationalisme: zij zouden zich niet inzetten om een ‘Groot-Hongarije’ te bewerkstelligen maar zich richtten op de Sovjet Unie. Velen zien het Horthy-regime als een donkere periode. Het antisemitisme groeide onder Horthy, alhoewel hij kritiek had op radicale antisemitische groeperingen. Horthy ging een alliantie Nazi-Duitsland en het Italië van Mussolini aan en kreeg in ruil voor deze steun delen van de verloren gebieden terug. Deze gebieden moest Hongarije na de Tweede Wereldoorlog echter weer afstaan omdat het land zich achter de verliezers had geschaard (Polonsky, 1975). Opnieuw was er geen plek voor een ‘Groot-Hongarije’ in de wereldpolitiek (Strating, 1991) en Hongarije viel in handen van de communisten. Péter is docent op de Corvinus Universiteit. Hij merkt op dat diverse studenten zich aangetrokken voelen tot de Jobbik-partij: ze zijn hier open over en laten hun politieke mening naar voren komen in opdrachten en essays. Vooral veel studenten geschiedenis voelen zich volgens Péter tot de Jobbik-partij aangetrokken. Dit verbaast hem niet: De Hongaren hebben een geschiedenis van verloren oorlogen en verloren onafhankelijkheid. Het geeft je een reden om nationalistisch te zijn. De jongeren zien dat de Hongaren veel verloren hebben en alleen op zichzelf kunnen vertrouwen. Als je de geschiedenis leest wordt je als snel Jobbiker. Ze voelen pijn en willen wraak. Het verhaal van Ákos, student Geschiedenis en Turks aan de ELTE Universiteit, bevestigt de observatie van Péter. Ik ontmoet hem op een Turkse filmavond die hij elke week met zijn medestudenten bezoekt. In perfect Hongaars of indien nodig uitstekend Engels legt Ákos uit waarom het niet gek is dat er op dit moment een nationalistische beweging ontstaat onder jongeren in Hongarije:
gebieden in 1920 door meer Hongaren wordt herinnerd: in 2010 noemden de respondenten uit het onderzoek (afkomstig uit de gehele Hongaarse samenleving) Trianon eerder dan bijvoorbeeld de Holocaust de grootste tragedie uit de geschiedenis (Csepeli & Vági, 2010).
51
De oudere generatie had onder het communisme niet de vrijheid om zich met nationalisme bezig te houden. Toen was je gewoon aan het werk en dat was de realiteit. Dit soort vragen waren vroeger niet relevant. Nu pas is er vrijheid gekomen om hierover na te denken. Ákos is een ijverige student. Kennis noemt hij zijn wapen waarmee hij een toekomst op kan bouwen en de wereld veranderen. Dit wapen geeft hij vorm door geschiedenis en Turks te studeren. Hij heeft deze vakgebieden met een reden gekozen: hij vindt het erg belangrijk dat de Hongaren zeggenschap hebben over zichzelf en hun eigen natie. Daarom kijkt hij met trots terug naar het Horthy regime. Hongarije was na de Eerste Wereldoorlog veel kleiner geworden en had het volgens Ákos moreel maar ook economisch zwaar: Horthy heeft geprobeerd weer orde te creëren en Hongarije in een nieuwe richting te duwen. Omdat we land kregen moesten we verplicht aan de kant van de Duitsers mee doen in de oorlog, hierdoor werd alles slechter. Dit is niet Horthy zijn schuld want toen hij land probeerde terug te krijgen was er nog geen oorlog. Hij kon niet weten wat de gevolgen zouden zijn, zoals de jodenvervolging. Na de Eerste Wereldoorlog was Hongarije afgesloten van het buitenland en kon alleen contact opnemen via Duitsland en Italië. Dat dit de eerste stappen waren naar een nieuwe tragedie kon Horthy niet weten. Ákos vertelt dat er in Hongarije veel onduidelijkheid is over de afkomst van de Hongaren: De meeste mensen denken dat de Hongaren banden hebben met Fins-Oegische stammen, maar dit is niet waar. De Hongaren zijn verwant aan stammen uit het Midden-Oosten. De Turken en de Hongaren zijn broers van elkaar en er bestaat veel onderzoek waaruit blijkt dat de Hongaren verwant zijn aan stammen uit Kazachstan. Het is een soort wetenschappelijke doctrine dat iedereen denkt dat de Hongaren een Fins-Oegische afkomst hebben. Het is ook heel opvallend dat je alleen boeken kan kopen over de Fins-Oegische geschiedenis. De wetenschappers moeten hier een tegengeluid tegen vormen. 52
Ákos vindt dat Hongarije niet meer zo afhankelijk moet zijn van West-Europa. Als wordt uitgedragen dat het land gelieerd is aan het Midden-Oosten legitimeert dat volgens hem meer samenwerking met dit gebied. Ákos is lid van de Kurultaj, een organisatie die probeert de band tussen bevolkingsgroepen uit het Midden-Oosten en de Hongaren te herstellen. Elk jaar organiseert de Kurultaj een bijeenkomst met het doel de nomadische cultuur te herintroduceren en ‘echte historische gebeurtenissen’ te herinneren (Kurultaj, n.d.). Op de bijeenkomsten van de Kurultaj organisatie wordt traditionele kleding gedragen en oefent men tradities uit zoals boogschieten en koken boven een kampvuur. Volgens Ákos is de Kurultaj niet direct gelieerd aan de Jobbik-partij. De twee organisaties zijn parallel aan elkaar in dezelfde periode ontstaan. Ze werken volgens Ákos echter wel vaak samen en zijn het eens over politieke en ideologische kwesties. De Kurultaj is onderdeel van wat Jobbik-leden de ‘bewakers van de traditie’ (hagyományőrzők) noemen: organisaties die zich inzetten om het voortbestaan van de Hongaarse cultuur te bevorderen. Een andere organisatie die daar volgens Ákos ook onder valt is de Király Főiskola, een school waar elke zaterdag les wordt gegeven over de ‘echte’ geschiedenis. Ákos vertelt dat de school door veel Jobbik-stemmers wordt bezocht en ook geld ontvangt van de Jobbik-partij. Ook de Hongaarse Garde is volgens Ákos een ‘bewaker van de traditie’: “ De taak van de garde is niet alleen om Hongaren te beschermen tegen problemen met zigeuners. Ze zijn ook vaak aanwezig bij herdenkingen en nationale feestdagen.” Ákos wijdt een groot deel van zijn tijd aan het ontdekken van de Hongaarse geschiedenis. Dit doet hij op zijn eigen manier via zijn studie Turks en geschiedenis, de Kurultaj en de zaterdagschool. De zoektocht naar de oriëntaalse afkomst van de Hongaren houdt niet alle respondenten bezig: drie anderen hadden hier over gehoord. Opvallend is wel dat bijna alle respondenten grote waarde hechten aan hun nationale identiteit en hier op een actieve manier invulling aan proberen te geven.
53
Meer dan duizend mensen waren aanwezig bij de inwijding van de garde op 21 oktober 2007 op het Hősök plein in Boedapest (Több ezren, 2011).
De studenten dragen vaak nationalistische sieraden zoals een armband van de Hongaarse vlag, een ketting met het teken van een Groot-Hongarije of een button van het Hongaarse wapen. Sommigen studeren net als Ákos geschiedenis of Hongaars en zeggen deze studies met een reden te hebben gekozen. Ook als ze dit niet doen, geven ze aan zich te interesseren voor de Hongaarse geschiedenis en zich hier in hun vrije tijd mee bezig te houden door er boeken over te lezen en naar lezingen te gaan. Szuszanna werkt vrijwillig als leider van de jongerenafdeling (Ifjúsági Tagozat) van de Jobbik-partij in het 17e district van Boedapest. Ze vertelt dat ze vaak meehelpt met het organiseren van lesjes voor jonge kinderen, waarin aandacht wordt besteed aan belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van Hongarije: We geven jongeren les over 1848 en 1956. Dit waren allebei momenten waarop studenten de straat op gingen om op te komen voor hun eigen land. Op 15 maart 1848 streden ze voor hun onafhankelijkheid van het Habsburgse rijk. De studenten kwamen onder leiding van Petőfi Sándor in protest, ze noemden zich de Petőfi Sándor studenten (Petőfi Sándor Egyetemisták). In 1956 vochten veel jongeren tegen het communisme.
54
Het meest recente, belangrijke jaartal is voor Szuszanna 2006. Haar vader werd toen vermoord, maar er ontstonden ook opnieuw demonstraties, ditmaal vanwege de uitgelekte speech van Gyurcsány. Opnieuw lieten jonge mensen volgens de respondenten een stem horen om op te komen voor hun land, een geluid dat de Jobbik-partij probeert te kanaliseren om het tragische verleden van Hongarije een andere wending te geven en niet meer het slachtoffer te zijn van de geschiedenis. 4.3.c Deelconclusie De Jobbik-partij is een jonge partij die verandering nastreeft door zich af te zetten tegen het verleden: tegen de afgelopen twintig jaar waarin radicale verandering volgens de partij nooit heeft plaatsgevonden, maar ook tegen een geschiedenis waarin Hongarije steeds de speelbal lijkt te zijn geweest van grotere krachten. “De geschiedenis van het Hongaars nationalisme is er een van mislukkingen. Alle pogingen om op het territorium van het middeleeuwse koninkrijk Hongarije een sterke nationale staat te vestigen hebben geen succes gehad.” (Strating, 1991, p. 65). “Na een periode van meer dan 40 jaar waarin de relatie tussen de staat en de natie voor een groot deel ophield te bestaan, moet deze relatie opnieuw gecreëerd worden” (Strating, 1991, p. 85). De Jobbik-partij ziet deze taak als haar verantwoordelijkheid. Terwijl de Jobbik-partij zich afzet tegen een geschiedenis waarin de Hongaar het slachtoffer was, probeert de partij in deze zelfde geschiedenis op zoek te gaan naar symbolische gebeurtenissen waaruit de kracht van het volk moet blijken. Voor de studenten biedt de Jobbik-partij een belofte voor de toekomst waarin Hongarije als autonoom land een stem heeft tussen de wereldmachten. Ze integreren de betekenisgeving aan de Hongaarse identiteit dan ook op verschillende manieren in hun gedachtegoed en activiteiten.
55
4.4
Jobbikers strijden voor elkaar
De Jobbik-partij hecht grote waarde aan gevoelens van collectiviteit. Dit komt tot uiting in het nationalisme van de partij en de zoektocht naar Hongaarse gemeenschappelijke tradities waar haar leden in verwikkeld zijn. Het komt echter ook naar voren in de institutionele vormgeving van de partij: er bestaan talloze lokale afdelingen van de partij die lezingen, herdenkingen en andere bijeenkomsten organiseren. Bijna alle respondenten zijn lid van de Jobbik-partij en aangesloten bij een lokale (jongeren) organisatie. Ze zijn vaak erg actief binnen deze organisaties en helpen mee in de campagne voor de verkiezingen of met het organiseren van een evenement. Ze voelen zich sterk verbonden met de Jobbik-partij en komen hier ook voor uit. Eszter vertelt dat ze nooit naar iemand zijn of haar politieke mening zou vragen: Dit is een taboe in Hongarije. Mensen interesseren zich niet in politiek en reageren negatief als je vertelt dat je je er mee bezighoudt. Ze zeggen dat politici stelen en liegen. Dat vind ik jammer. Ik weet eigenlijk van niemand op de universiteit waar ze op stemmen. Ik ben niet zo brutaal om daarnaar te vragen. Maar van de Jobbik-stemmers weet ik het wel, die zijn er heel open over. Ze zijn niet bang om uit te komen voor hun politieke mening. Alle respondenten spreken met trots over hun band met de Jobbik-partij. De identificatie met de partij biedt hen een groepsgevoel en gaat gepaard met activiteiten binnen een bredere subcultuur. 4.4.a Rockbands, de zaterdagschool en buttons van een Groot-Hongarije Barnabás luistert naar zijn docent en schrijft in zijn kladblok op wat hij voor het volgende college Hongaars protestantisme moet hebben gelezen. Hij zit rechts achterin de collegezaal en draagt een zwarte spijkerbroek, een leren jack en een Tshirt van de Hongaarse rockband Kárpátia. Op zijn jack draagt hij een speld van het nationale wapen en om zijn arm hangt een rood-wit-groene armband. Zelfs zijn pen heeft de kleuren van de Hongaarse vlag.
56
Na afloop van het college vertelt Barnabás hoe hij zich rond zijn zestiende begon te interesseren voor de nationalistische subcultuur die ‘Hungarista’ wordt genoemd23. Hij begon naar Hongaarse nationalistische rockmuziek (Magyar Nemzeti Rock) te luisteren. Hij noemt onder andere de band Kárpátia en Romantikus Erőszak, een band die nummers maakt zoals 100 % Magyar (100% Hongaar) en Lesz még Erdély (Transsylvanië komt nog). Later begon hij ook de bijbehorende kleren te dragen: Ik weet nog precies wanneer ik mijn eerste T-shirt van Nemzeti Rock kocht, dat was in november 2008. Welke dag het was weet ik niet, maar dat kan ik voor je opzoeken, ik heb het bonnetje bewaard. Dit zijn belangrijke data voor mij. Ik wist dat ik toen een belangrijke weg insloeg voor mijn identiteit.[...] Ik vind het heel belangrijk om deze kleren te dragen. Het laat zien wat voor ideeën ik heb.
De buttons op Barnabás zijn jas. Eigen beeldmateriaal.
23
Skinheads kunnen zichzelf ‘Hungaristen’ noemen, maar ook de studenten affiliëren zich met de Hungarista subcultuur. De subcultuur is dan ook erg breed: “some of them are affiliated to skinheads but the majority of them don’t take on their appearance and they even distinguish themselves from them. Nevertheless Hungarists don’t poses a uniform look, it’s rather some small details that give them a similar appearance while their most important group formation factor is their philosophy”. (Cooper, Eördögh, Retter, Szabó, 2009, p. 6).
57
Barnabás krijgt veel verschillende reacties op zijn kleding: Mensen zien door mijn kleding precies wat ik uitdraag, dus daar kunnen ze dan ook op reageren. Sommige mensen reageren niet, of negatief. Zigeuners hebben mij wel eens voor racist uitgemaakt. Als ik snel ergens moet zijn en over straat loop ga ik daar niet op in, maar als ik bijvoorbeeld bij de bushalte sta te wachten wel. Dan zeg ik: “Denk maar goed na over dat woord, wat dat betekent, waar je het eigenlijk over hebt. En bedenk ten tweede waar dat ‘racisme’ vandaan zou komen, dat komt niet uit het niets...” Maar ik heb ook vrienden gekregen door mijn kleren! Sommige mensen met de zelfde ideeën dragen niet zulke T-shirts, maar zien wel dat ik ze draag en herkennen dan een gemeenschappelijkheid. Barnabás ontmoette ook nieuwe mensen via de Jobbik-partij: Vooral in 2006 ben ik geïnteresseerd geraakt in de Jobbik24. Ik ben er niet direct bijbetrokken geraakt maar ging er toen wel meer over lezen. Ik ging het nieuws volgen op barikad.hu en kuruc.info. Vanaf zes december 2009 ben ik echt met ze in contact geraakt. Toen werd ik lid van de jongerenafdeling van de Jobbik in Tatabánya. Ze vroegen of ik mee wilde doen. Nu ben ik voorzitter geworden. Elke week hebben we een vergadering. We bespreken dan onze activiteiten en financiën en maken notulen, al dat soort zaken, je weet wel hoe dat gaat. En we helpen bij campagnes. Maar we hebben ook tijd om leuke dingen te doen, we gaan vaak wat drinken of naar concerten. Barnabás zijn voorkeur voor de Jobbik-partij komt mede voort uit een interesse in de nationalistische subcultuur die Hungarista wordt genoemd. Het geeft niet alleen invulling aan zijn politieke ideeën, maar biedt hem ook een groep waarmee hij zich kan identificeren. Ook voor andere respondenten is het stemmen op de Jobbik-partij deel van een bredere levensstijl. Zo is Eszter net als Barnabás en een paar andere studenten een regelmatige bezoekster van de Hongaarse rockbands; Ákos vindt zijn 24
in 2006 lekte de speech van Gyurcsány uit en vonden er demonstraties plaats tegen de socialisten. Veel studenten geven aan zich dat deze gebeurtenissen hen overhaalden om zich bij de Jobbik-partij aan te sluiten, zie hoofdstuk twee.
58
gemeenschap meer via zijn interesse in de geschiedenis en het Midden-Oosten en bezoekt regelmatig Turkse filmavonden, de zaterdagschool en de Kurultaj organisatie. De ‘neonazi-subcultuur’ die in de media vaak worden geassocieerd met de partij is niet populair onder de studenten. Szuszanna vertelt over deze groep Jobbik-stemmers: Dat zijn mensen die niet goed nadenken en niet realistisch zijn. Ze zien geen oplossingen en gaan dan maar roepen dat de zigeuners doodgemaakt moeten worden. Ik probeer kinderen die dit doen altijd op het matje te roepen. Dan zeg ik: luister sjannie, haal eens snel dat hakenkruis van Facebook af, want dat is niet de beodeling. Vaak weten de kinderen helemaal niet waar dat soort dingen over gaan, daar denken ze niet over na. Dan vertel ik hun dat het verschrikkelijk is wat er toen gebeurd is, dat hij als jongetje met donker haar net zo goed in die rij had kunnen staan met andere Joden die zijn vermoord. Volgens Tamás, een student Geschiedenis en Hongaars aan de Károli Gáspár Universiteit is de aanhang van de Jobbik-partij erg divers: Je kan ze niet allemaal onder een kam scheren. Natuurlijk heb je een extremere groep die deel is van de Jobbik, maar andersom zijn ze niet allemaal zo: ik zit hier toch ook niet met legerkistjes aan en een kale kop?! Je kan wel een beeld schetsen van een achterban. Jongeren die op de LMP25 stemmen zijn vaak liberale, urbane mensen die nog nooit de stad uit zijn geweest, het niet gek vinden om drugs te gebruiken en seksueel ook andere ideeën hebben... Maar je kan nergens één subcultuur aan verbinden, ook onder de LMP’ers zijn vast conservatieven. Ik kan er trouwens niet veel over zeggen want ik ken ze niet. Ondanks deze uitspraak vervalt ook Tamás in stereotypen wanneer hij zijn voorkeur voor de extremisten uitspreekt om de politiek te sturen: 25
De LMP, ofwel Lehet Más a Politika (Politiek Kan ook Anders) is een tweede, nieuwe partij in
Hongarije die veel stemmen van jongeren trekt. De LMP werd opgericht door een groep jonge activisten uit diverse NGO’s zoals Amnesty International, Greenpeace, Oxfam Novib en anti-corruptie NGO’s. Het is een groene, pro-democratische partij die 7.5 procent van de stemmen kreeg in de parlementsverkiezingen van 2010 (Leigh, 2010).
59
Je ziet wel dat ze sterk zijn en er met hen een toekomst valt op te bouwen. Terwijl, wat zie je in een LMP-er? Het lijkt wel alsof ze bijna uit elkaar vallen omdat ze zo slappig zijn, snap je wat ik bedoel? Dat is toch niet wat de toekomstige politiek gaat sturen?! 4.4.b Opgenomen in een zinvol verband Veel van de studenten stemmen niet alleen op de Jobbik-partij, ze voelen zich als Jobbikers (Jobbikosok) ook deel van de partij en de verschillende gemeenschappen waarin de ideologie van de partij een belangrijke rol speelt. De stem op de partij lijkt samen te vloeien met diverse uitingen van de nationalistische subcultuur. Barnabás en Ákos vertellen welke waarde dit voor hen heeft.
Barnabás (links) en Ákos in hun favoriete kebabtent vlakbij de ELTE universiteit. Eigen beeldmateriaal.
Voor Barnabás betekent het heel veel om ‘Jobbiker’ te zijn. Hij vertelt dat het is een belangrijk deel is geworden van zijn identiteit en van zijn leven: Het is heel, heel belangrijk voor mij dat ik Jobbikos ben. Het is bijna helemaal samengevloeid met mijn Hongaarse identiteit. De mensen die mij ook maar een
60
klein beetje kennen weten dat ik Jobbikos ben, wat natuurlijk ook te zien is aan mijn kleding. De jongerenorganisatie in Tatabánya zou ik een vriendengroep noemen. Ik heb er echt goede vrienden aan over gehouden, de meeste leden ontmoet ik elke week. Je krijgt echt het gevoel dat je ergens bij hoort. In dat opzicht helpt de Jobbik die mensen een gemeenschap vinden, die in de huidige wereld hun plek niet vinden maar een sterke band met Hongarije hebben. Ja, toen ik nog niet bij de Jobbik hoorde had ik achteraf gezien het gevoel dat ik alleen was en nergens bij hoorde. Gelukkig heeft de Jobbik dit veranderd. Barnabás wil niet veel vertellen over de eenzaamheid die hij voelde voordat hij bij de Jobbik-partij hoorde, maar geeft wel aan dat hij zeker weet dat hij niet de enige is “die zich ook in zijn twintiger jaren eenzaam voelt.” Ook Ákos denkt dat veel jongeren in Hongarije eenzaam zijn. Hij vertelt dat er voor jongeren bijna geen buitenschoolse activiteiten zijn waar je aan deel kan nemen of groepen waarbij je je kan aansluiten: “Volgens mij zijn er heel weinig verenigingen. Je hebt de christelijke vereniging maar ik ken niemand die daar lid van is, niemand kent die organisatie”. Een gebrek aan gemeenschapsgevoel bestaat volgens Ákos niet alleen onder jongeren: het komt voor onder de gehele bevolking van Hongarije, vertelt hij in een chatgesprek op Facebook. Volgens hem is het een heel groot probleem dat er geen gemeenschapsgevoel is in Hongarije: Veel mensen hebben het gevoel dat ze alleen zijn. Ze hebben geen groep waarmee ze hun problemen kunnen delen. Ze zijn eenzaam en worden naar binnen gekeerd. Wist je dat binnen Europa in Hongarije de meeste depressieve mensen leven? De economische situatie is slecht, de mensen zijn arm, de veiligheidssituatie is slecht en niemand beschermt ze. Ze zien geen uitweg en worden alcoholist of raken verslaafd aan drugs. Of ze plegen zelfmoord. Dit wordt volgens Ákos steeds erger in de huidige wereld: “ Waar je ook om je heen kijkt zie je dat het directe contact tussen mensen steeds minder wordt, dat de mens steeds individualistischer wordt en niet meer deel is van een groter geheel.” Jobbik probeert deze gemeenschappelijkheid volgens Ákos terug te vinden. De partij is voor hem meer dan een partij, het voelt als een soort familie. De politici maken veel contact met de achterban en Ákos heeft het gevoel dat de partijleden heel dichtbij hem
61
staan: “Bij de Jobbik heeft de mens het gevoel dat hij thuis is. Je hebt allemaal mensen om je heen die precies zo denken als jij en het zelfde willen bereiken.” Na een lang gesprek op Facebook moet Ákos weer verder studeren. Maar voordat hij de online gemeenschap verruilt voor zijn bureau in zijn kamer op de campus van de ELTE Universiteit in Hongarije, het land waar hij zo veel van houdt, neemt hij afscheid met de volgende woorden: “We zijn er voor elkaar. We strijden voor elkaar. Ook voor jou, een Betere Toekomst!:-)” 4.4.c Deelconclusie De Jobbik-partij biedt jongeren niet alleen een politieke ideologie maar ook een gevoel van collectiviteit. Middels vele lokale afdelingen die bijeenkomsten en herdenkingen organiseren, probeert de Jobbik een gemeenschap te creëren die grote waarde hecht aan vaderlandsliefde. Maar de partij heeft ook raakvlakken met een subcultuur waar de respondenten op verschillende manieren aan deelnemen. Ze hechten hier grote waarde aan in een tijd die zij als individualistisch ervaren: Therefore today, the extreme right does not only provide the supporters of radical right thoughts with a political community, but it also provides a complete philosophy and opportunities to rebel. By doing so, it easily becomes a fashion statement appealing primarily to the youth. (Gimes et al., 2008, p. 4)
Graffiti van de Jobbik-partij op een lantaarnpaal. Eigen beeldmateriaal.
62
5. Eindconclusie In dit concluderende hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek samengevat waarna een koppeling wordt gemaakt met het theoretische kader. Vervolgens worden in de discussie kanttekeningen bij het onderzoek geplaatst en suggesties gedaan voor verder onderzoek. 5.1
Conclusie
5.1.a Samenvatting resultaten In dit explorerende onderzoek is door middel van interviews en literatuuronderzoek in kaart gebracht waarom een aantal studenten in Boedapest zich met de Jobbik-partij identificeert. De studenten zijn vaak negatief over de sociaal-economische situatie in Hongarije: ze zijn bang dat ze geen baan op niveau zullen vinden, ergeren zich aan de dominantie van internationale multinationals in de Hongaarse economie en de werkloosheid en criminaliteit onder de Roma-minderheid. De problemen zijn volgens de studenten niet verbeterd sinds Hongarije tot de Europese Unie is toegetreden. De Jobbik-partij stelt dat de economische problemen grotendeels veroorzaakt zijn door afhankelijkheid van buitenlandse (onder andere Joodse) actoren en belooft de belangen van de natie voorop te stellen. Op deze manier biedt de Jobbik de studenten een duidelijke boodschap en belooft een beter toekomstperspectief. De Jobbik-partij wil niet zomaar verandering teweegbrengen, maar radicale verandering. Volgens de partij is de transitie naar het kapitalisme nooit afgemaakt en bezetten veel (ex-) communisten belangrijke politieke posities. De partij zegt een nieuwe en jonge partij te zijn die de revolutie tegen de ‘communisten’ (‘socialisten’) af wil maken en een einde wil maken aan de corruptie van deze politici. Volgens de studenten worden de ‘links liberalen’ vooral gesteund door de oudere generatie die terugverlangt naar de stabiliteit onder het communisme. Daarnaast stellen zij dat deze socialisten de media met links liberale, westerse ideeën indoctrineren. De studenten vinden in de partij een manier om zich hiertegen af te zetten. De studenten zijn middels de Jobbik-partij niet alleen verwikkeld in protest, maar ook in een zoektocht naar de echte, Hongaarse identiteit. Volgens de Jobbik is Hongarije in het verleden te vaak de speelbal geweest van grotere krachten. De partij zoekt dan ook in de Hongaarse geschiedenis naar gebeurtenissen en symbolen die de
63
kracht van het Hongaarse volk bevestigen. De studenten geven aan hier grote waarde aan te hechten, al helemaal nu Hongarije als jonge lidstaat van de Europese Unie opnieuw ‘slechts’ een onderdeel van een groter geheel lijkt zijn. Ze integreren deze ‘missie’ dan ook op een actieve manier in hun leven, bijvoorbeeld middels hun studie of nevenactiviteiten. Naast betekenisgeving op nationaal niveau vinden de jongeren middels de Jobbik-partij een lokale gemeenschap waar zij zich bij kunnen scharen. De identificatie met de partij is deel van de identificatie met een bredere nationalistische subcultuur. De respondenten geven hier middels hun studiekeuze, kledingstijl of muzieksmaak op verschillende manieren uiting aan. 5.1.b Koppeling aan bestaande theorieën De Hongaarse casus laat zien hoe studenten in Boedapest betekenis geven aan hun maatschappelijke situatie door zich met de Jobbik-partij en de bijbehorende subcultuur te identificeren. Deze kennis is op zichzelf al waardevol. De relevantie van de casus wordt nog groter door haar in het kader van de bestaande theorieën te plaatsen. Het onderzoek is niet bedoeld om deze theorieën te toetsen, maar kan wel aangeven welke gebreken er bestaan en hoe deze aangevuld kunnen worden. 5.1.b.1 Verliezers van de modernisering? De moderniseringstheorie geniet veel aanhang in het onderzoek naar populistisch radicaal-rechtse partijen. Volgens deze theorie is de opkomst van de partijfamilie te relateren aan processen van modernisering (Mudde, 2007). Alhoewel het onderzoek uit deze scriptie gericht is op microniveau, wordt uit de contextuele informatie duidelijk dat de groei van radicaal-rechtse sentimenten plaatsvindt in een jonge democratie die slechts twintig jaar geleden de omwenteling naar het kapitalisme heeft gemaakt. Zoals in diverse theorieën naar voren komt, blijkt de politieke en economische crisis een rol te spelen en komt de steun voor de partijfamilie deels voort uit onzekerheid als gevolg van macro-ontwikkelingen (Mudde, 2007). Uit de verhalen van de studenten wordt duidelijk dat de Jobbik-partij hen een stem biedt tegen uitgebleven vooruitgang in de sociaal-economische situatie sinds de transitie naar het kapitalisme en de toetreding tot de Europese Unie: volgens Marcell beschrijft de term corporatocracy de machtsverdelingen en belangen die worden nagestreefd in Hongarije; Dénes denkt dat de economische problemen deels bepalen waarom
64
studenten op de Jobbik-partij stemmen. De sentimenten kunnen worden verhelderd door te verwijzen naar het concept tunneleffect van Albert Hirschmann: Defined as a period during which citizens in countries undergoing economic restructuring will endure hardship with the promise of a better life to come. As the tunnel effect fades, people will come to feel that their suffering and deprivation was for nothing, and may search for alternatives to the current social and political system. (Weaver, 2001, p.1) Het bovenstaande in acht nemend, kan gesteld worden dat de moderniseringstheorie en gerelateerde hypothesen door de Hongaarse casus worden bevestigd. De casus toont echter ook haar gebreken. Aanhangers van de moderniseringstheorie zoals Frans Decker (2004), Michael Minkenberg (1998) en Hanz-Georg Betz (1994) stellen dat radicaal-rechtse partijen aantrekkelijk zijn voor de ‘verliezers van de modernisering’. Deze verliezers bezitten niet over het (cultureel) kapitaal en de vaardigheden die nodig zijn om om te kunnen gaan met snelle economische en sociaal-culturele modernisering (Rydrgen, 2007, p. 248). Vooral mensen met een laag niveau van formele educatie en een positie binnen de arbeidersklasse zouden hierdoor ontvankelijk zijn voor populistisch radicaal-rechtse sentimenten (Arzheimer & Carter, 2010, p. 421). In deze hypothese wordt een aantal zaken over het hoofd gezien die de Hongaarse casus kan verhelderen. De achterban van de Jobbik-partij wordt voor een groot deel gevormd door arme, laaggeschoolde arbeiders uit het noordoosten van Hongarije (Nagy & Róna, n.d.). Ook hoogopgeleide jongeren uit de stad blijken echter ontvankelijk zijn voor radicaal-rechtse sentimenten. Theorieën die stellen dat educatie de ontwikkeling van democratische en tolerante waarden stimuleert en daarmee de ontvankelijkheid voor radicaal-rechtse sentimenten vermindert (Mudde, 2007), zijn dan ook niet in elke context geldig. De Hongaarse casus is hierin geen uitzondering: “[..]And indeed, university students in Romania and through-out the world have historically been responsive to, if not at the forefront of, nationalist movements” (Fox, 2004). Nog steeds kan men beargumenteren dat de studenten die zich met de Jobbikpartij identificeren als ‘verliezers van de moderniteit’ moeten worden gezien. Ze leven immers in een land dat sinds de transitie naar het kapitalisme, maar ook sinds de 65
toetreding tot de Europese Unie, veel economische problemen ondervindt. De studenten hebben in deze context weinig mogelijkheden om te profiteren van de modernisering. Toch gaat men hiermee nog steeds voorbij aan een deel van de realiteit. Naar aanleiding van het verhaal dat in dit onderzoek gepresenteerd is, kunnen de studenten geen verliezers genoemd worden. De studenten protesteren middels de Jobbik-partij tegen de dominantie van het West-Europese kapitalisme en ‘gedachtegoed’, maar vooral tegen de manier waarop zij gedurende de geschiedenis en ook in het heden naar eigen mening ‘in een hoekje worden gedrukt’. De studenten geven aan in de Jobbik een nieuw geluid te vinden, een stem voor radicale verandering die volgens hen in Hongarije te lang is uitgebleven. Nieuwe media worden gebruikt om ideeën te delen en te verspreiden. De studenten zijn vaak de eerste in de familie die op de partij stemt, een feit dat ingaat tegen het idee dat de denkbeelden van de familie de politieke keuze grotendeels bepalen (Mudde, 2007). De studenten komen openlijk uit voor hun denkbeelden en zijn politiek erg actief: Szuszanna heeft haar verleden omgezet in een politieke carrière en zet zich niet alleen in om de door haar ervaren ‘zigeunercriminaliteit’ te bestrijden, maar ook om middels de Jobbik-jongerenorganisatie de jeugd in aanraking te brengen met belangrijke historische gebeurtenissen uit de Hongaarse geschiedenis; Ákos probeert middels zijn studie Turks en Geschiedenis en zijn activiteiten binnen de zaterdagschool en Kurultaj organisatie op zoek te gaan naar de afkomst van de Hongaren om zo in het heden een versterkte relatie met het Midden-Oosten te kunnen legitimeren; Jószef, een PhD student politicologie aan de Corvinus universiteit bestudeerd zelf Euroscepticisme en de opkomst van populistisch radicaal-rechts in Europa en wil carrière maken binnen de universiteit. Ook andere studenten integreren hun politieke denkbeelden in hun dagelijkse activiteiten. De passieve connotatie die het woord ‘verliezer’ oproept, is dan ook niet op zijn plaats. 5.1.b.3 De verschillende gezichten van radicaal-rechts Het zou niet volstaan om te beweren dat de stem van de studenten op de Jobbik-partij een ‘lege’ proteststem van verliezers is. Naast theoretici die menen dat mensen op populistisch radicaal-rechtse partijen stemmen uit protest, zijn er ook theorieën ontwikkeld waarin wordt gesteld dat de radicale denkbeelden op zichzelf aantrekkelijk zijn: mensen stemmen op radicaal-rechtse partijen vanwege de uitgangspunten van de partij. Deze argumentatie is toepasbaar op de Hongaarse 66
casus. De studenten hebben een genuanceerde mening over de inhoudelijke standpunten van de Jobbik-partij en zijn hier in het dagelijks leven actief mee bezig. Ze verzetten zich tegen de dominantie van grootmachten die de Hongaren naar hun mening economisch maar ook cultureel in een hoek hebben gedrukt en voelen zich sterk verbonden met de nationalistische standpunten van de partij. Ze proberen de Hongaarse identiteit niet alleen te begrenzen door zich af te zetten tegen Romaminderheid die volgens hen voor grote problemen zorgt in het land26, maar proberen ook actief invulling te geven aan de Hongaarse identiteit. Het verlangen om dit te doen kan slechts begrepen worden door de contextuele situatie in kaart te brengen. In het onderzoeksveld bestaat de hypothese dat populistisch radicaal-rechtse partijen veel steun vinden in gebieden waar door de socialiserende werking van vorige regimes autoritaire denkbeelden zijn ontwikkeld (Mudde, 2007). Of deze causale relatie in Hongarije aanwezig is, kan uit dit onderzoek niet worden opgemaakt. Duidelijk is wel dat het communistische verleden een rol speelt in de betekenisgeving aan de Hongaarse identiteit waar de jongeren in betrokken zijn. Ze menen dat de breuk met het communisme nooit is voltooid. De politieke elite bestaat volgens hen nog voor een groot deel uit oud-communisten (‘socialisten’) die (middels corruptie) het belang van de natie verwaarlozen en de media indoctrineren met hun kosmopolitische en liberale gedachtegoed. Door dit te stellen vindt tevens verzet plaats tegen westerse waarden: de studenten willen niet vervallen in het verlangen naar het verleden van de oudere generatie, noch zich ontwikkelen tot een slechte kopie van het Westen. Katalin vertelt dat zij zich op haar plaats voelt als ze omgeven is met nationalistische symboliek en vindt in de zoektocht naar de Hongaarse identiteit van de partij een manier om zich af te zetten de ‘bevooroordeelde en liberale’ cultuur die de Hongaarse media volgens haar domineert. De Hongaarse casus verheldert op welke manier radicaal-rechts in OostEuropa een respons kan zijn op het verleden maar ook op de positie van de regio in het heden. Duidelijk wordt dat radicaal-rechtse partijen en sentimenten in Oost-en West-Europa grote verschillen kunnen vertonen.
26
Focussend op dit aspect zou men de stem op de Jobbik-partij op kunnen vatten als een reactie op de ervaren ‘etnische dreiging’ (Mudde, 2007) voor de Hongaarse identiteit en de sociaal-economische stabiliteit van het land.
67
De culturele dimensie van de aanhang van populistisch radicaal-rechts komt niet alleen tot uiting in de zoektocht naar de nationale identiteit. De identificatie met de Jobbik-partij is deel van de identificatie met een bredere nationalistische subcultuur op lokaal niveau waar door de studenten op verschillende manieren uiting aan wordt gegeven. Sommige studenten doen dit middels hun kledingsstijl en sieraden, anderen bezoeken nationalistische rockbands, of vinden de nationalistische gemeenschap binnen hun studie: “[...]people draw on a variety of discursive, cultural and experimential recourses in formulating and expressing their views on diverse political topics” (Fox, 2004, p. 367). Er bestaat te weinig inzicht in de verschillende sociale groepen die de aanhang van radicaal-rechtse partijen vormen. Door de beeldvorming in de media en het benoemen van de achterban als ‘verliezers van de moderniteit’ ontstaat in het publieke discours een beeld van een gezichtsloze, gevaarlijke massa die op radicaalrechtse partijen stemt. “It is uncommon to take into account the cultural dimension of extreme right-wing parties and the different ways in which party members experience their political involvement” (Dechezelles, 2008, p. 373). Door het verhaal van studenten in Boedapest te tonen worden de verschillende gezichten weergegeven die zich achter radicaal-rechtse bewegingen kunnen bevinden.
5.2
Discussie
5.2.a kanttekeningen bij het onderzoek Met dit onderzoek is inzicht verworven in de redenen voor de identificatie van studenten in Boedapest met de Jobbik-partij. Hiermee is de invloed van de context op de specificiteit van deze identificatie weergegeven en benadrukt dat de aanhang van radicaal-rechts erg divers kan zijn. Er kunnen naar aanleiding van dit onderzoek geen generaliserende uitspraken worden gedaan over studenten in het algemeen, of in Hongarije of Boedapest. Dit is niet het doel van kwalitatief onderzoek. De manier waarop de respondenten zijn bereikt kan echter wel invloed hebben gehad op de gegevens die zijn verkregen. Er is getracht een zo divers mogelijke groep te spreken van zowel mannen als vrouwen die verschillende studies doen op de hogeschool of universiteit. De studenten zijn via twee netwerken- de Jobbik-partij zelf en een respondent zijn kennissenkring- bereikt, waarin een bepaalde achtergrond kan
68
domineren. De kans dat de studenten die via de Jobbik-partij zelf zijn bereikt politiek actief zijn, is bijvoorbeeld groot. Door de respondenten via meerdere ‘sneeuwballen’ te bereiken, is getracht de invloed van deze voorselectie te minimaliseren. Een tweede kanttekening is dat de mogelijkheid bestaat dat de respondenten politiek correcte antwoorden hebben gegeven. Vooral de studenten die via de Jobbikpartij zelf zijn bereikt, hebben wellicht hun steun voor de partij willen uiten en zich niet helemaal vrij gevoeld om open te zijn over hun relatie met de partij en haar gedachtegoed. Deze kans wordt vergroot aangezien de studenten en de partij het onderzoek als een mogelijkheid kunnen zien om hun boodschap in het buitenland uit te dragen. Dit kan nooit helemaal voorkomen worden. Door respondenten ook via een tweede weg te bereiken is echter getracht deze invloed te minimaliseren. Het is van groot belang om nogmaals te benadrukken dat met dit onderzoek slechts één van de gezichten van de achterban van de Jobbik-partij is belicht. De aanhang van de Jobbik-partij is divers en wordt niet alleen gevormd door hoger opgeleide jongeren maar ook door lager opgeleiden, mensen die in de stad leven of op het platteland, in de landbouw werken of afkomstig zijn uit de arbeidersklasse, etc. Binnen de geïnterviewde groep werd al duidelijk dat de jongeren op verschillende manieren de link leggen tussen de identificatie met de Jobbik-partij en een bredere nationalistische subcultuur. Jongeren die op het platteland leven en andere educatie hebben gehad zullen dit wellicht op een andere manier doen. Jezelf uiten middels symboliek die door neonazi’s wordt gebruikt is één van deze manieren. Deze is echter deel van een breed scala van uitingswijzen en zeker niet representatief voor de gehele achterban van de Jobbik-partij. 5.2.b Suggesties voor verder onderzoek Aan de hand van de bevindingen uit dit onderzoek kunnen suggesties worden gedaan voor verder onderzoek. Allereerst zou het interessant kunnen zijn om het onderzoek omtrent de zelfde casus uit te breiden. In dit onderzoek is het perspectief van de studenten in kaart gebracht. De focus kan echter ook gelegd worden op de externe factoren die identificatie met de Jobbik-partij bevorderen: welke rol speelt het publieke discours in Hongarije, waarin de radicaal-rechtse ideologie steeds meer lijkt te normaliseren (Gimes et al, 2008)? Wat is de invloed van de socialisatie binnen het onderwijssysteem in Hongarije? Aan de andere kant kan de stelling omtrent de onjuistheid van het woord ‘verliezer’ getoetst worden door niet alleen met de 69
studenten te praten maar voor langere tijd etnografisch onderzoek te doen waarin de handelingen en activiteiten van de studenten worden bestudeerd. Om het onderwerp crossnationaal te maken, kan onderzoek worden gedaan in meerdere voormalig communistische landen om in kaart te brengen welke overeenkomsten en verschillen er zijn in de identificatie van hogeropgeleiden met radicaal-rechtse sentimenten. Deze vergelijking kan ook met West-Europa worden gemaakt. Men zou ervoor kunnen kiezen om de identificatie van lager- en hogeropgeleiden met radicaal-rechtse sentimenten te vergelijken: spelen de zelfde motivaties een rol? Belangrijk is echter om zich te allen tijde bewust te zijn van het belang van diepgaand kwalitatief onderzoek. Grootschalig kwantitatief onderzoek is erg relevant en de ontwikkeling van bepaalde categorieën kan belangrijk zijn om een situatie in kaart te kunnen brengen. Uit dit onderzoek is echter niet alleen gebleken dat verschillende theorieën vaak tegelijkertijd toepasbaar zijn op een situatie, maar ook dat de complexiteit van een situatie snel over het hoofd kan worden gezien als de grip op de context verloren gaat en denken in categorieën zoals ‘de verliezers van de moderniteit’ de overhand krijgt. De sociaal-culturele dimensie van radicaal-rechts en de diversiteit hiervan kan zo over het hoofd worden gezien, terwijl dit een belangrijke rol kan spelen in de motivatie om aansluiting te zoeken bij radicaal-rechtse bewegingen.
70
6. Literatuurlijst Ablonczy, B. (2010, 1 april). Jobbik vaart wel bij anti-Roma sentimenten. Presseurop. Geraadpleegd op 22 september 2010, via http://www.presseurop.eu/nl/content/article/223201-jobbik-vaart-wel-bij-anti-romasentimenten Arzheimer, K. & Carter, E. (2006). Political opportunity structures and right-wing extremist party succes. European Journal of Political Research, 45, 419-443. Background Note: Hungary. (2010, 7 oktober). U.S Department of State. Geraadpleegd op 14 februari 2011, via http://www.state.gov/r/pa/ei/bgn/26566.htm Bálint, F. (2010, 13 maart). Nem értenek szót a fiatalokkal a parlamentben hadakozó pártok. Origo. Geraadpleegd op 1 november2010, via http://www.origo.hu/itthon/valasztas2010/kampanynaplo/20100312-fiatalok-ifjusagiszervezetek-a-kampanyban.html Balogh, E. S. (2009, 1 mei). Csurka, István. Hungarian Spectrum. Geraadpleegd op 3 mei 2011, via http://esbalogh.typepad.com/hungarianspectrum/csurka-istván/ Balogh, L. (2009). Interethnic Conflict and Violence in Contemporary Hungary: Context and Morphology of Violent Incidents Between Roma and Non-Roma (Master thesis). CEU eTD Collections. Geraadpeegd op 20 december 2010, via http://www.etd.ceu.hu/2009/balogh_lidia.pdf Bilefsky, D. (2010, 25 april). Socialists in Hungary are Ousted in Elections. The New York Times. Geraadpleegd op 15 januari 2010, via http://www.nytimes.com/2010/04/26/world/europe/26hungary.html?_r=2 Bornman, E. (2003). Struggles of identity in the age of globalisation: Searching for anchors that hold. Communicatio: South African Journal for Communication Theory and Research, 45, 419-443. Bukodi, E. & Róbert, P. (2002). The Effects of the Globalization Process on the Transition to Adulthood in Hungary. (Globalife Working Paper 27). OpenSILGE System for Information on Grey Literature in Europe. Geraadpleegd op 15 januari 2011, via http://opensigle.inist.fr/handle/10068/85951 Cooper, J., Eördögh, Z., Retter, V. & Szabó, E. (2009).What you see is what you get? Subcultures among the university age group. OmnicomMediaGroup. Verkregen op 5 mei 2011, via http://www.omnicommediagroup.hu/wpcontent/uploads/sonar____what_you_see_is_what_you_get___research_report__2009 1.pdf Contact us. (n.d.). Jobbik.com. Geraadpleegd op 12 februari 2011, via http://www.jobbik.com/en_contactus.html Csepeli, G. & Vági, Z. (2010, 9 december). Magyarország 2010: amit kudarcokról, tragédiákról, nácikról gondolunk - Szélsőjobbra át? Magyar Narancs. Verkregen op 71
20 januari 2011, via http://www.mancs.hu/index.php?gcPage=/public/hirek/hir.php&id=22741 Dechezelles, S. (2008). The Cultural basis of Youth Involvement in Italian Extreme Right-wing organisations. Journal of Contemporary European Studies, 16(3), 363375. De Koning, M. (2010a, 9 april). Hongaarse jeugd geeft rechts vleugels; Doorbraak van radicale partij Jobbik voorspeld bij parlementsverkiezingen van zondag. NRC Handelsblad, p.4. De Koning, M. (2010b, 29 december). EU krijgt ‘dictatoriale’ voorzitter. NRC Handelsblad, p.1. De Koning, M. (2011, 30 april). Milities intimideren de Hongaarse Roma met kampen en patrouilles. NRC Handelsblad, p.14. Employment: Hungary is the tail-ender of the EU. (2011, februari). The Baltic Course. Geraadpleegd op 15 januari 2011, via op http://www.balticcourse.com/eng/analytics/?doc=37631 FACTBOX-Key economic problems facing Hungary's next government. (2010, 11 februari). Reuters. Geraadpleegd op 20 maart 2011, via http://www.reuters.com/article/2010/02/11/hungary-elections-economyidUSLDE61A0M420100211 Fox, J. E. (2004). Missing the Mark: Nationalist Politics and Student Apathy. East European Politics and Societies, 18, 393-393. Fidesz: Can the struggle with Jobbik be won? (2010, 1 october). RiskandForecast. Geraadpleegd op 15 maart 2010, via http://riskandforecast.wordpress.com/2010/10/01/fidesz-can-the-struggle-with-jobbikbe-won/ Gábor, C. (2010). A Jobbik útja: egy hajdani ifjúsági szervezet a Parlament küszöbénél. Népsabadság online. Geraadpleegd op 15 januari 2010, via http://www.nol.hu/belfold/20100403-jottek_elegen Gedachtegoed. (2010). In Encyclo, online encyclopedie. Geraadpleegd op 1 november 2010, via http://www.encyclo.nl/begrip/GEDACHTEGOED Gimes, G., Juhász, A., Kiss, K., Kréko, P. & Somogyi, Z. (2008). Prejudices and the Extreme Right in Hungary, 2008. Budapest: Political Capital Institute. Granville, J. (2007). Review of Roger Gough, A Good Comrade: Janos Kadar, communism and Hungary. The American Historical Review, 112 (4), 1280-1283. Halmai, G. (n.d.). (Dis)possessed by the Spectre of Socialism. Nationalist Mobilization in “Transitional” Hungary. In Halmai, G. & Kalb, D. (Eds.),
72
Headlines of Nation, Subtexts of Class. Working class Populism and the Return of the Repressed in Neoliberal Europe. (not yet published). Hungary: Rioters attack TV station. (2006, 18 september). CNN World. Geraadpleegd op 12 februari 2011, via http://articles.cnn.com/2006-0918/world/hungary.riots_1_prime-minister-ferenc-gyurcsany-protests-president-laszlosolyom?_s=PM:WORLD IMF staakt missie Hongarije om twijfel begroting. (2010, 19 juli). NRC Handelsblad, p.9. International News: Jobbik Advance Continues. (2011, 4 november). British National Party. Geraadpleegd op 15 mei 2011, via http://www.bnp.org.uk/news/internationalnews-jobbik-advance-continues Israeli President: We are buying up Manhattan, Poland and Hungary. (2009, 12 november). Mathaba.net. Geraadpleegd op 2 mei 2011, via http://www.mathaba.net/news/?x=570735 Isten hozta a JOBBIK Magyarországért Mozgalom. (n.d.) Jobbik Hetyefő. Geraadpleegd op 15 mei 2011, via http://www.jmmhetyefo.eoldal.hu/ Jobbik- The Movement For a Better Hungary (n.d.). Website Jobbik. Verkregen op 12 december 2010, via www.jobbik.com Jobbik: Europe reverberates the media law instead of the Hungarian people’s problems. (2011, 13 januari). Jobbik.com. Geraadpleegd op 14 februari 2011, via http://www.jobbik.com/hungary/3194.html Jobbik Magyarországért mozgalom. (2010). Radikális változás. A Jobbik országgyűlési választási programja a nemzeti önrendelkezésért és a társadalmi igazságosságért. Budapest: Author. Juhasz, A. (2010, 19 september). A „cigánybűnözés” szó politikai karrierje. Political Capital. Geraadpleegd op 10 november 2010, via http://www.politicalcapital.hu/blog/?p=1937578 Kinnval, C. (2004). Globalization and Religious Nationalism: Seld, Identity, and the Search for Ontological Security. Political Psychology, 25(5), 741-767. Kurultaj, (n.d.). Website Kurultaj. Verkregen op 15 maart 2011, via http://kurultaj.com/ Phillips, L. (2010, 19 april). The far-right for the Facebook generation: The rise and rise of Jobbik. Euobserver. Verkregen op 14 mei 2011, via http://euobserver.com/843/29866 Márai, S. (2002). Land, land!...(vertaald door: Mari Alföldy). Amsterdam: Wereldbibliotheek (1971).
73
Megélhetési bűnözés" és segély - mi vár a rendszerből kitaszítottakra? (2011, 3 april). C-press. Geraadpleegd op 4 mei 2011, via http://c-press.hu/201103048053/belfold/megelhetesi-bunozes-es-segely-mi-var-a-rendszerbol-kitaszitottakra.html Minkenberg, M. (2002). The radical right in postsocialist Central and Eastern Europe: comparative observations and interpretations. East European Politics and Society, 16(2), p. 335- 362. Mudde, C. (2007). Populist Radical Right Parties in Europe. Cambridge: University Press. Nadkarni, M. (2010). “But it’s Ours”. Nostalgia and the Politics of Authenticity in Post-Socialist Hungary. In Todorova, M. & Gille, Z., Post-Communist Nostalgia (191-214). Oxford: Berghahn Books. Nagy, B.A. & Róna, D. (n.d.). Tudatos Radikalismus, A Jobbik útja a Parlamentbe, 2003-2010. Corvinus University, Budapest. (not yet published). New Hungarian Constitution: ILGA-Europe urges Hungarian parliamentarians to uphold European human rights standards. (2010, 14 april). ILGA Europe. Geraadpleegd op 20 maart 2010, via http://www.ilgaeurope.org/home/news/for_media/media_releases/new_hungarian_constitution_ilga_e urope_urges_hungarian_parliamentarians_to_uphold_european_human_rights_standa rds Palonen, E. (2009). Political Polarisation and Populism in Contemporary Hungary. Parliamentary Affairs, 62(2), 318-334. Phillips, L. (2010). A far-right for the Facebook generation: the rise and rise of Jobbik. Euobserver. Geraadpleegd op 24 september 2010, via http://euobserver.com/843/29866/ Phillips, L. (2011). The state of democracy in Hungary: ‘ The illness has advanced to a new stage.’ Euobserver. Geraadpleegd op 10 mei 2011, via http://euobserver.com/843/32120 Police unions protect bill to annul court verdicts after fall 2006. (2011, 11 februari). Politics.hu. Geraadpleegd op 15 maart 2011, via http://www.politics.hu/20110211/police-unions-protest-bill-to-annul-court-verdictsafter-fall-2006 Political Capital, Policy Research & Consulting Institute. (2010). Back by popular demand. Demand for right-wing extremism (DEREX) index. Budapest: Author. Polonsky, A. (1975). The little dictators: the history of Eastern Europe since 1918. London: Routlegde. Radical Change. A guide to Jobbik’s parliamentary electoral manifesto for national self-determination and social justice. (2010, 5 maart). Jobbik.com. Geraadpleegd op 1 november 2010, via http://www.jobbik.com/jobbik-announcements/3152.html
74
Rechts grote winnaar verkiezingen Hongarije. (2010, 12 april). Trouw. Geraadpleegd op 22 september 2010, via http://www.trouw.nl/nieuws/wereld/article3038980.ece/Rechts_grote_winnaar_verkie zingen_Hongarije.html Revolutie 1956 - ‘revolutie’ 2006. (n.d.). Hongarije Vandaag. Geraadpleegd op 2 mei, 2011 via http://www.hongarijevandaag.nl/portal2/overigen/samenleving/2590revolutie-1956-revolutie-2006 Royce, M. (2010). The Rise and Propagation of Political Right-Wing Extremism: The Identification and Assessment of Common Sovereign Economic and SocioDemographic Determinants. Social Science Research Network. Geraadpleegd op 20 maart 2010, via http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1701742 Rydgren, J. (2007). The Sociology of the Radical Right. Annual Review of Sociology, 33, 241-262. Slovaks retaliate over Hungarian citizenship law (2010, 26 mei). BBC News Europe. Geraadpleegd op 4 mei 2010, via http://www.bbc.co.uk/news/10166610 Stolz, J. (2011, 24 mei). Roma hunting season set to continue. Presseurop. Geraadpleegd op 15 mei, 2011 via http://www.presseurop.eu/en/content/article/586961-roma-hunting-season-setcontinue Strating, A. (1991). Hongaars nationalisme: Magyaarse dromen en grenzen. In Zwaan, T. (ed.). Het Europees labyrint : nationalisme en natievorming in Europa (p. 65-86). Amsterdam: Boom. Survey finds average Jobbik supporters uneducated, unemployed (2010, 10 juli). Politics.hu. Geraadpleegd op 14 december 2010, via http://www.politics.hu/20090710/survey-finds-average-jobbik-supportersuneducated-unemployed The Hungarian Guard will carry on!- With Gabor Vona interview. (2008, 17 december). Jobbik.com. Geraadpleegd op 12 februari 2011, via http://www.jobbik.com/hungary/3047.html The Hungarian National Museum provides a combination of history, politics and culture. (2010, 4 februari). Destination Guide Budapest. Geraadpleegd op 15 maart 2010, via http://www.destinationguidebudapest.com/the-hungarian-national-museumprovides-a-combination-of-history-politics-and-culture The second season of patrolling in Hungary. (2011, 4 mei). RiskandForecast.com. Geraadpeegd op 11 mei 2011, via http://www.riskandforecast.com/post/france/thesecond-season-of-patrolling-in-hungary_694.html Tismaneau, V. (2007). Leninist legacies, pluralist dilemmas. Journal of Democracy, 18(4), p. 34- 39.
75
Több ezren a Magyar Gárda avatásán (2007, 21 oktober). Index.hu. Verkregen op 15 mei 2011, via http://index.hu/belfold/garda380/ Tóth, A. & Neumann, L. (2006). Protest and political crisis mark launch of government’s convergence programma. European Industrial Relations Observatory on-line. Geraadpleegd op 12 februari 2011, via ttp://www.eurofound.europa.eu/eiro/2006/10/articles/hu0610039i.htm Traynor, I. (2010, 8 april). Hungary party to follow European extremism’s move away from fringes. Guardian. Geraadpleegd op 1 november 2010, via http://www.guardian.co.uk/world/2010/apr/08/jobbik-hungary-move-from-fringes Trial of multiple Roma murder suspects to start in late March. (2011, 7 maart). Roma idebate’s Roma Buzz Aggregator. Geraadpleegd op 14 februari 2011, via http://www.idebate.org/roma/2011/03/07/hungary-trial-of-multiple-roma-murdersuspects-to-start-in-late-march/ Van der Brug, W. & Fennema, M. (2007). What causes people to vote for a radicalright party? A review of recent work. International Journal of Public opinion Research, 19(4), 474-487. Van Eeden, P. (2010, 28 november). De Hongaarse Jobbik-partij en het spook van het populisme. Verpers. Geraadpleegd op 12 februari 2011, via http://www.verspers.nl/?categorie=6&soort=artikel&id=422 Vásárhelyi, M. (2009, 6 november). Cigányellenesség és antiszemitizmus a huszonévesek körében. Es. Geraadpleegd op 25 oktober 2010, via www.es.hu/?view=doc;2447 VVD winnaar verkiezingen; PVV stijgt 15 zetels. (2010, 10 juni). Elsevier. Geraadpleegd op 1 november 2010, via http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Politiek/267858/VVD-winnaar-verkiezingenPVV-stijgt-vijftien-zetels.htm?rss=true Weakliem, D. L. (2002). The effect of education on political opinions: an international study. International Journal of Publiv Opinion research, 13(2), 141-157 Weaver, E. (2001). On the Road to Nowhere: Transition, The Extreme Right and The Tunnel Effect. Eu Accession Monitoring Program Features. Verkregen op 31 december 2010, via http://www.eumap.org/articles/content/20/201 Willems, M. (2010). Hongarije neemt strenge mediawet aan. NRC Handelsblad. Geraadpleegd op 20 maart 2010, via http://www.nrc.nl/nieuws/2010/12/20/hongarijestemt-vandaag-over-strenge-mediawet/ Zwaan, T. (2001). Civilisering en Decivisering. Studies over staatsvorming en geweld, nationalisme en vervolging. Amsterdam: Boom.
76
77