HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN
vrijdag 1 april 2016, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer, 19.30 uur
Vadim Repin speelt Prokofjev Noord Nederlands Orkest James Judd dirigent Vadim Repin viool Anatoli Ljadov 1855-1914 Uit de Apocalyps opus 66 1910-12 Sergej Prokofjev 1891-1953 Tweede vioolconcert in g opus 63 1935 Allegro moderato Andante assai Finale: Allegro ben marcato
PAUZE
Carl Nielsen 1865-1931 Zesde symfonie ‘Sinfonia semplice’ 1925 Tempo giusto Humoreske: Allegretto Proposta seria: Adagio Tema con variazioni
2
Nieuw seizoen AVROTROS Vrijdagconcert Goed nieuws voor de liefhebbers van klassieke muziek in Utrecht en omgeving: de nieuwe seizoensbrochure van AVROTROS Vrijdagconcert is uit. U kunt die aanvragen via
➜ INFO @ AVROTROSVRIJDAGCONCERT . NL De negenentwintig concerten zijn vanuit TivoliVredenburg rechtstreeks te beluisteren op NPO Radio 4. Hart van de programmering vormen het Radio Filharmonisch Orkest met chefdirigent Markus Stenz, en het Groot Omroepkoor.
IAMA International Conference 7 t/m 9 april In TivoliVredenburg is van 7 t/m 9 april de International Artist Managers Association bijeen voor haar 26ste conferentie. Centraal staan onderwerpen als technologie en nieuwe innovaties die de concertbeleving nu en in de toekomst beïnvloeden. Dit concert is deels te volgen via de Wolfgang app. Met deze app krijgt het publiek in de zaal toelichting op de muziek van Nielsen via de eigen smartphone, zodat de concertbeleving wordt vergroot. Terwijl de musici spelen, biedt deze app uitleg en verhaal over wat er op dat moment in de muziek te horen is. Wolfgang is gratis te downloaden in de App Store en Google Store
➜ WWW . WOLFGANGAPP . NL
Na het concert Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen.
Live-uitzending De AVROTROS zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten van het concert als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Mark Brouwers. Via WWW . RADIO 4. NL kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard ook die van het AVROTROS Vrijdagconcert. De concerten zijn te sorteren op genres en tijdperken. Uit de periode vanaf 2011 zijn nog vele webcasts te zien van De Vrijdag van Vredenburg. Voor nieuws en achtergrondinformatie over de concerten kunt ook terecht op Facebook AVROTROS Vrijdagconcert.
➜ WWW . RADIO 4. NL
Vadim Repin speelt Prokofjev
3
Uit de Apocalyps Je moet een begaafd stilist zijn om met evenveel flair een tovertuin te kunnen verbeelden als de Dag des Oordeels. Anatoli Ljadov is het in zijn muziek: een klankmagiër die elk onderwerp naar zijn hand zette. Maar ja, dat kun je verwachten als het gaat om een leerling van Nikolaj Rimski-Korsakov, de Russische meesterorkestrator. Reeds als conservatoriumstudent in St. Petersburg had hij zijn ware aard getoond: talent genoeg, maar nauwelijks ambitie en werklust. Ljadov was zo’n leerling die zelfs spijbelend hoge cijfers behaalde; carrièredrang was hem vreemd. Met de muziek bij Sergej Diaghilevs ballet De Vuurvogel had hij beroemd kunnen worden, maar hij reageerde zo traag op die opdracht dat Igor Stravinsky ermee aan de haal ging. Tevreden zakte Ljadov terug in zijn mijmeringen – en juist dáár lag zijn kracht. Voor Ljadov was muziek in de eerste plaats een middel om aan de realiteit te ontsnappen. “Geef mij feeën, draken en kabouters, en ik ben gelukkig”, schreef hij.
Voor Ljadov was muziek in de eerste plaats een middel om aan de realiteit te ontsnappen. “Geef mij feeën, draken en kabouters, en ik ben gelukkig”, schreef hij. “Kunst trakteert me op gebraden paradijsvogels en brengt me naar een andere planeet, die niets met onze wereld te maken heeft.” De prachtige, piepkleine orkeststukjes die hij schreef hebben vrijwel alle een sprookjesachtige sfeer: ze gaan over betoverde meren, monsters en dwergen – een prima match voor Ljadovs kleurrijke orkestratiekunst. Grootschalige composities lagen hem niet. Hij was een miniaturist pur sang, een man die wonderlijke tekeningetjes
4
ANATOLI LJADOV GESCHILDERD DOOR ILJA REPIN
voor kinderen maakte en dito componeerde. Veelzeggend is dat hij een pianostukje schreef met de titel Een muzikale snuifdoos: hij was een muzikale evenknie van Carl Fabergé, de edelsmid die tezelfdertijd hoogst verfijnde snuisterijen voor het Russische hof fabriceerde. Ook Uit de Apocalyps evoceert zo’n droomwereld, maar die staat ditmaal dichter bij de harde realiteit: Ljadov voltooide het in 1912, kort voor de wereldoorlog, en stierf toen die uitbrak. Direct al klinkt een dreigend motto – het keert herhaaldelijk terug – dat riekt naar het gregoriaanse Dies Irae-motief, het gezang dat onheil verkondigt of begeleidt. Andere negentiende-eeuwse componisten zouden dat als een opmaat gebruiken om vervolgens flink uit te pakken. Bij Ljadov, altijd de subtiele sfeermeester, blijft de verwachte donder en bliksem uit. De opgebouwde spanning blijft tot de laatste noot hangen; die ontlaadt zich elders wel, ooit.
Meer composities in één Het Tweede vioolconcert van Sergej Prokofjev is beurtelings mijmerend, rauw, feeëriek en volks. Eigenlijk verspringt het zó vaak van sfeer dat je meerdere composities tegelijkertijd lijkt te horen – iets wat veel van zijn latere werken kenmerkt. Prokofjev blonk altijd al uit in veelzijdigheid: hij componeerde modernistische, extreem dissonante stukken naast kokette walsjes en gavottes. Maar in alle delen wordt dat plezier gedramatiseerd, uitgedaagd of verstoord. Daar kwam bij dat zijn loopbaan hem twintig jaar lang letterlijk over de halve aardbol gevoerd had en hij overal muzikale invallen noteerde voor later gebruik. Dat resulteerde in muziek die alle kanten op kan schieten en toch een afgewogen indruk maakt. Als compositieleerling van Rimski-Korsakov leek Prokofjev een telg van de oude Russische school te worden. Maar Rusland was volop in beweging: industrie rukte op, revolutie broeide in het tsarenrijk en buitenlandse invloeden namen toe. Prokofjevs veelzijdigheid gedijde prima in dat klimaat. Als pianovirtuoos verkende hij nieuwe klankwerelden, met dissonante akkoorden en een ‘machinale’ ritmiek. Spoedig paste hij die ook toe in orkestwerken – tot afgrijzen van de oudere garde, toegejuicht door de modernisten. Maar
5
achter de woeste buitenkant ging altijd een klassiek vormbesef schuil; één van zijn favoriete componisten was Joseph Haydn. Na het uitbreken van de Revolutie in 1917 verruilde Prokofjev Rusland voor West-Europa. Zijn grillige muziek en furieuze pianospel vielen goed bij een publiek dat sinds Stravinsky’s Sacre du printemps verzot was op ‘Russische wilden’. Minder goed viel zijn werk in Amerika, waar hij vergeefs trachtte carrière te maken. Omdat hij niet naar Rusland wilde terugkeren ‘als een mislukking’ (Prokofjevs eigen woorden) vestigde hij zich in Parijs. Daar schreef hij een aantal van zijn succesvolste werken, mede door zijn goede contact met impresario Sergej Diaghilev, aanjager van menig spraakmakend ballet.
Prokofjevs’ grillige muziek en furieuze pianospel vielen goed bij een publiek dat sinds Stravinsky’s Sacre du printemps verzot was op ‘Russische wilden’. Rond 1930 tekende zich een opmerkelijke stijlverandering af. Prokofjev had zich enkele jaren eerder verdiept in Christian Science, een geloofsleer die hij heilzaam achtte voor zijn ‘vurige temperament’. Onder invloed daarvan zocht hij nu een simpeler muzikaler taal, zonder het rauwe expressionisme van zijn eerdere werken. De ‘nieuwe eenvoud’ die hij nastreefde zou hem zeer van pas komen na zijn terugkeer in Rusland – inmiddels een Sovjetstaat die uitsluitend toegankelijke, ‘volksverheffende’ muziek duldde. Prokofjev had zijn vaderland met officiële toestemming verlaten en was altijd van plan terug te keren. Een aantal Russische concerttournees vanuit Parijs hadden zijn heimwee aangewakkerd; in 1936 verhuisde hij definitief. Het laatste werk uit de Europese periode was het Tweede vioolconcert, “geschreven in totaal verschillende oorden en daarom een afspiegeling van mijn nomadenbestaan”, aldus de componist. “Het hoofdthema van deel één ontstond in Parijs, het thema van deel twee in Voronezj, de instrumentatie in Bakoe en de première vond plaats in Madrid, waarna een concertreis door Spanje, Portugal en Noord-Afrika volgde.”
SERGEJ PROKOFJEV
6 6
Aanjager van dit concert was de Franse vioolvirtuoos Robert Soetens die tot aan zijn dood in 1997 op 100-jarige leeftijd een enthousiast vertolker van het stuk bleef. Prokofjev werkte zelden nauw samen met een solist, maar maakte voor Soetens een uitzondering. Diens veelzijdigheid was mogelijk een extra reden dat de muziek zo kleurrijk is; hij speelde even makkelijk klassiek en romantisch repertoire als salon- en zigeunermuziek. Dat Prokofjev inmiddels heimwee naar Rusland had is te horen. Het werk begint met een zeer Slavische, melancholieke vioolsolo en ook het folkloristisch getinte slotdeel bekent duidelijk nationale kleur. Maar tussendoor wisselt de muziek voortdurend van decor – met voor Prokofjev zeldzame uitstapjes naar frivole, bijna jazzy sferen.
Sinfonia semplice
CARL NIELSEN
Net als Prokofjev hanteerde de Deen Carl Nielsen een steeds soberder componeerstijl naarmate hij ouder werd. Sober is niet hetzelfde als schraal; het hoeft niet op tanende creativiteit te duiden. Gerijpte componisten weten hoofd- en bijzaken te onderscheiden en kunnen zich vaak krachtig uitdrukken met beperkt materiaal. Maar bij Nielsens Zesde symfonie moeten velen zich afgevraagd hebben wat de componist mankeerde; het is een vreemd stuk. ‘Sinfonia semplice’, zo noemde Nielsen dit werk – en al in de eerste seconden lijkt hij die titel waar te maken. Geen negentiende-eeuwse symfonicus was ooit op het idee gekomen te beginnen met één herhaalde noot van een glockenspiel. Wat volgt is echter alles behalve ‘simpel’ – eerder vervreemdend en desoriënterend. Het is muziek die vrolijk lijkt maar het niet is. Dit werk is de tragische ontknoping van een kunstenaarsleven dat idyllisch begon. Nielsen werd geboren op het fraaie eiland Funen in een muzikale familie; volgens hemzelf was al zijn latere muziek ingegeven door de natuur en het muziekplezier in zijn jeugd. Nielsen ontpopte zich als de eerste Deense componist van internationaal allure. Het typisch Deense element in zijn muziek is relatief, al is zijn melodiek wel geïnspireerd door Deense volksliedjes. “Niets schaadt muziek meer dan nationalisme”, waarschuwde hij in 1925, “en het is onmogelijk om nationale muziek op verzoek af te leveren.” Mede beïnvloed door Brahms ontwikkelde hij een eigen
stijl, ergens tussen klassieke afstandelijkheid en romantische openhartigheid in: Nielsen wilde zijn publiek geen emoties opdringen, maar ondertussen kwam wel alle turbulentie van zijn leven in zijn muziek terecht.
In de delen één en drie belanden luchtige melodietjes in een wurggreep tot ze paniekerige ondertonen krijgen. Aan erkenning in eigen land ontbrak het hem niet en ook in omringende landen werd hij een klinkende naam; met zijn Nederlandse collega Julius Röntgen raakte hij bevriend. Maar aanhoudende geldzorgen en huwelijksproblemen ondermijnden zijn positivisme. Getrouwd met een zelfbewuste beeldhouwster die het gezinsleven ondergeschikt maakte aan haar carrière, en gefrustreerd over de kortstondigheid van zijn muzikale successen, raakte de ooit zo levenslustige Nielsen rond zijn zestigste in een depressie. Zijn Vierde symfonie, tien jaar eerder geschreven, had hij ‘Het Onuitblusbare’ genoemd, als hommage aan “de muziek, zo onuitblusbaar als het leven zelf”. In de Zesde is Nielsen een componist die muziek niet langer omarmt maar zich eraan vastklampt. Hier wilde hij “ongecompliceerd klankgenot” uitdrukken, zoals hij zijn dochter schreef. Maar in alle delen wordt dat plezier gedramatiseerd, uitgedaagd of verstoord. In de delen één en drie belanden luchtige melodietjes in een wurggreep tot ze paniekerige ondertonen krijgen. In deel twee ontketenen muitende slagwerkers een soort anarchie: het klankbeeld lijkt overgeleverd aan totale willekeur waarmee Nielsen de atonale muziek van de Schönberg-school parodieerde. “Tijden veranderen”, schreef hij in een toelichting. “Waar gaat de muziek naartoe? Wat is van blijvende aard? We weten het niet!” Op een vergelijkbare manier ontpoppen in de Finale de blazers zich als ordeverstoorders. Heel speels allemaal – tot je leest hoe vertwijfeld Nielsen tezelfdertijd was: “Als ik mijn leven over zou kunnen doen zou ik elke gedachte aan Kunst uit mijn hoofd weren... Ik was zo stom om te blijven dromen, denkend dat mijn artistieke inspanningen mij hogerop zouden brengen. Nee, het is niet benijdenswaardig om een kunstenaar te zijn.” Michiel Cleij
7
uitvoerenden
8
James Judd, dirigent De Britse dirigent James Judd stond voor de Berliner Philharmoniker, het Orchestre National de France, het Gewandhausorchester Leipzig, het Royal Philharmonic Orchestra, het London Symphony Orchestra, het English Chamber Orchestra, het BBC Symphony Orchestra, de symfonieorkesten van Baltimore, Indianapolis, Cincinnati en St. Louis, het NHK-symfonieorkest in Tokio, het Koninklijk Concertgebouworkest en het Orchestra di Santa Cecilia in Rome. James Judd was vaste gastdirigent bij het Orchestre National de Lille en het Adelaide Symphony Orchestra, was veertien jaar muzikaal leider van het Florida Philharmonic Orchestra en acht jaar van het New Zealand Symphony Orchestra. Als operadirigent trad hij op bij de English National Opera en op het Glyndebourne Opera Festival. Van 1993 tot 1996 was hij artistiek leider van de Florida Grand Opera. Hij maakte vele opnames met het New Zealand Symphony Orchestra maar ook van opera’s van Meyerbeer en Donizetti. Komende hoogtepunten zijn engagementen bij het Symfonieorkest van Kioto, het Orquestra Sinfónica do Porto Casa da Música, de Slowaakse Filharmonie, de Brussels
JAMES JUDD
Philharmonic, The Chamber Orchestra of Philadelphia en een tournee door China met het Israel Symphony Orchestra Rishon LeZion. James Judd dirigeerde in het Vrijdagconcert van vrijdag 7 januari 2011 het Radio Filharmonisch Orkest en pianist Nicholas Angelich in een programma met Roslavets, Prokofjev en Rachmaninov.
Vadim Repin, viool Vadim Repin, in 1971 in Siberië geboren, was elf toen hij de gouden medaille won in alle leeftijdscategorieën op het Wienawski Concours en zijn debuutrecitals gaf in Moskou en St. Petersburg. Op zijn veertiende debuteerde hij in Tokio, München, Berlijn en Helsinki, een jaar later in Carnegie Hall. Op zijn zeventiende was hij de jongste winnaar ooit van het Koningin Elisabeth Concours. Sindsdien trad hij op met alle grote orkesten en dirigenten. Hoogtepunten van de afgelopen seizoenen waren tournees met het London Symphony Orchestra en Valery Gergiev, het NHKsymfonieorkest en Charles Dutoit; het London Philharmonic Orchestra en Vladimir Jurowski, het Orchestre de la Suisse Romande en Neeme Järvi en premières in Londen, Philadelphia, New York, Parijs en Amsterdam van het door
VADIM REPIN
James MacMillan voor hem geschreven Vioolconcert. Vorig seizoen omvatte een Vadim Repin Festival in Tokio met kamermuziek en orkestuitvoeringen, optredens in de Verenigde Staten, concerten met het Philharmonia Orchestra en Vladimir Ashkenazy en de Duitse première van het Vioolconcert van Benjamin Yusupov in de Philharmonie in Berlijn. Dit seizoen behelst een Europese tournee met het Tokyo Metropolitan Orchestra en het project ‘Transsiberia goes to Tel Aviv’. Vadim Repin was eerder te gast in de serie Vrijdagconcerten. In februari 2009 speelde hij samen met het Radio Filharmonisch Orkest en dirigent Jaap van Zweden het Vioolconcert van Brahms.
Noord Nederlands Orkest Het Noord Nederlands Orkest werd opgericht in 1862 en is daarmee Nederlands oudste professionele symfonieorkest. Het brengt symfonische muziek tot leven in de drie Noordelijke provincies, met zo’n 120 concerten per seizoen: in concertzalen, in de open lucht, tijdens festivals en voor scholen. Ook toert het orkest regelmatig naar podia elders in het land, zoals het Concertgebouw in Amsterdam en de Doelen in Rotterdam. Het NNO programmeert verrassend en breed; van puur en onversneden klassiek tot cross-overs met popmuziek. Het orkest laat graag ‘nieuwe oren’ kennismaken met symfonische muziek, bijvoorbeeld via de Pieter Roelf Jeugd concerten en de gratis lunch- en buitenconcerten. Ook is het NNO geregeld te beluisteren op de radio. Er is een nauwe samenwerking met diverse andere kunstinstellingen, het Prins Claus
Conservatorium in Groningen en de conservatoria in Amsterdam en Den Haag. Antony Hermus is vanaf concertseizoen 2015/2016 voor drie jaar vaste gastdirigent bij het orkest. De Britse Stefan Asbury verruilt op dat moment zijn chefdirigentschap voor de positie van honorair dirigent van het orkest. Michel Tabachnik is vanaf augustus 2015 dirigent emeritus bij het Noord Nederlands Orkest. Vooraanstaande dirigenten als Viktor Liberman, Jean Fournet, Franz Paul Decker, Alain Lombard, Sergiu Comissiona, Richard Dufallo, Susanna Mälkki, Alexander Vedernikov en Nikolai Alexeev dirigeerden in het verleden het NNO. Vandaag de dag wordt er naast de vaste gastdirigent en honorair dirigent gewerkt met dirigenten als HanNa Chang, Michal Nesterowicz, Michael Jurowski en Stefan Vladar. Het orkest werkt samen met internationale solisten zoals Diana Damrau, Piotr Beczala, Simone Lamsma, Daniel Hope, Nelson Goerner, Eva-Maria Westbroek en Vadim Repin. Het Noord Nederlands Orkest besteedt in festivalvorm ook regelmatig aandacht aan prominente, hedendaagse internationale componisten. Zo kwamen Wolfgang Rihm (2001), Terry Riley (2002), Hans Werner Henze (2003), Arvo Pärt (2004), Sir Harrison Birtwistle (2005), Heiner Goebbels en Sofia Goebaidoelina (2006), Philip Glass (2007 en 2013), Laurie Anderson (2008), Lou Reed (2008), Michael Nyman (2009) en Steve Vai (2010 en 2013) naar Groningen voor de uitvoering van hun muziek. Het orkest bestaat uit zo’n 75 vaste orkestleden. Kijk voor de meest actuele informatie over onze concerten op www.nno.nu.
9
Radio Filharmonisch Orkest
10 DIRIGENT James Judd SOLIST Vadim Repin, viool
EERSTE VIOOL Eeva Koskinen Veselina Manikova Alexander Viatskin Sergei Bolotnyy Lucille Hasselaar Muriël van Hemel Justyna Mrozek Janine Oosterhoff Gijs Philip van Schaik Erna Sommer Michiel de Sterke Stanislav Tchijik Grethe Wijma-Luurtsema Xander Wadman Matthias Emmerink TWEEDE VIOOL Yu Li Lianne van den Berg Marijke Plaat-vd Vliet Marette Haaxman Frieda Hoekstra Michiel Klep Dorit Köpping Liesbeth Koster Tjeerd de Vries Leendert van der Zeep Lonneke van Straalen Mara Oosterbaan
ALTVIOOL Christophe Weidmann Martin Manak Ulrike Adam Katharina Saerberg Florian Schneidt Kristin Stets Regina Strodthoff Merel Willers-Hunfeld Grieteke Zijlstra Claudia Hofert CELLO Noëlle Weidmann Florent Maigrot Jan-Ype Nota Kate Harris Corine ‘t Hoen Isabel Vaz Kasimir Weertman Judit Berendschot CONTRABAS Igor Arzhanovich Sven Otte George Weghorst Finne van der Maar Tim Nobel Veit Peter Schussler FLUIT Pamela Wallen-Beard Pepijn van Doesburg Edy Convent
HOBO Justine Gerretsen Frank Mulder Nadine Bults KLARINET Rob van der Vlugt Hanka Clout Erik Onrust FAGOT Marije van der Ende Marijke Zijlstra Joop C. Bremer HOORN Frank Brouns Eric Aikema Henk Hendrikx Wiebe Pietersma TROMPET Wouter van de Pas Lubertus Leutscher Jan Vermaning TROMBONE Quirijn van den Bijlaard David Tyler Michael Eversden TUBA Ane Travaille Helfred van de Veen PAUKEN Stefan Kirschbaum Mihaly Kaszas
SLAGWERK Menno Bosgra Mathijs van Driel Jan Roel Hamersma Tim van Klompenburg HARP Ernestine Stoop TOETSEN Anastasia Goldberg
vrijdag 8 april 2016, 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht inleiding Leonard Leutscher, 19.30 uur
vrijdag 15 april 2016, 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht inleiding Paul Korenhof, 19.30 uur
SERIE AVROTROS KLASSIEK II
SERIES GROOT OMROEPKOOR A CAPPELL , AVRO TROS VOCAAL EN MUZIKALE MEESTERWERKEN
Bruckners Zesde: lofzang op de schoonheid Rossini’s laatste ‘ouderdomszonde’ Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Markus Stenz dirigent Klaas Stok koordirigent Roukens Rising Phenix, voor koor en orkest Bruckner Zesde symfonie
Groot Omroepkoor Leonardo García Alarcón dirigent Mariangela Sicilia sopraan Diana Haller mezzosopraan Philippe Talbot tenor Nikolay Borchev bas Dirk Luijmes harmonium Wyneke Jordans piano Leo van Doeselaar piano Rossini Petite messe solennelle
HET RFO EN GOK IN TIVOLIVREDENBURG, SEPTEMBER 2015
volgende concerten
11
volgende concerten
12 zaterdag 2 april 2016, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
zaterdag 9 april 2016, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
Van ‘hoog’ en ‘laag’
Lijden en opstanding
Radio Filharmonisch Orkest
Amsterdam Baroque Orchestra & Choir
James Gaffigan dirigent Ton Koopman dirigent Rick Stotijn contrabas
colofon
Strauss Till Eulenspiegels lustige Streiche Padding Reports from the Low Country, contrabasconcert (opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee - wereldpremière) Moesorgski/Ravel Schilderijen van een tentoonstelling
Catherine Manson viool Yetzabel Arias Fernandez sopraan Maarten Engeltjes alt Tilman Lichdi tenor Klaus Mertens bas Locatelli Concerto grosso op. 7 nr. 6 ‘Il pianto d’Arianna’ Händel Cantate ‘Tu fedel? tu costante?’, HWV 171a (moderne première) Graupner Lijdenscantate ‘Woh gehet Jesus hin?’ Bach Kommt eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße (Osteroratorium)
PROGRAMMERING
PRESENTATIE
Astrid in ’t Veld
AVROTROS NPO RADIO
PRODUCTIE
Mark Brouwers
Roland Kieft
Chris van de Ven
EINDREDACTIE AVROTROS NPO
PROGRAMMATOELICHTING
PUBLICITEIT
RADIO
Sabien Stols
Tim Moen
REDACTIE PROGRAMMABOEK
CASTING DIRECTOR
Clemens Romijn
Anneke de Vries
Mauricio Fernández
VORMGEVING
RANDPROGRAMMERING
ARTISTIEK LEIDER
Dorine Verharen
Kees Vlaardingerbroek
EINDREDACTIE
ADMINISTRATIE
&
FINANCIËN
AVROTROS NPO RADIO
Thea Derks
4
DIRECTEUR STICHTING OMROEP
4
4
MUZIEK
Michiel Cleij
Onno Schoonderwoerd