Vacature voor een ingang tot de proeftijd coördinator CDO Mercatorinstituut

Leon Spilliaertstraat 29 8400 Oostende www.scholengroepaanzee.be

 059/51 05 24  059/80 79 93

[email protected] 001-3397011-50 Algemeen directeur: Xavier DEFRANCQ 0477/57 61 14 [email protected]

Vacature voor een ingang tot de proeftijd coördinator CDO Mercatorinstituut Ambt Profiel

Plaats Verloning

Ingangsdatum Duur Kandidaatstelling

Case en Interview

Beoordeling en selectie

Verdere inlichtingen

Coördinator CDO Mercatorinstituut Masterdiploma of bachelordiploma Akte coördinator vereist Sterke affiniteit met opleidingsaanbod van CDO Mercator Zie functiebeschrijving coördinator zoals geldig in SGR-aan-Zee. Mercatorlaan 15, Oostende Weddenschaal : Zie: http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/weddenschalen/overzicht.htm Zo spoedig mogelijk Proeftijd van 1 jaar met mogelijkse verlenging (zoals wettelijk geregeld) Op mailadres: [email protected] (cc: [email protected]) U krijgt een expliciete mail terug als je kandidaatstelling goed ontvangen is, wat geldt als ontvangstbewijs. Wij dienen te ontvangen: Een uitgebreid C.V. (max. 3 A4-vel) en een motivatie (max. 3 A4-vel) samen met je kandidaatstelling in functie van het beoogde ambt. Uiterste datum mail: vrijdag 21 augustus 2015 om 12u Na screening van je CV en motivatie word je in de week van 1 september 2015 verwittigd al of je al of niet uitgenodigd wordt voor de case en het interview. Woensdag 2 september 2015 om 14u (onder voorbehoud): case Donderdag 3 september 2015 vanaf 19u30 (onder voorbehoud): interview CV – 20 punten Motivatie – 20 punten Case – 30 punten Interview (inhoud-vorm-attitude) – 30 punten Xavier DEFRANCQ, algemeen directeur Jan DENYS, directeur Mercatorinstituut

FUNCTIEBESCHRIJVING COORDINATOR 1. OPLEIDING-EN VORMINGSAANBOD EN PEDAGOGISCH BELEID De bekwaamheid om het schoolwerkplan mee te helpen definiëren, lokaal in te kleuren en te bewaken. A11: concretisering van het Pedagogisch project Gemeenschapsonderwijs (PPGO) A12: het opleidings-en vormingsaanbod bepalen en bijsturen, rekening houdend met de omgevingsfactoren A13: zorgen voor een goed uitgewerkte trajectbegeleiding in het centrum A14: erover waken dat de leertrajecten en de leerinhouden zo worden opgesteld dat de verschillende opleidingscomponenten op elkaar zijn afgestemd (APSV-BGV-TWK of traject) A15: opstellen van een centrumwerkplan A16: opmaken van een reglement A17: de goede uitvoering van het centrumwerkplan/centrumreglement bewaken en bij te sturen waar nodig A18: een initiële en centrale rol te spelen bij het opstellen van centrumplan/centrumreglement in elke fase A19: organiseren van het hele centrumgebeuren A110: de inspanningen van de verschillende leraren, de tewerkstellingsbegeleider en eventuele externe medewerkers coördineren Gedragsindicatoren - een visie ontwikkelen omtrent de functie van coördinator, gerelateerd aan het PPGO en de schoolculturen - analyseren van de omgevingsfactoren, de aard van de jongerenpopulatie, de tewerkstellingsmogelijkheden - de gewenste beroepenprofielen opstellen, het opleidingsaanbod bepalen en bijsturen in functie van de analyse van de omgevingsfactoren -visie rond trajectbegeleiding uitwerken -de leertrajecten en de leerinhouden opstellen en hierbij de verschillende opleidingscomponenten op elkaar afstemmen - een korte en lange termijnvisie ontwikkelen voor het centrum, een houvast bieden voor het personeel door het uitwerken van een schoolwerkplan voor het centrum -een houvast bieden voor personeel, ouders en leerlingen door het opstellen van een centrumreglement -inzicht hebben in de decretale bepalingen -de organisatiestructuur uitbouwen -de werkprocedures en afspraken vastleggen -de jaarplanning -opvolgen van dagdagelijkse problemen -overleg tussen de betrokkenen organiseren en stimuleren -de individuele leertrajecten in overleg samen opstellen en opvolgen -werkgroepen rond bepaalde thema’s creëren en opvolgen

-evaluatiebeleid organiseren en opvolgen -gebruik van nieuwe didactische werkvormen stimuleren 2. TEWERKSTELLING EN ALTERNATIEVE TEWERKSTELLING. De bekwaamheid om in overleg en samenwerking met de tewerkstellingsbegeleider goed contacten te onderhouden met alle betrokken partijen. A21: in overleg en samenwerking met de tewerkstellingsbegeleider, goede contacten onderhouden met de bedrijfswereld en de openbare sector A22: de leerlingen en ouders informeren A23: initiatieven nemen of mee opstarten A24: contacten onderhouden met de diverse federaties A25: via een tewerkstellingsteam de tewerkstellingssituatie en problemen opvolgen A26: het schoolse aanbod afstemmen op de werking en noden van bedrijven en openbare instellingen. A27: opvolging van wijzigingen in de wetgeving. Gedragsindicatoren -alle relevante informatie verzamelen in verband met de bedrijfswereld en socio-culturele sector binnen de regio -bedrijven informeren over het aanbod van de school en mogelijke samenwerkingsvormen -bedrijven informeren over de subsidiëringsmogelijkheden -goede en permanente relaties uitbouwen met de VDAB -alle relevante informatie meedelen over de implicaties van tewerkstelling op het sociaal statuut van de jongeren -markt aftasten om zodoende opleidingsprogramma’s uit te werken in functie van lokale noden of unieke opleidingen -uitwerken van programma’s of instappen in bestaande of nieuwe programma’s voor die jongeren die nog niet arbeidsrijp zijn -opvolgen subsidiëringsdossier -duidelijke afspraken maken met betrekking tot samenwerking (opvolging leerling op werkplek) -met bedrijven opleidingsprogramma’s opstellen die zo goed mogelijk aansluiten bij de schoolse opleiding -inspelen op de steeds wijzigende wetgeving en de administratieve feedback geven over de gevolgen hiervan op het terrein 3. OPVOEDEN EN BEGELEIDEN VAN LEERLINGEN. De bekwaamheid om in nauw overleg met ouders, begeleiders en CLB in te staan voor en toezien op een optimale begeleiding van de leerling. A30: het welbevinden van de leerlingen bevorderen. A31: klassenraden voorzitten en coördineren

A32: oog hebben voor de problemen van leerlingen en hen helpen bij het vinden van oplossingen A33: onthaal van nieuwe leerlingen A34: bijsturen van het gedrag bij het overtreden van het centrumreglement of bij het nietnaleven van de gemaakte afspraken. A35: oudercontacten bijwonen A36: organiseren van de afwezigheidsdienst A37: zelf het voorbeeld geven A38: hygiënevoorschriften, veiligheidsvoorschriften en werkreglementen doen naleven A39: trajectbegeleiding organiseren en opvolgen Gedragsindicatoren -leerlingen aanmoedigen en naar hen luisteren -begaan zijn met leerlingen -opvolgen, begeleiden en eventueel bijsturen van de ontwikkeling van de leerling, samen met het team -leerlingen begeleiden in crisissituaties (thuis op school of op de tewerkstellingsplek) en eventueel doorverwijzen naar de professionele hulpverlening -organiseren van onthaal voor leerlingen en ouders en zorgen voor een goede intake -goed gedrag en positieve attitudes van de leerlingen aanmoedigen, afwijkend gedrag bespreekbaar maken, bijsturen en indien nodig sanctioneren -ouders informeren over de mogelijkheden en kansen tot vorming en tewerkstelling -controle op detectie afwezigheden, opvolging en maatregelen nemen - jongeren begeleiden bij het zoeken naar werk 4. PERSONEELSBELEID. De bekwaamheid om personeel te leiden en te begeleiden. A40: individuele lesopdrachten van de leerkrachten van het centrum organiseren A41: met een bekwaam en gemotiveerd team de doelstellingen van het centrum realiseren A42: de uitgangspunten van het personeelsbeleid vastleggen en uitvoeren A43: actief meewerken bij aanwerving/benoeming van het personeel A44: leiden en begeleiden van het personeel (werkzaam op het centrum) A45: de taken van het personeel concreet omschrijven A46: motiveren, organiseren, sturen en begeleiden van het centrumteam en het welbevinden bevorderen A47: in overleg met de directie zorgen voor een nascholingsbeleid A48: aantrekken van externe teamleden A49: toezien op het naleven van de wet op de privacy, pesten en seksuele intimidatie, arbeidswetgeving, personeelsstatuut, ARAB A410: toezien op de naleving van de regels van de deontologie en toezien op de naleving van de wetgeving die werksfeer en werkverhouding regelt A411: goede prestaties van medewerkers erkennen en waarderen

Gedragsindicatoren -zorgen voor een goede en duidelijke communicatie met alle personeelsleden -in overleg met de directie het takenpakket van iedere individuele leerkracht toewijzen (lesuren, toezichten, vervangingen,…) -organiseren van activiteiten die de professionalisering van het team bevorderen - de medewerkers als team laten functioneren - de juiste persoon op de juiste plaats, teamvergaderingen organiseren en leiden -conflicten bespreken en helpen oplossen -medewerkers betrekken bij de organisatie van het dagdagelijks gebeuren en bij het nemen van belangrijke beslissingen mbt het centrum of hun werk -in overleg met de directie personeel aanwerven, begeleiden en ondersteunen -mentorschap organiseren voor de nieuwe, jonge leerkrachten -functioneringsgesprekken houden en de prestaties van de medewerkers bijsturen in overleg met de directie -de personeelsleden informeren over en toewijzen van hun takenpakket -organiseren van activiteiten die de teamgeest kunnen verbeteren -nascholingsplan opstellen -externe leden zoals CLB en gastdocenten aantrekken, begeleiden en integreren in het vaste team 5. COMMUNICATIE, OVERLEG EN SAMENWERKING De bekwaamheid om in te staan voor, toe te zien op een goede communicatie en samenwerking met ouders en interne en externe geledingen. A50: instaan voor en toezien op een goede communicatie en overleg met de directie A51: personeelsvergaderingen bijwonen A52: instaan voor en toezien op een goede communicatie en overleg met alle interne centrumbetrokken instanties/partijen A53: instaan voor en toezien op een goede communicatie en overleg met alle externe centrumbetrokken instanties/partijen A54: een goede informatieuitwisseling verzekeren A55: initiatieven nemen voor overleg en samenwerking met externe organisaties en diensten Gedragsindicatoren. -waardering uiten voor goede prestaties -ervoor zorgen dat de directie op de hoogte is van de dagelijkse werking van het centrum -blijk geven van collegialiteit en teamspirit -zorgen voor een goede communicatie met de andere stafleden, de inrichtende macht, de ouders, centrumraad, het BOC, het internaat, de koepel -zorgen voor een goede communicatie met de bedrijfswereld en de socio-culturele sector, professionele hulpverleners, officiële instanties, gastsprekers -gebruik maken van de verschillende communicatiekanalen bij het uitwisselen van informatie 6. FINANCIEEL EN MATERIEEL BEHEER

De bekwaamheid om een voorstel van de centrumbegroting op te maken, uit te voeren en op te volgen, alsook aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. A60: de centrumbegroting mee helpen opmaken, uitvoeren en opvolgen A61: de werkingsmiddelen van het centrum optimaal beheren A62: aankoopbeleid van het centrum voeren A63: centrumpatrimonium laten onderhouden A64: uittekening van het financieel en materieel beleid van het centrum A65: meehelpen te voldoen aan de wettelijke verplichtingen en aan de verplichtingen opgelegd door de inrichtende macht Gedragsindicatoren. - bij de directie voorstellen indienen voor de begroting en voor de verdeling van de werkingskredieten - waken over het correct aanwenden van de beschikbare middelen -instaan voor de aankopen van de verbruiksgoederen, het bewaken van de voorraden -acties, initiatieven ondernemen naar bijkomende financieringsmiddelen, (Europese, overheid, lokale) -instaan voor de netheid, de orde, de veiligheid, het onderhoud van de materialen en het gebouw -visieontwikkeling op MLT en LT -vlotte samenwerking tussen centrum, school en inrichtende macht realiseren in functie van een optimaal gebruik van de accommodatie, een gezond en correct financieel beheer en een logische administratieve verwerking van de centruminkomsten 7. ADMINISTRATIEF BEHEER De bekwaamheid om door een goede leiding van het centrum toe te zien op de correcte verwerking van de documentenstromen, de personeelsadministratie en de internetadministratie. A70: een correcte verwerking van de documentenstroom A71: de leerlingenadministratie organiseren en opvolgen A72: verzekeren dat aan alle administratieve verplichtingen wordt voldaan A73: een goede informatiedoorstroming naar alle participanten waarborgen A74: de pedagogische werking administratief bijhouden Gedragsindicatoren -toezien op de correcte verwerking van de personeelsadministratie -organiseren en toezien op de correcte verwerking van de leerlingenadministratie -opmaak dossier “jaarlijkse inlichtingen” -vergaderingen van de centrumraad organiseren en de verslagen ervan opmaken -zorgen voor een snelle en juiste verwerking van de in- en uitgaande post, ook digitaal -zorgen voor het bijhouden van het klassement en de archivering -toezien op de correcte administratie van de verzekeringen, subsidiedossiers

8. PUBLIC RELATIONS De bekwaamheid om het centrum binnen de regio voldoende bekendheid te geven en te promoten. A80: het centrum binnen en buiten de scholengroep en de regio voldoende bekendheid geven en promoten. A81: de positieve uitstraling van het centrum verzekeren A82: deeltijdse jongeren aantrekken A83: de nodige contacten leggen die de ontwikkeling van het centrum op lange termijn kunnen bevorderen en verzekeren Gedragsindicatoren -informatiefolder/brochure opstellen -website -infomomenten organiseren -deelname aan manifestaties -bedrijfsbezoeken -toekomstperspectieven aanreiken -algemene eigenheid van dit type onderwijs promoten en verdedigen-opkomen voor deze vorm van onderwijs -streven naar het behoud van dit type onderwijs 9. PERSOONLIJK FUNCTIONEREN,ONTWIKKELING EN ZELFEVALUATIE De bereidheid om de eigen aanpak en zichzelf in vraag te stellen. De Bekwaamheid en de wil om zich enthousiast en op een positieve wijze in te zetten. A90: instaan voor de eigen nascholing A91: de eigen werkwijze in vraag stellen en indien nodig bijsturen A92: bereid zijn tot levenslang leren en nascholing A93: mee evolueren met de specifieke ontwikkelingen binnen het onderwijslandschap A94: up-to-date blijven op het vlak van management, kwaliteitszorg, coachingvaardigheden Gedragsindicatoren -zelf initiatieven nemen door onder andere nascholing te volgen, zelfstudie te doen, lectuur, bezoek andere centra - zichzelf in vraag durven stellen en openstaan voor kritiek -zorgen voor het bewaren van een brede algemene kennis en bijblijven met de ontwikkelingen op het vakgebied -openstaan voor het actief meewerken aan de ontwikkelingen in het onderwijslandschap