Vacature voor een waarnemende aanstelling in een vacant ambt hoofdopvoeder

Leon Spilliaertstraat 29 8400 Oostende www.scholengroepaanzee.be

 059/51 05 24  059/80 79 93

[email protected] 001-3397011-50 Algemeen directeur: Xavier DEFRANCQ 0477/57 61 14 [email protected]

Vacature voor een waarnemende aanstelling in een vacant ambt hoofdopvoeder. Ambt Profiel

Plaats Ingangsdatum Duur Kandidaatstelling

Hoofdopvoeder MPI De Vloedlijn. Bij voorkeur een vereist bekwaamheidsbewijs (VE) = ten minste professionele bachelor (PBA) + bewijs pedagogische bekwaamheid (BPB) Akte van bekwaamheid hoofdopvoeder aanbevolen. Zie bijgevoegde functiebeschrijving hoofdopvoeder zoals geldig in SGR-aan-ZEE. Driftweg 77, 8420 De Haan Met onmiddellijke ingang Onbepaald Op mailadres (voorkeur): [email protected] (cc: [email protected]) U krijgt een expliciete mail terug als je kandidaatstelling goed ontvangen is, wat geldt als ontvangstbewijs. Of traditioneel: aangetekend of tegen afgiftebewijs. Een uitgebreid C.V. (max. 3 A4-vel) en een uitgeschreven motivatie (max. 3 A4-vel) samen met je kandidaatstelling bezorgen aan: Scholengroep-aan-Zee Tav Algemeen Directeur L. Spilliaertstraat 29 8400 Oostende

Case en Interview

Beoordeling en selectie

Verdere inlichtingen

Uiterste datum afgifte, aangetekende zending of mail: Dinsdag 5 juli 2011 (Onder voorbehoud van wijziging van data) Woensdag 24 augustus 2011 om 14u: case Donderdag 25 augustus 2011 vanaf 19u30: interview CV – 20 punten Motivatie – 20 punten Oplossing case – 30 punten Mondeling interview (inhoud-vorm-attitude) – 30 punten Xavier DEFRANCQ, algemeen directeur John BORNY, directeur MPI De Vloedlijn

Internaatbeheerder

Hoofdopvoeder

INLEIDING

Deze taakomschrijving is van toepassing op de beheerders van alle internaten van het gemeenschapsonderwijs: internaten verbonden aan een instelling, autonome internaten, Medisch Pedagogisch Instituut (MPIGO), Internaat Buitengewoon secundair onderwijs (IBSO), opvangcentra. Aangezien de hoofdopvoeder van een opvangcentrum de beheerder vervangt bij diens afwezigheid en in die zin zijn taak dan overneemt, is die taakomschrijving op dat moment ook op hem/haar van toepassing. Deze functiebeschrijving bestaat uit drie onderdelen.

1. Resultaatgebieden Dit zijn zowat ‘de eindtermen’ die door een goed functionerende internaatbeheerder dienen te worden gerealiseerd. Deze eindtermen worden onderverdeeld in 12 resultaatgebieden, en elk resultaatgebied bestaat uit 3 paragrafen zijnde,  Inhoud/doel (waar gaat het resultaatgebied over, doel?)  Taken: kernachtig samengevat wat de taken van de beheerder zijn op dat vlak  Mogelijke taakinvulling: een niet-limitatieve lijst van hoe de taken er concreet kunnen uitzien

2. Vakbekwaamheid Dit omschrijft het soort kennis en de vaardigheden waarover iemand moet beschikken om die resultaatgebieden te kunnen verwezenlijken.

3. Competenties Deze omschrijven de persoonlijkheidseigenschappen die iemand moet hebben om de resultaatgebieden te kunnen realiseren. Ook hier is de lijst van voorbeelden niet-limitatief.

Het geheel van taken die in een internaatsinstelling aan bod komen, wordt gedragen door een team, onder de verantwoordelijkheid van de internaatbeheerder die het geheel organiseert en specifieke taken delegeert naar de diverse teamleden. De mogelijke taakinvulling bij de resultaatgebieden en de gedragsindicatoren bij de competenties zijn voorbeelden die zich in een internaatsinstelling voordoen.

Op basis van deze algemene taakomschrijving dient in overleg met de inrichtende macht/directie een aan de concrete situatie aangepaste omschrijving te gebeuren.

Het kan ook dienen als referentiedocument bij:

- de selectie van nieuwe beheerders - de(zelf)evaluatie van beheerders - het houden van functioneringsgesprekken

RESULTAATGEBIEDEN

- Resultaatgebied 1:

Internaatswerkplan


Lange termijnplanning


Kwaliteitszorg


Internenbegeleiding


Personeelsbeleid


Overleg, communicatie en samenwerking met alle‘ interne’ partners,


Overleg, communicatie, samenwerking met alle ‘ externe’ partners


Materieel en financieel beleid


Administratief beheer


Public relations


Veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en voeding


Nascholing

Resultaatgebied 1: Internaatwerkplan

Inhoud / doel - Concretisering van het Pedagogisch Project Gemeenschapsonderwijs (PPGO) - Een houvast bieden voor personeel, internen en ouders door het opstellen van het internaatswerkplan - Een korte en lange termijn visie ontwikkelen voor alle internaatsactiviteiten - Een rode draad bieden voor alle internaatsactiviteiten - De personeelsleden en andere betrokken partijen rond die visie over kwaliteitszorg mobiliseren.

Taak - De beheerder heeft een initiële en centrale rol bij het opstellen van het internaatswerkplan in elke fase - Bovendien waakt hij over een goede uitvoering ervan en stuurt bij waar nodig.

Mogelijke taakinvulling - Inspraak garanderen i.v.m. het internaatswerkplan - Waar dit van toepassing is, over het pedagogisch project mee nadenken en (eventueel via werkgroepen) voorstellen formuleren aan de inrichtende macht - In overleg met de betrokkenen het internaatswerkplan concretiseren met eigen accenten en prioriteiten. Dit beschrijft o.a.         

Het pedagogisch beleid Het waardepatroon De doelstellingen van het internaat Het personeelsbeleid De internenbegeleiding Het financieel beleid De kwaliteitsbewaking De ‘andere’ activiteitenwaaier (sport,cultuur, intra- of extra-muros) Eigen projecten

- Vanuit deze visie, het internaatsreglement (de leefregels, de ‘rechten en de plichten’ van de internen) opstellen - Alle betrokkenen informeren over en/of stimuleren tot medewerking aan dit werkplan - Regelmatig de werking van het internaat analyseren en erover waken dat alle activiteiten en initiatieven in het internaat kaderen binnen dit werkplan - Indien nodig het internaatswerkplan actualiseren.

Resultaatgebied 2: Lange termijnplanning

Inhoud / doel - De continuïteit en de positieve evolutie van het internaat verzekeren - Het aanbod van het internaat maximaal afstemmen op de noden van de (lokale en regionale) gemeenschap

Taak - Het mee opmaken van een beleidsplan op lange termijn, in samenwerking met de beleidsmakers (directie, de scholengroep (Raad van Bestuur)).

Mogelijke taakinvulling - Het opmaken van een sterkte/zwakte analyse van het internaat - Op de voet volgen van de omgevingsfactoren en erop inspelen (verschuiving in types, oprichting van een nieuw opvangcentrum, verschuivingen in opvangnoden, onderwijsontwikkelingen, …) - Vertrekkende vanuit deze analyses, een aantal lange termijn strategieën definiëren met betrekking tot:     

de eventuele samenwerkingsvormen met andere instellingen (oprichting opvangcentra) de personeelsplanning en de vorming van het personeel de planning van investeringen de organisatie van de werking de op termijn te bereiken doelstellingen.

Resultaatgebied 3: Kwaliteitszorg

Inhoud /doel Op basis van het internaatswerkplan en in samenspraak met alle betrokkenen, een aanpak tot algemene kwaliteitszorg definiëren, invoeren en doen respecteren. De permanente zorg om de kwaliteit van de internaatswerking.

Taak - Een degelijk kwaliteitsniveau verzekeren voor de internen, het personeel, de financiën, de accommodatie … - Het effectief en efficiënt realiseren van de doelstellingen van het internaat door een optimaal functioneren van de internaatsorganisatie - Voortdurend zichzelf, het team en de organisatie evalueren om de kwaliteit van het geheel te kunnen bekomen of bewaren.

Mogelijke taakinvulling - Planning en organisatiestructuur verwerken en up-to-date houden in het internaatswerkplan - Het concreet maken van missie en visie in doelstellingen per onderdeel van het internaat zodat het aanbod naar de intern en/of ouders duidelijk kan gecommuniceerd worden - De doelstellingen bepalen naargelang de mogelijkheden en middelen van het internaat - Alle betrokkenen (opvoeders, internen, directie, mvd-personeel, internaatscollege, ouders,) voor de voortdurende kwaliteitszorg sensibiliseren, stimuleren, opvolgen, bijsturen en waar nodig voorstellen formuleren voor opleiding in deze materie - Per schooljaar, op basis van een sterkte/zwakte analyse, prioriteiten/aandachtspunten bepalen - Jaarplan opmaken - Kwaliteitssysteem voor het opvolgen van de individuele intern en de leefgroep, internenvolgsysteem. Duidelijkheid creëren omtrent de rechten (privacy) en plichten van de intern. Waarden en normen van het internaat bepalen. Toezien op het naleven van de leefregels (orde, netheid, hygiëne, veiligheid, ...)

- Ondersteuning bij het opstellen van een IHP (Individueel Handelingsplan) voor kinderen met specifieke noden, in voorkeur in samenspraak met de school - Waken over de begeleiding van de internen, individuele opvolging van opvoeders, rapporten en agenda’s van de internen inzien, evaluatiefiches internen regelmatig nakijken, procedures consequent hanteren - Hulp vragen van de pedagogische begeleiding - Stimuleren van het volgen van nascholing door de opvoeders - Zelf het voorbeeld geven door het 'goed doen van honderden kleine dingen'.

Resultaatgebied 4 Internenbegeleiding

Inhoud / doel - Organiseren en opvolgen van de internenbegeleiding - Het welbevinden van de internen verzekeren - Toezien op de naleving van de wetgeving.

Taak - - Zelf aan internenbegeleiding doen - Een structuur en sfeer creëren waarbinnen aan internenbegeleiding kan gedaan worden - Opvolgen en evalueren van de internenbegeleiding - Een gunstig studie- en leefklimaat scheppen - De internen sensibiliseren en betrekken bij het opvoedingsproject en bij de internaatswerking - Waar nodig andere partners betrekken - Toezien op de naleving van de wettelijke regelingen m.b.t. de internen. (privacy, vrijheidsberoving, straffen, …).

Mogelijke taakinvulling - Internenbegeleiding organiseren en opvolgen, als vast item voorzien op de personeelsvergaderingen - Eventueel oprichten internaatscollege, de vergaderingen organiseren en de werking opvolgen - Mee zorgen voor de nodige strategieën en hulpmiddelen om aan internenbegeleiding te doen - Zorgen voor goede sociale, medische, hygiënische en emotionele begeleiding van de internen - Begeleiding van internen met problemen, wanneer nodig ouders betrekken en zonodig doorverwijzen naar gespecialiseerde instanties (Centrum voor leerlingenbegeleiding of CLB, Vlaams service- en expertisecentrum voor sexuele gezondheid en HIV of SENSOA, Vlaams Fonds, Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of OCMW, Comité Bijzondere Jeugdzorg of CBJ, Jeugdrechtbank of JRB, geneesheer, psycholoog, psychiater,…) - In een opvangcentrum de internen ondersteunen bij het zoeken naar en het volhouden van een vakantiewerk

- Mogelijkheden creëren om aan maatschappelijke integratie te doen - De internen begeleiden bij hun studiekeuze of studie of hen ondersteunen bij het zoeken naar werk…. - Voorlichting op verschillende gebieden (drugs, spijbelen…) - Zorgen voor een goede doorstroming van informatie naar de internen - Persoonlijke contacten onderhouden met internen bijvoorbeeld ter gelegenheid van inschrijvingen, conflictsituaties (onder elkaar, thuis of met opvoeders), bespreken van schoolresultaten, enz. - Internen met vragen en/of (emotionele) problemen begeleiden, advies geven, sanctioneren, verwijzen naar andere hulpverleners…) - Beschikbaar zijn voor een individueel gesprek - Bereikbaar zijn tijdens de openingsuren van het internaat - Opvolgen van het leefklimaat van het internaat - Het vormen van leefgroepen - Het creëren voor mogelijkheden voor ontspanningsactiviteiten (sport, cultuur…).

Resultaatgebied 5: Personeelsbeleid

Inhoud / doel - Leiden en begeleiden van het personeel - Toezien op de naleving van de regels van de deontologie en toezien op de naleving van de wetgeving die werksfeer en werkverhouding regelt - Met een bekwaam en gemotiveerd team de doelstellingen van het internaat realiseren.

Taak - De uitgangspunten (principes)van het personeelsbeleid mee vastleggen - De internaatbeheerder wordt actief betrokken bij aanwerving/benoeming van het personeel - De taken van het personeel concreet omschrijven - Motiveren, organiseren, sturen, evalueren van het personeel en het welbevinden bevorderen - Zorgen voor een goede professionalisering, professionalisering garanderen - Toezien op het naleven van de wet op de privacy, pesten en seksuele intimidatie, arbeidswetgeving, personeelsstatuut, Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB), ….. .

Mogelijke taakinvulling Plannen - De personeelsnoden bepalen op basis van de evolutie in de internenpopulatie (een personeelsplanning opstellen) - Concrete taakomschrijvingen opstellen - Naargelang de procedures en (al dan niet) gedelegeerde bevoegdheden van de inrichtende macht, selecteren en rekruteren van kandidaten of voordragen van nieuwe personeelsleden - De functiebeschrijvingen en profielen van de verschillende functies binnen het eigen internaat specifiëren

- De sterktes en zwaktes van de medewerkers (t.a.v. de profielen) kennen, waar mogelijk de ambten verdelen i.f.v. de bekwaamheden van de personen (juiste persoon op de juiste plaats) - Advies geven aan de directie wat betreft de evaluatie van personeelsleden van het internaat - Dienstroosters opstellen (vervangingen organiseren, vakanties plannen, …).

Begeleiden en opvolgen - Regelmatig functioneringsgesprekken voeren (bijvoorbeeld de opvoeders duidelijk maken wat van hen verwacht wordt, goede afspraken maken,…) - Zorgen voor een goed en motiverend werkklimaat:          

Voldoende informatie geven Wanneer aangewezen, overleg plegen Durven beslissingen nemen Eventueel een aantal taken delegeren Een verantwoorde besteding van het urenpakket opstellen Goede ondersteuning geven, coachen waar nodig Aanmoedigen en waarderen Stimuleren van teamwerk Haalbare eisen stellen Aandacht hebben voor het privé-leven en mogelijke problemen van het personeel in zoverre dit de professionele werking beïnvloed.  Zorgen voor een aangenaam opvoederslokaal  Participatie garanderen. - Organiseren en mee sturen van overleg (bijvoorbeeld personeelsvergaderingen) - Nieuwe personeelsleden onthalen, introduceren in de werking van het internaat en opvolgen - Het personeel aansporen tot en begeleiden bij hun professionalisering, tot inzet voor het internaat, de internen en de uitstraling van het internaat - Opvoeders stimuleren tot nascholing - Helpen oplossen van conflicten tussen personeel onderling en tussen personeel en internen - Supervisie op het activiteitenrooster - Controleren van planningsdocumenten.

Evalueren en waarderen - De prestaties van de personeelsleden evalueren, goede prestaties erkennen en waarderen - Onvoldoende prestaties opmerken, (eventueel) rapporteren en (laten) sanctioneren - Wanneer nodig een tuchtprocedure inleiden.

Resultaatgebied 6: Overleg, communicatie en samenwerking met “interne” partners

Inhoud / doel Instaan voor en toezien op een goede communicatie en overleg met alle ‘interne’ internaatbetrokken instanties/partijen (directies, leerkrachten en begeleiders van de scholen voor buitengewoon onderwijs, de inrichtende macht,…).

Taak - Een goede informatie uitwisseling verzekeren - Hun medewerking verkrijgen - Voldoen aan een aantal wettelijke of door het net opgelegde verplichtingen ( tellingen…) - Op pedagogisch vlak: Samenwerking verzekeren tussen internaat en school (scholen) De continuïteit van de individuele handelingsplannen verzekeren Voor opvangcentra is dit de samenwerking tussen het opvangcentrum en de internaten. -

-

Op materieel, financieel en administratief vlak: Een vlotte samenwerking tussen internaat, school en inrichtende macht garanderen i.f.v. een optimaal gebruik van de accommodatie, een gezond en correct financieel beheer en een logische administratieve verwerking Voor opvangcentra is dit de samenwerking tussen het opvangcentrum en de internaten.

Mogelijke taakinvulling - Op pedagogisch vlak:  Inbreng garanderen van het internaat in de klassenraden op vraag van de school  Er voor zorgen dat er voldoende achtergrondinformatie bekomen wordt over nieuwe internen  Verantwoordelijkheid dragen over het verloop van alle contacten tussen internaat en school. Via formele of informele contacten een goede communicatie verzekeren met de directie / Algemeen Directeur (rapporteren, advies verlenen, overleggen, formele goedkeuring vragen…) Specifiek voor het buitengewoon onderwijs: mogelijkheid tot het inkijken van leerlingendossiers, bijhouden van IHP. - Op materieel, financieel en administratief vlak:

 Deelnemen aan bestaande vormen van formeel overleg (schoolraad, college van directeurs) en/of mee opzetten van vormen van formeel overleg (bestuurscollege, werkgroepen)tussen internaat, school en scholengroep  Verantwoordelijkheid dragen voor alle noodzakelijke contacten met de scholen en de inrichtende macht, om een correcte financiële, materiële en administratieve werking te garanderen (bv. tussenoverlegcomité, informele contacten met directie, secretariaat, cellen binnen de scholengroep,…). - Zorgen voor een goede communicatie met alle betrokkenen via dienstnota’s

Resultaatgebied 7: Overleg, communicatie en samenwerking met ‘alle” externe partners

Inhoud / doel - Instaan voor en toezien op een goede communicatie en samenwerking met alle externe partners.

Taak - Communicatie en samenwerking met de ouders = informatie uitwisselen over hun kinderen informeren over en/of betrekken bij het internaatsgebeuren samen werken aan de opvoeding van hun kinderen - Communicatie en samenwerking met de externe partners = kennis hebben van mogelijke externe partners en een ondersteunend netwerk uitbouwen afhankelijk van de problematiek, met geschikte externe partners samenwerken en een goede informatie uitwisseling verzekeren - Voldoen aan een aantal wettelijke of door het net opgelegde verplichtingen

Mogelijke taakinvullingen - Garanderen dat bij de intake, zoveel mogelijk informatie verzameld wordt over de nieuwe intern en gezinssituatie. In specifieke situaties is het IHP hiervoor het aangewezen document - Ouders grondig informeren over de werking van het internaat ( PPGO, leefregels, activiteiten, bezoekregeling, financiële aspecten), via gesprekken, contactschriften, krantje, jaarplanning, ouderbezoeken, ouderfeesten, opendeur activiteitenkalender… Eventuele procedures verduidelijken indien eveneens andere partners betrokken zijn zoals CBJ, JRB, OCMW… - Trachten de ouders te betrekken bij bepaalde aspecten van de internaatswerking. - Via formele of informele contacten, samenwerken aan het opvoedingsproces ( regels en afspraken, eetgewoonten, correct medicatiegebruik, aanpak gedragsproblemen, studie- of tuchtproblemen, financiële problemen, gezinsproblemen, studiekeuze…)

- Contacten leggen en onderhouden met:       

Onderwijsgebonden organisaties Departement onderwijs (Inspectie), de verantwoordelijken van de netten, Gemeenschapsonderwijs; (pedagogische begeleidingsdiensten) Andere instanties; CLB, Scholengroep, , opvangcentra, BIGO, opleidingsscholen, stagebegeleiding,… Welzijn, OCMW, Comité bijzondere jeugdzorg, SENSOA, Kind in nood, Regionaal overleg Welzijn… instanties: gemeentelijke, provinciale en gewestelijke diensten, politie, jeugdrechtbanken, advocaten, vakbonden (vb. de criteria waarop dienstroosters worden opgemaakt),… contacten onderhouden met scholen en vormingsinstanties in verband met het meewerken aan de opleiding van jonge opvoeders (stagemogelijkheden) organisaties: sponsors, service clubs, socio-culturele verenigingen, sportverenigingen,….

Resultaatsgebied 8: materieel en financieel beleid

Inhoud / doel - Uittekening, uitvoering en opvolging van het financieel en materieel beleid - Instaan voor het onderhoud van het internaatspatrimonium

Taak - De ‘internaatsbegroting’ mee helpen opmaken, uitvoeren en opvolgen. - De werkingsmiddelen van het internaat optimaal helpen beheren - Het internaatspatrimonium laten onderhouden. - Meehelpen te voldoen aan de wettelijke verplichtingen en aan verplichtingen opgelegd door de inrichtende macht.

Mogelijke taakinvulling - Korte en lange termijnvisie ontwikkelen - Investeringsvoorstellen mee helpen opmaken - Organiseren van het onderhoud van gebouwen en domeinen door eigen personeel en externen - Instaan voor de aankopen (voeding, ontspanning, niet-didactisch en didactisch materiaal, diensten, infrastructuur, e.a.): 

bedrijven en leveranciers contacteren, waar nodig met respect voor de wetgeving op de overheidsopdrachten  voorwaarden negotiëren met leveranciers  verifiëren van de levering of diensten en eventueel ook van de facturen. - Toezien op een goed beheer van de voorraden. - Op maken en versturen van de facturen kostgelden, opvolgen van de betalingen en van de achterstallige vorderingen - Op toezien dat het internaat kan beschikken over de gepaste informaticatoepassingen - Toezien op een kostenbewust gedragspatroon van alle medewerkers

- Voorstellen indienen om extra financiële middelen te verwerven (sponsoring, bijkomende dotaties,..).

Resultaatgebied 9: Administratief beheer

Inhoud / doel - Een correcte verwerking van de documentenstroom, de personeels- en de internenadministratie organiseren en opvolgen.

Taak - Verzekeren dat aan alle (decretaal opgelegde en andere) administratieve wordt voldaan

verplichtingen

- Een goede informatiedoorstroming naar alle participanten waarborgen - De pedagogische werking administratief bijhouden.

Mogelijke taakinvulling - Toezien op een correcte verwerking van de personeelsadministratie (weddendossiers, rechtspositieregeling, reaffectatie, verlofregelingen…) - Verantwoordelijk zijn voor een correcte verwerking van de internenadministratie (internendossiers met o.a. inschrijvingsformulier, internenfiches, aanwezigheidsregister, beschikkingen jeugdrechtbank, kennisgevingen plaatsing CBJ, medische fiches) - Zorgen voor een tijdige en goede verwerking van officiële documenten - Alle inkomende en uitgaande post verwerken en wanneer nodig de betrokkenen informeren - Bijhouden van een correcte administratie met betrekking tot verzekeringen - Toezien op de planningsdocumenten van het internaatspersoneel - Instaan voor de verslaggeving van elke formele vorm van pedagogisch overleg - Zorgen voor het bijhouden van het klassement en de archivering - Toezien op het respecteren van de wet op de privacy (bv. medische en privé gegevens van internen en personeel: toegankelijkheid, wijze van archiveren of verwijderen).

Resultaatgebied 10: Public Relations

Inhoud / doel - Het internaat binnen en buiten de scholengroep en de regio voldoende bekendheid geven en promoten.

Taak - De positieve uitstraling van het internaat verzekeren - Internen aantrekken - De nodige contacten leggen die de ontwikkeling van het internaat op termijn kunnen bevorderen en verzekeren.

Mogelijke taakinvulling - Opendeurdagen organiseren - Contacten met de lokale media onderhouden - Contacten met de bedrijfswereld onderhouden - Goede contacten onderhouden met de buurt - Publiciteit maken in kranten, tijdschriften, op lokale TV en radio, internet, … - Brochures opmaken en publiceren, verspreiden in de mogelijk toeleverende scholen, in de CLB’s… - Deelnemen aan manifestaties of aan wedstrijden - Scholen informatie bezorgen - Internaatsfeest, ouderfeest, ….. organiseren.

Resultaatsgebied 11: Veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en voeding

Inhoud - Alle facetten omtrent veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en voeding.

Taak - Veiligheid en hygiëne van de internen en personeel waarborgen - Samen met de directeur (in opvangcentrum ook met de hoofdopvoeder), en de preventiemedewerker, mee instaan voor de toepassing van de reglementering inzake veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en een gezonde voeding - Het creëren van een sfeer, een cultuur, waarin veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en een gezonde voeding bijzondere aandacht krijgen - Het opvolgen van de gemaakte afspraken inzake veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en een gezonde voeding.

Mogelijke taakinvulling - Het overleg garanderen met de preventieadviseur, preventiemedewerker, arbeidsgeneeskundige dienst - In overleg de menu’s opstellen voor een gezonde, evenwichtige en aangepaste voeding - Het aanvragen van de nodige vergunningen - De thema’s veiligheid, gezondheid, milieu, hygiëne en gezonde voeding regelmatig op de agenda van de teamvergaderingen plaatsen - Evacuatie – en andere oefeningen inzake brandveiligheid organiseren - Instaan voor eventuele EHBO opleidingen - Regelmatig controleren van de toepassing op de (Hazard analyses critical control points) HACCP wetgeving - Kennis nemen van de wetgeving inzake veiligheid, hygiëne, milieu, gezondheid en gezonde voeding

- Instaan voor de periodieke controle van brandveiligheid, elektrische veiligheid, veiligheid van toestellen en uitrusting, gebouwen, … - Instaan voor de toepassing van de hygiënische regels - Alle nodige maatregelen nemen inzake gezondheid (besmettelijke ziektes, bescherming zwangere vrouwen, arbeidsgeneeskundige diensten, …) - Organiseren van een sluitende procedure voor het toedienen van de dagelijkse medicatie op internaat - Opslaan van medicatie en gevaarlijke producten buiten bereik van de internen.

Resultaatgebied 12: Nascholing

Inhoud / Doel - Instaan voor de eigen nascholing - Zorgen voor het bewaren van een brede algemene kennis en bijblijven met de ontwikkelingen op het "vakgebied" - De invulling van de eigen opdracht verbeteren/optimaliseren.

Taak - Bewust zijn van de noodzaak om nascholing te volgen om het uitvoeren van de opdracht te optimaliseren - Mee evolueren met de specifieke ontwikkelingen binnen de zorgbreedte in het gewoon en buitengewoon onderwijs - Up-to-date blijven op het vlak van management, kwaliteitszorg, coaching-vaardigheden…

Voorbeelden van bijhorende activiteiten - Ingaan op het bestaande opleidingsaanbod vanwege de netten, het departement onderwijs, pedagogische instituten, universiteiten, ... - Zelf initiatieven nemen (o.a. zelfstudie, lectuur, bezoeken aan andere internaten, ...) - Bijscholing volgen op het vlak van Veiligheid en Gezondheid, hygiëne en voeding - Open staan voor de brede waaier aan informatie (media, lectuur..)en er actief gebruik van maken - Te rade gaan bij bevoegde diensten voor specifieke evoluties (Pedagogische Begeleidingsdienst of PBD, CLB…) - Ingaan op aanbod van PBD, Dienst nascholing of BIGO (de beheerders vereniging) - Oog hebben en openstaan voor de maatschappelijke evoluties -..Luisterend oor voor ervaring van collega’s - Zich bekwamen in gespreksvaardigheden, communicatie-vaardigheden, functioneringsgesprekken.

Vakbekwaamheid

Definitie Vakbekwaamheid is de vaktechnische kennis die nodig is om de functie goed te kunnen uitoefenen.

Algemeen - Een brede algemene ontwikkeling ( cultureel, sociaal , technologisch…) - Het beheersen van basis management technieken - De kennis en gebruik van moderne communicatietechnieken, PC, internet - De kennis van de bronnen waar informatie te vinden is.

Specifiek - De kennis van het wettelijk en reglementair kader m.b.t. het internaat als een instelling van het gemeenschapsonderwijs en m.b.t. de personeelsleden die deze instelling in dienst heeft - Het inzicht in de werking van de inrichtende macht met de verdeling van de bevoegdheden (het netwerk).

COMPETENTENTIES

- Toekomstgericht denken

- Probleemoplossend denken

- Resultaatgerichtheid

- Teamleiderschap

- Bezieling

- Organisatietalent

- Overtuigingskracht

- Relatiebekwaamheid

- Flexibiliteit

Competenties

Toekomstgericht denken - De bekwaamheid om, na analyse van de omgevingsfactoren en de maatschappelijke evolutie, een visie te ontwikkelen en dit te vertalen naar concrete actieplannen. - Gedragsindicatoren  Denkt toekomstgericht, op langere termijn. Voelt aan wat morgen belangrijk zal zijn. Volgt de maatschappelijke evolutie, verzamelt informatie, raadpleegt buitenstaanders, luistert naar collega' en medewerkers  Plaatst het internaat als instelling in een ruimere maatschappelijke context  Vertaalt het pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs in concrete projecten in functie van de eigenheid van het internaat  Omschrijft een strategie en concrete actieplannen.

Probleemoplossend denken - De bekwaamheid om problemen te onderkennen en tot creatieve oplossingen te komen. - Gedragsindicatoren        

Een probleem kunnen identificeren, situeren en omschrijven Hoofd – en bijzaken kunnen onderscheiden, complexe problemen opdelen in deelfacetten Problemen niet uit de weg gaan en met oplossingen komen eerder dan met vragen Delicate problemen kunnen relativeren en bespreekbaar maken Voor- en nadelen afwegen van de verschillende oplossingen Proberen oplossingen te bedenken waarbij een win win situatie ontstaat. Stimuleert ook anderen tot creatief denken Heeft het inzicht om tijdig anderen in te schakelen wanneer men zelf het probleem niet kan oplossen.

Resultaatgerichtheid - De wil om een vooropgesteld doel te bereiken zelfs onder moeilijke omstandigheden. - Gedragsindicatoren       

Stelt eerst prioriteiten Formuleert concrete en realistische doelstellingen voor zichzelf en de medewerkers Evalueert de vooruitgang en reageert vervolgens op gepaste wijze Geeft niet toe op principiële zaken Is gedreven om zijn doel te bereiken, zoekt soms alternatieven Werkt efficiënt Betrekt anderen bij zijn plannen, zoekt feedback bij medewerkers en externen

 Geeft niet gauw op  Voorziet problemen en anticipeert erop.

Teamleiderschap - De bekwaamheid om medewerkers te motiveren voor de werking van het internaat en een goede samenwerking tot stand te brengen - Gedragsindicatoren  Geeft de richting aan, legt de doelen vast en maakt duidelijke afspraken  Informeert de medewerkers over de gang van zaken en stelt hen alle informatie ter beschikking die zij nodig hebben om hun taak naar behoren uit te voeren  Laat in vergaderingen alle meningen aan bod komen en zoekt naar consensus  Kent de sterktes en zwaktes van zijn medewerkers en delegeert specifieke taken in functie van hun bekwaamheden  Volgt zijn medewerkers op en stuurt bij waar nodig  Uit zijn waardering voor goede prestaties  Durft ook onpopulaire beslissingen nemen indien nodig  Bemiddelt bij spanningen of probeert conflicten te voorkomen, heeft aandacht voor persoonlijke problemen van de medewerkers  Houdt zich aan afspraken en ziet er op toe dat anderen dat ook doen.

Bezieling - De bekwaamheid om vanuit de eigen overtuiging het eigen enthousiasme over te brengen op de anderen en hen zo aan te moedigen zich spontaan in te zetten

- Gedragsindicatoren  Heeft een positief zelfbeeld en mensbeeld, gelooft in de mogelijkheden van elke leerling en medewerker  Verdedigt de doelstellingen en belangen van het eigen internaat, de eigen leerlingen en de eigen medewerkers  Heeft zelfvertrouwen en geeft ook vertrouwen aan de anderen, moedigt de anderen aan, kan mensen meekrijgen, is consequent  Gelooft in het pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs en draagt dit ook uit door de werking van het internaat  Laat zich niet tegenhouden door tegenslagen  Is een voorbeeld voor anderen.

Organisatietalent - De bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken - Gedragsindicatoren  Maakt eerst een grondige analyse, maakt een agenda op van activiteiten, stelt doelstellingen voorop, legt prioriteiten, volgt op en stuurt regelmatig bij  Kan een idee concretiseren in praktische en haalbare stappen  Delegeert bepaalde taken aan de meest geschikte personen  Maakt duidelijke afspraken

 Beschikt over goede vergadertechnieken: duidelijke agenda, juiste informatie aan de juiste personen, nauwkeurige verslaggeving, correcte opvolging.

Overtuigingskracht - De bekwaamheid om anderen te beïnvloeden en achter een idee te krijgen - Gedragsindicatoren    

Legt uit waarom hij iets doet, geeft het doel aan en de weg om dat doel ter bereiken Geeft stand van zaken weer Zoekt de inbreng van anderen, voorziet tegenargumenten en weet ze te weerleggen Heeft een netwerk van personen die hij / zij kan aanspreken voor de zaak van het internaat, wanneer nodig.

Relatiebekwaamheid - De bekwaamheid om contacten te leggen en te onderhouden. - Gedragsindicatoren  Betoont interesse voor anderen (leerlingen, leerkrachten, ouders,..), stelt vragen, luistert actief, kan informatie terugkoppelen  Zoekt zelf mensen op om mee te praten, kan zich inleven in de situatie van anderen, kan ongelijk toegeven  Kan gemoedelijk omgaan met leerlingen, medewerkers en toont persoonlijke interesse, is discreet  Durft voor de eigen mening uitkomen maar respecteert ook de mening van anderen  Kan zijn standpunt duidelijk uiteenzetten  Heeft overtuigingskracht, past zich aan aan zijn publiek  Durft verschillende meningen met elkaar te confronteren.

Flexibiliteit - De bekwaamheid rekening te houden met wijzigende omstandigheden en de aanpak daar op af te stemmen - Gedragsindicatoren  Staat open voor kritiek, stelt de eigen werkwijze in vraag, kan een fout toegeven en stuurt bij  Staat open voor nieuwe visies  Kan gemakkelijk overschakelen van de ene activiteit op de andere  Is bereid van de oorspronkelijke planning af te wijken wanneer iets onverwacht opduikt dat een grotere prioriteit heeft  Is soepel met mensen, past de regels niet noodzakelijk toe naar de letter maar wel naar de geest  Is bereid om persoonlijke tijd op te offeren in het belang van het internaat  Is bereid om zich bij te scholen.

Vacature voor een waarnemende aanstelling in een vacant ambt hoofdopvoeder

Recommend Documents