Vaassen en haar molens De Brinker molens Ook deze molens moeten na 1660 zijn gebouwd. In 1689 verkocht Jan Hendriks van Ysendoorn, heer van de Cannenburgh "de drie huijsen en drie molens met 't gaende en staende werk sulx als t'selve tegenswoordig staet en gemaekt is bij Coperen bewoont en gebruijckt word, gelegen bij de bovenste Weijer tussen de geelmaten en den Westerick aan de Zuijtzijde van de grote allee van den huijse Kannenborg voorbehoudens .... den grond en t'water" aan de echtparen Warner Janssen en Anneken Holtius, Marten Geurt en Anneken Janssen en Jan Aerts en Geertken Jans. Geurt werkte op de Citadelse molen, de anderen respectievelijk op de linker (westelijke) en de rechter (oostelijke) molen, later Brinker molens genoemd.
Kennelijk bestond er onenigheid over de waterverdeling tussen de drie molens. In 1702 werd tussen Warner Jansen Veenhuijsen en Jannis Werners Veenhuijsen enerzijds en Henrick Keijenbergh (van de Citadel) anderzijds een overeenkomst gesloten, waarbij eenderde van het water vanaf de Geelmolens direct naar de Citadel zou stromen en eenderde elk naar de beide andere. Uit latere gegevens blijkt, dat het water van de rechter molen, dus eenderde van het totaal, doorliep naar de Cannenburghermolen en dat van de linker molen naar het benedenwater van de Citadel en verder naar de Dorper molens.
Het rechter molengebouw behoorde in 1689 aan Jan Aerts en Geertken Jans, ook nog genoemd in 1697, in 1702 aan Jannis Werners Veenhuijsen. In 1715 wordt Jochum Roelofs Hulshoff, papiermaker op één van de Holtse molens, genoemd als eigenaar, mogelijk door zijn huwelijk met Johanna Werners Veenhuijsen. Jochum hertrouwde in genoemd jaar met Janna of Johanna Coldewey. Hij moet toen van de molen afgegaan zijn, want in Juni 1715 verpachtte de vrouwe van de Cannenburgh water en grond van deze molen 'gelegen bij de Groote Vijver' aan Jan Berghorst en Aeltje Gerrits voor 30 jaren. Toch werd weer in 1721 hetzelfde, nu "neffens de papiermole .... zoo als het tot nog toe by pagteren is gebruykt geworden" verpacht en wel voor zes jaren en weer aan Jan en Aeltje. In 1740 kregen Warner Veenhuysen en Jannetie Wolbrinck de pacht tegen f 240.- per jaar. Vier jaren later volgde Hymerick (Heymerinck) van de Brink, getrouwd met Willemtie Hafkens. Zij kregen in 1746 wegens 'de quaie teijt' verlaging van pacht tot f 225.- maar later kwam de molen tot stilstand. Eerst in 1753 werd hun pacht vernieuwd, tegen f 140.- "in dato desen als de moolen weer aanvattende....". Volgende pachters betaalden f 200.- (1761 Hendrick en Lubbert Janssens), f 250.- (1767 Lubbert van Beek) en f 220.- (1772 Jan Roes en Joachim Scharrenberg). Begin 19e eeuw komt als pachter voor Marinus Smits (1837-1867) tegen een pacht van f 250. -. Na hem was E. Uyt den Bogaard pachter, die in 1782 plaats moest maken voor Jan van Delden, die toen beide Brinker molens had gekocht. Het linker molengebouw was in 1689, 1697, 1702 en omliggende jaren in bezit van Warner Janssen en Anneken Holtius. Later was Wolter Muller er pachter, aan wie in 1740 Jannes en Willem van Laer elk hun aandeel ad f 365.- verkochten. Wolter en zijn vrouw Elisabeth Jans Luytjes verkochten in 1751 hun aandeel aan de heer van de Cannenburgh; dit aandeel bedroeg 7/10de, andere Van Laers: Gerhardus, Arnoldus en Lubberta hadden elk ééntiende. De totale opbrengst was, na een deskundige schatting f 1600.-. Twee jaren later kregen Engbert Dischuijsen en Lammertin Hendrix de pacht voor zes jaren tegen f 270.-, later in hetzelfde jaar 1753 Derck Kamphuijs en Hendrinna Dyckhuysen tegen f 325.- per jaar. Bij pachtvernieuwing voor de periode 1760-1766 werd de pacht verhoogd tot f 300.-. Na een hiaat van zo'n 70 jaren ontmoeten we in 1837 Paul van Tongeren, die in 1872 zijn plaats inruimde voor de koper van beide molens, Jan van Delden.
Jan van Delden werd de stichter van de Bordpapierfabriek die zijn naam als firmanaam zou blijven voeren. Vooral na 1903 is het bedrijf uitgegroeid tot een waar fabriekscomplex, toen stoom de productie geweldig opvoerde. Het linker gebouw werd geheel modern opgetrokken, het rechter, de aloude papiermolen van Jan Aerts, bleef zijn oude gedaante tot het laatst toe behouden, al geraakte het van lieverlede ingekapseld tussen moderne bouwsels. Naast stoomkracht bleef het waterrad dienst doen, in de jaren 1940-1945 en ook daarna tot ongeveer 1956, voor opwekking van electriciteit, die omwonenden licht verschafte.
In 1958 stortte het rad in elkaar en de resten van goot en rad werden aan hun lot overgelaten en bleven liggen, tot het einde toe... In 1980 staakte het bedrijf zijn werkzaamheden en in 1989 werden alle gebouwen gesloopt. Aan de resten van het rad, die op de bodem van de beek lagen, was op te maken, dat de diameter 3.50 m bedroeg bij een schoepenbreedte (binnen de velgen) van 1.43 m. Het rad had dubbele2 kruisarmen op een as van ongeveer 44 cm . Het vierkante asgat van de kruisarmen bedroeg 67 x 67 cm. Oostelijk van het voormalige complex liggen zes kollerstenen met een diameter van 1.35-1.45 cm bij een dikte van ongeveer 47 cm.
I
Foto onder: 1901: 25 jarig huwelijk Jan van Delden en Elberta Lamberta Pannekoek met hun vijf kinderen Gretha, Mien, Hendrik (Hent), Hanna en Dina.
Eigenaren Westelijke Brinker molen ?? Jan Hendrik van Isendoorn - eigenaar. 1674 Jan Aerts - pachter en papiermaker. (1689 eigenaar) 1690 Albert Jochems - papiermaker. 1695 Jannis (Joannes) Warners Veenhuysen - pachter en papiermaker. 1710 Jannes van Laar - pachter en papiermaker. 1717 Wolter Jansen Muller - pachter en papiermaker. 1723 Wouter (Wolter) Muller - pachter en papiermaker. 1751 Egbert Dijkhuysen - pachter en papiermaker. 1754 Derk Frederiks Kamphuis - pachter en papiermaker. 1766 Jan Aerts Jonker - pachter en papiermaker. 1790 Paul Jonker - pachter en papiermaker. 1807 Willem Lubberts van Tongeren - pachter en papiermaker. 1819 Geertruy Hering - pachtster. 1819 Jan Riks - papiermaker. 1837 Paul van Tongeren - pachter en papiermaker. 1872 Jan van Delden - eigenaar. (vervolg zie Oostelijke Brinker molen)
Oostelijke Brinker molen ?? Jan Hendrik van Isendoorn - eigenaar. 1668 Warner Jansen (Veenhuijsen) - pachter en papiermaker. (1689 eigenaar) 1710 Joachim Roelofs Hulshoff - eigenaar, pachter van grond en water, papiermaker. 1715 Baronesse van Isendoorn - eigenaresse. 1715 Jan Berghorst - pachter en papiermaker. 1725 Warner Jansen Veenhuizen - pachter en papiermaker. 1744 Heymerink van den Brink - pachter en papiermaker. 1761 Hendrik en Lubbert Jansen van Beek - pachters en papiermakers. 1767 Lubbert van Beek - pachter en papiermaker. 1772 Jan Roes en Jochem Scherrenberg - pachters en papiermakers. 1780 Aart Jonker - pachter en papiermaker. 1782 Johan Joost Herkert - pachter en papiermaker. 1790 Jan Aerts Jonker - pachter en papiermaker. 1808 Jan Christoffel Herink (Heering) - pachter en papiermaker. 1819 Hermen Everts Westhof - pachter en papiermaker. 1822 Hendrik Reuvekamp - pachter en papiermaker. 1828 Marinus Smit - pachter en papiermaker. 1871 Evert uyt den Bogaard - pachter en papiermaker. 1872 Jan van Delden - eigenaar. 1903 "Papierfabriek Westerenk" 1915 Hendrik van Delden - eigenaar. 1980 fabriek stilgelegd.
Gebruikte bronnen: De papiermolens in de provincie Gelderland, H. Voorn, 1985. Op kracht van stromend water, H. Hagens, 1998.
1964
1965
1965
Willen van Loenen op de heftruck
Bordpapierfabriek van Delden gebruikte oud papier voor het maken van bordpapier (een soort karton). Op woensdagmiddag mochten particulieren er oud papier brengen. Veel kinderen brachten dan het door hen verzamelde papier naar de fabriek. Het werd bij de transportband op een bascule gewogen en op een papiertje geschreven. Met dat papiertje kon bij het kantoor het geld worden opgehaald.
Foto boven: De heren Jaap van Silfhout, Joop Hurenkamp en Bert van Velzen en rechts Arend Jan Stenfert in 1964
Monteur bezig met reparatie
Henk Buitenhuis aan het werk bij de lakwals in de jaren 60.
Pauckstoommachine
Nieuwe wals in de fabriek augustus 1969
Productiehal in 1968
Een brand legde in 1968 de productiehal in de as. Ondanks grote inzet van de Vaassense brandweer ging de gehele hal verloren.