Wie maalt om de molens? Dagboekfragmenten deel 1 Dag 1 Er is een ongeluk gebeurd vandaag, met meneer Swarteschaep. Eind van de middag was ik zakken graan naar binnen aan het sjouwen. De baas was op de stelling aan het werk. Ineens hoorde ik een schreeuw. ‘Dat is meneer Swarteschaep’, dacht ik. ‘Er gaat iets fout.’ Ik vlóóg naar boven, de stelling op. En daar lag ‘ie, een paar meter verderop, terwijl de wieken draaiden. Dat hoort helemaal niet! Als meneer Swarteschaep in de buurt van de wieken bezig is, zet hij ze altijd vast. Anders is het veel te gevaarlijk. Ik zette de vang snel vast en rende naar de baas. Die lag daar bewusteloos en ik kreeg hem niet bij, dus ik schreeuwde naar Aafje dat ze een dokter moest bellen. Het leek uren te duren voordat die dokter eindelijk kwam en al die tijd bleef de baas daar doodstil liggen. Aafje maakte zich natuurlijk steeds meer zorgen om haar man. Toen de dokter kwam bleek het mee te vallen. ‘Hij heeft niks gebroken’, zei de dokter. ‘Dus laten we hem maar op bed leggen.’ Toen hij eenmaal op bed lag, deed hij gelukkig zijn ogen weer open. ‘Wat is er gebeurd?’, vroeg hij. We hebben hem verteld wat wij wisten, maar dat was niet zoveel. Zelf had hij ook geen idee wat er gebeurd was. Toen viel hij weer in slaap. ‘Hij was gelukkig niet lang bewusteloos’, zei de dokter. ‘Dus het zal wel weer goed komen. Morgen kom ik terug.’ Ik ga nu ook maar naar bed want Aafje en ik moeten morgen al het werk alleen doen. Ik vraag me af wat er precies gebeurd is toen hij op de stelling stond.
Dag 2
Dagboekfragmenten
1
Wie maalt om de molens?
copyright 2007 Vereniging De Hollandsche Molen
Ik heb de hele nacht liggen piekeren. Hoe kan het toch dat de wieken niet vaststonden? Meneer Swarteschaep zou dat nooit vergeten. Ze moeten losgeschoten zijn. De dokter is weer geweest. Hij heeft de baas helemaal onderzocht. Ik vertelde over de wieken die los stonden, maar toen zei meneer Swarteschaep: ‘Die wieken? Haal ze er maar af, die ondingen.’ Ik kon mijn oren niet geloven. Dat meneer Swarteschaep, die molenaar in hart en nieren, zoiets kon zeggen! Zal wel komen omdat ie een hersenschudding heeft. Hij heeft ook nog veel hoofdpijn. ‘Niet over de molen beginnen’, zei de dokter. ‘Hij moet rusten, vooral veel rusten.’ Van Aafje hoorde ik dat hij het nog een keer gezegd had: ‘Haal die dingen er maar af.’
Dag 3 De baas had vandaag wat minder hoofdpijn, zei Aafje. Ik had zelf geen tijd om bij hem langs te gaan. Er was zoveel te doen in de molen. Er kwamen bezoekers, die ik heb rondgeleid. Normaal doet meneer Swarteschaep dat altijd zelf. Hij is er heel erg goed in. Hij weet alles van de molen en hij heeft een hele stapel boeken over de geschiedenis van molens. Volgens mij kent hij ze allemaal uit zijn hoofd. Hij zorgt ook altijd dat de molen goed onderhouden is en dat er veel informatie is voor de bezoekers. Daarom heeft onze molen het keurmerk van Vereniging De Hollandsche Molen. Daar is de baas heel erg trots op. Hij vertelt aan iedereen die het maar wil horen dat onze molen het keurmerk heeft. Trouwens ook aan iedereen die het niet wil horen...
Dag 5 Meneer Swarteschaep kwam uit bed vandaag. Vanmiddag stond hij ineens in de kamer. ‘Ik kom eruit’, zei hij. ‘Ik heb werk te doen.’ ‘Je mag nog niet werken’, zei Aafje. ‘Het is nog veel te kort na het ongeluk. Je moet rusten’, zei de dokter. Swarteschaep wees op zijn hoofd en zei: ‘Denkwerk. Ik moet denken.’ ‘Waarover?’, vroeg Aafje. ‘Over de molen. Die is ouderwets en gevaarlijk. Er moet iets mee gebeuren. Van mij mag hij helemaal verdwijnen. Ik maak daar een plan voor. Dat zal me geld kosten, maar ik heb spaargeld.’ Ik wilde reageren, maar Aafje schudde van nee. Daar had ze natuurlijk gelijk in. Meneer Swarteschaep is zo te zien nog niet echt beter.
Dag 7
Dag 9 Ik heb het met Aafje over de baas gehad. Zij vond ook al dat hij vreemd deed. We gaan nog maar een keer proberen er met hem over te praten. Ik hoop dat het werkt.
Dagboekfragmenten
2
Wie maalt om de molens?
copyright 2007 Vereniging De Hollandsche Molen
Vanochtend was de baas vroeg op. Ik stond op de stelling en ik zag hem naar buiten komen. Tot mijn verbazing zag ik dat Swarteschaep een schep bij zich had. Voor de molen staat een bord met informatie over de molen en de bezoektijden. Hij begon dat bord uit te graven! Ik rende naar beneden, naar hem toe. ‘Wat is er met het bord?’, vroeg ik. ‘Het moet weg’, zei hij. ‘We stoppen met rondleidingen in de molen. Molens zijn uit de tijd. Het zijn oude dingen en ze zijn gevaarlijk.’ ‘Hoe bedoelt u?’, zei ik. Ik snapte er niets van. ‘U was toch altijd zo trots op deze molen’, sputterde ik. ‘U vond toch dat alle molens in Nederland bewaard moesten blijven?’ ‘Nee’, bromde hij. ‘Ze zijn ouderwets en gevaarlijk.’ Inmiddels was hij klaar met graven. Zonder nog iets te zeggen liep hij weg, met het bord onder zijn arm.
Dag 11 Het ziet er niet goed uit. Bij het avondeten zaten we met zijn drieën aan tafel. We vroegen meneer Swarteschaep waarom hij eigenlijk geen bezoekers meer in de molen toe wilde laten. ‘Vindt jij het te vermoeiend? Dan kunnen we het misschien voortaan om de beurt doen?’ We schrokken van zijn antwoord. ‘Luister’, zei hij. Hij ging staan, alsof hij een toespraak hield. ‘De tijd van molens is geweest. Molens zijn lelijk; molens zijn onhandig en molens zijn gevaarlijk. Jullie hebben het zelf gezien, deze molen was bijna mijn dood geworden. Mijn besluit staat vast: alle molens in Nederland moeten afgebroken worden. Dan voorkomen we meer ongelukken en kunnen de molens niet langer het uitzicht in Nederland bederven. Ik ga er persoonlijk voor zorgen dat alle molens in Nederland verdwijnen. Ik ben daarvoor al een plan aan het maken.’ Aafje en ik zaten hem met open mond aan te kijken. ‘Maar lieverd!’, fluisterde Aafje, ‘dat kan toch niet? Er zijn toch veel te veel mensen die van molens houden?’ ‘Inderdaad!’ sprong ik haar bij: ‘u krijgt die plannen van u er nooit door’. ‘Als het niet goedschiks gaat, dan maar kwaadschiks’, gromde meneer Swarteschaep. En jullie moeten me helpen. Daar schrokken Aafje en ik nog het hardst van. Helpen? Om alle molens van Nederland te vernietigen? Dat nooit. We zagen geen andere uitweg meer dan een laffe smoes. ‘Eh, er is nog veel in de molen te doen’, zeiden we tegelijkertijd en we gingen er snel vandoor. ‘Morgen dan’, zei meneer Swarteschaep. ‘Dan kan ik in de tussentijd mooi nog een taak voor jullie in mijn plan zetten.’
Dag 12 Vandaag heb ik de baas zoveel mogelijk ontlopen. Ik doe natuurlijk niet mee aan dat belachelijke plan en trouwens, ik heb werk te doen.
Dag 13
Dag 14 Vereniging De Hollandsche Molen belde vandaag. Ze hebben klachten ontvangen van toeristen die bij onze molen kwamen kijken en door een woest uitziende man waren weggestuurd. We krijgen nog één kans maar als het weer gebeurt, moeten we het keurmerk inleveren. Het is dus niet alleen nog een plan van meneer Swarteschaep. Hij is al begonnen met de uitvoering... Verschrikkelijk, wat moeten we eraan doen?
Dagboekfragmenten
3
Wie maalt om de molens?
copyright 2007 Vereniging De Hollandsche Molen
Vandaag was ik op de steenzolder bezig toen ik achter een molensteen een vreemd pakketje vond. Het was een oud hemd van de baas met daarin een dikke map. ‘Plan van aanpak’ stond erop. Er zaten lijsten in van Nederlandse molens en een warrig verhaal waaruit ik begreep dat meneer Swarteschaep alle molens in het land in brand wil gaan steken. Allemaal, één voor één. Ik heb het stuk wel vijf keer gelezen om zeker te weten dat ik me niet vergiste. Maar het stond er echt. De baas is het echt van plan.
Dag 17 We zijn ons keurmerk kwijt. De Hollandsche Molen had weer klachten gekregen. De baas had kennelijk tegen bezoekers geroepen dat ze hun tijd beter konden besteden dan met die oude rotzooi. Dit is echt triest. Ik weet nog hoe hard meneer Swarteschaep ervoor gewerkt heeft om voor ’t Swarte Schaep het keurmerk te krijgen. En nu laat hij zich het weer afnemen. Hij doet vreemde dingen. Met rode verf heeft hij een groot kruis op de molen geschilderd. Ik word bang van hem.
Dag 20 Er is geen houden meer aan. De baas draait nu helemaal door. Aafje is wanhopig. Wat meneer Swarteschaep nu gedaan heeft durf ik bijna niet op te schrijven. Vanmiddag was Aafje boodschappen aan het doen. Ik was op de kruizolder. Opeens rook ik een brandlucht. Ik rende naar de andere kant van de molen, keek omhoog en daar zag ik het: de stelling stond in brand! Gelukkig hebben we altijd emmers met zand klaar staan, voor als er eens per ongeluk een brandje uitbreekt. Ik kreeg het vuur snel uit, maar een flink deel van de stelling en de muur is zwartgeblakerd. Toen ik de resten van het vuur opruimde, schrok ik nog een keer. Meneer Swarteschaep was het vuur begonnen met zijn molenboeken. Daar is weinig van over.
Dag 21
Dagboekfragmenten
4
Wie maalt om de molens?
copyright 2007 Vereniging De Hollandsche Molen
Ik heb de baas er vandaag op aangesproken. ‘U hebt die brand aangestoken’, zei ik. Hij gaf het meteen toe. Hij leek er zelfs trots op en hij begon weer een heel verhaal over ouderwetse en gevaarlijke molens. ‘Hoe kunt u dat zeggen’, riep ik. ‘U was altijd zo trots op uw molen. En op uw keurmerk van De Hollandsche Molen. En nu is de molen zwart en bent u uw keurmerk kwijt.’ De baas lachte me uit: ‘Dat keurmerk is iets van vroeger’, zei hij. ‘Die Vereniging stelt niks voor, keurmerken geven ze niet meer en er is niet één molen die daarop zit te wachten.’ ‘U bent in de war’, riep ik. ‘Je kunt het keurmerk nog steeds krijgen en iedereen wil het ook graag verdienen.’ Daar geloofde de baas niets van. ‘Bewijs dat maar eens’, zei hij. Ik dacht na. ‘En dan?’, vroeg ik. ‘Als ik bewijs dat je nog steeds een keurmerk kunt krijgen als je daar je best voor doet, wat dan?’ ‘Als Vereniging De Hollandsche Molen een nieuw keurmerk aan een molen verstrekt, dan wil ik ook weer zo’n keurmerk. Dan stop ik met mijn plan. Maar zo’n molen vind je niet. Dat keurmerk is uit de tijd.’ ‘Dit is mijn kans’, dacht ik en ik pakte een vel papier en een pen. Ik schreef op wat we net hadden afgesproken en allebei zetten we onze handtekeningen eronder. Morgen bedenk ik hoe ik dit aan moet pakken.
Dag 22 Toen Aafje hoorde van onze afspraak was ze meteen enthousiast. ‘Wat een goed idee’, zei ze. ‘Maar we hebben zelf helemaal geen tijd’, verzuchtte ze. ‘Laten we contact opnemen met een school! Misschien kunnen leerlingen voor ons een molenkeurmerk verdienen.’ Dat leek mij een prima plan, dus Aafje en ik hebben meteen een brief geschreven en op de post gedaan. Bespreking en uitvoeren activiteiten 1
Dagboekfragmenten deel 2 Dag 24 Ik heb nog even met Vereniging De Hollandsche Molen gebeld. Zij moeten het natuurlijk goed vinden dat een groep kinderen op school probeert voor een molen een keurmerk te krijgen. We hebben afgesproken dat ik ze zal laten zien wat de school heeft gemaakt. En dan nemen ze een beslissing. Nu hoop ik maar dat het lukt, daar op school.
Dag 26 Het werk wordt Aafje en mij nu echt te veel. We moeten er iemand bij hebben. Iemand die hard wil werken en iets van molens afweet. We willen daar een advertentie voor in de krant zetten. Maar Aafje en ik zijn daar allebei niet zo goed in. En het kost weer extra tijd. Gelukkig had Aafje weer een goed idee. ‘Laten we de kinderen op school vragen of zij een advertentietekst kunnen maken.’ Ik heb meteen naar school gebeld. Daar dachten ze dat de kinderen ons wel konden helpen. Pfoe, dat scheelt een boel. Bespreking en uitvoeren activiteiten 2
copyright 2007 Vereniging De Hollandsche Molen
Dagboekfragmenten
5
Wie maalt om de molens?
Dagboekfragmenten deel 3 Dag 37 Vandaag heb ik post van de school gekregen! Ik heb het meteen opengemaakt en het zag er allemaal geweldig uit. Als dit niet werkt!
Dag 40 Het lijkt eindelijk goed te komen. Vereniging De Hollandsche Molen belde net en ze waren enthousiast over de spullen. Dit was zeker een keurmerk waard, zeiden ze! Ik laat het meteen aan de school weten.
Dag 42 Vandaag was de spannendste dag. Het keurmerk kwam met de post en ik ben er meteen mee naar de baas gerend. Hij nam er heel veel tijd voor. Hij was onder de indruk. Hij bekeek het keurmerk aan alle kanten en hij las de officiële brief die er bij zat wel drie keer door. ‘Ik ga even naar buiten’, zei hij toen. Na nog een kwartier kwam hij weer binnen. ‘Het is echt’, zei hij, een beetje verbaasd. ‘Een echt keurmerk van de Vereniging De Hollandsche Molen met een echte brief en een echte handtekening eronder van een echte molendeskundige. Je had gelijk: molens zíjn belangrijk! Ik snap eigenlijk niet waar die gedachten in mijn hoofd vandaan kwamen. Mijn plan gaat in de prullenbak.’
Dag 43 De vlag hangt uit bij onze molen. Om te vieren dat de baas weer gezond is. Ik heb zelfs samen met hem een plan gemaakt hoe we ons keurmerk terug kunnen krijgen. Het keurmerk van de kinderen sturen we naar de school toe. Dat hebben ze wel verdiend.
copyright 2007 Vereniging De Hollandsche Molen
Dagboekfragmenten
6
Wie maalt om de molens?