rijschoolservice
Aanvulling voor Goederenvervoer CCV/ V2C en V3C UITGAVE 2015 aanvulling op druk 1
Deze aanvulling is tot stand gekomen naar aanleiding van de veranderde toetsmatrijs en opmerkingen van uit de markt. Met deze aanvulling erbij voldoet de cursus weer helemaal aan de exameneisen. Ik wens je succes met de opleiding en examen en veel veilige kilometers. Pagina 10 aanvulling. Ruimtekussen Als vrachtautochauffeur moet je tijdig kunnen reageren en is het nodig om een ruimtekussen en voldoende volgafstand te houden om voldoende tijd en ruimte te hebben zodat je niet onnodig en abrupt hoeft te remmen. Ook kun je hierdoor met een zo gelijkmatig mogelijke snelheid rijden. Zowel ruimtekussen als veiligheidsafstand zijn nodig om je in staat te stellen snelheidswisselingen in de verkeersstroom op te vangen zonder dat er onnodig geremd en vervolgens weer geaccelereerd moet worden. Om in het algemeen een veilige afstand te bepalen wordt er uit gegaan van de helft van de gereden snelheid + 10%. Bij 80 km per uur is het dan 40 + 4 = 44 meter. Een andere toe te passen methode is de 2-secondenregel. Naast de rijbaan staan veel voorwerpen, zoals verkeersborden, lichtmasten, reflectorpaaltjes en bomen. Deze voorwerpen kunnen gebruikt worden als markeringspunten om de 2-seconden regel toe te passen. Als je achter een andere vrachtauto rijdt en geen vrij zicht hebt is 3 seconden aanbevolen. Een vrachtauto die zwaar beladen is kan niet te lang hard remmen omdat hierdoor het risico op een klapband of scharen toeneemt. Met een vrachtauto moet je dus meer ruimte houden. Op een nat, vuil, besneeuwd of slecht wegdek wordt de remafstand groter omdat de wrijving met de ondergrond afneemt. Pagina 12 aanvulling. UG/L: Met de term ug/l (uggel) wordt het alcoholgehalte in micro-gram per liter uitgeademde lucht uitgedrukt. Op het examen wordt er gesproken over ug/l. Pagina 20/21 aanvulling. Autogordels. (Aanwezigheid en draagplicht) 1. Bestuurders van een vrachtauto en/of een eventuele inzittende, dan wel passagier van 3 jaar of ouder gebruiken de autogordel of het kinderbeveiligingssysteem waarmee de vrachtauto dan moet zijn uitgerust, wanneer zij zich op hun zitplaats bevinden en het voertuig deelneemt aan het verkeer. 2. Het is bestuurders van een vrachtauto verboden passagiers jonger dan 12 jaren te vervoeren op een andere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven. Kinderen en autogordels Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten in een kinderautostoeltje vervoeren worden. Kinderen langer dan 1,35 meter mogen ook de autogordel gebruiken. Volwassenen en autogordels Volwassenen moeten voorin en achterin de vrachtauto de autogordel om. Volwassenen die kleiner zijn dan 1,35 meter hoeven geen kinderzitje te gebruiken. De regels voor het gebruik van een zogenaamd kinderbeveiligingsmiddel gelden alleen voor personen onder de 18 jaar. Rolstoelgebruikers en autogordels Ook rolstoelgebruikers of gehandicapten moeten een veiligheidsgordel gebruiken in de vrachtauto. De bestuurder moet zorgen dat de gehandicapte passagier de beschikbare gordel om heeft. Rolstoelgebruikers met een afwijkende zit- of lighouding mogen ook een gordel gebruiken die vast zit aan het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd. Voor informatie over het veilig vastzetten van rolstoel en rolstoelgebruikers in voertuigen kun je terecht bij Stichting Vast = Beter.
1
Ontheffing gebruik autogordel Kun je door een handicap onmogelijk een gordel dragen? Of moet je tijdens je werk vaak in en uit een voertuig stappen? Dan kunt je een ontheffing aanvragen voor de verplichting om een autogordel te dragen. Dit doe je bij de divisie Rijgeschiktheid van het CBR. Op de website van het CBR vind je meer informatie over de voorwaarden. Boete bij niet dragen gordel Je kunt een boete krijgen als je geen gordel draagt. Vervoer je een kind tot 12 jaar niet volgens de regels, dan is de boete voor jouw. Oudere kinderen en volwassenen krijgen zelf de bekeuring als zij de autogordel niet gebruiken. Veiligheidsgordel en schadevergoeding bij ongeval Draag je geen autogordel? Dan kan de verzekeringsmaatschappij de schadevergoeding bij verwondingen door een auto-ongeval niet of maar gedeeltelijk uitkeren. Kijk voor meer informatie in je verzekeringspolis. Juist gebruik autogordel Je draagt de autogordel met het heupgedeelte zo laag mogelijk over je bekken. Het diagonaal deel gaat over je schouder. Zwanger en gebruik autogordel Voor de veiligheid van zwangere vrouwen en hun ongeboren kind is het verstandig om het heupgedeelte van de autogordel onder de buik te dragen, zo laag mogelijk over het bekken. Het diagonale deel van de gordel komt over de borst boven de buik. Niet altijd autogordels aanwezig Niet alle motorvoertuigen hebben op alle zitplaatsen autogordels. In sommige gevallen zijn gordels voorin het voertuig wel verplicht en achterin niet. Bijvoorbeeld bij auto’s van voor 1 januari 1990. Of een voertuig autogordels moet hebben, staat in de wettelijke ‘Regeling voertuigen’, terwijl het dragen van gordels is geregeld in artikel 59a van het RVV 1990. Hoofdsteun Juiste verticale hoofdsteunafstelling: De bovenkant hoofdsteun gelijk met de bovenkant hoofd, in ieder geval moet de bovenkant hoofdsteun tot boven het oor komen. Juiste horizontale afstand tussen hoofd en hoofdsteun: Zo klein mogelijk, maximaal vier centimeter. Pagina 22 aanvulling. Losse voorwerpen Losse voorwerpen zoals handbagage, fototoestellen, verbanddoos, brandblusser, fruit en blikjes fris moet je nooit zomaar los in de cabine vervoeren, maar opbergen in de daarvoor bestemde vakken of kastjes. Losliggende voorwerpen worden bij sterk afremmen of bij een botsing gevaarlijke projectielen voor alle inzittenden. Als je met een vrachtauto onderweg bent, mag je alleen gebruik maken van verbandtrommels, die aan een standaard inhoud voldoen. Meestal is die inhoud afgeleid van de DIN-, dan wel BHV-norm. (DIN = Duitse industrie norm; BHV = Bedrijfs- Hulp Verleningsnorm). Je dient dus zo’n verbandtrommel in je vrachtauto aanwezig te hebben. 2.9 Moet de inhoud van een verbandtrommel aan bepaalde eisen voldoen? Ja, die inhoud moet voldoen aan de zogenaamde DIN-norm, dan wel aan de norm voor de Bedrijfshulpverlening. Pagina 27 aanvulling. Bandenspanning • Regelmatige controle van de bandenspanning. Minimaal 1 keer per maand bandenspanning controleren. Pagina 28 aanvulling. Bij het gebruik van een motorvoertuig spelen de volgende aspecten op het milieubewuste gebruik en energie zuinig rijden, mee zoals: - toevoeging aan de brandstof zoals bijvoorbeeld. Adblue.
2
Pagina 31 aanvulling. Algemeen verbod. Verboden handeling beroepsgoederenvervoer. Vervoerder: • om binnenlands en internationaal beroepsvervoer te verrichten zonder vergunning; • om gebruik te maken van ander dan eigen personeel tenzij deze afkomstig zijn van een andere beroepsgoederenvervoerder en dus tijdelijk worden ‘ingeleend’, dan wel van een erkend uitzendbureau. Chauffeur: • frauduleuze handelingen; • het niet meewerken aan controles. Pagina 33 Bilateraal vervoer mag er uit. Pagina 33 Mulitilateraal vervoer Multilateraal vervoer (3e landenvervoer) Pagina 35 aanvulling. Cabotagevervoer in Zwitserland blijft voorlopig verboden. Hoewel Kroatië per 1-7-2013 is toegetreden tot de EU, blijft ook daar gedurende 2 jaar cabotagevervoer verboden. Nederland heeft besloten dit met twee jaar te verlengen. Dit betekent dat een Nederlandse vervoerder tot 1 juli 2017 geen cabotage ritten tussen twee plaatsen in Kroatië mag uitvoeren. Hetzelfde verbod geldt voor Kroatische vervoerders, die cabotage ritten tussen twee plaatsen in Nederland willen uitvoeren. Pagina 35 aanvulling. CEMT-vervoer Bijna alle landen van Europa behoren bij de CEMT (Conférence Européenne des Ministres des Transports). CEMT-vervoer is vervoer van het ene land naar het andere CEMT-land, terwijl de vervoerder in een derde CEMTland is gevestigd. Minstens één van de landen moet dan wel binnen Europa liggen maar niet Noorwegen, IJsland of Liechtenstein zijn of bij de EU horen. CEMT-vervoer is altijd 3e landen vervoer. Voorbeeld van CEMT-transport: Een Nederlands transportbedrijf begint een rit in Duitsland en rijdt vanaf Duitsland direct naar Wit Rusland. Het heeft dus geen opdrachtgever in Nederland. Pagina 35 aanvulling. Om in het bezit te komen van een Communautaire of Eurovergunning moet de vervoerder beschikken over vakbekwaamheid. Een communautaire vergunning is 5 jaar geldig en kan voor dezelfde duur worden verlengd, tenminste als nog steeds wordt voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid, betrouwbaarheid, kredietwaardigheid en een werkelijke en duurzame vestiging. Pagina 38. CEMT-vergunning voor verhuizing (eruit geen examenstof) Pagina 42. Verlenging verbod cabotagevervoer Kroatië met 2 jaar. Pagina 44 aanvulling. • geldig rijbewijs B-C-E (vakbekwaamheid, code 95); Een code 95 op uw rijbewijs vervangt het CCV-B chauffeursdiploma. Deze code is vijf jaar geldig. • Getuigschrift chauffeur (pluim)vee. Pagina 45 Rijbewijs E vervangen. Rijbewijs CE of C1E Het rijbewijs CE of C1E is nodig als je met je vrachtauto een aanhangwagen, die een toegestaan maximum massa van boven de 750 kg heeft, voortbeweegt. Pagina 47 Vakbekwaamheid vervangen. Vakbekwaamheid Op grond van Europese richtlijnen moet de bestuurder van een vrachtauto, eventueel met aanhangwagen, waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3500 kg, vakbekwaam zijn. Op zijn rijbewijs moet bij de categorie C, code 95 vermeld staan. Het maakt daarbij niet uit of hij beroepsgoederenvervoer, dan wel eigen vervoer verricht.
3
Rijbewijskeuring voor groot rijbewijs (categorie C, CE) Wanneer nodig? Om een voertuig te mogen besturen, moet u voldoen aan een aantal eisen voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid, zo heeft de overheid bepaald. Examenkandidaten groot rijbewijs Om examen te kunnen doen voor de vrachtauto (categorie C), de autobus (categorie D) of aanhanger (CE/DE) dient u daarom een medische keuring te ondergaan. De arts geeft een Geneeskundige Verklaring af, die u samen met de Eigen Verklaring opstuurt naar het CBR om het rijbewijs aan te vragen. Verlenging groot rijbewijs Ook voor het verlengen van het groot rijbewijs (categorie C/CE en D/DE) dient u een medische keuring te ondergaan. Deze keuring vindt elke vijf jaar plaats. Aan de hand van het Geneeskundige Verslag bepaalt het CBR of uw rijbewijs weer voor een periode van vijf jaar wordt verlengd. Pagina 51 Bestuurdersattest eruit, geen examenstof. Pagina 53 Keuringsbewijzen eruit, geen examenstof. Pagina 54 Heel oude kenteken info eruit en info over kentekencard erin. Pagina 55 vervanging tekst groene kaart Groene kaart De groene kaart is een document dat door de verzekeringsmaatschappij wordt afgegeven als bewijs dat de vrachtauto verzekerd is. Op het document staan alle landen vermeld waar de verzekering geldt, dus waar géén kruis doorheen is geplaatst. Er staat ook allerlei praktische informatie op de groene kaart, zoals de telefoonnummers die je kunt bellen bij een ongeval, pech of diefstal. Het is handig, maar niet verplicht de groene kaart bij je te hebben. In de volgende landen is de originele groene kaart verplicht: Albanië, België, Bosnië (en Herzegovina), Israël, Marokko, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Rusland, republiek Servië, Tunesië, Turkije, Voormalig Joegoslavische Republiek Macedonië, Wit-Rusland, Iran. Pagina 55 vervanging tekst vergunningbewijzen Vergunningbewijzen Voor het vervoer van goederen met vrachtauto’s moet een beroepsvervoerder in het bezit zijn van een vergunning. Vanaf 1 mei 2009 mag daarvoor een kopie van Communautaire Vergunning gebruikt worden. De bedrijven, die voor die tijd al bestonden moeten die Communautaire Vergunning voor ritten buiten NL dus apart aanschaffen. Afhankelijk van het land van bestemming kunnen ook voor een beroepsvervoerder de volgende documenten nodig zijn: Standaard is die Communautaire Vergunning in 32 landen (EU + EVA-landen) geldig. Komt men daarbuiten dan is of een ritmachtiging, dan wel een CEMT-vergunning noodzakelijk. Ritmachtiging indien men van Nederland rechtstreeks naar zo’n land – bijv. Moldavië – vertrekt of daarvan naar NL terugkeert. De CEMT-vergunning indien men 3e landenvervoer doet. Dat laatste wordt ook wel Multilateraal vervoer genoemd. Pagina 59 Remboursvrachtbrief aangepast remboursvrij eruit Remboursvrachtbrief Rembours is een vorm van vervoer waarbij de ontvanger aan de chauffeur - bij aflevering - de kosten van de goederen betaalt. Het bedrag staat op de vrachtbrief vermeld. De kleur van een remboursvrachtbrief is altijd blauw. Pagina 62/63 aanvulling van gemiste belangrijke velden op vrachtbrief CMR vrachtbrief 16: Naam, adres en land van de vervoerder. Tevens rechtsboven op de CMR de NIWO-code invullen. 22: Stempel, naam en handtekening van de afzender. 23: Stempel, naam en handtekening van de chauffeur bij in ontvangstname van de goederen. 24: Stempel, naam en handtekening bij het afgeven van de goederen aan de ontvanger. Pagina 66 Douane controle Landsgrenzen binnen de EU en grenzen tussen een EU en een niet EU land.
4
Pagina 66 aanpassing Tegenwoordig is er voor het internationale goederenvervoer binnen de EU of EVA maar één geleidedocument nodig en dat is het douane begeleidingsformulier. Pagina 67 Enig Document Het Enig Document is een document voor de export en niet voor de invoer van goederen. Het Enig Document wordt thans alleen nog maar digitaal ingevuld en gebruikt. Gebruik binnen de EU In de EU kennen we het vrije handelsverkeer en worden er door een transportbedrijf geen douanedocumenten gebruikt. Dan is het douane-gebeuren n.l. iets tussen afzender en ontvanger (T2-goederen). Gebruik buiten de EU Voor goederen, die naar een land buiten de EU gaan (T1-goederen) kan dus het Enig document nog worden gebruikt. Zoals gezegd wordt die dan digitaal ingevuld. Meestal door een Douane Expediteur, die de documenten voor de betrokkene opmaakt. Het maakt dus niet uit of dat land nu een EVA-land is of een ander land in Europa of daarbuiten. Het papieren exemplaar van het Enig Document wordt alleen nog bij noodprocedures gebruikt. bijvoorbeeld bij langdurige uitval van het computersysteem. Voor de rest wordt ook een Enig Document. digitaal ingevuld, geprint en gebuikt. Pagina 77 aanvulling Per 2 maart 2016 wordt in Europees verband vernieuwde wetgeving inzake de installatie; het gebruik en de bewaarplicht rond de tachograaf doorgevoerd. Dat is geregeld in de EU-verordening V 165/2014. Hiermede komt de oudere regelgeving (EU 3821/85) in feite te vervallen. Die nieuwe wetgeving is mede tot stand gekomen om in de toekomst ook digitaal en op afstand met name door middel van een voorbijrijdende voertuigen effectief te kunnen controleren. Dit om in hoofdzaak oneerlijke concurentie en fraude te voorkomen en beter te kunnen bestrijden. Pagina 77 aanvulling Inentingsverklaring (ook wel genoemd: paspoort voor dieren) Pagina 81 Definities Vrachtauto en Peride van 24 uur. Vrachtauto • Een voor het vervoer van goederen ingericht motorrijtuig. • Een motorrijtuig met aanhangwagen die voor goederenvervoer is ingericht. • Een voor het vervoer van goederen ingericht samenstel van motorrijtuig en oplegger. • Een trekker. Periode van 24 uur Een periode van 24 uur eindigt na maximaal 24 uur, of indien na voldoende rust al eerder een nieuwe periode mag worden begonnen Pagina 85 toevoeging aan controlemiddelen. De controlemiddelen kunnen zijn: • een E-tachograaf (analoog controleapparaat); • een digitale tachograaf (controleapparaat). Op grond van nieuwe Europese wetgeving (Verordening V165/2014) moet een chauffeur die niet bij het voertuig aanwezig is en direct door de tachograaf zijn tijden kan laten registreren, dit alsnog achteraf doen. Bij een analoge tachograaf moet dat op de achterzijde van de tachograafschijf en bij een digitale tachograaf moet het handmatig worden toegevoegd op de bestuurderskaart. Dit is m.i.v. 2 maart 2015 verplicht gesteld. De tijden die (achteraf) vastgelegd moeten worden zijn o.a. werkzaamheden zoals beschikbaarheidstijd en tijd voor rust en/of pauze. De rijtijd mag en kan niet achteraf worden toegevoegd. Rijdend in een tachograafplichtig voertuig moet de rijtijd altijd en in principe direct worden vastgelegd.
5
Pagina 86 vervangen (leeftijdsuitzondering is vervallen) Leeftijd en vakbekwaamheid De bestuurder van een vrachtauto (inclusief aanhangwagen) met een toegestaan maximum- massa van 3500 kg of meer, moet tenminste 18 jaar zijn. Heeft een vrachtauto (inclusief aanhangwagen) een toegestaan maximummassa van meer dan 3500 kg, dan moet hij ook vakbekwaam zijn. In september 2009 is het chauffeursdiploma met de aantekening goederenvervoer komen te vervallen. Vanaf dat moment wordt bij de rijbewijscategorie C de code 95 vermeld. Deze code vervangt het chauffeursdiploma. Wel moet de chauffeur voor het behoud van zijn vakbekwaamheid, 35 uur nascholing volgen binnen 5 jaar. Indien je niet tijdig, dus voor het verstrijken van die 5 jaar, er voor zorgt, dat je voldoende uren nascholing hebt gevolgd, dan mag je vanaf die einddatum niet meer beroepsmatig als chauffeur optreden. Je volgt nascholingscursussen via een opleider. De nascholing moet bestaan uit cursussen die door CCV gecertificeerd zijn. Je kunt zelf een keuze maken uit de door CCV gecertificeerde nascholingscursussen. De enige eis is dat je van de 35 uur nascholing minimaal één dag (7 uur) een praktijktraining moet volgen. Voor alle duidelijkheid: alleen cursussen met een V- of een W-code tellen mee voor de vereiste 7 uur praktijktraining. Het rijbewijs verliest niet de geldigheid, maar beroepshalve mag je niet meer als vrachtautochauffeur werken. Dat mag pas weer indien je aan de nascholingsplicht hebt voldaan. Hetzelfde geldt ook voor een buschauffeur. Ben je zowel voor de vrachtauto als de autobus vakbekwaam, dan hoef je slechts één keer 35 uur nascholing te volgen per 5 jaar en niet 70 uur. Pagina 88 Overlegregeling vet gedrukt Maximale wekelijkse arbeidstijd De werknemer verricht ten hoogste 60 uren arbeid per week. In de overlegregeling mag deze gemiddeld 48 uren bedragen in de 26 weken. Een chauffeur mag nu in principe net zo vaak per week 60 uur werken, mits hij over een periode van 26 weken gemiddeld altijd maar op 48 uur uitkomt. Dus niet een half jaar lang elke week extra uren werken en die bijvoorbeeld met een zomervakantie compenseren. Pagina 88 pauzes aanvullen Pauzes Na maximaal 4,5 uur rijden moet er een onderbreking (pauze) volgen van tenminste 45 minuten of in een periode van 4,5 uur rijden een onderbreking van 2 periodes, waarvan 1x minimaal 15 minuten en 1x minimaal 30 minuten (in die volgorde) Als de eerste onderbreking of pauze van de rijtijd 30 minuten duurt moet het tweede blok altijd, ondanks dat je al 30 minuten hebt genoten, weer 30 minuten duren en niet 15 minuten zoals zovelen denken. Pagina 89 EG- Verordening nr. 561/06 vervangen door EG- Verordening nr. 561/2006 (schrijfwijze CCV) EG-verordening nr. 3821/85 wordt per 2 maart 2016 vervangen door EG-verordening V 165/2014. Pagina 99 De oorspronkelijke en maximale vervangingstermijn voor een tachograaf (periode) van 10 jaar is definitief losgelaten. Pagina 101 Ziekte en verlof vervangen (Patronaal Attest) Ziekte of verlof Een chauffeur die met ziekteverlof is geweest of de jaarlijkse vakantie heeft genoten, was tot 2 maart 2015 verplicht om een “Verklaring van activiteiten” ook wel genoemd Patronaal Attest bij zich te hebben. Ook moest hij zo’n verklaring bij zich hebben als hij een voertuig had bestuurd dat niet onder verordening (EG) nr. 561/2006 viel. Een nieuwe Europese tachograafverordening maakt een einde aan de verplichting van het bijhouden van het patronaal attest. Handmatig Een chauffeur moet wel handmatig in de digitale tachograaf registreren wat hij heeft gedaan tijdens de afwezigheid bij het voertuig. De tachograaf biedt deze mogelijkheid op het moment dat de chauffeur de bestuurderskaart invoert. Als een chauffeur bijvoorbeeld op maandag kantoorwerkzaamheden verricht, moet hij dit dus handmatig invoeren. Hetzelfde geldt voor een vakantie- of verlofperiode. Voorbeeld 1: Een chauffeur is het weekeind vrij geweest en rijdt maandag. Wordt ook keurig in de tachograaf geregistreerd. Op dinsdag werkt hij in de garage van het bedrijf en op woensdag verricht hij kantoorwerkzaamheden bij dat bedrijf. Donderdag gaat hij weer rijden. Wat moet er nu met de gewerkte uren, inclusief de dagelijkse pauzes en rusttijden van die dinsdag en woensdag gebeuren? In Nederland hoef je hiervoor in de tachograaf niets te verantwoorden. Op de dinsdag en de woensdag valt deze bestuurder onder de arbeidstijdenwet en daarover dient de werkgever een deugdelijke registratie
6
te voeren. Mocht deze chauffeur in NL gecontroleerd worden en hij geeft bovenstaande aan, dan is het aan de inspecteur/politieagent om het e.e.a. te bewijzen en hij kan daarvoor eventueel ook in het bedrijf controleren. Het achteraf wel of niet handmatig op een registratieblad of op de bestuurderskaart registreren hoeft zoals gezegd, niet in Nederland Voorbeeld 2: Een chauffeur rijdt parttime slechts twee dagen in de week. (Bijv. een gepensioneerde) De rest van de week is hij niet voor / bij een transport- bedrijf actief. Hoe kan die persoon dan -in Europa onderweg zijnde- aantonen of aannemelijk maken, dat hij slechts die twee dagen rijdt en verder niet? Moet hij dan de rest van de dagen in zo’n week rusttijd registeren of -en dat is wel heel ver gezocht- dan een arbeidscontract of salarisbetaling meenemen om het onderweg aan te kunnen tonen of moet hij dat op een andere manier dan aan kunnen tonen? Bijv. door alsnog en voorlopig maar met een Attest te blijven werken? Hierboven is de NL werkwijze al uiteengezet. Ook deze chauffeur hoeft in Nederland niet aan te tonen wat hij de overige data heeft gedaan. Wel moet hij natuurlijk de juiste informatie aan de toezichthouder geven. De buitenlandse situatie De Europese Commissie heeft, in tegenstelling tot de werkwijze in NL, aangegeven dat -bij verrichte werkzaamheden- wel alle 28 dagen verantwoord moeten worden middels handmatige invoer (handmatige invoer bij de digitale tachograaf en achterzijde schijf of anderszins bij een analoge tachograaf). In de voorbeelden 1 en 2 moet een chauffeur dus ook die dagen, dat hij in een loods of garage op kantoor of andere werkzaamheden heeft verricht, die werkzaamheden achteraf in de tachograaf invoeren, dan wel handmatig op een registratieblad vóór aanvang van de werkzaamheden van die dag registeren! Mocht dit niet mogelijk zijn dan mag nog steeds het patronaal attest (verklaring van activiteiten) worden getoond en daarvoor worden gebruikt. Pagina 105/106 Vanaf de tekst “Bestuurders die per week minder dan 12 uur vervoer verrichten” vervangen. • Voertuigen die materieel of uitrusting vervoeren die de bestuurder voor zijn werk nodig heeft, mits het rijden met het voertuig niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is. De ILT gebruikt de ‘12 uur per week norm’ om te beoordelen of het rijden niet de voornaamste activiteit is. Om dit ook tijdens wegcontroles aan te kunnen tonen dient het bedrijf en de chauffeur een deugdelijke registratie bij te houden van de rijtijden. Deze registratie is ‘vormvrij’. Dat wil zeggen dat het bedrijf zelf mag bepalen of dit op papier of in de computer wordt bijgehouden of dat hiervoor een tachograaf wordt gebruikt. Wel is aan te bevelen dat bij de handmatige registratie van de 12 rijuren per week een tabel met in ieder geval de volgende informatie wordt ingevuld: datum, naam chauffeur, begin km stand, eind km stand, beginrijtijd, eindrijtijd en paraaf chauffeur. Of sprake is van vervoer van materiaal of uitrusting t.b.v. de uitvoering van werkzaamheden zal de ILT tijdens wegcontroles van geval tot geval beoordelen. Deze uitzondering geldt ook voor bestuurders van tenminste 21 jaar die binnen een straal van 50 km voertuigen besturen die: 1. worden gebruikt voor het vervoer van producten van landbouwbedrijven van de teeltplaats naar de veiling; 2. worden gebruikt voor het ophalen van melk op boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar de boerderijen; 3. in de kleinhandel worden gebezigd voor het ambulant uitoefenen van die kleinhandel; 4. worden gebezigd als rijdende bibliotheek, rijdend bureau, rijdende instructieruimte, rijdende kantine, rijdende medische dienst, rijdende spaarbank, rijdende tandverzorgingsdienst of rijdende tentoonstellingsruimte; 5. worden gebruikt voor het vervoer van circus- of kermismateriaal. Voorts is deze uitzondering van toepassing op bestuurders die voertuigen besturen: 1. die door landbouw-, tuinbouw, bosbouw, of visserijbedrijven t.b.v. goederenvervoer worden gebruikt voor ritten binnen een straal van 50 km. van de gebruikelijke standplaats van het voertuig, met inbegrip van het grondgebied van gemeenten waarvan de kern binnen deze straal is gelegen; 2. voor het vervoer van levende dieren van de boerderijen naar de plaatselijke markten en omgekeerd, of van de markten naar de plaatselijke slachthuizen; 3. voor gebruik als winkel op plaatselijke markten, voor de verkoop aan huis, voor ambulante werkzaamheden van banken, wisselkantoren of spaarbanken, voor de eredienst, voor het uitlenen van boeken, beeld- of geluidsdragers, voor culturele manifestaties of voor tentoonstellingen en speciaal voor dergelijk gebruik uitgerust.
7
Pagina 106 Leeftijd uitzondering is vervallen. Pagina 107 Wegvervoer De werkgevers in het wegvervoer worden bij de CAO-onderhandelingen vertegenwoordigd door: • Transport en Logistiek Nederland (TLN) samengegaan met Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV). • Verenigde Eigen Rijders Nederland (VERN). Pagina 122 aanvulling spanbanden Spanbanden moeten voorzien zijn van een rechthoekig en duurzaam etiket. Is dit etiket niet meer aan de spanband gehecht dan is niet meer toegestaan om deze spanband te gebruiken in het beroepsmatige goederenvervoer. Aan de hand van de kleur van het etiket is vast te stellen van welk materiaal de spanband is vervaardigd. Een blauw etiket geeft aan dat het gordelmateriaal is vervaardigd van Polyester (PES). Spanbanden met een bruin etiket zijn vervaardigd van Polipropyleen (PP). Dit type band komt niet veel voor. De kleur is dus alleen van belang bij het label dat aan de spanband hangt. De kleur van de spanbanden zelf mag vrij gekozen worden. Deze hebben dus geen betekenis. Controleer dus voordat u de band gaat gebruiken of het etiket nog aanwezig is en of dit etiket ook leesbaar is. Hierop treft u dus een aantal belangrijke gegevens aan zoals: maximale treksterkte (LC=Lashing Capacity), lengte en jaartal. Pagina 122 aanvulling rongen Rongen voor rolvormige lading zijn verticale balken aan de zijkanten van een platte open vrachtwagen of oplegger. De rongen dienen als bevestiging en opsluiting van de lading, maar kunnen afgenomen of weg geklapt worden voor laden en lossen. Ze worden toegepast waar platte wagens met klapbare zijschotten minder geschikt zijn voor de ladingsvorm, zoals buizen, staalplaten, balken en rondhout. Pagina 123 aanvulling dekzeilen Worden er twee dekzeilen gebruikt, dan moet je er voor zorgen dat het voorste zeil het achterste zeil voldoende overlapt om te voorkomen dat de wind eronder of water er tussen kan komen. Pagina 127 6.32 Wat is een meeneemstapelaar? Een meeneemstapelaar is een soort heftruck, die achterop of in de vrachtauto kan worden meegenomen. Een kooi-aap is hier één voorbeeld van. Pagina 133 Voeding Voor een juiste en gezonde voeding dien je met het volgende rekening te houden: • voldoende variatie, voldoende afwisseling; • vermijd ongezonde (verzadigde) vetten; • vezelrijk (voldoende groente, fruit en volkoren of bruin brood); • lichte maaltijden; • voldoende drinken, Bij een optimale arbeidsprestatie is zelfs 2 tot 3 liter drinken per dag noodzakelijk. Te weinig water drinken kan ook nog eens problemen opleveren met de doorbloeding van je lichaam. Drink liever geen of niet te veel frisdrank, vanwege de hoge concentratie suiker. Liever water dan (veel) melk. Dit weer vanwege de hoeveelheid vet, die je dan binnenkrijgt; • rustig eten, de tijd nemen; • regelmatig eten 3 lichte maaltijden en rekening houden met biologische klok. Vaak zijn meerdere en kleinere maaltijden nog beter; • neem niet teveel zout en suiker; • eet veel groente, fruit en brood. Die zijn vezelrijk en bevatten weinig calorieën, maar wel veel voedingsstoffen. Pagina 135 Arbeidsongevallen aanvullen met: • vermoeidheid; • afleiding door multimedia. Pagina 137 Gevolgen ongevallen aanvullen met: Schade • gevolgen verzekeringspremie; • gevolgen administratie; • gevolgen planning; • gevolgen werkplaats/garage.
8
Pagina 139 toegevoeging Loonkosten Het salaris van de chauffeur is meestal de grootste kostenpost. Het is dus van belang om de chauffeur zo kostenefficiënt mogelijk in te zetten. Een boordcomputer en de hieruit verkregen gegevens kunnen er aan bijdragen de productiviteit en kostenefficiëntie van het logistieke bedrijf aanzienlijk te verhogen. Pagina 141 verantwoordelijkheid aanvullen met: • het zekeren van de lading; Pagina 143 criminaliteit aanvullen met: Men kan de criminaliteit in het vervoer in drie hoofdgroepen indelen: • drugssmokkel; • illegalen; • (lading)diefstal. Pagina 144 tegengaan van diefstal vervangen Tegengaan van diefstal Transportbedrijven bedenken trucs om die criminaliteit tegen te gaan. Kostbare goederen, bijvoorbeeld computers, worden niet meer in zijn geheel vervoerd. Ook laat een transporteur de vrachtauto vaak door twee chauffeurs besturen als er waardevolle goederen aan boord zijn, zodat er onderweg niet hoeft te worden gestopt. Ook wordt er een gasalarm in de cabine geplaatst, om bedwelming te voorkomen. Als chauffeur moet je er terdege op voorbereid zijn, dat er iets kan gebeuren onderweg. Door juist te handelen en alert te zijn, kan je eventuele diefstal voorkomen door: • als de wagen leeg is, de zeilen of deuren open te zetten; • nooit met een ander spreken over de vervoerde lading; • bij een vast laad- en losadres, zoveel mogelijk variatie in de route aanbrengen; • nooit op dezelfde plaatsen rust nemen of overnachten; • vermijd rustige, onverlichte of beruchte parkeerplaatsen; • tijdens een rustpauze, wanneer de vrachtauto wordt verlaten, deze op een goed zichtbare plaats achterlaten en deze zodanig parkeren, dat er niet gemakkelijk kan worden weggereden; • parkeer de vrachtauto nabij andere vrachtauto’s en niet nabij een donker gebouw of geheel afgelegen; • sluit de deuren goed af, laat geen ramen openstaan en laat geen kostbaarheden in de cabine achter; • vermijd persoonlijke- voertuig- en/of ladingsdocumenten achter te laten in de vrachtauto; • na een onderbreking van een rustpauze de sluitingen of verzegelingen controleren; • neem geen lifters mee; • controleer bij het laden van de vrachtauto of de goederen, die vermeld staan op de vrachtbrief, ook daadwerkelijk worden ingeladen. Indien je als chauffeur niet bij het laden aanwezig mag zijn, vermeld dat dan ook duidelijk op de vrachtbrief; • bij het lossen van de lading moet je, als chauffeur zijnde, je ervan overtuigen dat de juiste personen aanwezig zijn; • neem regelmatig op vaste tijden, contact op met de vervoerder, hetzij telefonisch of via de boordcomputer en geef onveilige situaties door; • maak zoveel mogelijk gebruik van Tracking en Tracing, die op ieder moment de geografische positie van het voertuig kan achterhalen. Indien drugs, dan wel illegalen in een vrachtauto of in de lading worden aangetroffen, kan dit enorm vergaande consequenties voor de chauffeur en de vervoerder hebben! Modaliteit Een manier van vervoer wordt in vaktermen een modaliteit genoemd. Elke modaliteit heeft in de loop der jaren haar eigen aandeel in de totale vervoerstroom kunnen bemachtigen. De ontwikkeling in het vervoer en tussen de verschillende vormen van vervoer (modaliteiten) is sterk afhankelijk van de economische groei in een bepaald gebied, besluitvorming van overheden, milieu en verkeersveiligheid. Ook ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld de techniek spelen regionaal een bijzondere rol. Naast de gegevens inzake de verhoudingen in het binnenland inzake de modaliteiten, is het voor het examen vereist om inzicht te hebben hoe de transportverhoudingen op het internationaal gebied liggen. Jaarlijks komt bijna 565 miljoen ton goederen Nederland binnen, waarvan ruim 70 procent over zee. Van de bijna 420 miljoen ton goederen die Nederland verlaten gaat ruim 35 procent over zee. Van het goederenvervoer binnen Nederland, ruim 625 miljoen ton, gaat ongeveer 80 procent over de weg en 20 procent via de binnenwateren. Slechts 2 procent van het vrachtverkeer gaat via het spoor en minder dan 1 procent gaat via de lucht. Dit is zonder het vervoer via pijpleidingen. Hoewel dit bovengronds niet zichtbaar is, vormt dit een groot aandeel van het totale vervoer. Als we het vervoer via pijpleidingen in het totaal meerekenen gaat bijna twintig
9
procent van het vervoer naar het buitenland via pijpleidingen. De binnenwateren worden vooral gebruikt voor bulkgoederen en containers, en voor bestemmingen die langs deze vaarwegen bereikbaar zijn. Containers worden steeds meer gebruikt, omdat het overladen van containers van zeeschepen op vrachtwagens, binnenvaartschepen en treinen relatief eenvoudig is. Op verschillende plaatsen in Nederland zijn multimodale containerhubs, (overslagstations) waar wordt overgeladen tussen het spoor, de binnenwateren en de weg. We onderscheiden bij het goederenvervoer binnenlands vervoer, intercontinentaal vervoer en continentaal vervoer. Binnenlands vervoer gaat vooral over de weg, deels via de binnenwateren en voor een klein deel via het spoor. I Intercontinentaal vervoer van goederen, waarbij de herkomst of bestemming buiten Europa ligt, gaat meestal per zeeschip of vliegtuig. Continentaal vervoer, waarbij goederen over kortere afstanden naar het achterland vaak binnen Europa blijven,gaat meestal per vrachtwagen, binnenvaartschip of trein. De herkomst en bestemming, maar ook de aard van de goederen bepalen de manier waarop goederen worden vervoerd. Bij continentaal vervoer is er meer concurrentie tussen de vervoermiddelen dan bij intercontinentaal en binnenlands vervoer. Als we alleen naar het goederenvervoer kijken dan blijkt dat van alle goederen die Nederland binnenkomen bijna 90 miljoen ton over de weg gaat. Van de goederen de Nederland verlaten, gaan ruim 95 miljoen ton via de weg de grens over. In het binnenlandse goederenvervoer is het vervoer over de weg dominant, ruim 510 miljoen ton wordt vooral via vrachtwagens vervoerd. Dit is ruim 80 procent van het totale binnenlands vervoer. Goederen komen Nederland in via:
Goederen worden binnen Nederland vervoerd via:
Zeevaart
Wegvervoer
Luchtvaart
Binnenvaart
Goederen gaan Nederland uit via:
Spoorvervoer
Bron: CBS 2015
Aanvulling voor Goederenvervoer examenoefenboek CCV/ V2C en V3C
UITGAVE 2015 aanvulling op druk 1
Vragen 1.10 Wanneer komt een beginnend bestuurder in aanmerking voor een LEMA (Lichte Educatieve Maatregel Alcohol). Als bij hem een bloed- of ademalcoholgehalte is geconstateerd tussen 0,5 en 0,8promille (tussen 220 ug/l en 350 ug/l). 4.52
Welke bestuurders moeten in het bezit zijn van een eis van vakbekwaamheid? Bestuurders van vrachtauto’s die beroepshalve een vrachtauto besturen met een toegestaan maximum massa van meer dan 3.500 kg.
10
4.62
Welke rijbewijs categorie is voor het besturen van een lichte vrachtauto verplicht? Voor het besturen van een lichte vrachtauto is de rijbewijscategorie C1 verplicht.
6.32
Wat is een meeneemstapelaar? Een meeneemstapelaar is een soort heftruck, die achterop de vrachtauto kan worden meegenomen. Een kooi-aap is hier een voorbeeld van.
Examen 1 17. Wat is de meest courante afmeting van een pallet op het Europese vaste land? A. 80 x 120 cm. B. 100 x 120 cm. C. 100 x 100 cm.
19. Welke vrachtautochauffeurs moeten in het bezit zijn van vakbekwaamheid? A. Iedere chauffeur die voor zijn beroep een voertuig bestuurt waarvoor rijbewijs C of C1 noodzakelijk is en waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3.500 kg. B. Iedere chauffeur die voor zijn beroep een voertuig bestuurt waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 7.500 kg. C. Iedere chauffeur die voor zijn beroep een voertuig bestuurt waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 12.000 kg. Examen 2 46.
Moet elke chauffeur die voor zijn beroep met een vrachtauto rijdt met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg. ook altijd vakbekwaam zijn of code 95 op zijn rijbewijs hebben staan? A. Beroepsmatig rijden is automatisch vakbekwaam zijn. B. De werkgever moet hier voor zorgen en is verantwoordelijk. C. De eis van vakbekwaamheid geldt voor elke beroepschauffeur die een vrachtauto bestuurt.
Examen 7 47. Wanneer gebruik je op een verstandige en gezonde wijze je voeding? A. Als je op een dag, dat je prestaties moet leveren veel pasta eet. B. Als je er voor zorgt, dat je elke dag 3 lichte maaltijden nuttigt. C. Als je elke dag maar voldoende te eten krijgt. Casus 1.
5 Moet Henk aan de eis van vakbekwaamheid voldoen? A. Ja. B. Nee. C. Henk kan ontheffing aanvragen.
1. A. Casus 12. 12.
Ja. De eis van vakbekwaamheid is van toepassing op alle bestuurders die beroepsmatig met een vrachtauto rijden. 8 Is Arjan verplicht om nascholing te volgen? A. Nee, omdat hij meer dan 5 jaar in het bezit is van een chauffeursdiploma. B. Ja, hij is verplicht om 56 uur nascholing te volgen in vijf jaar. C. Ja, hij is verplicht om 35 uur nascholing te volgen in vijf jaar. C. Ja, hij is verplicht om 35 uur nascholing te volgen in vijf jaar. Iedereen die voor zijn beroep een vrachtauto bestuurt, is verplicht 35 uur nascholing in de vijf jaar te volgen om vakbekwaam te blijven.
11
Casus 10 1. Is Jan verplicht om nascholing te volgen als hij beroepsmatig een vrachtauto wil blijven besturen? A. Nee, want hij is geboren op 1 juli 1955. B. Nee, want hij is al meer dan 10 jaar in het bezit van een chauffeursdiploma. C. Ja, want de eis van vakbekwaamheid geldt voor iedere beroepschauffeur die een vrachtauto bestuurt. 1. C. Ja. Als hij beroepsmatig een vrachtauto wil blijven besturen, is hij verplicht nascholing te volgen. De eis van vakbekwaamheid geldt voor iedere beroepschauffeur die een vrachtauto bestuurt ongeacht de leeftijd. Wat is de juiste afstelhoogte van een hoofdsteun? A Bovenzijde hoofdsteun gelijk met bovenzijde hoofd. B Onderzijde hoofdsteun gelijk met bovenzijde hoofd. C Onderkant oren gelijk met bovenzijde hoofdsteun. Wat is een juiste horizontale afstand tussen hoofd en hoofdsteun? A Niet minder dan 10 centimeter. B De helft van de lengte van je hoofd. Gemeten van kruin tot nek. C Zo klein mogelijk, niet meer dan vier centimeter.
Aantekeningen
12