HERINRICHTING EXAMENS NEDERLANDS H/V Alex van de Kerkhof Cito Presentatie Utrecht 15 mei 2008
1
Enkele gewenste verbeterpunten huidige examen Leesvaardigheid (1) • Grotere homogeniteit - diversiteit aan subvaardigheden - concentreren op analyseren en interpreteren - schrijfaspect overhevelen naar schrijfexamen (SE/CE) • Meer meetpunten - meer vragen - herhaalde meting van subvaardigheden
2
Enkele gewenste verbeterpunten huidige examen Leesvaardigheid (2)
• Meer teksten - diversiteit aan onderwerpen / teksttypen - belangstellingssfeer kandidaten • Vergroting beoordelaarsovereenstemming - eenduidiger correctievoorschriften - correctiegemak 3
Samenvatten • Waardevolle (studie)vaardigheid • Instrumentele vaardigheid nodig in de gehele bovenbouw; dikwijls ook al in onderbouw • Hybride opgave (schrijven + lezen) • Geen noodzakelijk instrument om leesvaardigheid (begrijpend lezen) te meten
4
Pilot Leesvaardigheid • Drie teksten van ongeveer 1200 - 1400 woorden • Rond de veertig vragen • Open en gesloten vragen • Herhaalde vraagstelling – – – –
Teksttype Hoofdgedachte Structuur Argumentatie
5
CENTRAAL EXAMEN SCHRIJFVAARDIGHEID • Motieven - maatschappelijke relevantie schriftelijke taalbeheersing - verbreden centrale examinering / representativiteit voor programma - vergelijkbare prestaties aan de hand van gelijke opdrachten
6
Gedocumenteerd schrijven (pilot)
• • • • • •
Schrijven aan de hand van documenten Centraal verstrekte documentatie op zitting Zitting van 3,5 uur (210 minuten) Half uur documentatieverwerking Enkele keuzeopdrachten Teksttypen variërend
7
Sjablone opgave • Teksttype • Onderwerp • Aanwijzingen uitwerking / gebruik documentatie (ten minste twee bronnen) • Tekstlengte (minimum/maximum) • Beoogde publiek / publicatiebron
8
Fictief voorbeeld opgave (1) Schrijf een beschouwing van tussen de minimaal 600 en maximaal 800 woorden voor de cultuurbijlage van een landelijk dagblad, waarin je enkele morele aspecten van het programma Big Brother aan de orde stelt. Maak aantoonbaar gebruik van ten minste twee van de bijgeleverde bronnen.
9
Fictief voorbeeld opgave (2) • Schrijf een artikel / ingezonden stuk / betoog van ten minste 600 woorden en maximaal 800 woorden voor de lezers van een regionaal dagblad waarin je een beargumenteerd standpunt inneemt ten aanzien van orgaandonatie en het al dan niet verplichten tot het beschikbaarstellen van organen. Maak bij de bepaling van je standpunt gebruik van ten minste twee van de bijgeleverde bronnen.
10
Documentatie • Enkele teksten, samen zo lang als nodig is voor een brede oriëntatie op onderwerp • Langere, kortere teksten • Diverse bronnen • Diverse standpunten, visies • Variatie in abstractie
11
Beoordelingsmodel • Hoofdcriteria – – – – – –
Uitvoering opdracht Inhoud Gebruik documentatie Structuur Taalgebruik Diverse conventies
12
Gewicht onderdelen (pilot) • Inhoud 16 % • Gebruik documentatie 16 % • Structuur / Opbouw
32 % 16 %
• Taalgebruik • Diversen
36 % 16 %
- uitvoeren opdracht - publiek gericht taalgebruik - diverse conventies (titel, bronvermeldingen etc.)
13
Correctie (pilot) • • • • • •
Analytisch beoordelingsmodel (schalen) Globaal analytisch model Onafhankelijke eerste beoordeling Onafhankelijke tweede beoordeling Automatisch middelen bij gering verschil Derde onafhankelijke beoordeling bij groot verschil
14
Voorbeeld glijdende schaal (1) • • • • •
Structuur/ Opbouw Macrostructuur/ bouwplan gekozen teksttype De tekst heeft qua macrostructuur/bouwplan een aantrekkelijke, heldere en goed gestructureerde opbouw 3 De tekst heeft qua macrostructuur/bouwplan een overwegend aantrekkelijke, heldere en gestructureerde opbouw, maar vertoont een enkel tekort 2 De tekst heeft qua macrostructuur/ bouwplan een matig aantrekkelijke, heldere en gestructureerde opbouw en vertoont enkele tekorten 1 De tekst heeft qua macrostructuur/ bouwplan een onaantrekkelijke, onduidelijke en slecht gestructureerde opbouw 0
15
Voorbeeld glijdende schaal (2) Publiekgericht taalgebruik Het taalgebruik is qua zinsbouw, toon, gebruikte stijlmiddelen en woordkeuze/register goed afgestemd op het beoogde lezerspubliek (3) Het taalgebruik is qua zinsbouw, toon, gebruikte stijlmiddelen en woordkeuze/register redelijk afgestemd op het beoogde lezerspubliek (2) Het taalgebruik is qua zinsbouw, toon, gebruikte stijlmiddelen en woordkeuze/register in zeer beperkte mate afgestemd op het beoogde lezerspubliek (1) Het taalgebruik is qua zinsbouw, toon, gebruikte stijlmiddelen en woordkeuze/register niet afgestemd op het beoogde lezerspubliek (0)
16