De publicatie van de Cito Eindtoets-scores Wat zijn de gevolgen van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores per basisschool?
Afstudeerscriptie Aniek Dekker Opleiding: Afstudeerrichting: Studentnummer: Begeleidster & 1e lezer: 2e lezer:
Media, Informatie en Communicatie Nieuws en Media 500637183 C. Moens G. Sterk
Januari 2015
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeeronderzoek ‘Wat zijn de gevolgen van de publicatie van de CITO Eindtoets-scores per basisschool?’ Deze scriptie is geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), afstudeerrichting Nieuws en Media. Van april 2014 tot en met december 2014 ben ik bezig geweest met het onderzoek en het schrijven van deze scriptie. Het onderwerp van mijn afstudeeronderzoek gaat over de publicatie van de Citotoetsscores per basisschool. Ik heb gekozen voor dit onderwerp naar aanleiding van een aantal gesprekken en discussies met vriendinnen. Vier vriendinnen van mij zijn afgestudeerd aan de Pabo, en actief als docentes aan basisscholen. Met het moeten kiezen van een scriptie-onderwerp in mijn achterhoofd, spraken we over de Citotoets en zijn voor- en tegenstanders. Zo leek het mij interessant om me te gaan verdiepen in de Citotoets. In overleg met mijn SLB-begeleider H.J. Diekerhof, besloot ik mijn onderzoek niet te doen over de Citotoets in het algemeen, omdat dit een zeer veelbesproken kwestie is, waar de discussie ieder jaar weer over oplaait. Wat wél een actueel en nog niet eerder onderzocht onderwerp is, is de publicatie in september 2013 van RTL Nieuws over de Citotoets-scores per basisschool. RTL Nieuws kende aan de hand van een door onderwijssocioloog Jaap Dronkers bedachte methode, rapportcijfers toe aan alle basisscholen die gebruik maken van de Citotoets en plaatste deze in een rankinglijst. Schoolbesturen reageerden fel op deze publicatie en waren absoluut niet te spreken over het doel daarvan. Het cijfers zou onder andere misleidend zijn voor ouders. Zo had ik mijn scriptie-onderzoek voor mij. Wat zijn de gevolgen van deze publicatie? Ik wil iedereen bedanken die mij heeft geholpen tijdens dit afstudeerproject. Allereerst wil ik Caroline Moens bedanken voor de begeleiding en de meetings. Na deze uurtjes brainstormen en sparren, kreeg ik weer nieuwe positieve energie om verder te gaan met het onderzoek. Ik wil de geïnterviewden bedanken voor hun tijd en ingebrachte kennis. Daarnaast wil ik Margret Snelleman bedanken voor de hulp bij de verspreiding van mijn enquêtes. En mijn ouders en vrienden voor de steun en het geduld in de wat stroevere periodes. Ik wens u veel leesplezier toe. Aniek Dekker Beverwijk, januari 2015
2
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Managementsamenvatting Bijna alle leerlingen van groep acht van de basisschool maken de Cito Eindtoets. Vijfentachtig procent van alle basisscholen doet mee met deze eindtoets (Cito, 2013). De score van deze toets bepaalt voor een deel naar welk type vervolgonderwijs de leerling gaat, samen met het advies van de docent(e). RTL Nieuws publiceerde in september 2013 de behaalde scores van die eindtoets per basisschool. Aan de hand van een zelf bedachte methode van onderwijssocioloog Jaap Dronkers (RTL, 2013), heeft RTL Nieuws ‘rapportcijfers’ toegekend aan basisscholen waarvan de leerlingen de Cito Eindtoets hebben gemaakt. De ene basisschool scoort bijvoorbeeld een 8,4 op de toets, en de andere basisschool een 6,1. RTL heeft deze cijfers in een lijst geplaatst en openbaar gemaakt. In dit onderzoek is te lezen wat de gevolgen zijn van de publicatie van deze Cito Eindtoets-scores. Er komen meerdere partijen aan bod bij dit onderzoek. Dat is 1. de Inspectie van Onderwijs (Ministerie), 2. de Algemene Vereniging Schoolleiders (de AVS), 3. de schoolbesturen en docenten en 4. het Cito. Omdat deze vier partijen betrokken zijn bij bovenstaande activiteiten, is onderzocht wat op hen de invloed is (geweest) van de publicatie van de Cito-scores. Dit is onderzocht aan de hand van interviews met alle betrokken partijen. Naar aanleiding van de interviews kan geconcludeerd worden dat; 1. de Inspectie van Onderwijs weinig tot geen veranderingen waarneemt na de publicatie, 2. de AVS verandering waarneemt in de manier van lesgeven sinds de publicatie, 3. schoolbesturen tegen de publicatie zijn, maar vooralsnog weinig tot geen hinder door de publicatie ondervinden, 4. het Cito geen daling waarneemt in de afname van de Cito Eindtoets sinds de publicatie. Wat de betrokken partijen gemeen hebben, is dat zij allen negatief zijn over de publicatie van de Citotoets-scores. Het ‘kale’ cijfer, zonder ruimte voor onderbouwing, is geen juiste manier om resultaten te publiceren, vinden zij. Dit blijkt uit de gedane diepte-interviews. Naast het interviewen van deze vier partijen, is ook onderzocht wat de gevolgen zijn voor de basisschoolkeuze van ouders van kinderen die bijna naar de basisschool gaan. Aan de hand van een enquête is onderzocht óf - en in welke mate ouders zich laten beïnvloeden door deze publicatie, bij de keuze van een basisschool voor hun kind. 267 respondenten hebben antwoord gegeven op de vraag of zij af wisten van de publicatie, of zij vervolgens cijfers hebben vergeleken en zo ja in welke mate dat cijfer de basisschoolkeuze heeft beïnvloed. Ongeveer de helft van de ondervraagden was op de hoogte van de publicatie van RTL Nieuws. Die groep die op de hoogte was, heeft vervolgens een vraag ingevuld over het raadplegen van de scores. De uitslag: de helft van die groep heeft daadwerkelijk de cijfers opgezocht van basisscholen (in de buurt). Dus een kwart van de 267 ondervraagden heeft de samengestelde rankinglijst van RTL Nieuws op de website bekeken. 3
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Het deel van de ondervraagden dat de rankinglijst heeft geraadpleegd, diende vervolgens op schaal van 1 tot 6 de invloed van de Cito-score op de basisschoolkeuze aan te geven. 1 stond voor geen invloed, 6 voor volledige invloed. Met 27% is het cijfer ‘3’ het meest gekozen door de groep respondenten. Met 4% is het cijfer ‘6’, volledige invloed, het minste aangekruist. Het gemiddelde van de respondenten die de mate van invloed hebben ingevuld, komt uit op een 3,07. Dit toont aan dat de ouders die af wisten van de publicatie en de lijst er bij hebben gepakt, zich niet volledig hebben laten beïnvloeden door het cijfer, maar het wel deels een rol heeft gespeeld bij de basisschoolkeuze. De doelstelling van het onderzoek was om inzicht te krijgen in wat de gevolgen zijn van het publiceren van de scores van de Cito Eindtoets, met als eindproduct een achtergrondartikel over de RTL Nieuws-publicatie van de Citotoets-scores, dat geschreven is voor opinieblad HP/De Tijd.
4
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Management Summary
Almost all students of grade eight of elementary school need to make the Cito Final Test. Eighty-five percent of all primary schools will be participating this final test (Cito, 2013). The result of this test, determines partly what kind of secondary education suits the student, along with the advice and opinion of the teacher. RTL Nieuws published in September 2013 the scores of that final test of every elementary school. Based on a selfdevised method of educational sociologist Jaap Dronkers (RTL, 2013), RTL Nieuws assigned marks to the schools whose students made the Cito Final Test. For example, one elementary school scores an 8.4, and another school scores a 6.1. RTL Nieuws made a list and published those marks. This study makes clear what the consequences are of this publication. There are several organizations involved with the Cito Final Test. Those are: 1. The Inspectorate of Education (Ministry), 2. The General Association of School Managers (AVS), 3. Schoolboards and teachers and 4. Cito. Because these four organizations are involved in the above activities, there has been research to the effect of the publication of the Cito scores. This has been done by interviews with those organizations. Based on the interviews can be concluded that: 1. The Inspectorate of Education perceives little or no change after the publication, 2. The AVS perceives changes in the way of teaching, 3. That schoolboards are against the publication, but experience little to none discomfort, and 4. Cito perceives no decrease in the purchase of the Cito Final Test since the publication. What the organizations do have in common, is that they are all negative about the publication of the Cito Test scores. The bald mark, without room for justification is not a right way to publish those results, is what they think. This is what the interviews shows. Besides interviewing these four organizations, there is also examined what the implications are for the elementary school-choice which parents need to make for their children who almost go to elementary school. Based on a survey is investigated whether parents are influenced by the publication, and if they are, how much they are influenced by choosing a school. 267 respondents answered the question whether they knew about the publication, whether they have compared rates and if so, to what extent that has affected the elementary choice. About half of the respondents were initially informed about the publication. That group that was aware, answered the question if they looked for the marks on the internet, or not. The result: half of that group has actually searched for marks of elementary schools (in the neighborhood). So a quarter of the 267 respondents, compared the marks of the ranking list of RTL Nieuws on the website.
5
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
That quarter of respondents then filed on scale from 1 to 6, the influence of the Cito Score on the elementary-choice. 1 stood for no effect, 6 stood for full impact. With 27% number '3' is the most chosen by the group of respondents. With 4% is the number '6', full impact, least marked. The average of the respondents who filled in the degree of influence, leads to 3.07. This shows that the parents who knew about the publication and used the list, have not been fully influenced by the scores, but it partly has played a role in the primary choice. The purpose of the study was to gain insight into the consequences of publishing the scores of the Cito Final Test, and delivers a background article about the Cito-publication of RTL Nieuws, written for newsmagazine HP / De Tijd.
6
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Inhoudsopgave
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding van het onderzoek Probleemstelling Opbouw van het rapport Doelstelling Operationalisatie begrippen
Blz. 9 Blz. 9 Blz. 9 Blz. 10 Blz. 10
2. 2.1 2.2
Methoden en technieken Onderzoeksontwerp Operationalisatie 2.2.1 Diepte-interviews 2.2.2 Enquête Analysemethode
Blz. 12 Blz. 13 Blz. 13 Blz. 15 Blz. 18
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
De Cito Eindtoets Wat is de Cito Eindtoets? De afname van de Cito Eindtoets Discussie rondom Cito Eindtoets Druk ouders Cito Eindtoets als graadmeter Toetsing in het buitenland
Blz. 19 Blz. 19 Blz. 20 Blz. 21 Blz. 21 Blz. 22
4. 4.1 4.2 4.3
De publicatie van RTL Nieuws Cito Eindtoets-scores De totstandkoming van de RTL-cijfers Ledenonderzoek AVS
Blz. 23 Blz. 24 Blz. 26
5. 5.1 5.1.1 5.1.2
Resultaten van het onderzoek Kwantitatief onderzoek Verloop dataverzameling en respons Resultaten
Blz. 27 Blz. 27 Blz. 27
5.2 5.2.1 5.2.2
Kwalitatief onderzoek Verloop dataverzameling en respons Resultaten
Blz. 33 Blz. 33 Blz. 33
6.
Conclusie
Blz. 41
7.
Beroepsproduct
Blz. 44
2.3
7
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
8. 8.1 8.2 8.3 8.4
Evaluatie Mogelijkheden vervolgonderzoek Validiteit Betrouwbaarheid Generaliseerbaarheid
Blz. 49 Blz. 50 Blz. 50 Blz. 50
9.
Literatuurlijst
Blz. 51
10. 10.1 10.2 10.3
Bijlagen SPSS output Enquête Uitgeschreven diepte-interviews 10.3.1 Algemene Vereniging Schoolleiders 10.3.2 Inspectie van Onderwijs 10.3.3 Cito 10.3.4 Basisschool De Zeester
Blz. 55 Blz. 60 Blz. 64 Blz. 64 Blz. 68 Blz. 75 Blz. 78
8
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding van het onderzoek
19 september 2013, bij het openen van de website van de Volkskrant, kopte de volgende tekst een nieuwsbericht: 'Openbaar maken Cito-scores door RTL brengt ernstige schade toe'. Aldus leerkrachten-trainer en oud docent Ivo Mijland. Mijland: “Met de website van RTL wordt aan die momentopname veel gewicht gehangen. De Citotoets is vanaf nu een toets die de cijfers van een toets inzet om kwaliteit van een school te toetsen.” (Volkskrant, 2013) Leden van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) en de AVS zelf reageerden evenmin positief op de publicatie. “De AVS sprak zich al eerder uit tegen openbaarmaking van de Citoscores, omdat gevreesd wordt dat ouders de resultaten zullen gebruiken als zogenaamde rankinglijstjes en hun kind per se op een school met een hoge score geplaatst willen hebben.” (AVS, 2013).
1.2
Probleemstelling
Bijna alle leerlingen van groep acht van de basisschool maken de Cito Eindtoets. Vijfentachtig procent van alle basisscholen doet mee met deze eindtoets (Cito, 2013). De score van de toets bepaalt voor een deel naar welk type vervolgonderwijs de leerling gaat, samen met het advies van de docent(e). RTL Nieuws publiceerde in september 2013 de behaalde scores van die eindtoets per basisschool. Aan de hand van een zelf bedachte methode van onderwijssocioloog Jaap Dronkers (RTL, 2013), heeft RTL Nieuws de scores omgezet in ‘rapportcijfers’ en deze toegekend aan basisscholen waarvan de leerlingen de Cito Eindtoets hebben gemaakt. De ene basisschool scoort bijvoorbeeld een 8,4 op de toets, en de andere basisschool een 6,1. RTL Nieuws heeft deze cijfers gepubliceerd in de vorm van een rankinglijst. Is het waar dat ouders de resultaten als rankinglijst van basisscholen gaan gebruiken? Treden daarin veranderingen op sinds deze publicatie? En hoe reageren basisscholen op de publicatie? Alles omvattend: Wat zijn de gevolgen van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores?
1.3
Opbouw van het rapport
Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden, dient er onderzoek naar gedaan te worden. Dit rapport beschrijft waarom en op welke manier dit onderzoek uitgevoerd moet worden. Dit onderzoek belicht of er inderdaad sprake is van bovenstaande uitspraken en verwachtingen aan de hand van deskresearch, interviews met vijf experts en de afname van een enquête onder 267 respondenten binnen de populatie. De hoofdvraag Wat zijn de gevolgen van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores per basisschool? wordt beantwoord aan de hand van een zestal onderzoeksvragen. 9
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
1. Wat is de Cito Eindtoets? 2. Hoe zijn de Cito Eindtoets-scores per basisschool tot stand gekomen? 3. Hoe staat de Inspectie van Onderwijs tegenover de publicatie van de scores? 4. Wat is de mening (van de leden) van de Algemene Vereniging Schoolleiders over de publicatie? 5. Wat zijn de gevolgen voor een basisschool die onder gemiddeld scoort in de rankinglijst? 6. In welke mate laten ouders zich beïnvloeden door de gepubliceerde Cito-scores per basisschool?
1.4
De doelstelling
De doelstelling van het onderzoek is om inzicht te krijgen in wat de gevolgen zijn van het publiceren van de scores van de Cito Eindtoets, met als eindproduct een achtergrondartikel over de RTL Nieuws-publicatie van de Citotoets-scores, dat wordt geschreven voor opinieblad HP/De Tijd.
1.5
Operationalisatie begrippen
In dit onderzoeksrapport zullen enkele theoretische begrippen aan bod komen. Ter verduidelijking staan in deze alinea de meest voorkomende begrippen omschreven in alfabetische volgorde, zoals zij bedoeld zijn in dit onderzoek. AVS Algemene Vereniging Schoolleiders. De AVS is de belangenvereniging en vakbond voor alle leidinggevenden in het funderend onderwijs: van adjunct-directeur en middenmanager tot (bovenschools) directeur. De AVS zet zich in voor de bevordering en het borgen van het kwaliteit in het primair onderwijs. (AVS, 2014) Cito Cito staat voor Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling. Cito is een bedrijf dat toetsen ontwikkelt en afneemt. De toetsen meten kennis, vaardigheden en competenties. Cito heeft ook leerlingvolgsystemen, en ontwikkelt jaarlijks de centrale eindexamens voor het voorgezet onderwijs (Onderwijsconsument, 2014). Cito Eindtoets De Citotoets of ook wel Eindtoets genoemd, geeft onafhankelijke informatie over het leerniveau van basisschoolleerlingen voor de keuze van een passend type voortgezet onderwijs. De Eindtoets Basisonderwijs is een leer- of schoolvorderingentoets die leerlingen in groep 8 maken. 85% van de basisscholen in Nederland maakt gebruik van deze toets. De toets meet wat een kind in vergelijking met andere kinderen in 8 jaar basisonderwijs geleerd heeft (Digitic, 2014). 10
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Inspectie van Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs is een Nederlands inspectie-orgaan en valt onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het doel van de inspectie is het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. Dit doet de inspectie onder andere door het bezoeken van scholen (College, 2014). Intern begeleider Een Intern Begeleider (IB'er) is binnen een onderwijsinstelling voor primair onderwijs belast met de ontwikkeling, coördinatie en uitvoering van het zorgbeleid van de school en de begeleiding van leraren (Beroepengids, 2014). NIO NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijs) wordt afgenomen voor het bepalen van het juiste niveau van voortgezet onderwijs. De NIO toets is een betrouwbaar en valide alternatief voor de Cito-eindtoets en wordt daarom veel ingezet als second opinion. Het verschil tussen de NIO en de Cito is dat de Cito meet wat het kind geleerd heeft op de basisschool (de feitelijke schoolprestaties) en de NIO bepaalt wat het kind 'in huis heeft' (de mogelijke schoolprestaties) (ECLG, 2014). Rankinglijst Ranglijst, lijst naar volgorde (Van Dale, 2014). Teaching to the test Teaching to the test is een veelgebruikt begrip voor het verschijnsel dat leerkrachten hun onderwijs gaan afstemmen op de toets. Dit gebeurt op verschillende manieren: - Citotoetsen oefenen, al dan niet met behulp van daarvoor ontwikkelde software. Ook ouders doen dit. - De toets vooraf inkijken, en bewust of onbewust nog even dingen noemen. - Tijdens de toets nog hulp geven. De belangrijkste reden voor teaching to the test is de angst om afgerekend te worden in de media of door de inspectie (Wij-leren, 2014).
11
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
2.
Methoden en technieken
Dit hoofdstuk is een verantwoording van hoe het onderzoek is opgezet. In dit hoofdstuk staat uitgelegd hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden en hoe er een antwoord kan worden gegeven op de probleemstelling. Het onderzoeksontwerp, de operationalisatie van de methodes en de analysemethode worden hier nader toegelicht.
2.1
Onderzoeksontwerp
Om antwoord te kunnen geven op de probleemstelling, zijn er verschillende onderzoeksmethoden gebruikt. Die methoden zijn: deskresearch, diepte-interviews en enquêtes. Die laatste twee methoden vallen onder fieldresearch. Deskresearch Vooronderzoek naar dit onderwerp is gedaan door middel van deskresearch. Deskresearch is het verzamelen van gegevens en informatie over een onderwerp uit bronnen als websites, databanken, catalogi, kranten, tijdschriften, archieven, in elektronische of papieren vorm en het integreren van die informatie met bestaande kennis (Hva, 2014). Deskresearch is voor het onderzoek van groot belang. Deze research bestaat uit het onderzoeken wat Cito precies is, voor wie en wanneer de Cito Eindtoets gehouden wordt en waar de Cito Eindtoets voor gebruikt wordt. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de publicatie van RTL Nieuws en de bijbehorende scores. Fieldresearch Fieldresearch is het verzamelen van primaire informatie en van nieuw materiaal door directe ondervraging/waarneming gericht op het probleem dat onderzocht moet worden. De meest gebruikte methodes hiervoor zijn enquêtes en interviews (Export, 2014). Voor de fieldresearch is gebruikt gemaakt van diepte-interviews en kwantitatief surveyonderzoek in de vorm van een enquête. Naast de gevonden informatie bij de uitgevoerde deskresearch, is er informatie gewonnen door zelf ‘het veld in te gaan’. Dit heb ik gedaan aan de hand van twee methodes: ik heb diepte-interviews gehouden met vijf experts en een enquête afgenomen bij 267 respondenten binnen de doelgroep. Diepte-interviews Door te interviewen kan er dieper ingegaan worden op onderwerpen en uitspraken en daar kan dan weer op gereageerd worden. Dat is een groot voordeel van het interviewen, en daarom wordt deze methode in dit onderzoek meerdere malen toegepast. Onderwerpen die aan bod komen bij de diepte-interviews zijn als volgt: • Het standpunt van de betrokken partij over de publicatie van RTL Nieuws • Het doel van de publicatie 12
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
• Gevolgen voor het lesgeven • Gevolgen voor de basisscholen • Fraude in het onderwijs Enquête De andere methode die in dit onderzoek gebruikt wordt om aan de juiste informatie te komen, is enquêteren. Door te enquêteren is het mogelijk een grotere groep te ondervragen. Voor dit onderzoek is het van belang een grote groep ouders te ondervragen over de publicatie van de Cito-scores om achter de gevolgen te komen. Voordeel enquête Een voordeel van een enquêteonderzoek is dat het relatief goedkoop is, snel om te maken en om te verspreiden. Daarnaast kan de respondent er voor kiezen anoniem te blijven bij het invullen van de vragen (Rijksoverheid, 2014). Ook kan de respondent op ieder tijdstip en in eigen tempo de enquête invullen. Een nadeel van enquêteren is dat intensieve begeleiding van de respondent niet mogelijk is, aangezien de onderzoeker er zelf niet bij is op het moment dat de enquête wordt afgenomen en dus ook geen mogelijkheid heeft om door te vragen (Right Marktonderzoek, 2014). Onderwerpen die aan bod komen bij de enquête zijn als volgt: • Het nieuws over de publicatie van de Cito Eindtoets-scores • De invloed van de Cito Eindtoets-score • Factoren basisschoolkeuze
2.2
Operationalisatie
Om de fieldresearch zo effectief mogelijk uit te voeren, is er gekozen voor twee onderzoeksinstrumenten: diepte-interviews en een enquête. Hier wordt uitgelegd hoe deze methoden zijn toegepast binnen dit onderzoek. 2.2.1
Diepte-interviews
Er is bij dit onderzoek gekozen voor de onderzoeksmethode ‘interviewen’, omdat deze vorm van onderzoek diepgaande informatie verwerft, door in te gaan op achterliggende motivaties en meningen van de geïnterviewde. Omdat binnen het onderzoek verschillende partijen aan bod komen, heb ik van iedere partij een diepte-interview gehouden met een expert. Ik heb een expert en een woordvoerder gesproken van de Inspectie van Onderwijs, van de Algemene Vereniging Schoolleiders, van Cito en basisschool De Zeester te Beverwijk. Er is gekozen om de experts van deze organisaties te ondervragen, omdat zij allen met de Cito Eindtoets te maken hebben: de Inspectie van Onderwijs houdt toezicht op de behaalde resultaten van basisscholen en stelt bezoekrapporten op. 13
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
De Algemene Vereniging van Schoolleiders is een vakbond voor leidinggevenden in het onderwijs en heeft een onderzoek gehouden onder haar leden over de publicatie van RTL Nieuws. Cito is de organisatie die de Cito Eindtoets maakt en verkoopt aan basisscholen. De Zeester is een basisschool die deelneemt aan de Cito Eindtoets en volgens de publicatie onder gemiddeld scoort. De diepte-interviews heb ik gehouden met de volgende personen: 1. Arnold Jonk, hoofdinspecteur primair onderwijs, Inspectie van Onderwijs 2. Jan-Willem Swane, persvoorlichter Inspectie van Onderwijs 3. Petra van Haren, voorzitter Algemene Vereniging Schoolleiders 4. Liesbeth van Litsenburg, woordvoerster Cito 5. Inge de Boer, directeur basisschool De Zeester en Lieke van Roermund, intern begeleidster basisschool De Zeester Inspectie van Onderwijs Van de Inspectie van Onderwijs zijn hoofdinspecteur Arnold Jonk en persvoorlichter JanWillem Swane geïnterviewd. Met het interview ben ik te weten gekomen hoe de Inspectie van Onderwijs denkt over het publiceren van Citoscores, de methode die gebruikt is om tot een gemiddeld cijfer per basisschool te komen, en over mogelijke gevolgen van de cijfer-publicatie. Algemene Vereniging Schoolleiders Van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) heb ik Petra van Haren geïnterviewd. Ik wilde informatie van de AVS, omdat zij een ledenonderzoek heeft gedaan naar aanleiding van het nieuws dat RTL Nieuws de cijfers online zou gaan plaatsen. Daaruit bleek dat zestig procent van de schoolleiders overweegt te stoppen met de Cito Eindtoets als dit daadwerkelijk zou gebeuren. Met het interview wilde ik nagaan wat er verder uit dat onderzoek is gekomen en wat de meningen zijn van schooldirecteuren. Daarnaast wilde ik weten hoe de AVS denkt over het publiceren van de Citotoets-scores. Cito De derde expert waar ik een diepte-interview mee heb gehouden, is Liesbeth van Litsenburg, woordvoerster van het Cito. Wat ik wilde weten van Litsenburg, is hoe Cito tegenover de publicatie van de scores staat. Is Cito hier blij mee, of juist niet? En waarom dan wel/niet? Wat zijn de gevolgen hiervan (geweest) volgens Cito? Wat ook van belang was voor het onderzoek, is om erachter te komen of na de publicatie veranderingen zijn opgetreden. Bijvoorbeeld of er meer of minder basisscholen gekozen hebben voor de Citotoets als eindtoets.
14
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Daarnaast ben ik ingegaan op een uitspraak die woordvoerster Liesbeth van Litsenburg heeft gedaan over fraude door schooldirecteuren: “Een gummetje is zo gepakt”. Deze uitspraak deed van Litsenburg naar aanleiding van een melding van een leerkracht over zijn directeur die al jaren scores van Cito Eindtoetsen bijwerkte, zodat de leerling en de school beter uit de verf kwamen (Volkskrant, 2013). Basisschool De Zeester De vierde partij die ik voor het onderzoek heb geïnterviewd, bestaat uit directeur Inge de Boer en Lieke van Roermund, lerares en intern begeleidster bij basisschool De Zeester, te Beverwijk. Basisschool De Zeester scoorde afgelopen jaar een 5,9 op de Citotoets in de cijferlijst van RTL Nieuws. In het jaar 2010 kwam De Zeester onder extra toezicht door de Inspectie. ‘De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op obs De Zeester als zwak omdat de eindresultaten van de school onvoldoende zijn’, is terug te lezen in het rapport van bevindingen van 2010. In het interview heb ik gevraagd hoe Inge de Boer en Lieke van Roermund denken over de publicatie van de Cito-score en wat zij vinden van de wijze waarop het cijfer berekend wordt. De school scoort lager dan een 7, wat door onderzoeker Jaap Dronkers als gemiddeld wordt beschouwd. Hoe is dat voor de school en brengt dat onder gemiddelde cijfer volgens de directeur gevolgen met zich mee? Zijn er ouders die de school afschrijven door dat cijfer? Hoe gaat de school om met de publicatie?
2.2.2
Enquête
Het andere deel van mijn fieldresearch doe ik met behulp van kwantitatief onderzoek. Kwantitatief onderzoek biedt cijfermatig inzicht en geeft veelal antwoorden op vragen die in termen van hoeveelheid kunnen worden uitgedrukt. De methode die ik heb gebruikt is het enquêteren van ouders. Ik heb er voor gekozen om de enquêtes af te nemen nadat ik de diepte-interviews had gehouden. Dit heb ik gedaan omdat ik dan veel informatie heb van verschillende partijen, en op deze manier de meest geschikte vragen kon bedenken voor de enquête. De vragen in de enquête heb ik zorgvuldig geformuleerd en van te voren getest op anderen, zodat ik zeker wist dat de vragen en het doel helder en leesbaar was voor de respondent. Het doel van het verstrekken van de enquête was om antwoord te krijgen op de vraag of de publicatie invloed heeft gehad op de basisschoolkeuze van de ouder en zo ja, in welke mate. De vragen in de enquête gaan dan ook over of de respondent bekend is met de publicatie, of de respondent gebruik heeft gemaakt van de rankinglijst, in welke mate dat de respondent heeft beïnvloed en welke factoren een rol spelen/speelden bij de basisschoolkeuze voor het kind van de respondent. Zie Bijlage 9.2 van dit rapport, voor de gehele enquête.
15
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Populatie enquête De populatie bestaat uit ouders van kinderen die bijna naar de basisschool gaan, of er net op zitten. Die kinderen zijn grofweg tussen de twee en vier jaar. Ik wilde van de ouders weten of zij zich (hebben) laten beïnvloeden door de publicatie van deze cijfers bij de keuze van een basisschool, en zo ja: in welke mate? Om daar achter te komen is het van belang van de respondent te weten of diegene afwist van de publicatie en vervolgens de cijfers op heeft gezocht via de lijst van RTL Nieuws. De respondenten die de cijfers hebben opgezocht hebben daarna een vraag ingevuld over de mate waarin dat cijfer invloed heeft gehad op de keuze voor een basisschool. Met die resultaten kan de vraag ‘Heeft de publicatie invloed gehad op de basisschoolkeuze van ouders’ beantwoord worden. Zo nee: wat vinden zij belangrijke factoren die doorslaggevend zijn (geweest) bij de basisschoolkeuze? Die vraag wordt beantwoord door alle 267 respondenten. Steekproef Aan de hand van een steekproefcalculator heb ik van tevoren de grootte van de steekproef berekend, via: www.allesovermarktonderzoek.nl/Steekproefalgemeen/steekproefcalculator. Zie onderstaande afbeelding.
Om een betrouwbaarheidsniveau van 90% te realiseren, waren minimaal 267 respondenten nodig, zie steekproefcalculator. Het streven is een betrouwbaarheidsniveau van 95%, maar er is gekozen om minimaal een betrouwbaarheidsniveau van 90% aan te houden, wegens haalbaarheid van het aantal respondenten. De omvang van de populatie is niet bekend: ouders met kinderen van 3 of 4 jaar die bijna naar de basisschool gaan, of net op de basisschool zitten. Daarom is bij omvang '20000’ ingevuld. Bij nummer 3, verwachting, is vijftig ingevuld, omdat van tevoren niet bekend was wat de uitslag zou zijn. Het kan zijn dat ouders zich niet laten beïnvloeden door de Citoscores en dat zij andere factoren dan Cito-scores belangrijker vinden bij de schoolkeuze. Dit baseer ik op eerder gedaan onderzoek naar de schoolkeuzemotieven en geluiden van ouders in mijn eigen omgeving (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, 2004). De resultaten van de enquête worden geanalyseerd door het programma SPSS. 16
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Onderscheid soorten onderwijs Nederland telt zo’n 6.742 basisscholen (Stamos, 2013). Om een zo representatief mogelijke uitslag te realiseren, was het van belang dat er rekening werd gehouden met verschillende soorten onderwijs. Dit is van belangrijk om mee te nemen in het onderzoek, omdat het kan zijn dat er bij één bepaald soort onderwijs, bijvoorbeeld openbaar onderwijs, een andere uitslag komt dan bij bijvoorbeeld confessioneel bijzonder onderwijs. Het type onderwijs is in drieën verdeeld: openbare scholen, bijzondere scholen en vrije scholen. Openbare scholen bieden hun onderwijs niet vanuit een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing aan. Bijzondere scholen geven vaak wel onderwijs vanuit een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing. Bijvoorbeeld roomskatholieke, protestants-christelijke, reformatorische en islamitische scholen. Een deel van het bijzonder onderwijs bestaat uit niet-confessionele scholen. Dit zijn de vrije scholen, voorbeelden hiervan zijn het Montessori-, Dalton- en Jenaplanonderwijs (CBS, 2014). Tweede enquête Het leek mij relevant voor het onderzoek om een tweede enquête af te nemen bij een andere populatie: ouders van kinderen die in groep 7 of 8 zitten en bijna de Citotoets gaan maken. Ik wilde van deze groep weten of de publicatie invloed op hen heeft gehad en of zij, bij een lage score, hun kind naar een andere basisschool zouden sturen als gevolg. Naarmate ik verder in mijn onderzoek kwam, en de Inspectie van Onderwijs sprak over deze gedachte, bleek dat verschijnsel zelden tot niet voor te komen. Om deze reden heb ik er voor gekozen dit deel van mijn onderzoek niet meer uit te voeren. Ik quote Jan-Willem Swane, persvoorlichter van de Inspectie van Onderwijs: “Ik acht het zeer onwaarschijnlijk dat dat bij veel leerlingen zou spelen. Zelfs bij verhuizing zijn ouders van kinderen die de basisschool bijna afgerond hebben, geneigd om die kinderen op dezelfde school te laten zitten. Het komt wel voor dat scholen die ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ worden leerlingen zien vertrekken, maar dat zijn dan niet specifiek leerlingen van groep 7. Ten slotte is de eindtoets een product van acht jaar onderwijs op een school. In groep 8 is daar maar zeer ten dele nog aan bij te sturen.” Verspreiding enquête De enquête kon ingevuld worden via www.thesistools.com, een platform waar studenten eenvoudig en gratis een online enquête maken en laten hosten (Thesistools.com, 2014). Voor dit onderzoek is zowel online als hard-copy geënquêteerd. De enquêtes die hard-copy zijn ingevuld, zijn direct digitaal ingevoerd, met als voordeel dat de resultaten direct zichtbaar zijn in een databestand (Verhoeven, 2011). De enquête is verspreid over zes peuterspeelzalen in Beverwijk, is op verschillende fora geplaatst die gericht zijn op ouders, is afgenomen bij verschillende peuteractiviteiten (het zogenoemde peutergym en rakkerzwemmen) in Heemskerk en is verstuurd naar ouders met jonge kinderen binnen mijn kennissenkring en die van mijn ouders.
17
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
2.3
Analysemethode
Enquête Om de resultaten van de enquête te verwerken, is er gebruik gemaakt van het computerprogramma IBM SPSS Statistics 22. SPSS bevat veel mogelijkheden voor statische analyses. Door middel van kwantitatief onderzoek is er onderzocht wat de invloed van de publicatie is op ouders die voor hun kind een basisschool aan het uitzoeken zijn – of net hebben uitgezocht. De enquête is verspreid over zes peuterspeelzalen in Beverwijk, is op verschillende fora geplaatst die gericht zijn op ouders, is afgenomen bij verschillende peuteractiviteiten (peutergym en rakkerzwemmen) en is verstuurd naar ouders met jonge kinderen binnen mijn kennissenkring. Het streven was 267 respondenten te werven, en dit aantal is behaald. De enquête bestaat uit vijf algemene vragen en zeven vragen over het onderwerp: de publicatie van de Cito Eindtoets-scores en de factoren voor de basisschoolkeuze.
Diepte-interviews Er zijn vijf diepte-interviews gehouden met experts. Drie daarvan zijn op locatie gehouden en twee zijn telefonisch gehouden. Doordat de op locatie gehouden interviews teruggeluisterd kunnen worden, verhoogt dit de betrouwbaarheid van de resultaten en dus het onderzoek.
18
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
3.
De Cito Eindtoets
3.1
Wat is de Cito Eindtoets?
Cito staat voor Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling. Cito is een bedrijf dat toetsen ontwikkelt en afneemt. De toetsen meten kennis, vaardigheden en competenties. Cito wordt volgens de website “internationaal erkend als expert in het ontwikkelen en afnemen van examens en toetsen. Cito verzorgt trainingen en advieswerk en onderzoekt de kwaliteit van het onderwijs”. Eén van die toetsen die Cito maakt en verkoopt, is de Cito Eindtoets (Cito, 2014). Veel basisscholen in Nederland gebruiken de Cito Eindtoets als centrale eindtoets in groep 8, namelijk zo’n 85% van alle basisscholen (Inspectie van Onderwijs, 2014). Het resultaat van de Cito Eindtoets dat de leerling behaalt, speelt een rol bij de keuze voor het type voortgezet onderwijs, maar is niet doorslaggevend. Het advies van de docent en het bestuur van de bassischool is volgens de kernprocedure “leidend en bindend”, en speelt een grotere rol bij de keuze dan de behaalde score op de Cito Eindtoets (Onderwijsconsument, 2014).
3.2
De afname van de Cito Eindtoets
Met de Cito Eindtoets wordt de kennis van 8 jaar primair onderwijs getest bij de leerlingen. De afname van de toets is verspreid over drie dagdelen. Dit jaar, 2015, wordt de Cito Eindtoets tussen half- en eind april afgenomen. Voorheen was dit in de maand februari, maar dit is sinds deze maand aangepast naar een later moment in het schooljaar. Reden hiervoor is dat er is aangetoond dat de reken-resultaten van de leerlingen aan het einde van het schooljaar van groep 8, dus ná de Cito Eindtoets in februari, stagneren of dalen (J. Roeleveld e.a., 2011). Een mogelijke verklaring voor dit verschijnsel is de mindering in motivatie van de leerling, als de centrale eindtoets toch al gemaakt is, en het advies voor het voortgezet al vastgesteld is, zo blijkt uit onderzoek van de Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau (Jansen, van der Schoot, Hemker, 2005). De centrale eindtoets bestaat uit twee onderdelen, tenzij de basisschool er voor kiest om ook een derde onderdeel te toetsen: wereldoriëntatie. De twee standaard onderdelen zijn Nederlandse taal en rekenen (Centrale eindtoets PO, 2015). Bij het onderdeel ‘Nederlandse taal’ (135 opgaven) wordt volgens de website van Centrale eindtoets primair onderwijs de leerling getoetst op de volgende vaardigheden: begrijpend lezen, woordenschat, het verbeteren van schrijffouten en taalverzorging.
19
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Binnen het onderdeel ‘rekenen’ (85 opgaven) worden er vragen gesteld over: het optellen/vermenigvuldigen etc. van getallen, breuken, meetkunde en verbanden leggen. Als de basisschool er voor kiest om ook het onderdeel ‘wereldoriëntatie’ (90 opgaven) mee te nemen in de Cito Eindtoets, dan krijgt de leerling vragen over aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek (Centrale eindtoets PO, 2015).
3.3
Discussie rondom Cito Eindtoets
Ieder jaar laait dezelfde discussie weer op: is de Cito Eindtoets een goede methode die wordt gebruikt om het niveau van de leerling te meten, of zijn basisscholen beter af zonder die toets? Er zijn voorstanders van de Cito Eindtoets, en er zijn tegenstanders. Voorstanders, zoals onderwijssocioloog Jaap Dronkers, vinden de toets een goed, objectief hulpmiddel, dat samen met het advies van de leerkracht ervoor zorgt dat de leerling naar de juiste middelbare school gaat (HP/De tijd, 2014). De PO-raad, een sectororganisatie van het primair onderwijs, is ook voorstander van de toets, en reageert op een actiegroep die voor afschaffing van de Cito Eindtoets is: “Toetsen vormen een hulpmiddel bij het geven van goed onderwijs. De toets is geen afsluiting van een leerproces, maar juist het begin van een volgend proces: welke talenten kan deze leerling nu nog meer ontwikkelen?" (PO-raad, 2014). Die actiegroep, met de naam ‘Op weg naar geweldig onderwijs’ is begin 2014 opgericht en bestaat uit leerkrachten en een orthopedagoog, is voor het afschaffen van de Cito Eindtoets. Redenen voor de actiegroep om tegen de toets te zijn, gaan voornamelijk over het ontbreken van creativiteit, technisch inzicht en sportief talent. De leden van de actiegroep vinden dat er nu getest wordt op twee of drie talenten, terwijl de diversiteit van talenten interessant en nuttig is voor de samenleving (VOSABB, 2014). Een andere reden voor tegenstanders van de Cito Eindtoets, is de stress die er bij komt kijken voor de leerlingen tijdens deze ‘momentopname’, zoals de toets door tegenstanders genoemd wordt. Leerkrachten ervaren veel stress bij leerlingen, maar ook bij ouders (Nu.nl, 2014).
20
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
3.4
Druk ouders
De stress die komt kijken bij het maken van de Cito Eindtoets, wordt volgens woordvoerster Liesbeth van Litsenburg van Cito alleen maar erger. Dit komt volgens van Litsenburg omdat het in onze samenleving steeds belangrijker wordt om zo goed mogelijk te presteren, en minimaal naar de Havo te gaan. En ouders leggen die druk op bij de kinderen, maar ook bij de leerkrachten van de basisschool. Afgelopen jaren zijn er verschillende Cito-trainingen ontstaan, om het kind voor te bereiden op de toets (Nu.nl, 2014). Uit een onderzoek van onderwijssocioloog Jaap Dronkers blijkt dat leerlingen uit groep 8 steeds vaker een te hoog vwo-advies mee krijgen naar het voortgezet onderwijs. De druk op leerkrachten komt voornamelijk bij hoogopgeleide ouders vandaan. “Hooggeschoolde ouders zullen beter in staat zijn het advies voor hun kinderen te verhogen. Cito-trainingen voor leerlingen worden vervangen door een ‘hoe overtuig ik leerkrachten-cursus’ voor ouder”, aldus Dronkers. AVS-voorzitter Petra van Haren verzwakt de uitspraak en verwachtingen van Dronkers, want scholen staan stevig genoeg in hun schoenen om dat niet toe te laten (AVS, 2014). Een reden voor het streven naar een Havoadvies van de ouders, is volgens senioronderzoeker Geert Driessen in zijn onderzoek naar de totstandkoming van de adviezen de invoering van het vmbo. Het vmbo wordt door ouders gekenmerkt als het vroegere vbo in plaats van het mavo, en wordt daardoor als slecht ervaren. Ouders willen niet dat hun kind naar dat lage niveau gaan, en zullen alles proberen om Havoadvies door te drukken bij de leerkracht (Driessen, Geert, 2006).
3.5
Cito Eindtoets als graadmeter
Ouders hechten veel waarde aan de Cito Eindtoets en vervolgens de behaalde score. Volgens OCO, een Onderwijs Consumenten Organisatie, gebruiken ouders de Cito-scores bij de keuze van de basisschool voor hun kind. Want: op de school met de hoogste Citoscores, is de kans groot dat je kind naar het havo kan. Basisscholen en de Inspectie van Onderwijs proberen duidelijk te maken dat dit geen graadmeter is voor de kwaliteit van het onderwijs (Onderwijsconsument, 2014). De uitslag van de Cito Eindtoets wordt op deze manier verkeerd gebruikt. Het wordt voor scholen hierdoor belangrijk om goed te scoren. En daar kan wel eens fraude bij komen kijken, volgens Cito-woordvoerster Liesbeth van Litsenburg. Er zijn Citotoetsen op Marktplaats aangeboden en een leerkracht vertelde aan de Volkskrant dat zijn directeur al jarenlang eindtoetsen aanpaste voordat ze teruggingen naar Cito. En dat om een betere score te realiseren, waar het kind de dupe van wordt, geeft de woordvoerster aan. “Er zitten perverse prikkels in het systeem,” zegt Van Litsenburg, “een gummetje is zo gepakt.” (Volkskrant, 2014). 21
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
3.6
Toetsing in het buitenland
In het onderzoek is gekeken naar hoe de toetsing in het basisonderwijs in andere landen eruit ziet. “De verschillen tussen het onderwijs- en toetssysteem in Nederland en die van andere landen zijn op alle niveaus van stelsel tot klasgrootte te groot om eenvoudige vergelijkingen te rechtvaardigen.” (Cito, 2014). Duitsland Er zitten grote verschillen tussen de manieren waarop landen omgaan met toetsen. De vergelijking hiervan is daardoor moeilijk om te doen. Wat wel overeenkomt met de Cito Eindtoets zoals we die kennen in Nederland, is de VerA-test in Duitsland. VerA staat voor VergleichsArbeiten. Net zoals de Citotoets, staat ook deze Duitse variant ieder jaar onder vuur. De onderwijsvakbonden daar, tevens tegenstanders van de VerA-test, geven deels dezelfde redenen aan voor afschaffing: de test levert enkel stress op voor de leerlingen. Ze spreken over een toetsziekte waar ze mee kampen, die vakbonden de naam ‘Testeritis’ hebben gegeven. Ze zijn toets-moe in Duitsland (VOSABB, 2014).
Finland Finland wordt op het gebied van basisonderwijs als voorbeeld aanschouwd, zo blijkt uit verschillende artikelen. De leerkrachten binnen het Finse onderwijs zijn allemaal universitair geschoold. De Finse docenten krijgen vrijheid bij de invulling van het soort onderwijs dat zij willen geven. De leerlingen krijgen niet allemaal dezelfde toets, omdat niet iedereen dezelfde kwaliteiten en talenten heeft. En als er getoetst wordt, wordt daar geen score aan gegeven, want punten geven is bij wet verboden in Finland (Klasse, 2013). PISA-onderzoek Volgens de Inspectie van Onderwijs presteert Nederland bovengemiddeld op het gebied van rekenen, leesvaardigheid en natuurwetenschappen. Dit blijkt uit een PISAonderzoek (Onderwijsinspectie, 2012). PISA (Programme for International Student Assessment) is een internationaal vergelijking onderzoek. In het PISA-onderzoek van 2009 scoorden Shanghai, Hong Kong, Singapore en Zuid-Korea het beste op de toets die vijftienjarige leerlingen van deelnemende landen maken. Nederland stond in die lijst op de elfde plek en was hiermee het tweede Europese land. Finland scoorde het beste van de Europese landen (VO-raad, 2012).
22
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
4. 4.1
De publicatie van RTL Nieuws Cito Eindtoets-scores
De basisscholen die gebruik maken van de Cito Eindtoets, krijgen voor elke leerling een advies voor het type voortgezet onderwijs van Cito. Dat advies wordt gebaseerd op de behaalde score van de Cito Eindtoets en ontvangt de leerkracht vier weken nadat de toets is gemaakt. In dat rapport staat de totaal behaalde score van de leerling, de score per onderdeel en het advies. Het advies wordt gegeven aan de hand van een zogenoemde ‘poppetjesgrafiek’. In een poppetjesgrafiek wordt weergegeven waar de leerling zich bevindt met de behaalde score ten opzichte van andere leerlingen en welk brugklastype daar het beste bij aansluit (Centrale eindtoets PO, 2014).
De afbeelding hierboven is een voorbeeld van een leerlingrapport met een poppetjesgrafiek die Cito verstrekt aan de bassischolen (Onderwijs in grafieken, 2012). Het schema rechts geeft de schaalscore weer. Het aantal behaalde punten komt overeen met een advies (Centrale eindtoets PO, 2014). De gemiddelde landelijke score was in 2014 precies 535 punten. In 2013 was dit 535,1 punten. Er was één leerling in 2014 die de toets foutloos wist te maken (NRC, 2014). 23
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
4.2
De totstandkoming van de RTL-cijfers
Tot 2013 was het van een groot deel van de basisscholen nog onbekend hoe zij ieder jaar hadden gescoord op de Cito Eindtoets, tenzij zij er zelf voor kozen om de scores op hun website te publiceren en te onderbouwen. RTL Nieuws wilde graag een overzicht publiceren, waarbij van alle scholen de scores bekend zouden zijn (RTL Nieuws, 2013). Na goedkeuring van staatssecretaris Sander Dekker, diende RTL Nieuws een WOBverzoek in (Wet Openbaarheid van Bestuur) bij het ministerie van onderwijs, om de resultaten van de Cito Eindtoets openbaar te maken. De rechtbank besloot dat met het publiceren van de Cito-scores de basisscholen niet onevenredig werden beoordeeld, en ging akkoord (NRC, 2013). Tegenstanders publicatie Schoolbesturen en leerkrachten reageerden fel op dit besluit. De cijfers per basisschol zou ouders op het verkeerde been zetten, want het is een kaal cijfer zonder ruimte voor onderbouwing. Daarnaast was het bezwaar dat de leerlingenpopulatie op elke school anders is, en de scholen ook allemaal een eigen beleid hebben wat betreft het wel of niet maken van de Cito Eindtoets (AVS, 2013). Als school kun je er namelijk voor kiezen sommige leerlingen de toets niet te laten maken. Bijvoorbeeld als hij/zij zeer moeilijk leert, een IQ lager dan 70 heeft, de Nederlandse taal (nog) niet goed beheerst of gehandicapt is (Rijksoverheid, 2014). Ruim 120 schoolbesturen maakten bezwaar tegen de publicatie van de scores. Zij stapten naar de rechter. De rechter gaf hen geen gelijk, omdat “het algemene belang van de publicatie groter is dan het belang van de scholen” (PO-raad, 2013). Methode Jaap Dronkers en RTL Nieuws Om de schoolbesturen tegemoet te komen, wilde RTL Nieuws rekening houden met de bezwaren rondom de verschillen tussen de leerlingen. Samen met onderwijssocioloog Jaap Dronkers, bedacht RTL Nieuws een methode waarbij dat mogelijk was. Om aan de juiste score per school te komen, heeft Dronkers een formule gemaakt. De formule houdt rekening met: de Cito-scores van eerdere jaren, opleidingsniveau ouders, postcode waar de leerling woont, huishoudinkomen, deelnamepercentage en bevolkingssamenstelling. De meest recente gegevens zijn van de website van DUO gehaald (RTL Nieuws, 2014). Wanneer bovenstaande formule wordt toegepast op de scholen met minimaal twee geldige Cito-scores, dus minimaal twee jaar deelname aan de Cito Eindtoets, dan komt er een score uit. Een score in de vorm van een rapportcijfer van 1 tot en met 10. Als de school gemiddeld scoort ten opzichte van scholen binnen dezelfde populatie, dan krijgt die basisschool het rapportcijfer ‘7’. Valt de score hoger uit, is het rapportcijfer ook hoger (RTL Nieuws, 2014).
24
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Alle scholen met de beschikbare data hebben aan de hand van de formule een rapportcijfer toegekend gekregen en deze zijn via een tool op de website www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/bekijk-de-cito-score-van-jouw-school te vinden. Voer de woonplaats in en de naam van de basisschool, en er komt een cijfer in beeld. Er zijn ook verschillende top10 lijstjes en overzichtjes gepubliceerd aan de hand van die tool. Voorbeelden hiervan zijn ‘Hoogste scores voor algemeen bijzonder onderwijs’, Beste Cito-scores in Bussum’ en ‘School met oude meester scoort beter’. Kritiek methode Zodra RTL Nieuws met de publicatie van de Cito Eindtoets-scores kwam, werd de methode van Jaap Dronkers door critici onder de loep genomen. Lex Borghans, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht, bespreekt de methode en geeft aan dat de kwaliteit van onderwijs op basisscholen niet in een rapportcijfer gevangen kan worden. Scholen kunnen niet zomaar met elkaar vergeleken worden. Die cijfers zijn er niet. Dronkers heeft geprobeerd die cijfers te creëren volgens Borghans, maar dat is niet mogelijk om op die manier te doen (Economie, 2013). Thijs Bol, universitair docent Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam levert via Stukroodvlees.nl ook kritiek op de zelfgemaakte methode van Dronkers en RTL. Allereerst geeft Bol aan dat RTL onzorgvuldig is omgegaan met data, waardoor bepaalde scholen per ongeluk een punt hoger scoorden dan de bedoeling was. Daarnaast werkt de methode niet volgens Bol. Hij is voorstander van transparantie in de behaalde resultaten, maar niet door het in een rapportcijfer te veranderen aan de hand van onvolledige data. Ouders worden dan verkeerd beïnvloed (Stukroodvlees, 2013).
25
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
4.3
Ledenonderzoek AVS
De Algemene Vereniging Schoolleiders besloot naar aanleiding van het nieuws dat de scores openbaar gemaakt zouden worden, de mening van de leden te peilen in maart 2013. 1.692 schoolleiders reageerden, dat is een derde van de AVS-leden. Het ledenonderzoek van de AVS bevatte vijf stellingen waar ‘ja’ of ‘nee’ op geantwoord kon worden: • De uitslag van de Citotoets geeft een goede onderbouwing voor het advies van de leraar voor de verwijzing van leerlingen naar het vervolgonderwijs. 68% ja, 32% nee • De Cito-eindtoets meet de capaciteiten van de leerling in een aantal vakken en zegt weinig over de kwaliteit van het onderwijs in de school. 83% ja, 17% nee • Om de kwaliteit van de school te bepalen, moet je naar het totale onderwijs over een langere periode kijken, en niet slechts naar de score op de Citovakken. 99% ja, 1% nee • Publicatie van lijstjes met Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend. 92% ja, 8% nee • Als het ministerie van OCW de lijst met de Citoscores publiceert, overweeg ik stellig volgend jaar een andere onderbouwing van het schooladvies dan Cito. 59% ja, 41% nee
Schoolleiders zijn niet allemaal per definitie tegen de openbaarmaking van de Citoscores, maar ruim negentig procent vindt publicatie misleidend en is bang dat ouders op het verkeerde been worden gezet. Uit het onderzoek blijkt dat ruim 80% van de leden vindt dat de Cito Eindtoets weinig zegt over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Ruim 90% van de ondervraagden is het eens met de stelling dat lijstjes met Cito-uitslagen misleidend zijn en ouders op het verkeerde been zetten. Bijna 60% overweegt bij publicatie dan ook een andere eindtoets te gaan gebruiken in de toekomst (Ledenonderzoek AVS, 2013) (Vakblad AVS: Kader Primair, 2013). Naast het beantwoorden van de vijf vragen, was er ook ruimte binnen het onderzoek om een opmerking te plaatsen. Dit is veelvuldig gedaan. Een greep uit zevenhonderd reacties van schoolbesturen op het nieuws over de publicatie van RTL Nieuws: “Cito is geen instrument om de kwaliteit van de school te meten. Door publicatie gaan ouders wellicht de verkeerde school kiezen. Je kunt een goede school zijn ondanks de lagere Cito-getallen. Ieder jaar is verschillend. Je mist als school de mogelijkheid om je verhaal achter de getallen te vertellen. Niet doen dus!” “Het publiceren van Cito-uitslagen komt de algehele kwaliteit van het onderwijs niet ten goede. Dit werkt fraude met Citotoetsen in de hand en bewerkstelligt dat het onderwijs “Cito-gericht” gaat worden.” “Dat de onderwijsinspectie met de gegevens aan de haal gaat, is nog enigszins te accepteren. Zij hebben in ieder geval nog verstand van de materie. Maar de rest van het land…..?????” “CITO is niet zaligmakend. Er wordt zoveel druk op gelegd (rondom de toetsdata staat de media er bol van en besteedt ook de tv er veel aandacht aan) dat scholen ermee “op de loop gaan”: er wordt vervolgens gefraudeerd met de uitslagen. Er wordt veel geoefend, er wordt voorgezegd, er wordt… vul maar in. En nu de scores openbaar maken. Komt dit alles ten goede van het kind?”
26
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
5.
Resultaten van het onderzoek
5.1
Kwantitatief onderzoek: enquête
Om antwoord te kunnen geven op de probleemstelling, moest er kwantitatief onderzoek gedaan worden in de vorm van een enquête.
5.1.2
Verloop dataverzameling en respons
Eerder in het rapport is vast gesteld dat 267 respondenten nodig zouden zijn, voor een betrouwbaarheidsniveau van 90%. De enquête is verspreid over zes peuterspeelzalen in Beverwijk en Heemskerk. In totaal zijn er bijna 400 enquêtes hard-copy afgeleverd op de zes locaties. De peuterspeelzaal-begeleidsters gaven de enquêtes mee aan de ouders van de peuters om ze te laten invullen, met het verzoek de enquête vervolgens weer mee terug te nemen. Uiteindelijk zijn er 130 ingevulde enquêtes ingeleverd, opgehaald en direct in Thesistools.com ingevoerd. Vervolgens is de enquête op verschillende fora geplaatst die gericht zijn op ouders, met het verzoek de vragen in te vullen. Daarnaast is de enquête ter plekke hard-copy afgenomen bij verschillende peuteractiviteiten in Heemskerk en is de link van de enquête verstuurd naar ouders met jonge kinderen binnen mijn kennissenkring en de kennissenkring van mijn ouders en vrienden. Uiteindelijk is de enquête door 267 respondenten ingevuld. Zie enquête in bijlage 10.2. Aan de hand van de door 267 respondenten ingevulde enquête is er een analyse gemaakt met het computerprogramma SPSS.
5.1.2
Resultaten
Percentage respondenten dat afwist van de publicatie
44%
56%
Ja
Nee Figuur 1 27
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Voordat de respondent de mate van invloed van de publicatie op de basisschoolkeuze kon aangeven, diende eerste de vraag Heeft u meegekregen dat RTL Nieuws vorig jaar de gemiddelde Citotoets-scores per basisschool heeft vrijgegeven? beantwoord te worden. Zoals te zien in Figuur 1, is iets meer dan de helft van de respondenten op de hoogte van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores. Zie bijlage 9.1 voor de SPSS-uitdraai 1. Om antwoord te kunnen geven op de vraag in hoeverre de publicatie invloed heeft gehad op de basisschoolkeuze, is van belang alleen de respondenten mee te nemen die de basisschoolcijfers van de Cito Eindtoets op hebben gezocht. Daarom was de volgende vraag voor de respondenten die van de publicatie afwisten: Toen u dit nieuws hoorde, heeft u toen van scholen bij u in de buurt de gemiddelde score opgezocht?
Percentage respondenten dat Cito-scores heeft opgezocht
45%
55%
Ja
Nee Figuur 2
In bovenstaand Figuur 2 valt af te lezen dat van de respondenten die afwisten van de publicatie, minder dan de helft de RTL Nieuws lijst heeft geraadpleegd om cijfers af te lezen. Zie bijlage 9.1 voor SPSS-uitdraai 2.
28
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Voor de respondenten die afwisten van de publicatie en de Cito-scores hebben opgezocht, was de volgende vraag in de enquête over de mate van invloed van het geraadpleegde Cito-cijfer op de basisschoolkeuze. Zij gaven antwoord op de vraag: In welke mate heeft de Citotoets-score per basisschool invloed gehad op de basisschoolkeuze voor uw kind? 1 is helemaal geen invloed, 6 is volledige invloed. Omcirkel wat voor u van toepassing is.
Figuur 3 In Figuur 3 is de uitslag te zien op de vraag wat de invloed is geweest van het Cito-cijfer op de basisschoolkeuze van de respondent. Met 27% is het cijfer 3 het meest gekozen (mediaan) door de ondervraagden. De cijfers 1 en 4 zijn beide door bijna een kwart van de respondenten ingevuld. Met 4% is ‘volledige invloed op de basisschoolkeuze’ het minst geantwoord. Zie bijlage 9.1 voor de SPSS-uitdraai 3. Om erachter te komen wat de centrummaten zijn van de gegevens, is in SPSS een uitdraai gemaakt, zie Tabel 1: Statistics
N
Aantal
76
Missing
191
Gemiddelde
3,07
Mediaan
3,00
Modus
3
Tabel 1 29
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
76 respondenten hebben de vraag ingevuld. 191 respondenten niet, omdat zij de scores niet hebben bekeken. Deze aantallen kunnen onderbouwd worden, omdat deze vraag enkel ingevuld is door respondenten die af wisten van de publicatie en de lijst geraadpleegd hebben. Zoals af te lezen is van Tabel 1 op de pagina hiervoor, is het gemiddelde een 3,07. Dat cijfer slaat op de mate van beïnvloeding van de Cito-scores op de basisschoolkeuze. De optie 1 staat voor helemaal geen invloed en 6 is volledige invloed.
Schoolkeuze factoren Er is nu bekend welk percentage van de respondenten de lijst van RTL Nieuws heeft bekeken en in hoeverre dat invloed heeft gehad op de keuze voor een basisschool voor het kind. Omdat het mogelijk was dat de respondenten zich helemaal niet hebben laten beïnvloeden door de scores, was het van belang voor het onderzoek om te vragen welke factoren (dan wel) belangrijk zijn (geweest) bij de basisschoolkeuze. Om een selectie te maken van geschikte factoren, is een onderzoek naar schoolkeuzenproces van Amsterdamse ouders geraadpleegd van de gemeente Amsterdam. Met behulp van dat onderzoek kon de respondent kiezen uit twaalf factoren die meespelen / hebben gespeeld bij de keuze voor een basisschool. De respondent kon meerdere factoren aankruisen met een maximum van 4. De vraag luidde: Wat vindt u de belangrijkste factor(en) bij de basisschoolkeuze voor uw kind? Kies maximaal 4 van de 12 opties. o Afstand tussen huis en school o Behaalde prestaties o Het soort onderwijs o De sfeer op school o De grootte van de school o Extra aandacht voor bepaalde vakken o De nationaliteit van de leerlingen o Dat er overblijfmogelijkheden zijn o Dat er bekenden of buurtgenootjes op de school zitten o Dat er weinig criminaliteit op de school is o De staat en mogelijkheden van het schoolgebouw en schoolplein o De schooltijden o Anders, namelijk: _______________________________
30
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Deze vraag kon weer ingevuld worden door alle respondenten, omdat het bij deze vraag niet verplicht is om van de publicatie af te weten / de lijst geraadpleegd te hebben. De vraag is dan ook door 267 respondenten ingevuld:
Factoren basisschoolkeuze ouders De sfeer op school Afstand tussen huis en school Het soort onderwijs De behaalde prestaties Dat er bekenden of buurtgenootjes op de school zitten De schooltijden Extra aandacht voor bepaalde vakken Dat er overblijfmogelijkheden zijn Dat er weinig criminaliteit op de school is De grootte van de school De staat en mogelijkheden van het schoolgebouw en -plein Anders De nationaliteit van de leerlingen 0
50
100
150
200
250
Figuur 4 Van Figuur 4 is af te lezen hoeveel respondenten elke factor hebben ingevuld. Zie de bijlage 9.1 voor de SPSS-uitdraai 4, met exacte getallen. In de grafiek is te zien dat twee factoren met meer dan 200 respondenten het hoogste eindigen: De sfeer op school en Afstand tussen huis en school. De twee factoren die daarna komen zijn bijna net zo vaak aangekruist: Het soort onderwijs en De behaalde prestaties. De optie Anders is door een aantal respondenten ingevuld. In de enquête was het mogelijk om een andere factor te noteren na het vakje Anders, namelijk:… In de uitdraai van SPSS is te zien dat deze optie door 14 respondenten is ingevuld. De ingevulde factoren die afwijken van de geselecteerde factoren, luiden als volgt: “Dat ons kind er past/zich fijn voelt” “Persoonlijke aandacht, communicatie met de ouders” “Aandacht voor pesten” “Aandacht voor verschillen en omgang met elkaar” “De Kanjertraining” “Kleine klasjes” “Aandacht voor sociaal emotionele ontwikkeling”
“Enige school dichtbij” “De schoolvisie” “Kleine klasjes” “Lesprogramma” “Christelijke identiteit” “Prikkels in de klas” “Openheid op school” 31
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Verschillende onderwijssoorten Eerder in het onderzoek is vastgesteld dat we het onderwijs in Nederland in drie groepen kunnen verdelen: Openbaar onderwijs, Confessioneel bijzonder onderwijs en de kleinere groep Algemeen bijzonder onderwijs. Om te voorkomen dat de enquête enkel afgenomen zou worden bij deze twee onderwijssoorten, zijn ook de ouders met hun kind op een montessori-peuterspeelzaal geënquêteerd. Er is onderzocht of de enquête per onderwijsgroep anders is ingevuld. In de SPSS-5 uitdraai in bijlage 9.1 is te zien dat de uitslag van de drie groepen van de volgende vragen gemeten is: 1. Toen u dit hoorde, heeft u toen van scholen bij u in de buurt de gemiddelde score opgezocht? 2. In hoeverre vindt u het bij de basisschoolkeuze voor uw kind een belangrijke factor dat de basisschool bovengemiddeld presteert? Te zien is bij vraag 1. dat de percentages van elke groep bij het antwoord ‘ja’ tussen de 42% en de en 47% ligt en het antwoord ‘nee’ tussen de 53% en 58% ligt. De vraag is dus door alle 3 de groepen ongeveer hetzelfde ingevuld. Er is niet één onderwijs groep die zich mee bezig houdt met de scores in de buurt dan de andere twee. Bij vraag 2 kon de respondent kiezen voor: - helemaal niet belangrijk, - deel belangrijk, zeer belangrijk en – de belangrijkste factor. Ook bij deze vraag zijn de onderwijsgroepen met elkaar vergeleken, om uit te sluiten dat er een groep is die zich meer met prestaties van basisscholen bezighoudt dan andere groepen. Ook hier zijn de verschillen in percentages per antwoord minimaal. ‘Helemaal niet belangrijk’ is bij elke groep door 13% tot 20% van de respondenten ingevuld. ‘Deels belangrijk’ met 49% tot 59%. ‘Zeer belangrijk’ is ingevuld door 22% tot 26% bij de groepen en ‘De belangrijkste factor’ was bij alle drie de groepen het minst populair met 1% tot 6% van de respondenten.
32
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
5.2
Kwalitatief onderzoek: diepte-interviews
Om antwoord te kunnen geven op de probleemstelling is er kwalitatief onderzoek verricht in de vorm van diepte-interviews met vijf experts.
5.2.1
Verloop dataverzameling en respons
Er zijn vijf verschillende diepte-interviews gehouden en uitgewerkt, met experts van vier verschillende organisaties / instellingen. De diepte-interviews zijn opgenomen met een recorder en vervolgens letterlijk uitgewerkt, zie bijlage 9.3. De telefonische diepteinterviews konden niet opgenomen worden, dus is er direct meegeschreven. Nadat de diepte-interviews zijn uitgewerkt, zijn de resultaten geanalyseerd. De diepte-interviews bestaan uit verschillende onderwerpen die relevant zijn voor het rapport. De analyse van de diepte-interviews is gedaan door middel van vergelijking van de diepteinterviews. De structuur van de verschillende diepte-interviews is ongeveer gelijk, zodat de resultaten met elkaar vergeleken kunnen worden. Op basis van de analyses van de diepte-interviews kunnen betrouwbaar beargumenteerde conclusies worden getrokken. Inspectie van Onderwijs Van de Inspectie van Onderwijs zijn hoofdinspecteur van het primair onderwijs Arnold Jonk en persvoorlichter Jan-Willem Swane geïnterviewd. Wat ik van de hoofdinspecteur wilde weten, is hoe de Inspectie van Onderwijs denkt over het publiceren van Citoscores, de methode die gebruikt is om tot een gemiddeld cijfer per basisschool te komen, en over mogelijke gevolgen van de cijfer-publicatie. Algemene Vereniging Schoolleiders Van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is Petra van Haren geïnterviewd. Ik wilde informatie van de AVS, omdat zij een ledenonderzoek hebben gedaan naar aanleiding van het nieuws dat RTL Nieuws de cijfers online zou gaan plaatsen. Daaruit bleek dat zestig procent van de schoolleiders overweegt te stoppen met de Cito Eindtoets als dit daadwerkelijk zou gebeuren. Met het interview wilde ik nagaan wat er verder uit dat onderzoek is gekomen en wat de meningen zijn van schooldirecteuren. Daarnaast wilde ik weten hoe de AVS denkt over het publiceren van de Citotoets-scores. Cito De derde expert waar ik een diepte-interview mee heb gehouden, is Liesbeth van Litsenburg, woordvoerster van het Cito. Wat ik wilde weten van Litsenburg, is hoe Cito tegenover de publicatie van de scores staat. Is Cito hier blij mee, of juist niet? En waarom dan wel/niet? Wat zijn de gevolgen hiervan (geweest) volgens Cito? Wat ook van belang was voor het onderzoek, is om erachter te komen of na de publicatie veranderingen zijn opgetreden. Bijvoorbeeld of er meer of minder basisscholen gekozen hebben voor de Citotoets als eindtoets. 33
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Daarnaast ben ik ingegaan op een uitspraak die woordvoerster Liesbeth van Litsenburg heeft gedaan over fraude door schooldirecteuren: “Een gummetje is zo gepakt”. Deze uitspraak deed van Litsenburg naar aanleiding van een melding van een leerkracht over zijn directeur die al jaren scores van Cito Eindtoetsen bijwerkte, zodat de leerling en de school beter uit de verf kwamen (Volkskrant, 2013). Directeur en intern begeleider basisschool De Zeester De vierde partij die voor het onderzoek is geïnterviewd, bestaat uit directeur Inge de Boer en Lieke van Roermund, lerares en intern begeleidster bij basisschool De Zeester, te Beverwijk. Basisschool De Zeester scoorde afgelopen jaar een 5,9 op de Citotoets in de cijferlijst van RTL Nieuws. In het jaar 2010 kwam De Zeester onder extra toezicht door de Inspectie. ‘De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op obs De Zeester als zwak omdat de eindresultaten van de school onvoldoende zijn’, is terug te lezen in het rapport van bevindingen van 2010. In het interview heb ik gevraagd hoe Inge de Boer en Lieke van Roermund denken over de publicatie van de Cito-score en wat zij vinden van de wijze waarop het cijfer berekend wordt. De school scoort lager dan een 7, wat door onderzoeker Jaap Dronkers als gemiddeld wordt beschouwd. Hoe is dat voor de school en brengt dat onder gemiddelde cijfer volgens de directeur gevolgen met zich mee? Zijn er ouders die de school afschrijven door dat cijfer? Hoe gaat de school om met de publicatie?
5.2.2
Resultaten
De Inspectie van Onderwijs over de publicatie De hoofdinspecteur van het primair onderwijs, Arnold Jonk, is geïnterviewd over het onderwerp. De eerste reactie van Jonk op de publicatie: “Dat scores van scholen opgeteld worden en vervolgens openbaar gemaakt worden, vind ik op zich geen probleem. Ik vind dat ouders recht hebben op goede informatie bij schoolkeuze, dat ze zelf kunnen bepalen wat zij belangrijk daarin vinden. Het probleem ontstaat op het moment dat je een ranglijst gaat maken.” De ranglijst is gemaakt aan de hand van een methode van Jaap Dronkers. Jonk is in het interview niet te spreken over de formule. “Het maakt nogal uit wie je op de school hebt. Een school in Amsterdam Zuid haalt makkelijker hoge scores en hier om de hoek is dat een stuk lastiger. Als je iets wilt zeggen over schoolkwaliteit moet je dus rekening houden met de populatie. Dronkers claimt dat te doen, maar volgens mij kan dat niet. De gegevens die je nodig hebt, zijn er gewoon niet. Dit kun je praktisch niet vergelijken.”
34
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Teaching to the test In de eerder uitgevoerde deskresearch kwam de term ‘teaching to the test’ naar voren als gevolg van prestatiedruk in de VS. Jonk ziet dit verschijnsel niet op die manier in Nederland. “Dat mechanisme zie ik niet zo in Nederland. Wat wij wel zien, is die druk op de ouders. Prestatiedruk. Je moet die twee mechanismes niet verwarren, die druk van de overheid op de scores, en de individuele druk van de ouders; mijn kind moet naar het vwo of de havo, maar in ieder geval niet naar het vmbo. Je hebt ook scholen waar ouders zó achter die middelbare schoolkeuze aan zitten, dat ze die kinderen trainen, bijlessen laten volgen, er zijn speciale apps op de iPad voor. Maar het is niet zoals in de Verenigde Staten, dat de scholen financieel worden afgerekend op scores van een school. Wij hebben een veel relaxter onderwijssysteem.” Invloed op ouders Jonk benoemt de druk vanaf ouders als mechanisme dat speelt in grote steden in Nederland. Ouders willen hun kind graag naar de havo of het vwo zien gaan. Jonk denkt ondanks dat, dat de publicatie van de Cito-scores amper invloed heeft op ouders. “Ik denk niet dat dat veel invloed heeft. Wat bij schoolkeuzeproces zo ingewikkeld is, is dat wij als inspectie het moeilijk vinden om iets over de kwaliteit van de school te zeggen, ondanks de expertise en geschiedenis van 214 jaar. Waar moet je als ouders naar kijken en doen? Dat is ook gewoon ingewikkeld. Er zijn 7000 basisscholen in Nederland, dat zijn er heel veel. Ouders kijken eerder naar nabijheid en wie er nog meer naar die school gaan.” Fraude Volgens woordvoerster Liesbeth van Litsenburg van Cito roept de publicatie fraude in de hand. “Een gummetje is zo gepakt” (ND, 2014). De inspectie heeft als rol de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Jonk is het niet eens met de stelling van van Litsenburg. “Ja, de kortste weg naar hogere scores is niet je onderwijs verbeteren, maar is om te gaan zitten klooien met de toets afname. Maar ik denk het eigenlijk niet, we komen daarvoor op teveel scholen. Ik vind dat zo’n zwak fenomeen, omdat er zoveel meer in het onderwijs belangrijk is. 99% van de mensen in het onderwijs zijn heel intensief gemotiveerd en die gaan er niet mee lopen klooien. Waarom zouden ze dat doet? Wie helpen ze daarmee? Dat is mijn beeld niet.”
35
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Zorgleerlingen Jonk benoemt zijn zorg over een mogelijk gevolg van de eenzijdige publicatie van de Cito-scores: het weigeren van zorgleerlingen die extra tijd en energie vragen en minder goed scoren op toetsen. “Wat wel belangrijk is, is de positie van zorgleerlingen, die extra steun nodig hebben. Zij scoren zelf ook minder goed op dat soort toetsen, maar dat zegt helemaal niks. Scholen staan daar voor open. Het gaat erom wat de school bereikt met het kind, niet om de absolute hoogte daarvan. Als je iets niet wilt, is dat scholen denken: weet je wat, ik ga dat soort leerlingen weigeren. Die moeten maar naar een andere school. Dan verslechter je het echte probleem. Die zorg heb ik. Je wilt juist proberen zorgleerlingen in het gewone onderwijs een goede plek te geven.” Als mogelijk voordeel van de publicatie noemt Jonk initiatieven zoals de website www.vensterspo.nl. “Ouders hebben recht op informatie. Vensterspo.nl bijvoorbeeld. Daar is ruimte om uit te leggen en te vertellen. Ik vind alleen dat ze nog te weinig inzicht geven in waar de school voor staat. Wat nog wel een voordeel zou kunnen zijn van deze publicatie is dat het zulke processen versnelt. Dat scholen snappen dat ze zelf echt aan de bak zijn. Ik hoop dat dit een impuls is voor meer en bredere verantwoording.” Conclusie Hoofdinspecteur Arnold Jonk van de Inspectie van het Onderwijs is voor het publiceren van scores en cijfers, mits deze niet in een ranglijst komen te staan en onderbouwd kunnen worden. De wijze waarop de ranglijst van RTL Nieuws tot stand is gekomen, vindt Arnold Jonk niet goed, omdat de scores complex zijn en praktisch niet met elkaar vergeleken kunnen worden. Arnold Jonk verwacht geen toename in fraude door de publicatie. Wel heeft Jonk zorg om de positie van zorgleerlingen, zij die extra tijd en energie kosten en over het algemeen lager scoren. Het is volgens hem niet de bedoeling dat scholen deze leerlingen gaan weigeren. Het mechanisme ‘teaching to the test’ speelt in Nederland niet zo, zegt Jonk. Welk verschijnsel wel speelt, vooral in grote steden, is de prestatiedruk vanaf ouders. De basisschoolkeuze van ouders wordt volgens Jonk ondanks de prestatiedruk niet beïnvloed door de publicatie, omdat nabijheid en wie er nog meer naar de school gaan volgens de hoofdinspecteur belangrijkere factoren zijn.
36
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
De AVS over de publicatie Petra van Haren, voorzitter van de Algemene Vereniging Schoolleiders, is geïnterviewd. Ledenonderzoek De AVS besloot naar aanleiding van het nieuws dat de scores openbaar gemaakt zouden worden, de mening van de leden te peilen in maart 2013. 1.692 schoolleiders reageerden, een derde van de AVS-leden. Schoolleiders zijn niet allemaal per definitie tegen de openbaarmaking van de Citoscores, maar ruim negentig procent vindt publicatie misleidend en is bang dat ouders op het verkeerde been worden gezet. Het ledenonderzoek van de AVS bevatte vijf vragen. Deze staan in de eerder genade deskresearch omschreven in hoofdstuk 4.3. Uit het onderzoek bleek dat ruim 80% van de leden vindt dat de Cito Eindtoets weinig zegt over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Ruim 90% van de ondervraagden is het eens met de stelling dat lijstjes met Cito-uitslagen misleidend zijn en ouders op het verkeerde been zetten. Bijna 60% overweegt bij publicatie dan ook een andere eindtoets te gaan gebruiken in de toekomst. Invloed op ouders Waar ruim 90% van de leden ‘ja’ antwoorden op de stelling: Publicatie van lijstjes met Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend, is voorzitter van de AVS Petra van Haren van mening dat publicatie daar geen invloed op gaat hebben. “Wat betreft de ouders die een keuze moeten maken op welke basisschool zij hun kind plaatsen: ik denk niet dat veel ouders zich laten ‘misleiden’ door deze cijfers. Ouders kijken zelf al vaak naar hoe de sfeer op de school is en of de school dichtbij is. Daar heb ik zelf ook de keuze op gebaseerd, terwijl ik allerlei cijfers zou kunnen vergelijken. Mond tot mond reclame, dat wat er over je gezegd wordt, dat speelt een krachtige rol.” Over de publicatie van de lijst met Citoscores, is de voorzitter niet positief. Net zoals hoofdinspecteur Arnold Jonk, vindt van Haren dat er ruimte moet zijn om een toevoeging op het cijfer te plaatsen. De ene school heeft een ander soort leerlingen dan de andere school. De ene school heeft meer zwakke leerlingen, dan de andere. Daarom moet een score onderbouwd kunnen worden en zegt de Cito Eindtoets niet alles over de kwaliteit van onderwijs op de school. Resultaten spelen volgens van Haren hierdoor steeds meer een rol, wat ongewenste effecten oplevert. “Die cijfers zijn ongenuanceerd in een ranking gezet, als een kwaliteitskeurmerk voor scholen. Wanneer je hoog scoort doe je het goed, en als je laag scoort ben je slecht. Maar de Citotoets is geen één op één vertaling van de school. Cito-scores zeggen deels iets over het niveau van het kind, maar niet over het niveau van het onderwijs op die school. Resultaten spelen zo steeds meer een rol. Dat levert ongewenste effecten op.” 37
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Fraude Naar aanleiding van de eerder genoemde fraude-uitspraak van Litsenburg, is aan van Haren gevraagd of de publicatie fraude in de hand werkt. Fraude wordt volgens van Haren al gepleegd. Veel leden van de AVS benoemen meer fraude als gevolg van de publicatie. “Dat gebeurt al, al komt het niet veel voor. Dit wordt ook geregeld genoemd door schoolbesturen bij het ledenonderzoek van de AVS, dat het fraude in de hand werkt. Maar wat is fraude? Het is een menselijk mechanisme om er alles aan te doen om het beste eruit te halen. Ik begrijp de prikkel, maar ik vind het zeker niet kunnen. Het komt helaas wel gewoon voor.” Teaching to the test Wat van Haren als een negatief gevolg opnoemt, is het mechanisme teaching to the test. Om zo goed mogelijk te scoren, wordt er te veel gewerkt naar de opbrengsten. “De publicatie brengt een negatief gevolg met zich mee: Teaching to the test. Om een zo goed mogelijke score te halen op de toets. Daar is de vereniging erg op tegen. De publicatie van de resultaten geeft een prikkel. Er zijn trainingen voor de toets, hele strategieën om een zo hoog mogelijk resultaat te behalen. Het werken aan opbrengsten krijgt de focus van de cognitieve kant.”
Conclusie Over de publicatie van de lijst met Citoscores, is de AVS-voorzitter niet positief. Van Haren vindt dat er ruimte moet zijn voor een toevoeging op het cijfer. Resultaten spelen volgens van Haren hierdoor steeds meer een rol, wat ongewenste effecten oplevert, zoals het mechanisme ‘teaching to the test’. Om zo goed mogelijk te scoren, wordt er te veel gewerkt naar de opbrengsten. Leden van de AVS, de schoolbesturen, reageren fel in het ledenonderzoek naar de publicatie. Waar ruim 90% van de leden ‘ja’ antwoorden op de stelling: Publicatie van lijstjes met Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend, is AVS-voorzitter Petra van Haren van mening dat publicatie daar geen invloed op gaat hebben, omdat factoren als ‘sfeer’, ‘afstand’ en ‘mond tot mond reclame’ een grotere rol spelen voor ouders bij de basisschoolkeuze. Fraude wordt volgens van Haren al gepleegd. Veel leden van de AVS benoemen dat meer fraude een gevolg kan gaan zijn van de publicatie.
38
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Basisschool de Zeester over de publicatie Basisschool De Zeester scoorde afgelopen jaar een 5,9 op de Citotoets in de cijferlijst van RTL Nieuws, waar een 7 door Jaap Dronkers in zijn methode als gemiddelde wordt beschouwd. In het jaar 2010 kwam De Zeester onder extra toezicht door de Inspectie. Om deelvraag 5 te kunnen beantwoorden, zijn directeur Inge de Boer en intern begeleider Lieke van Roermund geïnterviewd. Publicatie Inge de Boer is voorstander van het delen van resultaten en het informeren van ouders over hoe je als school functioneert, maar niet zoals RTL heeft gedaan, door middel van de publicatie van het ruwe cijfer zonder toelichting. Het cijfer geeft een vertekend beeld, er wordt geen rekening gehouden met afwijkende toetsen die wel mee worden genomen in de eindscore van RTL Nieuws, maar niet in het inspectierapport. Dit zijn Citotoetsen gemaakt door bijvoorbeeld leerlingen met een IQ lager dan 70, die de Nederlandse taal (nog) niet goed beheersen of gehandicapt zijn. Basisscholen kunnen er zelf voor kiezen om deze leerlingen de Cito Eindtoets wel of niet te laten maken. Inge de Boer: “Ik vind dat het sowieso de plicht is van de school om ouders te informeren over hoe je als school functioneert en wat de resultaten zijn, alleen denk ik dat het nooit zonder een toelichting kan. RTL gebruikt de ruwe cijfers. Wij weten dat je ook bijvoorbeeld een aantal kinderen hebt die de toets wél hebben gedaan, maar die niet tellen voor de beoordeling van de inspectie. Die kinderen zitten nu wel bij het cijfer dat RTL plaatst, dat geeft een vertekend beeld.” Fraude Een gevolg van de publicatie is ‘teaching to the test’. Dit verschijnsel ontstaat door de opgelegde druk, volgens de intern begeleider van De Zeester. Scholen werken volgens hen naar de Cito Eindtoets toe om het beste resultaat te halen. Lieke van Roermund: “Dat gebeurt nu ook al, dat horen wij ook van andere scholen. Maar dat is ook wel wat je in de hand werkt daardoor, want er wordt zo’n druk opgelegd, en je moet proberen je eigen visie aan te houden. We weten van een andere school dat ze daar echt werken naar de doelen van de Citotoets. Dat daar de kaartjes van woordenschat in de klas hangen. Die kinderen zien de kaartjes de hele dag door, dus dat zij met de toets straks de woordenschat-plaatjes herkennen, is logisch.” Zwakke school Dat De Zeester een 5,9 scoort, en daarmee onder het gemiddelde van een 7, in de rankinglijst van RTL Nieuws, krijgt het schoolbestuur eigenlijk niet mee. Dat zij in 2010 de naam ‘zwakke school’ kregen van de inspectie n.a.v. het inspectierapport daarentegen, daar wordt wel nog regelmatig naar geïnformeerd. Veel ouderbetrokkenheid ziet van Roermund als reden dat ze weinig horen over het RTLcijfer.
39
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
De Boer: “Niks. Wij horen er niet veel over terug. Wel toen we de naam ‘zwakke school’ hadden van de inspectie. Er komen altijd wel vragen over de inspectie en over de tijd dat we een zwakke school waren. Nu horen we het nog wel over de stempel zwakke school, maar niet over de 5,9 die we nu gehaald hebben bij RTL.” Van Roermund: “We steken heel veel tijd in ouderbetrokkenheid, dat doen we op allerlei manieren en ik denk wel dat dat ook wel een reden is dat ouders vertrouwen hebben en dit niet zozeer hangen aan het cijfer. En in hoeverre dat Cito-cijfer invloed heeft op de keuze… Dat cijfer hoort onze adjunct-directeur dus niet terug, terwijl alle ouders bij ons op informatie-ochtend komen, dus die hebben we echt allemaal gezien en gesproken.”
Conclusie Basisschool De Zeester in Heemskerk scoort een 5,9 in de rankinglijst van RTL Nieuws, waar een 7 het gemiddelde is. Directeur Inge de Boer is voorstander van het delen van resultaten en het informeren van ouders over hoe je als school functioneert, maar niet zoals RTL heeft gedaan, door middel van de publicatie van het ruwe cijfer zonder toelichting. Het cijfer geeft een vertekend beeld, er wordt geen rekening gehouden met afwijkende toetsen die wel mee worden genomen in de eindscore. Een gevolg van de publicatie is het in de hand werken van ‘teaching to the test’ door de opgelegde druk, volgens de intern begeleider van De Zeester. Scholen werken naar de Cito toe om het beste resultaat te halen. De Zeester blijft bij zijn visie en laat zich niet meesleuren door de druk. Dat De Zeester een 5,9 scoort, en daarmee onder het gemiddelde van een 7, krijgt het schoolbestuur eigenlijk zelden tot geen commentaar op van ouders of buurtbewoners. Dat zij in 2010 de naam ‘zwakke school’ kregen van de inspectie n.a.v. het inspectierapport daarentegen, daar wordt wel nog regelmatig naar geïnformeerd. Veel ouderbetrokkenheid ziet van Roermund als reden dat ze weinig horen over het RTLcijfer.
40
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
6.
Conclusie
Inspectie van Onderwijs Hoofdinspecteur Arnold Jonk van de Inspectie van het Onderwijs is voor het publiceren van scores en cijfers, mits deze niet in een ranglijst komen te staan en onderbouwd kunnen worden. De wijze waarop de ranglijst van RTL Nieuws tot stand is gekomen, vindt Arnold Jonk niet goed, omdat de scores complex zijn en praktisch niet met elkaar vergeleken kunnen worden. Arnold Jonk verwacht geen toename in fraude door de publicatie. Wel heeft Jonk zorg om de positie van zorgleerlingen, zij die extra tijd en energie kosten en over het algemeen lager scoren. Het is volgens hem niet de bedoeling dat scholen deze leerlingen gaan weigeren. Het mechanisme ‘teaching to the test’ speelt in Nederland niet zo, zegt Jonk. Welk verschijnsel wel speelt, vooral in grote steden, is de prestatiedruk van ouders. De basisschoolkeuze van ouders wordt volgens Jonk ondanks de prestatiedruk niet beïnvloed door de publicatie, omdat nabijheid en wie er nog meer naar de school gaan volgens de hoofdinspecteur belangrijkere factoren zijn. Algemene Vereniging Schoolleiders Over de publicatie van de lijst met Citoscores, is de voorzitter van de AVS niet positief. Voorzitter Petra van Haren vindt dat er ruimte moet zijn voor een toevoeging op het cijfer. Resultaten spelen volgens van Haren hierdoor steeds meer een rol, wat ongewenste effecten oplevert, zoals het mechanisme teaching to the test. Om zo goed mogelijk te scoren, wordt er te veel gewerkt naar de opbrengsten. Leden van de AVS, schoolbesturen, reageren fel op de publicatie in het onderzoek naar de publicatie. Waar ruim 90% van de leden ‘ja’ antwoorden op de stelling: Publicatie van lijstjes met Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend, is voorzitter Petra van Haren van mening dat publicatie daar geen invloed op gaat hebben, omdat factoren als ‘sfeer’, ‘afstand’ en ‘mond tot mond reclame’ een grotere rol spelen. Fraude wordt volgens van Haren al gepleegd. Veel leden van de AVS benoemen meer fraude als gevolg van de publicatie. Basisschool De Zeester Basisschool De Zeester in Heemskerk scoort een 5,9 in de rankinglijst van RTL Nieuws, waar een 7 het gemiddelde is. Directeur Inge de Boer is voorstander van het delen van resultaten en het informeren van ouders over hoe je als school functioneert, maar niet zoals RTL heeft gedaan, door middel van de publicatie van het ruwe cijfer zonder toelichting. Het cijfer geeft een vertekend beeld, er wordt geen rekening gehouden met afwijkende toetsen die wel mee worden genomen in de eindscore. 41
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Een gevolg van de publicatie is het in de hand werken van het mechanisme ‘teaching to the test’ door de opgelegde druk, volgens de intern begeleider van De Zeester. Scholen werken naar de Cito Eindtoets toe om het beste resultaat te halen. De Zeester blijft bij zijn visie en laat zich niet meesleuren door de druk. Dat De Zeester een 5,9 scoort, en daarmee onder het gemiddelde van een 7, krijgt het schoolbestuur eigenlijk zelden tot geen commentaar over van ouders of buurtbewoners. Dat zij in 2010 de naam ‘zwakke school’ kregen van de inspectie n.a.v. het inspectierapport daarentegen, daar wordt wel nog regelmatig naar geïnformeerd. Veel ouderbetrokkenheid ziet van Roermund als reden dat ze weinig horen over het RTLcijfer. Invloed op ouders Iets meer dan de helft van de 267 respondenten was op de hoogte van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores. Van de respondenten die afwisten van de publicatie, heeft minder dan de helft de RTL Nieuws rankinglijst geraadpleegd om cijfers af te lezen. Een kwart van de respondenten die 1. Afwisten van de publicatie en 2. Cito-scores hebben opgezocht, hebben de mate van invloed op de basisschoolkeuze ingevuld, waarbij gekozen kon worden voor 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6, waarbij 1 staat voor ‘helemaal geen invloed’ en 6 staat voor ‘volledige invloed’. De desbetreffende groep respondenten heeft als gemiddelde mate 3,07 ingevuld. Met 27% is 3 het meest gekozen (modus) door de ondervraagden. De opties 1 en 4 zijn beide door bijna een kwart van de respondenten ingevuld. Met 4% is ‘volledige invloed op de basisschoolkeuze’ het minst geantwoord. De factoren die de meeste invloed hebben op de basisschoolkeuze van de 267 respondenten, zijn De sfeer op school en Afstand tussen huis en school, met beide meer dan 200 respondenten. De twee factoren die daarna komen zijn bijna net zo vaak aangekruist: Het soort onderwijs en De behaalde prestaties, beide meer dan 110 keer ingevuld.
42
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Beantwoording probleemstelling Na voldoende kwalitatief en kwantitatief fieldresearch gedaan te hebben, gericht op het beantwoorden van de probleemstelling, Wat zijn de gevolgen van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores?, kan geconcludeerd worden dat: - Slechts een kleine groep ouders zich laat beïnvloeden bij de basisschoolkeuze door de gepubliceerde Cito Eindtoets-scores. Slechts een kwart van de ondervraagden heeft dit cijfer geraadpleegd en omdat factoren als ‘sfeer’ en ‘afstand’ beschouwd worden als belangrijkste schoolkeuzemotieven. - Er door de publicatie van het ruwe Cito-cijfer door RTL Nieuws een verkeerd beeld geschetst wordt van de kwaliteit van het onderwijs op de desbetreffende basisschool. Er ontbreekt ruimte voor onderbouwing. Iedere basisschool heeft een ander soort leerlingen, dit valt niet met elkaar te vergelijken. Scholen bepalen zelf of alle leerlingen de Cito Eindtoets maken, of dat leerlingen met bijvoorbeeld een aandoening of een IQ lager dan 70 de test niet hoeven te maken. Transparantie is goed, alleen als er ruimte is voor onderbouwing. - Er waarschijnlijk meer fraude bij de afname van de Cito Eindtoets gepleegd zal worden en het verschijnsel ‘teaching to the test’ in de hand wordt gewerkt, omdat er zo’n druk op hoge resultaten wordt gelegd.
43
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
7.
Beroepsproduct
Achtergrondartikel HP / De Tijd
Was de ophef over de publicatie van de Cito-scores onnodig? Beverwijk, 10 december 2014 Door: Aniek Dekker RTL Nieuws besluit in september 2013 de behaalde Cito-scores per basisschool openbaar te zetten, na goedkeuring van staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs en de bestuursrechter van de rechtbank in Utrecht. Schoolbesturen maakten massaal bezwaar tegen de publicatie, maar op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur mochten de scores gewoon gepubliceerd worden. Schoolbesturen spraken hun ongeloof uit, onderbouwd met verschillende negatieve gevolgen. Maar is dat terecht? 19 september 2013, bij het openen van de website van de Volkskrant, kwam de volgende tekst naar voren: 'Openbaar maken Cito-scores door RTL brengt ernstige schade toe'. Aldus leerkrachten-trainer en oud docent Ivo Mijland. Mijland: “Met de website van RTL wordt aan die momentopname veel gewicht gehangen. De Citotoets is vanaf nu een toets die de cijfers van een toets inzet om kwaliteit van een school te toetsen.” Leden van de Algemene Vereniging Schoolbesturen (AVS) en de AVS zelf reageerden evenmin positief op de publicatie. “De AVS sprak zich al eerder uit tegen openbaarmaking van de Citoscores, omdat gevreesd wordt dat ouders de resultaten zullen gebruiken als zogenaamde rankinglijstjes en hun kind per se op een school met een hoge score geplaatst willen hebben.” Overtuigende cijfers ledenonderzoek AVS De AVS besloot naar aanleiding van het nieuws dat de scores openbaar gemaakt zouden worden, de mening van de leden te peilen in maart 2013. Vijf stellingen die beantwoord konden worden met ‘ja’ of ‘nee’ zijn ingevuld door 1.692 schoolleiders, een derde van de AVS-leden. De resultaten liegen er niet om. Schoolleiders zijn niet allemaal per definitie tegen de openbaarmaking van de Citoscores, maar ruim negentig procent vindt publicatie misleidend en is bang dat ouders op het verkeerde been worden gezet door de cijfers. Daarnaast is 60 procent het eens met de stelling ‘Als het ministerie van OCW de lijst met de Cito-scores publiceert, overweeg ik stellig volgend jaar een andere onderbouwing van het schooladvies dan Cito’. En dat te bedenken dat 85 procent van de basisscholen in Nederland gebruik maakt van de Cito Eindtoets (Cito, 2013). Dat zou dan een flink daling betekenen in de afname van de Cito Eindtoets?
44
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Afname Cito Eindtoets “Nee, er is geen daling geconstateerd,” beantwoordt woordvoerster Liesbeth van Litsenburg de vraag. “Als school zijnde ‘koop’ je bij Cito de Eindtoets. En wij waren ook bang voor een daling in het aantal afgenomen toetsen, het had inderdaad gekund dat scholen niet meer voor Cito zouden kiezen, maar dat is niet gebeurd. We hebben aan zo goed als net zo veel basisscholen de Cito Eindtoets verkocht.” Gezien dat niet overeenkomt met de stelling van AVS die in de alinea hiervoor wordt benoemd, verklaart van Litsenburg waarom er geen daling in de afname heeft plaatsgevonden: “De overige vijftien procent gebruikt óf een andere eindtoets zoals bijvoorbeeld NIO, dat is een intelligentietoets, óf geen eindtoets. Maar ouders hechten veel waarde aan een eindtoets en daarnaast vraagt het voortgezet onderwijs echt naar een tweede gegeven: naast het advies van de docent ook een eindtoets-score. Als scholen helemaal zouden stoppen met een eindtoets, zouden ze zichzelf in de vingers snijden.” De Cito Eindtoets is dus vooralsnog toonaangevend gebleven.
“Cito is geen instrument om de kwaliteit van de school te meten. Door publicatie gaan ouders wellicht de verkeerde school kiezen. Je kunt een goede school zijn ondanks de lagere Cito-getallen. Niet doen dus!” Reactie van een AVS-lid op de publicatie
Invloed basisschoolkeuze ouders Met een uitzonderlijk hoog percentage, vreest bijna elk AVSlid die het ledenonderzoek in heeft gevuld, voor misleiding van de ouders door de publicatie. Leden hadden de ruimte om een opmerking achter te laten, en bijna de helft van de respondenten heeft dit dan ook gedaan. Leden noemen voornamelijk mogelijk negatieve gevolgen die ontstaan door de publicatie. Naast het veel genoemde Teaching to the testmechanisme waar later in dit artikel op wordt teruggekomen, is de angst groot dat ouders gaan kiezen voor basisscholen met een hoger cijfer, terwijl dat ‘kale’ en ‘ruwe’ cijfer ruimte nodig heeft voor onderbouwing en toelichting.
Hoofdinspecteur van het primair onderwijs Arnold Jonk, van de Inspectie van Onderwijs, denkt dat dit allemaal wel mee zal vallen. “Ik denk niet dat dat veel invloed heeft op ouders. Wat bij het schoolkeuzeproces zo ingewikkeld is, is dat wij als inspectie het moeilijk vinden om iets over de kwaliteit van de school te zeggen, ondanks de expertise en geschiedenis van 214 jaar. Waar moet je als ouders naar kijken en wat moet je doen? Dat is ook gewoon ingewikkeld. Er zijn zevenduizend basisscholen in Nederland, dat zijn er heel veel. Ouders kijken eerder naar nabijheid en wie er nog meer naar die basisschool gaan.”
“Dat de onderwijsinspectie met de gegevens aan de haal gaat, is nog enigszins te accepteren. Zij hebben in ieder geval nog verstand van de materie. Maar de rest van het land…??” Reactie van een AVS-lid op de publicatie
45
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Invloed Cito-score op ouders minimaal Om te achterhalen of de publicatie daadwerkelijk invloed heeft op de basisschoolkeuze van ouders voor hun kind, is er onderzoek gedaan. 267 willekeurige ouders die pas geleden de basisschoolkeuze voor hun kind hebben gemaakt, of op het punt staan deze te maken, hebben een enquête ingevuld. En wat blijkt? Slechts iets meer dan de helft van de ondervraagden is op de hoogte van de publicatie van RTL Nieuws. De helft respondenten die wél afwist van de publicatie, heeft daarna antwoord gegeven op de vraag of zij vervolgens de cijfers van basisscholen (in de buurt) hebben geraadpleegd via de website van RTL Nieuws. Ook hier bleef ook maar de helft van de ondervraagden over, zie het figuur links. Dus van het totaal aantal respondenten heeft slecht een kwart van de ouders de lijst met basisschool-scores voor zich gehad. Deze groep, inmiddels bestaande uit 76 respondenten, heeft vervolgens de mate waarin dat cijfer invloed heeft gehad op de basisschoolkeuze moeten aangeven. Zij konden 1 tot en met 6 invullen, waar 1 stond voor ‘Helemaal geen invloed’ en 6 stond voor ‘Volledige invloed’. De uitslag? De gemiddelde mate van invloed op de basisschoolkeuze is 3,07. Conclusie: van de 267 respondenten heeft slechts een kwart gekeken naar de publicatie en de Cito-cijfers en zij hebben zich deels laten beïnvloeden bij de basisschoolkeuze.
‘Sfeer’ en ‘afstand’ belangrijkste factoren AVS-voorzitter Petra van Haren voorspelde deze uitslag al. “Wat betreft de ouders die een keuze moeten maken op welke basisschool zij hun kind plaatsen: ik denk persoonlijk niet dat veel ouders zich laten ‘misleiden’ door deze cijfers. Ouders kijken zelf al vaak naar hoe de sfeer op de school is en of de school dichtbij is. Daar heb ik zelf ook de keuze op gebaseerd, terwijl ik allerlei cijfers zou kunnen vergelijken.” En resultaten hetzelfde onderzoek komen overeen met de verwachting van Van Haren. De 267 respondenten konden vier van de twaalf motieven aankruisen, en hier kwam uit dat de afstand van de basisschool en de sfeer op de basisschool de meeste invloed hebben op de basisschoolkeuze van de ouder. Zie tabel hiernaast.
Factoren basisschoolkeuze De behaalde prestaties Het soort onderwijs De afstand De sfeer 0
50
100
150
200
250
46
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
‘Zwakke’ basisschool hoort niets over lage score Een school met een matige score in de rankinglijst van RTL Nieuws, zou mogelijk de dupe kunnen zijn van de publicatie. Dat is wat AVS-leden in het ledenonderzoek beweren. Basisschool De Zeester in Beverwijk scoorde afgelopen jaar een 5,9 op de Citotoets in de cijferlijst van RTL Nieuws. Daarnaast kwam de school in het jaar 2010 onder extra toezicht van de Inspectie. ‘De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op obs De Zeester als zwak omdat de eindresultaten van de school onvoldoende zijn’, is terug te lezen in het rapport van bevindingen van 2010. Maar directeur Inge de Boer en intern begeleider Lieke van Roermund ondervinden weinig hinder van de 5,9. “Wij horen er vrijwel niets over terug. Wel toen we de naam ‘zwakke school’ hadden van de inspectie. Er komen altijd wel vragen over de inspectie en over de tijd dat we een zwakke school waren. Nu horen we nog wel over de ‘zwakke school’, maar niet over de 5,9 die we nu gehaald hebben van RTL, terwijl alle ouders bij ons op informatie-ochtend komen, dus die hebben we echt allemaal gezien en gesproken”, leggen de directeur en intern begeleider uit. Wel laat het bestuur van De Zeester weten niet positief te zijn over de publicatie. Er ontbreekt volgens hen ruimte voor toelichting op het platform, die wel nodig is. Daarnaast merken ze een ander gevolg van die druk op het halen van hoge cijfers. Namelijk fraude. Of Teaching to the test. Of is dat ook fraude? “Een gummetje is zo gepakt” Teaching to the test houdt in dat docenten zijn/haar leerlingen traint op het maken van toetsen, waarbij vakken die getoetst worden alle aandacht krijgen om een zo hoog mogelijke score te halen op de toets. Voor kind en school. “We weten van een andere school dat ze daar echt werken naar de doelen van de Citotoets. Dat daar de kaartjes van woordenschat in de klas hangen. Die kinderen zien de kaartjes de hele dag door, dus dat zij met de Citotoets straks de woordenschatplaatjes herkennen, is logisch”, aldus de directeur. Van Roermund vult haar aan: “En ook de toets van te voren al maken, dan de resultaten bekijken en een half jaar later de toets opnieuw geven, dan is er een halfjaar lang ingespeeld op de toets en naartoe gewerkt. Wat meet je dan nog? Onze oren klapperen als we dat horen.” Niet alleen het bestuur van De Zeester vreest voor het in de hand werken van fraude door de publicatie. Ook Liesbeth van Litsenburg van het Cito denkt dat die prikkels versterkt worden op deze manier. “De Cito Eindtoets wordt gemaakt met een potloodje. De leerlingen mogen gummen. De computer kijkt vervolgens de formulieren na. Het zou best kunnen dat als de prestatiedruk zo hoog ligt, dat vaker het gummetje door een schooldirecteur wordt gepakt dan voorheen.”
47
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Teaching to the test AVS-voorzitter Petra van Haren geeft aan dat de vereniging erg op verschijnselen als fraude en Teaching to the test tegen is. “De publicatie van de resultaten geeft een prikkel. Er zijn trainingen voor de toets, hele strategieën om een zo hoog mogelijk resultaat te behalen. Het werken aan opbrengsten krijgt de focus van de cognitieve kant.” Hoofdinspecteur Arnold Jonk is het niet eens met bovenstaande uitspraken en verwachtingen. “Ik geloof het niet. Ik vind dat zo’n zwak fenomeen, omdat er zoveel meer in het onderwijs belangrijk is. 99% van de mensen in het onderwijs zijn heel intensief gemotiveerd en die gaan er niet mee lopen klooien. Waarom zouden ze dat doet? Wie helpen ze daarmee?” De Boer en Van Roermund van De Zeester voelen er ook niets voor. “Je moet proberen je eigen visie aan te houden. Wij staan voor onze school en we laten ons niet meesleuren daarin.” Of Teaching to the test onder fraude valt, daar weet eigenlijk niemand antwoord op. Want, als gemotiveerde docent, wie doet dan niet zijn uiterste best om de kinderen naar ‘goede’ middelbare scholen te sturen? “Scholen in Amsterdam, echt zwarte scholen, zijn heel gevoelig voor de stempel ‘zwarte scholen zijn zwakke scholen’, ze willen dat de kinderen het beter doen dan de ouders zelf, dus die ouders en die scholen zetten alles op alles voor een goede score op de Citotoets. Maar is dat dan teaching to the test? Ja, zij geven veel instructies over hoe de toets in elkaar zit, steken veel tijd in taal en rekenen, daarbij krijgen andere vakken minder aandacht. Maar teaching to the test is niet altijd meteen fraude.”, aldus Arnold Jonk.
Sisser Dat er sinds de publicatie een hoop gespeculeerd wordt over mogelijke, dan wel niet meetbare gevolgen, dat is duidelijk. In eerste instantie waren schoolbesturen fel tegen de publicatie van het ‘kale’ Cito-cijfer. De verwachting was dat de rankinglijst ouders zou misleiden, meer dan de helft van de basisscholen zou overstappen naar een andere eindtoets, de publicatie zou fraude in de hand werken en scholen met een lage score zouden de dupe zijn. Over het Teaching to the test-mechanisme bestaat nog veel onduidelijkheid, dat is lastig in kaart te brengen: Wanneer is het fraude en wanneer is het hulp? Maar als we naar de andere mogelijke effecten kijken van de publicatie, kan gezegd worden dat het met een sisser is afgelopen.
48
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
8.
Evaluatie
Vanaf april 2014 ben ik bezig geweest met dit onderzoek. Het schrijven van deze scriptie heb ik als erg interessant en leerzaam ervaren, maar soms ook als zeer lastig. Het is geen onbewogen periode geweest en er zaten dagen tussen dat ik niets op papier kreeg. Maar na een brainstormsessie had ik weer ideeën en zin om er mee aan de slag te gaan. Ik ben erg trots op het resultaat. Er hebben naarmate het onderzoek vorderde wat wijzigingen plaatsgevonden in het huidige plan. Zo heb ik één groep bestaande uit ouders geënquêteerd, in plaats van twee, omdat de tweede groep niet relevant bleek te zijn voor het onderzoek. Daarnaast heb ik een interview met het bestuur van een basisschool in mijn onderzoek opgenomen, dit had ik van tevoren niet ingepland, maar bleek zeer nuttig. Het verzamelen van de kwalitatieve informatie verliep goed. Ik heb meerdere interviews gehouden, waarvan drie op locatie en twee telefonisch. Het verzamelen van de kwantitatieve content verliep wat stroever. Het bleek nog een hele klus om 267 ingevulde enquêtes bij elkaar te krijgen binnen de populatie. Alle instellingen die ik heb benaderd (consultatiebureaus, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven), konden mij niet helpen aan e-mailadressen, in verband met privacy. Gelukkig mocht ik de enquêtes verspreiden over zes peuterspeelzalen, rakkerzwemmen en peutergym en hebben vrienden en familie mij geholpen door de link te verspreiden per mail. Het vervolgens analyseren en uitwerken van de content heeft me veel tijd gekost. Ik wist soms niet waar en hoe ik moest beginnen, en zo stelde ik alsmaar uit. De tijd die ik voor mijn scriptie had ingepland, heb ik toen niet volledig benut, dat kan en moet ik de volgende keer beter doen. Pas toen ik de druk voelde van het inlevermoment en het echt op mijn eigen typewerk aankwam, lukte het mij om echt lekker aan de slag te gaan.
8.1
Mogelijkheden vervolgonderzoek
Af en toe had ik de neiging om te veel van mijn concrete onderzoek af te (willen) wijken. Er is namelijk zo veel informatie te vinden over de Citotoets. Niet alleen de discussies rondom de Cito Eindtoets als maatstaaf, maar ook de discussie die gaande is over het toetsen in het primair onderwijs in het algemeen. En het bepalen van het advies voor het voortgezet onderwijs: hoe liggen de verhoudingen tussen het advies van de leraar en het advies van de eindtoets op elke basisschool? Wat ik ook een interessant onderwerp vind, waar ook zeker onderzoek naar gedaan zou kunnen worden, is het teaching to the test mechanisme. Wanneer valt het onder de term lesgeven, wanneer verandert dat in teaching to the test en vervolgens in mogelijke fraude? Hoe houdt de inspectie dit in de hand? Er zijn zeker mogelijkheden voor vervolgonderzoek, of in ieder geval onderzoek naar onderwerpen rondom de publicatie van de Citoscores.
49
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
8.2
Validiteit
Een valide onderzoek meet de juiste resultaten. Het gaat er dus om dat je meet wat je meten wilt (Verhoeven, 2011). In dit onderzoek is gemeten wat de gevolgen zijn van de publicatie van de Cito Eindtoets-scores. Deze gegevens zijn verworven door diepteinterviews te houden en enquêtes af te nemen. Bij het kwalitatieve onderzoek, waarbinnen diepte-interviews zijn gehouden, heb ik er op gelet dat mijn experts een gevarieerd panel vormen. De experts zijn afkomstig van verschillende organisaties, met verschillende functies. Dit voorkomt een eenzijdig beeld. Het kwantitatieve onderzoek in de vorm van een enquête is valide, omdat door de antwoorden op de vragen van de enquête antwoord gegeven kan worden op de vraag wat de gevolgen van de publicatie zijn voor ouders. Door de juiste vraagstelling en onderwerpen te ondervragen bij de respondent, wordt correcte informatie gewonnen.
8.3
Betrouwbaarheid
Mijn onderzoek is betrouwbaar. Dit kan verklaard worden. Bij de deskresearch is er bewust gekozen voor het gebruik van bronnen die betrouwbaar zijn, artikelen van schrijvers met een bepaalde deskundigheid. Het kwalitatieve onderzoek dat ik heb gedaan, in de vorm van diepte-interviews, is ook betrouwbaar. Van te voren is goed nagedacht welke deskundige personen, experts, nodig zouden zijn voor het onderzoek. De interviews die zijn gedaan kwamen overeen met elkaar, de vragen en verloop van de interviews heb ik op dezelfde manier laten verlopen. Dit komt de betrouwbaarheid voor het kwalitatieve onderzoek ten goede (Verhoeven, 2011). Het kwantitatieve deel van mijn onderzoek, de enquête, is minder betrouwbaar. Dit komt omdat wegens haalbaarheid van het aantal respondenten een betrouwbaarheidsfactor van 90% is aangehouden, waar 95% het streven was. 267 enquêtes zijn ingevuld, dit was nodig om de betrouwbaarheidsfactor van 90% te behalen. Wat de enquête betrouwbaar maakt, is dat elke respondent dezelfde, gesloten vragen heeft beantwoord met dezelfde antwoordmogelijkheden. Hierdoor is de kans zeer groot dat de respondenten de enquête op dezelfde, juiste manier hebben geïnterpreteerd.
8.4
Generaliseerbaarheid
De enquête is niet helemaal generaliseerbaar, omdat de enquête niet representatief is voor de hele doelgroep: ouders met kinderen van drie of vier jaar. De respondenten komen voornamelijk uit de omgeving van Beverwijk / Heemskerk, omdat veel enquêtes hier op peuterspeelzalen zijn afgenomen. Zowel mannen als vrouwen hebben de enquête ingevuld, binnen verschillende leeftijdsklassen. Ik kan de resultaten van de enquête wel gebruiken om een beeld te krijgen van hoe de doelgroep reageert op de publicatie en of er gebruik is gemaakt van de Cito Eindtoets-scores bij de basisschoolkeuze. 50
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
9.
Literatuurlijst
Internet: Akinci, O (2012). ‘Ouders besmetten kind met Cito-stress.’ Geraadpleegd op 20-01-2015, via: www.nu.nl/binnenland/2733714/ouders-besmetten-kind-met-cito-stress.html AVS (2013). Groot verzet onder schoolleiders tegen Cito-rankinglijst om kwaliteit te meten. Geraadpleegd 15-04-2014, via: www.avs.nl/artikelen/grootverzetonderschoolleiderstegencitorankinglijstomkwaliteitte meten AVS (2014). Onderwijssocioloog Dronkers: Ouders zetten leraren onder druk voor hoger schooladvies. Geraadpleegd: 20-01-2015, via: http://avs.nl/artikelen/onderwijssocioloogdronkersouderszettenlerarenonderdrukvoorh ogerschooladvies Bogaerdt, M. van den (2014). Ook in Duitsland groei verzet tegen overmatig toetsen. Geraadpleegd 05-11-2014, via: www.vosabb.nl/ook-in-duitsland-groeit-verzet-tegen-overmatig-toetsen/ Bogaerdt, M. van den (2013). Geen hoger beroep tegen publicatie Cito-scores. Geraadpleegd op 20-01-2015, via: www.vosabb.nl/geen-hoger-beroep-tegen-publicatiecito-scores/ Brakel, R. van (2012). De poppetjesgrafiek van Cito. Geraadpleegd 20-01-2015, via: www.onderwijsingrafieken.com/2012/03/onderwijsgrafiek-278-de.html Centraal Planbureau (2009). Concurrentie tussen basisscholen heeft een klein positief effect op de leerprestaties van leerlingen. Geraadpleegd op 05-11-2014, via: www.cpb.nl/persbericht/329146/concurrentie-tussen-basisscholen-heeft-een-kleinpositief-effect-op-de-leerpresta Centrale eindtoets primair onderwijs (2015). Over de Cito Eindtoets. Geraadpleegd op 20-02-2015, via: www.centraleeindtoetspo.nl/leerkrachten/over-de-toets/toetsinhoud Cito (2014). Wordt er te veel getoetst op school? Geraadpleegd op 20-01-2015, via: www.cito.nl/over%20cito/visie_op_actuele_themas/wordt_er_te_veel_getoetst_op_sch ool Driessen, G. Pedagogiek Online (2005) De totstandkoming van de adviezen voortgezet onderwijs: invloeden van thuis en school. Via: www.pedagogiekonline.nl/index.php/pedagogiek/article/viewFile/286/285 51
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Helmers, H.M. Bronneman (2009). De kwaliteit van het onderwijs. Geraadpleegd 10-112014, via: http://wimdreesstichting.nl/page/downloads/6.pdf Inspectie van Onderwijs (2011). Rapport van bevindingen. Geraadpleegd op 27-11-2014, via: file:///C:/Users/Aniek/Downloads/Rapport_Onderzoek_naar_Kwaliteitsverbetering_voo r_Arrangementonderzoeken%20(2).pdf Koren, L. (2014). Wat is Cito? Geraadpleegd 20-09-2014, via: www.onderwijsconsument.nl/cito/ KU Leuven (2014). Wat is SPSS. Geraadpleegd 05-11-2014, via: https://admin.kuleuven.be/icts/onderzoek/wetsoft/software/spss/wat/wat-is-spss Muller, Nick (2014). Cito-toets afschaffen, of niet? De argumenten op een rij. Geraadpleegd 20-01-2015, via: www.hpdetijd.nl/2014-01-06/cito-toets-afschaffen-ofniet-de-argumenten-op-een-rij/ Nationale Beroepengids (2014). Intern begeleider. Geraadpleegd op 27-11-2014, via: www.nationaleberoepengids.nl/Intern_Begeleider Nederlands Dagblad (2014). Inspectie bezorgd over fraude met Citotoetsen. Geraadpleegd: 20-09-2014, via: www.nd.nl/artikelen/2014/maart/11/inspectie-bezorgd-over-fraude-met-cito-toetsen Nederlands Dagblad (2011). Maak kinderen niet nog zenuwachtiger. Geraadpleegd op 20-01-2015, via: www.nd.nl/artikelen/2007/februari/05/-maak-kinderen-niet-nogzenuwachtigerOnderwijsinspectie (2012). Internationale vergelijkingen. Geraadpleegd 20-01-2015, via: www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Kwaliteit+van+het+onderwijs/Internationale+ vergelijkingen OS Amsterdam (2004). Onderzoek schoolkeuzemotieven. Geraadpleegd op 20-09-2014, via: www.os.amsterdam.nl/pdf/2004_schoolkeuzemotieven.pdf Ouders van nu (2014). Soorten basisscholen. Geraadpleegd op 20-09-2014, via: www.oudersvannu.nl/peuter/3-jaar-0-3-maanden/ontwikkelingopvoeden/school/soorten-basisscholen/ PO-raad (2014). Actiegroep onderwijs: Schaf de Citotoets af. Geraadpleegd op 20-012015, via: www.poraad.nl/content/actiegroep-onderwijs-schaf-de-citotoets-af
52
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Rightmarket Onderzoek (2014). Voor- en nadelen kwantitatief onderzoek. Geraadpleegd 05-11-2014, via: www.rightmarktonderzoek.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-ennadelen-kwantitatief-onderzoek Rengers, M. Zwetsloot, J. Volkskrant (2014). Onderzoek fraude Cito, ‘een gummetje is zo gepakt.’ Geraadpleegd 20-09-2014, via: www.volkskrant.nl/dossier-archief/onderzoek-fraude-cito-een-gummetje-is-zogepakt~a3610795/ Rijksoverheid (2014). Kwantitatief onderzoek. Geraadpleegd 20-09-2014, via: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/informatie-voorprofessionals/communicatieonderzoek/kwantitatief-onderzoek Rijksoverheid (2014). Welke leerlingen hoeven geen eindtoets te maken? Geraadpleegd 20-1-2015, via: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/eindtoets-op-de-basisschool/vraagen-antwoord/welke-leerlingen-hoeven-geen-eindtoets-te-maken.html RTL Nieuws (2014). Hoe vergelijkt RTL Nieuws de Cito-scores van 2014? Geraadpleegd 05-11-2014, via: www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/hoe-vergelijkt-rtl-nieuws-de-cito-scores-van-2014 Survey Onderzoek (2014). Wat is survey-onderzoek? Geraadpleegd 05-11-2014, via: www.survey-onderzoek.nl/survey.html Trouw (2013). Hoe zit het nou precies met de Citotoets vanaf volgend jaar. Geraadpleegd op 05-11-2014, via: www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/3414145/2013/03/23/Hoe-zithet-nu-precies-met-de-Citotoets-vanaf-volgend-jaar.dhtml VO-raad (2013). Internationaal onderzoek PISA. Geraadpleegd 20-01-2015, via: www.voraad.nl/themas/internationalisering/internationaal-onderzoek-pisaBoeken: Daniels, W. (2004) Wie is er bang voor de Cito-toets? Baarn: De Fontein. De Vocht, A. (2012) Basishandbok SPSS. Bijleveld. Verhoeven, N. (2011) Wat is onderzoek? Boom: Lemma. Ledenonderzoek: AVS. (2013) Ledenraadpleging Cito. Vakblad: AVS. (2013) Vakblad Kader Primair
53
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.
Bijlagen
10.1
SPSS-output
Blz. 55
10.2
Enquête
Blz. 60
10.3
Uitgeschreven diepte-interviews
Blz. 61
10.3.1 10.3.2 10.3.3 10.3.4
Blz. 61 Blz. 65 Blz. 72 Blz. 75
Algemene Vereniging Schoolleiders Inspectie van Onderwijs Cito Basisschool De Zeester
54
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.1
SPSS-output
SPSS-1 Vraag 2: Heeft u meegekregen dat RTL Nieuws vorig jaar de gemiddelde Citotoets-scores per basisschool heeft vrijgegeven? Antwoordmogelijkheden: ‘Ja’, ‘Nee’ en ‘Weet niet’
Case Processing Summary Cases Ingevuld N Leeftijdsklasse tegenover publicatie Citoscore
Missing
Percent
254
N
95,1%
Total
Percent
13
4,9%
N
Percent
267
100,0%
Missing = ‘Weet niet’, dit zijn 13 respondenten. 254 respondenten hebben de vraag met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord.
Publicatie meegekregen? Leeftijdsklasse 1. Onder de 25 jaar
2. 25 t/m 30 jaar
3. 31 t/m 36 jaar
4. 37 t/m 42 jaar
5. Ouder dan 42
Ja
Nee
Total
6
8
14
42,9%
57,1%
100,0%
31
32
63
49,2%
50,8%
100,0%
70
41
111
63,1%
36,9%
100,0%
26
26
52
50,0%
50,0%
100,0%
10
4
14
71,4%
28,6%
100,0%
143
111
254
56,3%
43,7%
100,0%
Total
Verklaring cijfers: 143 respondenten wisten af van de publicatie van RTL Nieuws 111 respondenten wisten niet af van de publicatie van RTL Nieuws 13 respondenten hebben de vraag beantwoord met ‘Weet niet’
55
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
SPSS-2 Vraag 3: Toen u dit hoorde, heeft u toen van scholen bij u in de buurt de gemiddelde score opgezocht? Antwoord-mogelijkheden: ‘Ja’, ‘Nee’.
Cijfers opgezocht Leeftijdsklasse 1. Onder de 25 jaar
2. 25 t/m 30 jaar
3. 31 t/m 36 jaar
4. 37 t/m 42 jaar
5. Ouder dan 42
Total
Ja
Nee
Total
3
4
7
42,9%
57,1%
100,0%
15
23
38
39,5%
60,5%
100,0%
35
39
74
47,3%
52,7%
100,0%
13
15
28
46,4%
53,6%
100,0%
4
5
9
44,4%
55,6%
100,0%
70
86
156
44,9%
55,1%
100,0%
De 143 respondenten die ‘Ja’ hebben ingevuld bij de vraag over de publicatie, en de 13 respondenten die de vraag met ‘Weet niet’ hebben beantwoord, hebben vervolgens de vraag beantwoord of zij van scholen in de buurt de score hebben opgezocht. 70 respondenten hebben de scores van scholen in de buurt opgezocht 86 respondenten hebben niet de scores van scholen in de buurt opgezocht
56
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
SPSS-3 Vraag 5: In welke mate heeft de Citotoets-score per basisschool invloed gehad op de basisschoolkeuze voor uw kind? 1 = helemaal geen invloed, 6 = volledige invloed.
Mate waarin de Citotoets-score invloed heeft gehad op de keuze
Frequency
Percent
Percentage totaal ingevuld
Cumulative Percent
1 Geen invloed 2
18 6
6,7% 2,2%
23,7% 7,9%
23,7 31,6
3
21
7,9%
27,6%
59,2
4
18
6,7%
23,7%
82,9
5
10
3,7%
13,2%
96,1
3
1,1%
3,9%
100
76
28,5%
100%
191
71,5%
267
100%
6 Volledige invloed Totaal ingevuld Missing Totaal respondenten
191 respondenten hebben deze vraag niet beantwoord, omdat zij geen gebruik hebben gemaakt van de lijst met Cito Eindtoets-scores.
57
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
SPSS 4 Vraag 7: Wat vindt u de belangrijkste factor(en) bij de basisschoolkeuze voor uw kind? Kies maximaal 4 van de 12 opties.
Factoren basisschoolkeuze in Multiple Response Responses Aantal keer ingevuld Factoren basisschoolkeuze
Procent
Percent of Cases
De nationaliteit van de leerlingen
13
1,3%
4,9%
Anders
14
1,4%
5,2%
26
2,5%
9,7%
37
3,6%
13,9%
39
3,8%
14,6%
40
3,9%
15%
43
4,2%
16,1%
58
5,7%
21,7%
De staat en mogelijkheden van het schoolgebouw en -plein De grootte van de school Dat er weinig criminaliteit op de school is Dat er overblijfmogelijkheden zijn Extra aandacht voor bepaalde vakken De schooltijden Dat er bekenden of buurtgenootjes op de school zitten De behaalde prestaties
88
8,6%
33%
114
11,1%
42,7%
Het soort onderwijs
116
11,3%
43,4%
De afstand
210
20,5%
78,7%
De sfeer
225
22%
84,3%
1023
100%
383,1%
Total
Case Summary Cases Ingevuld
N = aantal Factoren basisschoolkeuze
N
Percent
267
100,0%
Missing N
Total
Percent 0
0,0%
N 267
Percent 100,0%
58
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
SPSS 5 Vraag 1: Naar wat voor een soort basisschool gaat uw kind? Vraag 3: Toen u dit hoorde, heeft u toen van scholen bij u in de buurt de gemiddelde score opgezocht? RTL scores opgezocht Ja Type onderwijs
Openbaar onderwijs
Count Percentage
Confessioneel bijzonder
Algemeen bijzonder
32
36
68
52,9%
100,0%
26
36
62
41,9%
58,1%
100,0%
11
13
24
45,8%
54,2%
100,0%
Count Percentage
Total
Count Percentage
Total
47,1%
Count Percentage
Nee
69
85
154
44,8%
55,2%
100,0%
Vraag 6: In hoeverre vindt u het bij de basisschoolkeuze voor uw kind een belangrijke factor dat de basisschool bovengemiddeld presteert?
Prestatie_belangrijk De
Type
Openbaar
Aantal
onderwijs
onderwijs
Percentage
Confessioneel Aantal
Total
bijzonder
Percentage
Algemeen
Aantal
bijzonder
Percentage
Aantal Percentage
Niet
Deels
Zeer
belangrijkste
belangrijk
belangrijk
belangrijk
factor
18
65
27
5
115
15,7%
56,5%
23,5%
4,3%
100,0%
15
70
24
1
110
13,6%
63,6%
21,8%
0,9%
100,0%
7
17
9
2
35
20,0%
48,6%
25,7%
5,7%
100,0%
40
152
60
8
260
15,4%
58,5%
23,1%
3,1%
100,0%
Total
59
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.2
De enquête
De enquête is gemaakt in ThesisTools. Zie afbeelding. De hard-copy afgenomen enquêtes zijn direct in ThesisTools ingevoerd. De vragen en antwoordmogelijkheden van de hard-copy en de digitale variant komen volledig overeen. Er is hier en daar wat grammatica aangepast in de enquête. De vierde versie was compleet.
De digitale enquête kan geopend worden via: http://www.thesistools.com/web/?id=429810
60
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Beste lezer, Mijn naam is Aniek Dekker en ik ben bezig met mijn scriptie. Voor mijn opleiding Journalistiek doe ik onderzoek naar de gevolgen van de publicatie van de Citotoetsscores per basisschool. Aan de hand van de behaalde scores, kende RTL Nieuws een ‘rapportcijfer’ toe aan basisscholen. Ik ga onderzoeken wat de gevolgen hier van zijn voor onder andere de basisschoolkeuze. Dit doe ik aan de hand van een enquête. De enquête bestaat uit 5 algemene vragen en 7 vragen over het onderwerp. Ik wil u bij voorbaat danken voor uw tijd en voor het invullen van de vragenlijst. Uw gegevens worden vertrouwelijk en enkel voor dit onderzoek gebruikt. Met vriendelijke groet, Aniek Dekker
Wat is uw naam? (Niet verplicht) ______________________________________
Wat is uw geslacht?
o Man o Vrouw Wat is uw leeftijdsklasse?
o Onder de 25 jaar o 25 tot en met 30 jaar o 31 tot en met 36 jaar o 37 tot en met 42 jaar o Ouder dan 42 jaar Naar welke basisschool gaat uw kind? (Niet verplicht) ______________________________________
In welke plaats zit de basisschool waar uw kind heen gaat? ______________________________________
61
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Vraag 1 Naar wat voor een soort basisschool gaat uw kind?
o Een openbare school o Een confessioneel bijzondere school (Christelijk, Rooms-Katholiek, Protestants, Protestants-Christelijk, Islamitisch, Joods, etc.)
o Een algemeen bijzondere school (Montessori, Jenaplan, Dalton, Vrijeschool, Digischool, etc.)
o Anders, namelijk: _______________________________ Vraag 2 Heeft u meegekregen dat RTL Nieuws vorig jaar de gemiddelde Citotoets-scores per basisschool heeft vrijgegeven?
o Ja o Nee o Weet niet Zo ja: ga door met vraag 3 Zo nee: ga door met vraag 6 Vraag 3 Toen u dit hoorde, heeft u toen van scholen bij u in de buurt de gemiddelde score opgezocht?
o Ja o Nee o Iets anders, namelijk: ______________________________________________________________ Zo ja: ga door met vraag 4 Zo nee: ga door met vraag 6 Vraag 4 Scoorde de basisschool waar uw kind straks naar school gaat hoger of lager dan een 7?
o Lager dan een 7 (ondergemiddeld) o Een 7 (gemiddeld) o Hoger dan een 7 (bovengemiddeld) o Het cijfer was niet bekend
62
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Vraag 5 In welke mate heeft de Citotoets-score per basisschool invloed gehad op de basisschoolkeuze voor uw kind? 1 is helemaal geen invloed, 6 is volledige invloed. Omcirkel wat voor u van toepassing is. 1. Geen
2.
3.
4.
5.
6. Volledig
Vraag 6 In hoeverre vindt u het bij de basisschoolkeuze voor uw kind een belangrijke factor dat de basisschool bovengemiddeld presteert?
o Helemaal niet belangrijk, andere factoren zijn het belangrijkst o Deels belangrijk o Zeer belangrijk o De belangrijkste factor
Vraag 7 Wat vindt u de belangrijkste factor(en) bij de basisschoolkeuze voor uw kind? Kies maximaal 4 van de 12 opties.
o Afstand tussen huis en school o Behaalde prestaties o Het soort onderwijs o De sfeer op school o De grootte van de school o Extra aandacht voor bepaalde vakken o De nationaliteit van de leerlingen o Dat er overblijfmogelijkheden zijn o Dat er bekenden of buurtgenootjes op de school zitten o Dat er weinig criminaliteit op de school is o De staat en mogelijkheden van het schoolgebouw en schoolplein o De schooltijden o Anders, namelijk: _______________________________
63
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.3
Uitgeschreven diepte-interviews
10.3.1
Algemene Vereniging Schoolleiders
Petra van Haren, voorzitter Algemene Vereniging Schoolleiders 06-10, 11u, op de Herenstraat 35, Utrecht
Vorig jaar september heeft staatssecretaris Sander Dekker toestemming gegeven voor het publiceren van de Citotoets-scores per basisschool. RTL heeft toen van 2009 tot en met 2013 de scores openbaar gemaakt. Zo'n zestig procent van de schoolbestuurders in het basisonderwijs overweegt te stoppen met het afnemen van de Citotoets als de scores openbaar worden gemaakt (NU, 2013). Dat zegt Ton Duif, (oud)-directeur van de Algemene Vereniging Schoolleiders, naar aanleiding van een onderzoek onder de AVS-leden. Wat is er uit het ledenonderzoek gekomen? “De AVS besloot naar aanleiding van dat nieuwsbericht de mening van de leden te peilen in maart 2013. Maar liefst 1.692 schoolleiders reageerden, dat is een derde van de AVS-leden. Schoolleiders zijn niet allemaal per definitie tegen de openbaarmaking van de Citoscores, maar ruim negentig procent vindt publicatie misleidend en is bang dat ouders op het verkeerde been worden gezet. Het onderzoek bevatte vijf vragen. De uitslag: • De uitslag van de Citotoets geeft een goede onderbouwing voor het advies van de leraar voor de verwijzing van leerlingen naar het vervolgonderwijs. 68% ja, 32% nee • De Cito-eindtoets meet de capaciteiten van de leerling in een aantal vakken en zegt weinig over de kwaliteit van het onderwijs in de school. 83% ja, 17% nee • Om de kwaliteit van de school te bepalen, moet je naar het totale onderwijs over een langere periode kijken, en niet slechts naar de score op de Citovakken. 99% ja, 1% nee • Publicatie van lijstjes met Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend. 92% ja, 8% nee • Als het ministerie van OCW de lijst met de Citoscores publiceert, overweeg ik stellig volgend jaar een andere onderbouwing van het schooladvies dan Cito. 59% ja, 41% nee 64
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Een greep uit zevenhonderd spontane reacties van schoolbesturen op het nieuws: “Uiteraard is kijken naar alleen de Citoscores niet voldoende om een kwaliteitsoordeel te geven over de hele school.” “Cito is geen instrument om de kwaliteit van de school te meten. Door publicatie gaan ouders wellicht de verkeerde school kiezen. Je kunt een goede school zijn ondanks de lagere Cito-getallen. Ieder jaar is verschillend. Je mist als school de mogelijkheid om je verhaal achter de getallen te vertellen. Niet doen dus!” “Het publiceren van Cito-uitslagen komt de algehele kwaliteit van het onderwijs niet ten goede. Dit werkt fraude met Citotoetsen in de hand en bewerkstelligt dat het onderwijs “Cito-gericht” gaat worden.” “Dat de onderwijsinspectie met de gegeven aan de haal gaat, is nog enigszins te accepteren. Zij hebben in ieder geval nog verstand van de materie. Maar de rest van het land…..?????” “In Amsterdam wordt alles al openbaar gemaakt: de gemiddelde Citoscore over drie jaar wordt in de klant gepubliceerd. Nadeel is dat er zo vaak door ouders gekeken wordt naar enkel de ‘output’, zonder te weten hoe de kinderen binnenkwamen en welke ontwikkeling zij hebben doorgemaakt. Je wordt echt afgerekend op kille cijfers. Aan de andere kant dwingt het ons om heel opbrengstgericht te werk te gaan: hoe kunnen we onszelf verbeteren, want we moeten verantwoording afleggen.” “CITO is niet zaligmakend. Er wordt zoveel druk op gelegd (rondom de toetsdata staat de media er bol van en besteedt ook de tv er veel aandacht aan) dat scholen ermee “op de loop gaan”: er wordt vervolgens gefraudeerd met de uitslagen. Er wordt veel geoefend, er wordt voorgezegd, er wordt… vul maar in. En nu de scores openbaar maken. Komt dit alles ten goede van het kind?” Waarom reageerden de schoolbesturen zo negatief op dit besluit? “Die cijfers zijn ongenuanceerd in een ranking gezet, als een kwaliteitskeurmerk voor scholen. Alsof het een kwaliteitskeurmerk is van de school. Wanneer je hoog scoort doe je het goed, en als je laag scoort ben je slecht. Maar de Citotoets is geen één op één vertaling van de school. Er komt zo veel meer bij kijken: schoolvenster gegevens, het inspectierapport, verwijzingspercentages, enzovoorts. Het doel van de publicatie was om de kwaliteit van een school openbaar te stellen. Maar die cijfers die nu zijn gepubliceerd, zeggen niets. Cito-scores zeggen deels iets over het niveau van het kind, maar niet over het niveau van het onderwijs op die school. En dat begrijpen mensen niet altijd. Er moet gelegenheid zijn om een eigen toevoeging te plaatsen. Ouders willen het beste voor hun kind. Des te hoger het cijfer, des te beter voor het kind, dat is wat het artikel impliceert. Resultaten spelen zo steeds meer een rol. Dat levert veel ongewenste effecten op. Toetsen moeten gebruikt worden in het belang van de leerling, daar zijn ze voor bedoeld. De Cito Eindtoets is een bevestiging van het niveau van de leerling.” 65
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Is het aantal afgenomen Cito Eindtoetsen hierdoor gedaald? “Een eindtoets moet aan een aantal criteria voldoen en Cito is de enige die daar aan voldoet. De Cito is toonaangevend, er is eigenlijk geen vergelijkbare toets. NIO toetst bijvoorbeeld op een heel andere manier de intelligentie van het kind. Cito is hét toets instituut, daarom is de overstap niet zo snel gemaakt, omdat er simpelweg geen vergelijkbare toets werd aangeboden. Maar daar zal verandering in komen. De eindtoets is nu vanaf 2015 verplicht door de overheid. Er waren scholen die geen eindtoets afnamen. Niet veel, maar toch een aantal. Per 2015 maken in principe alle leerlingen een eindtoets.” Is het dan mogelijk voor andere toets instituten om ook een eindtoets aan te bieden? “Daar zijn nu inderdaad wel open deuren voor. Het ministerie bepaalt de richtlijnen wat zo’n toets moet bevatten, als het ministerie deze richtlijnen vrijgeeft, kunnen toetsbureaus daar op ingaan. Ik verwacht dat naast Cito en NIO nog twee toetsen bij komen. Van de 80% van de basisscholen die altijd de Cito Eindtoets afnam, denk ik dat er maar een klein percentage daarvan een andere toets gaat gebruiken. Ik vind het belangrijk dat er meerdere toetsen aangeboden worden en wenselijk dat er nog meer toetsen komen, en daarmee autonomie voor scholen creëert.” Wat vindt de AVS van de methode die gebruikt is door RTL Nieuws in samenwerking met Jaap Dronkers? “Dronkers doet vaker zulke schoolvergelijkingen, voor bijvoorbeeld Trouw. Het AVS is niet blij met de methode en ingewikkelde constructie die Dronkers heeft gebruikt, geen juiste aanpak. Als je scores publiceert, moet je deze ook toelichten. Betere voorbeelden van een overzicht van scholen, zijn: www.scholenopdekaart.nl en www.vensterspo.nl. Op deze sites geven basisscholen inzicht in hun resultaten, op basis van onderwerpen die voor elke school hetzelfde zijn. De informatie komt van DUO, de Inspectie van het Onderwijs en van de basisscholen zelf. Er zijn basisscholen die hun leerlingen die eigenlijk het niveau hebben voor het speciale onderwijs, tóch op hun school houden en hen die eindtoets laten doen. Deze leerlingen halen gemiddeld lagere scores, en hier wordt de school dan op afgerekend. En daarnaast, allochtone leerlingen hebben vaak een minder goede taalkennis en begrijpen hierdoor soms de vragen niet zo goed, waardoor zij een lagere score halen, terwijl deze scholen vaak juist meer personeel hebben en daardoor kleinere klasjes en meer begeleiding per persoon. Dus de score heeft dan niets met de kwaliteit van het onderwijs te maken, maar het cijfer wordt niet onderbouwd en gewoon kaal gepubliceerd, dus wekt dat een onrealistisch beeld.” Ontstaat er niet juist een gezonde ‘concurrentiestrijd’ tussen basisscholen na de publicatie? “Nee, ik vind er niets positiefs aan. Een school moet kunnen laten zien waar die voor staat en dat is veel breder dan enkel de toets. Er zijn best wat scholen die zelf al de cijfers publiceren, maar zij plaatsen daar een onderbouwing bij. Daar draait het om. 66
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Openbaarheid is heel goed, dat zien wij als een voordeel, maar alleen als cijfers en keuzes onderbouwd (kunnen) worden. En dat is niet gebeurd op deze manier. De publicatie brengt ook een ander negatief gevolg met zich mee: Teaching to the test. Teaching to the test houdt in dat docenten zijn/haar leerlingen traint op het maken van toetsen, waarbij vakken die getoetst worden alle aandacht krijgen om een zo goed mogelijke score te halen op de toets. Daar is de vereniging erg op tegen. De publicatie van de resultaten geeft een prikkel. Er zijn trainingen voor de toets, hele strategieën om een zo hoog mogelijk resultaat te behalen. Het werken aan opbrengsten krijgt de focus van de cognitieve kant.” Werkt de publicatie fraude in de hand? “Dat gebeurt al. Dit wordt ook geregeld genoemd door leraren en directeuren bij het ledenonderzoek van de AVS. Het komt niet heel veel voor. En wat is fraude? Het is een menselijk mechanisme om er alles aan te doen om het beste eruit te halen. Ik begrijp de prikkel maar ik vind het zeker niet kunnen. Maar het komt helaas wel gewoon voor.” Wat zijn de gevolgen van het plaatsen van de scores op de basisschoolkeuze van de ouders, denk u? “Wat betreft de ouders die een keuze moeten maken op welke basisschool zij hun kind plaatsen: ik denk niet dat veel ouders zich laten ‘misleiden’ door deze cijfers. Ouders kijken zelf al vaak naar hoe de sfeer op de school is en of de school dichtbij is. Daar heb ik zelf ook de keuze op gebaseerd, terwijl ik allerlei cijfers zou kunnen vergelijken. Mond tot mond reclame, dat wat er over je gezegd wordt, dat speelt een krachtige rol.”
67
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.3.2
Inspectie van Onderwijs
Arnold Jonk, Hoofdinspecteur primair onderwijs en expertisecentra 28-10-2014, 10:30u Coffeemania, Ottho Heldringstraat 3 Vorig jaar september heeft staatssecretaris Sander Dekker toestemming gegeven voor het publiceren van de Cito Eindtoetsscores per basisschool. RTL Nieuws heeft toen aan de hand van een methode van Jaap Dronkers een overzicht gemaakt van alle basisscholen in Nederland en de scores van 2009 tot en met 2013 openbaar gemaakt. Wat vindt u van deze publicatie? “Dát scores van scholen opgeteld worden en vervolgens openbaar gemaakt worden, vind ik op zich geen probleem. Wat ik ingewikkeld vind is eigenlijk wat RTL er mee doet. Namelijk de scores omzetten in een suggestie van wat zij dan toegevoegde waarden van de school noemen. Dat ze er een ranglijst van maken, ‘deze school is beter dan die school’. Daar zitten zoveel metrologische bezwaren aan. Naast de vraag of het überhaupt verstandig is, zitten er ook metrologische bezwaren aan. Dus de 1e vraag is: kan het eigenlijk wel? Geeft het een goed beeld? Ten tweede, als je dat dan wilt, moet je het dan op deze manier doen? Niet helemaal dezelfde vraag. Die 1e vraag heb ik ook wat problemen mee hoor. Iedereen snapt wel dat de school meer doet dan alleen die domeinen van de Citotoets. Als je scholen gaat ranken, loop je het risico dat wat scholen verder doen dat het uit beeld raakt, steeds minder belangrijk wordt. “ Dus die focus op de Cito is niet juist? “Nou daarmee mis je een deel van het onderwijs, een belangrijk deel. Dat deel wordt weggedrukt. Tegelijkertijd snapt iedere ouder ook wel dat het maar een deel is van het onderwijs. Dus daar kun je verschillend naar kijken en verschillend beoordelen. Ik houd er niet zo van. Tweede is eigenlijk een groter probleem. Dat áls je dat doet, dat je dat op een heel zorgvuldige en verstandige manier doet. En in mijn ogen is dat iets dat RTL niet doet. Ze hebben een methode gekozen die ik onverantwoord vind. Ik heb daar over geschreven.” Over de methode van Jaap Dronkers? “Ja, op www.stukroodvlees.nl. Daar heb ik een soort dispuut lopen al een hele tijd over die methode. Dat is wel belangrijk want de claim van RTL is… Kijk iedereen snapt dat alleen de absolute scores van de Cito niets zegt. Het maakt nogal uit wie je op de school hebt. Een school in Amsterdam Zuid haalt makkelijker hoge scores en hier om de hoek is dat een stuk lastiger. Als je iets wilt zeggen over schoolkwaliteit moet je dus rekening houden met de populatie. Dronkers claimt dat te doen, maar volgens mij kan dat niet, ik vind die methode gewoon niet goed. De gegevens die je nodig hebt zijn er gewoon niet. Dit kun je praktisch niet vergelijke. op dit moment in Nederland. En dan moet je dat niet doen, dan vind ik dat onverantwoordelijk.”
68
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Ik sprak met Petra van Haren over een artikel van oud voorzitter Duif, over teaching to the test. Hoe denkt u over dat verschijnsel in combinatie met de publicatie? “Ja, dat heeft met het eerste punt te maken. Op het moment dat je iets publiceert is, één deel van het onderwijs, is het risico dat docenten en scholen zich daar te veel op gaan richten. Ik ben er vrij ontspannen over, maar stel dat ouders daar massaal heel erg op letten. En enorme druk voelen om het goed te doen, dat soort ranglijsten en dat ze dan het onderwijs gaan richten en kinderen gaan trainen daarop. Dat mechanisme zie ik niet zo in Nederland. Zie ik eigenlijk niet zo via die publicatie. Wat wel een rol speelt, die Citoscores zijn niet alleen belangrijk vanwege de publicatie maar omdat het mede bepalend was/is voor de middelbare school. En dat vinden ouders wel belangrijk en dat levert wel druk op bij scholen, dat levert meer een soort van teaching to the test-achtige verschijnsel op. Ze gaan hun kind op Cito-training zetten en bijlessen laten volgen.” Zijn dit nieuwe methodes? “Dat neemt toe. Dat is nog steeds in Nederland niet groot dit probleem, is onze waarneming. Sommige mensen maken er een heel ding van, zoals Ton Duif inderdaad, maar dat is onze waarneming niet. Je moet er zeker wel alert op zijn want het is een slecht verschijnsel.” Hoe kan de inspectie daar alert op zijn? “Wij komen op die scholen, wij zien dat wel. Het is ingewikkeld om aan de hand van de score te zien hoe die tot stand is gekomen, dat is het probleem van die score. Als je alleen naar die scores kijkt zoals RTL, weet je niet waar je naar zit te kijken. Dat is heel gevaarlijk. Wij gaan daar op een andere manier mee om. Wij houden rekening met populatie op die school. Als de scores juist niet laag zijn, een gek patroon zien, komen we wel toch een keer op die school om te kijken waar het vandaan komt en of het klopt en wat er aan de hand is, want zo goed is het onderwijs ook weer niet. Je hebt ook scholen waar ouders zó achter die middelbare schoolkeuze aan zitten, dat ze die kinderen trainen, bijlessen, apps op de iPad. Maar het niet zoals in de Verenigde Staten, dat de scholen financieel worden afgerekend op scores van een school. Zij krijgen minder geld als de scores niet goed zijn. Die doen de gekste dingen. Veel relaxter onderwijssysteem. Geen directe financiële prikkels. Wat wij wel zien is die druk op de ouders. Prestatiedruk. Je moet die twee mechanismes niet verwarren, die druk van de overheid op de scores, en de individuele druk van de ouders; kind naar het vwo of de havo, maar in ieder geval niet naar vmbo. Dat speelt. Niet over al in het land, dat is bijna een Amsterdams / grote steden – verhaal.” De cijfers in Naarden/Bussum zijn enorm hoog vergeleken met mijn stad: Beverwijk. Bijzonder om te zien. Misschien is dat ook door die prestatiedruk van ouders? “Ja, en de steun die daar omheen zit. Als je naar schoolprestaties kijkt is 1/3 ouders, 1/3 kind en 1/3 school, die dingen uit elkaar houden is razend ingewikkeld. Dus wat je zag gebeuren toen RTL voor het eerst de cijfers publiceerde, dat gaf veel rumoer. Niet zozeer bij ouders, maar bij schoolleiders. Ouders zelf hebben er eigenlijk geen vragen over gesteld. Maar scholen reageerden heel erg heftig. Zij vinden het verschrikkelijk.” 69
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Waarom vinden scholen de publicatie zo verschrikkelijk? “Het voelt alsof zich geen recht wordt gedaan. Dat snap ik ook door die twee mechanismes. Het is maar een deel wat je bereikt, het gebeurt niet op een eerlijke manier. En er wordt veel over gevraagd en dan zeg ik: ja, ik vind het ook niks. En vervolgens kwam er een paar maanden geleden een tweede versie en vervolgens kwam er nul aandacht. Dus ouders hebben toch genoeg verstand. Of RTL gelooft er zelf ook niet meer zo in, dat weet ik niet. Scholen reageren te fel.” Ouders die de basisschoolkeuze nog moeten gaan maken voor hun peuter/kleuter laten zich niet beïnvloeden omdat ze zelf beter weten, denkt u? “Niet zo zeer beter weten maar je hebt een aantal mechanismes rondom schoolkeuze, gaat niet erg over reputatie, maar nabijheid. En wie zit er nog meer op die school? Kwaliteit, dat is ons werk van de inspectie. We zien onszelf ook niet als een soort Consumentengids, maar we hebben effect op de docenten, schoolleiders en het bestuur zelf. Als wij zeggen dat er iets niet goed is dan moeten en willen ze er iets aan doen. Die cijfers hebben betrekkelijk weinig te maken met schoolkwaliteit. Al denkt Dronkers zelf van wel. Zijn methode slaagt er helemaal niet in. Zoals in het Gooi waar hoge cijfers gehaald worden, waar veel hoger opgeleide ouders wonen die er veel energie in steken, dus hogere scores op die scholen, dat men denkt dat het iets met die school te maken heeft. Dronkers zelf ziet dit verschijnsel zelf ook maar hij gelooft er heilig in dat die school dan gewoon beter is. Volgens mij heb je dan een gaatje in je hoofd. Wij zien dat kwaliteitsverschil namelijk niet. Maar ik vind het wel interessant wat er uit jouw enquête komt, maar ik denk niet dat dat veel invloed heeft. Wat bij schoolkeuzeproces zo ingewikkeld is, is dat wij als inspectie het moeilijk vinden om iets over de kwaliteit van de school te zeggen, ondanks de expertise en geschiedenis van 214 jaar. Waar moet je als ouders naar kijken en doen? Dat is ook gewoon ingewikkeld. Er zijn 7000 basisscholen in Nederland, heel veel.” Zijn er op scholen zelf dingen veranderd sinds de publicatie? “Ik hoop het niet. Moeilijk om te zeggen, maar ik hoop het echt niet. Er is wel steeds meer discussie in Nederland over de Citotoets. Dat is altijd bij maatschappelijke discussies waar iets van ongenoegen in zit, het wordt al heel snel veel groter gemaakt. De rol van toetsen in het onderwijs is al heel lang een soort sluimerig ongenoegen, dat is de reden dat deze publicatie enorme aandacht in het veld zelf kreeg. Het ongenoegen richting de toetsen.” Moet er misschien minder getoetst worden voor beter onderwijs? “Nee. Het moet beter gebruikt worden. Toetsen waar niets mee wordt gedaan, kunnen we beter meteen mee stoppen. Een toets wordt gebruikt als manier om na te denken over het niveau van het kind. Je hebt verschillende soorten toetsen. In Finland “heb je geen toetsen”, dat is onzin, je hebt altijd toetsen, maar de vraag is wanneer en welke impact de toets heeft. Heb je geen eindtoets? Dan heb je wel een toelatingstoets, in ieder land andere mechanismes. In veel landen heb je huiswerk met toetsen, dat wordt ook als toetsing gezien. Onderwijs zonder toetsen is niet mogelijk. 70
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Het is meer de vraag welk gewicht je daar aan geeft. Selectie zonder toets? Dan gaan kinderen met hoog opgeleide ouders allemaal naar VWO, en die andere kinderen niet. We hebben het nodig voor gelijkheid. En op de middelbare school heb je om de week een proefwerk of SO. De vraag is altijd wat je er mee doet. Het heeft enorme voordelen, je kunt zien hoe jouw leerling het doet ten opzichte van vele anderen. Ik geloof dat ze in Schotland toetsen hebben verboden tot de kinderen 7 jaar zijn. Maar ik heb jonge kinderen van vier en zes en die beseffen niet eens dat wat ze hebben gedaan een toets is geweest. Je hoort ook wel eens: het is kindermishandeling. Maar dat wordt het eigenlijk pas als de volwassene er zo veel druk op legt en het kind het zenuwachtig om wordt.” Volgens woordvoerster Liesbeth van Litsenburg van CITO roept de publicatie fraude in de hand. “Een gummetje is zo gepakt.” Hoe denkt u over deze uitspraak? Vindt er meer fraude plaats omdat de Citoscores nu openbaar staan? Zal dit aanhouden? “De kortste weg naar hogere scores is niet je onderwijs verbeteren maar is om te gaan zitten kloten met de toets afname.” Zal dat nu meer gebeuren? “Ik denk het eigenlijk niet. Die andere mechanismes zijn eigenlijk sterker. Ik geloof het niet. Ik vind dat zo’n zwak fenomeen, omdat er zoveel meer in het onderwijs belangrijk is. 99% van de mensen in het onderwijs zijn heel intensief gemotiveerd en die gaan er niet mee lopen klooien. Waarom zouden ze dat doet? Wie helpen ze daarmee? Dat is mijn beeld niet. Dit is hun werk en ik ga er vanuit dat ze dat zo goed mogelijk willen doen. Er zijn mensen die zeggen: ‘je bent naïef.’ Dat kan. Maar ik denk dat we daar voor op te veel scholen komen. Het zit soms heel dicht op elkaar. Scholen in Amsterdam, echt zwarte scholen, zijn heel gevoelig voor de stempel ‘zwarte scholen zijn zwakke scholen’, ze willen dat de kinderen het beter doen dan de ouders zelf, dus die ouders en die scholen zetten alles op alles voor een goede score op de Citotoets om de kinderen naar goede middelbare scholen te laten gaan. Maar is dat dan teaching to the test? Geven veel instructies over hoe het echt in elkaar zit in de toets, steken veel tijd in taal en rekenen, daarbij krijgen andere vakken minder aandacht. Teaching to the test is niet altijd meteen fraude. Daar maken wij ons zorgen over; toetsen zijn vaak meerkeuze. Een opstel schrijven, dat zit niet in dat soort toetsen. Daar steken scholen weinig tijd in, omdat het niet getoetst wordt. En dat is zonde, het is heel belangrijk. Vroeger was dat meer. Er zijn altijd verschuivingen. Vorig jaar heeft de inspectie nog gekeken naar hoeveel tijd wordt er nou in welk vak gestoken.” Wat zijn andere gevolgen van de publicatie? “Wat wel belangrijk is, is de positie van zorgleerlingen, die extra steun nodig hebben. Zij scoren zelf ook minder goed op dat soort toetsen, maar dat zegt helemaal niks. Scholen staan daar voor open. Het gaat erom wat de school bereikt met het kind, niet om de absolute hoogte daarvan. Als je iets niet wilt, is dat scholen denken: weet je wat, ik ga dat soort leerlingen weigeren. Die moeten maar naar een andere school. 71
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Dan verslechter je het echte probleem. Dat is eigenlijk mijn belangrijkste zorg. Je wilt juist proberen zorgleerlingen in het gewone onderwijs een goede plek te geven. Kinderen met diabetes bijvoorbeeld, dat kost extra aandacht en tijd. Dat is niet makkelijk. Als scholen denken: ik wil het zo simpel mogelijk, geen kinderen met problemen. Daar heeft het kind met diabetes niks aan. Nu is diabetes misschien niet het juiste voorbeeld, maar ADHD bijvoorbeeld wel. Onderwijs is er niet voor de school maar voor de leerlingen. Voor mij is onderwijs: dat juist aanpakken en daar trots op zijn. Er zit enorme kwaliteitsverschil in docenten hoe ze daar mee omgaan en of ze het aan kunnen.” Zitten er ook voordelen aan de publicatie? Bijvoorbeeld scholen die beter hun best gaan doen voor een hoger resultaat? “Nee, van deze publicatie zie ik geen voordelen. Ik vind dat ouders recht hebben op goede informatie bij schoolkeuze, dat ze zelf kunnen bepalen wat zij belangrijk daarin vinden. Het probleem ontstaat op het moment dat je een ranglijst gaat maken. Ik houd niet van die houding: wij weten wat belangrijk is voor ouders bij de schoolkeuze. “ Is www.vensterspo.nl, met algemene informatie over de school en onderbouwingen van scores, een goede tool voor ouders? “Zeker, als ze dat verder verbeteren. Daar is ruimte om uit te leggen en te vertellen. Ik vind alleen dat ze nog te weinig inzicht geven in waar de school voor staat. Wat nog wel een voordeel zou kunnen zijn van deze publicatie is dat het zulke processen versnelt. Dat scholen snappen dat ze zelf echt aan de bak zijn. Ik hoop dat dit een impuls is voor meer en bredere verantwoording.”
72
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Jan-Willem Swane, persvoorlichter Inspectie van het Onderwijs Telefonisch interview, mei 2014 Vorig jaar september heeft staatssecretaris Sander Dekker toestemming gegeven voor het publiceren van de Cito-scores per basisschool. RTL heeft toen van 2009 tot en met 2013 de scores openbaar gemaakt. Waarom is dat destijds gedaan? “Alle scholen in Nederland dienen hun gemiddelde score van de eindtoets (in 85% van de gevallen is dat de Citotoets) aan de inspectie in te leveren. De inspectie controleert deze scores en als er sprake is van een herhaaldelijk lage score, moet de school zich kunnen verantwoorden. RTL vroeg deze gegevens op en de wet schrijft voor dat deze gegevens gedeeld mogen worden, dus zijn de scores verstrekt.” Hoe denkt de inspectie over het publiceren van de scores? “Dát cijfers gepubliceerd worden, staan wij alleen maar achter. Maar de methode die destijds gebruikt is, vinden wij geen goede. Daar is RTL verantwoordelijk voor geweest, zij hebben samen met een onderzoeker een methode bedacht en aan de hand daarvan scholen een cijfer gegeven. Wij denken dat het niet reëel is om een basisschool een cijfer te geven op basis van één eindtoets. Natuurlijk zegt het gemiddelde resultaat van de eindtoets iets over het onderwijs, maar niet over het geheel. En omdat 15% van de scholen kiest voor een andere eindtoets dan de Citotoets, is het heel lastig om die normering met elkaar te vergelijken.” Volgens NU.nl zou als gevolg op de publicatie, de meerderheid van de scholen overwegen om met de Citotoets te stoppen. Is dit daadwerkelijk gebeurd? “Er zijn ruim 74.000 basisscholen waarvan het overgrote deel serieus met de Citotoets om gaat. 85% van de scholen gebruikt de Citotoets. Directeuren van basisscholen beseffen ook dat de eindtoets erg belangrijk is, dus dat zij daar niet zomaar mee (kunnen) stoppen. Dat is voor het kind de kans om te laten zien wat diegene in huis heeft. Het commentaar op de Citotoets gaat vaak over dat het een momentopname zou zijn van de intelligentie van het kind. Dat is waar, maar samen met het advies van de directeur van de school, is het een prima combi om een uitspraak te doen over het niveau.” “De vraag is hoe veel impact de publicatie heeft gehad op ouders. Hebben ze daadwerkelijk deze score gebruikt voor hun basisschoolkeuze?” Ziet u voordelen in de publicatie? “Ja, het is goed om informatie over resultaten van basisscholen vrij te geven, zodat ouders weten naar wat voor een basisschool zij hun kind sturen. Maar geef dan álle informatie vrij, en niet alleen een kaal Cito-cijfer. www.scholenopdekaart.nl is hier een goed voorbeeld van, dit is een nieuwe site over basisscholen en daar staat ook informatie zoals het aantal leerlingen en het soort onderwijs. Daarbij kan ook de Citoscore vermeldt worden, dat geeft een goed beeld.” 73
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
En wat zijn volgens u de nadelen? “De methode die is gebruikt. De ene basisschool kiest er namelijk voor om leerlingen met een ‘laag’ praktijkniveau de toets wel te laten doen, en de andere school laat deze leerlingen niet de eindtoets doen. Dan kan invloed hebben op de gemiddelde score van de school. En een school is meer dan alleen de Cito-score.” Liesbeth van Litsenburg van het Cito denkt dat de publicatie fraude in de hand werkt. Hoe denkt de inspectie daarover? “Wij gaan er vanuit dat een directeur het beste met zijn leerlingen voorheeft. Soms maken directeuren bepaalde noodsprongen de verkeerde kant op, maar dit gebeurt zelden. Als een leerling een te hoge score krijgt doordat er fraude wordt gepleegd, is het kind hier zelf enorm de dupe van. Dat is iets dat we absoluut niet willen.”
74
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.3.3
Cito
Liesbeth van Litsenburg, persvoorlichter Cito Telefonisch interview 06-06, (026)3521555 Vorig jaar september heeft staatssecretaris Sander Dekker toestemming gegeven voor het publiceren van de Cito-scores per basisschool. RTL heeft toen van 2009 tot en met 2013 de scores openbaar gemaakt. Hoe staat Cito tegenover deze publicatie? Is Cito hier blij mee, of juist niet? En waarom dan wel/niet? “Cito staat negatief tegenover de publicatie van deze scores. Het is nu een rankinglist geworden, van Cito-cijfers per basisschool, maar een school is zo veel meer dan dat. De scores zijn daar niet voor bedoeld. Het doel van de Cito-toets is om samen met het advies van de leraar, de leerling op de juiste plek te plaatsen in het voorgezet onderwijs. Wat er nu gebeurt, is dat scholen een impuls krijgen om hoger te willen scoren.” Wat vindt Cito van de gebruikte methode van Dronkers? “Ja, daar hadden velen een mening over, omdat we hier natuurlijk ook allemaal werken met het toepassen van methodes en het bedenken van formules. En dit is niet de methode die wij zouden ontwikkelen en gebruiken. De methode van Dronkers is discutabel. De ene school is niet zo simpel te vergelijken met de andere school. De ene school laat zijn zwakste leerlingen de toets wel maken, de andere school niet. Het verschil tussen zwarte scholen in bijvoorbeeld Rotterdam en scholen op het platteland of in Blaricum, wordt op zo’n manier verkeer weergegeven zo zonder onderbouwing. De Cito-toets wordt zo verkeerd gebruikt, er wordt misbruik van gemaakt, en dat vinden we erg jammer.” Wat zijn de gevolgen en veranderingen hiervan (geweest) volgens Cito? “Omdat scholen beter willen presteren, ontstaat er een soort concurrentiestrijd. Alles draait tegenwoordig om het zo goed mogelijk maken van de toets. Maar daar is Cito helemaal niet voor bedoeld. Ouders zetten hun kind op Cito-training, kinderen krijgen blikjes energydrink mee, docenten gaan zich focussen op de toets, in plaats van op de inhoud. Je krijgt dan inderdaad een Teaching To The Test beweging. En dan maakt de leerling de test behoorlijk goed, en wordt het misschien wel op een té hoog niveau geplaatst. Dat is echt niet leuk voor de leerling, om na twee jaar erachter te komen dat het inderdaad te moeilijk is en afzakken naar een niveau lager in een andere klas, op misschien wel een andere school. Wat kan het kind aan? Dat is de belangrijkste vraag, daar draait het om en dat is waar de scores voor bedoeld zijn. Maar tegenwoordig gaat het allemaal om presteren, er wordt een hele cult omheen gebouwd. Ik werk hier nu acht jaar en vroeger was de prestatiedruk lang niet zo hoog. Het gaat er toch om dat het kind gelukkig is?!”
75
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Denkt u dat ouders zich laten beïnvloeden door de gepubliceerde cijfers? “Ja, dat denk ik wel. Tegenwoordig vinden ouders het heel belangrijk dat hun kind goed presteert. Vroeger was de verhouding zestig procent van de leerlingen gaat naar het VMBO en veertig procent van de leerlingen naar HAVO of VWO. Nu gaat bijna meer dan de helft van de leerlingen het eerste jaar naar een HAVO/VWO brugklas. En later blijkt dit toch te moeilijk. Ik denk dat als ouders afweten van de cijfers, dat een deel zich daar wel door laat beïnvloeden.” De AVS heeft een onderzoek gedaan onder haar leden omtrent deze publicatie. Als RTL Nieuws daadwerkelijk de cijfers aan de hand van de methode van Dronkers online zou zetten, zou de meerderheid van de ondervraagden stoppen met de Cito Eindtoets. Is er daadwerkelijk een daling in te zien in het aantal basisscholen dat afgelopen jaar de Cito Eindtoets heeft afgenomen? “Nee, er is geen daling geconstateerd. Het zit zo, als school zijnde ‘koop’ je bij Cito de toets. En wij waren zeker ook bang voor een daling in het aantal afgenomen toetsen, het had inderdaad goed gekund dat scholen niet meer voor Cito zouden kiezen, maar dat is niet gebeurd. We hebben aan zo goed als net zo veel basisscholen de Cito Eindtoets verkocht.” Waarom denkt u dat er geen daling te zien is terwijl dit wel zou passen bij de geluiden uit het onderzoek? “Vijfentachtig procent van de basisscholen maakt gebruik van de Cito Eindtoets. De overige vijftien procent gebruikt óf een andere eindtoets zoals bijvoorbeeld NIO, dat is een intelligentietoets, óf geen eindtoets. Maar ouders hechten veel waarde aan een eindtoets en daarnaast vraagt het voortgezet onderwijs echt naar een tweede gegeven: het advies van de docent en de eindtoets-score. Als scholen helemaal zouden stoppen met een eindtoets, zouden ze zichzelf in de vingers snijden. Vanaf volgend jaar is een eindtoets verplicht. Alle scholen die voorheen geen gebruik maakten van een eindtoets, zijn nu verplicht deze af te nemen. De basisschool bepaalt welke eindtoets leerlingen gaan maken. De medezeggenschapsraad wordt hierbij betrokken. De eindtoetsen waar scholen uit kunnen kiezen, moeten allemaal aan bepaalde voorwaarden voldoen. Vanaf schooljaar 2014-2015 is de eindtoets verplicht voor alle leerlingen in groep 8. De eindtoets moet betrouwbaar en van goede kwaliteit zijn. Daarom heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voorwaarden vastgesteld. Alle eindtoetsen moeten daaraan voldoen. Deze voorwaarden gaan over de inhoud van de eindtoets en de manier waarop hij wordt afgenomen. Bijvoorbeeld hoe de toets de leervorderingen van leerlingen systematisch meet.”
76
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Zullen zodra de voorwaarden vrijgegeven zijn, andere toetsbureaus opstaan en een concurrerende eindtoets maken? “Dat zou goed kunnen, maar dan nog niet komend jaar denk ik. De voorwaarden worden vrij kort dag vrijgegeven, en het maken van zo’n eindtoets neemt nogal wat tijd in beslag. Maar misschien vanaf het jaar daarop wel, ja.” Leden van de AVS geven aan dat de publicatie van zulke cijfers fraude in de hand kan werken. Dat er een ‘strijd’ ontstaat. Hoe denkt Cito daar over? “De Cito Eindtoets wordt gemaakt met een potloodje. De leerlingen mogen gummen. De computer kijkt vervolgens de formulieren na. Als er formulieren bij zitten waar vaak vakjes vaag of onduidelijk te lezen zijn, gooit de computer deze eruit en worden ze handmatig nagekeken. Als één school veel van deze formulieren heeft ingeleverd, dan benaderen we die school. Het zou best kunnen dat als de prestatiedruk zo hoog ligt, dat vaker het gummetje door een schooldirecteur wordt gepakt dan voorheen. Ik denk wel dat je meer fraude hiermee in de hand werkt. En de politiek werkt hier ook aan mee, met het streven naar ‘excellente scholen’, waarbij scholen met de hoogste scores worden beloont.” Denkt u dat RTL door blijft gaan met de publicatie van de Cito-scores? “Ja, dat denk ik wel. Ze hebben er veel publiciteit door gekregen en dat is waar zij naar streven, dus ik vermoed dat wel.”
77
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
10.3.4
Basisschool De Zeester
Directeur Inge de Boer & Intern begeleider Lieke van Roermund Vrijdag 05-12, 9.30u in De Zeester Vorig jaar september heeft staatssecretaris Sander Dekker toestemming gegeven voor het publiceren van de Cito Eindtoetsscores per basisschool. RTL Nieuws heeft toen aan de hand van een methode van Jaap Dronkers een rankinglijst gemaakt van alle basisscholen in Nederland en de scores van 2009 tot en met 2013 openbaar gemaakt. Wat was de reactie van De Zeester op de publicatie? Inge: “Nou, wij hadden een voldoende score. Toen ik het nieuws las toen dacht ik: waar gaat dit nu weer heen? En is dit de juiste manier om ouders te informeren? Ik vind dat het sowieso de plicht is van de school om ouders te informeren over hoe je als school functioneert en wat de resultaten zijn, alleen denk ik dat het nooit zonder een toelichting kan. RTL gebruikt de ruwe cijfers. Wij weten dat je ook bijvoorbeeld een aantal kinderen hebt die de toets wél hebben gedaan, maar die niet tellen voor de beoordeling van de inspectie en die kinderen zitten nu wel bij het cijfer dat RTL plaatst, dat geeft een vertekend beeld.” Lieke: “Bijvoorbeeld kinderen met een lager IQ onder de 80, die mag je buiten die scores houden, want dat heeft natuurlijk veel invloed op het eindcijfer, terwijl het niet heel veel zegt over de kwaliteit van je onderwijs, want zij hebben het gewoon niet in zich om hoger te scoren. Daar hebben wij ook best wel wat kinderen van, dus dat is voor ons wel elke keer spannend. Die kinderen hebben ook een intelligentieonderzoek, dus we kunnen het ook allemaal onderbouwen.” Inge: “En is de kwaliteit van het onderwijs een cijfer voor RTL Nieuws? Of, moet dat het zijn? De kwaliteit van het onderwijs is meer dan een cijfertje. Het is ook hoe ouders de sfeer beleven, hoe veilig kinderen op een school zitten, hoe goed er les wordt gegeven. En het ene jaar is het niveau van de groep hoger dan een ander jaar en dan haal je wel of niet de eindopbrengsten maar dat wil niet zeggen dat de kwaliteit van het onderwijs slecht is, natuurlijk heeft het wel iets van een voorspellende waarde, maar er ligt zoveel aan ten grondslag.” Lieke: “En daar los van: wat is kwaliteit? Is dat alleen een cijfer of is dat ook sfeer beleving, ouder-tevredenheid, oud-leerling tevredenheid. Er zit zoveel achter dat cijfer, en dát wordt niet meegenomen, ik denk dat dat het grootste bezwaar is.” Er is een uitspraak gedaan door Liesbeth van Litsenburg van het Cito dat de publicatie van deze lijst fraude in de hand werkt. Dat er leraren zijn die in gaan spelen op de toets, die les gaan geven naar de toets toe. Kan dat een gevolg zijn van de publicatie? Inge: “Dat weten wij ook. Zeker weten.” Lieke: “Dat gebeurt nu ook al, dat horen wij ook van andere scholen, dat onze oren klapperen. 78
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Maar dat is ook wel wat je in de hand werkt daardoor, want er wordt zo’n druk op gelegd, en je moet proberen je eigen visie aan te houden, wij staan voor onze school en we laten ons niet meesleuren daarin. Maar dat de verleiding en de druk groot zijn doordat anderen er een groot iets van maken, dat gebeurt al.” Inge: “We weten van een andere school dat ze daar echt werken naar de doelen van de Citotoets. Dat daar de kaartjes van Woordenschat in de klas hangen, die kinderen zien de kaartjes de hele dag door, dus dat zij met de toets straks de Woordenschat-plaatjes herkennen is logisch.” Lieke: “En ook de toets van te voren al maken en de resultaten bekijken en een half jaar later de toets opnieuw geven, dan is er een halfjaar lang ingespeeld op de toets en naartoe gewerkt. Wat meet je dan nog?” Inge: “Dan zegt Cito de kinderen zijn beter gaan presteren en passen de normering dan aan, en wij denken: kinderen zijn helemaal niet echt beter gaan presteren, er wordt gefraudeerd met de toetsen op welke manier dan ook, en daardoor lijkt het alsof het niveau van de kinderen gestegen is, maar in werkelijkheid… Kinderen worden niet echt intelligenter hoor. Niet zomaar.” Hoofdinspecteur Arnold Jonk gaf in ons interview ook aan dat een gevolg zou kunnen zijn dat scholen moeilijk-lerende kinderen eerder zullen weigeren, door de druk op dat eindcijfer. Inge: “Dat zou zeker een gevolg kunnen zijn. Dat zit niet in ons systeem in ieder geval. Lieke: Wij hebben wel al ouders gehad met bijzondere kinderen, die dan wel al bij andere scholen zijn geweest, maar daar te horen kregen dat de klas al vol was, dan denk ik: ja, de klas was vol?!” Inge: “Het is nu een zorgplicht sinds augustus 2014, in het kader van passend onderwijs. Dus op het moment dat een ouder zich meldt bij jou, ben je verplicht om een passende plek te zoeken, al dan niet op je eigen school als je niet kunt voldoen aan de onderwijsbehoeften van dat kind. Dus dat weigeren kan dan wat moeilijker. Maar vanuit het verleden weten we dat er echt wel kinderen bij ons op de stoep stonden die op diverse scholen al geweigerd waren. Ik denk dat dat wel het gevolg is van passend onderwijs, dat dat allemaal gaat wringen. De cijfers die je moet halen en de kinderen die je wilt binnenhouden.” Lieke: “Je kan ook kinderen hebben met een IQ van 100 of hoger, maar die wel ADHD hebben. Dat kan ook invloed hebben op je scores, maar we kunnen alsnog heel goed onderwijs aan dat kind geven. Alleen in het algemeen beeld van het kind is dit wat past bij de leerling, en dat is wel een heel belangrijk gegeven. Daar zijn wij wel ook altijd heel trots op, dat we van docenten van het voortgezet onderwijs horen dat onze kinderen heel weinig schakelen, dus wat wij doorgeven als advies, uiteindelijk zitten ze dus blijkbaar wel op een goede plek. Je hoort wel eens andere verhalen, dat scholen heel hoog advies uitstromen, op welke manier dat dan ook gegaan is.”
79
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Is dat die prestatiedruk vanuit ouders? Mijn kind moet naar de HAVO? Lieke: “Ja ook, maar ook er moet een bepaalde norm gehaald worden voor de inspectie, bepaalde adviezen die daar bij horen, en dat de kinderen dan dus na één of twee jaar moeten schakelen, omdat ze het niveau niet aankunnen.” Inge: “Dat komt dan dus omdat er in het voortraject gerommeld is met de toetsen zodat ze een hoger resultaat haalden. Hoe ongelukkig kun je zijn, als je niet begrijpt waar het over gaat de hele dag. Maar dan zit je wel op de HAVO…” Lieke: “Wat je zegt is ook wel waar hoor, bij ons op school zijn we dan heel duidelijk naar de ouders toe, maar sommige ouders kunnen heel krachtig met hun mening daarin zijn, waar hun kind volgens hen naar toe moet gaan. Maar daar zijn wij niet echt meer van onder de indruk. Het is zoals het is.” In het Inspectierapport van basisschool De Zeester las ik dat er in 2010 extra toezicht is geweest van de inspectie. Er werd ‘onvoldoende’ gescoord op de eindresultaten. Is dat die Cito-uitslag? Of het advies dat de leerling meekrijgt naar het voorgezet onderwijs? Lieke: “Nee, dat is puur de Cito-score, die is leidend in het oordeel. Al die indicatoren die je in de lijst ziet, we komen best wel van ver, we hebben best al wat grote sprongen gemaakt, we hebben nu geloof ik de laatste keer twee indicatoren niet van de 22, die dus iets zeggen over jouw school en de kwaliteit, dat is op zich hartstikke goed, maar toen waren die eindresultaten niet voldoende, die eindscores van het Cito. En dan kom je dus onder toezicht. Terwijl er ook scholen zijn die veel meer indicatoren niet hebben, waarvan inspectie dus op school komt en zegt van dit is gewoon niet in orde, maar die de eindscore wél halen en dus gewoon een voldoende scoren bij de inspectie.” Dus die weging van die indicatoren zijn eigenlijk ook niet gelijk? Inge: “Nee, helemaal niet. We weten scholen in Santpoort bijvoorbeeld, waar ouders hoogopgeleid zijn en waar de kinderen een stabiele thuissituatie hebben en naar de bibliotheek gaan en spelletjes met ze spelen en alle tijd steken in hun kinderen, daar zijn de resultaten op scholen eigenlijk vanzelf al goed.” Lieke: “Zij hebben geen kinderen die ‘onvoldoende’ scoren op begrijpend lezen, dus ja dan ren je ook minder hard. Maar wat zegt dat dan in dit geval over het begrijpend lezen bij ons op school en bij hun op school? Dat is allemaal wel een beetje discutabel.” De Zeester scoort nu bij RTL Nieuws een 5,9 op de Cito Eindtoets. Jaap Dronkers had een ‘7’ als gemiddelde, die 5,9 is dan onder gemiddeld. Wat zijn de geluiden daarop van buitenaf? Inge: “Niks. Wij horen er niet veel over terug. Wel toen we de naam ‘zwakke school’ hadden van de inspectie. Er komen altijd wel vragen over de inspectie en over de tijd dat we een zwakke school waren. Nu horen we nog wel over de zwakke school, maar niet over de 5,9 die we nu gehaald hebben van RTL.” Lieke: “Wel dat ze dat rapport van inspectie wat jij ook hebt opgezocht, dat ze dat bekijken en van daaruit vragen hebben, nou ja dan geven we altijd heel transparant antwoord hoe de vork in de steel zit.
80
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
We steken heel veel tijd in ouder-betrokkenheid, heel veel moeite om echt de ouders in je school te krijgen en ze een band met de school te laten krijgen, dat doen we op allerlei soorten manieren en ik denk wel dat dat ook wel een reden is dat ouders vertrouwen hebben en niet zozeer hangen aan het cijfer, maar zien dat hun kind blij is en tevreden zijn over de school en cijfers haalt wat bij het kind past, ik denk dat dat heel veel uitmaakt. Als je al geen lekker gevoel hebt bij een school en je ziet dat cijfer, dat voedt dat wel denk ik, een bevestiging. Ik hoop dat ouders bij ons weten hoe dat dan komt, we zijn er ook altijd eerlijk over geweest en we hebben ook wel ouders gehad die binnenliepen en vroegen hoe zit dat nou precies, dan namen we even de tijd om dat uit te leggen en dan gingen ze wel weer gerustgesteld weg. En in hoeverre dat Cito-cijfer invloed heeft op de keuze… Dat cijfer hoort Nieke (adjunctdirecteur) dus niet terug, terwijl alle ouders bij ons op informatie-ochtend komen, dus die hebben we echt allemaal gezien en gesproken.” In eerste instantie reageerden schooldirecteuren en schoolbesturen heel fel op de publicatie van RTL Nieuws. Ze zouden overstappen naar een andere toets als de Citoscores daadwerkelijk gepubliceerd zouden worden. Ik merk nu dat die reacties wat afzwakken en dat overstappen simpelweg niet mogelijk was. Waren jullie in het begin ook fel tegen? Inge: “Ik had wel meteen zo iets van ‘moet dit nou op die manier’, dat herken ik wel heel sterk. En dan denk ik aan de andere kant: ja als dit de manier is waarop jullie het willen communiceren, dat is prima, maar wij doen dat op onze eigen manier, wij weten dat wij zelf als school daar altijd heel transparant en eerlijk over zijn, we kunnen altijd heel goed aan ouders uitleggen waarom cijfers zijn zoals ze zijn, maar het wel even een diepe zucht zo van: oh gaan we weer, moeten we dat weer onderbouwen, en wat kort door de bocht. Nu weet ik niet hoe het straks zal gaan als de eindtoets verplicht is, wij gebruikten de eindtoets voornamelijk om het advies voor de leerlingen in groep 8 te bepalen, als onderdeel van de verwijsprocedure. En dan wordt die toets nu verplaatst naar later in het jaar, is het geen onderdeel meer van de verwijsprocedure, want de leerlingen en ouders weten het advies al tegen de tijd dat de toets gemaakt wordt, en zelfs de inschrijvingen zijn al de deur uit. Dus alles is al gedaan, en dán moeten we nog die eindtoets gaan maken. Het heeft geen toegevoegde waarde meer, behalve dat de inspectie nu zegt: ja, onvoldoende. Of; voldoende, daar gaan we dan voor. Maar het effect dat de druk op de eindtoets nog meer toeneemt, wordt daarmee alleen maar groter. Wij gaan normaal met die toets om, eerst hadden we er nog iets aan, maar nu hebben we er niets meer aan. Kan het alleen maar tegen ons werken. Dán wordt het ook echt een afrekencultuur. Leerlingen weten al naar welke school ze gaan, maar moeten dan wel nog die grote Citotoets maken. En voor de kinderen wordt er vrijwel niets meer mee gedaan, het gaat naar de inspectie.”
81
Scriptie Aniek Dekker, januari 2015
Waarom is de toets verlaat? Inge: “Zogenaamd om dan het onderwijs tot aan die toets door te laten gaan, alsof het na die toets stopt in januari, nou bij ons in ieder geval niet. Op de Cito-site staat ook vermeld dat de toets gebruikt wordt om kinderen op een juiste manier te verwijzen. Dáár was die toets voor. En de politiek heeft bepaald dat het een normeringsinstrument is geworden, niet voor de verwijzing maar voor kwaliteit van onderwijs. Door ‘m nu nog verder te verplaatsen naar later in het jaar, is het hele verwijzingsinstrument gewoon los gelaten. Onder het mom van: jullie zijn op basis van ervaring en deskundigheid heel goed in staat een advies te geven. Ben ik het helemaal mee eens, maar laat die toets dan gaan, zo heeft het geen enkele toegevoegde waarde meer. Behalve als afrekeninstrument voor de inspectie. En RTL Nieuws gaat daar nog een stap verder in. Er gaat een veel complexere wereld achter die 5,9. Het is gewoon om te wijzen: jij bent goed, jij bent niet goed. Maar daar komt wel verandering in geloof ik. Dat je nu ook een ‘goed’ kunt halen en een ‘excellent’.” Ja, excellente scholen, dat toch ook nog recent in het nieuws geweest? Inge: “Ja, je kunt je excelleren. Dan zijn de resultaten al helemaal sky high. Ik weet van een school in Santpoort-Zuid, daar komen kinderen binnen met een IQ van 130, ja die willen wel naar het VWO gaan. Hoef je niks voor te doen, dat gaat helemaal vanzelf.” Lieke: “Ja, ik zit dan wel eens met die IB’ers om tafel, en dan hebben we alle twee een plus-klas, en daar zit dan zo’n verschil in wat bij hun dan plus-klas-kinderen zijn en bij ons. Dan hebben we het echt over dingen die we met die kinderen doen, maar wat zij doen is bij ons echt niet mogelijk. Natuurlijk er zit heus wel eens een leerling tussen, maar het is gewoon een andere populatie, dat is gewoon zo. We zitten hier in een nieuwbouwwijk, veel huurwoningen, dat zegt ook wel wat. Het is gewoon niet in een cijfer te vangen.
82