VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 23
overzicht van de publicatie
1
Overzicht van de publicatie
Dirk Gombeir Coördinator netwerk Nascholing & Educatieve Dienstverlening (nNED), Universiteit Gent
1. Mogelijkheden van ICT-gebruik in beeld gebracht 2. ICT en vernieuwingen op het gebied van onderwijs en leren 2.1. Legio formules om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren 2.2. Legio mogelijkheden om het vakinhoudelijke werken te verrijken 3. ICT en vernieuwingen op het niveau van de organisatie 3.1. In kaart brengen van mogelijke implicaties 3.2. Aandacht voor de praktische, schoolorganisatorische kant 4. ICT en stimulansen op het niveau van het beleid 5. Maatschappelijk-politieke uitdagingen gegenereerd door ICT 5.1. Computervaardig zijn als instapnorm? 5.2. Wat te denken van de voorhoedegevechten van allerlei ICTmakelaars? 6. Ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van ICT 6.1. Neurotechnologische spitsvondigheden? 6.2. Kritisch afstand kunnen nemen van de hypertechnologische, virtuele realiteit 7. Besluit Noten
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 23 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 24
algemeen kader
overzicht van de publicatie
afl. 1, juni 2002, 24 terreinverkenningen
2
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 25
overzicht van de publicatie
elementaire richtingaanwijzers
zes thematische clusters
3
In punt 2 ‘Opzet en concrete vormgeving van deze publicatie’ in het Woord vooraf hebben we de doelstellingen van deze publicatie reeds kort geschetst en hebben we ook op een rijtje gezet vanuit welke invalshoeken en aangrijpingspunten deze losbladige publicatie gestalte zal krijgen. Dat het om een complexe en veelomvattende onderneming gaat, zal daar al duidelijk geworden zijn. De lezer zal dus ongetwijfeld behoefte hebben aan enkele elementaire richtingaanwijzers om het uitgebreide, gevarieerde ICT&Ospeelveld waarop we ons begeven, duidelijker te kunnen overzien. Om tegemoet te komen aan deze vraag, hebben wij ervoor geopteerd om alle bijdragen uit deze en komende afleveringen in te bedden in een zestal thematische clusters. In deze overzichtsbijdrage typeren we deze zes clusters al even en geven we aan welke soorten bijdragen erin bijeengebracht zullen worden. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Mogelijkheden van ICT-gebruik in beeld gebracht ICT en vernieuwingen op het gebied van onderwijs en leren ICT en vernieuwingen op het niveau van de organisatie ICT en stimulansen op het niveau van het beleid Maatschappelijk-politieke uitdagingen gegenereerd door ICT Ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van ICT
1. Mogelijkheden van ICT-gebruik in beeld gebracht algemeen oriënterende overzichtsbijdragen
In deze rubriek brengen we een aantal algemeen oriënterende overzichtsbijdragen samen die de lezer kunnen helpen om het chaotische terrein van ‘ICT en onderwijsvernieuwing’ globaal te overzien. Jan Driesens bijdrage ‘De impact van ICT op het vormgeven aan onderwijs- en leerprocessen en de schoolorganisatie’ handelt over de elkaar in sneltempo opvolgende ontwikkelingen in de wereld van de technologie en de vele manieren waarop die het onderwijs binnensijpelen. Deze bijdrage zullen we aanvullen met artikels over de vele nieuwe tendensen die zich op het gebied van onderwijs en leren aftekenen, mede dankzij de niet aflatende input van de kant van ICT, multimedia en het internet. We verwijzen hiervoor o.a. naar de bijdragen ‘Checklist voor de implementatie van ICT in een constructivistische didactiek’ van Joost Lowyck, Els De Bens en Dirk Gombeir en ‘ICT & Onderwijsvernieuwing: hinkstaplerend de kennismaatschappij tegemoet’ van Dirk Gombeir. Wie op zoek is naar ideeën over en voorbeelden van de onderwijsvernieuwende, kennisconstructivistische inspanningen die hogescholen en universiteiten zich in het recente verleden – onder meer met gebruikmaking van ICT – hebben getroost, verwijzen we graag naar de bijdrage ‘Onderwijsvernieuwing en ICT in het hoger onderwijs’ van Patrick Willems.
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 25 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 26
algemeen kader
lexica op het internet
twee tips
overzicht van de publicatie
4
Omdat het eveneens onze intentie is de lezers de nodige wegwijzers aan te bieden om voor zichzelf een weg uit te tekenen bij het doorkruisen van het ICT&O-terrein, zullen we in deze rubriek ook de nodige verwijzingen inbouwen naar interessante lexica op het internet die de gebieden ICT en onderwijsvernieuwing op inzichtelijke wijze helpen ontsluiten. We geven meteen twee tips mee. Op de Nederlandstalige website ‘Manu’s ICT-lexicon’ (http://home.tiscalinet.be/lexicon) vindt de bezoeker uitleg bij maar liefst 4.287 termen, afkortingen en acroniemen die allemaal te maken hebben met informatica, telecommunicatie en het internet. Beslist een aanrader voor wie in het ICT-wereldje de bomen en het bos wil leren onderscheiden. Wie wegwijs wil worden op het gebied van onderwijsinnovatie, kan daarentegen beter even een uitstapje maken naar de website Informatie en zoeksysteem BVE: Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. Deze website bevat een uitgebreide thesaurus van onderwijsgerelateerde termen zoals open leren, PGO, interactief leren, projectonderwijs, portfolio, … Hoewel er hier geen uitleg gegeven wordt bij de geïnventariseerde termen, is deze site wel een handig instrument om zicht te krijgen op hoe alle termen op het gebied van onderwijsinnovatie zich tot elkaar verhouden. De geïnteresseerde bezoeker kan dankzij gericht zoeken op het internet aldus zelf wel gemakkelijker de nodige achtergrondinformatie bijeenzoeken. De handigste toegang tot deze site krijg je door vanaf de startpagina (http://www.bvenet.nl/~mis/bindex.htm) door te klikken op ‘Op onderwerp’ en verder te gaan in de ‘Rubriek onderwijs’ naar ‘Onderwijsvormen en -methodieken’. De bezoeker die dit pad volgt, zal onderweg opmerken dat ICT, multimedia en het internet ook op deze website een prominente plaats innemen. Met de hier aangereikte gereedschapskoffers, verankerd op het ‘bureaublad’ van de eigen computer of opgeslagen in de ‘bookmarks’ naar de eigen favoriete internetpagina’s, wordt het makkelijker om op verkenning uit te gaan.
2. ICT en vernieuwingen op het gebied van onderwijs en leren ICT, multimedia en het internet in schoolen klaspraktijk
Als we eenmaal in staat zijn om het terrein globaal te overschouwen, duiken we onder in de school- en klaspraktijk van elke dag. In deze tweede rubriek stellen we ons de vraag hoe ICT, multimedia en het internet steeds nadrukkelijker doordringen in de manier waarop onderwijsleerprocessen gestalte krijgen. We kijken naar de vernieuwingen die zich aldus feitelijk voordoen. Daarbij benutten we twee complementaire invalshoeken.
afl. 1, juni 2002, 26 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 27
overzicht van de publicatie
allerlei omkaderende voorzieningen
(ver)nieuw(d)e pedagogischdidactische aanpak
5
Enerzijds hebben we het over allerlei omkaderende voorzieningen die nodig zijn om leraars in staat te stellen het nieuwe daadwerkelijk op te nemen in het eigen pedagogisch-didactische denken en handelen. Zo zullen we het onder meer hebben over de wijze waarop het ‘als leerling ICT-vaardig aan de slag gaan’ op dit ogenblik vervat zit in de eindtermen. Tegelijk gaan we na welke competenties leraars nodig hebben om ervoor te zorgen dat deze vaardigheden aan bod komen in hun lessen. We vragen ons ook af hoe de lerarenopleidingen hierop kunnen inspelen. Tot slot zullen we hier ook aandacht besteden aan de ondersteunende inspanningen die de pedagogische begeleidingsdiensten zich getroosten op het gebied van de vakspecifieke en schoolgerichte implementatie van het computergebruik, en aan het nascholingsaanbod dat de Regionale ExpertiseNetwerken (REN’s) sinds begin 2000 aan het uitbouwen zijn. Anderzijds komen we in deze rubriek uitgebreid terug op de (ver)nieuw(d)e pedagogisch-didactische aanpak die de leraar zich zal aanmeten om ervoor te zorgen dat zijn lerenden de nodige kansen krijgen om zich via oefening de vooropstaande sleutelvaardigheden eigen te maken. Daarbij zullen we oog hebben voor de extra faciliteiten die ICT-ondersteunde leeromgevingen lesgevers die deze weg inslaan te bieden hebben.
2.1. Legio formules om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren Ruimte geven aan de (ver)nieuw(d)e pedagogisch-didactische aanpak die ons hier voor ogen staat, kan op velerlei manieren. We denken onder meer aan: • de ontwikkeling van opdrachtenkaarten die benut kunnen worden tijdens hoeken- of contractwerk in het basisonderwijs; • thematische e-mail- en internetuitwisselingsprojecten waarbij leerlingen uitgenodigd worden om samen te schrijven aan een website in het lager en secundair onderwijs; • vakoverschrijdende, geïntegreerde onderzoeksopdrachten waarbij leer-
• • •
ict en onderwijsvernieuwing
lingen uit de hoogste graad van het secundair onderwijs zelf informatie verzamelen, verwerken en hertalen in een presentatie die ze brengen voor hun medeleerlingen; virtuele oefencentra in de hogere jaren van het beroepssecundair onderwijs; moderatorgestuurde discussiefora voor studenten hoger onderwijs; ...
afl. 1, juni 2002, 27 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 28
algemeen kader
ICT ten dienste van pedagogische doelstellingen
gebruik ICT en internet moet doordacht zijn
overzicht van de publicatie
6
De formules van waaruit er met ICT geëxperimenteerd kan worden, mogen dan al bijna onuitputtelijk zijn, altijd weer zal het zeer de vraag zijn hoe de leraar, de cursusbegeleider of de docent ervoor kan zorgen dat zijn manier van werken ondersteunend blijft voor de doelstellingen die hij wil realiseren. Een concreet voorbeeld maakt duidelijk hoe moeilijk het is om helder te krijgen waaraan je als lesgever werkt. Op de suggestie om jongeren op het internet op zoek te laten gaan naar informatie over een kunstenaar of een kunststroming, een land of een volk, … reageren minder ICT-georiënteerde leraars in eerste instantie nogal eens met de vraag of het nu echt wel zo hoogstnodig is de leerlingen daarvoor het www op te laten gaan. Zelf beschikken zij immers over stapels schitterende informatie waarmee de leerlingen zo aan de slag kunnen gaan. Inderdaad een zeer terechte opmerking als de betrokkenen het ‘kunnen verwerken van informatie en bronnenmateriaal’ als centrale doelstelling vooropstellen, terwijl ze het ‘kunnen opzoeken van informatie en bronnenmateriaal op het internet’ (tijdelijk) tussen haakjes hebben geplaatst. Welke doelstellingen er ook voorop mogen staan, werken met ICT en het internet wordt door leraars – zeer terecht – gezien als een zeer tijdverslindende bezigheid. Dus luidt een in deze context wel vaker gehoorde stelregel dat, als deze doelstellingen op een andere wijze even goed (of beter) gerealiseerd kunnen worden, dat andere spoor in overweging moet worden genomen. Als het opzoeken van informatie in de mediatheek volstaat, moet je niet zo nodig de omweg via het internet nemen, want dat zal gegarandeerd enkel tot irritatie leiden door het weinig functionele bezig zijn van de leerlingen. Deze stelregel mag echter niet als ‘alibi’ dienen om lerenden eens en voor altijd weg te houden van de soorten computertoepassingen die wij in deze rubriek zullen beschrijven. We mogen immers niet uit het oog verliezen dat we hier te maken hebben met het inbouwen in de eigen pedagogischdidactische aanpak van kansen tot de ontwikkeling van allerlei sleutelvaardigheden voor het leven, die we jongeren gewoonweg niet kunnen onthouden.
2.2. Legio mogelijkheden om het vakinhoudelijke werken te verrijken vakondersteunend ICT-gebruik
Behalve over vakdoorbrekende competenties, zullen we het hier uiteraard ook hebben over de meer algemeen ondersteunende mogelijkheden die ICT en het internet lesgevers te bieden hebben, bijvoorbeeld waar het gaat om de integratie van multimedia en teleleerplatformen bij het aanleren van talen, het benutten van ICT op terreinen als wiskunde en statistiek, enz.
afl. 1, juni 2002, 28 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 29
overzicht van de publicatie
7
Voorts is er aandacht voor beschrijvende databases van educatieve software (bruikbaar binnen diverse leergebieden of vakken en binnen uiteenlopende onderwijsniveaus), voor interactieve portaalsites en thematisch opgebouwde startpagina’s op het internet, enz. We zullen ook tools aanreiken die het doelgericht selecteren van websites en webgebaseerde leeromgevingen uit die oeverloos uitdijende informatiezee, die het www is, flink vergemakkelijken. materialen, lesvoorbeelden of contexten zijn liefst voorhanden
lesvoorbeelden, commentaren en aanvullingen op het www
e-leeromgevingen
Een (ver)nieuw(d)e pedagogisch-didactische aanpak staat of valt dikwijls met de mate waarin er materialen, tools of contexten voorhanden zijn die het mogelijk maken het nieuwe direct te integreren in het eigen denken en handelen. Niet voor niets krijg je bij elke vernieuwingsgerichte nascholing steevast als eerste bekommernis de vraag teruggespeeld of er uitgewerkte lesvoorbeelden voorhanden zijn die zonder al te veel aanpassingen of hertalingen gebruikt kunnen worden in de klas of op school. Want als er iets is waar lesgevers tegen opzien, dan is het wel dat iemand hun eventjes komt vertellen hoe zij het ‘anders’ moeten doen, maar hen tegelijk de boodschap meegeeft dat zij geacht worden zelf het wiel opnieuw uit te vinden voor het eigen leergebied of vak. Op dit punt leent het www zich natuurlijk uitstekend tot het ter beschikking stellen van uitgewerkte lesvoorbeelden of tot het uitwisselen van commentaren, aanvullingen en bijgewerkte versies zodra het materiaal werd uitgeprobeerd in de eigen situatie. Toepassingen die welteverstaan rekenen op input van lesgevers zelf, op hun bereidheid om echt aan ‘netwerking’ te doen. We beschrijven materialenbanken zoals die ontwikkeld zijn door Anywize.Net, Internet à la Carte, Explorian, enz., en we verwijzen ook naar gebruiksvriendelijke ontwerp- en programmeeromgevingen zoals WebQuest en Hot Potatoes die het mogelijk maken om zelf internetcontexten en -materialen te ontwikkelen. En natuurlijk zullen we ook aandacht besteden aan krachtige multifunctionele e-leeromgevingen zoals BridgED, Smartschool, BlackBoard, enz., die leerlingen en studenten veelzijdige ondersteuning bieden op het gebied van leren, communicatie, rapportage en zelftoetsing.
3. ICT en vernieuwingen op het niveau van de organisatie noodzakelijk ICT-schoolbeleid
ict en onderwijsvernieuwing
Is uit het voorgaande overzicht inmiddels duidelijk geworden dat leraars ICT op zeer uiteenlopende manieren kunnen aanwenden bij het concretiseren van onderwijs- en leerprocessen, dan moet daar onmiddellijk aan toegevoegd worden dat hoe geïntegreerder het systeem is waarop al die
afl. 1, juni 2002, 29 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 30
algemeen kader
overzicht van de publicatie
8
toepassingen draaien, hoe groter ook de noodzaak wordt om daar als school een consequent beleid rond te voeren. Als het er bijvoorbeeld om gaat een e-leeromgeving toegankelijk te maken voor alle medewerkers, dan moet er meestal een licentie genomen worden en moet er ook een server voorhanden zijn waarop de toepassing schoolintern kan worden verankerd. De financiële consequenties van dit alles voor ogen houdend, wordt hierbij best niet over één nacht ijs gegaan. Veeleer zal het zaak zijn om vooraf na te gaan of het gros van de schoolteamleden ook echt gewonnen is voor het principe om met deze éne leercontext te starten. Gelukkig kan er in veel gevallen ook gekozen worden voor een tussenoplossing, zodat het niet echt noodzakelijk is om meteen zo’n flinke sprong vooruit te nemen. Een teleleerplatform zoals Blackboard kon tot voor kort in eerste instantie gratis over het www worden benut (zie hiervoor ook de bijdrage ‘Ervaringen met Blackboard’ van Eric Hulsens). Wanneer de voordelen van het gebruik ervan op de eigen school duidelijk zijn, kan er een gewogen keuze gemaakt worden inzake het al of niet nemen van een licentie. Andere leerplatformen zoals Smartschool – draaiend op de ‘open source’-programmeertaal Linux – houden de licentieprijs bewust zeer laag om de instapmogelijkheden voor geïnteresseerde leraren zo laagdrempelig mogelijk te houden. Maar wellicht zijn al deze ontwikkelingen nog een flinke brug te ver voor heel wat scholen die het ICT-wereldje nog aan het verkennen zijn. Sommige scholen zijn nog lang niet toe aan dergelijke gewogen keuzes die ineens repercussies hebben op het pedagogisch-didactisch handelen van liefst zoveel mogelijk teamleden.
3.1. In kaart brengen van mogelijke implicaties
stappenplannen voor implementatie
Om ook deze lezers te helpen bij het verkennen van de waaier aan ICTmogelijkheden, brengen we in deze schoolorganisatorische rubriek allerlei concrete middelen bijeen die hen in staat moeten stellen het huidige schoolgebeuren beter in kaart te brengen. Aldus kunnen ze een concrete implementatiestrategie uittekenen bij de voortgaande integratie van het computergebruik op school en in de klas. We reiken daartoe toolboxen, checklists en voorbeelden van stappenplannen aan die er allemaal op gericht zijn het gesprek over de implementatie van ICT en het internet op school aan te zwengelen. Dit vanuit de achterliggende gedachte dat zo’n vernieuwing een effect zal hebben op alle aspecten van het schoolgebeuren.
afl. 1, juni 2002, 30 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 31
overzicht van de publicatie
registratie en administratie
9
Zo zal het in gebruik nemen van een intranet, met het oog op een vlottere leerlingenregistratie, -opvolging en -rapportering, enkel kunnen als oude gebruiken manifest omgebogen worden en iedereen meteen mee de omslag maakt naar zo’n on line functionerende administratie. Evenzo vergt het flexibel ter beschikking stellen van computerklassen aan alle schoolteamleden een heuse boekhouding waarbij voortdurend gewikt en gewogen zal moeten worden wie wanneer waarvan gebruik zal kunnen maken. Want ook al is het niet nodig dat iedereen meteen mee op het vernieuwingsspoor stapt, zodra ICT en het internet hun nut beginnen te bewijzen, komt er meer en meer vraag en dreigt er al vlug een overbezetting.
3.2. Aandacht voor de praktische, schoolorganisatorische kant twee invalshoeken
pedagogischdidactische aanpak
schoolorganisatorische implicaties
In de bijdragen die we in de rubriek schoolorganisatie opnemen, zijn twee invalshoeken richtinggevend. 1 Enerzijds wordt de implementatie van ICT duidelijk benaderd vanuit de mogelijkheden die ze in petto heeft om een (ver)nieuw(d)e pedagogisch-didactische aanpak kansen te geven op school en in de klas. De klemtoon ligt dus vooral op werkvormen die erop gericht zijn lerenden tot actieve, zelfverantwoordelijke leeractiviteiten aan te zetten dankzij het gaandeweg steeds meer integreren van momenten van actief, zelfontdekkend en samenwerkend leren in de curriculum- en vakkenopbouw. Daarbij gaat het dan niet alleen om de concrete uitwerking van dergelijke leermomenten, maar zullen we het ook hebben over de praktische inrichting van pc-hoeken, Open LeerCentra (OLC’s), enz. 2 Anderzijds zijn er ook bijdragen over administratie en secretariaat on line, over computergestuurde leerlingvolgsystemen, over geïntegreerde evaluatie- en rapportsystemen, enz.: softwarematige toepassingen dus die een vlottere opvolging van het globale schoolgebeuren willen bewerkstelligen en een beter zicht helpen creëren op de in-, door- en uitstroomgegevens van de schooleigen leerlingenpopulatie.
4. ICT en stimulansen op het niveau van het beleid We hebben er in punt 3 al op gewezen dat een daadwerkelijke, veelomvattende integratie van computergebruik in onderwijscontexten een dure zaak is waartegen scholen in hun eentje niet opgewassen zijn. Het is dus duidelijk dat er op dit vlak nood is aan een heus stimuleringsbeleid vanwege diverse centrale overheden of koepelorganisaties.
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 31 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 32
algemeen kader
Vlaamse en Europese initiatieven
initiatieven van instellingen en organisaties allerhande
overzicht van de publicatie
10
In deze rubriek worden de initiatieven terzake vanwege de Vlaamse overheid toegelicht en gaan we, in het verlengde daarvan, ook in op ‘incentives’ die vanuit de Europese context worden gegeven. In het artikel ‘Onderwijsvernieuwing en ICT in het hoger onderwijs’ maakt Patrick Willems een evaluatie van het ‘Stimuleringsbeleid voor Innovatie in het Hoger Onderwijs (STIHO)’ dat via een gedeeltelijke financiering vanuit de overheid aanstuurde op het opzetten van gezamenlijke, ICT-ondersteunde vernieuwingsprojecten tussen universiteiten en hogescholen. Daarnaast besteden we aandacht aan allerlei ondersteunende initiatieven die uitgaan van overkoepelende organisaties van bijvoorbeeld de universiteiten (VLIR), de hogescholen (VLHORA) en de scholen van het basis- en secundair onderwijs (o.a. Gemeenschapsonderwijs, Onderwijssecretariaat Vereniging Steden en Gemeenten, Provinciaal Onderwijs Vlaanderen, Vlaams Secretariaat Katholiek Onderwijs). En natuurlijk zullen we ook aandacht besteden aan meer commercieel getinte projecten zoals ‘Anytime Anywhere Learning (AAL)’ van Microsoft en het ‘mobiele iBook klaslokaal’ van Apple.
5. Maatschappelijk-politieke uitdagingen gegenereerd door ICT
kritische vragen
Hoe groot ook de inspanningen van beleidsinstanties, koepelorganisaties, toeleveranciers van hard- en software én de scholen zelf om een veralgemeend ICT-gebruik te stimuleren bij het vormgeven aan onderwijs- en leerprocessen, toch blijven er aan de zijlijn of in sommige gevallen zelfs centraal op het speelveld allerlei pertinente vragen leven. Volgens bepaalde tegenstanders van ICT-integratie in onderwijsleercontexten gaat deze hele operatie immers flagrant ten koste van allerlei andere, veel fundamentelere pedagogisch-didactische inspanningen die alle leerlingen met hun vaak zeer uiteenlopende leernoden pas echt ten goede zouden komen.
5.1. Computervaardig zijn als instapnorm? maatschappelijke rol van het onderwijs
Als ‘maatschappelijke actor’ moet het onderwijs zich natuurlijk altijd weer bezinnen over de meer fundamentele vragen die te maken hebben met democratisering, emancipatie, participatie, gelijke kansen, enz. Daarom kan het zich ook niet gewoon met een kwinkslag ontdoen van de wel vaker gehoorde opmerking dat ICT sommige bestaande onevenwich-
afl. 1, juni 2002, 32 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 33
overzicht van de publicatie
11
ten alleen maar op de spits zal drijven. Het onderwijsdebat is altijd al geladen geweest met signalen die verwijzen naar een aanpak die ‘meerdere snelheden’ te zien geeft. Ook in deze context wordt nu nadrukkelijk de vraag gesteld of niet juist die leerlingen die van thuis uit vertrouwd zijn met computers, eens te meer flink in het voordeel zijn ten opzichte van zij die op dat vlak enkel maar kunnen terugvallen op de voorzieningen op school, voorzieningen die meestal ook nog eens flink achterlopen op de evoluties van de markt. Is er onderhuids bovendien ook geen kentering aan de gang waarbij van leerlingen secundair onderwijs algauw verwacht wordt dat zij hun werkjes toch maar beter netjes uitgewerkt en ingetikt op de computer kunnen inleveren, zodat ouders wel moeten overwegen zich ook thuis de benodigde apparatuur aan te schaffen om zoon- of dochterlief niet ‘af’ te laten gaan? En wat te denken van hogescholen en universiteiten die het aankopen of huren van een laptop gewoon als ‘instapnorm’ hanteren? Laat staan dat je vandaag de dag als jongere nog studies op dit niveau kunt aanvatten als je een complete computeranalfabeet bent… kritische reflecties door de redactie zelf
Het zijn ontwikkelingen die op zijn minst aanporren tot nadenken. Voorzichtigheid lijkt immers geboden, dus willen wij in deze publicatie deze hele ‘beweging’ richting een evidente verankering van het computergebruik in het onderwijs regelmatig kritisch tegen het licht houden om aldus ook de ‘rauwere’ plekken te kunnen duiden. Hoe zit het precies met de toegankelijkheid van ICT en het internet voor de Vlaamse leerlingenen studentenpopulatie? En wat leren we uit cijfers over de wereldwijde verspreiding van het www en de koppeling ervan aan het onderwijs? Welke tendensen doen er zich mondiaal voor op het vlak van ICT- en internetondersteund leren? En hoe zorgen we ook na ‘11 september’ voor optimale kansen op dat vlak voor alle wereldburgers?
5.2. Wat te denken van de voorhoedegevechten van allerlei ICT-makelaars? maatschappelijk relevante thema’s
ict en onderwijsvernieuwing
We hebben het in deze maatschappelijk-politieke rubriek voorts over minder vooraan op de onderwijsagenda staande thema’s, die algemeen maatschappelijk evenwel des te relevanter zijn. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen van de wereldwijde strijd tegen het illegaal kopiëren van software en multimediaproducten? Klopt het dat dit lijkt uit te draaien op een alsmaar ingrijpender beknotting van de elementaire burgerrechten?
afl. 1, juni 2002, 33 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 34
algemeen kader
overzicht van de publicatie
12
En hoe zit het met die wereldwijd opererende inlichtingendiensten die onafgebroken in de weer zijn met gegevensregistratie over alles en iedereen die met ICT en op het internet actief is, praktijken die bepleit worden vanuit het dwingende argument dat dit de enige manier is om allerlei criminele praktijken die zich nestelen in en misbruik maken van het wereldwijde internetverkeer, beheersbaar te houden? En wat moet je als ‘kleine meelifter’ in datzelfde verkeer aanvangen met de vele voorhoedegevechten die er altijd weer gestreden worden tussen vaandeldragers als zeg maar Belgacom en Telenet, Microsoft en Linux, Internet Explorer en Netscape, Altavista en Google, enz.? Ook deze minder dicht bij de gewone schoolpraktijk staande tendensen verdienen kritische reflectie in een handboek dat tot doel heeft bij te dragen tot de ontwikkeling van ICT- en informatievaardige jongeren.
6. Ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van ICT open blik op de toekomst
toekomst blijft onvoorspelbaar
Een bundel over ‘ICT en onderwijsvernieuwing’ kan niet anders dan afgerond worden met een open blik op de toekomst. Meer dan ooit tevoren geldt immers dat we ongeveer wel in kaart kunnen brengen vanwaar we komen – tenminste als de vele elkaar in sneltempo opvolgende stroomversnellingen waarin we keer op keer terechtkomen, ons zicht op de afgelegde weg niet al te veel vertroebelen – maar waar we zullen uitkomen, is geenszins voorspelbaar. Vrijwel onafgebroken rapporteren de media over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van computertechnologie, draadloze communicatie, virtuele realiteit en gadgets allerhande. Graag verwijzen we hiervoor nogmaals naar de bijdrage ‘De impact van ICT op het vormgeven aan onderwijs- en leerprocessen en de schoolorganisatie’ van Jan Driesen.
6.1. Neurotechnologische spitsvondigheden?
neuro-prothesen
Zelf beperken we ons hier tot de vaststelling dat dit soort berichtgeving wellicht het meest tot onze verbeelding spreekt als het gaat om dingen die ons letterlijk ‘op of onder de huid’ gaan zitten. Wat bijvoorbeeld te denken van de ontwikkelingen op het gebied van de ‘neurotechnologie’, waarbij zogenaamde neuro-prothesen allerlei uitgevallen functies van het menselijke zenuwstelsel moeten ondervangen? Via neuro-elektronische sturing wordt op die manier onder meer gezorgd voor stimulering van
afl. 1, juni 2002, 34 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 35
overzicht van de publicatie
ingeplante microchips
13
verlamde spieren, voor vervanging van zintuigspieren en -weefsels, voor aansturing van ledematen die na een laesie in het ruggenmerg gedoemd zijn te atrofiëren, enz.1 In hetzelfde rijtje horen ook de experimenten van cyberneticus Kevin Warwick thuis. Hij liet een microchip in zijn arm inplanten om via de computer commando’s uit te sturen naar stuurapparaatjes in zijn kantoorruimte, dit onder meer voor het openen en sluiten van deuren, het aan- en uitknippen van de verlichting, enz. Interessant is ook het experiment waarbij bewegingssignalen die vanuit de hersenen komen via een ingeplante microchip opgepikt worden om ze daarna zo goed mogelijk door de computer te laten nabootsen, dit alles vanuit Warwicks onderliggende motto: “Als de mens het van de machine wil winnen, moet hij een beetje machine worden”. 2 Flink tot de verbeelding sprekende experimenten die inderdaad te denken geven over de onderwijsleerprocessen van de toekomst. Wordt het straks dan misschien gewoon een evidentie om een chip in de hersenen in te planten waarmee ineens de volledige inhoud van de inmiddels flink op slordigheden verdisconteerde Encyclopedia Brittanica beschikbaar gesteld wordt voor leerlingen die de overstap maken van het secundair naar het hoger onderwijs? En krijgt wie ervoor kiest een welbepaalde, hooggespecialiseerde beroepsopleiding te volgen, binnenkort enkele ‘cyborgachtige’ prothesen in-, op- of aangeplant die het hem mogelijk maken specifieke handelingen met tot nu toe ongekende precisie uit te voeren?
sciencefiction?
Moeten we in deze context zo langzamerhand niet flink rekening gaan houden met de basishypothese dat de mens-machine geen sciencefiction meer is, en dat alle ‘of/of-discussies’ waartoe we ons nu nog al te gemakkelijk laten verleiden zodra ICT in het geding is, straks gewoon van de baan zijn als de menselijke hersenen eenmaal gezwind ingeplugd kunnen worden op spitstechnologische apparatuur die tot in de puntjes uitvoert wat de ‘centrale eenheid’ met een mentale vingerknip heeft ‘geforwarded’?
6.2. Kritisch afstand kunnen nemen van de hypertechnologische, virtuele realiteit
en het onderwijs?
‘algemeen culturele geletterdheid’
ict en onderwijsvernieuwing
De toekomst mag dan al neurotechnologisch gekleurd zijn, als we terugkeren naar de onderwijscontext van vandaag, dan liggen de uitdagingen vooralsnog heel wat dichter bij huis. In deze toekomstgerichte rubriek zullen we het dan ook in eerste instantie hebben over bijvoorbeeld de ontwikkelingen op het gebied van ‘algemeen culturele geletterdheid’, hoe breed en veelomvattend dit begrip ook moge klinken. In onze huidige
afl. 1, juni 2002, 35 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 36
algemeen kader
overzicht van de publicatie
14
multimediale informatiemaatschappij wijzen zowel ouders als leraars zowat om de haverklap en met steeds zorgelijker klinkende stem op het verloederen van basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en cijferen.
nood om afstand te nemen
Jongeren komen volop aan hun trekken als het erom gaat joysticks en gamepads te hanteren, zich in te leven in special effects toestanden of velerlei zorgvuldig geregisseerde mega-kicks real-time op te doen, ... Veel moeilijker vergaat het hen echter wanneer ze de essentie uit een weerbarstig stuk tekst moeten halen of de draad te pakken moeten zien te krijgen bij het bekijken van een narratief in elkaar gezet stukje beeldreportage. Nochtans gaat het hier pas echt om sleutelvaardigheden voor het leven, essentiële vaardigheden. Hoe alomvattender het virtuele regisseren van de werkelijkheid om zich heen grijpt en zich ook in het diepste van ons zijn verankert, hoe groter de noodzaak wordt om met regelmaat ook even afstand te kunnen nemen van die ‘vertechnologiseerde’ realiteit die ons geheel en al dreigt op te slokken. Schrijver Russel Artus vat een en ander mooi samen in zijn krantenstukje ‘Een overdonderend bombardement van stimuli’.3 De belangrijkste troef van computerspelletjes, films en het internet bestaat er volgens hem in dat deze media de persoon die ermee in ‘interactie’ gaat, letterlijk én zonder de minste inspanning ‘opzuigen’: je wordt geprikkeld in plaats van dat je de prikkel moet gaan opzoeken. En het kan alleen maar uitnodigender worden want straks – maar voor een flink stuk ook nu al – word je daadwerkelijk als protagonist in films en computerspelletjes opgenomen, zodra decors driedimensionaal om je heen worden opgetrokken, je een wapen in handen geduwd krijgt en on line de strijd moet aangaan met andere in dezelfde virtuele werelden binnengetreden avonturiers.
de weldaad van de reflectie
Natuurlijk is het Artus allesbehalve hierom te doen in zijn stukje (dat hij overigens start vanuit de vaststelling dat de jeugd alsmaar minder leest). Artus situeert ‘tekst’ dan ook aan de kant van de reflectie omdat het zijn “lezers helpt bij het nadenken, vooral over jezelf”. Maar te midden van al dat multimediale ‘getrek’, is het geschrevene flink in het nadeel aangezien tekst “van zichzelf zinloos (is)” en “het aan de lezer (is) om van de woorden een verhaal te maken (…). Zinnen trekken niet aan je, schudden je niet door elkaar, schreeuwen niet om aandacht als ze, afgeschermd door een kaft, op je nachtkastje liggen of op de tafel bij de televisie”. Een treffender vergelijking tussen het ‘geletterde onderwijs’ en de ‘multimediale kickmaatschappij’ kunnen we niet vinden op een ogenblik dat op de opiniepagina’s van kranten volop gediscussieerd wordt over de vraag of zichzelf respecterende, hooggeletterde ‘intellectuelen’ mogen toegeven
afl. 1, juni 2002, 36 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL003/ICT1 /23-38
algemeen kader
08-04-2003
11:53
Pagina 37
overzicht van de publicatie
de complexe context is een uitdaging voor het onderwijs
we worden onvermijdelijk meegezogen
15
dat zij naar Big Brother kijken, en het met de woorden van communicatiewetenschapper Gust De Meyer steeds meer zaak wordt te zoeken naar ‘De zin van de onzin’ in onze steeds nadrukkelijker multimediaal aangestuurde werkelijkheidsbeleving.4 En toch is het precies hier dat onderwijs en maatschappij naar aangrijpingspunten zullen moeten zoeken om het leren van de toekomst gestalte te geven. Want te midden van al het multimediale getrek en het weerbarstiger aan de slag gaan met het cultureel geletterde ‘wrakhout’ dat kan worden opgehaald uit het zog van alle chaotische, multimediaal gekleurde ‘stormen’ die onophoudelijk over het internet razen, liggen er legio mogelijkheden om het ‘passieve absorberen’ van leerinhouden te laten kantelen in het ‘actief verwerken’ van informatie tot kennis. In dat licht is het wellicht geen terechte optie om te blijven jammeren over het gegeven dat het aloude onderscheid tussen cultuur met een kleine en een grote ‘c’ al veel langer zoek is. We moeten ook niet treuren over de vaststelling dat er van een echte ‘culturele canon’ waarin alles wordt samengebracht waarover wij, bewoners van de multimediale 21e eeuw, moeten kunnen meepraten, al helemaal geen sprake meer is. Blijven we immers weigeren te zoeken naar dergelijke anders georiënteerde aangrijpingspunten, dan is het risico groot dat we in een patstelling terechtkomen. Want terwijl de multimedia ons een toekomst voorspiegelen die meer dan ooit tevoren open en onvoorspelbaar is, zijn wij genoodzaakt om goed- of kwaadschiks mee te bewegen op de straalstromen van de ICT-ontwikkelingen, en zullen wij anderzijds natuurlijk altijd ook moeten blijven zoeken naar meer eigentijdse manieren van én momenten voor reflectie. Aansturend op de ontwikkeling van sleutelvaardigheden voor het leven, is het dan ook geen wonder dat onderwijs en maatschappij zich volop aan het bezinnen, herbronnen en heruitvinden zijn en inderdaad ook nauwlettend aan het afwegen zijn hoe zij kennisconstructie, het actief exploreren van de werkelijkheid en kritische reflectie een veel centralere plaats kunnen geven in het levenslange en -brede leren van de toekomst.
7. Besluit In deze bijdrage gaven we een eerste rondgang doorheen het complexe veeldimensionale veld waarbinnen onderwijs en ICT elkaar ontmoeten, en doorheen de rubrieken die we in deze en volgende thematische afleveringen inzake ‘ICT en onderwijsvernieuwing’ concreter willen invullen. We kunnen nu alleen maar hopen dat uw zin om een flinke duik in ons tekstenbad te nemen hiermee aangescherpt is.
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 37 terreinverkenningen
VOL003/ICT1 /23-38
08-04-2003
11:53
Pagina 38
algemeen kader
overzicht van de publicatie
16
Zoals we eerder al benadrukt hebben, zorgen we in elke aflevering voor een mix van: • visie- en implementatiebijdragen die een bepaald aspect van ICT kaderen en het tegelijk hertalen naar de school- en klaspraktijk van alledag, zodat ze in eerste instantie inspirerend kunnen werken en ertoe kunnen aanzetten om zelf concreet aan de slag te gaan; • getuigenissen uit de praktijk van leraars, schooldirecties, ICT-coördinatoren, nascholers, pedagogisch begeleiders, … die al langer bezig zijn met het effenen van het pad en dus uit eigen ervaring tips, knelpunten, suggesties, … voor u op een rijtje kunnen zetten; • matrix- of standaardbeschrijvingen van bestaande softwaretoepassingen, informatieve databases, e-leeromgevingen, … zodat u in een vast formaat de meest relevante informatie krijgt over ontwikkelingen die wellicht geschikt zijn voor het schooleigen lerarenteam. We hopen dat de ‘ratatouille’ van bijdragen die u hierbij ontvangt, u doet watertanden naar de volgende afleveringen. Want het zal duidelijk zijn dat niet alle onderwerpen waarnaar we verwezen hebben in deze inleidende bijdrage, reeds in deze eerste aflevering zijn opgenomen. De meeste van die onderwerpen staan evenwel reeds in de steigers zodat ze in onze tweede of derde aflevering wél opgenomen zullen worden. Ondertussen kunt u met uw vragen, opmerkingen en suggesties terecht bij het redactieteam van dit thematische luik ‘ICT en onderwijsvernieuwing’. Noten 1. Van Raij, B. Elektroden verleiden zenuwvezels (bron: Universiteit Twente Nieuws, 23 november 1995). De tekst is terug te vinden op: http://www.utwente.nl/bmti/news/rutjes.html. 2. De Poel, F., Mens en computer: Neerslag van een gesprek met Kevin Warwick voor ‘Netwerk’, uitgezonden op vrijdag 23 juni 2000 (Nederland 1). De tekst is terug te vinden op: http://www.fortunecity.com/olympia/romario/970/merkteken/page5.html Voor een recente stand van zaken, lees ook: Kevin Warwick wil onderscheid tussen mens en machine opheffen, in De Morgen - Bis, 23 maart 2002. 3. Artus, R., Een overdonderend bombardement van stimuli, in De Volkskrant, 4 januari 2002. 4. De Meyer, G., De zin van de onzin: de cultuur van de slechte smaak, Antwerpen-Baarn, Hadewijch, 1994.
afl. 1, juni 2002, 38 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing