m DCMR Parallelweg 1
miiieudienst Postbus 843
Odfjell Terminals Rotterdam B.V t.a.v. de directie Postbus 5010 3197 XC BOTLEK-Rt
3100AV Schiedam Rijnmond T 010 - 246 80 00 F
010 - 246 82 83
E
info@dcmrnl
W wvwv dcmr nl
Ons kenmerk
Uw kenmerk
21052248/ 265600 C'
actpcrsoon
Bijlagen
Datum
1
6 mei 2010
Doorkiesnr.
Afdeling
010-246 81 03
Haven en Industrie
Onderwerp
Inspectierapport
Geachte directie, Een inspectieteam heeft een inspectie bij uw inrichting uitgevoerd op grond van artikel 24 van het Besluit risico's zware ongevallen. De resultaten van de inspectie zijn in de close-out aan u toegelicht. Het door het inspectieteam opgestelde inspectierapport is als bijlage bij deze brief gevoegd. In het rapport is vermeld aan welke aspecten aandacht is besteed tijdens de inspectie, wat de bevindingen zijn en welke conclusies het inspectieteam daaraan heeft verbonden. Indien er tijdens de inspectie overtredingen zijn vastgesteld, zijn deze in het inspectierapport vermeld. Daarbij is aangegeven aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd en door welke overheidsinstantie(s) een handhavingstraject wordt ingezet Van het bevoegde gezag, dat verantwoordelijk is voor de naleving van de overtreden wetgeving, zult u separaat een brief ontvangen. Indien er bevindingen zijn gedaan die aanleiding geven voor verbeteringen in het veiligheidsbeheerssysteem, zijn deze eveneens vermeld in het bijgevoegde inspectierapport. Ik verzoek u eventuele acties die bij de bevindingen zijn vermeld op te volgen. Bij de volgende inspectie kan nader worden ingegaan op de opvolging van de acties door uw bedrijf.
DCMR milieudienst
Rijnmond Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u daarover contact opnemen met bovengenoemd contactpersoon van het coördinerend bevoegd gezag.
Hoogachtend, namens de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond,
afdelingshoofd Haven en Industrie.
Kopie verstuurd aan: Blad 2 van 2
INSPECTIERAPPORT Brzo 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv
Botlek Rotterdam
Inspectiedag(en) 23, 24, 30 en 31 maart 2010
Datum definitief rapport: 4 mei 2010
Samenvatting Op 23, 24, 30 en 31 maart 2010 is door Bevoegd gezag Wet milieubeheer, Arbeidsinspectie en Brandweer bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een inspectie uitgevoerd in het kader van het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo 1999). Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die het Brzo 1999 aan het Pbzo-document, het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) en de getroffen maatregelen stelt. Ter ondersteuning van deze beoordeling heeft er een technische inspectie, interviews en een documentenreview plaatsgevonden. Op 1 april 2010 heeft er op het bedrijf een globale terugkoppeling van bevindingen plaatsgevonden. De conclusies, bevindingen en overtredingen voortgekomen uit de inspectie, zijn opgenomen in deze rapportage, Voor deze inspectie zijn 2 specifieke doelen gesteld naar aanleiding van de eerdere inspecties en het opgestarte directie-overieg: 1, Loopt het verbeterproces van het VBS? 2. Is de operationele veiligheid geborgd? Tijdens de inspectie is geconstateerd dat ten aanzien van het verbeterproces VBS, er een grote actielijst is met 150 punten en 5 projecten zijn benoemd. Dit heeft geresulteerd in 22 plannen van aanpak, organisatorisch is het lijnmanagement verantwoordelijk voor de opvolging van de plannen en is de QHSE afdeling ondersteunend. De opvolging en rapportage aan de General Manager wordt (tijdelijk) verzorgd door een externe adviseur (RCS). Bovenstaande geeft weer dat OTR met name in de fase PLAN bezig is, DO sinds januari opgepakt wordt en de CHECK en ACT opgezet worden door RCS en nog geïntegreerd en geborgd moeten worden in de OTR organisatie. De belangrijkste aanbevelingen zijn: OTR moet zorgen dat er een geïntegreerd organisatieplan is om te voorkomen dat de ene afdeling niet weet wat de andere doet Van belang is hierbij ook om zoveel mogelijk personeel te betrekken en met name de juiste persoon op de juiste plaats. Dit in combinatie met een goede prioritering, namelijk op de activiteiten met de hoogste risico. Operationele veiligheid (ad 2): Tijdens de inspectie is gebleken dat de terminal operators adequaat zijn opgeleid voor de werkzaamheden die zij op de terminal uitvoeren en dat zij voldoende bekend zijn met de installaties op de terminal. De terminal operators zijn echter onvoldoende alert op afwijkende situaties. Het veiligheidsmanagement systeem faciliteert de operators onvoldoende in het herkennen van afwijkende situaties en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn. Tevens wil het inspectieteam aangeven dat er tijdens de inspectie een andere houding van OTR is ervaren ten aanzien van het voldoen aan de BRZO wetgeving en optreden richting de inspecteurs. Er is nu duidelijk Leiderschap aanwezig en terminal ervaring in het MT, Ook is de verantwoordelijkheid voor veiligheid veriegd naar de lijnmanagers, wordt pro-actief omgegaan met opmerkingen van het inspectieteam en is er een goede structuur opgezet voor het verbeterproces. Belangrijke aandachtspunten zijn hierbij: concretiseren van het implementatieplan, stellen van de juiste prioriteiten, beschikbaar stellen van voldoende mankracht om bepaalde functionarissen niet te overbelasten, top-down alle lagen betrekken en benutten, een niveau bepalen voor de gewenste safety-awareness en als laatste een belangrijk onderwerp dat al jaren niet op orde is, zorgen dat het Maintanance Management systeem geschikt-gedocumenteerd en geïmplementeerd is. Tijdens de inspectie zijn met Odfjell afspraken gemaakt Deze afspraken zijn in dit rapport beschreven in het hoofdstuk bevindingen. Daarnaast heeft het inspectieteam een aantal aanbevelingen gedaan. Het inspectieteam gaat er vanuit dat Odfjell de afspraken en aanbevelingen opneemt in het plan van aanpak verbetering VBS en dat de afspraken nagekomen worden.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
2 van 36
Inhoudsopgave 1.
Algemene gegevens 1.1. Algemene gegevens van de inrichting 1.2. Algemene gegevens van de inspectie 2. Omvang en uitvoering van de inspectie 3. Resultaten 3.1. Conclusies 3.2. Overtredingen 3.3. Beoordeling 3.4. Bevindingen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Toelichting Bijlage 3: Reviewdocumenten
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
4 4 4 5 7 7 10 11 12 32 33 34 •]
3 van 36
1.
Algemene gegevens
1.1.
Algemene gegevens van de inrichting
Naam inrichting Bezoekadres Verplichting
Odfjell Terminals Rotterdam bv Oude Maasweg 6 3197KJ Botlek Rotterdam VR-plichtig
Naam drijver Postadres
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197XC BOTLEK ROTTERDAM
Medezeggenschapsorgaan
Nee
1.2.
Algemene gegevens van de inspectie
Inspectieteam Naam:
Namens instantie: Bevoegd gezag Wet milieubeheer Arbeidsinspectie Brandweer Bevoegd gezag Wet milieubeheer Arbeidsinspectie Arbeidsinspectie
Inspectiegegevens Dossiernummer Aard inspectie Inspectiedag(en)
Odijell Terminals Rotterdam bv 2010
ID00880 Brzo artikel 24 23, 24, 30 en 31 maart 2010
4 van 36
Omvang en uitvoering van de inspectie Voor de inspectie is een inspectieagenda gemaakt, opgesteld door de bij de inspectie betrokken partijen en gecommuniceerd met u, d.d. 1 februari 2010, De inspectie is uitgevoerd conform de NIM waarvan de laatste versie te vinden is op de website www.brzo99.nl. Een toelichting op de terminologie staat in bijlage 2. Tijdens de inspectie zijn de in de agenda aangegeven thema's en onderwerpen aan de orde geweest Daarnaast zijn tijdens uitvoering van de inspectie constateringen gedaan ten aanzien van een aantal andere onderwerpen. Thema Verbeterproces VBS: presentatie projectplannen Verbetering VBS: concretiseren projectplannen Structuur, organisatie en implementatie van het verbeterproces. VBS element d
Inspectie onderwerp(en) •
VBS element a
•
VBS element a
•
VBS element a
• • •
Maatregelen Veilige uitvoering van de werkzaamheden VBS element d
Onderhoud en inspectie van kritische instrumentatie en interiocks
• • • •
Maatregelen Onderhouds(management)systeem VBS element d Periodieke identificatie en herbeoordeling
VBS element e
•
Beoordeling en uitwerking van de wijziging
Bedrijfsbrandweer
•
Bedrijfsbrandweer
DVS-4
• • •
VBS element c VBS element d VBS element e
• • •
Maatregelen Scenario PBZO Beginselen van het beleid
Overige ondenwerpen
De volgende functionarissen zijn geïnterviewd: Functie Directeur Proces engineer MOC Coordinator Projectmanagers VBS plaatsvervangend Terminal manager verantwoordelijke onderhoud Operator Wachtchef Verantw. Bedrijfsbrandweer Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
5 van 36
plaatsvervangend HESQ manager Manager Operations Manipulatie coordinator Ondernemingsraad Terminal manager Consultant Manager engineering & onderhoud Tijdens de inspectie zijn diverse documenten ingezien. Deze zijn opgenomen in bijlage 3.
Odijell Terminals Rotterdam bv 2010
6 van 36
3.
Resultaten
3.1.
Conclusies
Een volledige beoordeling van de Brzo 1999 verplichtingen kan in het algemeen in één inspectie niet worden gerealiseerd. De conclusies die in dit hoofdstuk worden vermeld betreffen die Brzo 1999 verplichtingen waar naar mening van het inspectieteam een conclusie gerechtvaardigd is. Per conclusie is aangegeven op welke bevindingen (genoemd in paragraaf 3.4) deze mede gebaseerd is. De conclusies zijn door de gezamenlijke overheden getrokken, tenzij anders vermeld. Inspectieonderwerp VBS element a
Omschrijving Het VBS verbeterproces is concreet gemaakt door de belangrijkste ondenwerpen te bundelen in Plannen van Aanpak, dit zijn er 22 (inclusief de toe te voegen Veiligheidscultuur). De meeste van deze plannen zijn in concept gereed en bevatten 'milestones' voor de uitvoering. De voortgang wordt gemonitord en gerapporteerd aan de General manager en het MT, Sinds januari 2010 zijn er stappen gemaakt om de projecten te benoemen en plannen op te stellen. Odfjell zal vanaf nu moeten laten zien dat de uitwerking van deze plannen consequent wordt opgepakt met de juiste prioriteiten en op de juiste manier en met de juiste mensen geïmplementeerd wordt.
Nr.(s) B-03, B-17, B-18, B19, B-20 en B-21
VBS element a
In de aangetroffen procedures zijn de verantwoordelijkheden voor het uitvoeren van de maatregelen matig beschreven. Hierdoor is de borging dat de maatregelen worden uitgevoerd (implementatie) niet gegarandeerd. De maatregelen mbt housekeeping zoals controle werkplek na werkzaamheden zijn matig geïmplementeerd. De lijst uit het Weyer rapport met toegestane stoffen, stoffen met beperking en verboden stoffen die mogen worden verwerkt op DVS -4 is niet opgenomen in het TMS. De maatregelen om schade aan het membraan van de dampbuffer te voorkomen zijn hierdoor niet geïmplementeerd. De kwaliteit van de hazop studies genaamd "Terminal Steigers" en "Odfjell Hazop" is onvoldoende. In de rapportages van deze hazops zijn de uitgangspunten (P&ID, nodes, team) niet benoemd en is het systeem van steiger t/m tank als één geheel in de hazops meegenomen. Op deze wijze kan onmogelijk worden vastgesteld of de risico's van de installatie systematisch zijn beoordeeld.
B-03, B-04, B-05, B06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11, B-12, B13, B-14, B-15, B-16, B-34 en B-35
VBS element c
B-22, B-23, B-26 en B-27
De veiligheidsstudies die waren uitgevoerd ivm de uitbreiding van DVS-4 zijn kwalitatief beter. Een aantal risico's met betrekking tot explosieveiligheid van de dampleidingen uit de hazop die is uitgevoerd tijdens de bouw van DVS-4 zijn destijds door Paktank Oil Nederiand geaccepteerd. Deze zijn niet aan de orde geweest tijdens de recente hazopstudies op DVS-4. Inmiddels zijn er nieuwe standaards voor veiliger ontwerp en is het PBZO beleid opnieuw vastgesteld, Odfjell moet opnieuw vaststellen (bv tijdens een aanvullende veiligheidsstudie) of de destijds geïdentificeerde en geaccepteerde risico's nog steeds acceptabel zijn. Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
7 van 36
Inspectieonderwerp Maatregelen
Omschrijving In de procedures die tijdens de inspectie zijn ingezien, zijn de verantwoordelijkheden voor het uitvoeren van de maatregelen matig beschreven. Hierdoor is borging dat de maatregelen worden uitgevoerd (implementatie) ook onduidelijk. De maatregelen mbt housekeeping zoals controle werkplek na werkzaamheden zijn matig geïmplementeerd. De lijst uit het Weyer rapport met toegestane stoffen, stoffen met beperking en verboden stoffen die mogen worden venwerkt op DVS -4 is nog niet opgenomen in het TMS. De maatregelen om schade aan het merribraan van de dampbuffer te voorkomen zijn hierdoor nog niet geïmplementeerd.
Nr.(s) B-28, B-29, B-30, B31, B-32 en B-33
Onderhouds(manage ment)systeem
Odfjell heeft onvoldoende inzicht in de onderhoudsstatus van de terminal. De grootte van achterstanden is niet bekend. Odfjell moet een inventarisatie maken waarbij op basis van gevaar en risico bepaald wordt welke installatie prioriteit krijgt in het wegwerken van potentiële achterstanden in onderhoud.
B-34, B-35, B-36, B37, B-38, B-39, B-40, B-41, B-42 en B-43
Er zijn meerdere onderhoudsprocedures aangetroffen die de status concept hebben. Niet aangetoond is dat die procedures zijn vastgesteld en of ze zijn geïmplementeerd. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in de procedures onvoldoende vastgelegd. Hierdoor is niet gegarandeerd dat werkzaamheden ook daadwerkelijk worden uigevoerd. Resultaten van onderhoudswerkzaamheden die worden uitgevoerd worden onvoldoende geregistreerd. Hierdoor is beoordeling/analyse achteraf niet mogelijk. Periodieke bonnen in het WAS systeem zijn zowel generieke als specifieke bonnen. Bij generieke werkbonnen is niet geborgd dat alle preventieve werkzaamheden aan een bepaald systeem ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Veilige uitvoering van de werkzaamheden
De terminal operators zijn adequaat opgeleid voor de werkzaamheden die zij op de terminal uitvoeren. Ook zijn zij voldoende bekend met de installaties op de terminal. De manipulatiewerkzaamheden worden gestructureerd uitgevoerd.
B-44, B-45, B-46, B47 en B-48
De terminal operators zijn onvoldoende alert op afwijkende situaties. Hierdoor worden afwijkende situaties niet adequaat gecorrigeerd. Mogelijk ligt de oorzaak van het niet herkennen van de afwijkende situaties in cultuuraspecten, onvoldoende toezicht en/of het niet herkennen van de gevaren door onvoldoende opleiding. Het veiligheidsmanagement systeem faciliteert de operators onvoldoende in het herkennen van afwijkende situaties en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
8 van 36
Inspectieonderwerp VBS element e
Omschrijving De uitbreiding van DVS-4 wordt uitgevoerd volgens de oorspronkelijke ontwerpcriteria en veiligheidsfilosofie. Het oorspronkelijke ontwerp en de veiligheidsfilosofie stammen uit de jaren 90. Sinds die tijd is in de industrie de kennis van dampvenwerkings installaties toegenomen. Het is sterk aan te bevelen om ook bij uitbreidingen conform het ontwerp die plaats vinden 10 jaar na dat ontwerp een MOC uit te voeren waarbij de stand der techniek wordt geëvalueerd.
Nr.(s) B-49, B-50 en B-51
De wijziging om condensaat uit DVS-4 via een vacuümwagen af te tappen is niet herkend als een wijziging van een werkwijze die via een MOC moet worden beoordeeld. De werkwijze was al ingevoerd zonder dat het risico van de wijziging voor mens en milieu was beoordeeld.
Bedrijfsbrandweer
In het project verbetering VBS stap 4 is opgenomen dat op 30 april 2010 de nieuwe MOC procedure voor techniek en productie gereed is. Deze procedure dekt op dat moment nog niet alle typen wijzigingen (zoals tijdelijke, organisatorische en procedurele wijzigingen). ,n het algemeen kan worden gesteld dat Odfjell het onderhoud van de voorzieningen, die tijdens de inspectie zijn getoetst en door de bedrijfsbrandweer worden gebruikt bij een calamiteit goed op orde heeft
B-52, B-53, B-54, B55, B-56, B-57 en B58
Verder zijn er in de bevindingen een aantal aanbevelingen opgenomen die ook tijdens de controle met de Odfjell-medewerkers zijn gedeeld. Maatregelen Scenario Terminal
Maatregelen Scenario PID
De 2 besproken scenario's voor de Terminal zijn beiden niet specifiek genoeg en bevatten kleine fouten, onjuistheden. Deze moeten worden opgepakt om de scenario's te verbeteren. Kennis en deskundigheid van de operators is in orde, de procedurele documentatie en borging is niet in alle gevallen op orde. Housekeeping is een groot aandachtspunt, een kleine lekkage van ETBE, lekke stikstofslang, rondslingerend materiaal, LOD's die niet op de juiste positie vast staan etc. Dit dient gekoppeld te worden aan het gewenste niveau van Safety-awareness, OTR moet duidelijk maken aan een ieder (ook derden) hoe zij zich te gedragen hebben op de Terminal en moet worden gedragen door management tot en met operators. Daarnaast is het van belang om vast te leggen hoe omgegaan dient te worden met stoffen als fenol die al langer dan een jaar niet zijn opgeslagen en weer aangeboden worden. De 2 besproken scenario's voor de PID zijn beiden niet specifiek genoeg en bevatten kleine fouten, onjuistheden. Deze moeten worden opgepakt om de scenario's te verbeteren. Kennis en deskundigheid van de operators is in orde, de procedurele documentatie en borging is eveneens orde. Aandachtspunten zijn Housekeeping en toepassen van procedures bij de slangkoppelingen in pompput 2 en de safety's op de headers bij de PlD-manifold, die niet allen afvoeren naar een veilige locatie.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
B-59, B-60, B-61, B62, B-63, B-64, B-65, B-66, B-67, B-68, B69 en B-70
B-71, B-72, B-73 en B-74
9 van 36
3.2.
Overtredingen
Op grond van de resultaten van de inspectie wordt in deze paragraaf aangegeven welke overtredingen geconstateerd zijn, en aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd. De handhaving is gericht op het opheffen van de overtreding om zodoende zorg te dragen dat de inrichting aan de wettelijke verplichtingen voldoet, en wordt door iedere overheid afzonderiijk uitgevoerd. Daarbij kan er sprake zijn van een afwijking die door meer dan één overheidsinstantie als overtreding wordt gekenmerkt De overheden spreken in dat geval af wie de handhaving op zich zal nemen. In uitzonderiijke situaties kunnen meer partijen zelfstandig overgaan tot handhaving. Nr. O-01
Omschrijving De risico's van Benzeentanks 504 t/m 506 zijn in 2009 beoordeeld tijdens een Hazopstudie. Deze tanks zijn beoordeeld tijdens de Hazop genaamd "Hazop voor Odfjell Terminal Steigers". Hoofdstuk 22 behandelt de verschillen van benzeentanks 504 en 506 ten opzicht van een standaard cone roof tank. De standaard Cone rooftank is beoordeeld in de hazop genaamd "Odfjell Hazop". Beide veiligheidsstudies schieten te kort op de volgende punten: 1) het hazop team is niet benoemd 2) de beoordeelde P&lD's en nodes zijn niet benoemd 3) het systeem is als 1 grote node behandeld 4) het standaard P&ID voor een standaard cone roof tank Is niet benoemd 5) de afwijkingen van tank 504 en 506 t.o.v, de standaard cone roof tank zijn niet benoemd 6) tank 505 is niet beoordeeld
Handhaving Arbeidsinspectie
Nr.(s) B-23, B-24 en B-25
De Hazop van benzeentanks 504, 505, 506 is niet op gestructureerde wijze uitgevoerd. De Hazop systematiek is niet juist toegepast en de uitgangspunten van de hazop zijn niet vastgesteld. Artikel 5 lid 1 en artikel 5 lid 3 bijlage 2c Besluit risico's zware ongevallen 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
10 van 36
3.3.
Beoordeling
Op basis van de bevindingen is per inspectieondenA/erp waar mogelijk een beoordeling gegeven. De genoemde onderwerpen in de agenda en deze beoordeling hoeven niet met elkaar overeen te komen, omdat tijdens de inspectie andere onderwerpen aan de orde kunnen zijn gekomen dan voorzien of onvoldoende informatie is verzameld om een beoordeling te kunnen geven. Inspectieonderwerp VBS element a
VBS element c
VBS element d
Maatregelen
Onderhouds(management)systeem
Veilige uitvoering van de werkzaamheden
VBS element e
Bedrijfsbrandweer
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Beoordelingsgrondslag Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
Beoordeling redelijk redelijk matig redelijk matig matig matig matig slecht matig redelijk matig matig matig slecht redelijk redelijk redelijk redelijk matig matig goed goed redelijk
11 van 36
3.4.
Bevindingen
Van u wordt op grond van uw VBS verwacht dat u (daar waar nodig) actie onderneemt op onderstaande bevindingen. Nr.
Omschrijving
Onderwerp B-01
PSZO Beginselen van het beleid Thema onderhoud en inspectie instrumentele beveiligingen op tanks; Met betrekking tot opslagtanks heeft Odfjell het beleid om de PGS-29 te volgen. Odfjell heeft een engineering contractor opdracht gegeven om een GAP-analyse ten opzichte van de PGS-29 uit te voeren. Om het risico van het overvullen van tanks te beheersen heeft Odfjell onder andere op alle tanks een Enraf niveaumeting met diverse alarmeringen geïnstalleerd en een niveauswitch geïnstalleerd. Een hoog hoog beveiliging (automatisch dichtsturen van vulklep bij hoog hoog niveau) is nog niet op alle tanks geïnstalleerd. Dit wordt aangebracht bij nieuwe tanks en zodra onderhoud aan tanks plaatsvindt Odfjell denkt na of voor overvul beveiliging een apart safeguarding systeem noodzakelijk is, Odfjell heeft geen beleid vastgesteld voor gewenste betrouwbaarheid (risico reductie) van instrumentele beveiligingen (BIL/SIS). VBS element a Odfjell heeft 5 projecten gedefinieerd om te gaan voldoen aan de vereisten van het BRZO. Het betreft de volgende projecten: - Veiligheids Beheers Systeem (VBS) - Cultuur en leiderschap - Asset Management Implementation (PAS 55)) - VTW-lijst - IT-systemen Odfjell heeft externe consultants ingehuurd voor veiligheidskundige ondersteuning bij de verbetering van het HSEQ management systeem. Deze consultants zijn in januari 2010 begonnen met de werkzaamheden. De verbetering van het VBS zal in 6 stappen plaatsvinden: 1) Vaststellen PBZO beleid (is vastgesteld) 2) Vaststellen taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden 3) Inventarisatie openstaande actiepunten. 4) Management of Change (kapstok procedure) 5) Opstellen procesbeschrijvingen 6) Opstellen QHSE (meer) jarenplan Odfjell heeft het preventie beleid zware ongevallen geëvalueerd. Geen lijnverantwoordelijkheden meer bij HSE. De lijn heeft voldoende capaciteit om HSE taken over te nemen. Zo niet dan wordt extra capaciteit ingezet. Odfjell heeft een nieuwe risicomatrix opgesteld. De nieuwe matrix heeft 3 risicogebieden (to.v, 5 bij de
B-02
Onderwerp B-03
B-04
B-05
B-06
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Stel beleid vast voor instrumentele beveiligingen. Deze actie opnemen in het plan van aanpak verbetering VBS,
Odfjell moet de ondernemingsraad betrekken bij wijzigingen in het preventie beleid zware ongevallen
12 van 36
Nr.
B-07
Omschrijving oude matrix)
Toelichting
Het nieuwe PBZO beleid is vastgelegd in het PBZO document dat is vastgesteld door het managementteam. De ondernemingsraad is niet geïnformeerd over het vaststellen van het nieuwe preventie beleid zware ongevallen. Bij Odfjell waren veel lijsten in gebruik voor het vastleggen van acties. Veelal waren geen verantwoordelijkheden en termijnen gedefinieerd. (+/130 acties) Alle acties zijn nu vastgelegd op 1 lijst, de prioriteiten zijn bepaald, de start - stop datums zijn vastgelegd en de verantwoordelijk lijnmanager is benoemd bij elke actie (was niet het geval)
B-08
B-09
Van week tot week wordt door de externe consultant (RCS) de voortgang bepaald. Met stoplichten wordt de zaak gevisualiseerd. In het project is opgenomen dat de voortgangsbewaking op enig moment weer bij Odfjell QHSE wordt gelegd. Verbetering VBS stap 4: Op 30 april 2010 is de nieuwe MOC procedure voor techniek en productie gereed, MOC is de start volgens RCS Wat is een MOC is de vraag, ook kleine wijzigingen werden als MOC gezien hierdoor werd het systeem overbelast, 15 mei 2010 is iedereen voldoende getrained t.a,v. van MOC. Hierna is blijvende controle nodig. Niet helemaal duidelijk hoe hier follow-up op wordt uitgevoerd. Stap 5 omvat het opstellen van proces beschrijvingen van hoofd-, ondersteunende-, en verbeterprocessen. Er is behoefte aan een kapstok om documenten die definitief zijn aan op te hangen. Er is behoefte aan structuur Er is behoefte aan een goed format voor procedures en werkinstructies
Odfjell moet tijdig een implementatieplan voor stap 5 van het project verbeteren VBS opstellen. Borg hierin dat de lijn / werkvloer betrokken wordt bij het opstellen, beoordelen en implementeren van de procedures en werkinstructies
De RASCl-methode wordt gebruikt bij het vaststellen van elke procedure. RASCl = R: Responsible - Wie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de activiteit? A: Accountable - Aan wie moet verantwoording afgelegd worden? S: Supportive - Wie kan support geven? C: Consulted - Wie moet geraadpleegd worden? 1; Informed - Wie moet geïnformeerd worden? Odfjell heeft nog geen duidelijk plan voor het betrekken van de lijn en werkvloer bij het opstellen, beoordelen en implementeren van de procedures en werkinstructies. Dit is een risico voor het project.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
13 van 36
Nr. B-10
B-11
Omschrijving Odfjell heeft een onderzoek gedaan naar de cultuur en leiderschap binnen het bedrijf. Onderzocht zijn het gedrag in 2009 in samenhang met de historie van het bedrijf. Van de tijdvakken 1957 - 1999 (paktank periode) en 2000-2009 (Odfjell periode) zijn cultuur analyses gedaan. Van deze twee perioden een leiderschapsprofiel gemaakt waarbij de verschillen in leidershap en resultaten hiervan voor het gedrag van de organisatie zichtbaar worden.
Toelichting
Odfjell heeft een plan van aanpak gemaakt voor cultuur en leiderschapsontwikkeling. Dit plan omvat onder andere; - het opstellen van een gewenst leiderschapsprofiel - coaching / persoonlijk opleidingsplan van leidinggevenden - aangepast wervingsprofiel van leidinggevenden veiligheidstrainingen in de ploegen Odfjell gaat de tekortkomingen op gebied van (preventief) onderhoud en inspecties aanpakken met het verbeterproject Asset Management De "procedure" voor Asset Management wordt het Public availabale System Pas 55, dit gaat uit van risico gebaseerd management van onderhoud. Odfjell heeft om een indruk te verkrijgen van de huidige stand van zaken met betrekking tot Asset Management een inventarisatie uitgevoerd binnen de onderhoudsafdeling. Hierbij is voornamelijk gekeken naar de onderhoudsfunctie. De totaalscore is op alle meetpunten lager dan de minimale eis die geldt voor het goed doen van Asset Management
B-12
B-13
Vorige verbetertrajecten voor onderhoudsmanagement mislukten. Om dit te voorkomen gaat Odfjell dit project anders aanpakken. Oorzaken van mislukking en andere aanpak zijn; 1. Er was onvoldoende kennis bij mensen van onderhoud, mensen gaan nu getraind worden. 2. Er was geen project coördinatie, er waren 3 verschillende aanpakken 3. de inplementatie van SAP is even gestopt om deze applicatie goed in te passen in het project. Verschillende zuilen die niet met elkaar praten (SAP bepaalt de tagnrs en operations en onderhoud zijn niet met de systematiek van nummeren betrokken) 4. De onderhoudsconcepten en alles wat verder nodig is worden eerst bekeken en daarna gaat het naar SAP 5. Het hoofdkantoor in Bergen-Noorwegen kijkt mee over de schouder, er mogen geen projecten meer mislukken dit is niet uit te leggen. 6. De meest kritische installaties zitten eind 2010 in SAP (de onderhoudsconcepten) De onderhoudsafdeling was een afdeling die ook kleine projecten deed. Dit legde een enorme wissel op de afdeling onderhoud.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Odfjell heeft geen criteria vastgesteld om te bepalen welke systemen kritisch zijn voor veiligheid, Odfjell heeft geen inventarisatie gemaakt welke systemen kritisch zijn.
14 van 36
Nr.
B-14
B-15
B-16
B-17
Omschrijving In de toekomst zal de onderhoudsafdeling zich alleen toeleggen op onderhoud. De kleine projecten worden uitgevoerd door een andere afdeling. Odfjell gaat de procedure VTW (verzoek tot Wijziging) verbeteren. Deze procedure gaat over technische procesmatige wijzigingen. Eerste stap is het opschonen van VTW's, er zijn erbij die niet bekend zijn en niet zijn opgenomen in de investeringen. Oude inmiddels uitgevoerde VTW's worden uit het systeem venwijderd. De nog openstaande VTW's worden geherwaardeerd volgens nieuw Risicomatrix uit het PBZO. Eind april 2010 is het opgeschoonde en geherwaardeerde VTW overzicht weer terug, Het 5e verbeter project is het verbeteren van de IT systemen, - Docmap; Docmap is hel systeem voor het documenteren van procedures en werkinstructies. Het oude Docmapsysteem is niet bruikbaar. Odfjell gaat een nieuw "Docmap"systeem implementeren, - TMS Terminal management systeem (vervanger van OTIS). Hierin zitten de manipulaties en tankstanden etc. Vanaf 3 maart 2010 is Odfjell live met TMS. TMS heeft raakvlakken met veiligheid. In TMS zitten allerlei blokkades voor manipulaties op de terminal, ingebouwd, bijvoorbeeld niet alle producten zijn toegestaan in alle tanks. Als dit niet wordt afgevangen in TMS kunnen er onaanvaardbare situaties ontstaan. Het verbeterproject VBS is gestart in januari 2010. Er is een werkgroep geformeerd met vertegenwoordigers uit alle geledingen die in april start met het bepalen van de nodige structuur. De aanpak zal zijn het vastleggen van bestaande afspraken in procedures/werkinstructies. Dit zal gebeuren in nauwe samenwerking met de betrokken proceseigenaren. Na goedkeuring door de verantwoordelijke lijnmanager zal de implementatie van de procedure plaatsvinden.
Toelichting
Implementatieplan, incl. verantwoordelijkheden, communicatiestructuur, benodigde capaciteit enz. vaststellen en communiceren met de lijn/operationele organisatie. Deze actie opnemen in het verbeterplan VBS.
Uit interviews is gebleken dat de lijn / operationele organisatie nog geen inzicht heeft in de consequenties en benodigde inzet van mensen voor de implementatie van het verbeterproject VBS, Tevens in vastgesteld dat er nog geen implementatieplan is gecommuniceerd met de operationele organisatie. Het Asset management project is (deels) concreet gemaakt in het Plan van Aanpak 2010-8 Preventief onderhoud en 2010-14 Atex, Voor het preventief onderhoud is nader bekeken wat de planning is en welke 'milestones' gesteld zijn. Een aantal zijn verder bestudeerd; - Inventariseren kritische items (april-mei) - technische risico analyse van 1 mei tot 1 februari 2011 - voor overslag 1 mei -1/2 juli 2010
Odfjell Temilnals Rotterdam bv 2010
15 van 36
Nr.
B-18
B-19
B-20
B-21
Onderwerp B-22
B-23
Toelichting Omschrijving - voor opslag 1/2 juli -1/2 september - voor civiel 1/2 september -1/2 december 2010 - voor Utilities 1/2 dec - februari 2011. Dit alles conform de PAS-55, wat overeenkomt met de PDCA-systematiek. Een belangrijk ander aspect is de training van het personeel dat deze werkzaamheden gaat doen, dit vindt heden tot 1/2 april plaats. De voortgang van de projecten onder Asset management wordt elke maandag in het MT gerapporteerd. Alle stappen zijn te volgen in de tooi: AMprover. Dit is gebouwd conform de PAS-55. Het totale implementatieplan voor het verbeteren van de onderhoudsfunctie is als versie 0.3 van 16 maart ingezien. De goedkeuring moet nog plaatsvinden (door Geert Eijsink (GM) en Ronald van de Zande manager onderhoud). Het project Management of change is als plan van aanpak 2010-1 opgenomen. Het plan bevat diverse stappen, waarvan de belangrijkste is dat er eind april een procedure is, daarna zal de implementatie ingezet worden. Voortgang wordt gemonitored door Nadia de Clerq van RCS. Afgesproken is dat het project Projectplan Veiligheidscultuur richt zich vooral op Veiligheidscultuur zal worden Leiderschap. Odfjell heeft een profiel voor het vastgelegd in plan van aanpak (gewenste) Leiderschapsstijl opgezet (LOM model). 2010-22. De voortgang zal Dit LOM model zal worden geëvalueerd gedurende worden gemonitored en het trainingstraject Alle leidinggevenden (t/m besproken in het MT. operator B) krijgen een coachingstraject van totaal 5 gesprekken. Start met coach en manager, dan 3 x gesprek met coach, laatste weer met manager erbij. Frequentie is elke 2 a 3 weken. Na de zomer zal er gestart worden met veiligheidsbewustzijn trainingen. Dit is niet vastgelegd in een Plan van aanpak, ook de milestones zijn niet vastgelegd. Om de voortgang van het VBS verbeterproces te monitoren, spreekt van RCS met alle MT leden over de voortycing van de projecten onder hun verantwoordelijkheid. Elke 2 weken vindt rapportage plaats en worden de resultaten besproken met de General Manager. Al vrij snel na de start is besloten te gaan werken met Plannen van Aanpak omdat er anders in een grote actielijst heel veel acties staan die 1 onderwerp betreffen. VBS element c Op 15 februari 2010 heeft Odfjell op de blower van DVS 4 een FMECA uitgevoerd. Vastgesteld is dat investeringen nodig zijn om de dampverwerking DVS 4 te laten voldoen aan alle emissie richtlijnen, voldoende betrouwbaarheid in te bouwen (redundantie blower), de venwerkingscapaciteit te verhogen, de veiligheid op een hoger niveau te brengen en de kosten te veriagen. De in deze bevinding genoemde De risico's van Benzeentanks 504 t/m 506 zijn in hazopstudies voldoen niet aan de 2009 beoordeeld tijdens een hazopstudie. Deze eigen procedure die is opgesteld tanks zijn beoordeeld tijdens de hazop genaamd en aangepast naar aanleiding van "Hazop voor Odfjell Terminal Steigers". Hoofdstuk 22 eis nummer 4 uit handhavingsbrief behandelt de verschillen van benzeentanks 504 en
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
16 van 36
Nr.
B-24
B-25
B-26
Omschrijving 506 ten opzicht van een standaard cone roof tank. De standaard Cone rooftank is beoordeeld in de hazop genaamd "Odfjell Hazop". Beide veiligheidsstudies schieten te kort op de volgende punten: 1) Hazop team niet benoemd 2) de beoordeelde P&lD's en nodes zijn niet benoemd 3) Het systeem is als 1 grote node behandeld 4) Het standaard P&ID voor een standaard cone roof tank is niet benoemd en vastgesteld. 5) de afwijkingen van tank 504 en 506 to.v. de standaard cone roof tank zijn niet benoemd 6) tank 505 is niet beoordeeld De kwaliteit van de uitgevoerde Hazops is onvoldoende. De hazop van benzeentanks 504, 505, 506 is niet op gestructureerde wijze uitgevoerd. De hazop systematiek is niet juist toegepast en de uitgangspunten van de hazop zijn niet vastgesteld. In de werkbladen hazop van "Odfjell Hazop" (hazop 2008-001 van 2009-04-001) zijn algemene opmerkingen geplaatst(pagina 4 en 5), Veel van deze opmerkingen zijn relevant voor de generieke veiligheid. Deze opmerkingen zijn tijdens de hazop niet beoordeeld. Er is geen verantwoordelijke voor opvolging (actie eigenaar) gekoppeld aan deze opmerkingen. In de werkbladen hazop van "Hazop voor Odfjell Terminal Steigers" (document nummer 081053-8008G-005) zijn algemene opmerkingen geplaatst,(pagina 5). Veel van deze opmerkingen zijn relevant voor de generieke veiligheid. Deze opmerkingen zijn tijdens de hazop niet beoordeeld Er is geen verantwoordelijke voor opvolging (actie eigenaar) gekoppeld aan deze opmerkingen. De projectnotitie "leidingwerk en civiele voorzieningen basisontwerp dampven/verking" vermeld dat tijdens een detonatie in de leiding drukgolven ontstaan tot een druk van 80 Bar. Tijdens de bouw van DVS-4 zijn de risico's van detonatie in de dampverzamelleiding naar dampbuffer T-545 beoordeeld,(aktie nummer 16 en 17 uit de hazop van 7 en 8 oktober 1998), Tijdens deze hazop is vastgesteld dat de gevolgen van een detonatie in de dampverzamelleiding veriies van leidingen met name in de bochten is. Hierbij bestaat risico voor werknemers en andere instaliatiedelen in de buurt van de dampleidingen (pijpenrack en steiger). Het aktiepunt om 5D bochten te gebruiken ipv 1,5D ter voorkoming van schade in bochten bij detonatie is niet uitgevoerd. Bij beide akties is genoteerd dat PTON (Paktank Oil Nederiand b.v.) het veriies van de leidingen accepteert.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting 380700051/04 van van 7-8-2007. Odfjell moet de veiligheidstudie van benzeentanks 504, 505 en 506 opnieuw uitvoeren.
Odfjell moet de algemene opmerkingen beoordelen aan de hand van de risicomatrix en een actie eigenaar aan deze actiepunten koppelen.
Odfjell moet de algemene opmerkingen beoordelen aan de hand van de risicomatrix en een actie eigenaar aan deze actiepunten koppelen.
Odfjell moet de geïdentificeerde risico's genoemd in actieblad 16 en 17 van Hazop DVS-4 van 7 en 8 oktober 1998 opnieuw evalueren aan de hand van het huidige PBZO beleid.
Opmerking; Op 14 april 2010 heeft Odfjell het volgende toegezegd; "Eind mei 2010 hebben wij vooralsnog drie dagen ingepland om het gehele DVS-4 systeem aan een HazOp veiligheidsstudie te onderwerpen. E.e.a. zal plaatsvinden met de nieuwe risicomatrix uit het (ook nieuwe) PBZO-document", Ref. Mail H. Boon van 14-4-2010. De Arbeidsinspectie gaat ervan uit dat de opmerkingen uit deze bevinding tijdens toegezegde 17 van 36
Nr.
B-27
Omschrijving Niet duidelijk is of het risico op letsel van werknemers wordt geaccepteerd en of dit risico op basis van het nieuw vastgestelde PBZO nog steeds acceptabel is. Volgens Mail" ^ "zijn pijpen met een nominale druk PN 10 en nominale diameter groter dan DN 200 bestand tegen detonatie en deflagratie van alle bekende brandbare stoffen als zij voldoen aan de huidige Duitse standaard TRbF 20. TRbF 20 bepaalt dat aansluitingen op pijpen met een diameter groter dan DN200 In de afsplitsende pijp sectie geen 90 graden T-splitsingen mogen worden gebruikt als de ontstekingsbron zich in die sectie kan bevinden. Tijdens de detail engineering van DVS-4 (1999 2000) was deze standaard nog niet van kracht. Het ontwerp van de dampleidingen van DVS-4 is gebaseerd op de Duitse standaard TRbF 100 die de 90 graden restrictie niet kent
Onderwerp B-28
Toelichting Hazop worden meegenomen. Odfjell moet bij uitbreidingen aan het DVS-4 systeem de uitbreiding uitvoeren volgens de laatste stand der techniek en volgens de meest recente standaards tenzij het PBZO beleid het toelaat dit niet te doen én beargumenteerd kan worden waarom de laatste stand der techniek niet toepasbaar is. Tevens moet onderzocht worden op welke plaatsen 90 graden Tsplitsingen in de dampleidingen zitten en de risico's daarvan beoordeeld worden. Opmerking: Op 14 april 2010 heeft Odfjell het volgende toegezegd: "Eind mei 2010 hebben wij vooralsnog drie dagen ingepland om het gehele DVS-4 systeem aan een HazOp veiligheidsstudie te onderwerpen. E.e.a. zal plaatsvinden met de nieuwe risicomatrix uit het (ook nieuwe) PBZO-document". Ref. Mail , /an 14-4-2010. De Aroeidsinspectie gaat ervanuit dat de opmerkingen uit deze bevinding tijdens toegezegde Hazop worden meegenomen.
Maatregelen Thema DVS-4; DVS-4 verwerkt dampen vanuit schepen gelegen aan de steigers en uit diverse tankputten. Via verzamelleidingen worden de dampen getransporteerd naar een buffertank. Vervolgens worden de dampen verwerkt in ketel 11, hete olie fornuis en incinerator 2. De dampen zijn explosief en zijn variabel in samenstelling voor wat betreft explosiegrenzen en calorische waarden. Het beveiligingsprincipe tegen doorslag van brand/explosie tussen DVS en aangesloten tanks/schepen is het gebruik van detonatiebeveiligingen (deto) bij elke aanbieder en op kritische plaatsen in het DVS systeem. - Elke "aanbieder" heeft zijn eigen deto. - De deto's zijn tweezijdig werkende detonatiebeveiligingen.
B-29
Thema DVS-4: De werkwijze voor het aftappen van condensaat uit DVS-4 is zeer summier beschreven in de procedure PRO-0794 "dampsystemen aangesloten op DVS-4.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Odfjell moet de procedure conform het projectplan verbeteren VBS aanpakken. 18 van 36
Nr.
Omschrijving
Toelichting
Odfjell heeft de procedure (versie 9, datum 17-32010) aangepast en inmiddels is paragraaf 2.5 Condensaat uitgebreid, de aftap locaties zijn benoemd, genummerd en vastgelegd in een lijst met aftaplocaties. In de procedure is ook de aftap frequentie van de aftappunten vastgelegd.
B-30
B-31
B-32
Wie verantwoordelijk is voor het initiëren, uitvoeren en registreren van de aftapwerkzaamheden is niet in de procedure vastgelegd. Thema DVS-4: Door firma i is onlangs een matrix opgesteld met een lijst van toegestane stoffen, stoffen met beperking en verboden stoffen. (Document: Process and Safety Engineering check for the storage of new products, 19 feb 2010 door Voorbeelden van verboden stoffen zijn onder andere benzeen, fenol, paraxyleen en een aantal gechloreerde koolwaterstoffen. Dit met als referentie het membraan van de dampbuffertank van Nitrii Butyl Rubber. Daarnaast is er ook een cross reference lijst van: - stoffen die geen reactie geven - stoffen die water als reactieproduct geven - stoffen die corrosieve componenten vormen - stoffen die langzaam met elkaar reageren tot stoffen die een snelle reactie geven Deze lijst is nog niet in gebruik bij het bedrijfsbureau. Housekeeping: Opmerkingen over tankput nabij buffertank van DVS 4: - Stikstofslang ligt aangesloten op het stikstofvat uitgerold in de tankput (housekeeping) - Aardingskabel over flens dampleiding is los - Ventilator aandrijfriemen hangen (als reserve of gebruikt) naast de ventilator. Andere opmerkingen: - Isolatiemateriaal op de tankdaken van 734 en 740. - Bij de ventilator van incinerator 2 ligt een manometer Aan de steiger bij Odfjell worden tanks van tankschepen schoongemaakt Vanwege de risico's van deze activiteit zijn deze werkzaamheden aan regels gebonden. De schoonmaakwerkzaamheden mogen pas plaatsvinden na toestemming van de havendienst en nadat is voldaan aan de voorwaarden van Odfjell. Deze voorwaarden zijn goed bekend bij de manipulatie coördinator. De werkwijze voor het schoonmaken van tankschepen is procedureel geborgd in de procedure schoonmaken tankschepen, OTR-op-08, van 29-062006, Deze procedure is niet actueel, bijvoorbeeld het
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Odfjell moet de matrrix met toegestande stoffen invoeren in het terminal management Systeem (TMS) Aan de hand van deze lijst het TMS verifiëren m.b.t. oplijning naar DVS-4. Deze actie opnemen in het plan van aanpak verbetering VBS,
Odfjell moet borgen dat housekeeping op het juiste niveau is en borgen dat contractors na werkzaamheden de werkplek opgeruimd achteriaten. Deze actie opnemen in het plan van aanpak verbetering VBS.
Odfjell moet de procedure "schoonmaken tankschepen" actualiseren. In deze procedure moeten de rollen/verantwoordelijkheden/bevo egdheden eenduidig te worden vastgelegd. Het alleen registeren van onregelmatigheden tijdens het schoonmaken van tankschepen is onvoldoende. De procedure zou een checklijst moeten bevatten van kritische (controle)stappen. Deze dienen te worden afgetekend door de 19 van 36
Nr.
Omschrijving systeem Web-Jonas is niet meer in gebruik bij de havendienst voor het verlenen van toestemming. Daarnaast ontbreken in de procedure de rollen, verantwoordelijkheden & bevoegdheden, In de procedure is opgenomen dat Odfjell een registratie bij houdt van geconstateerde onregelmatigheden. Sinds 2006 is geen enkele onregelmatigheid genoteerd in het logboek,
B-33
Onden/verp B-34
B-35
Odfjell audit/verifieert niet dat het reinigen op de juiste wijze en volgens de voorwaarden gebeurt. Pomput 1 is een put waarin pompen staan die koolwaterstoffen verpompen. De put ongeveer 3 meter diep en is overdekt. De ventilatie is hierdoor beperkt. De put heeft ventilatieroosters die kunnen worden gesloten. Tijdens de inspectie waren deze roosters dicht. Deze ruimte was niet als besloten ruimte geïdentificeerd, Onderhouds(management)systeem Het (preventief)onderhoud kan niet wachten op het project asset management De organisatie die daar mee om gaat blijft gedurende het verbeterproject intact Uit vorige BRZO inspecties is gebleken dat het onderhoud niet adequaat is. Het alleen intact houden van de actuele organisatie is onvoldoende. De volgende wijzigingen worden doorgevoerd: - Het koppel field- en maintenance engineer wordt gescheiden. De Field engineers moeten meer naar buiten. Dit zijn de technisch toezichthouders. Maintenance engineers zitten in het grote verbetertraject. Die vullen het CMMS. Zij bepalen de onderhoudsstrategieën - Werkvoorbereiding verbeteren door de planner de werkbonnen op juiste wijze te laten inplannen. Het WAS bonnen systeem blijft intact. Prioriteit bepaling wordt verbeterd. Dit werd vaak verkeerd gebruikt omdat niet urgente zaken een te hoge prioriteit meekregen. Uit interviews is gebleken dat bij Odfjell onvoldoende inzicht aanwezig is in de onderhoudsstatus van de terminal. De grootte van achterstanden is niet bekend. Een aantal tekortkomingen zijn onlangs door Odfjell vastgesteld zoals bijvoorbeeld; - drukapparatuur: de zorgplicht van leidingen was niet inzichtelijk, alles leek in orde, lag bij DNV volgens de vorige onderhoudsmanager. Classificatielijslen waren er niet. Deze worden voor de terminal op dit moment gemaakt. - Niveaumetingen tanks: gebleken is dat 30 Enrafs vervangen moeten worden. Als tanks gevuld worden dan staat er nu een mannetje bij. Nieuwe Enrafs zijn inmiddels binnen en moeten nog worden geïnstalleerd.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting verantwoordelijke personen. Deze checklijst dient te worden opgeborgen in het logboek. Odjell moet overtuiging/inzicht hebben dat het reinigen op de juiste wijze gebeurt, bv door periodieke audit van een reiniging activiteit op het schip. Deze acties opnemen in het plan van aanpak verbetering VBS. Odfjell dient op pompput 1 de regels voor besloten ruimten toe te passen. Odfjell heeft direct actie ondernomen. De toegangen van de pomput zijn met een hek geblokkeerd. Tevens is er V&G signalering aangebracht
Met Odfjell is afgesproken dat Odfjell een inventarisatie maakt waarbij op basis van gevaar bepaald wordt welke installatie prioriteit krijgt in het wegwerken van potentiële achterstanden in onderhoud. Per 24 mrt afgesproken; • Inventarisatie met behulp van bijvoorbeeld de Dow Fire & Explosion index (vergeet kleinere gevaariijke systemen zoals dampverwerking niet) • Uitvoeren van een gap-analyse, welke onderwerpen hebben een onderhoudsachterstand • Wegwerken van de gaps 20 van 36
Nr.
B-36
B-37
B-38
B-39
Omschrijving
Thema DVS-4: Het gevaar van vlamterugslag vanuit de ketel 11 naar de leidingen wordt tegengegaan door; - dynamische vlambeveiliging, de damp flow door de lans moet groter zijn dan 17 m/s. De vlamsnelheid zou volgens "onderzoek" de 8 m/s niet overschrijden. De flow wordt bewaakt. FIZA 001 is de beveiliging. - Flamearrestor met een temp bewaking TZ001C, Met 2 stop kleppen XCV 108 en XCV 109. Dit is ook het design van incinerator 2 en hete olie ketel. Voor het functioneel testen deze veiligheidskritische instrumentele beveiliging heeft Odfjell een checklist gemaakt. Deze checklist beschrijft o.a. hoe de beveiliging om vlamterugslag vanuit de incinerator te voorkomen functioneel moet worden getest. Ook is beschreven op welke wijze de bijbehorende flowmeter moet worden gekalibreerd, Odfjell kan niet door middel van een ingevulde checklist aantonen dat de vlamterugslag beveiliging daadwerkelijk onderhouden en getest is. Thema DVS-4; Odfjell heeft een onderhoudsinstructie detonatie / frame arrestors opgesteld. De onderhoudsfrequentie van de deto's en flame arrestors varieert van maximaal lx per 10 jaar tot 1 x per jaar. Volgens de onderhoudsrapporten worden de deto's en flame arrestors volgens planning geïnspecteerd. Thema DVS-4; De onderhoudsinstructie voor detonatie / flame arrestors kent geen nummer, datum of verantwoordelijke. Inspectieresultaten zijn lastig interpreteerbaar omdat door middel van de termen "schoon, matig en zwaar" de vervuilingsgraad van de detonatie arrestor wordt vastgesteld. Omdat deze termen niet voorzien zijn van een duidelijk referentiekader kan dit door verschillende monteurs/inspecteurs verschillend beoordeeld worden. Foto's van de geïnspecteerde deto's worden niet gemaakt. Thema DVS-4: De oliepot voor de smering van de as van fan DVS-4 (V01) nabij tank T-545 was ten tijde van de inspectie leeg. Hierdoor kan de as onvoldoende smering
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting Op 31 maart 2010 heeft Odfjell de procedure OTR-31,400 "bepaling kritische Processen OTR" aan het inspectieteam overhandigd. In bijlage 1 van deze procedure zijn de kritische systemen van de terminal benoemd. Tevens is een plan van aanpak GAP analyse onderhoudsstatus incl planning voor implementatie overhandigd aan het inspectieteam Odfjell moet borgen dat de functionele test en kalibratie van de beveiliging tegen vlamterugslag bij de dampverwerkers van DVS-4 periodiek en volgens planning wordt uitgevoerd. Deze aktie opnemen in het plan van aanpak verbeteren VBS.
Procedure voorzien van nummer datum en eigenaar. In procedure criteria opnemen voor schoon, matig en zwaar vervuild. Overweeg om foto's te nemen van geïnspecteerde deto's en deze bij het inspectie rapport te voegen. Deze actie in het plan van aanpak verbetering VBS opnemen.
Odfjell heeft direct corrigerende maatregelen genomen. Het oliepotje is weer opgevuld. Vervolgens is een preventieve 21 van 36
Nr.
Omschrijving krijgen en door wrijving warm lopen. Deze fan bevindt zich in een ATEX gezoneerd gebied zone 2. Een warm lopende as kan hierdoor een effectieve ontstekingsbron worden voor bijvoorbeeld de in Scenario 2.7 DVS-4 beschreven ongewenste gebeurtenis. Dit is de tweede keer dat de arbeidsinspectie deze situatie aantreft. Zie bevinding 91 uit BRZO rapport van 15 september 2008. Dit is een overtreding van Artikel 5 lid 1 van het Brzo 1999 en van artikel 5 lid 3 juncto bijlage II onder d van het Brzo 1999.
B-40
Voor het testen van hoog hoog levelswitch LZ62 van tank 504 gebruikt Odfjell de instructie "levelswitch". Deze instructie heeft geen documentnummeren heeft de status van concept document gedateerd op 01-07-2007. In de instructie zijn geen verantwoordelijkheden vastgelegd.
B-41
De testfrequentie van hoog hoog level switch LZ62 van tank 504 is vastgesteld op lx per jaar. Dit is geborgd via een periodieke preventieve werkaanvraag die het WAS systeem jaariijks genereert. De laatste functionele test van LZ62 heeft plaatsgevonden op 12-10-2009. Deze test heeft plaatsgevonden binnen de termijn die Odfjell heeft vastgesteld voor het testen van deze typen levelswitches. De resultaten van de functionele test van LZ62 worden vastgelegd op het testformulier genaamd "functioneel testen overvul beveiligingen tankputten". De test van LZ62 die op 12-10-2009 heeft plaatsgevonden, is op dit formulier geregistreerd.
B-42
B-43
Onderwerp B-44
Toelichting werkbon aangemaakt om het oliepotje wekelijks te controleren. Tijdens de eerste controle na 1 week bleek het oliepotje op hetzelfde peil te staan als de week en/oor. Wanneer de olie op peil blijft zal Odfjell de inspectieperiode in stappen terugbrengen naar lx per maand. De oorzaak van het lege oliepotje was niet te achterhalen. Door het nemen van de bovenstaande acties heeft Odfjell de overtreding opgeheven vóór het afsluiten van de inspectie. Odfjell moet de instructie "levelswitch" voorzien van documentnummer, verantwoordelijkheden en opwaarderen van concept naar vastgestelde instructie. Deze actie opnemen in het verbeterplan VBS,
Odfjell moet borgen dat de vereiste testresultaten op het testformulier worden vastgelegd.
Volgens de (concept)instructie "levelswitch" moet de reactietijd afsluiter op het testformulier worden genoteerd. De reactietijd afsluiter is niet op het testformulier, datum 12-10-2009, genoteerd. De Enraf niveaumeting LT61 van tank 504 wordt lx per jaar getest. Dit testinterval is empirisch vastgesteld op basis van ervaring. Volgens de handleiding van de leverancier is de MTBF van de series 811 niveaumetingen 5 jaar zonder preventief onderhoud. Veilige uitvoering van de werkzaamheden Thema beheersing uitvoering bij de operationele organisatie: Voor elke manipulatie op de terminal wordt vooraf met behulp van het terminal management systeem (TMS) een werkbon gemaakt. Tijdens de inspectie is werkbon OTR-2010-001903 (oplijnen verpomping van tank 837 naar schip aan
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
22 van 36
Nr.
B-45
B-46
B-47
B-48
Omschrijving steiger 9 binnenkant) opgevolgd. Vastgesteld is dat de operators die deze werkopdracht uitvoerden deskundig zijn, goede kennis hebben van de terminal en dat de oplijning veilig en op gestructureerde wijze is uitgevoerd. Thema beheersing uitvoering bij de operationele organisatie; Tijdens het uitvoeren van werkbon OTR-2010001903 moesten de operators een aansluiting met behulp van een flexibele slang maken bij carrousel 1, De opgang naar carrousel 1 is goed, de leidingen zijn goed getagd, de roosters lagen allemaal vast. De housekeeping was op deze locatie in orde. Tijdens de werkzaamheden moeten de operators zware slangen aansluiten/omzetten op een geselecteerde flens. Deze slangen zijn zwaar, stug en moeilijk handelbaar. Hierbij moeten de operators over slangen heen stappen en in een lastige houding de slangen aansluiten. Deze werkzaamheden worden met 2 man uitgevoerd. Volgens de operators komen deze werkzaamheden niet met hoge frequentie voor. Er zijn geen hulpmiddelen om de slangen te tillen. Thema beheersing uitvoering bij de operationele organisatie; Op steiger 9 werd ordelijk gewerkt. De operator was professioneel, de noodstop was aanwezig en aangesloten, aarding was aangesloten aan het schip, de productinformatie van de te veriaden producten was aanwezig, Thema beheersing uitvoering bij de operationele organisatie; Tijdens de operationele oplijning van product transport van tank 837 naar het schip aan steiger 9 hebben de operators de status van tank 837 gecontroleerd. Deze controle bestond uit; -verificatie van de stand van de Enraf niveaumeting, -controle van de druk-vacuüm ventielen - controle van de oplijning van de leidingen - na het openzetten van de afsluiters controleren van de lekdichtheld van de leidingen. De operators zijn onvoldoende alert op afwijkende situaties. Hierdoor worden afwijkende situaties niet adequaat gecorrigeerd. Waargenomen voorbeelden hiervan zijn: - Opruimen losliggende slangen - Direct actie ondernemen bij werken op hoogte met valgevaar - Opruimen van losliggende isolatie - Melden / vullen van lege oliepotjes
Toelichting
Doe ergonomisch onderzoek naar het omzetten van slangen om vast te stellen of maatregelen gewenst zijn en of er betere ergonomische oplossingen mogelijk zijn.
Het bedrijf moet In het VBS een programma opnemen om gevaar herkenning bij de operators op een hoger niveau te brengen en hef melding / correctie gedrag ten aanzien van afwijkende situaties te verbeteren.
Mogelijk ligt de oorzaak van het niet herkennen van de afwijkende situaties in cultuuraspecten, onvoldoende toezicht en/of het niet herkennen van de gevaren door onvoldoende opleiding. Het veiligheidsmanagement systeem faciliteert de operator onvoldoende in het herkennen van afwijkende situaties en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn. Odijell Terminals Rotterdam bv 2010
23 van 36
Nr.
Omschrijving
Ondenverp B-49
VBS element e Bij de uitbreidingen van DVS-4 wordt de bestaande ontwerpfilosofie van DVS-4 met betrekking tot explosieveiligheid van de dampleidingen toegepast. Dit vastgelegd in de Procesbeschrijving, operationele filosofie & veiligheidsfilosofie, project notitie "leidingwerk en civiele voorzieningen basisontwerp dampverwerking en de bijbehorende Hazop studie. Beveiliging van het dampvenwerking systeem tegen deflagratie/detonatie gebeurt door alle kritische installatieonderdelen en alle mogelijke ontstekingsbronnen te voorzien van detonatie arrestors. Het leidingwerk is uitgevoerd in 150 # = 150 pounds per square inch = PN 10 , de bochten in het leidingwerk zijn zwakke punten die worden opgeofferd in geval van een deflagratie/detonatie.
B-50
Uit e-mail wisseling met de leverancier (29 maart 2010) blijkt dat segmentatie van DVS 4 met flame arrestors de schade (en risico's) verder kan reduceren. Segmentatie van het dampsysteem door middel van aanvullende arrestors zal de veiligheid in delen van het systeem verhogen. Sinds 2006 zijn om capaciteit te verhogen extra dampverwerkers aan DVS-4 aangesloten. - Incinerator 2 is in 2006 aangesloten, - het hete olie fornuis is eind 2008 aangesloten. Daarnaast wordt in de loop van 2010 tankput 14 aangesloten op DVS-4 en in bedrijf genomen. Volgens Odfjell zijn de uitbreidingen die tot nu toe zijn uitgevoerd aan DVS-4 al meegenomen tijdens het oorspronkelijke ontwerp en zijn deze uitbreidingen uitgevoerd conform het oorspronkelijke ontwerp. In de toekomst zal DVS-4 verder worden uitgebreid om te blijven voldoen aan de emissienormen.
B-51
Maandelijks tapt Odfjell het condensaat af uit het DVS-4 systeem. Tot voor kort werd het condensaat handmatig afgetapt in vaatjes. Sinds kort is Odfjell ertoe overgegaan om het condensaat af te tappen met behulp van een vacuüm wagen. Deze wijziging is niet beoordeeld via het wijzigingsproces (MOC) voordat de gewijzigde werkwijze is ingevoerd. Vragen die niet konden worden beantwoord zijn o.a, hoe kan men met de nieuwe werkwijze; - controleren dat de aftap open is (zuigt) - hoeveel aftapvloeistof vrijkomt - hoe de vloeistof er uit ziet (niet stroperig of met vaste delen)
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Overweeg een studie uit te voeren om na te gaan of aanvullende segmentering van de dampleidingen van het huidige systeem noodzakelijk is. Borg hierbij dat de meest recente kennis en stand der techniek met betrekking tot dampverwerkingssystemen hierin wordt meegenomen.
Odfjell moet bij wijzigingen en uitbreidingen aan DVS-4, zoals aansluiten van extra tankputten of extra dampverwerkers, die geen onderdeel zijn van het originele ontwerp een veiligheidsstudie uitvoeren om na te gaan of aanvullende segmentering van de dampleidingen noodzakelijk is. Deze veiligheidsstudie moet zijn uitgevoerd voordat wordt begonnen met de uitvoering van de wijziging/uitbreiding. Borg hierbij dat de meest recente kennis en stand der techniek met betrekking tot dampverwerkingssystemen hierin wordt meegenomen. Op 29 maart 2010 heeft Odfjell een MOC uitgevoerd om de risico's van de wijziging voor mens en milieu te beoordelen. Hiermee is de overtreding ongedaan gemaakt voordat de inspectie is afgesloten. Odfjell heeft de verbetering van het MOC proces al opgenomen in het verbeterplan VBS. Tijdens de kick-off van deze inspectie heeft Odfjell gezegd dat op 30 april 2010 de nieuwe MOC procedure voor techniek en productie gereed is en dat uiteriijk 15 mei 2010 24 van 36
Nr.
Onderwerp B-52
B-53
B-54
Toelichting Omschrijving iedereen voldoende opleiding Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 van het Brzo 1999 en artikel 5 lid 3 juncto bijlage 11 onder e van het gehad heeft in MOC. Brzo 1999. Borg in de organisatie dat alle 1 op 1 veranderingen worden herkend als een wijziging, dus ook procedurele- en organisatorische wijzigingen Deze actie opnemen in het verbeterplan VBS, Bedrijfsbrandweer Voor de verschillende brandveiligheidsinstallaties zijn contracten afgesloten met gecertificeerde onderhoudsbedrijven. Van de inspecties worden rapportages gemaakt die tijdens de inspectie zijn ingezien. Eventuele gebreken worden tijdens de controle aan Odfjell gemeld en zo spoedig mogelijk na de controle verholpen. Ook deze reparaties worden goed bijgehouden in de logboeken. Voor de registratie van het periodieke onderhoud aan de bovengrondse brandkranen en de daarop gemonteerde monitoren heeft Odfjell het Logpoint registratiesysteem in gebruik genomen. Het onderhoud wordt uitgevoerd volgens een vast schema, waarbij alle hydranten worden gecontroleerd en waarbij in een PDA de controlegegevens worden venwerkt. Na afloop van de werkzaamheden worden de controlegegevens vanuit de PDA overgenomen in de onderhoudsregistratie. Op diverse plaatsen in het bedrijf zijn voorraden Schuimvormend Middel (SVM) aanwezig voor gebruik bij schuimvormende monitoren en voor gebruik bij het Rail CargoCenter (RCC). Het schuimvormend middel wordt jaarlijks getest doos Saval, maar de laatste testgegevens waren niet direct beschikbaar tijdens de inspectie.
B-55
Odfjell dient ervoor zorg te dragen dat de inspectieresultaten van alle jaariijkse inspecties per soort installatie beschikbaar zijn. (IBC's met voorraad svm en svm in de tank voor RCC apart bemonsteren) Bij werkzaamheden waarbij wegen op het terrein van. Odfjell tijdelijk worden geblokkeerd door vacuümwagens, mobiele kranen e.d, wordt dit vermeld in de werkvergunning. De portier wordt op de hoogte gebracht van deze tijdelijke afsluitingen. De bijzonderheden van de afsluiting van de betreffende werkvergunning worden opgenomen in de map die de bevelvoerder van de Gezamenlijke Brandweer (GB) bij aankomst krijgt uitgereikt De gids van Odfjell die de brandweer begeleidt wordt ook door de portier op de hoogte gebracht van de laatste bijzonderheden op het terrein.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
25 van 36
Nr. B-56
B-57
Omschrijving Het RCC heeft aparte, op afstand bedienbare installaties om een brand te bestrijden. Er zijn verschillende mogelijkheden om de installatie te activeren: totale activering van de installatie of gedeeltelijke activering waarbij de installatie voor de vloeistofkelder wordt ingeschakeld. De operator in de controlekamer van het RCC kan door middel van verschillende activeringsknoppen kiezen welke blussing er wordt ingezet. Indien de blussing niet direct bij het RCC kan worden geactiveerd heeft Odfjell op enige afstand van het RCC een extra bedieningsmogelijkheid aangebracht, waarbij dezelfde activeringsknoppen aanwezig zijn. Ook is er bij deze bedienplaats een mogelijkheid voor de Gezamenlijke Brandweer om de voorraad svm op afstand aan te vullen. Door middel van het liersysteem dat Odfjell gebruikt om de te beladen wagons zonder locomotief op de juiste plaats te krijgen kunnen de wagons indien nodig naar buiten worden getrokken. !n de controlekamer van het RCC bevonden zich nog veel instructies met betrekking tot het laden en lossen van PO.
Toelichting
Volgens de functionarissen van Odfjell die bij de inspectie aanwezig waren hebben er in het afgelopen jaar in het RCC geen laad- en loswerkzaamheden van PO meer plaatsgevonden, Odfjell dient ervoor zorg te dragen dat de verouderde instructies niet in de controlekamer aanwezig zijn.
B-58
Volgens de Odfjell-medewerkers wordt er, zodra er weer sprake is van laad- en loswerkzaamheden van PO, een MOC-procedure opgestart. In deze MOCprocedure worden dan ook de laad- en losinstructies getoetst op de juiste voorschriften. Odfjell heeft voor de diverse installaties zogenoemde Pre-fire plantekeningen gemaakt, waarop per installatie wordt aangegeven waar de voorzieningen ten behoeve van de brandbestrijding zich bevinden. Op een aantal van deze tekeningen wordt op de achterzijde, door middel van een kader op de terreinplattegrond, aangegeven waar de calamiteit van het betreffende plan zich bevindt ten opzichte van de overige installaties. Deze voorziening is nog niet op alle Pre-fire tekeningen aangebracht. Voor de duidelijkheid voor de brandweer bij incidentbestrijding is het echter wel wenselijk om deze voorzieining ook op de overige tekeningen aan te brengen. Odfjell heeft tijdens de inspectie aangegeven dat de overige Pre-fire plantekeningen in de nabije toekomst ook worden voorzien van de uitbreiding aan de achterzijde.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
26 van 36
Nr. Onderwerp B-59
B-60
B-61
B-62
Omschrijving Maatregelen-Scenario's Terminal en PID Tank 5 bevindt zich in TankPut 6 en heeft innerfloats. In het scenario is er vanuit gegaan dat bij teruggeven van tank 538 door onderhoud aan operations het ontluchtingskraantje open blijft staan. In het scenario wordt een aantal verschillende KI-vloeistoffen (blends)beschreven die vrij kunnen komen. Advies is om hiervoor 1 stof of groep te kiezen. Het product loopt de tankput in (zakt voor een deel in de bodem) en wordt ontstoken. Er wordt een aantal organisatorische en technische LOD's genoemd om te voorkomen dat het kraantje open blijft staan. Voor zover onderzocht lijken de genoemde organisatorische en technische LOD's geschikt om te voorkomen dat er lekkage in tankput 6 ontstaat Het bemonsteringskraantje bleek ook afgecapt te zijn om te voorkomen dat bij het haperen of open laten staan van de bemonsteringskraan het product naar buiten stroomt Deze actie is uitgevoerd i.h.k.v, een verbeterexercitie n,a,v. een benzinelekkage uit een bemonsteringskraan in de zomer van 2009. De drainpomp en ontluchtingskraantje zijn opgenomen in de P&ID, Het Tagnummer van het ontluchtingskraantje ontbreekt op de P&ID, De procedures voor operatie zijn opgenomen in het systeem Docmap, De operators hebben via een PC op de controlekamer toegang tot dit systeem. Ter demonstratie is een aantal procedures uitgedraaid (zie seen. TNK-12), zoals van de droge en natte controle, inclusief aandachtspuntenlijst. Op locatie en in de CCK heeft de geïnterviewde operator toegelicht welke stappen hij doorloopt om te voorkomen dat een LOC ontstaat en tevens welke stappen hij doorioopt als er desondanks een LOC zou ontstaan. Hij kon de in het scenario genoemde LOD's op locatie en in Docmap benoemen en toelichten. Specifiek is ingegaan op de procedure "droge" en "natte" controle met daaraan gekoppeld de aandachtspuntenlijst manipuleren. Op deze aandachtspuntenlijst staat specifiek benoemd bij de handeling oplijnen en controle dat de ontluchtings- en monsterkraantjes dicht moeten staan en dat dit tijdens de manipulatie door middel van een natte controle nagelopen moet worden. Uit het interview bleek dat de operator veel handelt op basis van kennis en ervaring. In het scenario wordt ervan uit gegaan dat door het kristalliseren van het fenol in de vacuüm/ drukvenlielen er geen stikstof aan de tank 732 kan worden toegevoerd, waardoor vacuüm ontstaat. Dit heeft tot gevolg dat de tank scheurt. In werkelijkheid wordt de stikstof niet via de V/Dventielen aangevoerd, maar via een separate toevoer in de tank. Voorts zal er dan alleen vacuüm ontstaan als ook de stikstofunit faalt De beschrijving van de oorzaak is dus niet correct en de stikstofunit kan derhalve niet als LOD worden aangevoerd. Om de vorming van fenolkristallen te voorkomen
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting Eenduidige keuze maken m.b.t. de vloeistof die vrij komt Het afcappen van het bemonsteringskraantje eventueel als LOD benoemen.
Tagnummer van het ontluchtingskraantje opnemen op de P&ID.
Op basis van genoemde opmerkingen dient Odfjell dit scenario te herdefiniëren.
27 van 35
Nr.
B-63
B-64
B-65
B-56
Omschrijving wordt het dak, de V/D-ventielen en de stikstofunit elektrisch getraced. Op de tracing is een temperatuur-alarm aanwezig. Organisatorisch vindt er voorafgaande aan de manipulatie een controle van de V/D-ventielen plaats. De Tag-codes van de V/Dventielen komt niet overeen met de Tag-codes van de P&ID. Gezien de huidige beschrijving van het scenario is de stikstofunit niet geschikt als LOD. De verwarming (tracing), het temperatuur alarm en de operationele controle van de V/D-ventielen voorafgaand aan de manipulatie lijken geschikt voor het voorkomen verstopping van de V/D-ventielen door kristallisatie van fenol. De V/ D-ventielen en stikstofunit zijn traceerbaar op de P&ID, De tracing & temperatuur-alarm waren niet opgenomen in de P&ID, De P&ID dient geactualiseerd te worden. De procedures voor stikstofbehandeling en product fenol zijn aanwezig In Docmap. Vanuit het scenario wordt ten aanzien van het verwarmen van de V/D-ventielen verwezen naar procedure PRO-1273. In de procedure is hierover (dus ook geen setpoint) echter niets opgenomen. Dit dient alsnog venA/erkt te worden in de procedure. De stikstofunit, V/ D-ventielen, tracing en T-alarm zijn aanwezig op de tank. De operator is op de hoogte van de procedure t.b.v. stikstofbehandeling en fenolopslag. Voorts kon hij toelichten op welke wijze de controle van de V/D-ventielen op verstopping door fenol plaatsvindt. Echter, op de V/D-ventielen was geen Tag-nummering aanwezig. De stikstofunit stond scheef op de ondersteuning, tijdens de inspectie vertoonde deze een lekkage vermoedelijk door te lange slangen. Bij operatie is het onbekend op welke stand de stikstofdruk dient te staan, terwijl de standen wel periodiek worden geregistreerd. Er zou alleen naar een afname gekeken worden. De stikstofunit stond op 40 mm Hg, tenwijl dit volgens de werkplaats 60 mm Hg zou moeten zijn. Inmiddels loopt er een VTW om de verouderde units te vervangen voor gemoderniseerde stikstofsystemen, In de CCR was niet bekend in welk systeem het T-alarm van de tracing zich bevond en het setpoint moet zijn. Deze stond uiteindelijk in storing op het analoge paneel. Opslag van fenol heeft al een jaar niet plaatsgevonden. De kans is aanwezig dat hierdoor de operators minder scherp zijn op de organisatorische LOD's. Voorts kan er vanuit onderhoud t.a.v. de technische LOD's een lagere alertheid ontstaan. Het verdient de aanbeveling dat Odfjell borgt dat producten die voor een bepaalde tijd niet meer zijn opgeslagen pas weer kunnen worden opgeslagen via een MOC. Odfjell heeft al een keer een product op 'hold' gezet. Deze borging zal door Odfjell verder ontwikkeld worden in het nieuwe TMS.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Actualiseren P&ID. PRO-1273 aanpassen.
Aanbrengen Tag-nummering. Vervanging oude stikstofsystemen. Instellingen stikstofunit borgen i.v.m. monitoring. T-alarm tracing repareren en borgen
Borgen dat producten die een tijd lang niet opslagen zijn, pas via een MOC weer kunnen worden opgeslagen.
28 van 36
Nr. B-67
B-68
4
B-69
B-70
Omschrijving
Toelichting
Tijdens de inspectie van de LOD's is geconstateerd dat op een aantal punten de housekeeping onvoldoende was, te weten: bij pomplaats 2 lag veel rommel als gereedschap, handschoenen, oude flenzen/ pakkingen, bouten en moeren, etc. Verder lagen en hingen er productslangen her en der op oneigenlijke plekken, waardoor kans beschadiging hoog was. Tevens was er een druppellekkage van ETBE op leiding PP02-WP0121 aanwezig. Op diverse punten ontbraken de blindflenzen/ caps. Voorts bevond zich bij pompplaats 11a een niet meer bruikbare stoomslang, die afgekeurd en afgevoerd zou moeten zijn. De stikstofunit van Tank 732 was van de ondersteuning gevallen en lag deels in het grind van de tankput, deze vertoonde tevens lekkage. De stikstofunit van Tank 731 was los van de ondersteuning en leunde met de verbruiksmeter tegen de constructiebalk aan. Bij beide stikstofunits zijn de slangen onnodig lang. Van een aantal appendages, zoals de onderzochte V/D-ventielen ontbraken de Tagnummers. In het kader van de verbetertrajecten zijn ook veranderingen waarneembaar bij operatie. De ploegen zijn verantwoordelijk gemaakt voor een bepaald deel van het terrein. De operationsmanager is bezig om checklisten voor controlerondes op te zetten, zodat een uniforme wijze van inspecteren wordt bereikt Op dit moment is er nog een verschillende awareness/ werkwijze/ cultuur tussen de ploegen aanwezig, hetgeen zich bijvoorbeeld uit in zaken als matige housekeeping in verschillende secties. In de ochtendmeetings worden zaken in openheid besproken, waardoor ook een betere prioriteitstelling mogelijk is. Verder wordt operatie ook betrokken bij verbetertrajecten als MOC/ VTW. Inspectie van de V/D-ventielen PV 141/142 gebeurt jaariijks. De laatste inspectie heeft plaatsgevonden in december 2009. De drainpomp en de stikstofunit vallen onder correctief onderhoud. Dit wordt geïnitieerd als tijdens een controleronde wordt geconstateerd dat het apparaat niet meer functioneert. Echter controlerondes worden nog niet adequaat opgepakt, waardoor mogelijk correctief onderhoud in het geding komt, Ten behoeve van het lichten de V/D-ventielen voor controle wordt de tank drukvrij gemaakt Dit wordt gedaan door een afsluiter bij de stikstofdosering open te zetten, waardoor de dampen via een vent naar de buitenlucht worden afgevoerd. Een aandachtspunt hierin is dat hierbij ook fenolkristallen kunnen vrijkomen naar de omgeving. De operators op de tank dragen PBM's, en op grondniveau wordt op aanwezig personeel gelet. Tijdens de inspectie Is niet onderzocht in hoeverre dit procedureel geborgd is.
Good housekeeping dient op orde gebracht te worden en te worden geborgd bij operatie.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Awareness van veiligheid op gelijk nivo brengen door oa implementatie van checklisten en controlerondes, cultuurverschillen tussen ploegen terugbrengen.
Opzetten van een adequaat inspectie- en onderhoudsbeheerssyteem (project Assetmanagement).
Het is niet duidelijk in hoeverre een gebied afgezet wordt, zodat er geen personeel (van derden) in contact kan komen met fenol.
29 van 36
Nr. B-71
B-72
B-73
B-74
Omschrijving De beschrijving van scenario PID-05 kan specifieker door het benoemen van tagnummers van leidingen en bemonsteringskraan. Tevens blijkt niet uit de beschrijving dat er een opvangtrechter aanwezig is. Het schade-effect is gebaseerd op aanwezige H2S in de benzine, dit kan duidelijker worden venwoord. Voor scenario PID-08 geldt eveneens dat de beschrijving specifieker moet worden verwoord/aangeduid. Tevens moet worden nagegaan hoe de uitstroming plaats vindt omdat de leidingen in de PlD-manifold onder een hoek staan. Ook de keuze om de ontsteking door sleutelende operators moet worden heroverwogen omdat deze dan beide direct in brand staan en dit effect heeft op de repressieve maatregelen Maatregelen PID-05; - Druktest met stikstof, PRO-848/Pro-813 wordt na elke opening van het equipment uitgevoerd. Daarnaast is er 2 keer per jaar een lekdichtheidstest, - Productacceptatie: De terminal accepteert geen producten met meer dan 5 ppm H2S ivm mogelijke stankoveriast. Er is een contract (3207) ingezien met deze eis, na destillatie bleek er nog 4 ppm H2S in het product aanwezig. Door het destillatieproces kan er in het topproduct meer dan 5 ppm aanwezig zijn, - Oplijnen, droge en natte controle: Staat aangegeven dat gedaan moet worden, hoe is vooral deskundigheid van de operators. Controles worden geregistreerd. - Gasdetectie; is binnen 1 meter van de LOC aanwezig, deze worden 2 keer per jaar gecontroleerd. Laatste 2: januari 2010 en augustus 2009. Keuringscertificaten gezien, - Vloeistofkerende vloer en opvangtrechter naar dripsvat zijn beide aanwezig Maatregelen PlD-08: - Safety op header, deze beperkt de uitstroming (LOC) doordat de koppeling heel blijft. Deze is voor het scenario (topafloop unit 6) aanwezig en voert af via een afloop naar het riool, echter minimaal 2 andere safety voeren niet af naar een veilige locatie maar sproeien horizontaal of verticaal het product in de PID manifold. Onderhoud aan deze safety's wordt niet gepleegd, ze worden iedere 6 jaar vervangen of bij lekkage. De insteldruk is 14 bar en de betreffende safety is 1-102009 geplaatst, afkomstig uit de voorraad die in dec 2007 is aangeschaft Het is niet duidelijk of dit zonder veriies van specificaties mogelijk is, - Slangen: gebruik van gecertificeerde slangen, steekproef op 29756/VIZEC/907, bleek op 2-12-2009 getest. Wordt uitgevoerd conform PRO-874. Pompput 2 is geïnspecteerd omdat deze de verbinding is tussen de PID en de Terminal. Het viel erg op dat de orde en netheid van de PlD-manifold stukken beter is dan het deel van pompput 2 waarvoor de PID verantwoordelijk is. IDe slangen zien zwart en liggen als spagetti in de pompput. Als
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting OTR moet bij de eerstvolgende revisie de scenariobeschrijvingen specifieker maken en nagaan of de effecten juist zijn uitgewerkt.
OTR moet zorgen dat de safety's op de headers afvoeren naar een veilige locatie. Onderzocht moet worden hoe lang safety's op de plank kunnen liggen zonder veriies van de instelwaarden, of altijd een test doen voor installatie. Ook dient te worden onderzocht en onderbouwd te worden of 6 jaariijks een goede onderhoudsinterval is.
OTR moet nagaan of deze werkwijze gewenst is, mede gezien de housekeeping punten die op het Terminal gedeelte zijn geconstateerd. Op basis van risicobeoordeling moet worden 30 van 36
Nr.
Omschrijving verzachtende omstandigheid kan worden aangevoerd dat vaak dezelfde verbindingen worden gemaakt, dat het niet ergonomisch is ontworpen en om het correct te doen en de slang na afkoppelen op het slangenplatform te leggen er 2 a 3 operators nodig zijn.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting bekeken of het wenselijk is de huidige werkwijze aan te passen en op welke wijze.
31 van 36
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Al B Bg Bnw Brzo 1999 LOC LOD MOC MRA NIM O Pbzo QRA Rrzo 1999 VBS VR Wm Wvo
Arbeidsinspectie Bevinding Bevoegd gezag Brandweer Besluit risico's zware ongevallen 1999 Loss of Containment Line of Defence Management of change Milieu risico analyse Nieuwe inspectiemethodiek Overtreding Preventiebeleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Regeling risico's zware ongevallen 1999 Veiligheidbeheerssysteem Veiligheidsrapport Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
32 van 36
Bijlage 2: Toelichting Thema Het thema geeft in algemene termen de scope of benaderingswijze van de inspectie aan. Een thema kan zich richten op een deel van het veiligheidsmanagementsysteem, zoals een VBS element, gebaseerd zijn op beleid, zoals "het functioneren van de bedrijfsbrandweer", of betrekking hebben op een scenario. De thema's zijn daarmee bepalend voor de keuze van onderwerpen. Onderwerp Per thema worden een of meer onden/verpen benoemd. Deze ondenwerpen worden tijdens de inspectie beoordeeld. Als bijvoorbeeld een VBS element het thema is, kunnen de diverse managementthema's onder dat VBS element als inspectieondenwerp worden betiteld. Bevinding De waarnemingen die tijdens de inspectie zijn gedaan worden verbonden aan een inspectieondenwerp, mogelijk zelfs aan meerdere inspectieondenwerpen. Het samenstel van waarnemingen bij een inspectieondenwerp leidt tot een of meer bevindingen over dat inspectieondenwerp. Beoordelinqsqrondslaq De onderwerpen van de inspectie worden aan één of meer van de drie beoordelingsgrondslagen getoetst, te weten: •
Gedocumenteerd Er is sprake van een deugdelijke en volledige beschrijving: - deugdelijk; helder, inzichtelijk, goed leesbaar en actueel; - volledig; alle relevante aspecten zijn benoemd. Geschikt Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die redelijkerwijze te veriangen is, en zijn passend voor de aangetroffen situatie. Organisatorische en procedurele onderdelen voldoen aan de stand van de wetenschap en zijn eveneens passend. Geïmplementeerd Er wordt gewerkt zoals beschreven is. Er is sprake van een goed functionerende managementloop, verbeteractiviteiten op alle onderdelen zijn structureel en onlosmakelijk aan de bedrijfsvoering verbonden.
Beoordeling Op basis van de bevindingen wordt een beoordeling gemaakt van de inspectieondenwerpen. Een inspectieonderwerp wordt per beoordelingsgrondslag met behulp van een 4-punts waarderingsschaal beoordeeld als goed, redelijk, matig of slecht Afhankelijk van deze waardering kan een (samenstel van) bevinding(en) als overtreding worden aangemerkt. De beoordeling dient om kenbaar te maken waar een mogelijk tekort zit en waar de aandacht van het bedrijf zich dan ook op zou moeten richten. Conclusie Tenslotte wordt een conclusie per inspectieonderwerp gepresenteerd. Als alle drie de beoordelingsgrondslagen bij de beoordeling van het inspectieonderwerp waren betrokken en ze zijn met voldoende omvang aan de orde geweest, dan zal de conclusie gericht zijn op het gehele inspectieonderwerp. Als maar een of twee beoordelingsgrondslagen zijn meegenomen, dan beperkt de conclusie zich uiteraard daartoe. Overtreding Een overtreding betreft een geconstateerde niet-naleving van de regels die worden gesteld door de Wet milieubeheer. Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet rampen en zware ongevallen, de Brandweerwet 1985 en het op deze wetgeving gebaseerde Besluit risico's zware ongevallen 1999 en de Regeling risico's zware ongevallen 1999. Tijdens de inspectie geconstateerde overtredingen van andere dan de hier genoemde wet- en regelgeving worden niet in deze rapportage vermeld. Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
33 van 36
Bijlage 3: Reviewdocumenten Tijdens de inspectie zijn de volgende documenten ingezien;
2
Titel Presentatie project Veiligheidskundige ondersteuning bij de VBS problematiek RCS Consultancy Presentatie Cultuur & leiderschap
3
Presentatie Asset Management Implementation Plan
4 5
Offerte; Veiligheidskundige ondersteuning bij BRZO problematiek RCS consultancy, 6 september 2009 Memo vervuiling DVS-4 januari 2010
6
Memo inspectie DVS4 9 mrt 2010
7
Planninglijst Terminal
8
OTR controlelijst dampvenwerkers
9
Tank inventory lijst terminal
10
PFD DampvenA/erking DVS 4 Tekening nummer 50686P04, blad 0001, verzie A2 10-2009 P&ID ketel 11 tekening nummer 40107, blad 0001 versie B 09-2007 DVS-4 Bijlage 2: overzicht van veriaden producten Duty specification dampverwerking KWS, maart 1997 Memo IM-032 Dampvenwerking ENB datum 21 juli 2008 TMEC/VRAM studie dampverwerkingssysteem 04 15 februari 2010, doe 375003, rev 3 Handboek detonatie beveiligingen van Protego Lijst stoffen Hazop studie dampverwerking tankput 14 Doe 3114001, 16 juli 2009 Procedure inspectie & onderhoud Deto's
Nr 1
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Hazop koppelen incinnerator 2 doe 3113001, datum 21-9-2006 Onderhoudsrapporten Deto's Process and Safety engineering check for the storage of new products Weyer group , 19 feb 2010, project WY09-1030 blad; functioneel testen DVS-4 Dangerous goods report BoW Kiso 23-03-2010 Procedure Schoonmaken tankschepen OTR-OP-08, versie 1, 29-6-2006 Werkbon OTR-2010-001903 Marine Barge - delivery Collection and transport of vapours safety ans cost aspects Stork Comprimo consultancy, 20-06-1996 procesbeschrijving, operationele filosofie & veiligheidsfilosofie dampvenwerking paktank oil Nederiand BV, 18-12-1998 Projectnotitie leidingwerk en civiele voorzieningen basisontwerp dampverwerking
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
34 van 36
34
basisontwerp dampvenverking Paktank Oil Nederiand BV procedure dampsystemen aangesloten op DVS-4 PRO-0794, versie9, 17-3-2010 Memorandum; Oliepotje K961 (V01) van DVS 4 datum 29-03-2010 MOC Aftappen van de condensaatpunten van DVS-4 met behulp van een vacuümwagen datum 29-03-2010 Procedure bepaling kritische processen OTR OTR-31.400, versie 0, 16-03-2010 Plan van aanpak GAP analyse onderhoudsstatus 29-03-2010 Mail 25 juni 2009 betreffende schuimmonsters Mail van Saval aan afd onderhoud van Odfjell over testresultaten schuimmonsters Procedure PRO-1712 Schuimblusinstallatie PID
35
Procedure PRO-1453 Gasdetectieapparatuur PID
36
Daginstructie PID 30-03-2010
37
Inspectierapporten halfjaariijkse inspectie sprinkler PID
38
Inspectierapporten Brandmeldinstallatie PID
39
Inspectierapporten Watersproei-installatie PID
40
Prefireplan RCC tek nr 50650
41
Onderhoudsrapport brandweervoertuig Odfjell 16 t/m 18 maart 2010
42
45
Hazop voor Odfjell Terminal Steigers document nummer 081053-80-08G005, revisie 2009-10-20 Werkbladen Hazop - Odfjell Hazop Hazop 2008-001, revisie 2009-04-03 Registratieblad functioneel testen overvulbeveiligingen tankputten datum test 12-10-2009 WAS bonnen 25841, 21089, 21090, 25842, 21088, 25840
46
Instructie Levelswitch, concept 01-07-2007
47
Rapport onderzoek vloeistofhoogtemeters maart en mei
48
P&ID 40011, blad 2 TOB opslagbedrijf, tanks 504, 505, 506
49
PRO-875 Oplijnen Waterkant PRO-776 Manipuleren CHC-0012 Aandachtspuntenlijst manipuleren PRO-0983 OTR-OP 07 Stikstofbehandeling WAS-bonnen onderhoud PV141 en PV142, uitgevoerd 20-9-2009
28 29 30
31 32 33
43 44
50 51 52 53 54 55
PRO-1273 Fenolverlading Map Plannen van aanpak versie 20 maart 2010.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
35 van 36
56 57 58 59 60 61 62 63 64
Plan van aanpak 2010-008 Preventief onderhoud, met onderiiggend document: Verbeteren onderhoudsfunctie Odfjell Terminal Rotterdam (revisie 0.3, 16 maart 2010) QHSE actielijst Odfjell Terminals (Rotterdam) BV versie 24-3-2010 15:37 PRO-1453 Gasdetectie apparatuur van PID Registratie van shutdowntest en lekdichtheidstest unit 1 PRO-1663 H2S instructie werkzaamheden PID PRO-1668 Opstartinstructie U2 PRO-817 Destilleren PRO-813 Reinigen PID PRO-848 Inspectie en onderhoudsplan PID
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
36 van 36
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 12-05-2010
Kenmerk 265600 21074031
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Betreft voorlichting en deelcontrole Scheepsafvalstoffenbesluit,
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www,odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98344884 12-05-2010
Hananaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
793253 Deelrevisievergunning (x = gecontroleerd) X Scheepsafvalstoffenbesluit WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
ScheepsafvalstoffenbesI Overig uit Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Betreft vooriichting plus deelcontrole Scheepsafvalstoffenbesluit. Voor de checklist zie het tekstverslag.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Reden:
Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
Art
Nr
J/N - bijzonderheden
1.
Heeft de inrichting een kade?
2.
Worden aan de kade van de inrichting binnenvaartschepen gelost en beladen?^
Art 33 SAB
Ja
3.
Gaat het om dedicated vaart (eenheidstransport/repeterende vrachten)? Zo ia, dan ziin de vragen 5,6 en 8 niet van toepassing Zo niet, ga naar vraag 4.
Art 59 en 58 SAB
Deels dedicated, deels wisselende vrachten.
Ja
Problemen zijn er met de ontvangst van de eenheidstransport verklaringen. De binnenvaartschepen die eenheidstranporten uitvoeren beschikken niet over een dergelijke schriftelijke verklaring. In voorkomende gevallen zal Odfjell dit melden aan het M&l.
4.
Gaat het om droge/natte bulk?
5.
Worden overslagresten zoveel mogelijk aan de lading toegevoegd?
Art 41 lid 2 SAB
Betreft hoofdzakelijk restanten die tijdens het aan/afkoppelen in de lekbak opgevangen worden. Afhankelijk van het product (contaminatie) en de hoeveelheid wordt dit toegevoegd aan de lading.
6.
Wordt voldaan aan de
Art 42,
Betreft de standaard nagelensde tank. De laadarmen zijn
Natte bulk.
' Artikel 31: In afwijking van artikel 30 Is dit tioofdstuk niet van toepassing op het laden of het lossen van een schip, indien het lading betreft waarvan het ven/oer aan boord van het schip geheel of gedeeltelijke over zee zal plaatsvinden, onderscheidelijk heeft plaatsgevonden, tenzij het varen van dit schip over zee kennelijk ondergeschikt is aan het varen over binnenwateren.
Blad 2 van 3
7.
losstandaard, genoemd in de tabel van bijlage 2 SAB? Vacuümschoon, veegschoon of nagelensde ladingtank
43, 45 en 46 SAB
voorzien van een aansluiting tbv het nalenzen.
Is er een losverklaring en wordt deze bewaard?.
Art 53 SAB
Ja, deze wordt 1 jaar bewaard.
Art 57 SAB 8.
Indien het schip niet binnen de inrichting wordt schoongemaakt: is het schip een locatie gewezen waar gewassen wordt?
Art 47 SAB
Er worden geen schepen gereinigd binnen de inrichting. De schepen worden verwezen naar ATM Moerdijk of naar de schoonmaak inrichting die de afzender in de vervoersovereenkomst heeft opgenomen.
gaat het schip naar een locatie in de nabiiheid? (locatiegegevens registreren)
Op 12 mei 2010 bij Odfjell een deelcontrole uitgevoerd, hierbij gesproken met Het onderwerp betrof het Scheepsafvalstoffenbesluit (SB). Omdat dit nieuwe wetgeving betreft die recentelijk van kracht geworden is, hier ook voorlichting over gegeven. Voor de resultaten zie bovenstaande checklist. Odfjell heeft aangegeven dat de schippers niet beschikken over een verklaring van eenheidstransport. Dit doorgeven aan RWS die de implementatie verzorgt van het SB. Volgens RWS is deze verklaring niet opgenomen in het Scheepsafvalstoffenverdrag maar alleen in de Nederiandse vertaling van het verdrag via het SB. Derhalve is deze verklaring niet van toepassing op buitenlandse schepen. RWS gaat na of deze eenheidstransport verklaring noodzakelijk is en komt hier later op terug. Verder aan Odfjell aangegeven dat zij alleen het voorgeschreven model losverklaring mogen gebruiken (conform artilkel 53 SB). Verder er op gewezen dat bij boord-boord veriadingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de terminal, Odfjell verantwoordelijk is voor het afgeven van de losverklaring.
Blad 3 van 3
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 01-12-2010
Kenmerk 265600 21137731
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Front Office 2010: project riolering en afvalwaterzuivering, project diffuse emissies, project meet- en registratiesysteem en project bodem.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm Inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98357775
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen
01-12-2010
Regelgeving
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 14
Algemeen Overtreding: Kernovertreding: Nee nvt FO-inspectie 2010: zie verslag.
Correspondentie Verslag
Overig Aanschrijving: nvt
Briefdatum
Opsteller
Handhaven in 1 stap: nvt
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
' Reden:
FRONT OFFICE INSPECTIE 2010 NOVEMBER Onderwerpen DCMR - Project diffuse emissies - Project meet- en registratiesysteem - Project afvalwaterzuivering en riolering - Project bodem Samenvatting Op het gebied van diffuse emissie en meet- en registratie dient Odfell te verbeteren. Maatregelen m,b,t. diffuse emissies zijn al in 2009 middels een aanschrijving afgedwongen en zijn al deels geïmplementeerd. In het kader van het meet- en registratiesteem heeft in het verleden al correspondentie plaatsgevonden i.v.m. onvoldoende invulling, maar is door de DCMR niet verder opgepakt. Emissiereductie en het melen/ bepalen vindt actief plaats, maar dient geborgd en verbeterd te worden. Derhalve is voor dit deel een aantal aanbevelingen met termijnen in het FO-rapport opgenomen. Ten aanzien van de afvalwaterzuivering zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Er is in het FO-rapport wel een aantal aanbevelingen opgenomen. Voor wat betreft de riolering dient nog een aantal vragen te worden beantwoord. Dit is geadresseerd in het FO-rapport. Odfjell komt hier nog op terug. Hiervoor zal een administratieve afhandeling worden aangemaakt. Er zijn vooralsnog geen tekortkomingen geconstateerd. Project bodem: Odijell is een aantal jaar geleden aangeschreven voor een aantal bodemvoorschriften. Hierna is een verbetertraject gestart. Diverse rapporten zijn in het kader van het Masterplan Bodem ingediend, maar zijn als onvoldoende beoordeeld door bureau Bodem Toetsing. Odfjell is bezig om onderzoeken en rapportages aan te passen. Voor wat betreft het onderhouds- en inspectieprogramma staan nog vragen open. Dit is eveneens in het FO-rapport geadresseerd en zal meegenomen worden in de hiervoor genoemde administratieve afhandeling.
Blad 2 van 14
Verder geen tekortkomingen aan de hand van checklist geconstateerd. Project diffuse emissies algemeen
bevindingen
Veriading
1. Wordt bij belading van lichters met vluchtige vloeistoffen een vorm van dampvenverking toegepast? [NER]
2. Wordt bij het beladen van tank- en ketelwagens met vluchtige stoffen gebruik gemaakt van een vorm van dampverwerking? [NER] Opslag
Ja, de steigers en kades zijn voorzien van aansluiting op dampverwerkingsystemen. DVS-4 (energieterugwinning door verbranding in ketel) voor benzines en aanverwanten, Incinnerator 2 (diepkoeling) voor PO-verladingen en DVS-3 en 1 gecombineerd (scrubber en actief kool) voor de chemicaliën. I.h.k.v. het niet behalen van de IMKOIImaatregelen d.d. 1 jan. 2010 is een HHtraject gestart. De rendementen van de DVl's maken hier deel van uit. Nee, de veriaadstations voor de tankauto's zijn nog niet vorozien van een aansluiting op de DVS-en van Odfjell. Is ook niet voorgeschreven in de vergunning, Odfjell wil dit wel in 2011 gaan realiseren (gezien in Masterplan dampverwerking).
3. Zijn opslagtanks voor de opslag van vloeistoffen met een dampspanning groter dan 1 kPa voorzien van lichtgekleurde verf (om extra opwarming door zon te voorkomen)
Ja, de K1-tanks van Odfjell zijn wit geschilderd.
4, Wordt bij de opslag van vloeistoffen met een dampspanning groter dan IkPa in vastdak tanks ook gebruik gemaakt van inwendige drijvende daken? [NER]
Ja, tankputten 6, 9 en 13 zijn voorzien van innerfloats. Stoffen met een dampspanning > 10 mbar worden hierin opgeslagen.
5. Zijn opslagtanks voor vloeistoffen met een dampspanning groter dan 1 kPa voorzien van dubbele seals met een spleetbreedte van maximaal 3,2mm? [NER]
6. Zijn dakdoorvoeringen van drijvend dak tanks voorzien van pakkingen of moffen? [NER] 7. Zijn opslagtanks met een vast dak aangesloten op een dampverwerkingsinstallatie? 8. Zijn opslagtanks met een vast dak ook voorzien van een inwendig drijvend dak?
Ja, is door Odfjell nagevraagd bij deskundige (e-mail gezien). Nee, deze zijn alleen aangebracht op benzeentank 938 t.b.v, verhoging rendement floating roof i.v.m. ontbreken aansluiting op DVS. Er is een offerte bij GTS aangevraagd om de doorvoeringen van de dakpoten en meetvooerzieningen te voorzien van diverse afdichtingen, (documentatie ingezien). Nog niet alle opslagtanks met een vast dak zijn conform criteria van de milieuvergunning voorzien van een aansluiting op een DVS. Hiervoor loopt een HH-traject, Ja, tankputten 6, 9 en 13 zijn voorzien van innerfloats. Stoffen met een dampspanning > 10 mbar worden hierin opgeslagen.
Blad 3 van 14
9. Wordt voor het drainen van tanks en leidingen gebruik gemaakt van een gesloten drainsysteem? specifiek
Ja, de tank wordt leeg gepompt via de lage zuig. Reiniging van de tank bij overgang naar een ander product of onderhoud gebeurt via een vacuümwagen. De vacuümwagen wordt (nog) niet aangesloten op een scrubber.
Anorganische chemie
10. Wordt gebruik gemaakt van lasverbindingen in plaats van flenzen?
Primair wordt gestreefd naar zoveel mogelijk flexibiliteit op de terminal, waardoor er soms meer koppelingen gemaakt moeten kunnen worden. Hier is geen ontwerpbeleid voor opgesteld.
11. Worden pompen en balgkleppen zonder asafdichting gebruikt?
Nee, Odfjell heeft dit wel geprobeerd, maar leverde geen positief resultaat.
12. Wordt gebruik gemaakt van hoogwaardige afdichtsystemen? (moffen, seals) Organische chemie
Ja, bijv, double mechanical seals.
13. Is het mogelijk om "shock inertisering" toe te passen in plaats van continue inertisering? Nee, is niet mogelijk. Indien inertisering vereist is, dan vindt dit continue plaats. En wordt hiervan gebruik gemaakt? 14, Worden aanwezige reactoren waarin vluchtige vloeistoffen worden gebruikt van onderaf gevoed? nee => vraag 15 15, Wordt de reactor zodanig gevoed dat de vloeistof tegen de wand van de reactor vloeit zodat er zo min mogelijk aerosolen ontstaan? Polymeerchemie
r
Nvt
Nvt
16. Wordt bemonstering uitgevoerd in een gesloten kringloop?
Nvt
17. Wordt bij vernieuwing van de installatie gebruikt gemaakt van:
Nvt
O in tandem gemonteerde mechanische afdichtingen.
O
lekvrije kleppen.
Nvt Tbv voorkomen/ reductie diffuse emissies is er nog geen beleid om specifieke kleppen/ pakkingen/ pompen toe te passen. Gelet op veiligheid wordt gestreefd naar lekvrije appendages.
O
verbeterde pakkingen.
Nvt
Proleet Meet- en regisistratiesvsteem
Blad 4 van 14
Het meet- en registratiesysteem is besproken aan de hand van het document dat in bijlage 1 van dit verslag is opgenomen. De volgende punten zijn aan de orde gekomen: - het zou eigenlijk mogelijk moeten zijn om direct vanuit de informatie systemen een actueel overzicht te krijgen van de tanks (inhoud, volume, uitvoering , type seal, aansluiting DVS). Het is dan veel eenvoudiger om snel aan de vergunningeisen te toetsen. Dit is echter niet af te dwingen via de vergunning. Odfjell ziet hier echter ook de voordelen van in en heeft het voornemen om de informatiesystemen zo in te richten dat dit soort overzichten eenvoudig kunnen worden gegenereerd. - Met betrekking tot het meet- en registratiesysteem is het van belang te weten welke voorkeursvolgorden van toepassing zijn op de dampverwerkers. Tijdens de audit is onderstaande tabel afgeleid: DampveHA/erker
DVS 1 DVS 2 DVS 3 DVS 4 - ketel 11 DVS 4 - incinerator 2 DVS 4 - HT boiler 2 Incinerator 1
Voorkeursvolgorde
3 3 3 1 3 1 3
Toetsing
rendementseis rendementseis rendementseis NeR eis rendementseis NeR eis rendementseis
M&R systeem op basis van bijlage bijlage bijlage NeR hoofdstuk bijlage NeR hoofdstuk bijlage
1 vergunning 1 vergunning 1 vergunning 3,7 1 vergunning 3,7 1 vergunning
Afhankelijk van de voorkeursvolgorde is een bepaald monitoringsregiem van kracht. Hier moet.op basis van de vergunning, een meet- en registratiesysteem voor worden opgezet. Dit M&R is gebaseerd op de NeR hoofdstuk 3.7 of bijlage 1 van de vergunning. Odfjell beschikt niet over een M&R systeem dat aan deze eisen voldoet. De volgende afspraken zijn gemaakt: De DCMR geeft aan welke informatie noodzakelijk is om de NeR systematiek van hoofdstuk 3.7 te dooriopen. Odfjell zal deze gegevens aan de DCMR leveren. DCMR zal de systematiek dooriopen en het grove monitoringsregiem voor de voorkeuze 1 installaties vaststellen. Dit zal verder in detail worden uitgewerkt door Odfjell. Odfjell stelt zelf een M&R systeem op voor de voorkeuze 3 installaties. Door de DCMR is het voorstel gedaan om dit op te laten stellen door het meetbureau (Veritas) dat door Odfjell wordt ingehuurd. Geaccrediteerde meetbureaus beschikken over de kennis om dit soort systemen op te zetten. De VOS jaarvrachten van de DVl's worden bepaald aan de hand van venwijderingrendementen van de DVl's en de aangeboden VOS stromen aan de DVl's. Deze berekeningen worden uitgevoerd in Caruso. De rendementen die nu in Caruso worden gebruikt zijn niet gebaseerd op metingen. Wanneer rendementsmetingen zijn uitgevoerd conform het nog op te stellen M&R systeem zullen de experimenteel vastgestelde rendementen in Caruso worden ingevoerd. Door de DCMR is uitleg gegeven over welke aspecten van belang zijn voor het meet- en registratiesysteem. Deze punten, die ook genoemd worden in bijlage 1 van dit verslag, zullen in het M&R plan worden verwerkt. Voor het bepalen van de VOS jaarvracht is ook de jaarvracht t.g.v. lekveriiezen van belang. Door Odfjell dient, op basis van de vergunning, een M&R systeem voor diffuse lekveriiezen te worden opgesteld. Dit is nog niet gebeurd. Door Odfjell is tijdens de bespreking wel een plan van aanpak gepresenteerd voor lekverlies metingen op een beperkt gedeelte van de inrichting. Er zijn afspraken gemaakt over het vervolgtraject (zie FOrapportage).
Blad 5 van 14
Daarnaast wordt een VOS jaarvracht berekend op basis van het handboek emissiefactoren. Het betreft VOS emissies t.g.v. op- en overslag. Deze berekeningen vinden plaats m.b.v. Caruso. Door Odfjell is een presentatie gegeven van Caruso. Aandachtspunt is de overdracht van informatie vanuit het TMS systeem naar Caruso. Hier blijkt nog veel data handmatig te moeten worden aangepast om door Caruso te worden geaccepteerd. Door Odfjell zal dit worden verbeterd.
Blad 6 van 14
Project afvalwaterzuivering en riolering Bevindingen Afvalwaterzuivering Het bedrijf beschikt over een Odfjell beschikt over een eigen (vergunde) eigen vergunde AWZI. afvalwaterzuiveringsinstallatie? Verder bevinden zich statische olieafscheiders in de tankputten. De AWZI ven/verkt afvalwater van VOPAK, proceswater van de PID en tankwaswater -en drainwater van OTR. Afvalwaterzuivering Het bedrijf beschikt over een Odfjell heeft een WVOvergunning voor de lozing van vergunning voor het lozen afvalwater of het effluent van van het effluent op het de afvalwaterzuivering? oppervlaktewater, kenmerk AWE/ 2004/ 8395 I. Afvalwaterzuivering De afvalstoffen die vrijkomen bij het proces afvalwaterzuivering worden afgevoerd naar een afvalverwerker?
Het slib afkomstig van de AWZI wordt afgevoerd naar een erkende verwerkers. Het biologisch slib wordt afgevoerd naar GMB. Euralcode 190812, venwerkingmethode E-03. Afvalstroomnummer 05-W250254201 (beg,form, van 22/4). Het fyschisch chemisch slib (FFU) wordt afgevoerd naar ATM. Euralcode = 050109*, venw.methode A02. Afvalstroomnummer Dl 3533-10730-0. (beg. form, van 15/11). De verwerkers komen voor op de VIHB-lijst van vww.niwo.nl
Afvalwaterzuivering Wordt het gevormde zuiveringslib op een stankvrije danwel overlastvrije wijze opgeslagen?
Het FFU-slib wordt venverkt (ontwaterd) in een centrifuge. Het biologisch slib werd voorheen nog verspreid over droogbedden, maar zal ook verwerkt gaan worden in een centrifuge. De behandeling zal dan volledig gesloten gaan plaatsvinden. Het betreft licht belast slib. Een procesbeschrijving van de AWZI is in een cursusmap aanwezig. Deze dateert echter uit 1996. Odfjell is bezig om deze te actualiseren. Het bedrijven van de AWZI betreft vaak een gevoelskwestie, dus is complex om vast te leggen in een bedieningsinstructie. Het verdient de aanbeveling om kritische handelingen in het proces in een instructie vast te leggen.
Afvalwaterzuivering Het bedrijf heeft schriftelijke proced u res/i ns tructies opgesteld ten aanzien van het proces afvalwaterzuivering?
Blad 7 van 14
De influentnormen zijn geborgd in de AV/ AOIC van Odflell. De acceptatiecriteria zijn opgenomen in procedure PRO-0819. Afvalwaterzuivering Verwerkt het bedrijf enkel eigen Er worden ook stromen van afvalwaterstromen op de VOPAK Torontohaven (TTR) afvalwaterzuiveringsinstallatie? en VOPAK Chemiehaven venwerkt.
Afvalwaterzuivering Heeft het bedrijf de influentnormen geborgd.
Afvalwaterzuivering Is de afvalwaterzuiveringsinstallatie opgenomen in een onderhouds-en inspectiesysteem.
Afvalwater
Het bedrijf kan inzicht geven in waar de afvalwaterstromen ontstaan?
10 Afvalwater
Het bedrijf kan inzicht geven in de kwantiteit van deze afvalwaterstromen?
Onderhoud en inspectie van de AWZI is geborgd in PROOP10 Waste Water Treatment/ Inspectie onderhoudsplan AWZI. De onderdelen van de AWZI zijn opgenomen in het WASsysteem. De afdeling heeft zelf het onderhoud in beheer, In het WAS-systeem zijn o.a. instrumentatie, flowmeters, levelmeters, pompen, puntbeluchters en skimmers opgenomen. De afdeling heeft een eigen gestructureerd archief. Het laatste inspectiecertificaat van de zuurstofmeter is ingezien. Onderhoud en voorraadbeheer wordt i,s,m. Endress & Hauser uitgevoerd. Middels een module van Endress & Hauser vindt een risicobeeoordeling van de onderdelen plaats.
Ja, dit is gedemonsteerd via het besturingsysteem PMSX PRO. Er zijn ook gedetailleerde tekeningen beschikbaar (niet ingezien). Afvalwater komt vrij in de vorm van hemelwater, schoonmaakwerkzaamheden tanks, proces- en spoelwater. Het afvalwater wordt in eerste instantie verzameld in opvangkelders. Via terreinonderdelen A, B, C, of D kan Odfjell afleiden of het mineraal of chemie betreft. Ja, via een dagelijksrapport (van 28-11 ingezien) van influent en effluent. Tevens via PMSX-systeem en spreadsheet t.b.v. het meeten registratiesysteem.
Blad 8 van 14
11 Afvalwater
Het bedrijf kan inzicht geven in de kwaliteit van deze afvalwaterstromen?
12 Afvalwater
Voldoet het op het openbaar riool geloosde afvalwater aan de gestelde eisen?
13 Riolering
14 Riolering
15 Riolering
Influent: CZV wordt dagelijks bepaald. Toxiciteit, pH en respiratie worden continu gemeten. Stikstof Kjeldahl wordt wekelijks bepaald. Effluent: Zwevend stof wordt continu, CZV dagelijks en stikstof continu gemeten. Via de spreadsheet van t b.v. het meet- en registratiesysteem zijn een aantal waardes ingezien. Ja, het kantoor loost uitsluitend op het openbaar riool.
Riolering Het gaat om delen van het Is het rioolsysteem of delen systeem die conform deze van het systeem aangelegd conform CUR/PBV aanbeveling norm zijn aangelegd: kade 11 (deels), WHI-G & 51? St.10 (voorzien van tracing). Dit zijn de nieuwe onderdelen van het terrein. Ja, riool is aangelegd als Is het riool geschikt voor het chemicaliën & oliehoudend afvalwater? qua ontwerp/aanleg. Materialen GRE, PVC, Beton, Staal (actuele overzichtstekening aanwezig en destijds toegevoegd bij de WM-aanvraag). Verder een Dummy-riool van staal om tanks te vullen tbv "settien" (inklinken), zie WM-revaanvraag. Vindt regelmatige inspectie van ja, bevestigd door Onderhoud. Details volgen het riool plaats?
16 Riolering
Is het riool vloeistofdicht?
17 Riolering
Is het riool vrij van vluchtige bestanddelen?
18 Riolering
Is het riool uitgevoerd als een "oliehoudend rioolsysteem"?
19 Riolering
Worden giftige en/of stankverwekkende stoffen via een gesloten rioolsysteem afgevoerd?
Als de vraag is: conform CUR/PBV-44 dan is het antwoord nee. Bas Hartog gevraagd om details. Er is een persriool aanwezig dat op druk is te zetten, maar het vrij-verval-riool, waarin de vijf genoemde "putten" aanwezig zijn is nauwelijks met druk te belasten (daar wordt dan met balonnen gewerkt) Nee, dat geldt voor beide rioolsystemen (mineraal & chemicaliën) Ja
Nee
Blad 9 van 14
20 Riolering
Is een controleput aanwezig?
nvt
21 Riolering
Heeft het rioleringssysteem de vereiste capaciteit?
Ja, echter de AWZI mist capaciteit t.a.v. pieken in terreinwater-aanvoer
[
|Ölie/vet/slib-afscheider
]
22 Olie/vet/slibafscheider
Vindt afvoer via een gesloten systeem plaats? 11.4 De in de olie afscheider afgeroomde olie moet via een gesloten systeem worden afgevoerd of, voor zover het dunne lagen betreft, door middel van bijvoorbeeld vacuümwagens of absorptiematten.
Afvoer vindt plaats via vacuümwagens via het onttrekken van drijflagen of bezinklagen uit de vijf genoemde kelders
23 Olie/vet/slibafscheider
Is de slibvangput en/of olieafscheider op Juiste wijze geplaatst en van voldoende capaciteit?
ja, FFU van AWZI heeft deze taak overgenomen
24 Olie/vet/slibaföcheider
Is de vetafscheider op Juiste wijze geplaatst en van voldoende capaciteit?
nvt
25 Olie/vet/slibafscheider
ja, FFU van AWZI heeft deze Wordt de olieafscheider, slibvangput en/of vetafscheider taak overgenomen periodiek schoongemaakt?
Proleet bodem bevindingen Standaardvoorschriften Is een rapportage met de analyse van de bodemrisico's binnen de inrichting ter goedkeuring overgelegd aan het bevoegd gezag?
Ten tijde van de vergunningsaanvraag is een bodemrisicoanalyse ingediend. Deze was niet voldoende. In het kader van het Masterplan bodem 2009/2010 is integraal een nieuwe versie ingediend. Omdat in overieg besloten is om het Masterplan bodem op te splitsen in Wbb en Wm zal de BRI met de aanpassingen separaat ingediend worden. Odfjell is in afwachting van van kracht worden van nieuwe NRB. Deze zal hierin meegenomen worden, In 2011 zal een nieuwe BRI ingediend worden. In voorschrift 8.6 wordt alleen een PVA ta.v. de implementatie van de maatregelen voorgeschreven.
Blad 10 van 14
Is binnen 2 maanden nadat deze analyse Is goedgekeurd, een plan van aanpak (inclusief planning) voor de volgens de bodemrisicoanalyse noodzakelijke maatregelen en voorzieningen ter goedkeuring overgelegd aan het bevoegd gezag? Is het plan van aanpak goedgekeurd en uitgevoerd?
Odfjell is gestart met de inventarisatie van de aanwezige en de ontbrekende maatregelen. Hiermee is gestopt omdat de nieuwe NRB mogelijk nieuwe inzichten geeft. PVA is nog niet ingediend, zal ingediend worden zodra de BRI in zijn geheel gereed is.
Is een inspectieprogramma voor de bodembeschermende voorzieningen en bedrijfsriolering opgesteld?
Nog open
Is In het inspectieprogramma uitgewerkt welke voorzieningen geïnspecteerd worden?
Nog open
Is in het inspectieprogramma de inspectiefrequentie uitgewerkt?
Nog open
Is in het inspectieprogramma de wijze van inspectie (visueel, monstername, metingen etc.) uitgewerkt?
Nog open
Is in het inspectieprogramma uitgewerkt welke deskundigheid nodig is?
Nog open
Is in het inspectieprogramma uitgewerkt welke middelen nodig zijn?
Nog open
Is in het inspectieprogramma uitgewerkt wie voor de inspectie verantwoordelijk is?
Nog open
Is in het inspectieprogramma uitgewerkt hoe de resultaten worden gerapporteerd en geregistreerd?
Nog open
Is in het inspectieprogramma uitgewerkt welke acties worden genomen bij geconstateerde onregelmatigheden?
Nog open
Is een onderhoudsprogramma voor de bodembeschermende voorzieningen en bedrijfsriolering opgesteld?
Nog open
Wordt In het onderhoudsprogramma uitgewerkt welke voorzieningen onderhouden worden?
Nog open
Wordt in het onderhoudsprogramma de onderhoudsfrequentie uitgewerkt?
Nog open
Wordt in het onderhoudsprogramma uitgewerkt waaruit Nog open het onderhoud bestaat? Wordt in het onderhoudsprogramma uitgewerkt wie het onderhoud uitvoert?
Nog open
Wordt in het onderhoudsprogramma uitgewerkt welke middelen voor het onderhoud nodig zijn?
Nog open
Blad 11 van 14
Is binnen de inrichting een nulsituatie-onderzoek uitgevoerd, waarbij de bodem (grond en grondwater) van de inrichting is onderzocht?
Is de opzet voorafgaand aan de uitvoering van het nulsituatie-onderzoek toegezonden aan het bevoegd gezag? Is geborgd dat als er bij bouwactiviteiten, voorzieningen worden getroffen die een nog uit te voeren nulsituatie-onderzoek zouden kunnen belemmeren of onmogelijk maken, het onderzoek moet worden verricht voordat de betreffende voorzieningen zijn getroffen en de betreffende bouwwerken zijn gerealiseerd?
Ja, destijds middels het locatiebeheersplan, wat onvoldoende bleek te zijn. Dit jaar is geïntegreerd in Masterplan bodem 2009/ 2010 een nieuwe versie ingediend. I.v.m. de opsplitsing van het Masterplan zal het nulsituatieonderzoek separaat met de aanvullingen worden ingediend. Echter, pas nadat de BRI goed is gekeurd. Een jaar na uitvoering van het nulsitauatieonderzoek dient een monitoringsplan ingediend te worden. Nvt
Is geborgd via aanvragen bouwvergunning. Tevens wordt in de MOC-procedure bij dergelijke activiteiten getoetst aan verplichtingen i.h.k.v. weten regelgeving.
Heeft het bedrijf geborgd dat als er in de inrichting verontreinigende stoffen op of in de bodem dreigen te geraken, geraken of zijn geraakt, dit wordt gemeld zoals voorgeschreven in artikel 17.2 van de Wet milieubeheer?
Ja, via PRO-0837, d.d. 11-102010, Melden aan het bevoegd gezag. Bij een morsing wordt verwezen naar het BNP. Actielijst 3 van het BNP schrijft o.a. voor dat Ecoloss, QHSE en bodemcoordinator gewaarschuwd dienen te worden. Het telefoonnummer van Ecoloss is opgenomen. Bijlage 25 van het BNP omvat de inzetprocedure voor Ecoloss. Heeft het bedrijf geborgd dat als er in de inrichting Ja, via PRO-0837, d.d. 11-10verontreinigende stoffen op of in de bodem dreigen te 2010, Melden aan het bevoegd gezag. Bij een morsing wordt geraken, geraken of zijn geraakt al het nodige wordt ondernomen om verdere verontreiniging te voorkomen, verwezen naar het BNP. verspreiding van de verontreiniging te beperken en de Actielijst 3 van het BNP schrijft o.a. voor dat Ecoloss, QHSE ontstane verontreiniging ongedaan te maken? en bodemcoordinator gewaarschuwd dienen te worden. Het telefoonnummer van Ecoloss Is opgenomen. Bijlage 25 van het BNP omvat de inzetprocedure voor Ecoloss. Heeft het bedrijf geborgd dat als er in de inrichting Is nog niet geborgd, maar dit verontreinigende stoffen op of in de bodem dreigen te wordt altijd via de EHBI-fax geraken, geraken of zijn geraakt de gegevens verstrekt naar de toezichthouder worden aan het bevoegd gezag over de aard, de mate gedaan. Advies is om dit te en de omvang van de verontreiniging en de wijze van borgen. saneren?
Blad 12 van 14
Heeft het bedrijf geborgd dat als er in de inrichting verontreinigende stoffen op of in de bodem dreigen te geraken, geraken of zijn geraakt eventuele tanks en/of andere objecten (zoals bijvoorbeeld leidingen, bulzen en kabels), die met de verontreinigende stoffen in aanraking zijn geweest, worden gecontroleerd op aantasting en, indien nodig, worden hersteld of vervangen? Besluit bodemkwaliteit Wordt bij het nemen of analyseren van bodem of grondmonsters voor bodemonderzoek gebruik gemaakt van erkend personeel of een erkende aannemer( certificaat op basis van BBK)?
Wordt bij het saneren van grond of bodem gebruik gemaakt van erkend personeel of een erkende aannemer( certificaat op basis van BBK)?
Wordt voor het toezicht op de eerder genoemde werkzaamheden gebruik gemaakt van een geaccrediteerde milieukundig begeleider?
Wordt voor het beoordelen en rapporteren van eerder genoemde werkzaamheden gebruik gemaakt van geaccrediteerde bureau's of personen?
Inventarisatie Heeft het bedrijf een biopile?
Heeft het bedrijf een locatiebeheersplan opgesteld?
Is dit plan ingediend bij de DCMR?
Nog open.
Ja, dit blijkt ook uit de evaluatieverslagen die Odfjell indient. Uit een steekproef op de erkenning via www.bodemplus.nl bleek dat de genoemde aannemers gecertificeerd zijn. Ja, dit blijkt ook uit de evaluatieverslagen die Odfjell indient. Uit een steekproef op de erkenning vla wvTO/,bodemplus.nl bleek dat de genoemde aannemers gecertificeerd zijn. Ja, dit blijkt ook uit de evaluatieverslagen die Odfjell indient. Uit een steekproef op de erkenning via www,bodemplus.nl bleek dat de genoemde aannemers gecertificeerd zijn. Ja, dit blijkt ook uit de evaluatieverslagen die Odfjell indient. Uit een steekproef op de erkenning via www.bodemplus.nl bleek dat de genoemde aannemers gecertificeerd zijn. In TP34 werd voorheen grond opgeslagen tbv opslag en reiniging. Reiniging zal niet meer plaatsvinden, de locatie gaat mogelijk nog wel gebruikt worden voor de tijdelijke opslag van grond. Ja, Odfjell heeft een locatiebeheersplan ingediend. Deze is destijdsgoedgekeurd door de DCMR. De termijn van de beschikking Is veriopen, maar DCMR heeft deze schriftelijk veriengd. Odfjell streeft ernaar om een nieuwe versie voor het einde van het jaar een concept in te dienen om deze te bespreken met Bureau Bodem Toetsing. In de loop van 2011 zal het LBP waarschijnlijk goedgekeurd worden. Ja.
Blad 13 van 14
Blad 14 van 14
m
DCMR miiieudienst
Parallelweg 1
Rijnmond
Odfjell Terminals Rotterdam B.V.
Postbus 843
t.a.v. de directie
3100 AV Sctiiedam
Postbus 5010 3197 XC BOTLEK-Rt
T
010-246 80 00
F
010-246 82 83
E
info@dcmrnl
W wwwdcmr nl
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Bijlagen
21131723/ 265600 Contactpersoon
Datum
24 december 2010
Doorkiesnr.
Afdeling
010-246
Haven en Industrie
Onderwerp
Inspectierapport
• •MC»
Geachte directie, Een inspectieteam heeft een inspectie bij uw inrichting uitgevoerd op grond van artikel 24 van het Besluit risico's zware ongevallen. De resultaten van de inspectie zijn in de close-out aan u toegelicht. Het door het inspectieteam opgestelde inspectierapport is als bijlage bij deze brief gevoegd. In het rapport is vermeld aan welke aspecten aandacht is besteed tijdens de inspectie, wat de bevindingen zijn en welke conclusies het inspectieteam daaraan heeft verbonden. Indien er tijdens de inspectie overtredingen zijn vastgesteld, zijn deze in het inspectierapport vermeld. Daarbij is aangegeven aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd en door welke overheidsinstantie(s) een handhavingstraject wordt ingezet. Van het bevoegde gezag, dat verantwoordelijk is voor de naleving van de overtreden wetgeving, zult u separaat een brief onh/angen. Indien er bevindingen zijn gedaan die aanleiding geven voor verbeteringen in het veiligheidsbeheerssysteem, zijn deze eveneens vermeld in het bijgevoegde inspectierapport. Ik verzoek u eventuele acties die bij de bevindingen zijn vermeld op te volgen. Bij de volgende inspectie kan nader worden ingegaan op de opvolging van de acties door uw bedrijf.
m DCMR
Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen en/of opmerkingen hebben dan milieudienst kunt u daarover contact opnemen met bovengenoemd contactpersoon van het coördinerend bevoegd gezag.
Rijnmond
Hoogachtend, namens de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond,
drs. M.M. de Hoog, afdelingshoofd Haven en Industrie.
Blad 2 van 2
INSPECTIERAPPORT Brzo 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv
Botlel< Rotterdam
lnspect|edag(en) 2, 8, 9, 10 en 11 november
Datum.definitief rapport: 22 december 2010
Samenvatting Op 2, 8, 9,10 en 11 november is door Bevoegd gezag Wet milieubeheer. Arbeidsinspectie en Brandweer bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een inspectie uitgevoerd in het kader van het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo 1999). Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die het Brzo 1999 aan het Pbzo-document, het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) en de getroffen maatregelen stelt. Ter ondersteuning van deze beoordeling heeft er een technische inspectie, interviews en een documentenreview plaatsgevonden. Op 23 november 2010 heeft er op het bedrijf een globale terugkoppeling van bevindingen plaatsgevonden. De conclusies, bevindingen en overtredingen voortgekomen uit de inspectie, zijn opgenomen in deze rapportage. De doelstellingen van de inspectie waren; 1. bepalen van de voortgang van de verbetertrajecten in relatie tot het veiligheidsbeheerssysteem; 2. vaststellen van de huidige mate van risicobeheersing. Het bedrijf is verzocht om aan het begin van de inspectie de laatste stand van zaken te presenteren en tevens is gedurende de inspectie bij specifieke ondenwerpen (o.a. onderhoud, terminalmanagementsysteem) getoetst op de voortgang van de lopende plannen van aanpak. Daarnaast is een aantal systemen/ processen doorgelicht die een substantiële bedrage dienen te leveren in het totale veiligheidsbeheerssysteem, te weten; - het proces van acceptatie tot opslag (o.a. terminalmanagementsysteem); - het oude en nieuwe onderhoudsmanagementsysteem; - het werkvergunningensysteem. Voorts is, om de operationele beheersing van de risico's te toetsen, een maatregelgerichte inspectie en een inspectie m.b.t. good housekeeping uitgevoerd. Verder is het thema risico bij repressie aan bod geweest. Tijdens de inspectie toonde Odfjell een transparante en constructieve houding. Veiligheid is steeds meer een vast onderwerp bij het management en personeel. Gebleken is dat Odfjell substantiële voortgang heeft geboekt in de verbetering van het veiligheidsbeheerssysteem, waarbij gekozen wordt voor een duurzame en robuuste basis, zoals: - het nieuwe terminalmanagementsysteem (SAP), wat Odfjell in staat stelt om de administratieve processen en barrières in het proces van acceptatie tot opslag van een product beter te borgen. - het nieuwe onderhoudsmanagement gebaseerd op SAP samen met AMprover om risicoanalyses uit te voeren, wat 1 maart live zal gaan en een significante verbetering zal brengen ten opzichte van het huidige WAS-systeem. De onderhoudsstructuur (en engineering) is met goedkeuring van de OR aangepast. Voorts is geconstateerd dat in het kader van de gevarenidentificatie en risicobeoordeling ten aanzien van de scenario's, acceptatie van nieuwe producten en risico bij repressie de procedurele borging en kennis verbeterd dient te worden. Ten aanzien van beheersing van de uitvoering dient de procedurele borging van een aantal transferprocessen (PAK-lijnen) in het VBS te worden aangebracht. Bij het opstellen van de scenario's dient Odflell rekening te houden met de keuze en de geschiktheid van de LOD's. Voorts verdient de registratie en communicatie van de wegafsluitingen op het terrein ten behoeve van de bereikbaarheid van een uitrukkend brandweervoertuig aandacht. Het werkvergunningensysteem was in voldoende mate beschreven en geïmplementeerd. De in het scenario beschreven LOD's waren op locatie aanwezig. Good Housekeeping is ten opzichte van de vorige inspectie verbeterd, echter bij weggraven van een tankdijk dienen risico's geïdentificeerd en beheerst te worden. Ten aanzien van de ontbrekende transferprocedures zal door de Arbeidsinspectie gelet op de risico's handhavend worden opgetreden. Gezien het aandachtstraject wordt van Odfjell verwacht dat zij de in de rapportage genoemde aanbevelingen opvolgt. Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
2 van 29
Inhoudsopgave 1.
Algemene gegevens 1.1. Algemene gegevens van de inrichting 1.2. ' Algemene gegevens van de inspectie: 2. Omvang eh uitvoering van de inspéctie.....;.-.... 3. . Resultaten L.;.!..^...'... 3.1. Conclusies..: 3.2. Overtredingen 3.3. Beoordeling 3.4. Bevindingen ." Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2':.fpe!ichting Bijiage-3: Reviewdocumenten
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
4 4 .4 5 6' 6 :.8 9 9 27 28 29
3 van 29
1.
Algemene gegevens
1.1.
Algemene gegevens van de inrichting
Naam inrichting Bezoekadres Verplichting
Odfjell Terminals Rotterdam bv Oude Maasweg 6 3197KJ Botlek Rotterdam VR-plichtig
Naam drijver Postadres
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197X0 BOTLEK ROTTERDAM
Medezeggenschapsorgaan
Nee
1.2.
Algemene gegevens van de inspectie
inspectieteam Naam: [leider inspectieteam]
Namens instantie: Bevoegd gezag Wet milieubeheer Arbeidsinspectie Brandweer Bevoegd gezag Wet milieubeheer Arbeidsinspectie Arbeidsinspectie
Overige betrokkenen Haam:
Toelichting: Bureauhoofd DCMR
Inspectiegegevens Dossiernummer Aard inspectie Inspectiedag(en)
Odflell Tenmlnals Rotterdam bv 2010
ID00943 Brzo artikel 24 2, 8, 9, 10 en 11 november
4 van 29
2.
Omvang en uitvoering van de inspectie
Voor de inspectie is een'ihspectieagenda genriaakt, opgesteld door de bij de inspectie betrokken partijen en gecommuniceerd met u. De inspectie is uitgevoerd conform de f^lM waarvan de laatste versie te vinden is op de website www.brzo99.nl. Een toelichting op de temiiriologiè staiat in bijlage 2. Tijdens de inspectie zijn de in de agenda aangegeven thénia's en onderwerpen aan de orde geweest. Thema Proces "acceptatie tot opslag"
Inspectie onderwerp(en)
Project Risico's bij repressie
• , VBS element c
Maatregelgerichte inspectie o.g.v. scenario
• •
VBS element c VBS element d
Implementatie onderhoudsmanagehient/ PAS55
, • •
VBS élement c VBS element d
Systeem werkvergunningen
. ••
VBS element d
•
VBS element b
•," . VBSiëlenriéntc • ' VBS élement d
Projecten/organisatie Terreinronde
. • ; VBS element d
De volgende fiinctionarissen zijn geïnterviewd: •.. Functie SHE-manager Terminalmanager Wachtchef/ senior operator Directie Vertegenwoordiging OR Process engineer Maintenance manager Operator Wachtchef Verantwoordelijke Bedrijfsbrandweer Beheerder TMS . Projèctleiders • Opstelier scenario Commerciële tankplanner Hoofd planning Manager Opei"atiorial Support Department Technische tankplanner Field-engineer Projectleider SAP Tijdens de inspectie zijn diverse documenten ingezien: Deze zijn opgenomen in bijlage 3. Odfjell Terminals Rotterdam bv 2010
5 van 29
3.
Resultaten
3.1.
Conclusies
Een volledige beoordeling van de Brzo 1999 verplichtingen kan in het algemeen in één inspectie niet worden gerealiseerd. De conclusies die in dit hoofdstuk worden vermeld betreffen die Brzo 1999 verplichtingen waar naar mening van het inspectieteam een conclusie gerechtvaardigd is. Per conclusie is aangegeven op welke bevindingen (genoemd in paragraaf 3.4) deze mede gebaseerd is. De conclusies zijn door de gezamenlijke overheden getrokken, tenzij anders vermeld. Inspectieonderwerp VBS element c
VBS element d
Odfiell Terminals Rotterdam bv 2010
Omschrijving Risico's bij repressie: bij de eerste verkenning na een spill zijn de risicoreducerende maatregelen niet vastgelegd. Voorts lijken de opleidingen die het kennisaspect over de risico's bij repressie moeten ondersteunen niet erg robuust. Odfjell dient na te gaan wat de parate kennis van de gevaariijke stoffen bij de operators is. - Scenario selectiemethodiek: de methodiek voor het selecteren van scenario's is niet gedocumenteerd. T.a.v. het scenario inzake het zinken van het tankdak is niet vastgelegd hoe de risicoreductie tot stand is gekomen. - Gevaarseigenschappen: de methodiek van bepalen van de gevaarseigenschappen van nieuwe stoffen die geaccepteerd worden en het bepalen van benodigde technische en organisatorische maatregelen is niet gedocumenteerd. - Eindconclusie: gezien het ontbreken van genoemde beschrijvingen wordt gedocumenteerdheid en geschiktheid van dit element als matig beoordeeld en de geïmplementeerdheid als redelijk. Acceptatie tot opslag: in het proces van acceptatie tot opslag biedt het nieuwe terminalmanagementsysteem veel mogelijkheden in borging van processen en barrières. Het verdient de aanbeveling om stoffen die voor een langere periode niet zijn geaccepteerd middels TMS te laten blokkeren, zodat deze opnieuw geëvalueerd dienen te worden. - Transferleidingen; voor een aantal PAK-lijnen waren geen procedures/ instructies aanwezig om een veilige werking van het transferproces te
Nr.(s) B-01, B-02, B-03, B-04, B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11, B-12 en B-13
B-14, B-15, B-16, B-17, B-19, B-20, B-21, B-22, B-24, B-25, B-26, B-27, B-29, B-30, B-31, B-32, B-34, B-35, B-37, B-38, B-40, B-41, B-42, B-43, B-45, B-46. B-47, B-48, B-50, B-51, B-52, B-53, B-55 en B-58
B-18, B-23, B-28, B-33, B-39, B-44, B-49, B-54,
6 van 29
VBS element d (vervolg)
VBS element b
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
borgen. Ook was de onderlinge communicatie hierin niet geborgd. - Wegafsluitingen: de registratie van wegafsluitingen in de brandweermap en het informeren van de bedrijfsbeveiliging (portier) was tijdens de inspectie onvoldoende. - Tankdijken: bij weggraven van een tankdijk dienen risico's geïdentificeerd en beheerst te worden. -Werkvergunningensysteem; het werkvergunningensysteem was in procedures beschreven. De procedures werden gevolgd en de beheersmaatregelen tijdens werkzaamheden op het terrein nageleefd. - Onderhoudsmanagmentsysteem; het raamwerk voor het nieuwe onderhoudsmanagementsysteem bevindt zich in een vergevorderd stadium. Er is rekening gehouden met de verplichte BRZO-elementen. Het systeem zal maart 2011 live gaan. Voor de meest kritische systemen is al een risicoanalyse uitgevoerd. Het WAS-systeem verdient blijvende aandacht. - Scenario: Odfjell dient de beschrijving van het scenario m.b.t. het zinken van het tankdak logischer te beschrijven en de tegenstrijdigheden te verwijderen. Voorts dienen de randvoorwaarden voor het ontwerp en de uitvoering van het onderhoud (LOD's) nader gedefinieerd en vastgelegd te worden. De genoemde LOD's zijn aanwezig, echter bij de werking van de ENRAF-lekdetectie als repressieve LOD worden twijfels geplaatst. Gezien het ontbreken van een aantal beschrijvingen wordt gedocumenteerdheid als matig beoordeeld. - Eindconclusie: gezien bovenstaande wordt de gedocumenteerdheid als matig en de geschiktheid en geïmplementeerdheid van dit element als redelijk beoordeeld. Het managementteam is compleet. Er wordt duidelijk sturing en opvolging gegeven aan de implementatie van de plannen van aanpak ter verbetering van het veiligheidsmanagementysteem.
B-14, B- 15, B-16, B-19, B- 20, B-21, B-24, B-25, B-26, B-29, B- 30, B-31, B-34, B- 35, B-37, B-40, B- 41, B-42, B-45, B- 46, B-47. B-50, B- 51, B-52, B-55 en B-58
B-17, B-22, B-27. B-32. B-38, B-43, B-48, B-53.
B-18, B-23, B-28, B-33, B-39, B-44, B-49, B-54,
B-56, B-57 en B-58
7 van 29
3.2.
Overtredingen
Op grond van de resultaten van de inspectie wordt in deze paragraaf aangegeven welke overtredingen geconstateerd zijn, en aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd. De handhaving is gericht op het opheffen van de overtreding om zodoende zorg te dragen dat de inrichting aan de wettelijke verplichtingen voldoet, en wordt door iedere overheid afzonderlijk uitgevoerd. Daarbij kan er sprake zijn van een afwijking die door meer dan één overheidsinstantie als overtreding wordt gekenmerkt. De overheden spreken in dat geval af wie de handhaving op zich zal nemen. In uitzonderiijke situaties kunnen meer partijen zelfstandig overgaan tot handhaving. Nr. O-01
Omschrijving Overtreding Odfjell beschikt over diverse transferleidingen. Naar Shell, naar Lyondell en naar Vopak, de zogenaamde Paklijnen. Alleen het proces dat de Paklijnen naar Lyondell gebruikt is vastgelegd in een procedure. Dit is niet in overeenstemming met artikel 5, lid 1 van het BRZO'99 noch met PGS 29, voorschrift 104. Eis: Schriftelijke, samenhangende werkinstructies / procedures om een veilige werking van het transfer proces naar alle Paklijn-gebruikers te waarborgen zijn vereist. Tenminste moet zijn vastgelegd: het starten en stoppen van het transfer proces; de communicatie met de gebruikers gedurende het transferproces en tijdens noodsituaties, inclusief de uitval van de utilities en de telefoon; detectie van en de reactie op afwijkingen van de normale bedrijfscondities (bv levelmeters); tijdelijke of speciale productie omstandigheden; bediening tijdens noodsituaties, inclusief uitval van de utilities en de telefoon. Dit is een overtreding van Artikel 5, lid 1 Besluit risico's zware ongevallen 1999.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
Handhaving Arbeidsinspectie
Nr.(s) B-20, B-21, B-22, B-23, B-24. B-25. B-28, B-29. B-30, B-31, B-35, B-37, B-38, B-39, B-40, B-41, B-42, B-43, B-44 en B-45
8 van 29
3.3.
Beoordeling
Op basis van de bevindingen is per inspectieondenwerp waar mogelijk een beoordeling gegeven. De genoemde onderwerpen in de agenda en deze beoordeling hoeven niet met elkaar overeen te komen, omdat tijdens de inspectie andere onden/verpen aan de orde kunnen zijn gekomen dan voorzien of onvoldoende informatie is verzameld om een beoordeling te kunnen geven. Inspectieonderwerp VBS element c
VBS element d
3.4.
Beoordelingsgrondslag Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
Beoordeling matig matig redelijk matig redelijk redetijk
Bevindingen
Van u wordt op grond van uw VBS venwacht dat u (daar waar nodig) actie onderneemt op onderstaande bevindingen. Nr. Onderwerp B-01
Omschrijving VBS element c Proces acceptatie tot opslag Odfjell past op veel plaatsen stikstof toe voor het leegdrukken van leidingen. De stikstofaanvoerleidingen zijn geel geverfd. Echter in de pompputten ontbreekt een bordje met de naam stikstof.
B-02
Proces- acceptatie tot opslag Het proces m.b.t. de acceptatie van nieuwe producten is beschreven in PRO-855, d.d. 27 oktober 2010. Afdeling Sales verzendt/ bespreekt de gegevens naar/ met OSD. In deze stap zal de afdeling QHSE een advies geven over de gevaren van het product ten aanzien van milieu en veiligheid. In deze fase worden diverse bronnen geraadpleegd als het MSDS, Chemiekaartenboek, internet, milieuvergunning, etc. Hierbij wordt gekeken naar onder andere eigenschappen als (aqua)toxiciteit, explosiegrenzen, statische oplading, vlampunt, dampspanning. Voorts wordt al een advies gegeven in het toepassen van technische voorzieningen en PBM's. De gevaren die HSEQ dient te identificeren zijn niet formeel vastgelegd in een checklist/ procedure. Er wordt een aandachtspuntenlijst toegepast, maar deze maakt geen onderdeel uit van het VBS. Bij een mogelijke variatie in samenstelling gaat Odfjell uit van de worst case situatie en stemt daar de maatregelen op af. Deze benadering is niet vastgelegd.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
Toelichting Odfjell moet bij aansluitpunten van een servicestations (lucht, stikstof, stoom, water) een bordje met de naam van het product (lucht, stikstof, etc.) aanbrengen. Norm EBB-bericht no. 98-631. - Een checklist/ instructie opstellen ten behoeve van de identificatie van de gevaren van een nieuwe stof en eventueel de noodzakelijke organisatorische en technische voorzieningen. - Vastleggen op welke wijze Odfjell omgaat met producten die in samenstelling en gevaarseigenschappen kunnen variëren.
9 van 29
Nr. B-03
B-04
B-05
B-06
Omschrijving Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 In dit scenario zinkt het dak van een floating roof tank in de benzine doordat meerdere pontons zijn lek geraakt. Door onbekende oorzaak wordt de benzine ontstoken, waardoor er een tankbrand ontstaat. De keuze van dit scenario is gebaseerd op een incident wat zich op 17 september 2005 op een terminal van BP in Amsterdam heeft voorgedaan. Doordat het drijvend dak lek raakte zonk het in de vloeistof. De informatie van dit incident is ingezien. Bij de selectie van de scenario's wordt gekeken naar de grootst mogelijke spreiding over de directe oorzaken, de installatieonderdelen, de kansen en de effecten. De selectiemethodiek van de scenario's is niet beschreven in een document. Hierdoor is een uniforme selectie van de scenario's niet geborgd. Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 Begin 2009 is door KH-engineering voor diverse tanks een HAZOP (docnr. HAZOP-2008-001) uitgevoerd. In deze HAZOP zijn onder meer 20 identieke floating roof tanks beoordeeld. Tank 901 valt hier ook onder. Lekkage van de pontons is in de HAZOP als oorzaak van het zinken onderkend. Er wordt vanuit gegaan dat het dak zinkt door het lek raken van 2 naast elkaar gelegen pontons. LOD's die in de HAZOP worden genoemd zijn inspectie en onderhoud (RBl) en de visuele controle door de operators. Er worden geen nieuwe aanbevelingen gedaan t.o.v. het scenario. De genoemde LOD's zijn ook terug te vinden in het scenario. Bij het opstellen van de scenario's wordt geen gebruik gemaakt van de eventueel uitgevoerde HAZOP's. Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 De risico-inschatting heeft op een kwalitatieve wijze plaatsgevonden. De overwegingen hierin zijn niet meer bekend en gedocumenteerd. Hierdoor is niet te achterhalen welke LOD's ervoor hebben gezorgd dat het risico terug is gebracht naar het acceptabele gebied. Odfjell overweegt om in de toekomst voor bepaalde systemen een kwantitatieve analyse uitvoeren. Voor de PO-opslag is hier al mee geëxperimenteerd. Risico bii repressie: directie standpunt, PBZO document / RI&E 1. Het PBZO document doet geen uitspraken over risico's bij repressie. Er is bijvoorbeeld niet vastgelegd om bij een spill alleen met een aanvaardbare risico installaties veilig te stellen. 2. Via de RI&E is het minimum aantal BHV-ers vastgelegd. Het minimum aantal BHVers per ploeg ligt vast en is vastgesteld door middel van een onderzoek. Voorts zijn de taken van de BHV organisatie beschreven in bijlage 19 van het noodplan.
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting Selectiemethodiek van scenario's beschrijven in een document, waardoor een uniforme wijze van selecteren is geborgd.
Traject van risicoreductie m.b.t. het opstellen van scenario's documenteren.
Via het PBZO document dient Odfjell het veiligheidsuitgangspunt op dit aspect naar de organisatie toe verduidelijken.
10 van 29
Nr. B-07
B-08
B-09
B-10
Omschrijving Risico bij repressie: eerste verkenning De eerste verkenning na een spill melding wordt uitgevoerd door twee operators in opdracht van de B operator. Zij weten dat zij een spill bovenwinds moeten benaderen. De risico reducerende maatregelen: adembescherming bij toxische stoffen (bv H2S, carcinogenen); gebruik explosiemeter; met twee personen benaderen; bovenwinds benaderen; alleen bij aanvaardbare risico's veilig stellen; voldoende afstand houden liggen niet vast Risico bii repressie: spanningsveld tussen veiligheid voor werknemers en de CIN melding De leidinggevende verantwoordelijk voor het afgeven van een CIN melding kan een spanningsveld ervaren tussen het binnen 15 minuten uitvoeren van de CIN melding en een veilige verkenning van de calamiteit. Risico's worden genomen als de verkenning wordt uitgevoerd zonder de juiste beschermingsmaatregelen, ademlucht kan bijvoorbeeld pas worden gebruikt als het Quick Response Vehicle ter plaatse is. Eveneens worden risico's genomen als het effectgebied moet worden betreden van een potentiële brand of explosie voor een inschatting van de omvang van de calamiteit. Risico bii repressie: kennis van gevaariijke stoffen Medegedeeld is dat de operators weten van de gevaren bij repressie, te weten: giftigheid, steekvlam, brand en explosieve wolk op basis van kennis en ervaring.
Toelichting De gevaren van de eerste verkenning en de risicoreducerende maatregelen alsmede het veiligheidsuitgangspunt vastleggen en met de operators bespreken.
Spanningsveld bespreken met de wachtchefs.
Meten is weten: Odfjell dient na te gaan of de veld-operators voldoende kennis paraat hebben met betrekking tot de gevaren van de stoffen, met name als deze stoffen bij een calamiteit betrokken kunnen zijn.
De opleidingen die het kennisaspect moeten aanreiken zijn: de Odfjell basis opleiding (bij indiensttreding); het OBT (een maal per 5 jaar). Het OBT behandeld ook eigenschappen van stoffen. de Odfjell producten gids (niet up to date en niet volledig); MSDS-en via intraweb (wel volledig). Het aanreiken van het kennisaspect lijkt niet robuust. Werknemers worden niet periodiek getest op kennis van de gevaarlijke stoffen. Wel is tijdens een inspectie geconstateerd dat de bevraagde operators (2) een voigelaatsmasker bij zich hadden met de juiste, voor de te verpompen geschikte, verzegelde filterbus. Risico bii repressie: repressieve handelingen Met betrekking tot dit aspect beschikt Odfjell over: een Quick Response Vehicle (QRV) voorzien van onder meer 6 persluchtmaskers; een up to date bedrijfsnoodplan; een pre-fire boek; oefeningen van het noodplan.
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
11 van 29
Nr. B-11
B-12
B-13
Onderwerp B-14
Omschrijving Nieuw onderhoudsmanagementsysteem De basis van de onderhoudsplannen is een risicoinventarisatie, waarbij wordt gekeken naar de beleidsaspecten veiligheid, milieu, reputatie, beschikbaarheid en technische kosten. Voorbeelden van zaken die hierin gehanteerd worden zijn de QRA (EV), OSHA (arbo) en IMKOII (milieu). Voor de risicobepaling wordt gebaiik gemaakt van de softwareapplicatie AMprover. In deze applicatie is een risicomatrix specifiek voor onderhoud aanwezig, waarmee op basis van de hiervoor genoemde beleidsaspecten het effect wordt bepaald. De kans wordt bepaald aan de hand van inteme of externe statische gegevens en trends. De risicoanalyse wordt in multidisciplinair verband uitgevoerd. Voor de al eerder geïdentificeerde kritische processen (DVS4. PO-systeem, Benzeensysteem, Butaniseersysteem) zijn de onderdelen van de installaties al door AMprover beoordeeld. Als hier noodzakelijke acties uit zouden komen dan zijn deze eerder ondergebracht in het huidige WASsysteem. Nieuw onderhoudsmanagementsysteem Een voorbeeld van een risicoanalyse is gegeven aan de hand van de ventilator van Incinnerator 2. Aan de hand van een FMECA zijn de effecten bepaald op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu, reputatie, betrouwbaarheid, beschikbaarheid en kosten. Door het uitvoeren van een trillingsmeting op de lager wordt het risico (kans x effect) significant teruggebracht. Nieuwe projecten worden nu standaard uitgevoerd met de analyse volgens de AMprover-systematiek. Dit vindt plaats in een vroeg stadium en kan leiden tot bijsturing van het ontwerp en de uiteindelijke uitvoering. Aanvullend Aan Odfjell is verzocht te onderzoeken of en waar de problematiek van lange bouten zich op haar terrein voordoet. VBS element d Terreinronde Op het terrein van Odfjell vonden tijdens de inspectie veel werkzaamheden plaats in verband met de projecten "Shell Connectivity" en het aanbrengen van een dampretoursysteem. Voor het plaatsen van de leidingsupports voor het Shell-project is een dragline ingezet die de leidingsupports in de leidingstraten de grond intrilt. In geval van een calamiteit is deze dragline niet direct te verplaatsen, waardoor er sprake is van een langdurige wegblokkade. Voor het aanbrengen van het nieuwe dampretoursysteem was tijdens de inspectie een mobiele kraan opgesteld om de staalconstructies op hun plaats te hijsen.
Odflell Temiinals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Onderzoek naar problematiek met betrekking tot toepassing van lange bouten.
12 van 29
Nr. B-15
Omschrijving Terreinronde Bij een controle van de wegafsluitingen in de brandweermap in de portiersloge bleek dat niet alle wegafsluitingen in deze map worden geregistreerd. Deze brandweermap wordt door de bevelvoerder van de brandweer gebruikt om de kortste weg naar het incident te bepalen en voorkomt dat het brandweervoertuig zich klem rijdt in afgesloten wegen.
B-16
Terteinronde Ter hoogte van Tankput 14 worden graafwerkzaamheden uitgevoerd. Hiervoor is aan weerszijden van de leidingstraat een steigerconstructie gebouwd met daartussen een stalen balk die als hijsbalk fungeert. De beide steigers zijn dusdanig gesitueerd dat de loopbrug over de leidingstraat niet onbelemmerd te bereiken is. Deze loopbrug vormt de verbinding tussen de weg waar bij een calamiteit het blusvoertuig wordt opgesteld en het manifold waar de brandweer moet aansluiten om een blussing uit te voeren of om de tanks te koelen. Tijdens de inspectie heeft de manager Engineering opdracht gegeven om brandslangen klaar te leggen zodat de brandweer bij een incident direct over de juiste slangen kan beschikken. Tijdens de tweede inspectiedag is geconstateerd dat Odfjell een nieuwe tijdelijke brug heeft laten plaatsen, waardoor het manifold weer onbelemmerd bereikbaar is. Terreinronde Tijdens de inspectie vonden er onderhoudswerkzaamheden plaats aan de blusbootaansluiting van steiger 10. Ter hoogte van de blusbootaansluiting is de steiger slechts aan één zijde voorzien van een leuning. De medewerker van Odfjell die de werkzaamheden uitvoerde was niet voorzien van een zwemvest. Terreinronde Tijdens de terreinronde is geconstateerd dat er op verschillende plaatsen binnen de inrichting wegblokkades waren d.m.v. mobiele kranen, graafwerkzaamheden e.d. Hierdoor kan niet worden gegarandeerd dat alle aansluitpunten (bluswatermanifolds) bij een incident te bereiken zijn voor een incidentbestrijdingsvoertuig. Naar aanleiding van deze constatering heeft de manager operations een tijdelijke procedure "Wegopbrekingen" opgezet. Tijdens de volgende twee inspectiedagen is steeds de wegafsluitingenlijst uit de brandweennap in de portiersloge opgevraagd en bleken er wederom niet alle wegafsluitingen op te staan. De dagopzichters van Odflell hebben naar aanleiding hiervan besloten om de dagelijkse lijst met wegafsluitingen in het vervolg in te kleuren met accentueerstift en af te geven bij de portiersloge.
B-17
B-18
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting Odfjell dient ervoor zorg te dragen dat alle wegafsluitingen in de brandweermap worden geregistreerd en dat de bedrijfsbeveiliging op de hoogte is welke wegen er niet te gebruiken zijn. Binnen de projectleiding moet er dagelijks aandacht zijn voor de wegafsluitingen en de bereikbaarheid van de blus- en koelvoorzieningen op de locatie. Odfjell dient bij het bouwen en opleveren van steigerconstructies rekening te houden met de bereikbaarheid van bluswatervoorzieiningen. Tevens dienen loopbruggen te worden vrijgehouden van obstakels.
Het verdient vanuit het oogpunt van personele veiligheid de aanbeveling om bij werkzaamheden op steigers waar slechts aan één zijde een leuning is aangebracht, een zwemvest te dragen. Odfjell dient voortdurende aandacht te besteden aan tijdelijke wegafsluitingen. Het verdient aanbeveling om de tijdelijke procedure "wegafsluitingen" van het hoofd maintenance door te zetten naar een definitieve vastgestelde procedure, zodat een zorgvuldige afweging kan plaatsvinden van de risico's tijdens een wegafsluiting en er niet meerdere afsluitingen in hetzelfde gebied plaatsvinden. Tevens dient in deze procedure de melding naar de portier vastgelegd te worden, (door wie, op welke manier, eenduidig vormgegeven e.d.)
13 van 29
Nr. B-19
B-20
B-21
Omschrijving Terreinronde Tijdens de rondgang is geconstateerd dat op diverse plaatsen delen van de tankdijken zijn weggegraven om de stempelpoten van de mobiele kranen te kunnen plaatsen. Bij navraag bleek dat er geen berekeningen zijn uitgevoerd over de verminderde sterkte van de tankdijken naar aanleiding van deze graafwerkzaamheden. Op diverse plaatsen waren gedeeltelijke instortingen te zien van het zand onder de tegelpaden op de tankdijken. Proces acceptatie tot opslag Het accepteren van een product vindt plaats via PRO-854, d.d. 8-11-2010. De aanvraag van een product gebeurt telefonisch en/ of via een e-mail. De salesmanager is hier verantwoordelijk voor. In deze fase wordt zoveel mogelijk informatie over het product vergaard (logistieke eisen, periode, MSDS, analyseresultaten). Bij twijfels over de samenstelling van het product worden aanvullende analyses uitgevoerd. De salesmanager registreert de aanvraag en eventueel nieuwe product in het TMS en vult het eerste deel van de bijbehorende checklist CHC-0047 (punt 1 t/m 4) in. Indien een MSDS door de klant niet geleverd wordt, zal het product niet geaccepteerd worden. MSDS-en die ouder dan 5 jaar zijn dienen vervangen te worden. De afdelingen Planning, Operational Support en QHSE worden geïnformeerd over de opslag van een (nieuw) product. Proces acceptatie tot opslag Nadat volgens PRO-855 de gevaarseigenschappen van de stof zijn bepaald, inventariseert OSD samen met de HSEQ-afd. de technische en organisatorische (operationele instructies) maatregelen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende lijstjes. Het verdient de aanbeveling om hier 1 toetsingslijst van te maken. Hierna worden de randvoorwaarden voor de op- en overslag gedefinieerd. Op basis van de benodigde voorzieningen wordt door de planner getoetst of de faciliteiten beschikbaar zijn. Bij de beschikbaarheid van een tank wordt getoetst op logistieke ruimte, maar ook de aanwezige technische voorzieningen, zoals resistentielijsten voor coatings en seals, acceptatielijsten dampverwerking, tank-, leiding- en pompspecificaties in TMS. Als de opslag gerealiseerd kan worden, zal checklist CHC0047 met benodigde voorzieningen verder gecompleteerd worden.
Toelichting Odfjell dient voorafgaand aan graafwerkzaamheden een zorgvuldige afweging te maken van de risico's die ontstaan bij het gedeeltelijk weggraven van een tankdijk. Tevens dienen de weggegraven plaatsen deugdelijk te worden hersteld, zodat de dijk zijn oorspronkelijke sterkte weer terugkrijgt.
Een toetsingslijst opstellen met technische voorzieningen die nodig zijn voor de opslag van een bepaalde stof.
Indien de opslag niet te realiseren is, zal middels een MOC bepaald worden of de voorzieningen alsnog te realiseren zijn.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
14 van 29
Nr. B-22
B-23
B-24
Omschrijving Proces acceptatie tot opslag Indien een product geaccepteerd kan worden en hiervoor intern door de Terminal/ PID Manager toestemming is gegeven, worden alle gegevens definitief in TMS ingevoerd en wordt een koppeling tussen de stof en de tank gemaakt. Een stof kan pas worden opgeslagen als een deze koppeling is aangebracht Hien/oor dient een wijzigingsprocedure (PRO-1825) gevolgd te worden. Alle relevante documenten worden gekoppeld aan aan de stof in TMS. In TMS wordt een pro forma werkopdracht aangemaakt, die beschikbaar is voor operatie. Proces acceptatie tot opslag Odfjell heeft onlangs een opschoonactie in TMS uitgevoerd van stoffen die voor een langere periode niet zijn geaccepteerd. Het verwijderen uit het systeem houdt in dat de stof niet zonder nieuwe beoordeling geaccepteerd kan worden. Het verdient de aanbeveling om dit periodiek te doen dan wel een blokkade in TMS in te bouwen. Totdat een definitieve werkopdracht in TMS is aangemaakt kan niet verladen worden. In diverse stadia van voorbereiding van een tank, zoals schoonmaken, keuren en dichtmaken worden ook werkopdrachten gegenereerd. De tank wordt dan in een status van de werkzaamheden gezet, waardoor er niet met andere activiteiten gestart kan worden. Op het moment dat een definitieve los-opdracht in TMS wordt gegenereerd zal de manipulatiecoördinator in de CCK pas de opdracht uit kunnen draaien en opdracht geven om de veriading te starten. Proces acceptatie tot opslag De manipulatiecoördinator bedient (CCK) het TMS In het statusoverzicht van TMS is zichtbaar dat voor het tot stand komen van een werkopdracht diverse stappen (Oust. Services, Douane, Planning) dooriopen moeten zijn. Bij elke stap is een status zichtbaar, die moet afgerond zijn voor een volgende stap. Na dit traject ontvangt de MC-er de opdracht in zijn postbakje (TMS) en kan geprint worden. Ter voorbereiding van een manipulatie draait de MCer de pro forma werkopdracht uit. Op basis van de informatie van het schip en de inhoud van de tank worden de stopstanden bepaald voor het besturingssysteem. Voorts wordt een check gedaan tussen de te lossen stof en een al opgeslagen stof. De natte en droge controles dienen te worden afgetekend op de werkorder. Uit veiligheidsoverwegingen worden geen manipulaties gestart vlak voor een wachtwissel. Ten behoeve van de implementatie van TMS is de MC-er uitgebreid getraind. De MC-er was duidelijk op de hoogte van de werking van TMS.
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Borgen dat stoffen die een langere tijd niet zijn opgeslagen, opnieuw geëvalueerd worden.
15 van 29
Nr. B-25
Omschrijving Proces acceptatie tot opslag Het personeel wordt door middel van de werkopdracht op de hoogte gesteld van onder andere de uit te voeren handelingen, de stofeigenschappen, de algemene instructies en informatie over de te gebruiken leidingen en tank. De operators hebben in de controlekamer direct toegang tot alle MSDS-en en hebben de beschikking over een compacte productengids. De productengids dateert van 2006 en zal geactualiseerd worden. Middels een operationele check van de transportdocumenten door de loadingmaster vindt een toets plaats of de juiste stof is aangeleverd. Daarnaast wordt er door de klant een onafhankelijke surveyor ingehuurd, die ter plaatse eveneens de samenstelling van de lading toetst
B-26
Proces acceptatie tot opslag Als voorbeeld is de werkopdracht met nominatie OTR-2010-017573 (lichter VA BANQUE) genomen. Betreft platformate met < 50 % arom. De hoeveelheden, stofeigenschappen, leidingen en tanks zijn opgenomen in de werkorder. In het systeem stonden de leidingen leeg van vloeistof In het statusscherm stond de stap van de planning in de status "OK". Het TMS-systeem doet zelf een controle; bijv. op moment dat bijvoorbeeld bij planning de status waarschuwing staat zal er in de CCK een blokkade op zitten. Ook bij het veriaden via de PAK-lijnen vanuit de Shell vindt er eerst een verzoek van de Shell plaats en worden de hoeveelheden opgenomen in het TMS ten behoeve van voorraadmanagement. Proces acceptatie tot opslag De werkorder van de VA BANQUE maakt deel ui van een totale benzineblend in opslagtank 919. Bij het OSD is door hoofd planning getoond dat er aan tank 919 een lijst met stoffen is gekoppeld. Zonder deze koppeling kan een stof niet opgeslagen worden in de tank.
B-27
Toelichting Actualiseren productengids.
De beoordeling van stoffen wordt vastgelegd. Een voorbeeld hiervan is de acceptatie van de opslag en verwerking (PID) van chloorhoudende gasolie in 2008. Hiervan is een verslag d.d. 27-08-08. BB-201, opgesteld. De stoffen die in het voormalige OTES-systeem waren ondergebracht zijn 1 op 1 overgezet naar het TMS. Hiervan heeft geen nieuwe beoordeling plaatsgevonden.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
16 van 29
Nr. B-28
Omschrijving Proces acceptatie tot opslag Procedures voor transfer proces; algemeen: Odfjell beschikt over diverse transferieidingen. Naar Shell, naar Lyondell en naar Vopak, de zogenaamde Paklijnen. Alleen het proces dat de Paklijnen naar Lyondell gebruikt is vastgelegd in een procedure.
B-29
Proces acceptatie tot opslag Procedures voor transfer proces; inhoudelijk: procedure PRO-1740 (ETBE van Lyondell) beschrijft het starten en stoppen en tijdelijke of speciale bedrijfsomstandigheden. Niet beschreven is: de communicatie met de gebruikers gedurende het transfer proces; de detectie van en reactie op afwijkingen van de normale bedrijfscondities (bijvoorbeeld storing in de niveauaanwijzing van de opslagtanks tijdens transfer); bediening en communicatie tijdens noodsituaties. Proces acceptatie tot opslag Procedures voor transfer proces; noodtelefoon: Odfjell beschikt alleen over de normale telefoon nummers van de transfer gebruikers. Bij uitval telefoonverbinding ontstaat een communicatieprobleem. 06 nummers met de gebruikers van het transferproces dienen te worden vastgelegd. Proces acceptatie tot opslag Procedures voor transfer proces; 1 uurs contact volgens de paneloperator en de leidinggevende wordt er elk uur met de transfergebruikers gebeld over de voortgang van het proces. Deze stap is niet vastgelegd in de procedures. Proces acceptatie tot opslag Spill obsen/ations, aantallen: In de periode 02 nov. 2007 tot en met 02 nov. 2010 (3 jaars periode) zijn 23 incidenten gemeld, waarvan 3 near miss, dus 20 daadwerkelijke spill incidenten. Van die 20 spill incidenten zijn er 12 te relateren aan feed failures.
B-30
B-31
B-32
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting Schriftelijke, samenhangende werkinstructies / procedures om een veilige werking van het transfer proces naar alle Paklijngebruikers te waarborgen zijn vereist. tenminste moet zijn vastgelegd: het starten en stoppen van het transfer proces; de communicatie met de gebruikers gedurende het transfer proces en tijdens noodsituaties inclusief uitval Utilities en telefoon; detectie van en reactie op afwijkingen van de normale bedrijfscondities (bv levelmeters); tijdelijke of speciale productie omstandigheden; bediening tijdens noodsituaties inclusief uitval Utilities en telefoon. Norm PGS 29 voorschrift 104. Eis Al Procedure aanpassen.
06 nummers met de gebruikers van het transferproces vastleggen.
Communicatie op dit kritisch punt borgen.
Conclusie 60 % van de spill observations over de afgelopen 3 jaar hebben een relatie met het oplijnen.
17 van 29
Nr. B-33
Omschrijving Proces acceptatie tot opslag Spill observations, basis oorzaken: De spill observations geven een beschrijving van de gebeurtenis. Gegevens over directe - en basis oorzaken zijn niet op de observation reports vemneld.
B-34
Proces acceptatie tot opslag Spill observations, paklijnen: In de ontvangen spill observations zijn geen observations aangetroffen die een relatie hebben met de paklijnen. Scenario nr. 1.2, zinken van dak T901 De scenario's zijn nu nog gebaseerd op het RIB addendum ten tijde van het BETERZO-traject. Voor VR3 zal de PGS6 gehanteerd gaan worden. Basisoorzaak: het nummer van het scenario vertegenwoordigd de basisoorzaak van de LOC. In dit geval betreft het scenario 1.2, wat conform PGS6 staat voor de basisoorzaak" versnelde achteruitgang bescherming (coating)". In dit scenario gaat het dus om versnelde achteruitgang van de beschermlaag van de pontons. De basisoorzaak leidt tot de directe oorzaak "corrosie". In de beschrijving wordt aangegeven dat de dakdrain open blijft staan waardoor de vloeistof in de tankput loopt In het LOC-type en uitstroomfase/ -hoeveelheid ontbreekt de informatie hiervan. Echter in de LOD's wordt er vanuit gegaan dat de dakdrain wel wordt dichtgezet (indien mogelijk bij brand), in tegenstelling tot de beschrijving. Odfjell dient hier een keuze in te maken. Scenario nr. 1.2, zinken van dak T901 Omschrijving LOC-type tank emitteert naar de atmosfeer is niet overeenkomstig PGS6. Odfjell zal dit aanpassen met de beschrijving "zinken van het tankdak". Een uitdraai van de softwarematige berekening van de effectafstanden (door AVIV). In de uitdraai zijn effectafstanden voor de hittestraling met betrekking tot scenario 1.2 terug te vinden. De totstandkoming van de waarden is niet nagegaan.
B-35
B-36
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting Odfjell beschikt nu over een procedure 'Melden en onderzoeken van ongewenste gebeurtenissen' PRO-1841. Deze procedure is geldig vanaf 06-102010. Classificatie en onderzoek van directe - en basis oorzaken wordt in deze procedure genoemd. Geen actie
In de beschrijving een keuze maken: de drain wordt dichtgezet in lijn met de beschreven LOD (sluiten drain), ofwel de drain open blijft open staan en de LOD niet opnemen. In het tweede geval gaat de tankput ook als LOD fungeren en dient ook de uitstroming bepaald te worden.
Aanpassen beschrijving LOCtype.
18 van 29
Nr. B-37
B-38
B-39
Omschrijving Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 Middels periodieke controle van de pontons door operations bij lege tanks dient te worden nagegaan of de pontons vloeistof leeg zijn. Er wordt venA^ezen naar checklist CHC-0004 en PRO-1606. Volgens PRO-1601 (in seen. PRO-16-6) dient eenmaal per 5 weken een inspectieronde (ploeg B) plaats te vinden. Operations controleert de tanks ook als ze niet leeg zijn. Een lage tankstand (1/3 v tank) wordt zoveel mogelijk vermeden in verband met verhoogd risico door besloten ruimte. In checklist CHC-0004 is opgenomen dat een controle gedaan dient te worden op het leeg zijn van de pontons. Er is niet beschreven hoeveel pontons er lek mogen zijn en welke actie ondernomen dient te worden ingeval van een geconstateerde lekkage. Aangezien het een LOD betreft zou dit in de checklist uitgebreid kunnen worden. Volgens Odfjell is 1 lekke ponton onacceptabel en wordt direct een reparatie ingezet, hetgeen inhoudt dat de tank leeggepompt dient te worden. Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 Onderhoud: door middel van periodiek onderhoud aan de pontons wordt sterke aantasting van de pontons ontdekt en worden deze weer in goede staat gebracht. Het onderhoud van de tanks is beschreven in PRO938, d.d. 2003-04-14. In de procedure is beschreven dat de onderhoudsbeurten altijd worden voorafgegaan door een gedegen inspectie door een erkend inspectie-instelling. In het inspectie programma is een aantal onderwerpen genoemd die geïnspecteerd worden, maar de pontons en het drijvend ontbreken hier in. Voor de volledigheid zal dit specifieke onderdeel in de procedure benoemd kunnen worden. In de praktijk zullen de pontons en het dak integraal meegenomen worden. Er wordt wel een scheefstandmeting van het dak beschreven. Scenario nr. 1.2, zinken van dak T901 Het tankdak is dusdanig ontworpen dat meerdere pontons lek kunnen raken. Er is niet bekend hoeveel er lek kunnen raken totdat het dak zinkt. Uit een nagezonden bouwvergunning van 4 mei 1973 en een constructieberekening van 21 december 1972 van de tank blijkt dat de API 650 norm is gehanteerd. In de ontwerpgegevens is geen informatie met betrekking tot het huidige ontwerp van het dak aangetroffen (type coating en constructie en materialen van de pontons, hoeveel mogen er lek raken, corrosie tolerantie, etc). Aangezien het ontwerp van de pontons als een LOD wordt beschouwd, is het wenselijk dat er meer informatie over het ontwerp beschikbaar komt.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
Toelichting - Voonwaarde van lege tank verwijderen uit beschrijving LOD. - Procedurenr. PRO-1606 in scenario wijzigen. - Beschrijven hoeveel pontons er lek mogen zijn en welke actie ondernomen dient te worden n.a.v. een geconstateerde lekkage.
Voor de volledigheid ook inspectie en onderhoud tankdak en pontons beschrijven.
Achteriiggende ontwerpinfonnatie verzamelen over de pontons en het dak van de tanks.
19 van 29
Nr. B-40
B-41
B-42
Toelichting Omschrijving Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 - De detectie van 2 mm Het ENRAF-systeem op de tank (TP27-LT001) heeft aanpassen in scenario. een lekdetectie, dat volgens het scenario een alarm - Het gewenste effect van het genereert bij 2 mm stijging of daling van het product. alarm beschrijven. In de controlekamer blijkt dat het gaat om een - De werking van de lekdetectie niveauverschil van 2 cm. Dit dient aangepast te verifiëren. worden in het scenario. Bij een detectie van de genoemde lekkage gaat een akoestisch signaal af in de CCR. Eventuele temperatuurverschillen en windinvloeden kunnen door het systeem gecorrigeerd worden. Het alarm komt binnen bij de paneloperator die de buitenoperator oproept om ter plaatse een onderzoek in te stellen. Het genereren van een alarm is niet de volledige beschrijving van de LOD. Het ingrijpen van een operator hoort (conform procedure) hierbij en kan als beoogd effect worden opgenomen. Op grond van de Wet van Archimedes worden twijfels geplaatst bij het detecteren van het niveauverschil bij het zinken van het dak. Odfjell dient dit verder uit te zoeken. Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 Ten aanzien van dakdrain Zodra door de buitenoperator is vastgesteld dat er scenario aanpassen. sprake is van een zinkend dak, zal via de paneloperator het bedrijfsnoodplan en de BHVorganisatie worden geactiveerd. In overieg met de gezamenlijke brandweer wordt een plan van aanpak opgesteld om het incident te bestrijden. Dit geldt ook voor de situatie dat er nog geen brand is. Het sluiten van de dakdrain moet voorkomen dat afvoer van product naar de tankput ontstaat. Deze LOD is in strijd met de beschrijving, waarin staat dat de drain open blijft staan. Hier is belangrijk in welke fase het scenario zich bevindt, omdat het dichtzetten bij een tankbrand wellicht niet mogelijk is. Dus deze stap zou bij voorkeur voor de ontbranding van de benzine moeten plaatsvinden. Scenario nr. 1.2. zinken van dak T901 Een schuimdeken wordt ingeval van een zinkend dak preventief aangebracht in de tank (voorkomen van ontsteking). Brandweer sluit op schuiminstallatie aan, pompt pre-mix (water en vastgesteld percentage schuim) door de leiding naar boven en produceert schuim via de schuimvormers op de tankrand. Plan van aanpak voor schuiminzet wordt gemaakt door de brandweer samen met de bedrijfsdeskundige. Als de tank volledig gevuld is dan moet er eerst product worden afgepompt om de schuimlaag verantwoord te kunnen opbrengen. Ook dit wordt in het PVA worden opgenomen. Schuimhoeveelheid van Odfjell is niet toereikend om tank volledig te kunnen afdekken. Bij aankomst van de GB wordt direct een PVA gemaakt en beschikt de GB over voldoende schuim. (4 m3 op het voertuig en haakarmbakken van 10 m3 op afroep) De aansluitpunten yoor de schuimleiding liggen binnen de 3 kW/contouren rondom de tank. Op zich geen probleem, omdat deze alleen bestemd zijn voor het bestrijden van een rim-fire.
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
20 van 29
Nr. B-43
B-44
B-45
Omschrijving Scenario nr. 1.2, zinken van dak T901 De tank, drainafsluiter en instrumentele beveiligingen zijn opgenomen in een P&ID, teknr. 040042, blad 0001, rev. B. De procedures en checklisten genoemd in dit scenario zijn aanwezig in het veiligheidsbeheerssysteem. Scenario nr. 1.2, zinken van dak T901 De drainpomp (TP27-HV-007) is aanwezig in de drainleiding van het drijvend dak. Het ENRAF-systeem (TP27-LT-001) is aanwezig op de tank. Tevens is het alarm en instellingen in het besturingssysteem van de CCK aanwezig. De lekdetectie zal een alarm geven bij een niveauverschil van 20 m3. Bij een oppervlak van 1000 m2 betekent dit een hoogteverschil van +/- 2 cm. Het volume wordt gecorrigeerd naar een temperatuur van 15 gr. C. De geïnterviewde operator kon duidelijk toelichten dat confonn PRO-1606 (PRO-1601 in seen.) en CHC0004, 1 keer per 5 weken een visuele inspectie wordt uitgevoerd. Boven op het drijvend dak zijn inspectieluiken aanwezig om de pontons (24) te kunnen controleren. In de registratiemap van de inspectierondes was een afgetekende checklist (o.a. pontons) van 25-9-2010 aanwezig; geen afwijkingen geconstateerd. Voorts was de operator op de hoogte van de acties n.a.v. een lekalarm; inschakelen buitenoperator en initiëren BNP bij zinkend dak. Scenario nr. 1.2, zinken van dak T901 Tank 901 is opgenomen in de RBI-systematiek voor tanks. Odfjell gebruikt hiervoor een spreadsheet. In multidisciplinair verband wordt op basis van resultaten bepaald wat de volgende inspectietermijn wordt. Tank 901 is aantoonbaar opgenomen in het RBI-overzicht. Hiervoor is in 2001 een nulmeting gedaan. In 2000 is een nieuw dak in de tank aangebracht, waardoor de gegevens voor de nulmeting direct beschikbaar waren. In 2011 (10 jaar Wm-verg.) zal o.g.v. van de resultaten een nieuwe RBI-termijn bepaald worden. Het dak en pontons zijn in het RBI-overzicht opgenomen. De ENRAF's zitten in het WAS-systeem achter 1 opdracht. Op basis van eerder periodiek onderhoud bleek dat de ENRAF-systemen nauwelijks onderhoud vergden. Besloten is om jaarlijks te laten kalibreren door Kalibra en op basis daarvan onderhoud te plegen. De ENRAF handleiding vermeldt een periode van 5 jaar. De frequentie, wijze van inspecteren en de afkeurcriteria zijn niet beschreven in een instructie.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Onderhouds-/ inspectieconcept opstellen voor de ENRAFsystemen.
21 van 29
Nr. B-46
B-47
B-48
Omschrijving Nieuw onderhoudsmanagementsysteem Het nieuwe onderhoudsmanagementsysteem zal integraal deel uitmaken van het PAS55 (Assetmanagement) systeem, wat Odfjell aan het opzetten is. De blueprint is inmiddels nagenoeg gereed en de planning is om maart 2011 live te gaan. De moedermaatschappij geeft voldoende vrijheid om het systeem aan te laten sluiten op de wensen en de (wettelijke) verplichtingen van de terminal. De eerste fase van het project is afgeblazen vanwege het feit dat het onderhoudsmanagementsysteem teveel in een vaste structuur werd gegoten. Hierdoor is het verbetertraject van het onderhoudsmanagementsysteem enigszins vertraagd. Nieuw onderhoudsmanagementsysteem Op basis van de risicoanalyse in AMprover wordt een onderhoudsplan opgesteld dat gebruikt wordt om het SAP-systeem te voeden met informatie. Alle informatie zal digitaal aan het onderdeel gekoppeld worden, zoals instructies en afkeurcriteria. Door middel van niveau A, B of C wordt de kriticiteit van een onderdeel geranked. Voor de uitvoerende is het niet inzichtelijk of het gaat om kriticiteit in relatie tot veiligheid, milieu, economie, reputatie, etc. Het werkproces gaat uit van een weekplanning. De weekplanning zal multidisciplinair worden opgesteld. Planning, operations, onderhoud en Customer Services zal hierin vertegenwoordigd zijn. De planner werkt prioriteiten uit naar de weeklijst. Door de functie in SAP om de onderhoudshistorie te analyseren is het mogelijk om de PDCA-cyclus te sluiten. Voorts heeft Odfjell de intentie om beoordeelde installatieonderdelen (vergelijkbaar met H/^OPcyclus) cyclisch te beoordelen. Nieuw onderhoudsmanagementsysteem Sinds 3 weken ligt er een goedkeuring vanuit de OR voor de nieuwe organisatiestructuur engineering en onderhoud. RAMS (Reliability. Availability. Maintainability and Safety) zal hierin centraal staan. Om de nieuwe stnjctuur in te kunnen vullen is ook het aantal resources binnen de afdeling flink uitgebreid. De totale onderhoudsafdeling is losgekoppeld van de andere afdelingen, waardoor deze puur uitvoerend bezig kan zijn. De field-engineer zal zich ook niet meer bezig gaan houden met planning en voorbereiding, zodat hij zich volledig op de onderhouds- en inspectietaak buiten kan focussen. De teamleiders binnen de afdeling hebben 2wekelijks overieg. Het eerste overieg heeft inmiddels plaatsgevonden. Er is een plaatsvervangend afdelingshoofd benoemd, zodat de aanwezigheid van een eindverantwoordelijke geborgd is.
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
Toelichting
22 van 29
Nr.
B-49
B-50
B-51
Omschrijving Ten behoeve van de implementatie van het nieuwe onderhoudsmanagementsysteem volgen de gebruikers momenteel een 8-daagse cursus (2 dagen per maand). Nieuw onderhoudsmanagementsysteem Procedure OND-PRC-001, d.d. 11 nov. 2010, rev 0.1 Concept beschrijft het primaire werkproces voor onderhoud. De procedure bevindt zich nog in de conceptfase. De procedure bevat een schema van de organisatiestructuur met functies en namen. De werkprocessen worden middels een procesflow en een beschrijving stapsgewijs doorgelopen. In het flowdiagram is duidelijk aandacht besteed aan de PDCA-cyclus. Een aantal onderdelen van de procedure dienen nog verder uitgewerkt te worden. Uit bevindingen inzake de audit van het nieuwe onderhoudsmanagementsysteem blijkt dat PVA 2010-008-010, en actie QHSE20100519 is opgepakt Huidige onderhoudsmanagementsysteem Odfjell heeft KPl's bepaald voor het WAS-systeem (niet gezien). Er staat nog een aanzienlijk aantal opdrachten open op de datum van de inspectie. Volgens Odfjell zitten hier geen kritische onderdelen in. Een groot aantal van deze opdrachten bevinden zich nog in het proces van de administratieve afronding. Dus de taken zijn wel al uitgevoerd. Welke dit waren kon niet getoond worden. Voorts waren een aantal installaties (o.a. tanks) uit bedrijf genomen, waardoor de ENRAF-systemen vanwege het ontbreken van de vloeistof niet geïnspecteerd/ gekalibreerd konden worden. Het is tiekend welke tanks er leeg staan. Er dienen nog 40 ENRAFsystemen geïnspecteerd te worden. Werkvergunninqensysteem In PRO-0897, d.d. 24-02-2010 is de werkwijze ten aanzien van aanvragen, totstandkoming en de uitgifte van een werkvergunning beschreven. Bij risicovolle werkzaamheden wordt een protocol gemaakt en/ of een standaard TRA van een contractor gehanteerd. In PRO-901 is beschreven wanneer, hoe en door wie een protocol dient te worden aangevraagd. Tevens hoe gehandeld moet worden bij het aanleveren van een standaard TRA door contractor. De afdeling onderhoud bepaald of er een protocol nodig is. In de PRO-901 staat in welke gevallen een protocol dient te worden aangevraagd. In PRO-897 staat welke zones een heetwerkvergunning vereisen. Een protocol dient als speciale ontheffing voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden aan een installatie. Een protocol schrijft aanvullende veiligheidsmaatregelen voor. Op het moment dat aanvullende veiligheidsmaatregelen worden getroffen wordt een protocollenoverieg georganiseerd met aanvrager. houder, verstrekker, QHSE en de beoordelaar.
Odflell Tenmlnals Rotterdam bv 2010
Toelichting
Parallel aan de ontwikkelingen van het nieuwe SAP-systeem dient ook de focus op de onderhoudstaken in WASsysteem gecontinueerd te worden.
23 van 29
Nr. B-52
Omschrijving Werkvergunninqensysteem De dagopzichter, de aanvrager en de terminal-, PIDof operationsmanager beoordelen het protocol of TRA van de aannemer en gaan akkoord. Indien niet akkoord wordt gegaan dient de TRA of het protocol te worden aangepast. De brandwacht en de aannemer worden geïnformeerd inzake de aanvullende maatregelen. Op het moment dat een protocol is opgesteld wordt conform PRO-0897 bepaald of er sprake is van heetwerk of koudwerk. Bij heetwerk dient de afdeling planning, de dagopzichter en de manipulatiecoordinator/ wachtchef de werkvergunning in combinatie met een eventueel protocol te controleren en te accorderen. De dagopzichter controleert eerst het terrein buiten voordat hij goedkeuring aan de werkvergunning geeft.
B-53
Weri
B-54
Toelichting
QHSE meer betrekken in het beoordelen van contractors.
uit.
De dagopzichter maakt een eindrapportage op van de uitgevoerde werkzaamheden. De dagopzichter heeft minimaal een MVK-opleiding en dient ervaring op een terminal te hebben. Een lijst met werkvergunningen is op de CCK en bij de bedrijfsbeveiliging aanwezig. Op uitgiftebalie worden de werkvergunningen beheerd door middel van een papieren archief en digitaal werkvergunningensysteem. Op moment dat geconstateerd wordt dat een contrator de regels niet naleeft wordt een melding in docmap gemaakt Een voorbeeld hiervan is ter plaatse ingezien. Het ging om een melding van een uitstekende lading. Momenteel wordt deze informatie nog niet erg actief gebruikt om contractors te beoordelen. Dit zal wel in de toekomst gebeuren. QHSE zal hier ook meer in betrokken worden. Odflell Temiinals Rotterdam bv 2010
24 van 29
Nr. B-55
Onderwerp B-56
Omschrijving Werkverqunningensvsteem Controle heetwerkvergunning 110724/0: ten behoeve van groot ondertioud aan tank 0814 is een werkvergunning afgegeven. De vergunning is elektronisch ondertekend. De veiligheidsmaatregelen die getroffen dienen te worden staan in bijbehorend protocol nr. 2379. Maatregelen die hier in staan zijn o.a.: gasmetingen, gasvrijcertificaat, aanwezigheid blusmiddelen. Ter plaatse bleken de werkzaamheden gestaakt te zijn i.v.m. einde werkdag. Wel was te zien dat het protocol met maatregelen met een magneet boven het mangat was bevestigd. Bij graafwerkzaamheden op een andere locatie bleek bij het opvragen van de weri
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Toelichting
25 van 29
Nr. B-57
Omschrijving Nieuwe organisatie/ projecten De afgelopen 7 maanden heeft de focus gelegen op: 1. het bijhouden en opvolgen van de actielijst QHSE. 2. opvolgen plannen van aanpak. 3. opschoonactie Docmap (procedures, instructies). Ad 1. Acties: van de 56 BRZO-actiepunten die in maart 2010 openstonden zijn er 23 afgerond en zijn er nog 3 lopend. Hiervan liggen 26 actiepunten op schema, hebben er 3 aandacht nodig, is er bij 1 een aanvullende maatregel vereist en zijn er 3 nog niet afdoende gestart.
Toelichting
Ad 2. PVA's: in maart 2010 waren er 21 plannen van aanpak. Hier zijn er 7 bijgekomen: cultuur en leiderschap, procedure melden, opnieuw inrichten van Docmap, herstructureren VBS, optimalisatie documenten m.b.t Operations, Good Housekeeping en het opstellen van het veiligheidsrapport.
B-58
Ad 3. Odfjell weri
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
Onderzoek of de P&ID's van enigineering en operations actueel en juist zijn.
26 van 29
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Al B Bg Brw Brzo 1999 LOC LOD MOC MRA NIM O Pbzo QRA Rrzo 1999 VBS VR Wrp Wvo
. Arbeidsirispectie Ëeyinding • Bevoegdgezag Brandweer Besluit risicö'sjzyvare ongevallen 1999 Loss pf Gontainment' , Line of [Defence . „ • Managernerit of change Milieu risico analysé Nieuwe_ inspèctiëméthodiek Overtreding Preventiebeleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Regejing .risico's zware ongevallen 1999 Veiligheidbeheerssysteem Veiligheidsrapport wét milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Odflell Tenmlnals Rotterdam bv 2010
27 van 29
Bijlage 2: Toelichting Thema Het thema geeft in algemene termen de scope of benaderingswijze van de inspectie aan. Een thema kan zich richten op een deel van het veiligheidsmanagementsysteem, zoals een VBS element, gebaseerd zijn op beleid, zoals "het functioneren van de bedrijfsbrandweer", of betrekking hebben op een scenario. De thema's zijn daarmee bepalend voor de keuze van ondenwerpen. Onderwerp Per thema worden een of meer ondenwerpen benoemd. Deze ondenwerpen worden tijdens de inspectie beoordeeld. Als bijvoorbeeld een VBS element het thema is, kunnen de diverse managementthema's onder dat VBS element als inspectieondenwerp worden betiteld. Bevinding De waarnemingen die tijdens de inspectie zijn gedaan worden verbonden aan een inspectieonderwerp, mogelijk zelfs aan meerdere inspectieonderwerpen. Het samenstel van waarnemingen bij een inspectieonderwerp leidt tot een of meer bevindingen over dat inspectieondenwerp. Beoordelinqsgrondslag De onderwerpen van de inspectie worden aan één of meer van de drie beoordelingsgrondslagen getoetst, te weten: •
•
•
Gedocumenteerd Er is sprake van een deugdelijke en volledige beschrijving: - deugdelijk: helder, inzichtelijk, goed leesbaar en actueel; - volledig: alle relevante aspecten zijn benoemd. Geschikt Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die redelijkerwijze te verlangen is, en zijn passend voorde aangetroffen situatie. Organisatorische en procedurele onderdelen voldoen aan de stand van de wetenschap en zijn eveneens passend. Geïmplementeerd Er wordt gewerkt zoals beschreven is. Er is sprake van een goed functionerende managementloop, verbeteractiviteiten op alle onderdelen zijn structureel en onlosmakelijk aan de bedrijfsvoering verbonden.
Beoordeling Op basis van de bevindingen wordt een beoordeling gemaakt van de inspectieondenwerpen. Een inspectieonderwerp wordt per beoordelingsgrondslag met behulp van een 4-punts waarderingsschaal beoordeeld als goed, redelijk, matig of slecht. Afhankelijk van deze waardering kan een (samenstel van) bevinding(en) als overtreding worden aangemerkt. De beoordeling dient om kenbaar te maken waar een mogelijk tekort zit en waar de aandacht van het bedrijf zich dan ook op zou moeten richten. Conclusie Tenslotte wordt een conclusie per inspectieonderwerp gepresenteerd. Als alle drie de beoordelingsgrondslagen bij de beoordeling van het inspectieonderwerp waren betrokken en ze zijn met voldoende omvang aan de orde geweest, dan zal de conclusie gericht zijn op het gehele inspectieonderwerp. Als maar een of twee beoordelingsgrondslagen zijn meegenomen, dan beperkt de conclusie zich uiteraard daartoe. Overtreding Een overtreding betreft een geconstateerde niet-naleving van de regels die worden gesteld door de Wet milieubeheer. Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet rampen en zware ongevallen, de Brandweenwet 1985 en het op deze wetgeving gebaseerde Besluit risico's zware ongevallen 1999 en de Regeling risico's zware ongevallen 1999. Tijdens de inspectie geconstateerde overtredingen van andere dan de hier genoemde wet- en regelgeving worden niet in deze rapportage vermeld.
Odflell Terminals Rotterdam bv 2010
28 van 29
Bijlage 3: Reviewdocumenten Tijdens de inspectie zijn de volgende documenten ingezien: Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
Titel Verslag ochtendgebed 02-11-2010 Scenario 1.2, T901 (floating rood tank) Bouwvergunning tankput 26 en 27 d.d. 4 mei 1973 Inhoudsopgave procedures operations PRO-0876 Oplijnen waterkant lossen d.d. 8-11-2007 PRO-1673 Ethanol Paklijn 13 d.d. 18-9-2009 CHC-0012 Aandachtspuntenlijst manipuleren d.d. 20-4-2010 PRO-0776 Manipuleren d.d. 22-12-2008 PRO-1253 operationele administratie d.d. 15-10-2009 PRO-1740 Product ETBE d.d. 22-12-2009 PRO-0854 Aanvraag op en overslag d.d. 22-10-2010 PRO-1254 Bepaling tank en alarmniveaus instructie d.d. 18-9-2009 PRO 0855 Acceptatie producten voor op- en overslag d.d. 27-10-2010 PRO-1825 Toewijzing tank bij productwissel d.d. 27-10-2010 Presentatie project veiligheidskundige ondersteuning VBS problematiek Actielijsten lopende en afgeronde actiepunten CHC-0047 Productopslag of verplaatsing naar een andere tank d.d. 18-06-2010 Aandachtspuntenlijst bij de instructie Acceptatie van nieuwe producten Werkorder OTR-2010-017573 (VA BANQUE) Besprekingsverslag acceptatie nieuwe stof BB-201 d.d. 27-08-2008 Heetwerkvergunning 110724/0 d.d. 11-11-2010 OND-PRC-001 Werkproces Onderhoud Protocol groot onderhoud Tank 0814, nr. 2379 PRO-0901 Protocol/TRA d.d. 27-01-2010 PRO-0897 Werkvergunningen d.d. 24-02-2010 PRO 1841 melden en onderzoeken ongewenste gebeurtenissen PRO-OP 07 oplijnen paklijnen OTR-OP 12 aandachtspuntenlijst manipuleren OTR-OP 07 bepaling tank- en alarmniveau's instructie inhoudsopgave bedrijfsnoodplan Deltalinqs trainingen loket OBT basis en LC leerdoelen Ploegenbrevettenlijst Veiligheidsinformatieblad FR platformate HA2OP-2008-001 van KH-engineering
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2010
29 van 29