Urologie
Urodynamisch onderzoek
Inleiding Binnenkort wordt er bij u een urodynamisch onderzoek verricht. Doel van het urodynamisch onderzoek is na te gaan wat de oorzaak is van uw plasklachten. Urodynamisch onderzoek zal vaak verricht worden indien u klachten heeft van bemoeilijkt plassen (obstructie) of ongewild urineverlies (incontinentie). Ook wanneer u in combinatie met plasproblemen nog andere aandoeningen heeft, bijvoorbeeld van het zenuwstelsel, of wanneer niet duidelijk is waardoor uw klachten veroorzaakt worden, kan door middel van het urodynamisch onderzoek nader inzicht verkregen worden in de oorzaak van uw probleem. Zo zal dan een gericht behandelingsadvies gegeven kunnen worden.
Wat is een urodynamisch onderzoek? Urodynamisch onderzoek is een onderzoek naar de functie van de lage urinewegen (blaas en afsluitmechanisme). Het is een inwendig onderzoek. Door middel van dunne slangetjes die ingebracht worden via de plasbuis en endeldarm kunnen metingen verricht worden van de blaasinhoud, de blaasdruk, de afsluiting van de blaas, het eventuele urineverlies, de uitstroomsnelheid van de urine en de spanning in de bekkenbodemspieren. De meetresultaten worden met een computer verwerkt. Het onderzoek duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Mictielijst Deze lijst krijgt u mee van de secretaresse als u de afspraak voor dit onderzoek maakt. Op deze lijst dient u gedurende 24 uur bij te houden hoeveel en hoe vaak u plast. De ingevulde mictielijst dient u mee te nemen op de dag van het urodynamisch onderzoek. De lijst is erg belangrijk: levert waardevolle informatie op die tijdens het onderzoek nodig is. 1
Verdere voorbereiding Voor het onderzoek is thuis verder geen speciale voorbereiding nodig. We verwachten echter wel dat u met een volle blaas komt. Het onderzoek vindt poliklinisch plaats en wordt onder verantwoordelijkheid van de uroloog uitgevoerd door een gespecialiseerde assistente. De assistente wijst u een kleedruimte waar u de kleding van het onderlichaam kunt uittrekken, de kleding van het bovenlichaam houdt u aan. U neemt plaats op een speciale onderzoekstafel. Daarna wordt u gevraagd om uit te plassen waarbij onder andere de kracht van de straal gemeten wordt. Na het plassen neemt u een liggende positie aan waarna de assistente eerst eventueel wat haartjes zal wegscheren. De penis of schede wordt gereinigd met een desinfectans. Vervolgens kijkt de assistente of u de blaas goed heeft leeg geplast. Zij brengt dan een dun slangetje (katheter) via de plasbuis in de blaas. Via deze katheter wordt het restant urine dat nog in de blaas aanwezig is gemeten. Vervolgens wordt een dun drukkathetertje ingebracht voor meting van de druk in blaas en plasbuis. De laatste katheter wordt via de anus in de endeldarm ingebracht, voor meting van de druk in de buikholte. Het inbrengen van de slangetjes is niet pijnlijk maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. De slangetjes worden op de huid vastgeplakt met behulp van pleisters, zodat deze op hun plaats blijven. Op de billen en het bovenbeen worden enkele elektrodeplakkers bevestigd, waarmee de activiteit van de bekkenbodemspieren gemeten wordt. Bij vrouwen die menstrueren, kan het onderzoek gewoon plaatsvinden. Als u menstrueert, vragen wij u geen tampon te gebruiken in verband met een eventueel drukverschil in de plasbuis.
2
Het onderzoek Het onderzoek vindt in principe in zittende houding plaats. Via het slangetje in de blaas wordt de blaas gevuld met een zoutoplossing. Tijdens het vullen wordt door de computer de druk in de blaas gemeten en via de drukkatheter in de endeldarm de druk in de buik. Zodra u de eerste aandrang voelt om te plassen moet u dit aangeven. Tijdens het onderzoek wordt u meermalen verzocht om te hoesten. Dit is met name van belang bij patiënten met ongewild urineverlies (incontinentie). De blaas wordt verder gevuld, totdat u aangeeft dat u sterke drang tot plassen heeft en de plas niet meer op kunt houden. Dan wordt het vullen gestopt. Hierna zal de assistente de ruimte verlaten, zodat u rustig en ontspannen kunt uitplassen. Soms wordt het onderzoek herhaald vanaf het vullen van de blaas. Daarna worden de slangetjes en plakkers verwijderd en is het onderzoek afgelopen.
Nazorg De uroloog bespreekt met u de uitslag van het onderzoek. In principe krijgt u de uitslag gelijk. Als de arts niet aanwezig is, krijgt u hiervoor een afspraak mee. Na het onderzoek kunt u direct naar huis. Gebruik van eigen auto of openbaar vervoer is geen probleem. U moet deze dag goed drinken (± 2 liter) om de blaas te spoelen en daardoor infecties te voorkomen.
Bijwerkingen U kunt op de dag van het onderzoek last hebben van een pijnlijk en branderig gevoel tijdens en na het plassen. Ook kunt u het gevoel hebben vaker te moeten plassen dan normaal. In enkele gevallen treedt bloedverlies op via de plasbuis. Bij sommige patiënten kunnen dergelijke klachten enkele dagen 3
aanwezig blijven. Dit is niet verontrustend en komt doordat de plasbuis geïrriteerd is door het inbrengen van de slangetjes. Wanneer u na het onderzoek langdurig klachten houdt, veel pijn krijgt of koorts krijgt, of indien u aanmerkelijk moeilijker kunt plassen, neemt u dan contact op met de polikliniek urologie, telefoonnummer: 0164 – 278336.
Tot slot Als u door ziekte of om een andere reden verhinderd bent uw afspraak na te komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek urologie (telefoonnummer zie hierboven). In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden. Bij een urineweginfectie is het raadzaam het onderzoek uit te stellen. Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek urologie, telefoon: 0164- 278336. Aan het begin van het onderzoek vertelt de assistente u wat er gaat gebeuren. Hebt u dan nog vragen, dan is er altijd gelegenheid om deze te stellen.
februari 2011
4