University Campus Fryslân
UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN Bouwstenen voor een academische netwerkorganisatie september 2009
1
Inhoud
INLEIDING 3 1Waarom investeren in de Fryske kennisinfrastructuur? 4 1.1 . Strategische overwegingen 4 1.2 . Kennis als motor voor economische ontwikkeling 6 2De Fryske ambities 7 2.1 . Fryske hotspots en speerpunten voor kennisontwikkeling 7 3Naar een University Campus Fryslân 10 3.1 . UCF als netwerkorganisatie 10 3.2 . De drie programmalijnen van de University Campus Fryslân 11 PROGRAMMALIJN A: ONDERZOEK 11 PROGRAMMALIJN B: ONDERWIJS 11 PROGRAMMALIJN C: MAATSCHAPPELIJKE VALORISATIE 12 3.3 . De basis voor het UCF: een innovatief mastercollege 12 3.4 . UCF en het Fryske mastercollege als onderdeel van het hoger onderwijslandschap 14 4Een gefaseerde opbouw 16 4.1 . Opbouw UCF als stimuleringsprogramma 16 4.2 . De organisatie van de uitvoering 16 4.3 . Communicatie 18 5Kostenraming ontwikkeling UCF 2010‐2013 19 Bijlage 1 Kennispartners en projectorganisatie 20
vanZOGGEL ADVIES LOMANSTRAAT 3 HUIS 1075 PS AMSTERDAM TEL 06‐53716383 KVK 34315123
[email protected]
University Campus Fryslân
INLEIDING De provincie Fryslân heeft de ambitie uitgesproken het bestaande academische netwerk in Fryslân in de komende jaren (verder) te willen versterken en uit te breiden. Op initiatief van de provincie heeft een adviescommissie bestaande uit gerenommeerde wetenschappers 1 met ruime bestuurlijke ervaring dit initiatief sinds het voorjaar van 2008 begeleid. De commissie is bij haar werkzaamheden bijgestaan door enkele adviseurs 2 en door de afdeling Cultuur, Taal & Onderwijs van de provincie Fryslân. Uit deze verkenning kwam het algemene beeld naar voren dat uitbreiding van het academisch netwerk om verschillende redenen zinvol is. Genoemd worden de unieke positie van Fryslân als natuurlijk laboratorium voor onderzoek en innovatie op nader te benoemen economische speerpunten, de potentiële internationale aantrekkingskracht van deze kennisontwikkeling, de jaarlijkse uitstroom van hbo afgestudeerden op bachelorniveau en de kansen die dit alles oplevert voor de sociaal‐economische ontwikkeling van de regio. Samenvattend luidt de conclusie dat de opbouw van een University Campus Fryslân (verder te noemen UCF) ‐ onder voorwaarden ‐ uitstekende kansen biedt om de bestaande kennisinfrastructuur te versterken en aan te vullen met nieuwe initiatieven. De meest geëigende organisatievorm voor de UCF is een netwerkorganisatie van bestaande instituten, gecentreerd rond voor Fryslân kansrijke economische thema’s (de zogenaamde hotspots). De UCF kent drie pijlers: onderzoek, onderwijs en het geschikt maken en toepassen van kennis in nieuwe producten, processen en diensten de zogeheten maatschappelijke valorisatie. De voorwaarden zijn: - een breed maatschappelijk en politiek draagvlak in de provincie (onderwijsinstellingen, gemeentelijke en provinciale overheid en het regionale bedrijfsleven) - de haalbaarheid van de start van universitaire onderwijsactiviteiten zoals een of meerdere universitaire masteropleidingen en contractonderwijs samen met universitaire partners en hbo instellingen in de regio - bereidheid tot het plegen van (fysieke) investeringen ter verdere versterking van de stad Leeuwarden als vestigingsplaats voor (internationale) studenten en docenten. Verder stelt de verkenning als randvoorwaarden: ‐ visie en een lange adem ‐ een slagvaardige en ondernemende aanpak en organisatie van het project: een kleine uitvoeringsorganisatie met beeldbepalende wetenschappers. Gedeputeerde Staten heeft in september 2008 besloten de plannen voor een University Campus Fryslân – met inachtneming van de voorwaarden‐ nader te laten uit werken. Voor u ligt de concretisering van het voornemen om samen met regionale kennispartners, experts, instellingen voor hoger onderwijs en de gemeente Leeuwarden de komende jaren te investeren in de realisatie van een University Campus Fryslân. 1
De adviescommissie bestaat uit prof. dr. D.D. Breimer (vml. Rector magnificus Universiteit Leiden), prof. dr. ir. J.T. Fokkema (recotr magnificus Technische
Universiteit Delft), prof. dr. T. Sminia (vml. Rector magnificus Vrije Universiteit) en prof. dr. J. De Vries (wetenschappelijk directeur Campus Den Haag van de Universiteit Leiden)
2
Berenschot (2007). Kennis en innovatie als motor: globaal ontwerp kennisinfrastructuur Fryslân 2015, Utrecht. Boer & Croon (2008). University Camput
Fryslân: een regionaal initiatief van wereldklasse, Amsterdam, VanZoggel advies (2009). University Campus Fryslân: een verder aanpak, Amsterdam.
3
University Campus Fryslân
1 Waarom investeren in de Fryske kennisinfrastructuur? 1.1 Strategische overwegingen De keuze van de provincie Fryslân om te investeren in haar kennisinfrastructuur vindt ondersteuning in verschillende nationale en regionale strategische bespiegelingen zoals ‘Het Hoogste Goed’, ‘Koers Noord’ en ‘Krimp als kans’. Centraal hierin staat de boodschap dat investeren in de kenniseconomie de beste waarborgen biedt voor een duurzame groei 1 . Welvaart en welzijn hangen ‐ in een snel veranderende samenleving ‐ nauw samen met het vermogen om aanwezig talent (lees: kennis) te benutten en verder tot ontwikkeling te brengen. De provincie Fryslân wil graag een adequaat antwoord geven op deze ontwikkelingen en met een University Campus Fryslân een duurzame keuze maken ter versteviging van haar kennisinfrastructuur. Een korte samenvatting: De nationale kennisagenda2 Het innovatievermogen van Nederland blijft nog steeds achter bij andere Europese actoren. Een vernieuwd innovatiebeleid is daarbij aan de orde, met een nadruk op het aangaan van nieuwe regionale en (inter)nationale verbindingen en het toepassen van bestaande kennis in nieuwe contexten. Toenemende vergrijzing en ontgroening resulteerden tot voor kort in een tekort aan hoogwaardige kenniswerkers. De invloed van recente economische ontwikkelingen op bijvoorbeeld de vraag naar kenniswerkers is op korte termijn moeilijk in te schatten. Willen we innoveren dan blijft de noodzaak tot investeren in kennis op langere termijn echter onverkort aan de orde. Het breder inzetbaar maken én houden van mensen bijvoorbeeld door optimale doorstroommogelijkheden tussen onderwijssectoren, verbeterde concepten gericht op een ‘Leven Lang Leren’ en een sterkere focus op de internationale studentenmarkt, blijft naar verwachting opportuun. Ook de kwalitatieve vraag naar hoogwaardige kenniswerkers ondergaat veranderingen. De toenemende mondialisering van de economie vraagt om kenniswerkers met een internationale oriëntatie. De variëteit in het opleidingenaanbod in HO zelf neemt o.a. tegen deze achtergrond toe. Gespecialiseerde opleidingsprogramma’s op bachelor en masterniveau manifesteren zich naast opleidingen met een brede, veelal interdisciplinaire focus. Reguliere onderwijsconcepten worden aangevuld met meer vraaggerichte opleidingen met een onderscheidend onderwijsconcept zoals university colleges. Differentiatie in leerwegen voor divers talent wordt meer vanzelfsprekend. Naast de rijksoverheid c.q. universiteiten nemen ook andere private en publieke partijen het initiatief tot investeringen in hoogwaardige kennis(ontwikkeling). 1
Ministerie OC&W (2007). Het Hoogste Goed: strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en wetenschapsbeleid. Samenwerkingsverband
Noord-Nederland en het ministerie van Economische Zaken (2007). Koers Noord: op weg naar Pieken 2007-2010. Pleidooi Krimp als kans door de stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV), SNN, (2007). Strategische agenda Noord-Nederland. Provinciale Staten (2007).
2
Zie ook: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2008), Innovatie vernieuwd, Den Haag. Innovatieplatform (2009). Nederland in de versnelling:
de 2e jaarlijkse foto van de Kennisinvesteringsagenda (KIA) 2006 – 2016.
4
University Campus Fryslân
De regionale agenda 1 Demografische krimp, ontgroening en vergrijzing zijn actuele uitdagingen waar het Noorden, Limburg en Zeeland zich op dit moment voor gesteld zien. Krimp kan verregaande consequenties hebben voor de sociaal‐economische ontwikkeling van de regio, met name voor het wonen en de woonomgeving, de ruimtelijke ordening, voor de aanwezigheid van voorzieningen, de arbeidsmarkt en scholing. De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) pleit voor begeleide krimp in plaats van sanering. Dit pleidooi staat bekend als ‘ Krimp als kans’. Hierin staat een andere benadering van krimp centraal: het uitvergroten van de sterkten van de regio in plaats van het compenseren van de zwakten. Het is daarbij de uitdaging de uniciteit van de regio te benutten en innovaties aan te laten sluiten op kansrijke (inter)nationale trends. Samenwerking tussen gemeenten, provincie en kennis(partners) is daarbij cruciaal. Noord Nederland beschikt over een goed leef‐ en vestigingsklimaat. De kwaliteit van de woon‐ en leefomgeving is hoog, er is voldoende aanbod van betaalbare bedrijfsruimte en arbeid is tegen redelijke lonen beschikbaar. De regio kent een sterke vertegenwoordiging van het MKB en een groei van de arbeidsproductiviteit. Noord Nederland beschikt over een sterke (nog overwegend) regionale positie in toerisme, landbouw en energie en heeft uitstekende perspectieven op o.a. de terreinen water en sensortechnologie. Het gemiddelde opleidingsniveau daarentegen is laag. De verbindingen tussen kennisinstellingen onderling en tussen gezamenlijke instellingen en bedrijven zijn gering. Kansrijke markten worden te weinig gezamenlijk verkend en er zijn onvoldoende gemeenschappelijke agenda’s en markten gedefinieerd. Dit resulteert in de volgende opgaven: - het uitbouwen van speerpunten van nationaal belang zoals energie, water, sensortechnologie en agribusiness - transitie in regionale speerpuntsectoren zoals de lifesciences en toerisme; - versterking van het MKB door innovatie, exportstimulering en verhoging van het opleidingsniveau en het - oplossen van ijlheid door versterking van ruimtelijke concentraties.
1
Samenwerkingsverband Noord-Nederland en het ministerie van Economische Zaken (2007). Koers Noord: op weg naar Pieken 2007-2010. Pleidooi ‘ Krimp
als kans’ door de stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV), SNN, (2007). Strategische agenda Noord-Nederland. Provinciale Staten (2007). Coalitieakkoord 2007-2011.
5
University Campus Fryslân
1.2 Kennis als motor voor economische ontwikkeling Dat investeren in kennis een positief effect heeft op de economische ontwikkeling wordt door uiteenlopende studies ondersteund. Kennis wordt in belangrijke mate ge(re)produceerd in onderwijs en onderzoek. Investeren in onderwijs en onderzoek komt de economische groei ten goede 1 . Grofweg 10‐20% van de economische groei in de periode 1960‐1980 wordt toegeschreven aan een toename van menselijk kapitaal 2 . Daarbij geldt dat met name ook de kwaliteit van onderwijs die groei beïnvloedt: een hogere kwaliteit leidt tot een hogere economische groei. 3 Onderwijs heeft effect op de productiviteit, het zogenaamde maatschappelijk rendement. En een groei van de productiviteit leidt uiteindelijk tot een hogere economische groei. Onderzoek wijst uit dat een toename van het gemiddeld aantal jaren onderwijs in een land met één jaar leidt tot een stijging van de productiviteit per werknemer van 5‐15%. Investeren in onderwijs levert zowel voordeel op voor de samenleving als geheel als voor de betrokkene zelf in de vorm van een hogere beloning, minder kans op werkloosheid en betere werkgelegenheidskansen. Divers onderzoek ondersteunt de stelling dat een hoger opgeleide bevolking de arbeidsongeschiktheid reduceert, de veiligheid ten goede komt, leidt tot een betere sociale cohesie en een positief effect heeft op de volksgezondheid. De aanwezigheid van onderwijs en m.n. ook van (fundamenteel) onderzoek blijkt een belangrijke invloed te hebben op de innovatie(kracht) van een gebied. Nieuwe bedrijven zoals biotechnologische bedrijven blijken zich vaker en sneller te vestigen in omgevingen waar onderzoekers zich met fundamenteel onderzoek bezighouden4 Een investering in kwalitatief hoogwaardig onderwijs en onderzoek in o.a. een University Campus Fryslân rechtvaardigt derhalve de stelling dat een dergelijke investering bijdraagt aan een duurzame economische groei, één van de speerpunten uit het Coalitieakkoord 2007‐2011 van de provincie Fryslân.
1
Groot,W. & Maassen van den Brink, H. , De rol van onderwijs in de economie, Vernieuwing in het Hoger Onderwijs, Onderwijskundig Handboek, van Gorcum
2006
2
Englander,A, &Gurney, A.(1994) OECD productivity growth: medium term trends. OECD Economis Studies, 22
3
Hanushek, E., &Kim.D. Schooling, labor force quality, and economic growth. Cambridge NBER 1995
4
Zucker, L., Darby., & Brewer, M. Intellectual human capital and the birth of biotechnological enterprises, American Economic Review 88, 1998
6
University Campus Fryslân
2 De Fryske ambities 2.1 Fryske hotspots en speerpunten voor kennisontwikkeling In aansluiting op de opgaven waar de regio Noord Nederland voor staat en met inachtneming van de (inter)nationale ontwikkelingen in het hoger onderwijs heeft Frsylân de ambitie om haar kennisinfrastructuur te verstevigen en uit te breiden vanuit eigen kracht: de Fryske hotspots. Een hotspot is een geografisch aanwijsbare plaats waar een economisch systeem met mondiale importantie floreert. De plaats heeft een regionale en internationale aantrekkingskracht, trekt bedrijvigheid en innovatoren aan, genereert kennis en kunde en resulteert in economische bedrijvigheid1 . De provincie Fryslân heeft in 2007 samen met regionale kennisinstellingen een zestal economische speerpunten geformuleerd en de ambitie uitgesproken de komende jaren deze regiospecifieke kennisgebieden (hotspots) uit te bouwen tot kennisknooppunten met deels een internationale deels een regionale uitstraling. De geïdentificeerde hotspots zijn: water, toerisme, leefbaarheid (livability), duurzame energie, ‘groene’ life sciences, meertaligheid (multi‐lingualism). Binnen deze terreinen spelen duurzaamheid en ICT en multimedia een voorname rol.
De realisatie van deze kennisknooppunten vereist niet alleen het genereren van (nieuwe) kennis (kenniscreatie en innovatie) maar evenzeer het toepassen van relevante kennis in de praktijk en het circuleren van kennis (maatschappelijke valorisatie), een op de ambities aansluitende onderwijs‐ en opleidingenaanbod (kennisoverdracht) en een uitstekend vestigingsklimaat voor kenniswerkers (kennisklimaat). Dit resulteert voor Fryslân in de volgende opgaven: Speerpunt 1. Intensivering van de samenwerking tussen kennispartners en betere condities voor kenniscreatie en ‐transfer De fysieke omgeving en het culturele erfgoed van Fryslân vormen een natuurlijk laboratorium en bieden een goede basis voor verdere exploratie van regiospecifieke kennisgebieden (potentiële) 1
Berenschot (2007). Kennis en innovatie als motor, Globaal ontwerp kennisinfrastructuur Fryslân 2015.
7
University Campus Fryslân
hotspots. Er is al een goede infrastructuur aanwezig is Fryslân. De bestaande kennisinstituten zoals Wetsus, de Fryske Academy, Cartesius, Shared Space Institute en de Waddenacademie hebben een onderscheidend en internationaal aantrekkelijk profiel én netwerk rond onderzoeksthema’s op genoemde terreinen. Daarnaast zijn binnen De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Stenden University en Van Hall Larenstein lectoraten en de daaraan gekoppelde kennisnetwerken en onderzoeksprogramma’s succesvol tot ontwikkeling gebracht. De Open Universiteit heeft een nevenvestiging in Leeuwarden. Recentelijk is het startsein gegeven voor een Centre for Marine Policy (WUR). Naast het ontwikkelen van de kennisbasis wordt het steeds belangrijker om deze kennis geschikt te maken en toe te passen in nieuwe producten, processen en diensten (valorisatie). Kennis moet circuleren. Welvaart en welzijn worden in toenemende mate bepaald door de mate waarin we er in slagen om te innoveren. In 2008 hebben verschillende maatschappelijke partners en het ministerie van EZ de Valorisatieagenda1 ondertekend waarin dit belang wordt onderstreept en waarin gepleit wordt voor een actieve interactie tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Het is de uitdaging om meer samenhang en focus aan te brengen in de bestaande activiteiten van kennispartners, gezamenlijk nieuwe initiatieven te ontplooien en een actieve kennistransfer op en rond de Fryske hotspots te organiseren. Speerpunt 2.Het ontwikkelen van aanwezig talent: het creëren van doorgaande leerwegen De ontwikkeling van jong (academisch) talent wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de verdere sociaal‐ economische ontwikkeling van Fryslân. Momenteel studeren jaarlijks ruim 3000 studenten af aan een van de hbo‐instellingen in Fryslân. Fryslân wil zowel dit jonge talent meer aan de regio ‘binden’ als het aanwezig arbeidspotentieel meer academische opleidingsmogelijkheden bieden. Investeren in een academische top (hbo‐wo) komt daarmee direct ( meer academisch geschoolde studenten) en indirect (meer professionals met een academische bij‐ en nascholing) de gehele Fryske onderwijsketen ten goede. De gedachten gaan uit naar een gericht en in de regio passend aanbod aan wetenschappelijk onderwijs, optimale doorstroommogelijkheden tussen onderwijssectoren en nieuwe uitdagende mogelijkheden voor een ‘leven lang leren’. Speerpunt 3. Het aantrekken van nieuw (inter) nationaal talent: studenten en kenniswerkers Instellingen voor hoger beroepsonderwijs zoals De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, de Hogeschool Stenden en Van Hall Larenstein bieden een breed scala aan bacheloropleidingen en enkele hbo‐masteropleidingen aan, zowel zelfstandig als en in samenwerking met universiteiten in binnen‐ en buitenland. Stenden maakt daarbij onder meer gebruik van innovatieve concepten in de vorm van distance learning en bereikt hiermee nieuwe (inter)nationale doelgroepen. Fryslân kent twee kleine masteropleidingen gelieerd aan diverse universiteiten en kennisinstituten te weten de researchmaster Watertechnology en de master Environment and Energymanagement.
1
Valorisatieagenda: kennis moet circuleren, Innovatieplatform 2008
8
University Campus Fryslân
Zowel de instellingen voor hoger beroepsonderwijs als het bedrijfsleven en de wetenschappelijke instituten hebben behoefte aan een versterking van de bestaande kennisinfrastructuur: meer academisch opgeleiden, nieuwe kenniswerkers, meer ‐ op regionale speerpunten ‐ gericht technologisch onderzoek en een (nog) betere aansluiting op een (inter)nationaal kennisnetwerk. Het is de ambitie van Fryslân de aantrekkingskracht op nieuwe (internationale) doelgroepen verder uit te bouwen en te versterken o.a. door het bestaande aanbod aan hoger onderwijs uit te breiden met een nieuw academisch initiatief: een innovatief mastercollege. Speerpunt 4. Investeren in een aantrekkelijk woon‐ en leefklimaat voor studenten en wetenschappelijke staf in Leeuwarden Een secundaire voorwaarde voor de uitbouw van de hotspots is het versterken van Leeuwarden als aantrekkelijke vestigingsplaats voor (inter)nationale studenten en wetenschappers. Zowel een (fysiek) huisvestingsprogramma als een sociaal‐cultureel programma maakt hiervan onderdeel uit. De gedachten gaan uit naar de realisatie van een beeldbepalend Academiegebouw, studentenhuisvesting en gastenverblijven in de binnenstad van Leeuwarden en naar uiteenlopende sociaal‐culturele voorzieningen voor studenten.
9
University Campus Fryslân
3 Naar een University Campus Fryslân
3.1 UCF als netwerkorganisatie Om haar ambities te realiseren kiest Fryslân voor het innovatieve concept van een academische netwerkorganisatie: de zogeheten University Campus Fryslân (verder te noemen UCF). De UCF stelt zich tot doel de hele Fryske kennisketen te versterken: van voorschoolse educatie en een ‘leven lang leren’ tot excellent wetenschappelijk onderzoek en innovatief ondernemerschap. De University Campus Fryslân is primair een koppeling van aanwezige kennis en kunde binnen bestaande instituten en secundair gericht op het in wisselende allianties genereren en ontsluiten van nieuwe kennis. De UCF kent om dit doel te realiseren drie programmalijnen: onderzoek (kennisontwikkeling en ‐ creatie), onderwijs (overdacht van kennis) en maatschappelijke valorisatie (ontsluiten van kennis voor de samenleving). Het hart van de UCF wordt gevormd door een nieuw te ontwikkelen mastercollege (zie 3.3). Om dit doel te bereiken is de UCF georganiseerd als netwerkorganisatie de meest geëigende en haalbare samenwerkingsvorm. De netwerkorganisatie betreft uitdrukkelijk geen eigenstandige universiteit. Een dergelijk streven is niet alleen onrealistisch vanwege de wettelijke voorwaarden en de financiële implicaties maar voldoet bovenal niet aan het beoogde doel nl. om in samenwerking met bestaande kennis(partners) de Fryske kennisinfrastructuur te verrijken. De netwerkorganisatie is een relatief nieuwe organisatievorm en kan in de Fryske context het beste omschreven worden als een verzameling van zelfstandige eenheden, die vanuit een eigen profiel en daaraan gerelateerd strategisch beleid, hun krachten bundelen teneinde gemeenschappelijke waarden en strategische doelen te verwezenlijken. Het is een groeimodel. De kracht van een netwerkorganisatie ligt in haar vermogen zich snel aan te kunnen passen aan de omgeving onder meer door afzonderlijke expertise en kennis gebundeld in te zetten.
De samenwerking is primair gericht op het delen en ontsluiten van kennis, het bieden van mogelijkheden om deze kennis op kansrijke terreinen en in wisselende allianties verder uit te bouwen en op het behalen van schaalvoordelen door een bundeling van schaarse expertise.
10
University Campus Fryslân
De meerwaarde van een netwerkorganisatie wordt aldus gevormd door een betere uitwisseling van kennis, het creëren van betere condities voor innovatie, betere kansen voor (inter)nationale profilering en goede waarborgen voor continuïteit van nieuwe initiatieven met behoud van ieders identiteit. De University Campus Fryslân manifesteert zich door uiteenlopende activiteiten en vormen van samenwerking tussen de bestaande kennisinstituten in Frsylân en Fryske hogescholen (zie bijlage 1) en partnerships met bestaande universiteiten, het bedrijfsleven en andere relevante actoren. 3.2 De drie programmalijnen van de University Campus Fryslân Het strategische doel van UCF, het versterken van de bestaande kennisketen rond de Fryske hotspots wordt gerealiseerd binnen drie samenhangende programma’s: onderzoek, onderwijs en maatschappelijke valorisatie. Daarnaast versterkt het University College Fryslân de kennisketen door de potentie om schaarse expertise te bundelen en vergroot de netwerkorganisatie het organiserend en profilerend vermogen van de verschillende kennispartners afzonderlijk en van Fryslân als geheel.
PROGRAMMALIJN A: ONDERZOEK Doel Het genereren van kennis rondom de Fryske hotspots. Kernactiviteiten Het verduurzamen van bestaande profilerende onderzoeksactiviteiten Het ontwikkelen van nieuwe (inter)disciplinaire onderzoeksactiviteiten. Promotietrajecten voor hbo docenten en kenniswerkers in de publieke en private sector op onderzoeksterreinen binnen een van de hotspots PROGRAMMALIJN B: ONDERWIJS Doel Het overdragen van hoogwaardige kennis rondom de Fryske hotspots. Kernactiviteiten Het vestigen van een residentieel universitair mastercollege (zie par.3.3) met een of enkele (bestaande en/of nieuwe) universitaire masteropleidingen, gecentreerd rond de Fryske hotspots.
11
University Campus Fryslân
Het ontwikkelen van een aan de hotspots gerelateerd na‐ en bijscholingsaanbod voor professionals zoals summerschools, kortlopende cursussen, workshops en seminars. PROGRAMMALIJN C: MAATSCHAPPELIJKE VALORISATIE Doel Het (doen) circuleren, ontsluiten en toepassen van kennis rondom de Fryske hotspots ten behoeve van scholen, bedrijven, culturele instellingen en gemeentelijke en rijksoverheidinstellingen. Kernactiviteiten Organisatie van kenniskringen, expertmeetings, congressen, lezingen/fora en debatten, academische activiteiten voor scholieren, bedrijvendagen. Een bundeling van schaarse expertise bijvoorbeeld op het terrein van (Europese) fondsenwerving, internationale marketing en Fryske profilering. 3.3 De basis voor het UCF: een innovatief mastercollege Het UCF wil de activiteiten van de netwerkorganisatie centreren rond de opbouw van een kleinschalig innovatief mastercollege. Dit mastercollege Fryslân sluit aan bij de bestaande kennisinfrastructuur en de aanwezige doelgroepen en heeft relaties met nagenoeg alle activiteiten van de geschetste programmalijnen. Het mastercollege biedt een thuisbasis voor enkele al bestaande kleinschalige masteropleidingen (de researchmaster Watertechnology en de master Environment & Energymanagement) en completeert ‐ samen met een of enkele nieuwe mastertrajecten ‐ het Fryske onderwijsaanbod met excellent academisch onderwijs. Het College biedt daarmee goede mogelijkheden om getalenteerde afgestudeerde HBO studenten in de noordelijke regio via een innovatief breed georiënteerd academisch introductieprogramma uitzicht te bieden op doorstroom naar academisch vervolgonderwijs in Fryslân. De programma’s hebben de potentie ook nieuwe (internationale) studenten aan te trekken. Het mastercollege geeft tevens een impuls aan het onderzoek rondom hotspots. Onderzoekers geven onderwijs in het mastercollege, studenten volgen stages en gaan door in een promotietraject. Hierdoor ontstaat de basis voor een vruchtbare wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek. Ook bedrijven zullen actief betrokken worden bij het onderwijs bijvoorbeeld via stages en duale onderwijsvormen. Missie Het mastercollege Fryslân is een gerenommeerd residentieel college in Leeuwarden dat: – een inspirerende leeromgeving biedt aan een selecte groep getalenteerde en gemotiveerde studenten uit Fryslân, de regio en de wereld. Deze leeromgeving is gecentreerd om drie kennisgebieden (alfa, bèta, gamma) en gerelateerd aan de Fryske hotspots – hoogwaardig Engelstalig wetenschappelijk master onderwijs biedt waarin vanuit een interdisciplinaire benadering thema’s rondom de Fryske hotspots worden bestudeerd ter voorbereiding op een wetenschappelijke en professionele loopbaan in of buiten de Fryske regio – haar ambities realiseert samen met uitmuntende (inter‐) nationale wetenschappers afkomstig uit de kennisinstituten, partneruniversiteiten en andere toonaangevende wetenschappelijke instellingen. 12
University Campus Fryslân
Profiel en opzet curriculum Het college biedt voorafgaand aan de wetenschappelijke masteropleiding een academisch basisprogramma voor getalenteerde HBO studenten en WO bachelorstudenten met lacunes in kennis en vaardigheden. Het programma is opgezet naar het model van een Liberal Arts & Sciences opleiding dwz. een intensief breed academisch programma gericht op het verwerven van academische vaardigheden en attitudes, onderzoeksvaardigheden, academisch Engels, en/of het aanleren van een vreemde taal. Dit brede programma wordt opgebouwd rond een interdisciplinaire module gekoppeld aan een thema binnen de Fryske hotspots. Aansluitend biedt het college een ‘wo‐specialisatie’ aan in de vorm van een bestaande of nieuwe ‘reguliere’ een of tweejarige wetenschappelijke master rond Fryske hotspots, te ‘hosten’ door universitaire partners die momenteel bij de bestaande kennisinstituten zijn betrokken (zoals de RUG, UT, TU Delft en/of WUR). De mastertracks binnen het college bestrijken bij voorkeur het alfa‐, bèta‐ en gammaspectrum.
Relaties met de programma’s onderzoek en valorisatie Overwogen kan worden om onderdelen van het programma duaal in te richten waardoor ook het lokale bedrijfsleven en/of in de regio gevestigde kennisinstituten of maatschappelijke organisaties vroegtijdig kennismaken met deze ’ jong potentials’. Ook de integratie van een pre‐PhD traject binnen de masteropleiding behoort tot de mogelijkheden waardoor studenten soepel kunnen doorstromen naar een PhD‐traject. De masters worden geflankeerd door een breed spectrum aan honoursmodules of minoren die als bouwsteen fungeren voor zowel het introductieprogramma, de mastertracks als ook voor na‐ en bijscholingsmodules of summerschools.
13
University Campus Fryslân
3.4 UCF en het Fryske mastercollege als onderdeel van het hoger onderwijslandschap Het Nederlands hoger onderwijs kent 13 universiteiten en meer dan 50 hogescholen. Het universitair opleidingenaanbod bestaat uit meer dan 600 erkende opleidingen op bachelorniveau en bijna 1300 erkende opleidingen op masterniveau 1 . Sinds de invoering van de bachelor‐masterstructuur vanaf 2002 2 kent het hoger onderwijs een tweeledige structuur voor zowel HBO als universiteit: een bacheloropleiding al dan niet gevolgd door een één‐ of tweejarige masteropleiding. Het HBO kent een vierjarige bacheloropleiding. De aansluitende éénjarige masteropleidingen, worden slechts ten dele bekostigd en leiden in de regel tot een erkende mastertitel. De universiteit kent een driejarige bachelor‐ en zowel een één‐ als tweejarige masteropleidingen, die in overwegende mate worden bekostigd en een internationaal erkende titel opleveren. Studenten met een WO bachelor kunnen instromen in een HBO master. HBO studenten die willen doorstromen naar een universitaire master moeten daartoe veelal een schakelprogramma volgen variërend van enkele modules tot een 1‐jarig schakeltraject. Zowel HBO als WO afgestudeerde masterstudenten kunnen doorstromen in een promotietraject. De Fryske route Het beoogde Fryske mastercollege is in de nationale context een eerste College dat op een bilocatie samen met verschillende universiteiten en regionale kennispartners een op een regio toegepast onderwijsaanbod realiseert. Het brede academische introductieprogramma voor getalenteerde HBO afgestudeerden in de traditie van Liberal Arts & Sciences is uniek in Nederland en past naadloos in de door de overheid aangegeven koers voor doorgaande leerwegen. Het gehele programma‐aanbod (introductieprogramma, mastertracks en na‐en bijscholingstrajecten) kent een sterke inter‐ en multidisciplinaire focus en is daarmee een aanvulling op het overwegend mono‐disciplinaire (master)aanbod binnen bestaande het reguliere HO.
1
VSNU, feiten en cijfers 2009
2
Op basis van de Bologna-verklaring waarin Europese lidstaten in 1999 omwille van mobiliteit van kennis(werkers) een uniforme onderwijsstructuur zijn
overeengekomen.
14
University Campus Fryslân
Financiën en wettelijke voorwaarden Het beoogde introductieprogramma betreft een niet bekostigd onderdeel van het mastercollege. Het programma zal ontwikkeld worden met stimuleringsgelden en voor een kwaliteitstoets worden voorgelegd aan een panel van (internationale) deskundigen. De mastertracks betreffen reguliere (erkende en geaccrediteerde of te accrediteren) masteropleidingen waarover nadere (financiële, randvoorwaardelijke en inhoudelijke) afspraken gemaakt zullen worden met de gastuniversiteit(en) die de programma’s ‘hosten’. Een verhoogd collegegeld (voortvloeiend uit het kleinschalige en residentiële karakter van het College) eenmalige stimuleringssubsidies en bijdragen van derden moeten leiden tot een exploitabel initiatief. Het opstellen van een business case zal aan de definitieve ontwikkeling vooraf gaan.
15
University Campus Fryslân
4 Een gefaseerde opbouw 4.1 Opbouw UCF als stimuleringsprogramma Investeringen in de kennisinfrastructuur zijn complex en vereisen een lange adem. Doorlooptijden van onderzoeksprogramma’s, de realisatie van nieuwe opleidingen en de gestelde huisvestingsopgaven zijn lang. Met het oog op een goede risicobeheersing, en vanwege het belang van een periodieke evaluatie en mogelijke herijking van de inhoudelijke opgaven wordt een gefaseerde invoering bepleit. Het hiervoor geschetste concept van een netwerkorganisatie biedt uitstekende mogelijkheden om de ontwikkeling van de programmalijnen onderzoek, onderwijs en valorisatie in de vorm van een stimuleringsprogramma ter hand te nemen. 4.2 De organisatie van de uitvoering De huidige aanpak Opdrachtgever voor de huidige fase van planontwikkeling (2008‐2009) is de Provincie Fryslân in de persoon van verantwoordelijk gedeputeerde voor hoger onderwijs mr.drs J.A. de Vries. Op voorspraak van het in 2007 uitgebrachte advies van Berenschot is voor de verdere ontwikkeling in 2008 een adviescommissie gevormd bestaande uit een viertal hoogleraren van Fryske origine. Begin 2009 is een stuurgroep gevormd waarin naast de eerder genoemde hoogleraren ook vertegenwoordigers van kennisinstituten en hbo‐instellingen zitting hebben, en een afgevaardigde namens de gemeente Leeuwarden. De adviescommissie en stuurgroep laten zich op onderdelen bijstaan door adviseurs/inhoudelijke experts. Voor de samenstelling wordt verwezen naar bijlage 1. De toekomstige aanpak De programmalijnen onderwijs, onderzoek en valorisatie zullen de komende jaren (2010‐2013) gefaseerd worden opgebouwd door (allianties van) de in de regio aanwezige kennispartners in samenwerking met enkele universiteiten. Dit alles binnen de eerder geschetste kaders van de netwerkorganisatie. Hiertoe wordt een stimuleringsprogramma opgezet met als doel de geformuleerde speerpunten te ontwikkelen. Een succesvol stimuleringsprogramma waarin stapsgewijs wordt toegewerkt naar een University Campus Fryslan vraagt niet alleen om financiële investeringen maar vereist in de context van de Fryske ambities ook een aanpak die waarborgen biedt voor: - inzet van de benodigde expertise - flexibiliteit en ondernemerschap - meerjarige continuïteit - bestuurlijke slagkracht en ‐ autonomie Een kleine expertorganisatie (beoogde start voorjaar 2010) kan hierin voorzien.
16
University Campus Fryslân
Het doel van de expertorganisatie is een UCF gefaseerd op te bouwen in nauwe samenwerking met en tussen kennispartners. Om dit doel te realiseren zal de expertorganisatie: - uitvoering geven aan het stimuleringsprogramma - de samenhang van programmalijnen binnen overeen te komen kaders bewaken - toezien op de kwaliteit van de initiatieven - de voortgang van de activiteiten stimuleren - advies en begeleiding bieden bij de uitvoering van activiteiten De expertorganisatie kent een bestuur bestaande uit 3‐4 inhoudelijke experts (bij voorkeur emeriti‐ hoogleraren) onder leiding van een primus interpares. Het bestuur wordt bij de uitvoering bijgestaan door een kleine staf. De expertorganisatie heeft een tijdelijk karakter en wordt periodiek geëvalueerd. De expertorganisatie kent een Raad van Toezicht (bevoegd gezag) waarin de provincie, de gemeente Leeuwarden en eventuele andere shareholders zitting hebben. Daarnaast kent de expertorganisatie een Raad van Advies bestaande uit stakeholders (lees: vertegenwoordigers van kennisinstellingen in‐ en buiten de regio). Deze Raad adviseert het programmabestuur over de inhoud en koers van het stimuleringsprogramma en de uitvoering er van.
Stimuleringsbijdrage De provincie Fryslân stelt samen met de Gemeente Leeuwarden 1 de komende jaren financiële middelen ter beschikking aan de expertorganisatie om het stimuleringsprogramma uit te voeren. De hoogte van de stimuleringsbijdragen zal in 2010 worden vastgesteld. Ook andere partijen zullen benaderd worden voor additionele bijdragen. Aan het verkrijgen van stimuleringsbijdragen door kennispartners zullen voorwaarden worden verbonden passend binnen de programmalijnen en gericht op de beoogde versterking van de kennisketen in het algemeen en het realiseren van de beoogde samenwerking, synergie en innovatie rond de hotspots in het bijzonder. Matching van bijdragen kan hierbij worden overwogen. Het stimuleringsprogramma heeft een looptijd van minimaal 5 en maximaal 10 jaar (2010‐ 2020). Periodieke evaluatie van de opbrengsten van het programma en/of nieuwe speerpunten of ambities kunnen leiden tot opwaartse of neerwaartse bijstelling van de stimuleringsbijdragen. Het programma kent een gefaseerde afbouw, waarbij de stimuleringsbijdragen van provinciale en gemeentelijke overheid geleidelijk worden afgebouwd. Netwerkactiviteiten zullen na afloop van het 1
Provincie en gemeente zijn in een stadsconvenant overeengekomen gezamenlijk te investeren in kennis(ontwikkeling)
17
University Campus Fryslân
stimuleringsprogramma hetzij kostendekkend dienen te worden georganiseerd of door een of meerdere kennispartners te worden overgenomen. De strategische doelstelling, de programmalijnen en de opzet van de expertorganisatie zullen dit najaar op initiatief van de provincie, bijgestaan door de huidige stuurgroep nader worden uitgewerkt. 4.3 Communicatie Een omvangrijk meerjarig stimuleringsprogramma met vele regionale betrokkenen en belanghebbenden met een beoogde (inter)nationale uitstraling vraagt om zorgvuldige in‐ en externe communicatie. Hiertoe zal een communicatieplan worden opgesteld dat de uitvoering begeleidt. De interne communicatie is m.n. gericht op het tijdig en zorgvuldig informeren van alle betrokken kennispartners en stakeholders in provincie en regio. De voorlichting en marketing zijn gericht op een goede zichtbaarheid van het programma, op een zorgvuldige beeldvorming over de programma(doelstellingen) en op een adequate profilering van het gehele academische stimuleringsprogramma. Onderdeel van de communicatieactiviteiten vormt een website waarop het strategische doel, de programmalijnen en de (voortgang) van de activiteiten van de netwerkorganisatie University Campus Fryslân voor een breed publiek toegankelijk worden gemaakt.
18
University Campus Fryslân
5 Kostenraming ontwikkeling UCF 2010‐2013 1 Wat
2010
2011
2012
2013
Programma ONDERZOEK Stimuleringsprogramma Oz Stimuleringsprogramma promotietrajecten HBO docenten Programma ONDERWIJS a. Ontwikkelkosten mastercollege Uitvoeren haalbaarheidsstudie ‐ int. marktverkenning ‐ opstellen business case ontwikkeling curriculum introd.progr evt. accreditatie+overige kosten 2 b. Organisatiekosten mastercollege
PM
PM
PM
PM
┤E 250 ‐
‐
PM E 100 PM PM
PM E 325 PM PM
PM PM E 225 PM PM
PM PM PM PM PM
┤ E 350
┤350
┤ E 350
E 25 E 700
E 25 E 600
E 50 E 400
Programma ONDERWIJS Stimuleringsprogramma na en bijscholing Nieuwe mastertracks + keuze onderwijs Programma VALORISATIE Stimuleringsprogramma valorisatie Huisvesting+ sociaal cultureel Leeuwarden Expertorganisatie Opstellen startdocument/kaders stimuleringsprogramma Stichtingskosten ‐ juridisch advies ‐ stichtingskosten ‐ wervingskosten personeel (Start)conferentie, expertmeetings ed Organisatiekosten (Personele lasten) Communicatie ‐ website ‐ nieuwsbrief Huisvesting en overige lasten Onvoorzien TOTAAL
┤ E 380
E 20 E 750
1
In dit overzicht zijn de stimuleringsbijdragen voor Onderzoek, Valorisatie en huisvesting niet begrepen, de hier vermelde stimuleringsbijdragen Onderwijs
betreffen de ontwikkelkosten voor een mastercollege.
19
University Campus Fryslân
Bijlage 1 Kennispartners en projectorganisatie KENNISPARTNERS Kennisinstituten in Fryslân Wetsus Fryske Akademy De Waddenacademie Cartesius Institute Shared Space Institute Centre for Marine Policy Instellingen voor hoger beroepsonderwijs in Fryslân Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Stenden University Van Hall Larenstein Noordelijke instellingen voor hoger onderwijs Rijksuniversiteit Groningen Wageningen Universiteit en Research Universiteit Twente Technische Universiteit Delft Open Universiteit Hanzehogeschool Groningen Bedrijfsleven divers STUURGROEP UCF 2009 Mw. mr. drs. J.A. de Vries, Gedeputeerde Staten Fryslân Prof. dr. D.d. Breimer, voormalig voorzitter/Rector Magnificus Universiteit Leiden Prof. dr. J. Fokkema, Rector Magnificus Technische Universiteit Delft Prof. dr. T. Sminia, voormalig Rector Magnificus Vrije Universiteit Amsterdam Prof. dr. J. de Vries, wetenschappelijk directeur Campus Den Haag, Universiteit Leiden Prof. dr. R. Salverda, directeur Fryske Akademy Prof. dr. ir. C.J.N. Buisman, wetenschappelijk directeur Wetsus Drs. W. Smink, voorzitter CvB Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Drs. R. Veenstra, voorzitter Stenden University dhr. G. Krol, wethouder Jeugd &Onderwijs Leeuwarden Secretaris stuurgroep drs. S.S. Akkerman, hoofd Cultuur, Taal & Onderwijs Provincie Fryslân tevens projectleider UCF ADVISEURS Berenschot, 2007 Boer&Croon, 2008 vanZOGGELadvies 2009, Lucy Wenting en Jacqueline van Zoggel.
20
vanZOGGEL ADVIES LOMANSTRAAT 3 HUIS 1075 PS AMSTERDAM TEL 06‐53716383 KVK 34315123
[email protected]