UNA University of the Netherlands Antilles 2e graads Lerarenopleiding Spaans
© Netherlands Quality Agency (NQA) maart 2011
2/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een nieuwe hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van Toets Nieuwe Opleiding in hogere beroepsopleidingen. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 TNO hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Opleiding Variant Locatie Auditdata Auditteam
University of the Netherlands Antilles (UNA) 2e graads Lerarenopleiding Spaans Voltijd Willemstad, Curaçao 22 t/m 25 november 2010 De heer drs. W.R. van den Berg (Vakdeskundige Onderwijs en werkveld) Mevrouw dr. P.M. Kester (vakdeskundige Papiamentu) De heer drs. J.C.M. Wegman (vakdeskundige Nederlands) Mevrouw drs. M.J. Bodde-Alderlieste (vakdeskundige Engels) De heer drs.J.M. Espinola Vazquez (vakdeskundige Spaans) mevrouw O. Ras-Florencio (studentlid auditteam) De heer drs. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor) Mevrouw I.J.M. de Jong (NQA-auditor)
Door UNA is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de nieuwe hbobacheloropleiding 2e graads Lerarenopleiding Spaans. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 TNO hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de nieuwe opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het auditteam is op 29 juni 2010 ter goedkeuring voorgelegd aan de NVAO. Het dagelijks bestuur heeft op 6 juli 2010 ingestemd met de samenstelling van het auditteam. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. De nieuwe opleiding lerarenopleiding Spaans is samen met de drie bestaande 2e graads lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands in één visitatie beoordeeld. Het volledige panel heeft de vier opleidingen beoordeeld, waarbij elke vakdeskundige de vakinhoud van de specifiek opleiding heeft beoordeeld. Omdat de nieuwe opleiding volgens een ander beoordelingskader moet worden beoordeeld, is een afzonderlijke rapportage opgesteld. De 2e graads lerarenopleiding Spaans is vanaf het collegejaar 2007-2008 gestart. Bij de opzet van de opleiding is het curriculum van de lerarenopleidingen Papiamentu en Nederlands leidraad geweest en daar waar nodig aangepast.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
3/70
Doelstellingen De opleiding hanteert de SBL-competenties zoals die in Nederland zijn vastgesteld. Daarnaast heeft de opleiding een veldraadpleging uitgevoerd om de specifieke beroepscontext van Curaçao te inventariseren. Voor de eindkwalificaties voor taalinhoud hanteert de opleiding het Europees Referentiekader en geldt voor de opleiding Spaans C1 als streefniveau. De opleiding stemt af met lerarenopleidingen in Nederland en in de regio. Kenmerkend voor de opleidingen op Curaçao is dat leerlingen door de lokale context op een andere manier taalonderwijs volgen. Leerlingen zijn veelal tweetalig opgevoed en hebben grote verschillen in taalniveau. Het auditteam is positief over de eindkwalificaties die de opleiding hanteert. De eindkwalificaties zijn gekoppeld aan de Dublin descriptoren. De opleiding leidt op tot 2e graads leraar Spaans. Om het beroep uit te kunnen voeren is een hbo-bachelordiploma vereist. Programma Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek. Studenten leren beroepsvaardigheden aan in de lessen, in de stages en de afstudeerperiode. In de opleiding is aandacht voor toegepast onderzoek, reeds vanaf het eerste studiejaar. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding studenten in ruime mate in staat stelt ervaring op te doen in de beroepspraktijk. De eindkwalificaties zijn op een adequate manier vertaald naar leerdoelen in het programma. Een aandachtspunt is het consistent uitwerken van de modulehandleidingen. Het didactisch concept is helder uitgewerkt. Het toetsbeleid is afgestemd op het didactisch concept en passend voor de opleiding. De opleiding is erin geslaagd een inhoudelijk samenhangend programma uit te werken, waarin duidelijke lijnen te herkennen zijn. De studielast van de opleiding past bij de voorgeschreven studiepunten. Studenten moeten wel goed plannen en over de juiste motivatie beschikken. De opleiding hanteert de wettelijke instroomeisen. Daarbij plaatst het auditteam de opmerking dat het niveau waarmee sommige studenten binnenkomen (ook volgens de opleidingen) niet altijd voldoende is om uit te kunnen gaan van een consistent instroomniveau. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen werken aan het verbeteren van de aansluiting tussen de vooropleiding en de hbo- bacheloropleiding. Het auditteam is positief over de instrumenten die de opleiding thans hanteert en wil gaan hanteren. De follow-up van de diagnostische toets behoeft nog aandacht. Personeel De opleiding maakt gebruik van vaste en gastdocenten. Docenten zijn op de hoogte van actuele ontwikkelingen en weten de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk te leggen. De docenten zijn voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Uit de eerste ervaringen van de afgelopen jaren blijkt dat de UNA voldoende personeel heeft ingezet om de opleiding te kunnen starten en te continueren.
4/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Voorzieningen De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten is op orde. De opleiding kent verschillende goed functionerende vormen van zowel begeleiding als informatievoorziening. De opleiding beschikt over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen. Kwaliteitszorg De opleiding toetst via verschillende evaluatie-instrumenten in hoeverre betrokkenen tevreden zijn over de gedefinieerde kwaliteitsaspecten van de opleiding. De opleiding heeft toetsbare streefdoelen opgesteld en naar aanleiding van evaluaties worden verbetermaatregelen getroffen. De opleiding betrekt verschillende belanghebbende groepen bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Condities voor continuïteit De UNA heeft voldoende investeringen gedaan om de opleiding tot stand te brengen. Daarnaast zijn financiële reserves ingecalculeerd om aanloopverliezen te kunnen financieren. De UNA biedt voldoende garantie voor studenten om af te studeren door middel van een afstudeergarantie. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de nieuwe 2e graads lerarenopleiding Spaans aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
5/70
6/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
1
Basisgegevens
2
Beoordeling
3
9
13
2.1
Doelstellingen van de opleiding
13
2.2
Programma
17
2.3
Inzet van personeel
28
2.4
Voorzieningen
32
2.5
Interne kwaliteitszorg
35
2.6
Condities voor continuïteit
38
Bijlagen
41
Bijlage 1
Deskundigheden auditteam
43
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
51
Bijlage 3
Bezoekprogramma
59
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
63
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
65
Bijlage 6
Curriculumoverzicht
67
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
7/70
8/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
1
Basisgegevens
De basisgegevens van de nieuwe hbo-bacheloropleiding 2e graads leraar Spaans zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Naam instelling Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Locatie Variant Inhoudelijk profiel opleiding
7. Beoogd werkveld alumni
8. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool
9. Schema opbouw programma
University of the Netherlands Antilles (UNA) Hbo bachelor 240 EC Willemstad, Curaçao Voltijd Het opleidingsprogramma van de opleiding beslaat 4 studiejaren van elk 60 EC, samen 240 EC en is verdeeld over 3 fasen: propedeuse (studiejaar 1), hoofdfase (studiejaren 2 en 3) en afstudeerfase (studiejaar 4). In het programma worden vier leerlijnen onderscheiden: de conceptuele en vaardigheden lijn (CV-lijn), de integrale lijn (I-lijn), de werkervaringsreflectielijn (WER-lijn) en de studieloopbaanlijn (SLB-lijn). Het programma leidt op tot meesterschap (de beroepsvorming) en vakmanschap (de vak- c.q. de taalvorming). Vanaf de 3e periode van de propedeuse (studiejaar1) start het praktijkdeel in de vorm van stage die met het klimmen van de studiejaren in omvang toeneemt tot hele dagen stage in studiejaar 4. Naast de pedagogisch-didactische en de vakmatige (taal) voorbereiding op de uitoefening van het beroep, wordt veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van een onderzoekende houding bij studenten. De opleiding leidt op tot 2e graads leraar Spaans. e Afgestudeerden van de 2 graads lerarenopleiding komen veelal te werken op de voortgezet onderwijsscholen van Curaçao. De opleiding is georganiseerd in de Algemene Faculteit. De Algemene Faculteit is een van de vijf faculteiten van de UNA. Binnen deze faculteit worden nog een aantal andere opleidingen aangeboden: Lerarenopleiding funderend onderwijs (in Nederland Lerarenopleiding basisonderwijs) en vier professionele masteropleidingen die voortbouwen op de e bacheloropleidingen 2 graads lerarenopleiding Papiamentu, Engels, Spaans en Nederlands. Zie bijlage 6
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
9/70
Maatschappelijke context van de instelling De Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) heeft in het zelfevaluatierapport een aparte paragraaf opgenomen over de locale context waarin de universiteit werkt. Het auditteam is van mening dat de informatie opgenomen in dit visitatierapport in de context geplaatst dient te worden van de Curaçaose samenleving. De sociaal culturele, maatschappelijke, financieel economische en geografische context van de UNA is bepalend voor haar functioneren. Deze context van de UNA verschilt in een aantal opzichten van die van soortgelijke instellingen in het buitenland. Vandaar dat deze informatie aan dit visitatierapport is toegevoegd. Enige belangrijke kenmerken van de UNA-omgeving zijn, in willekeurige volgorde: - Curaçao is een eiland in ontwikkeling. In oktober 2010 heeft Curaçao de status van land verkregen. - Kleinschaligheid. - Caribische/ Antilliaanse/ Curaçaose cultuur. - Specifieke maatschappelijke functie als nationale universiteit. - Specifieke wensen en behoeften vanuit het werkveld, voortkomend uit de maatschappelijke situatie. - Beperkte financiële middelen, gekoppeld aan beperkte mogelijkheden voor het werven van additionele financieringsbronnen. - Sterke concurrentie met Nederlandse onderwijsinstellingen: studeren in Nederland heeft voor veel Antillianen meer status dan studeren op Curaçao. - De verscheidenheid aan vooropleidingen van de instromende studenten. De UNA meldt in het zelfevaluatierapport dat deze context niet mag leiden tot concessies aan de beoogde kwaliteit. Dit vraagt om extra kwaliteitsimpulsen en een extra inspanning om het gewenste kwaliteitsniveau te behalen en te behouden. Het kwaliteitsbeleid van de UNA volgt, aldus het zelfevaluatierapport van de UNA, daarom nauw de internationale trends op kwaliteitsgebied in het hoger onderwijs. In het Zelfevaluatierapport hebben de opleidingen de specifieke taalsituatie op het eiland beschreven en per taal een inleiding weergegeven. Het auditteam heeft ervoor gekozen om de tekst van de opleiding in het beoordelingsrapport over te nemen om de context waarin de beoordeling heeft plaatsgevonden te schetsen. Achtergrond specifieke taalsituatie voor Spaans op Curaçao Het Spaans is voor ongeveer 5% van de bevolking de moedertaal. Het Spaans komt na het Papiamentu en Nederlands op de derde plaats, als het gaat om het aantal inwoners dat Spaans als thuistaal gebruikt. Spaans is ook voor veel moedertaalsprekers van het Papiamentu een tweede taal. Dat wil zeggen dat de taal op een redelijk niveau beheerst wordt. Dit komt door sociaal-economische en geografische factoren en ook door de historische banden die het eiland heeft met onder meer de Spaanstalige regio. Voor zover bekend zijn er geen reguliere scholen waar Spaans als instructietaal fungeert.
10/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Achtergrond Spaans Het Spaans wordt in het dagelijks leven op Curaçao steeds belangrijker. In de hotel- en toeristen-industrie wordt vaak Spaans gesproken. Ook binnen internationaal opererende bedrijven zoals banken en verzekeringsmaatschappijen is het Spaans voertaal. De populatie op Curaçao van moedertaalsprekers van het Spaans is groeiend. Op de scholen voor voortgezet onderwijs is het Spaans binnen de basisvorming verplicht en in de hogere jaren profielvak of keuzevak. De studenten van de 2e graads lerarenopleiding Spaans, die doorgaans van Curaçao afkomstig zijn en Papiamentu als moedertaal hebben, komen dikwijls door historische, sociaal economische en geografische factoren al vanaf zeer jonge leeftijd met de Spaanssprekende wereld in aanraking. Het Spaans heeft voor de studenten niet zozeer de status van vreemde taal, maar is voor hen vaak een taal waar ze vertrouwd mee zijn. Het feit, dat het vocabulaire van het Papiamentu voor een groot percentage geput heeft uit het vocabulaire van het Spaans, maakt dat de meeste studenten zich het Spaans gemakkelijk eigen maken en de taal op een hoog niveau leren beheersen. Bij aanvang van hun studie hebben de studenten dan ook een behoorlijk niveau in de vier taalvaardigheden. In sommige gevallen is het Spaans moedertaal van de student.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
11/70
12/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
2
Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de 2e graads lerarenopleiding Spaans: Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Condities voor continuïteit
P
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen – programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrokkenheid 6.1 Afstudeergarantie 6.2 Investeringen 6.3 Financiële voorzieningen
Oordeel Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldaan Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de nieuwe hbo-bacheloropleiding 2e graads lerarenopleiding Spaans van UNA aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van een positief oordeel1 voor deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau.
2.1
Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).
1
Conform afspraken tussen UNA en NVAO wordt hier gesproken over ‘positief oordeel’ in plaats van accreditatie. e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
13/70
Bevindingen • De faculteit spiegelt zich voor het kennisaspect in de 2e graads lerarenopleiding aan de kennisbases voor de lerarenopleidingen in Nederland. Deze kennisbases zijn ontwikkeld door ADEF (algemeen directeuren overleg van educatieve faculteiten) in samenwerking met de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit Nederland. De huidige opleiding is gebaseerd op de kennisbases uit 2006. • Het auditteam stelt vast dat de gehanteerde eindkwalificaties van de opleiding is ontleend aan de bekwaamheidseisen van de SBL in Nederland (De kennisbasis, het fundament voor (professioneel) leren handelen, oktober 2008). De eindkwalificaties van de opleiding bestaan uit zeven competenties: 1) interpersoonlijke competentie, 2) pedagogische competentie, 3) vakinhoudelijke en didactische competentie, 4) organisatorische competentie, 5) competent in het samenwerken met collega’s, 6) competent in het samenwerken met de omgeving en 7) competent in reflectie en eigen professionele ontwikkeling. • De SBL-bekwaamheidseisen zijn in Nederland geformuleerd met een landelijke beroepsgroep en via een veldraadpleging gevalideerd. De opleiding en het werkveld in Curaçao hebben deze eisen geaccepteerd en aangevuld met eisen ten aanzien van de Curaçaose werkomgeving (Het beroepsprofiel van de 2e graads leraar talen: Curaçaos profiel, 2008; update 2010). • Uit bestudering van het Curaçaos profiel blijkt dat 2e graads leraren Talen op Curaçao te maken krijgen met een grote diversiteit in talige achtergrond van de leerlingen. De leerlingen vertegenwoordigen een verscheidenheid aan moedertalen (Papiamentu, Spaans, Nederlands en Engels) en er is in het algemeen sprake van een mondelinge taalbeheersing in verschillende talen; lees- en schrijfvaardigheid zijn vaak slechter ontwikkeld. De leraar krijgt te maken met de vraag in welke taal hij de doeltaal het beste kan onderwijzen. Daarnaast is het de kleinschaligheid van Curaçao waardoor van de leraar talen een grotere creativiteit wordt verwacht. Het ontwikkelen van eigen methoden is duur en dat maakt dat in veel gevallen Nederlandse methoden gebruikt worden die niet altijd goed aansluiten op de belevingswereld van leerlingen op Curaçao. De belevingswereld van leerlingen is vaak niet groter dan het eiland. Het niveau van de algemene ontwikkeling van leerlingen is vaak laag. Dat maakt dat leraren moeten uitgaan van een beperkte voorkennis en beginsituatie voor hun vak en lessen. • Voor het niveau van de taalbeheersing zijn de criteria van het Europees Referentiekader (ERK) richtinggevend. De algemene faculteit (AF) heeft voor de 2e graads Lerarenopleiding het streefniveau gesteld op C1 (In het ERK is C2 het hoogste niveau). Bij een taalbeheersing op niveau C1 kan de student een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de impliciete betekenis herkennen. De student kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. En de student kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Tot slot kan de student een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden.
14/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
•
•
De opleiding geeft aan dat zij zich niet kan vergelijken met soortgelijke regionale opleidingen, omdat er een verschil bestaat tussen het systeem van hoger onderwijs in de regio en het Nederlandse systeem met een hbo-bachelor dat de UNA hanteert. Internationale borging vindt plaats door samenwerking met verschillende Nederlandse en regionale universiteiten en hogescholen. Als University binnen een kleinschalige samenleving is de UNA zich bewust van de noodzaak tot het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse instituten. De samenwerkingsverbanden met buitenlandse instellingen bieden ook buitenlandse studenten de mogelijkheid om stage en/of studieonderdelen bij de UNA te volgen. De UNA werkt samen met de University of the West Indies, de Universiteit van Aruba en de University of St. Martin. Tevens is de UNA actief bestuurslid van UNICA, de vereniging van alle universiteiten in het Caribisch gebied. Er zijn ook samenwerkingsverbanden met universiteiten en hogescholen in Nederland, zoals de Universiteit Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Twente en de Hogeschool Rotterdam.
Overwegingen De opleiding hanteert de SBL-competenties zoals die in Nederland zijn vastgesteld. Daarnaast heeft de opleiding een veldraadpleging uitgevoerd om de specifieke beroepscontext van Curaçao te inventariseren. De beroepenveldcommissie en lokale schoolbesturen hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. De competenties van de opleiding zijn daarmee zowel gevalideerd door vertegenwoordigers van het werkveld in Nederland als op Curaçao. Voor de eindkwalificaties voor taalinhoud hanteert de opleiding het Europees Referentiekader. De opleiding stemt af met lerarenopleidingen in Nederland en in de regio. Het auditteam is positief over de eindkwalificaties die de opleiding hanteert. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Niveau bachelor (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen • De opleiding heeft in een schema de koppeling tussen de Dublin descriptoren en de SBL-competenties weergegeven. Hieruit blijkt dat de competenties de Dublin descriptoren dekken, waardoor de opleiding voldoet aan de internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Ter illustratie: de Dublin descriptor ‘Toepassen van kennis en inzicht’ komt binnen alle competenties terug. De Dublin descriptor ‘Leervaardigheden’ is zichtbaar bij de competenties: 5) competent in het samenwerken met collega’s en 7) competent in reflectie en eigen professionele ontwikkeling.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
15/70
•
•
Het studieprogramma van de 2e graads lerarenopleiding bestaat uit onderwijseenheden. Bij elke onderwijseenheid zijn leerdoelen (handelings- en gedragsindicatoren) geformuleerd. Deze leerdoelen (zie ook facet 2.2) zijn een verbijzondering van de SBL-competenties. In het document Bekwaamheidseisen vo/be, mei 2004 zijn de eindkwalificaties doorvertaald naar handelings- en gedragsindicatoren. Deze vertaling is in samenspraak met de scholen voor voortgezet onderwijs, lokale opleidingscentra en studenten ontwikkeld. In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding een overzicht opgenomen van de Dublin descriptoren en waar deze terugkomen in het onderwijsprogramma. Zo komt bijvoorbeeld ‘Kennis en inzicht’ terug in de conceptuele en vaardigheidsleerlijn en het ‘Toepassen van kennis en inzicht’ in de werkervaringsreflectieleerlijn (WER-leerlijn). ‘Leervaardigheden’ komen met name terug in de Studieloopbaanlijn.
Overwegingen De opleiding heeft in de zelfevaluatie een overzicht opgenomen waaruit blijkt dat de competenties de Dublin descriptoren afdekken. Daarnaast heeft de opleiding inzichtelijk gemaakt op welke wijze de Dublin descriptoren aan het onderwijs gekoppeld zijn. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen • Bij dit facet worden de bevindingen van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen. • De SBL-competenties zijn besproken met en gevalideerd door de beroepenveldcommissie (BVC) van de AF. In samenspraak met de BVC is een beroepsprofiel opgesteld dat is gebaseerd op de (beroeps)praktijk van het onderwijs op Curaçao (Het beroepsprofiel van de 2e graads leraar talen: Curaçaos profiel 2008; update 2010). • De BVC bestaat uit leraren met diverse functies in het voorgezet onderwijs (havo en vwo) en het voorbereidend (VSBO) en secundair beroepsonderwijs (SBO) op Curaçao. Ten minste tweemaal per studiejaar worden zaken met de BVC besproken die direct van belang zijn voor de inhoud van de opleidingen. Naast structurele contacten met de BVC hebben de opleidingen intensief contact met de schoolbesturen op het eiland. Het auditteam heeft in de gesprekken bevestigd gekregen dat de BVC betrokken is geweest bij het opstellen en valideren van de competenties. De BVC en de schoolbesturen zijn actief bij de opleiding betrokken.
16/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
•
Actuele zaken die zij aandragen worden door de opleidingen in behandeling genomen, zo blijkt uit het gesprek met het auditteam. De opleiding leidt op tot 2e graads leraar Spaans. Om het beroep uit te kunnen oefenen is een hbo-bachelordiploma vereist, zo bevestigen leden van de BVC in het gesprek met het auditteam. Afgestudeerden van de 2e graads lerarenopleidingen komen veelal te werken op de voortgezet onderwijsscholen van Curaçao.
Overwegingen De opleiding leidt op tot de 2e graads leraar Spaans. Om het beroep uit te kunnen oefenen is een hbo-bachelordiploma vereist. De opleiding hanteert competenties die in Nederland zijn opgesteld en zijn toegespitst op de lokale context. Daarnaast zijn de competenties door het lokale werkveld gevalideerd. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Doelstelling opleiding’ positief.
2.2
Programma
Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen • De 2e graads lerarenopleidingen van AF rusten op twee pijlers: meesterschap en vakmanschap. De focus is gericht op de ontwikkeling van het leraarschap, waarvoor AF de term meesterschap gebruikt. Naast het leraarschap verwerft de student beheersing van een taal, waardoor hij zich mag presenteren als vakman. De lerarenopleiding Spaans sluit hierbij aan. • Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur. Studieboeken, vakbladen en internetbronnen worden veelvuldig gebruikt binnen de opleiding. De literatuurlijsten bevatten boeken in de doeltalen en in andere talen, zoals het Engels en Nederlands. De literatuurlijsten worden jaarlijks herzien en beoordeeld op actualiteit en internationaliteit. Het auditteam is positief over de literatuurlijsten van de opleiding. Er wordt gebruik gemaakt van relevante en actuele literatuur. Het auditteam is onder de indruk van de hoeveelheid literatuur die op de literatuurlijst is geplaatst.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
17/70
•
•
•
•
•
•
18/70
De studiematerialen die de opleiding gebruikt, zijn voor een deel identiek aan de materialen die de lerarenopleidingen in Nederland worden gebruikt. De literatuurlijst bestaat uit titels als: Manual de Sintáxis del Español, Rodríguez; Manual Práctico de escritura académica, vols 1,2,3, Estrella Montolío e.a en Introducción a la lingüística hispánica, José Ignacio Hualde e.a. De opleiding schenkt ruim aandacht aan literatuur in het Spaans. In de propedeutische fase beginnen de opleidingen met jeugdliteratuur en literaire analyse. Vervolgens wordt in de hoofdfase aandacht besteed aan literatuurgeschiedenis en literaire benaderingen. Het leesdossier dat studenten aanleggen wordt als bindmiddel tussen de literatuurcolleges beschouwd. De student verplaatst zich daardoor in de leerlingen op het voortgezet onderwijs, waar het aanleggen van een literatuurportfolio gangbaar is. Studenten van de verschillende 2e graads lerarenopleidingen werken met elkaar samen in de beroepsvormende onderwijseenheden (bij projecten en inleidende vakken) en in de onderwijseenheden van de vaklijn die meer taaloverstijgend zijn, zoals Caribistiek, inleiding Algemene Taalkunde en logopedie. In de opleiding zijn stages opgenomen die de studenten in aanraking brengen met de beroepspraktijk en hen in staat stellen beroepsvaardigheden te ontwikkelen. De beroepsvaardigheden, zoals didactische vaardigheden, reflecteren, intercollegiaal overleg en methodisch werken worden in de verschillende studiejaren van de opleiding geoefend in de lessen en toegepast in de stageschool. De stages die gedurende de opleiding zijn geprogrammeerd zijn: snuffelstage in de propedeusefase (5 EC), de stage in de hoofdfase (6 EC tweede jaar en 12 EC derde jaar) en de afstudeerstage (18 EC) tijdens het afstuderen. De stages vinden verplicht plaats op verschillende soorten scholen waardoor studenten gedegen worden voorbereid op de beroepsvaardigheden van de leraar. De lerarenopleidingen van AF willen de komende jaren het stagesysteem ombouwen naar het model van ‘Opleiden in de school’. Daartoe heeft een eerste oriëntatie bij een lerarenopleiding in Nederland plaatsgevonden en is de faculteit thans in het stadium van planvorming. Binnen de opleiding wordt in ruime mate ingezet op de ontwikkeling van de vak(didactische) kennis en vaardigheden. De opleiding heeft de op de lokale scholen voor voortgezet onderwijs gehanteerde taalmethodes Spaans als Caminos Nuevo; Planeta; Chicos chicas; El punto en cuestión; Palabras, palabras in het curriculum geïmplementeerd. Praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden worden onder andere getraind in de onderwijseenheden Methodisch werken 1, 2 en Taalonderzoek. Studenten beginnen in het eerste jaar meteen met het aanleren van de basisvaardigheden voor praktijkgericht onderzoek. In de onderwijseenheden Methode-analyse en taalonderzoek doen studenten een praktijkonderzoek naar en met studiemateriaal dat in de beroepspraktijk gebruikt wordt. Voor het toegepaste onderzoek heeft de UNA contacten gelegd of contracten afgesloten met lokale onderzoeksinstituten. Het auditteam heeft aansprekende voorbeelden gezien van bruikbare onderzoeken in de beroepspraktijk. Een voorbeeld van een onderzoek dat studenten tijdens de opleiding uitvoeren is het afnemen van een enquête om het leesgedrag van leerlingen in kaart te brengen.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
•
•
•
•
•
•
Binnen de opleiding wordt expliciet aandacht besteed aan praktisch, toegepast taalonderzoek. In de onderwijseenheid Taalonderzoek, wordt aandacht besteed aan foutenanalyse waarbij ook fouten van leerlingen van de praktijkschool onderwerp van onderzoek zijn. Naar aanleiding van hun bevindingen ontwikkelen de studenten een eigen visie met betrekking tot het taalonderwijs. Zij maken daarbij aanvullend lesmateriaal of lessenseries. De Velon (vereniging voor lerarenopleiders in Nederland) is voor de 2e graads lerarenopleidingen een belangrijke bron om nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied van de lerarenopleidingen bij te houden. Daarnaast brengen zowel de BVC als gastdocenten actuele ontwikkelingen in het beroepenveld onder de aandacht van de opleiding. Het docententeam stelt zich via contacten met zusteropleidingen in Nederland (Hogeschool Utrecht) of door het volgen van de meest recente publicaties op het gebied van opleiden, op de hoogte van de laatste ontwikkelingen bij de lerarenopleidingen Spaans. In de opleiding wordt binnen de vaklijn door de talencoördinator nauw samengewerkt met de door hem ingezette externe taaldocenten. Er wordt daarbij regelmatig onderling overlegd. De talencoördinator zet de lijn uit bij het ontwikkelen van de taalspecifieke onderwijseenheden. Ten opzichte van het onderwijs op lerarenopleidingen in Nederland merkt het auditteam op dat het een verrijking voor studenten is, dat zij in een multilinguale leeromgeving leren. Het auditteam spreekt van een rijke leeromgeving voor studenten. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de opleidingen. In de lessen wordt gebruik gemaakt van actuele cases en studenten kunnen zelf cases inbrengen die zij tijdens de stage tegenkomen. Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van de opleiding bij actuele ontwikkeling in het beroepenveld.
Overwegingen Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek, zo stelt het auditteam vast. Het auditteam is positief over de vakliteratuur. Studenten leren beroepsvaardigheden aan in de lessen, in de stages en de afstudeerperiode. In de opleiding is aandacht voor toegepast onderzoek, reeds vanaf het eerste studiejaar. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding studenten in ruime mate in staat stelt ervaring op te doen in de beroepspraktijk. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
19/70
Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de doelstellingen en werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen • De curricula voor alle 2e graads lerarenopleidingen van de UNA kennen eenzelfde opbouw en vertonen parallelle inhouden en activiteiten. Dat wil zeggen dat de opzet en inhoud van de beroepsspecifieke modulen in alle opleidingen gelijk is en de opzet van de taalspecifieke modulen grote overeenkomsten vertoont. In bijlage 6 is het curriculum van de opleiding per jaar opgenomen. • In de Matrix van SBL competenties, descriptoren en onderwijseenheden zijn de onderwijseenheden per opleiding en per studiejaar gekoppeld aan de SBLcompetenties en de Dublin descriptoren. • Het ERK dient als basis voor van de lerarenopleiding Spaans. Tijdens de opleiding werken de studenten naar het eindniveau C1 van het ERK toe. Er wordt naar gestreefd om aan het eind van leerjaar 1 naar het B2-niveau voor alle vaardigheden (lezen, spreken, luisteren en schrijven) te halen. Gedurende de twee daaropvolgende jaren, tot aan het eind van leerjaar 3, wordt door de studenten naar C1-niveau toegewerkt voor alle vaardigheden. In het leerjaar 4 is het aanbod vooral gekleurd door de mogelijkheid zich verder te verdiepen en te profileren op het gebied van de beroepsvorming. • Het taalinhoudelijke deel van de opleiding is onderverdeeld in vier componenten: taalvaardigheid, didactiek, taalwetenschap/kennis van de taal en literatuur/cultuur. De taalinhoudelijke onderwijseenheden worden gedoceerd in de doeltaal. De studiestof bij deze vier componenten is verspreid over onderwijseenheden. Bij elke onderwijseenheid zijn leerdoelen geformuleerd. De leerdoelen zijn opgenomen in de modulebeschrijvingen. Bij de formulering is rekening gehouden met de fase van de opleiding. De leerdoelen zijn opgenomen in de modulehandleidingen en zijn bij de studenten bekend, zo stelt het auditteam vast. • Het auditteam heeft de modulebeschrijvingen bestudeerd en stelt vast dat de leerdoelen per module helder beschreven zijn. De leerdoelen weerspiegelen de competenties en de omschrijvingen bieden goede handvatten voor studenten. De ontwikkeling van het taalniveau is tevens weergegeven in de handleidingen. Het auditteam vraagt aandacht voor het consistent invullen van de modulehandleidingen. De koppeling met de competenties is in de meeste gevallen helder. Het auditteam heeft in meerdere gevallen geconstateerd dat de docent het aan de student overlaat aan welke competentie hij of zij de module koppelt. • De opleiding hanteert het competentiegericht opleiden als didactisch uitgangspunt. Studenten leren kennis, vaardigheden en houdingen geïntegreerd te gebruiken in complexe beroepssituaties. De studenten verwerven de competenties zoveel mogelijk zelfstandig. Zij zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. (Opleidingsconstruct en didactisch profiel, 2e graads lerarenopleidingen talen van de AF, UNA 2008). De AF gaat in haar toetsbeleid uit van het Raamwerk toetsbeleid – UNA, maart 2008.
20/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
•
•
•
•
•
•
Het raamwerk is door AF uitgewerkt in de notitie Toetsbeleid Algemene Faculteit, juni 2010. Naast het competentiegericht leren speelt het opleidingsconstruct (vakmanschap en meesterschap) een belangrijke rol in het opleidingsprogramma. In de beroepsvormende pijler (meesterschap) maakt de student zich theorieën eigen en traint hij vaardigheden. In de vakpijler ondergebracht in de CV-lijn, bekwaamt de student zich in de taal (vakmanschap). In het curriculum van de opleiding is sprake van de zogenaamde dubbelebodemdidactiek. Dit houdt in dat de student op de opleiding ervan bewust wordt gemaakt, dat zijn toekomstige leerlingen tijdens zijn lessen zullen ervaren wat hij nu zelf ondergaat als student. Werkvormen zijn gevarieerd en sluiten aan op de module-inhoud en de studiefase. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen diverse werkvormen gebruiken, waaronder collegiale consultatie, reflectie, trainingen, hoorcolleges, projectgroepen, verzorgen van minilessen en aanleggen van leesdossiers. Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een toets. De opleidingen hanteren voor elke leerlijn andere toetsvormen. De conceptuele- en vaardighedenlijn kent schriftelijke toetsen, presentaties en rollenspelen. De integrale leerlijn kent onder andere het plan van aanpak, het projectverslag en het beroepsproduct. In de werkervaringslijn produceren de studenten leerverslagen, intervisieverslagen en beroepsproducten. De studieloopbaanlijn kent een reflectieverslag, assessment en portfolio. De opleiding maakt gebruik van diverse soorten tentamens, zoals tentamens met open vragen, open boek tentamens, mondelinge tentamens, presentaties, het opstellen van verslagen. De beoordelingscriteria worden van tevoren in de modulebeschrijving bekend gemaakt. Op drie momenten in de opleiding toont de student zijn competentieontwikkeling aan. Aan het einde van de propedeusefase, aan het einde van de hoofdfase en aan het einde van de opleiding. o In een één uur durend assessment met twee gecertificeerde assessoren bespreekt de student aan het einde van de propedeuse zijn portfolio. Houdingsaspecten hebben in dit assessment een belangrijke plaats. Tijdens bijeenkomsten in de studieloopbaanlijn wordt de student op dit gesprek voorbereid. o Aan het einde van de hoofdfase legt de student in de praktijk van de stageschool een proeve van bekwaamheid af. Daartoe wordt aan de assessoren een lesvoorbereiding ingeleverd, de les uitgevoerd in hun bijzijn en volgt een nabespreking. Van dit assessment ontvangt de student een beoordeling die beslissend is voor de doorstroming naar de afstudeerfase. Tijdens de bijeenkomsten van de werkervaringslijn wordt de student hierop voorbereid. o Aan het eind van de opleiding neemt de student deel aan het assessment startbekwaam op basis van het onderzoeksverslag van het afstudeeronderzoek en het beoordelingsportfolio (zie facet 6.1). Studenten kunnen aan de assessment deelnemen als is voldaan aan de voorwaarden zoals opgenomen in de verschillende assessmenthandleidingen.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
21/70
•
•
•
•
•
•
22/70
In de Handleiding assessment startbekwaam, Handleiding propedeuse-assessment en handleiding werkplekassessment (allen juni 2010) is beschreven wat er van de student wordt verwacht, hoe hij zich kan voorbereiden op het assessment, welke soort vragen hij kan verwachten en waaruit de beoordeling bestaat. Op het beoordelingsformulier vindt een koppeling plaats met de competenties en leerdoelen. De opleiding is vertegenwoordigd in de faculteitsbrede examencommissie. Vanuit elke afdeling van de faculteit heeft er iemand zitting in de examencommissie. Uit het gesprek met de examencommissie blijkt dat de examencommissie in februari 2010 in de huidige samenstelling gestart is. De werkzaamheden bestaan met name uit vaststellen of een student geslaagd is, het behandelen van aanvragen voor vrijstellingen en het behandelen van fraudegevallen. De docent verzorgt bij zijn onderwijseenheid een toets, hertoets, correctiemodellen en beoordelingscriteria. Als uitgangspunten daarbij gelden de leerdoelen, zoals opgenomen in de modulebeschrijvingen. De opleiding is bezig met de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren bij de toetsing, zodat ook vooraf de kwaliteit van toetsen gemeten kan worden. Om de kwaliteit van toetsing en beoordeling verder te verbeteren, wordt in het studiejaar 2010-2011 een cursus toetsconstructie georganiseerd. De kwaliteit van toetsing en beoordeling wordt bij schriftelijke tentamens als volgt geborgd: tentamen en hertentamen worden uiterlijk in de zesde week van de desbetreffende periode ter toetsing ingeleverd bij de coördinator talen waarbij vooral wordt gekeken in hoeverre de toetsen conform de modulebeschrijving zijn samengesteld. De coördinator doet verslag aan de examencommissie. De kwaliteit van de examens wordt een maal per jaar ter bespreking op de agenda geplaatst. Het auditteam stelt vast dat het beoordelen van de toetsen gebeurt als docenten toetsen aanleveren. Er wordt niet pro-actief of steekproefsgewijs gecontroleerd op toetskwaliteit. Daarnaast zijn er geen standaardcriteria waar de toetsen op worden beoordeeld. Het controleren van de toetsen in de opleidingen bevindt zich in een beginstadium, zo stelt het auditteam vast. Het auditteam heeft verschillende toetsen bestudeerd en stelt vast dat de toetsen goed aansluiten op de leerdoelen. Er zijn heldere criteria en de toetsen zijn een adequate vertaling van de doelstellingen. Ook de inhoud van de toetsen en de opdrachten vindt het auditteam getuigen van voldoende niveau en diepgang. Studenten krijgen te maken met verschillende soorten relevante toetsen zoals kennistoetsen voor theorievakken en assessments om vaardigheden te toetsen. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de modulehandleidingen. De handleidingen zijn helder opgebouwd en helpen de studenten bij het structureren van hun opleiding. Daarnaast blijkt uit het gesprek en uit het STO 2010 blijkt dat zij tevreden zijn met de afwisseling in werkvormen die de opleidingen hanteren. Studenten geven aan dat er veel aandacht is voor het zelf leren toepassen wat zij in de les aangeboden krijgen. Studenten geven tevens aan dat de criteria voor de toetsen vooraf helder zijn. Zij volgen in het derde jaar van de opleiding het vak toetsconstructie, waardoor zij zelf inzicht krijgen in het juist opstellen van een toets. Studenten melden het auditteam dat zij daarna wel eens kritiek hebben op de toetsen van de docenten. Zij geven aan dat deze kritiek altijd bespreekbaar is met de docent. Studenten zijn redelijk tevreden over de feedback die zij van docenten ontvangen. Over de manier van toetsen en beoordelen zijn de studenten positief. e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Het tijdig aanleveren van tentamens door docenten is een punt van aandacht, evenals het tijdig inleveren van toetsresultaten (STO 2010). In het STO 2010 wordt bevestigd dat studenten vinden dat de toetsing aansluit op het onderwijs en dat de tentamens de leerstof dekken. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de studenten in staat stelt de competenties te behalen. Door het uitwerken van de competentiematrix maakt de opleiding inzichtelijk op welke wijze de competenties terugkomen in het programma van de student. Het auditteam vraagt aandacht voor het consistent invullen van de modulehandleidingen. Het auditteam stelt vast dat het didactisch concept van de opleiding adequaat is om de eindkwalificaties te bereiken. Het aangeboden onderwijs past bij de doelstellingen van de opleiding. De opleiding maakt gebruik van een breed palet aan werkvormen. Studenten tonen zich tevreden met de afwisseling in werkvormen in de opleiding. De opleiding maakt sinds kort meer tijd voor het controleren van de toetsen. Er is geen separate toetscommissie, maar de coördinator talen (lid van de examencommissie) voert de controle op de toetsen uit. In de nabije toekomst krijgen docenten scholing specifiek gericht op toetsconstructie. Het auditteam is positief over de kwaliteit van de toetsen en is tevens van oordeel dat de opleiding over een adequaat toetsbeleid beschikt. De borging van de kwaliteit van toetsing vraagt nog enige aandacht van de opleiding. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen • De opleiding kent een concentrische opbouw, waardoor gedurende de opleiding steeds wordt voortgebouwd op verworven competenties. Daarnaast is er sprake van groeiende complexiteit en moeilijkheidsgraad en doet de opleiding gaandeweg een steeds groter beroep op zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de studenten. Binnen de drie fasen van de opleiding is deze opzet herkenbaar: o In de propedeusefase staat oriëntatie en selectie centraal, de propedeuse is vooral gericht op vakontwikkeling en oriëntatie op het beroep; o De hoofdfase is gericht op de ontwikkeling van de beroeps- en vakvaardigheden nodig voor adequaat lesgeven aan en begeleiding van leerlingen in het voortgezet onderwijs; o De afstudeerfase richt zich op verdere praktijkvorming, verdieping middels minoren en het afleggen van een meesterproef door middel van de afstudeeropdracht. • Daarnaast wordt de verticale samenhang geborgd door de vier leerlijnen. o de werk-ervaringsleerlijn (WER-lijn); is de lijn die ruimte biedt aan de praktijkvorming in contextrijke omgevingen met kenmerkende beroepssituaties. e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
23/70
de integrale leerlijn (I-lijn); studenten werken aan projecten rond thema’s als de veilige school en zorgverbreding. o de conceptuele- en vaardighedenlijn (CV-lijn); is vooral gericht op het tot stand komen van een degelijke kennis- en vaardigheidsbasis van de aanstaande docent. De taalinhoud is onderdeel van deze leerlijn. Het taalinhoudelijke deel wordt gecoördineerd door de talencoördinator. Tevens zet de talencoördinator de lijn uit bij het ontwikkelen van taalspecifieke onderwijseenheden. o de studieloopbaanlijn (SLB-lijn); ruimte voor de student om op basis van feedback, reflectie en evaluatie inzicht te krijgen op zijn competentieontwikkeling. Het studieprogramma rust op twee pijlers: de pijler vakmanschap (het taalinhoudelijke deel) en de pijler meesterschap (het beroepsinhoudelijke deel). De vakdidactiek en de algemene didactiek vormen de scharnieren tussen vakvorming (vakmanschap) en beroepsvorming (meesterschap). Hierdoor leren de studenten didactische vaardigheden speciaal gericht op het onderwijzen van de gekozen taal. Aldus ontstaat samenhang tussen de twee pijlers. Voorbeelden hiervan in de beroepsvormende lijn zijn: de snuffelstage in jaar één loopt parallel aan de inleidingen sociologie, psychologie en pedagogiek en in jaar twee vindt verdieping van psychologie en pedagogiek plaats op het moment dat het project zorgverbreding start. De samenhang binnen het taalinhoudelijke deel van de 2e graads lerarenopleiding is geborgd doordat er tussen de vier componenten waaruit het vakspecifieke deel van de opleiding is opgebouwd (taalvaardigheid, didactiek, taalwetenschap/kennis en literatuur/cultuur), samenhang bestaat. Zonder kennis van taalkundige aspecten van de taal, en zonder eigen vaardigheid van de taal op een C1-niveau is het goed overbrengen van leerstof aan de doelgroep niet mogelijk. Een ander voorbeeld is dat schrijfvaardigheid, leesvaardigheid en spreekvaardigheid in dezelfde periode worden aangeboden als het onderdeel leesdossier. Door het type opdrachten binnen het leesdossier ontstaat samenhang tussen deze vaardigheden. Tijdens de lessen vakdidactiek worden in de hoofdfase aan de student tools aangereikt om zijn vakkennis over te dragen aan de leerling in het 2e graads vakgebied. Hierdoor ontstaat de samenhang tussen theorie en praktijk. Deze samenhang wordt geborgd door onder andere de terugkoppeling van praktijkervaringen tijdens de intervisiesessies op UNA en door het inbrengen van praktijkervaringen tijdens colleges didactiek en pedagogiek. Tijdens de didactiekcolleges worden studenten uitvoerig voorbereid op het systematisch voorbereiden van lessen. De belangrijkste plek voor samenhang en integratie tussen theorie en praktijk is de stage, de werkplek. Ook tijdens de verschillende onderzoeksactiviteiten vindt er verbinding tussen theorie en praktijk plaats. Het auditteam is positief over de opbouw van de modulen in de opleiding. De modulen volgen elkaar op logische wijze op en hangen met elkaar samen. In de opbouw van modulen constateert het auditteam een opbouw in moeilijkheidsgraad en zelfstandigheid van de student. In de taallessen wordt ruim aandacht besteed aan de vakdidactische toepassing van de les in de praktijk van de studenten. Uit het STO 2008 blijkt dat de studenten de inhoudelijke samenhang positief waarderen. In het STO 2010 is deze score verder gestegen. Ook de aansluiting van de stage op het onderwijs wordt door studenten positief beoordeeld. o
•
•
•
•
•
24/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de samenhang tussen beroepsvaardigheden en de taalinhoud goed is gelegd. De modulen volgen elkaar op logische wijze op en lopen op in moeilijkheidsgraad. In de taallessen wordt veel aandacht besteed aan de vakdidactische toepassing van de les in de praktijk van de studenten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen • Elk studiejaar is verdeeld in vier perioden van vijftien studiepunten. Een periode omvat tien weken, bestaande uit acht collegeweken, één studieweek en één week voor toetsing en afsluiting. De roosters voor de betreffende periode worden gepubliceerd op BlackBoard. • Het aantal contacturen in het eerste jaar is gemiddeld 21 uren, in het tweede 19, in het derde 10 en in het vierde 8 uren per week. • Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij gemiddeld 35 tot 45 uur per week aan de studie besteden. Zij geven aan dat met goed plannen en de juiste motivatie de opleiding te doen is in de tijd die er voor staat. Het auditteam is in de gesprekken met studenten onder de indruk geraakt van de intrinsieke motivatie van studenten. Zij werken hard om de voltijdstudie af te ronden, soms naast een baan of de zorg voor ouders of kinderen. • Om de studeerbaarheid van de opleiding te vergroten zijn de collegetijden zo geprogrammeerd dat ook werkenden aan het onderwijs kunnen deelnemen. De colleges starten om 15.00 uur en duren tot uiterlijk 21.00 uur. Dat maakt het voor stagelopende studenten en studenten die werken mogelijk om op tijd voor hun colleges van de opleiding te zijn. Per dag zijn er maximaal drie blokken van twee uur college. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij tijdens stageperiodes na de stage nog naar de opleiding moeten voor lessen of projecten. Die combinatie valt hen zwaar. Het auditteam vraagt zich af of deze combinatie van stage en opleiding noodzakelijk is. • De opleiding heeft verschillende voorwaarden in het programma opgenomen. Zo moet de student aan het einde van het eerste studiejaar minimaal 40 EC van de propedeusefase hebben behaald, goedkeuring van de coördinatoren van de SLB-lijn en de CV-lijn hebben en moet binnen twee jaar de propedeuse zijn behaald. Voldoet de student niet aan deze eisen dan volgt een negatief studieadvies. Wanneer een student aan het einde van het derde jaar tussen de 90 en 120 EC van de hoofdfase heeft behaald en het assessment werkplekbekwaam met succes afgelegd heeft, stroomt de student door naar het vierde jaar.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
25/70
•
•
•
Bij een deficiëntie van meer dan 30 EC kan de student niet deelnemen aan het assessment werkplekbekwaam en mag hij/zij niet doorstromen naar het vierde studiejaar. Deze eisen zijn gepubliceerd in de Studiegids collegejaar 2010-2011. De faculteit biedt studenten ondersteuning in de studie, onder andere door het aanbieden van een module studievaardigheden in periode één van de propedeuse. Vanaf periode twee van de propedeuse tot het einde van de opleiding verzorgt de faculteit studieloopbaanbegeleiding. Studenten kunnen voor persoonlijke problemen een beroep doen op het Student Service Center. Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat belemmeringen voor de studievoortgang snel worden opgepakt door de opleidingen. Studenten kunnen met ‘kleine’ belemmerende factoren terecht bij de studieloopbaanbegeleider en andere docenten. Hierbij speelt mee dat het kleinschalige opleidingen zijn, waar docenten en studenten elkaar kennen. Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de spreiding van de studielast over de studiejaren. Studenten zijn niet tevreden over de tijd die zij naast contacttijd op de opleiding overhouden voor de studie. Hetzelfde beeld kwam naar voren in het gesprek met het auditteam. Studenten hebben in het gesprek het auditteam geen klachten over struikelvakken geuit.
Overwegingen Het auditteam stelt op basis van gesprekken en materiaalbestudering vast dat de studielast bij de opleiding past bij de voorgeschreven studiepunten. Het auditteam heeft uit gesprekken met studenten vernomen dat de opleiding te doen is, mits de studenten de tijd goed inplannen en over de juiste motivatie beschikken. Daarnaast hebben verschillende studenten te maken met een specifieke thuissituatie, waardoor zij naast de opleiding bijvoorbeeld werken en zorgen voor kinderen of ouders. Deze voor de opleiding externe factoren dragen bij aan het feit dat de opleiding voor veel studenten zwaar is. De motivatie moet groot zijn wil een student de opleiding kunnen afronden. Studenten zijn niet tevreden over de tijd die zij naast contacttijd op de opleiding overhouden voor de studie. De opleiding zet studieloopbaanbegeleiding in om studenten te leren de tijd in te plannen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende. Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen • De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen. Studenten met een havo, vwo of SBO-4 diploma zijn rechtstreeks toelaatbaar. Studenten die ouder zijn dan 23 jaar en niet aan bovenstaande vereisten voldoen, moeten een mondeling assessment met goed gevolg afleggen om te worden toegelaten.
26/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
•
• • •
•
•
•
•
Daarnaast geldt dat iedere student een verklaring van goed zedelijk gedrag, een gezondheidsverklaring van een andere dan de eigen huisarts en een verklaring van geen beletsel na logopedische screening door een erkend logopedist moet overleggen. Voor leraren die al werken in het beroep en de opleiding willen volgen, is een vrijstellingenbeleid ontwikkeld. Wanneer de vrijstellingen worden toegekend, leidt dat altijd tot verkorting van de leerroute. Het vrijstellingenbeleid is vermeld in de Studiegids collegejaar 2010-2011, tweedegraadslerarenopleidingen Papiamentu, Engels, Nederlands, Spaans. Daarnaast kunnen bij de AF vrijstellingen worden aangevraagd op basis van eerder verworven competenties (EVC). Deze procedure wordt door erkende assessoren afgenomen. De vrijstellingen worden vervolgens bij de examencommissie aangevraagd. De instroom in de lerarenopleidingen binnen AF bestaat de afgelopen vijf jaar gemiddeld uit: 36% havisten, 5,5% vwo’ers, 38% sbo’ers en 20,5% overig. Het aantal instromende studenten sinds de start van de opleiding is in 2007-2008 22, 2008-2009 20, 2009-2010 18 en 2010-2011 12. In de voorlichting aan studenten wordt uitdrukkelijk stilgestaan bij het vereiste instroomniveau, als ook bij de vereiste houding en discipline voor een lerarenopleiding en het beroep van leraar. Er bestaat op Curaçao een complexe taalsituatie; er moet voortdurend gelaveerd worden tussen het Papiamentu, als moedertaal van het grootste gedeelte van de bevolking, en het Nederlands, dat belangrijk is voor verdere studiemogelijkheden en voor het latere beroepsleven. Dit maakt dat het instroomniveau op taalgebied bij studenten verschillend is. In de propedeusefase wordt bijna vijftig procent van de contacturen besteed aan onderwijseenheden gericht op taal. Daarmee wordt beoogd eventuele deficiënties in de taalbeheersing zoveel mogelijk op te heffen en het taalniveau van de studenten gelijk te trekken. Om meer inzicht te krijgen in het startniveau van de studenten wordt aan het begin van elk academisch jaar tijdens de introductieweek een diagnostische toets afgenomen bij de eerstejaarsstudenten. Dit maakt het mogelijk studenten meteen een aanvullend pakket op maat aan te bieden in de vorm van extra steunlessen. Het auditteam heeft de diagnostische toetsen bestudeerd en stelt vast dat de toetsen relevant zijn om het beginniveau van de student vast te stellen. Het auditteam heeft geen helder vervolg op de diagnostische toets aangetroffen. Zo ontbreekt een overzicht van wat de consequenties zijn van een bepaalde uitslag van de diagnostische toets. Voorafgaand aan het studiejaar wordt een 0-week georganiseerd, waarin verplichte introductieactiviteiten worden uitgevoerd. Voor studiejaar één zijn dat dagelijkse activiteiten die te maken hebben met diagnostische taaltoetsen en met inleidingen in de specifieke opleiding en het competentiegericht leren. De opleiding merkt op dat het niveau waarmee sommige studenten binnenkomen niet altijd voldoende is om uit te kunnen gaan van een consistent instroomniveau. De opleidingen binnen AF bezinnen zich op het inzetten van instrumenten om deficiënties weg te nemen bij studenten. Zo denken de opleidingen aan: summer courses, deficiëntieprogramma’s en verlenging van de opleiding met een oriënterend jaar. Daarnaast organiseren de opleidingen bijeenkomsten met directies van toeleverende scholen om de aansluiting te verbeteren (zie ook facet 6.2).
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
27/70
•
De aansluiting met de vooropleiding wordt door de studenten goed beoordeeld (STO 2010). Dit geldt ook voor de aansluiting van werkvormen.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de wettelijke instroomeisen hanteert. Daarbij plaatst het auditteam de opmerking dat het niveau waarmee sommige studenten binnenkomen (ook volgens de opleiding) niet altijd voldoende is om uit te kunnen gaan van een consistent instroomniveau. De opleidingen binnen AF oriënteren zich op mogelijke instrumenten om het instroomniveau op peil te brengen. De diagnostische toets is daar een voorbeeld van. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen werken aan het verbeteren van de aansluiting tussen de vooropleiding en de hbo- bacheloropleiding. Het auditteam is positief over de instrumenten die de opleiding daar thans voor hanteert en wil gaan hanteren. De follow-up van de diagnostische toets behoeft nog aandacht. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten/european credit points. Bevindingen • In het curriculumoverzicht is te zien dat het opleidingsprogramma 240 EC omvat en dat de EC gelijkmatig over de studiejaren zijn verdeeld. Overwegingen Het auditteam constateert dat de 2e graads lerarenopleiding Spaans voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum van 240 studiepunten. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel voldaan. Samenvattend oordeel Programma Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Programma’ positief.
2.3
Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.
28/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bevindingen • Binnen de AF worden vaste docenten (taaldeskundigen en onderwijskundigen) en gastdocenten (lokale en internationale docenten welke werkzaam zijn in de beroepspraktijk) ingezet. De vaste docenten vormen de kern van de AF. Zij sturen door hun coördinerende activiteiten de gastdocenten aan. De wijze van begeleiding van en voorwaarden voor gastdocenten zijn vastgelegd in de Beleidsnotitie inzet gastdocenten, UNA 2006. • Gastdocenten verzorgen onderwijs, begeleiden studenten en ontwikkelen onderwijseenheden. Door de inzet van deze docenten wordt gegarandeerd dat er veelvuldig verbindingen tussen theorie en praktijk worden gelegd. • Docenten blijven op de hoogte van de (actuele) beroepspraktijk via begeleiding van studenten bij stage en afstuderen, bezoeken aan de stagescholen, overleg met de beroepenveldcommissie en overleg met schoolbesturen. Daarnaast nemen docenten deel aan congressen en studiedagen, zoals het Velon-congres. Onderwijskundigen combineren dit met bezoeken aan en gesprekken met partners als de Hogeschool van Amsterdam. • Uit de bestudering van de cv’s van de vaste docenten maakt het auditteam op dat de docenten relevante werkervaring hebben opgedaan in het beroepenveld alvorens zij bij de UNA als docent zijn aangesteld. • Docenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij door de contacten met de gastdocenten en hun rol als stage- en afstudeerbegeleider tevens op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen in het werkveld. Ook studenten dragen daar een steentje aan bij door cases uit hun stagepraktijk in de lessen in te brengen. • Studenten beoordelen de actuele vakkennis van docenten en gastdocenten positief in het STO 2010. Studenten bevestigen dit beeld in het gesprek met het auditteam. Docenten zetten hun eigen ervaringen (vaak diezelfde dag in hun werk opgedaan) als casus in de lessen in. Overwegingen Het auditteam stelt op basis van het bestuderen van de cv’s en de gesprekken vast dat de docenten van de opleiding de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk weten te leggen. Docenten zijn op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het beroepenveld, zo blijkt uit de gesprekken met het auditteam. Studenten zijn positief over de actuele cases die de docenten inbrengen in de lessen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de opleiding te kunnen continueren.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
29/70
Bevindingen • In het studiejaar 2010-2011 bestaat de staf van de 2e graads lerarenopleidingen talen uit zeven vaste docenten, van wie er twee in deeltijd werkzaam zijn (6,8 fte). Daarnaast wordt 10 fte ingevuld door gastdocenten. De vaste docenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en verdere ontwikkeling van het curriculum. Het team van vaste docenten wordt per onderwijsperiode aangevuld met gastdocenten. • In de taallijn worden de docenten over het algemeen taalspecifiek ingezet, terwijl in de beroepsvormende lijn de docenten opleidingsoverstijgend worden ingezet. Dit maakt het berekenen van de docent-studentratio per opleiding niet mogelijk. Gemiddeld over alle 2e graads lerarenopleidingen is de docent-studentratio 1:11. • Vaste stafdocenten besteden gemiddeld veertig procent van hun tijd aan onderwijs. Gastdocenten worden uitsluitend ingezet op onderwijs. • Het ziekteverzuim wordt op faculteitsniveau geregistreerd. In het kalenderjaar 2009 was het ziekteverzuim drie procent. • Op basis van de bestudeerde documenten, zoals het zelfevaluatierapport, constateert het auditteam dat de werkdruk onder vaste medewerkers hoog is. De oorzaak hiervan ligt in de vele ontwikkelingen die de laatste jaren binnen de faculteit hebben plaatsgevonden en nog gaande zijn. • Het auditteam vindt de verhouding tussen vaste docenten en gastdocenten opvallend, maar wel passend bij de situatie waarin de UNA zich bevindt. Uit ervaring in de afgelopen jaren blijkt deze aanpak te werken voor de opleiding. De gastdocenten hebben een kleine aanstelling, maar zijn vaak lang trouw aan de opleidingen. De gastdocenten ontvangen steeds een tijdelijk contract bij aanstelling. • Uit het gesprek met studenten blijkt dat de docenten goed bereikbaar zijn. Zowel vaste docenten als gastdocenten hebben voldoende tijd voor het beantwoorden van vragen van de studenten. • Uit het STO 2010 blijkt dat studenten positief zijn over het contact dat zij met de docenten hebben, zowel tijdens als na de les. Overwegingen De opleiding is in 2007-2008 gestart. Uit ervaringen in de eerste jaren van de opleiding blijkt dat de UNA voldoende personeel heeft ingezet om de opleiding te kunnen starten en te continueren. De opleidingen beschikken over een gunstige docent-studentratio en een laag ziekteverzuim. De vaste docenten hebben een hoge taakbelasting, mede door de vele ontwikkelingen die de laatste jaren plaatsvonden en nog gaande zijn. Studenten zijn positief over de bereikbaarheid van docenten en gastdocenten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
30/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bevindingen • Op basis van de bestudeerde cv’s constateert het auditteam dat de vaste staf van de 2e graads lerarenopleiding Spaans wordt gevormd door academisch gekwalificeerde medewerkers in het domein van de talen of de onderwijskunde. De gastdocenten zijn ten minste opgeleid op hbo-bachelor niveau. • Het auditteam stelt op basis van de cv’s vast dat alle vakken afgedekt worden met de huidige personele bezetting. Door de kleinschaligheid van de opleidingen is het team wel kwetsbaar wanneer vervanging nodig is. • Docenten blijven op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied door het lezen van vakliteratuur, deelname aan discussiefora op internet en door bezoeken aan congressen. Het auditteam stelt vast dat docenten goed op de hoogte zijn van ontwikkelingen binnen de eilandcontext. De ontwikkelingen op het vakgebied binnen bijvoorbeeld Europa (ERK en Europees taalportfolio) behoeven nog aandacht van de docenten, zo blijkt uit het gesprek met docenten. • Het auditteam heeft op het gebied van personeelsbeleid geen overkoepelende missie of visie in een beleidsplan aangetroffen. Het auditteam heeft wel geconstateerd dat de opleiding verschillende onderdelen op het gebied van personeelsmanagement uitvoert. Zo is er een gesprekscyclus met medewerkers, zijn er functiebeschrijvingen, vindt professionalisering plaats en is er een onderzoeksplan. • De Algemene Faculteit beschikt over een onderzoeksplan (Onderzoeksprogramma Algemene Faculteit, februari 2008). De inzet van hoogleraren (op het gebied van literatuurwetenschap en literatuurgeschiedenis en op het gebied van taalkunde, in het bijzonder Papiamentu) zorgt ervoor dat de onderzoekscomponent en de onderzoeksresultaten geïntegreerd kunnen worden in het aangeboden onderwijs. • Jaarlijks wordt een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek gevoerd met vaste medewerkers. Dit gebeurt aan de hand van de Handleiding & Regeling: Beoordelings- en Ontwikkelsysteem (December 2002, herzien 2010). Tijdens het functioneringsgesprek wordt in het format studieregeling vastgelegd aan welke scholing de docent gaat deelnemen. Het professionaliseringsbeleid wordt de komende jaren verder uitgewerkt en geformaliseerd. • Professionalisering van de vaste staf bestaat de laatste jaren uit trainingen op het gebied van het afnemen van een assessment, studieloopbaanbegeleiding en competentiegericht leren. Zo beschikt de AF over een aantal gecertificeerde assessoren en een aantal trainers voor het opleiden van assessoren. Docenten kunnen gebruik maken van de studieregeling van de UNA. De regeling faciliteert in het volgen van opleidingen en cursussen binnen en buiten de universiteit. • De borging van de kwaliteit van de gastdocenten gebeurt in eerste instantie bij de selectie van deze docenten op basis van hun vakinhoudelijke expertise en didactische kwaliteiten en tijdens de overlegstructuren binnen de leerlijnen. Wanneer een gastdocent minder goed scoort in de evaluaties, worden in een gesprek met de decaan verbeteracties geformuleerd. Uit het gesprek met studenten blijkt dat als een gastdocent niet naar behoren functioneert, hij of zij in het vervolg niet meer ingezet wordt.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
31/70
•
•
•
Het auditteam vindt het positief dat, door de inzet van veel verschillende gastdocenten, studenten de leerstof vanuit verschillende invalshoeken leren kennen en aangeboden krijgen. Het opleidingsmanagement geeft daarbij aan dat het aansturen van de verschillende gastdocenten veel tijd vraagt van de coördinatoren. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten. Studenten oordelen positief over zowel de vakinhoudelijke als de didactische kwaliteiten van de docenten. Studenten geven in het STO 2010 aan dat zijn tevreden zijn over de didactische bekwaamheid van zowel vaste docenten als gastdocenten.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding gekwalificeerde docenten inzet die goed op de hoogte zijn van ontwikkelingen in het vakgebied binnen de eilandcontext. Daarnaast blijkt uit gesprekken en materiaalbestudering dat de opleiding verschillende acties uitvoert die met personeelsmanagement (en het borgen van kwaliteit van docenten) te maken heeft. Het auditteam vraagt aandacht voor een overkoepelend personeelsbeleid waarin de missie of visie van de opleiding ten opzichte van personeelsmanagement is uitgewerkt. Daarnaast vraagt het auditteam aandacht voor de uitwerking van een professionaliseringsbeleid voor docenten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Personeel Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Inzet van personeel’ positief.
2.4
Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen • Ondersteunende diensten ontwikkelen het voorzieningenbeleid op UNA-niveau. Dit is vastgelegd in het Beleidsplan Facilitaire Dienst 2006-2010. De opleiding kan daarop invloed uitoefenen door hun wensen aan te geven. De UNA beschikt over verschillende algemene voorzieningen voor studenten. - Het Computer Centrum ondersteunt studenten met technische faciliteiten, zoals draadloos internet, registratie, printen en scannen. In de computerlokalen kunnen studenten op computers werken aan projecten, verslagen en eindscripties. Daarnaast kunnen studenten hun eigen laptop aansluiten. - De afdeling Studentenadministratie en Informatievoorziening verzorgt de inschrijving, herinschrijving, uitschrijving, schoolverklaringen en de cijferadministratie. Cijfers worden gepubliceerd op ProgRESS WWW. 32/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
-
•
•
•
•
•
UNA heeft een Career Center dat studenten de mogelijkheid biedt om binnen of buiten de UNA stage te lopen, het verzorgt sollicitatietrainingen voor studenten en beheert een database met bedrijven die op zoek zijn naar studenten die een parttime baan, stageplek of afstudeerplek nodig hebben. Voor (pas) afgestudeerden heeft het Center vacatures van bedrijven. - Studenten (bijvoorbeeld van andere eilanden) kunnen gebruik maken van de studentenhuisvesting op het UNA-terrein en daarnaast zijn er maaltijdvoorzieningen. Verder heeft UNA diverse sportfaciliteiten en een eigen sportvereniging S.V.U.N.A. In het Library and Research Services Beleidsplan 2009-2010 zijn de doelstellingen voor de bibliotheek beschreven. Jaarlijks is er een afdelings-/coördinatorenoverleg en overleg met docenten en gastdocenten voor afstemming over de benodigde literatuur en het studiemateriaal. Het auditteam heeft een bezoek gebracht aan de bibliotheek en is aldaar rondgeleid. Het auditteam stelt vast dat de studenten via de bibliotheek over voldoende actuele boeken, vakliteratuur, elektronische media en studiemateriaal beschikken. Studenten kunnen daarnaast het op de stagescholen gebruikte lesmateriaal lenen bij de Fundashon pa material pa skol. De bibliotheek heeft bijvoorbeeld abonnementen op tijdschriften als: OVO, Didactief, van 12 tot 18, Harvard Journal, English Teaching Forum, Levende Talen Magazine en Levende Talen Tijdschrift. Databases kunnen ter plekke worden geraadpleegd in de studiezaal en op de studiewerkplekken. De bibliothecaris verzorgt in overleg met de opleidingen cursussen voor studenten in het vinden en verwerken van informatie. Het auditteam is positief over de leerlijn die ontwikkeld is door de bibliotheek. De leerlijn loopt door het gehele curriculum van de opleidingen heen en brengt studenten kennis over het vinden en toepassen van informatiebronnen bij. De lesruimtes variëren in omvang en inrichting en zijn geschikt voor groepen van twee tot tweehonderd personen. Studenten maken veel gebruik van de studentwerkplekken in de gebouwen en in de open lucht (in de schaduw van bomen). Vaste medewerkers beschikken over een eigen werkruimte. Iedere medewerker heeft een eigen computer of een laptop met internetverbinding. Het computercentrum zorgt voor ondersteuning op het gebied van ICT en moderne media. De UNA beschikt over vijf computerlokalen (105 computers) en een draadloos netwerk. Het aantal vaste computers is voldoende, omdat ruim 90 procent van de studenten beschikt over een eigen laptop. Op de UNA zijn in ruime mate studieplekken voor studenten aanwezig met aansluitingen voor laptops. BlackBoard is de elektronische leeromgeving van de UNA. Via BlackBoard krijgen studenten informatie over roosters, afwijkingen van roosters, mededeling, documenten behorende bij bepaalde onderwijseenheden en de resultaten van toetsen. ProgRESS is het studentenvoortgangsregistratiesysteem. Het auditteam is rondgeleid over de campus en heeft de lokalen van AF bekeken. De lokalen zijn prima geoutilleerd voor het verzorgen van onderwijs. Het is het auditteam wel opgevallen dat in geen van de lokalen een digitaal schoolbord aanwezig is. In het gesprek met vertegenwoordigers van het werkveld en alumni blijkt dat zij het leren gebruiken van een dergelijk bord als een verbeterpunt van de opleiding zien en zullen bespreken in het volgende wederzijdse overleg. In het lokale werkveld beschikken scholen regelmatig over digitale schoolborden. e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
33/70
•
Studenten geven in het STO 2010 aan tevreden te zijn over de voorzieningen van de opleidingen.
Overwegingen De opleiding beschikt over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen. Het auditteam is positief over de algemene UNA-voorzieningen, voorzieningen in de bibliotheek en de Blackboardvoorzieningen. Het auditteam is van oordeel dat de invoering en het gebruik van digitale schoolborden bij kan dragen aan het wegnemen van door het werkveld en de alumni aangegeven verbeterpunten in dezen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten, die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen • De faculteit heeft een SLB-coördinator die belast is met het aansturen van de SLB’ers en de inhoud van SLB. Afstemming tussen de SLB’ers vindt plaats tijdens de periodieke overleggen. De SLB’er houdt bijeenkomsten met studenten in de grote groep, evenals subgroepen en ook individueel. • Alle studenten worden tijdens hun studie begeleid door speciaal voor dit doel opgeleide gastdocenten. Centraal in de studieloopbaanbegeleiding (SLB) staat de competentieontwikkeling van de student die in een ontwikkelingsportfolio door de student wordt bijgehouden. • Naast de studieloopbaanbegeleiding kent de faculteit stage- en afstudeerbegeleiding. Bij stage en afstuderen worden de studenten begeleid conform de richtlijnen opgenomen in de stagegidsen en het afstudeerbeleid. De stagebegeleiding is in handen van de instituutsbegeleiders. De werkplekbegeleider draagt zorg voor de begeleiding van de student op de stageplek. Voor het afstuderen wordt door de decaan een begeleider uit de vaste staf aangewezen. • De opleiding zet voor de informatievoorziening verschillende media in. Bij de start van het collegejaar zijn er voorlichtingsbijeenkomsten. De meeste informatie wordt verspreid via de website van de UNA (Studiegids) en Blackboard. Op Blackboard zijn beleids- en onderwijskundige documenten geplaatst evenals roosters, toetsinformatie, cijfers en mededelingen. Verder worden vacatures en stageplaatsen van binnen en buiten de UNA op Blackboard vermeld. • Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de studiebegeleiding. Studenten kunnen altijd bij een docent of begeleider terecht. Studenten zijn positief over de persoonlijke aandacht in de studieloopbaanbegeleiding die gericht is op hun specifieke situatie.
34/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
•
Studenten zijn in het STO 2010 positief over de informatievoorziening. Ten opzichte van het STO 2008 is de score flink verbeterd. De opleidingen hebben destijds verbeteracties ingezet zoals het stimuleren van het gebruik van BlackBoard en sneller bekend maken van resultaten.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten op orde is. De opleiding kent goed functionerende vormen van zowel begeleiding als informatievoorziening. Studenten zijn tevreden over de begeleiding en de SLB. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Voorzieningen Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Voorzieningen’ positief.
2.5
Interne kwaliteitszorg
Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen • De AF heeft haar interne kwaliteitsbeleid in de nota Systeem Interne Kwaliteitszorg, 2009 beschreven. In de nota zet de AF uiteen hoe zij de opleidingen periodiek evalueert. De AF sluit hiermee aan op de kwaliteitsaanpak van de UNA. De UNA heeft het kwaliteitsbeleid vastgelegd in de nota Het kan altijd beter (Beleidskader kwaliteitszorg UNA 2006-2010). Het kwaliteitsbeleid sluit aan bij de strategische doelen van de UNA zoals opgenomen in het strategisch plan. • De opleiding hanteert de volgende streefcijfers bij een vierpuntsschaal: scores tussen 2,5 en 3,0 zijn matig, scores onder de 2,5 zijn reden voor bespreking en verbetering. • Het auditteam stelt vast dat de opleiding verschillende evaluatie-instrumenten inzet: studententevredenheidsonderzoek, exitgesprekken, stage-evaluatie en functioneringsen beoordelingsgesprekken. In het zelfevaluatierapport is de frequentie van elke evaluatie overzichtelijk uitgewerkt. • In aanvulling op de evaluaties zijn er overleggen in het leven geroepen: overleg in de pijler vakmanschap, overleg in de pijler meesterschap, gastdocentenoverleg, overleg met de BVC, overleg met schoolbesturen, SLB-overleg en WER-overleg. Met ingang van januari 2010 worden schriftelijke evaluaties verder aangevuld met mondelinge evaluaties van studentenpanels. Inmiddels hebben twee studentenpaneloverleggen plaatsgevonden (januari 2010 en november 2010).
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
35/70
Alle overleggen worden gevoerd volgens de principes van de PDCA-cyclus: de thema’s worden besproken, afspraken worden genotuleerd, uitgevoerd en teruggekoppeld naar het wekelijks overleg van de staf. Tijdens het stafoverleg wordt gekeken naar de stand van zaken. Afhankelijk daarvan volgt een herhaling van stappen, dan wel accordering van de besluiten, die volgens afspraak worden geïmplementeerd. Deze implementatie wordt op termijn weer besproken in de staf en in het betreffende overleg en bijgesteld wanneer dat nodig blijkt. • De decaan van de AF is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering van het kwaliteitsbeleid. • Het auditteam heeft notulen van de teamoverleggen bestudeerd en stelt vast dat de notulen sinds begin 2010 voorzien zijn van een actielijst. In de actielijst is opgenomen wie wanneer welke actie uitgevoerd moet hebben. Het auditteam is positief over de heldere weergave van verbeteracties. Het auditteam heeft een minder helder beeld van de verbeteracties die uitgevoerd worden op basis van uitkomsten van evaluaties. • Voorbeelden van verbeteracties die in de loop der jaren zijn uitgevoerd: o BlackBoard wordt structureler en intensiever gebruikt in de communicatie met studenten; o De studentenpanels zijn sinds 2010 twee keer bij elkaar geweest; o De modulebeschrijvingen zijn gestandaardiseerd. • Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de verbeteringen die de opleiding doorvoert. Studenten geven aan dat verbeteringen snel tot stand komen. Het auditteam stelt vast dat verbeteringen soms zo snel uitgevoerd worden dat het moeilijk traceerbaar is waar en door wie het besluit genomen is. • Uit het STO 2010 blijkt dat studenten matig tevreden zijn over de wijze waarop zij geïnformeerd worden over de uitkomsten van evaluaties. De score is ten opzichte van het STO 2008 wel verbeterd. De opleiding geeft aan dat de inzet van studentenpanels moet leiden tot verbetering van de informatievoorziening naar studenten. Overwegingen De opleiding sluit aan bij het systeem voor interne kwaliteitszorg van de faculteit, dat is geënt op de uitgangspunten van de instelling. Het auditteam stelt vast dat de opleiding door middel van diverse evaluatie-instrumenten toetst in hoeverre betrokkenen tevreden zijn over de gedefinieerde kwaliteitsaspecten van de opleiding. Daarnaast stelt het auditteam vast dat de opleidingen, veelal op korte termijn, verbeteringen doorvoeren naar aanleiding van klachten van studenten en evaluaties. •
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
36/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bevindingen • De rol van de medewerkers, gastdocenten, studenten, alumni en de diverse in- en externe overlegorganen wordt in het Systeem Interne Kwaliteitszorg, 2009 aangegeven. • De vaste medewerkers zijn betrokken bij de verbetering van de kwaliteit van de opleidingen via het wekelijks teamoverleg. Ook worden medewerkers door middel van module-evaluaties betrokken bij het kwaliteitsbeleid. Gastdocenten zijn vooral bij kwaliteitsverbetering van de onderwijseenheden betrokken. De gastdocenten worden twee maal per studiejaar voor een docentenbijeenkomst bijeengeroepen. Daarnaast hebben de gastdocenten overleg met de coördinator van hun domein. Er heeft nog geen medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek wordt UNA-breed afgenomen, in 2011 voor de eerste maal. Onder de gastdocenten wordt wel jaarlijks een tevredenheidsmeting gehouden. Het auditteam vindt het positief dat gastdocenten bevraagd worden over hun tevredenheid over de werkzaamheden. • Studenten hebben inspraak via de Studentenraad van de UNA en via de Faculteitsraad. Daarnaast vullen studenten verschillende evaluaties in en nemen ze deel aan studentenpanels. Studenten hebben ook op informele wijze hun inbreng in de kwaliteit van de opleidingen door de laagdrempelige contacten met docenten. • De opleiding kent nog geen afgestudeerden. In de andere opleidingen van de AF is op informeel vlak contact met alumni. In 2009 is de eerste alumnibijeenkomst gehouden. AF wil deze bijeenkomst jaarlijks voor alle opleidingen organiseren. Het auditteam vraagt aandacht voor een alumnibeleid waarin is opgenomen op welke wijze de opleidingen alumni gaan betrekken bij de kwaliteitszorg van de opleiding. • Het werkveld is betrokken bij de opleidingen door de beroepenveldcommissie, door bezoeken van stage- en afstudeerbegeleiders en via gastdocenten. Verder heeft de faculteit regelmatig overleg met de schoolbesturen en leggen de instituutsbegeleiders bezoek aan de stagescholen af. Door de kleinschaligheid van de AF en de eilandgemeenschap vinden naast de formele contacten met het werkveld ook veel informele contacten plaats. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat medewerkers, studenten en vertegenwoordigers van het werkveld betrokken worden bij de kwaliteitszorg van de opleidingen. Op informeel vlak gaat de opleiding alumni betrekken bij de opleiding, zoals de andere opleidingen binnen AF dat ook doen. Het auditteam heeft daarbij een aantal kanttekeningen. Zo is het medewerkerstevredenheidsonderzoek nog niet uitgevoerd en is er geen geformaliseerd alumnibeleid. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ positief.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
37/70
2.6
Condities voor continuïteit
Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen Bevindingen • De UNA stelt zich in het Zelfevaluatierapport garant voor de uitvoering van de opleiding en garandeert dat instromende studenten het programma volledig kunnen doorlopen. Overwegingen Op basis van bovenstaande stelt het auditteam vast dat er voldoende garantie is voor studenten om de opleiding geheel te kunnen doorlopen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen • De opleiding geeft in het Zelfevaluatierapport inzicht in de voorziene investeringen. In de begrotingen van 2009 en 2010 is onderbouwd dat voor zowel de personele inzet als voor de materiële voorzieningen voldoende middelen waren gereserveerd. • De opleiding Spaans wordt verzorgd op de campus van de UNA. De huidige voorzieningen zijn toereikend. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding voldoende investeringen heeft gedaan en doet om de opleiding tot stand te brengen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende.
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen.
38/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bevindingen • De overheidsbekostiging is jaarlijks, samen met de collegegelden en de overige inkomsten, voldoende om alle opleidingen te bekostigen. De UNA staat hier ook garant voor. In het Zelfevaluatierapport is een sluitende begroting opgenomen. • De financiële voorzieningen worden ondersteund door het financiële plan en de opgenomen reserveringen voor ontwikkeling en uitvoering van de opleiding binnen de begroting van de faculteit. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding voldoende financiële reserves heeft ingecalculeerd om mogelijke aanloopverliezen te kunnen financieren. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Condities voor continuïteit Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Condities voor continuïteit’ positief.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
39/70
40/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
3
Bijlagen
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
41/70
42/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Lid auditteam: Mevrouw dr. P.M. Kester Papiamentu
Lid auditteam: De heer J.C.M. Wegman Nederlands
Lid auditteam: Mevrouw drs. M.J. Bodde-Alderlieste Engels
Lid auditteam: De heer drs. J.M. Espinola Vazquez Spaans
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
X
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatie- of auditdeskundigheid
Lid auditteam NQA: Mevrouw ing. I.J.M. de Jong
Lid auditteam: De heer drs. W.R. van den Berg Onderwijskunde
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Lid auditteam NQA: De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts
Deskundigheden leden van het auditteam Algemene Faculteit - UNA
Studentlid auditteam: mevrouw O. Ras-Florencio
Bijlage 1:
X
X
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het auditteam:
De heer drs. W.R. van den Berg De heer Van den Berg is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn onderwijsdeskundigheid, zijn domeindeskundigheid en zijn auditdeskundigheid. De heer Van den Berg beschikt over onderwijsdeskundigheid door zijn jarenlange ervaring als docent, conrector en rector, daarnaast heeft hij een brede onderwijsbestuurlijke ervaring in het doorlichten van organisaties, het activeren van directies en onderwijspersoneel en het wegnemen van blokkades in organisaties, alsmede met verantwoordelijkheid voor onderwijsontwikkeling en advies op het gebied van revitalisering van scholen in binnensteden. De heer Van den Berg heeft ervaring met audits, bijvoorbeeld door deelname als deskundige aan de visitaties van de lerarenopleidingen in 2009.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
43/70
Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1962 – 1968 1968 – 1975 1970 – 1978 1988 – 2006
HBS-A Bondstrainer tafeltennisbond Sociale Geografie, UVA Diverse management opleidingen, w.o. onderwijscontroler
Werkervaring: 1975 – 1977 Scholengemeenschap Broklede, Breukelen; docent Aardrijkskunde 1978 – 1980 Rijnlands Lyceum, Sassenheim; docent Aardrijkskunde en leerlingenbegeleider 1980 – 2000 OSG De Rietlanden, Lelystad; docent Aardrijkskunde, geschiedenis, economie. Coördinator bovenbouw H/A, conrector met vrijwel alle portefeuilles, waarneming rector, extern overleg, o.m. verantwoordelijk voor 2e fase, personeel, facilitering, gebouw, financiën. 2000 – 2009 Rector Gemeentelijk Gymnasium Hilversum, bestuurstaken, interim karakter in eerste jaren, organisatie omgevormd, verzelfstandiging, grote bouwprojecten, school van noodlijdend naar excellente school begeleid. 2009 – 2010 Adviseur bestuur Gemeentelijk Gymnasium Hilversum, Divisiedirecteur a.i. HavoAtheneum LMC Rotterdam ( 6 scholen Havo/Atheneum/Gymnasium), lid stuurgroep ontwikkeling Feijenoord Stadion Rotterdam. Naar verwachting ook in 2011.
Mevrouw dr. P.M. Kester Mevrouw Kester is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van Spaanse, Italiaanse en Papiamentu taalwetenschappen. Bovendien heeft mevrouw Kester onderwijservaring. Zij heeft meerdere publicaties op haar naam staan. De laatste jaren heeft mevrouw Kester zich gespecialiseerd in Paiamentu. Zij heeft bijvoorbeeld recent een aantal lezingen verzorgd. Voor deze visitatie heeft mevrouw Kester onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1974 – 1980 1980 – 1981 1981 – 1987
1985 – 1989
44/70
Ongedeeld V.W.O. Rythoviuscollege, Eersel Curso de Orientación Universitaria (Spaans equivalent 6VWO) Instituto Nacional de Bachillerato ‘Hermanos Amorós’ - Villena (Alicante), Spanje Spaanse Taal- en Letterkunde Universiteit Utrecht 1984: Kandidaatsexamen 1987: Doctoraalexamen (cum laude) Bijvakken: Italiaans, Public Relations Eerstegraads onderwijsbevoegdheid voor Spaans Algemene Taalwetenschap Universiteit Utrecht 1989: Doctoraalexamen Bijvakken: Italiaans, Public Relations
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Werkervaring: 1986 – 1989 Docent Spaans - Nederlands Instituut voor Onderwijs en Wetenschappen Den Haag/Driebergen 1988 – 1991 Toegevoegd Onderzoeker (Eurotra-project) Onderzoeksinstituut voor Taal en Spraak Universiteit Utrecht 1991 – 1995 Assistent in Opleiding Onderzoeksinstituut voor Taal en Spraak Universiteit Utrecht 1996 – 1997 Docent Spaanse Taalkunde Vakgroep Romaanse Talen en Culturen Universiteit Utrecht 1997 – 1998 Senior Onderzoeker (Trevi-project) Informatica Laboratorium Economisch Instituut Tilburg - Katholieke Universiteit Brabant 1998 – 2006 Universitair Docent Spaanse Taalkunde Leerstoelgroep Taalkunde van de Romaanse Talen Universiteit van Amsterdam 2006 – heden Universitair Hoofddocent Spaanse Taal Departement Moderne Talen - Opleiding Spaanse Taal en Cultuur Universiteit Utrecht Publicaties o.a.: • C. Schmitt & E.-P. Kester (2005) Bare nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese: an exoskeletal approach. In: E. Rubin (ed.) Selected Proceedings of the 34th Linguistic Symposium on Romance Languages. Amsterdam/Philadelphia: Benjamins. • E.-P. Kester & C. Schmitt (2007) Papiamentu and Brazilian Portuguese: a comparative study of bare nominals. Invited to submit to M. Baptista & J. Guéron (eds.) Noun Phrases in Creole languages: a multi-faceted approach. Amsterdam/Philadelphia: Benjamins. 107-143. Lezingen.: • E.-P. Kester & C. Schmitt (2003) Papiamentu and Brazilian Portuguese nominals. Fundashon pa Planifikashon di Idioma, Willemstad, Curaçao. • E.-P. Kester (2004) El papiamento: lengua criolla ibérica. Paper presented at the Instituto Cervantes, Utrecht (invited lecture). • C. Schmitt & E.-P. Kester (2004a) Bare nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese: an exo-skeletal approach. Paper presented at the 34th Linguistic Symposium on Romance Languages. Salt Lake City, Utah. • C. Schmitt & E.-P. Kester (2004b) Papiamentu and Brazilian Portuguese: bare nominal similarities and differences. Michigan State University Linguistics Colloquium. • C. Schmitt & E.-P. Kester (2004c) Underspecification for number: bare nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese: an exo-skeletal approach. Paper presented at Linguistic Perspectives on Numerical Expressions. Utrecht University. • C. Schmitt & E.-P. Kester (2004d) The syntax of number in Papiamentu and Brazilian Portuguese. Paper presented at the International Joint Conference for Creole Languages – section of the SPCL. Willemstad, Curaçao. • E.-P. Kester & C. Schmitt (2004) On bare nouns and definite noun phrases in Papiamentu and Brazilian Portuguese. Paper presented at the International Joint Conference for Creole Languages – section of the ACBLPE. Willemstad, Curaçao • E.-P. Kester (2005a) Nominale constituenten in het Papiamentu en Braziliaans Portugees. Fundashon pa Planifikashion di Idioma, Willemstad, Curaçao. • E.-P. Kester (2005b) Papiamentu en Braziliaans Portugees: grammaticale overeenkomsten en verschillen. Universiteit van de Nederlandse Antillen, Willemstad, Curaçao. • E.-P. Kester (2006a) The left periphery of DP: on classifiers and counters. Paper presented at Edges in Syntax, Cyprus College. (invited lecture). e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
45/70
• • • • •
E.-P. Kester (2006b) De associatieve constructie in het Papiamentu en andere talen. Universiteit van de Nederlandse Antillen, Willemstad, Curaçao. E.-P. Kester (2007) The syntax of pronouns in Papiamentu. Paper presented at the Annual Meeting of the Dutch Linguistic Society. Utrecht University. E.-P. Kester (2008) Het Papiamentu van de 19e eeuw: de Katekismoe van Kuiperi (1862). Fundashon pa Planifikashon di Idioma, Willemstad, Curaçao. C. Schmitt & E.-P. Kester (2008) Predicative nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese. LUSH-workshop. Leiden University. C. Schmitt & E.-P. Kester (2010) Syntactic and semantic properties of predicate nominals in Brazilian Portuguese and Papiamentu: the view from DM. Workshop on Weak Referentiality. NIAS, Wassenaar.
De heer J.C.M. Wegman De heer Wegman is ingezet als vakdeskundige Nederlands vanwege zijn onderwijsdeskundigheid en zijn domeindeskundigheid. De heer Wegman heeft een ruime ervaring als docent Nederlands, lerarenopleider en ontwikkelaar van lesmateriaal. Daarnaast heeft hij ervaring in het domein als redacteur en eindredacteur van een vakdidactisch tijdschrift. De heer Wegman heeft in 2009 deelgenomen aan de visitaties van de lerarenopleidingen. Voor deze visitatie is de heer Wegman individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1971 – 1974 1974 – 1977
Kandidaats Nederlandse Taal- en letterkunde, KU Nijmegen Doctoraal Algemene Taalwetenschap, KU Nijmegen
Werkervaring: 1977 – 1978 1979 – heden 1987 – 1989 1995 – 2000 2007 – 2008 2009 – 2010 1998 – heden 2008 – heden
PA Nijmegen, Docent Nederlands HAN-ILS Lerarenopleiding, Lerarenopleider Nederlands IOWO KU Nijmegen, Courseware-ontwikkelaar Dendron College Horst, Docent Nederlands Canisius College Nijmegen, Docent Nederlands Canisius College, docent Nederlands Coördinator Deeltijd Nederlands HAN Coördinator Master Nederlands HAN
Diversen: 1987 – 1992 1989 – 1995 1994 – 1996 Vanaf 1994 2002 – 2004
Bestuurslid (secretaris) van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands (VON) Adviesgroep (vanuit VON) wetenschappelijk onderzoek NWO. Eindredacteur Letteren (later opgenomen in Tsjip Letteren) Publicaties in MOER, Spiegel en Letteren. Redactie MOER (VON)
46/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Mevrouw drs. M.J. Bodde-Alderlieste Mevrouw Bodde is ingezet als lid van het auditteam vanwege haar domeindeskundigheid, haar auditdeskundigheid en haar onderwijsdeskundigheid. Mevrouw Bodde heeft ruim 25 jaar werkervaring als opleidingsdocente Engels aan een lerarenopleiding basisonderwijs. Bovendien is zij door haar werkervaring bij Stichting Beroepskwaliteit Leraren deskundig op het gebied van competenties en beroepsstandaarden en registratie voor talendocenten. Zij is als auditor EFQM betrokken geweest bij diverse audits en beschikt daardoor tevens over auditdeskundigheid. Deskundigheid op het gebied van talenonderwijs i.c. Engels en het Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen heeft zij vanuit haar voormalige functie als voorzitter van Levende Talen. Haar onderwijsdeskundigheid betreft vooral hoger beroepsonderwijs en nascholing hoger beroepsonderwijs. Als projectmedewerker registratie en coördinator voor het register van leraren p.o. bij SBL heeft mevrouw Bodde literatuur- en praktijkonderzoek gedaan naar de werking van standaarden en een register voor leraren in het Verenigd Koninkrijk in november 2008. Zij heeft diverse publicaties op haar naam staan. Mevrouw Bodde is in 2009 ingezet als domeindeskundige bij de visitaties van de lerarenopleidingen. Voor deze visitatie is zij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1964 – 1970 1970 – 1976 1979 – 1980 Cursussen: 2003 2006
Gymnasium α Engelse taal- en letterkunde Engelse taal- en letterkunde; bijvakken: Spaans en toegepaste taalkunde
Kwaliteitszorg (Item, EFQM auditing) Teamcoaching (Q & Q en Focus op Kracht, coachen op competentieontwikkeling in het onderwijs)
Werkervaring 1980 – 1984 Rehoboth, Utrecht, docente Engels (HAVO-top) 1984 – heden pc hogeschool Marnix Academie; diverse taken, o.a. opleidingsdocente Engels, vakgroepcoördinator, auditor t.b.v. accreditatie*, medewerker commissie kwaliteitszorg*, studiecoach, lid DB examencommissie, lid commissie internationalisering*, coördinator UK, Marnix Onderwijs Centrum (MOC); nascholing Engels basisonderwijs, advies Engels 2000 – heden Zelfstandig ondernemer: Educatief Projectbureau Bodde – Alderlieste 2007 – heden VARA; lid Commissie van Kandidaatstelling 2008 – heden SBL; lid projectteam register van leraren SBL en coördinator register van leraren PO Diversen: Bestuurlijke ervaring 1988 – 2006 Vedocep (netwerk van docenten Engels aan de Pabo): (medeoprichter) secretaris 2006 – heden adviseur Vedocep 2002 – 2005 bestuurslid Levende Talen Sectiebestuur Engels 2005 – 2007 lid Valideringscommissie Europees Taalportfolio 2005 – 2008 lid en voorzitter diverse jury’s t.b.v. talenprijzen 2005 – 2008 Lid SLOA-overleg moderne vreemde talen 2005 – 07/’08 Levende Talen voorzitter 2006 – heden initiator BiT, lid projectteam en vanaf 2008 projectleider BiT (Beroepsstandaarden in het talenonderwijs t.b.v. het register van docenten) 2000 – heden Zelfstandig ondernemer: Educatief Projectbureau Bodde – Alderlieste
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
47/70
2007 – 2008 2007 – 2008
mede-initiator en lid Stuurgroep Masterplan ERK (Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen) SBL: lid Stuurgroep Registratie SBL
De heer drs.J.M. Espinola Vazquez De heer Espinola Vazquez is ingezet als vakdeskundige Spaans vanwege zijn domein- en zijn onderwijsdeskundigheid. Hij heeft ruim twaalf jaar ervaring als docent Spaans op verschillende niveaus. De heer Espinola Vazquez heeft deelgenomen aan de visitaties van de lerarenopleidingen in 2009. Voor deze visitatie is de heer Espinola Vazquez individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1983 – 1990 1990 – 1997 1991 – 1997 02/’97 – 12/’97
R.K.S.G. Marianum: V.W.O. Katholieke Universiteit Nijmegen: Franse Taal - en Letterkunde Katholieke Universiteit Nijmegen: Spaanse Taal - en Letterkunde Katholieke Universiteit Nijmegen: Postdoctorale Universitaire Lerarenopleiding Spaans
Werkervaring: 02/’97 – 08/’99 03/’99 – 07/’99 08/’98 – 07/’08 11/’02 – 08/’03 09/’02 – heden 03/’08 – heden 08/’09 – heden
Language Training Centre Nijmegen, docent Frans, Spaans, NT2 Lindenholt College Nijmegen, docent Spaans (havo, vwo) Stedelijk Gymnasium Nijmegen, docent Frans en Spaans (vwo) Katholieke Universiteit Nijmegen: vakgroep Bedrijfscommunicatie, docent Spaans Instituto Hola (zelfstandige onderneming): cursussen Spaans Radboud Universiteit Nijmegen: ILS, vakdidacticus Spaans Universiteit Utrecht: IVLOS, vakdidacticus Spaans
Mevrouw O. Ras-Florencio Mevrouw Ras-Florencio is ingezet als studentlid van het auditteam. Zij volgt momenteel de bacheloropleiding Papiamentu en werkt als klasse-assistente op een school met leerlingen met leerproblemen. Mevrouw Ras-Florencio is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is mevrouw Ras-Florencio aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1983 – 1986 1986 – 1989 1990 – 199. 1995 – 1996 2002 – 2003 2007 – heden
Mavo-diploma Havo-diploma Instituto Pedagogico Arubano, 6-12 jaar (geen diploma) Diploma Ortopedagogisch Medewerkster Diploma Enseñansa Profesional Intermedio Niveau 3 : Sector Welzijn (upgrading) Bachelor Papiamentu - Arubaans Pedagogisch Instituut - Aruba
Korte cursussen: Hoe met agressief gedrag om te gaan Project Ouder tot ouder Nieuwe kijk op zorg Gebarentaal 1
48/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Pedagogisch Kimaat... een antwoord op gedragproblemen Multiple Intelligence Schoolwerkplan Werkervaring: 1995 – 1997 administratief medewerkster 1997 – 2004 leidster gezinsvervangend tehuis lichamelijk en geestelijk gehandicapten 2004 – heden klasse-assistente
De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts De heer Horrevorts is ingezet als NQA-auditor. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange visitatieervaring en cursussen gevolgd bij INK en Lloyd’s Register. Door zijn ervaring heeft de heer Horrevorts tevens deskundigheid in de beoordeling van afstandsonderwijs. In 2000 volgde hij de postgraduate course ‘Institutional Management and Change in Higher Education’ aan het Centre for Higher Education Policy Studies (CHEPS), Universiteit Twente en Open University, Engeland. Opleiding: De heer Horrevorts studeerde Metaalkunde aan de HTS te Utrecht en Sociale Geografie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Werkervaring: Na de studie HTS werkzaam als ontwikkelingswerker / leraar in het technisch beroepsonderwijs op de Filippijnen. Van 1985 tot 1992 werkzaam als projectleider ‘ontwikkelingseducatie’ in een project van de stichting Tool, HBO-raad en Nuffic. Ontwikkelen van educatief materiaal in samenwerking met HTS-en. Thema: Techniek en samenleving / internationalisering / ontwikkelingssamenwerking. Van 1993 tot 2000 was de heer Horrevorts werkzaam bij de Nuffic als programmamedewerker hoger (beroeps)onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hij beheerde onderwijsprojecten aan universiteiten in de Filippijnen, India en Bangladesh. Van 2000 tot 2003 was hij werkzaam bij de HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg. Hij was secretaris van diverse visitatiecommissies: CMV, SJD, Technische Natuurkunde, Voortgezette opleiding Theater, Tuinbouw en Akkerbouw en de visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep. De heer Horrevorts is sinds januari 2004 auditor bij de Netherlands Quality Agency (de verzelfstandigde afdeling Kwaliteitszorg van de HBO-raad).
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Zij is sinds 2005 werkzaam als auditor en adviseur bij NQA. Zij is ervaren in het uitvoeren van visitatie- en adviestrajecten in het hoger onderwijs, bij zowel nieuwe als bestaande opleidingen en betrokken bij interne projecten van NQA. Daarnaast is zij betrokken bij de standaardisering van interne bedrijfsprocessen, de bijbehorende logistieke processen en digitalisering. Mevrouw De Jong adviseert daarnaast bij het opstellen en implementeren van een integraal kwaliteitszorgsysteem in het voortgezet onderwijs. Ook stelt zij mede de auditteams samen voor visitaties. Vanaf januari 2010 is accountmanagement ook onderdeel van haar takenpakket. Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw De Jong kennis van organisatorische, didactische en onderwijskundige processen. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs.
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
49/70
Opleiding 2000 – 2004
Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te Den Bosch.
Werkervaring 2000 – 2004 2003 – 2004
Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar. Afstudeerstages: Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche. Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor. Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de daarbij behorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven. 2004 – 2005 Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso. Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling. 2005 – heden Netherlands Quality Agency, auditor/adviseur.
50/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
51/70
52/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
53/70
54/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
55/70
56/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
57/70
58/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bijlage 3
Bezoekprogramma & gespreksdeelnemers
•
Maandag 22 nov. o 09.00 – 10.00 Kennismaking o 10.00 – 11.00 Rondleiding faciliteiten o 11.00 – 12.00 Voorbereiding panel op visitatie o 12.00 – 13.00 Lunch o 13.00 – 17.00 Voorbereiding panel op visitatie
•
Dinsdag 23 nov. o 09.00 – 12.00 Voorbereiding panel op visitatie o 12.00 – 13.00 Lunch o 13.00 – 16.00 Voorbereiding panel op visitatie o 16.00 – 17.00 Gesprek Opleidingsmanagement
•
Woensdag 24 nov. o 11.00 – 12.00 Gesprek Coördinatoren o 12.00 – 13.00 Gesprek Examencommissie o 13.00 – 15.00 Lunch, incl. paneloverleg o 15.00 – 16.00 Gesprek Werkveld o 16.00 – 17.00 Gesprek Alumni o 17.00 – 18.00 Gesprek Studenten, incl. leden Faculteitsraad o 18.00 – 19.00 Gesprek Docenten
•
Donderdag 25 nov. o 10.00 – 11.00 Paneloverleg o 11.00 – 13.00 Bestuderen toetsmateriaal/ scripties/portfolio’s o 13.00 – 15.00 Lunch, incl. Paneloverleg o 15.00 – 17.00 Toetsen/afstuderen studenten o 17.00 – 18.00 Toetsen/afstuderen docenten/begeleiders o 18.00 – 18.30 Paneloverleg o 18.30 – 19.00 Tweede gesprek Opleidingsmanagement, gevolgd door Terugrapportage
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
59/70
Gespreksdeelnemers: Instellingsbestuur UNA Naam Dr. M.(Miguel) Goede Drs. S.(Sharine) Isabella
Functie Rector Magnificus UNA Stafmedewerker kwaliteit
Vertegenwoordiger voorzieningen (rondleiding) Naam Functie Ir. L.(Leendert) Pengel Manager Facility Services Opleidingsmanagement AF Naam Dr. E.(Liesbeth) Echteld Drs. D.(Desiree) Manuel Drs. G.(Gert) Schaap
Functie Decaan Algemene Faculteit Wnd decaan Algemene Faculteit Kwaliteitscoördinator 2e graads opleidingen
e
Coördinatoren 2 graads lerarenopleidingen Naam Functie Mevr. L (Luisette) Sambo Coördinator Papiamentu Drs. W.(Wim) Kamps Coördinator Engels Drs. C.(Charonne) Pikeri Coördinator Spaans; SLB-coördinator Dhr. R.(Richard) Delfina Coördinator Nederlands Drs. D.(Desiree) Manuel Stagecoördinator Drs. G.(Gert) Schaap Opleidingscoördinator / coördinator beroepsvorming Examencommissie Naam Dr. E.(Liesbeth) Echteld Drs. D.(Desiree) Manuel Drs. W.(Wim) Kamps Drs. O.(Orsine) Resida Werkveldcommissie Naam Dhr. J.(Jeroen) Heuvel Drs. H.(Hans) Vlinkervleugel
Functie Technisch voorzitter examencommissie Lid examencommissie (master) e Secretaris examencommissie (2 graads) Lid examencommissie (lofo)
Sbo Sbo
Mevr. R.(Roselique) Felicia Mevr. A.(Anne) Wagemans Mevr. F.(Faridah) La Nooy
Functie Docent Pap / Ned, WB-er Docent Ned / gesch, WB-er Docent Ned Adj. directeur docent Eng / Spa Docent Spaans / WB-er Docent Ned Docent Spaans / WB-er
Alumni Naam Elvira Bonafacio Mariëla Boelbaai Sawsan Al Dana Nadilusca Sambo Rowéna Ricardo
Functie Docent Papiamentu Docent Papiamentu Docent Engels Docent Nederlands Docent Nederlands
Instelling Aurelio SBO/Ignatius College Alb Schweitzercollege, vsbo International School Curaçao St. Paulus, vsbo SGO Goslinga, vsbo
60/70
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Mevr.C.(Cynthia)Fernand-Rudge Mevr. M.(Margareth) Gregorio
Instelling Havo / Vwo Vsbo
Vsbo Sbo Vsbo
e
Studenten Naam Anshayra Chirino Edisona Albertus Merlien Labadie Jennifer Peterson Shadellys St Jago Lushany Bakmeyer Olav Geijs Roxanne Koeyers
Vooropleiding SBO onderw ass SBO onderw ass Hoofdakte Havo/mbo adm Havo Havo Havo SBO
Docenten Naam Mevr. L.(Luisette) Sambo Drs. T.(Troetje) Loewenthal Drs. G.(George) Jonkhout Drs. M.(Maxy) Bak Piard Dhr. S.(Sygmund) Montesant Mevr. M.(Maurina) Esprit Drs. H.(Henry) Con Drs. O.(Odette) van Brummen
Functie Docent Papiamentu Docent Spaans Docent Engels Docent Nederlands Docent algemene didactiek SLB en WER begeleider jr 4 Docent projecten Docent psychologie
Toetsen en afstuderen studenten Naam Vooropleiding Franjeska Daal Vwo Rendel Rosalia Havo Jeroen Römer Havo Christie George Havo Jolanda Manoe Havo Shadelle St Jago Havo Marly Victorina Havo Michelle Inacio SBO Toetsen en afstuderen docenten Naam Dr. R.(Ronald) Severing Mevr. L.(Luisette) Sambo Drs. M.(Maxy) Bak Piard Drs. C.(Charonne) Pikeri Drs. D.(Desiree) Manuel Drs. W.(Wim) Kamps Dhr. S.(Sygmund) Montesant
Inschrijving 2008 2008 2008 2007 2007 2009 2008 2008
Inschrijving 2005 2007 2009 2007 2005 2007 2007 2008
Studiejaar Pap jr 3 Pap jr 3 Eng jr 3 Eng jr 4 + FR Ned jr 4 Ned jr 2 Spa jr 3 + FR Spa jr 3
Studiejaar Pap jr 4 Pap jr 3 Eng jr 2 Eng jr 4 Ned jr 4 Ned jr 4 Spa jr 4 Spa jr 3
Functie Hoogleraar, gastdocent Coördinator / docent Papiamentu Docent Nederlands Coördinator / docent Spaans en SLB Coördinator / docent WER Coördinator / docent Engels Docent algemene didactiek
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
61/70
62/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
01 – Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen, LUNA. 02 – “Delivering future leaders for the Caribbean” Strategic Plan UNA 2006-2010 03 – Ontwerp Landsverordening Hoger Onderwijs Nederlandse Antillen, feb. 2009 (LHONA) 04 – Jaarrekening 2009 en Begroting 2010 04a- UNA Annual Report 2009 05 – Beheers- en bestuursreglement 06 – Overzicht opleidingen UNA, jan 2010 07 – Report of Advisory Commission Future of UNA, 2007 08 – Overzicht samenwerkingsverbanden 09 – Hoger onderwijsbeleid in grote lijnen, dec. 2002 10 – Overzicht buitengewoon hoogleraren UNA 10a- Onderzoeksplan AF 11 – Contouren van een Algemene Faculteit van de Nederlandse Antillen (1994) 12 – Invoeringsplan Algemene Faculteit (1997) 13 – De kennisbasis - Het fundament voor professioneel (leren) handelen (+ SBL-competenties) 14 – Curriculumoverzicht 15 – Verslagen externe actoren: schoolbesturen – werkplekbegeleiders 16 – Studententevredenheidsonderzoek (2008 en 2010) 17 – Europees Referentiekader (ERK) 18 – Dublin descriptoren 19 – Verslagen bijeenkomsten met beroepenveldcommissie 20 – Curaçaose beroepsprofiel 2e graads leraar talen 21 – Literatuurlijsten 22 – Modulebeschrijvingen 23 – Stagehandleidingen 24 – Wegen van betrokkenheid. Reflecties op onderwijsvernieuwing (1995) 25 – Vakkenpakketten 26 – Modulebeschrijvingen algemene didactiek 27 – Projecten en afstudeeropdracht 28 – Modulebeschrijvingen vakdidactiek 29 – Modulebeschrijvingen SLB en WER 30 – WER gidsen 31 – Modulebeschrijvingen sociologie, psychologie en pedagogiek 32 – Opleiden in de school 33 – Matrix competenties, descriptoren en modulen 34 – Didactisch concept AF 35 – Studiegids 36 – Introductieweek 37 – Roosters 38 – Instroom naar vooropleiding 39 – Raamwerk toetsbeleid – UNA, maart 2008 40 – Toetsbeleid AF
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
63/70
41 – Handleidingen assessments. 42 – Onderwijs- en examenregeling AF 43 – Overleg gastdocenten 44 – CV (gast)docenten 45 – Functiebeschrijvingen 46 – Verslagen dienstreizen 47 – Studieregeling UNA 48 – Functionerings- en beoordelingsbeleid 49 – Beleidsnotitie gastdocenten 50 – Beleidsplannen ondersteunende diensten 51 – Reglement van inschrijving 2010 52 – Het kan altijd beter. Beleidskader kwaliteitszorg UNA 2006 – 2010 53 – Systeem interne kwaliteitszorg AF, 2009 54 – Notulen teamoverleg AF 55 – Evaluatieformulieren 56 – Rapport module evaluatie 2008 – 2009 57 – Verslag tevredenheidmeting studenten per opleidingsfase 58 – Verslag tevredenheidmeting gastdocenten en werkveld 59 – Verslag introductieweek 60 – Verslag stage-evaluatie 61 – Concept Klachtenregeling UNA, 2009 62 – Ledenlijst beroepenveldcommissie 63 – Beoordeling afstudeerproducten van de AF door NQA e
64 – Kengetallen 2 graads AF 65 – Landsverordeningen Voortgezet Onderwijs 66 – Landsverordening Officiële Talen 67 – Bevolking Nederlands Antillen, CBS 68 – HBO startkwalificaties 69 – Competentiematrix beroepsspecifieke competenties (zie ook 13) 70 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Papiamentu 71 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Engels 72 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Nederlands 73 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Spaans 74 – Afstudeerhandleiding AF Overige informatie ter inzage: • Diagnostische toetsen Spaans • Studentenwerk van de diagnostische toetsen • Literatuur die is opgenomen op de literatuurlijsten van de opleidingen • Ontwikkelportfolio’s van studenten uit de verschillende studiefasen • Twee computers met toegang tot de UNA-site en tot het gedeelte van de AF binnen BlackBoard.
64/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bijlage 5 +
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: www.hboraad.nl. SBL-competenties: Overzicht
met
met
competenties
leerlingen
interpersoonlijk
1
pedagogisch
2
collega’s omgeving
5 vakinhoudelijk en didactisch
3
organisatorisch
4
e
met
6
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
met zichzelf
7
65/70
66/70
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Bijlage 6
Curriculumoverzicht
Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Spaans Studiejaar 1 - propedeuse P1 onderwijseenheid Studievaardigheden Vakmodulen Schrijfvaardigheid Luisteren en spreken leesvaardigheid literatuurdossier
ec 1
P2 onderwijseenheid begeleiding
2 2 2 1
Vakmodulen Schrijfvaardigheid Luisteren en spreken leesvaardigheid literatuurdossier
logopedie
1
Beroepsvormende modulen Inl sociologie Inl methodisch werken 1 Alg didactiek
2 1 1
ICT
2
Beroepsvormende modulen Inl psychologie Inl methodisch werken 2 Algemene didactiek Stage
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
ec 1
P3 onderwijseenheid begeleiding
2 2 2 1
Vakmodulen Schrijfvaardigheid Luisteren en spreken leesvaardigheid literatuurdossier
2 1 2 2
Beroepsvormende modulen Inl pedagogiek Meth werken i/h onderwijs 1 Algemene didactiek Stage
ec 1
2 2 2 1
P4 onderwijseenheid begeleiding
ec 1
ec 4
Vakmodulen schrijfvaardigheid luisteren en spreken leesvaardigheid
2 2 2
literaire analyse
3
8 8 8 3 3 1
Beroepsvormende modulen 2 2 1 2
Meth werken i/h onderwijs 2 Algemene didactiek Stage
2 2 1
6 6 6 5 2
67/70
Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Spaans Studiejaar 2 - hoofdfase P1 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding
ec 1
Vakmodulen Schrijfvaardigheid leesvaardigheid
2 2
Alg taalkunde Vakdidactiek Literatuurdossier
2 3 1
Beroepsvormende modulen Stage/WER op UNA Didactiek Veilige school / OZvh
68/70
P2 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding
ec 1
Vakmodulen Schrijfvaardigheid leesvaarigheid
Vakmodulen
1.5 1 1.5
spreek/luistervaardigheid Theorie taalleren vakdidactiek literatuurdossier
Beroepsvormende modulen Stage/WER op UNA Veilige school / OZvh Verdieping sociologie (gesprekstechnieken/ mentoraat)
P3 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding
2 2 3 2
1.5 1.5 2
literatuurgeschiedenis
Beroepsvormende modulen Stage/WER op UNA Zorgverbreding/ OZvh Verdieping ped/psy (leer/gedragsproblematiek; soc/emot. ontwikkeling)
ec 1
P4 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding
ec 1
ec 4
Vakmodulen 3 2 Spreek/luistervaardigheid Taalkunde Spaans
2 2
Methode analyse taalonderzoek
3 3
Beroepsvormende modulen Stage/WER op UNA Didactiek Zorgverbreding/ OZvh
1.5 1 1.5
4
1.5 1.5 2
e
5 4 4 6 6 3 4 3 3
6 2 6 4
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Spaans Studiejaar 3 - hoofdfase P1 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding Vakmodulen Cap sel taalkunde Vakdidactiek Literatuurdossier Train did vh
Beroepsvormende modulen Stage Didactiek In didactiek aandacht voor ‘activerende didactiek’
ec 1
3 3 1 2
3 2
P2 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding Vakmodulen Caribistiek Vakdidactiek Literatuurdossier academisch schrijven
Beroepsvormende modulen Stage Toetsconstructie/ Evaluatie
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans
ec 1
P3 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding
3 2 1 3
Vakmodulen Creatief schrijven Kennis land en volk Literaire benaderingen literatuurdossier
3
ec 1
P4 onderwijseenheid Studieloopbaanbegeleiding
ec 1
ec 4
2 2 4 1
Vakmodulen Academisch schrijven 2 taalbeleid vakdidactiek/technologie train did vh
3 3 1 2
Beroepsvormende modulen Stage
3
Beroepsvormende modulen Stage
3
12 2 2
Ouderparticipatie
2
2
4
2 School-taalbeleid taalgericht vakonderwijs
36
69/70
Algemene Faculteit Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Spaans Studiejaar 4 – afstudeerfase onderwijseenheid BLOK 1 : Taal en jeugdcultuur Hedendaagse jeugd in de klas Team-based working RT Mentoraat
ec totaal 5 6 4 10 5
BLOK 2: Stage Afstudeeropdracht Begeleiding
18 8 4
TOTAAL
60
70/70
ecp1
ecp2
ecp3
ecp4
5 6 4
15
5 5
5
5
7 2 1
6 6 3
15
15
15
e
© NQA – UNA: audit TNO hbo-bacheloropleiding 2 graads leraar Spaans