UNA University of the Netherlands Antilles ICT Elektrotechniek
© Netherlands Quality Agency (NQA) maart 2011
2/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) twee bestaande hbo-bacheloropleidingen heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbobacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling University of the Netherlands Antilles Opleidingen ICT Elektrotechniek Variant Voltijd Locatie(s) Willemstad, Curaçao Auditdatum/-data 15 tot en met 18 november 2010 Auditteam De heer J.M. Laclé (vakdeskundige Industriële technologie en voorzitter) De heer ir. P. Lubbers (vakdeskundige Bouwkunde) De heer ir. K. Th. Veenvliet (vakdeskundige Civiele techniek) De heer ing. B.G.M. Olde Hampsink (vakdeskundige Elektrotechniek) Mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard (vakdeskundige ICT) De heer F.J.M. Dumont (studentlid auditteam) Mevrouw ing. I.J.M. de Jong (NQA-auditor) De heer drs ing. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor) Door University of the Netherlands Antilles is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleidingen heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het auditteam is op 29 juni 2010 ter goedkeuring voorgelegd aan de NVAO. Het dagelijks bestuur heeft op 6 juli 2010 ingestemd met de samenstelling van het auditteam. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleidingen gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. De opleidingen ICT en Elektrotechniek zijn samen met de opleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek en Industriële Technologie gevisiteerd. Het volledige auditteam heeft de vijf opleidingen in één visitatie beoordeeld, waarbij elke afzonderlijke vakdeskundige de vakinhoud van de specifieke opleiding heeft beoordeeld. Voor de verschillende clusters is een afzonderlijke rapportage opgesteld. Het programma is in bijlage 3 bijgevoegd.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
3/76
Doelstellingen van de opleidingen De opleidingen ICT en Elektrotechniek hanteren elk een eigen set eindkwalificaties die gebaseerd zijn op de Nederlandse domeincompetenties. Deze eindkwalificaties passen in de regionale context waarin de opleidingen worden aangeboden. De eindkwalificaties zijn opgesteld in samenspraak met het relevante beroepenveld. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van een hbo-bachelor. De opleiding ICT kenmerkt zich door een brede opzet en in samenhang daarmee de veelheid aan vakken. De opleidingen betrekken de werkveldadviescommissie bij de doelstellingen en het programma van beide opleidingen. Programma Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek. Studenten leren beroepsvaardigheden aan in de practica, projecten en in de stage- en afstudeerperiode. Het studiemateriaal is van voldoende kwaliteit, in een enkel geval is het lesmateriaal wat gedateerd. De inhoud van de opleidingen sluit aan op de lokale situatie en studenten krijgen een brede basiskennis aangeboden. Studenten wordt in voldoende mate aangeleerd te zoeken naar vernieuwingen in het vakgebied (onderzoekende en lerende houding). De praktijkcomponent is voldoende aanwezig in het onderwijsaanbod, maar de confrontatie van de studenten met de beroepspraktijk (bijvoorbeeld door middel van stage) zou eerder in de opleidingen kunnen plaatsvinden. De opleidingen hebben de eindkwalificaties uitgewerkt naar leerdoelen. Het programma stelt studenten in staat de eindkwalificaties te behalen. De opleidingen bieden een inhoudelijk samenhangend progamma aan, onder andere door het gebruik van leerlijnen, een oplopende moeilijkheidsgraad en het toepassen van theorie in practica, projecten en stages. De studenten hebben veel contacturen gedurende de opleiding. De studielast is gelijkmatig over het jaar gespreid. De studenten ervaren het vak wiskunde als struikelvak in beide opleidingen. Studenten hebben bij aanvang van de studie moeite met de manier van studeren. Ze moeten wennen aan de nieuwe leeromgeving. Studieloopbaanbegeleiding draagt in positieve zin bij aan het ontwikkelen van studievaardigheden van studenten. Het didactisch concept van beide opleidingen gaat uit van een gedegen theoretisch fundament waarbij de beroepspraktijk centraal staat. De werkvormen zijn hierop afgestemd. Er wordt veel klassikaal onderwijs gegeven. Dit past bij de doelstellingen van de opleidingen en bij de context waarin de studenten leren. De opleidingen beschikken over een adequaat systeem van toetsing en zorgen ervoor dat meeliften wordt voorkomen. De examencommissie borgt de kwaliteit van de toetsen. De toetsen worden beoordeeld op zowel inhoud als op randvoorwaardelijke zaken. De toetsvormen sluiten aan op het geboden onderwijs en de toetsen sluiten aan op de leerstof. De beoordelingscriteria zijn helder geformuleerd in de vakbeschrijvingen. Inzet van personeel Door de gecombineerde inzet van vaste en gastdocenten wordt de verbinding tussen de beroepspraktijk en de opleiding gelegd. De vaste docenten zijn op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het vakgebied door intensieve contacten tussen vaste docenten en gastdocenten. Daarnaast werken docenten aan projecten voor het lokale bedrijfsleven en zijn zij betrokken bij vergaderingen met de werkveldadviescommissie.
4/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
De opleidingen zetten voldoende personeel in om het programma te verzorgen (docentstudentratio 1 : 13 voor beide opleidingen). Docenten kunnen het onderwijs uitvoeren in de tijd die ervoor staat en studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de docenten. Docenten zijn gekwalificeerd om het onderwijs te verzorgen. De faculteit geeft docenten de ruimte om zich te scholen en verder te ontwikkelen. Studenten zijn tevreden met de vakinhoudelijke en didactische kwaliteiten van docenten. Voorzieningen De opleidingen beschikken over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen. De technische apparatuur en het wireless netwerk behoeven een upgrade. Studenten worden in ruime mate begeleid bij de studie. Studenten waarderen de persoonlijke aandacht die zij krijgen van de studieloopbaanbegeleider en van de docenten. De informatievoorziening naar studenten toe verloopt goed. De opleidingen gebruiken daarbij Blackboard als digitaal medium. Ontbrekende informatie is snel beschikbaar door veel persoonlijk contact van docenten met de studenten. Interne kwaliteitszorg De opleidingen sluiten aan bij het systeem voor interne kwaliteitszorg van de faculteit, dat is geënt op de uitgangspunten van de universiteit. De opleidingen toetsen via verschillende evaluatie-instrumenten de tevredenheid van betrokkenen en zorgen vervolgens voor verbeteringen. Studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het werkveld worden allen op passende wijze bij de opleiding betrokken. Resultaten De procedure rondom het afstuderen is door de opleidingen helder in beeld gebracht in de afstudeerhandleiding. Het auditteam heeft een positieve indruk van de afstudeerwerken. De opdrachten zijn op niveau en relevant voor de beroepspraktijk. De beoordelingen van de scripties zijn over het algemeen genomen terecht. De eindwerkstukken van studenten representeren, aldus het auditteam, het gevraagde hbo-bachelorniveau. De opleidingen meten de eigen streefnormen voor het opleidingsrendement en volgt de ontwikkeling van de rendementen. De rendementen van de opleidingen zijn laag. De lage score dient wel in de context geplaatst te worden waarin de opleidingen zich bevindt. De situatie bij de UNA kan niet vergeleken worden met de rendementen die aan Nederlandse opleidingen in de sector techniek van het hbo behaald worden, onder andere vanwege de sociaaleconomische context van de studenten aan de UNA. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek van University of the Netherlands Antilles aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
5/76
6/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
1
Basisgegevens
2
Beoordeling
3
9
14
2.1
Doelstellingen van de opleiding
14
2.2
Programma
19
2.3
Inzet van personeel
30
2.4
Voorzieningen
34
2.5
Interne kwaliteitszorg
37
2.6
Resultaten
41
Bijlagen
45
Bijlage 1
Deskundigheden auditteam
47
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
55
Bijlage 3
Bezoekprogramma
63
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
68
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
73
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
7/76
8/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
1
Basisgegevens
De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek zijn in onderstaande tabellen weergeven. ICT 1. Naam instelling 2. Oriëntatie en niveau 3. Aantal studiepunten 4. Afstudeerrichtingen 5. Locatie 6. Variant 7. Inhoudelijk profiel opleiding
8. Beoogd werkveld alumni
9. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool
10. Schema opbouw programma
University of the Netherlands Antilles hbo bachelor 240 ICT heeft geen verschillende afstudeerrichtingen Willemstad, Curaçao Voltijd De opleiding bestaat uit vier studiejaren. De eerste drie studiejaren beslaan vijf theoretische clusters: Systeem analyse en systeem ontwikkeling, telematica en Technische aspecten, Information Resource Planning, Bedrijfs- en Organisatiekunde en HBO-vakken algemeen. Het vierde jaar is volledig buitenschools en bestaat uit een stage van 100 dagen en een afstudeerperiode van 100 dagen. ICT-afgestudeerden zijn onder andere werkzaam bij: a. ICT-aanbieders (bedrijven gericht op de productie en de verkoop van software en hardware) b. ICT-dienstverleners (dienstverlening bedrijven) c. ICT-gebruikers (organisaties die ICT gebruiken). Bij deze organisaties vervullen de afgestudeerden ICT de volgende functies: ICT-consultant, programmeur, databasespecialist, applicatieontwikkelaar, beheerder ICT-infrastructuur, software engineer, support engineer, informatieanalist, systeemontwikkelaar of systeembeheerder. Na een aantal jaren ervaring zullen zij door kunnen groeien naar functies zoals senior (in de hiervoor genoemde functies) of hoofd ICT-afdeling. De opleiding ICT is samen met de opleidingen Elektrotechniek, Bouwkunde, Civiele techniek en Industriële technologie onderdeel van de Faculteit der Technische wetenschappen (FdTW). De FdTW is een van de vijf faculteiten van de UNA. Aan de UNA worden in totaal 17 opleidingen aangeboden. Zie curriculumschema ICT. Bron Studiegids FdTW.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
9/76
10/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Elektrotechniek 1. Naam instelling 2. Oriëntatie en niveau 3. Aantal studiepunten 4. Afstudeerrichtingen 5. Locatie 6. Variant 7. Inhoudelijk profiel opleiding
8. Beoogd werkveld alumni
9. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool
10. Schema opbouw programma
University of the Netherlands Antilles hbo bachelor 240 Energietechniek Telematica Willemstad, Curaçao Voltijd De opleiding bestaat uit vier studiejaren. Het eerste jaar staat in het teken van basisvakken elektrotechniek, wiskunde, natuurkunde en communicatieve vaardigheden. Het tweede jaar is gericht op elektrotechnische vakken en er wordt een basis gelegd voor de verdere studie. In het derde jaar kiest de student een afstudeerrichting: Energietechniek of Telematica. Het vierde jaar is volledig buitenschools en bestaat uit een stage van 100 dagen en een afstudeerperiode van 100 dagen. Studenten die de afstudeerrichting Energietechniek hebben gevolgd zijn bekwaam op de terreinen elektrische voorzieningen, elektrische machines, vermogenselektronica en duurzame energie. Afgestudeerden van de afstudeerrichting Telematica richten zich op de terreinen elektronica, informatica en telecommunicatie. Elektrotechnische ingenieurs zijn onder andere werkzaam bij industriële bedrijven, ingenieurs- en adviesbureaus, telecommunicatie bedrijven, het onderwijs, overheidsinstellingen, energiebedrijven en financiële instellingen. Bij deze bedrijven en instellingen kunnen zij de volgende functies vervullen: commercieel medewerker, technisch systeembeheerder, netwerkbeheerder, systeemanalist, ontwerper, werkvoorbereider, uitvoerder, projectleider, consultant, bedrijfsleider en technisch medewerker. De opleiding Elektrotechniek is samen met de opleidingen ICT, Bouwkunde, Civiele techniek en Industriële technologie onderdeel van de Faculteit der Technische wetenschappen (FdTW). De FdTW is een van de vijf faculteiten van de UNA. Aan de UNA worden in totaal 17 opleidingen aangeboden. Zie curriculumschema Elektrotechniek. Bron Studiegids FdTW.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
11/76
12/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Maatschappelijke context van de universiteit De Universiteit van de Nederlandse Antillen heeft in het zelfevaluatierapport een aparte paragraaf opgenomen over de locale context waarin de universiteit werkt. NQA is van mening dat de informatie opgenomen in dit visitatierapport in de context geplaatst dient te worden van de Curaçaose samenleving. De sociaal culturele, maatschappelijke, financieel economische en geografische context van de UNA is bepalend voor haar functioneren. Deze context van de UNA verschilt in een aantal opzichten van die van soortgelijke instellingen in het buitenland. Vandaar dat deze informatie aan dit visitatierapport is toegevoegd. Enige belangrijke kenmerken van de UNA-omgeving zijn: - Curaçao is een eiland in ontwikkeling. In oktober 2010 heeft Curaçao de status van land verkregen. - Kleinschaligheid. De docententeams zijn klein. Dit brengt met zich mee dat de UNA veel gebruik maakt van gastdocenten, die vaak verregaand gespecialiseerd zijn en actuele kennis bezitten. Daarnaast vertegenwoordigen zij een directe band met overheid, bedrijfsleven en maatschappij. De UNA zelf heeft door de kleinschaligheid veel informele contacten en een nauwe relatie met de overheid en het bedrijfsleven. - Caribische/ Antilliaanse / Curaçaose cultuur. o Studenten zijn meer gewend te luisteren en minder om te vragen. o Proactief handelen of assertiviteit wordt pas op latere leeftijd op prijs gesteld. o Studenten zorgen vaak voor andere leden van het gezin, zoals ouders, broertjes en zusjes, of andere familieleden. Of zij hebben zelf één of meerdere kinderen. o Studenten zijn soms de enige studerenden uit een lager maatschappelijk milieu. o Op de UNA studeren relatief veel werkstudenten. - Specifieke maatschappelijke functie als nationale universiteit. - Specifieke wensen en behoeften vanuit het werkveld, voortkomend uit de maatschappelijke situatie. - Beperkte financiële middelen, gekoppeld aan beperkte mogelijkheden voor het werven van additionele financieringsbronnen. - Sterke concurrentie met Nederland als hoog gewaardeerd studieland onder de bevolking. - De verscheidenheid aan vooropleidingen van de instromende studenten. De UNA meldt in het zelfevaluatierapport dat deze context niet mag leiden tot concessies aan de beoogde kwaliteit. Dit vraagt om extra kwaliteitsimpulsen en een extra inspanning om het gewenste kwaliteitsniveau te behalen en te behouden. Het kwaliteitsbeleid van de UNA volgt, aldus het zelfevaluatierapport van de UNA, daarom nauw de internationale trends op kwaliteitsgebied in het hoger onderwijs.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
13/76
2
Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleidingen: Onderwerp
Oordeel
1 Doelstellingen
P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Resultaten
P
Facet
Oordeel ICT
1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen / programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving / inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement
Goed Voldoende Goed Goed Goed
Oordeel Elektrische systemen Goed Goed Goed Goed Goed
Goed Voldoende Goed Voldaan Goed
Goed Voldoende Goed Voldaan Goed
Goed Goed Goed Goed Voldoende Goed Goed Goed Goed Goed Onvoldoende
Goed Goed Goed Goed Voldoende Goed Goed Goed Goed Goed Onvoldoende
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek van University of the Netherlands Antilles aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleidingen. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau.
2.1
Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).
14/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Bevindingen • De opleiding ICT leidt op tot Bachelor of ICT en de opleiding Elektrotechniek tot Bachelor of Engineering. De opleidingen hebben een eigen set eindkwalificaties ontwikkeld, vastgelegd in Eindkwalificaties ICT en Elektro 2008. De eindkwalificaties zijn onderverdeeld in een beroepsdeel en een opleidingsdeel. De functies die afgestudeerden van de opleidingen uitoefenen en de bijbehorende taken zijn beschreven in het beroepsdeel. Het opleidingsdeel bestaat uit een opsomming van eindkwalificaties waarover een afgestudeerde moet beschikken om de beroepstaken zelfstandig te kunnen uitvoeren. • De opleiding Elektrotechniek kent twee afstudeerrichtingen: Telematica en Energietechniek. Telematica richt zich op elektrische voorzieningen en machines, vermogenselektra en alternatieve energie. Bij de afstudeerrichting Energietechniek ligt het accent op elektronica, informatica en telecommunicatie. • De opleidingen hebben de eindkwalificaties opgenomen in negen rubrieken. Vijf rubrieken komen overeen met fasen van een project (initiatief – definitie, ontwerp, voorbereiding, realisatie en nazorg) en de andere vier zijn overige aspecten van de beroepsuitoefening (algemene vaardigheden, sociale en communicatieve vaardigheden, informatietoepassingen en zelfsturing). Bij elk van de rubrieken zijn één of meer eindkwalificaties geformuleerd. In bijlage 5 van dit visitatierapport is een overzicht van deze eindkwalificaties van beide opleidingen opgenomen. • De eindkwalificaties zijn gevalideerd door de werkveldcommissie van de opleidingen. Iedere drie jaar beoordelen de beide opleidingen in overleg met vertegenwoordigers uit het werkveld of de eindkwalificaties nog actueel en passend zijn bij de beroepspraktijk. In 2008 zijn de eindkwalificaties voor het laatst aangepast en in 2011 zullen de volgende aanpassingen volgen. • Uit de Matrix vergelijking eindkwalificaties Bachelor IT&ES met domeincompetenties ICT en Engineering 2008, die is opgesteld door de opleidingen, blijkt dat de eindkwalificaties overeenkomen met de in Nederland landelijk overeengekomen domeincompetenties. De eindkwalificaties van de opleiding ICT sluiten aan bij de competenties zoals omschreven in de domeinprofielen Bachelor of ICT 2004 en 2009. • De eindkwalificaties van de opleiding Elektrotechniek sluiten aan bij de competenties zoals omschreven in het domeinprofiel Profiel van de Bachelor of Engineering 2006. Deze profielen zijn tot stand gekomen in overleg met en gevalideerd door vertegenwoordigers uit het beroepenveld in Nederland. • De opleidingen beschikken over een gezamenlijke werkveldadviescommissie, met leden afkomstig uit de beroepspraktijk waarin afgestudeerden actief zijn. De commissie komt minimaal één maal per jaar bijeen. Het auditteam heeft notulen van de werkveldadviescommissie ingezien en stelt vast dat de werkveldadviescommissie instemt met de eindkwalificaties van beide opleidingen. De opleidingen hebben de eindkwalificaties ook voorgelegd aan alumni. Deze beoordelen de eindkwalificaties positief. • De opleidingen hebben gekozen voor een brede professionalisering van studenten, passend bij de lokale werkveldsituatie. De opleidingen kunnen zich niet vergelijken met soortgelijke regionale opleidingen, omdat er een verschil bestaat tussen het systeem van hoger onderwijs in de regio en het Nederlandse systeem met een hbo-bachelor dat de UNA hanteert. Uit een curriculumvergelijking blijkt dat de opleidingen ICT en Elektrotechniek van de UNA ten opzichte van de Nederlandse opleidingen meer aandacht
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
15/76
•
besteden aan theoretische kennis, management, entrepreneurship en economie. De werkveldadviescommissie en de alumni hebben met deze keuze ingestemd. Het auditteam heeft in de gesprekken vastgesteld dat het brede karakter van de opleidingen een duidelijke keus van de opleidingen is geweest, die past bij de context waar de opleidingen worden aangeboden. De opleidingen nemen daarin een duidelijke positie in ten opzichte van Nederlandse opleidingen.
Overwegingen De opleidingen hanteren een eigen set eindkwalificaties die gebaseerd is op de Nederlandse domeincompetenties. Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de Nederlandse competenties hebben vertaald naar een set eindkwalificaties die passen in de context waarin de opleidingen worden aangeboden. De opleidingen hebben in voldoende mate aangetoond dat er een duidelijke koppeling is tussen de opleidingkwalificaties en de domeincompetenties. De eindkwalificaties zijn door vertegenwoordigers van het werkveld gevalideerd. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam voor beide opleidingen op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen • De Dublin descriptoren vormen het uitgangspunt voor de bepaling van het niveau van de eindkwalificaties. De opleidingen hebben een vergelijking gemaakt van de Dublin descriptoren met de eindkwalificaties ICT en Elektrotechniek. Met het document Dublindescriptorenmatrix ICT en Elektro (2009) tonen de opleidingen aan op welke wijze de eindkwalificaties overeenkomen met de Dublin descriptoren. • De Dublin descriptor Kennis en Inzicht komt bijvoorbeeld overeen met de volgende eindkwalificaties van beide opleidingen: initiatief, voorbereiding en algemene vaardigheden. De Dublin descriptor Toepassen van kennis en inzicht komt overeen met alle eindkwalificaties, uitgezonderd de kwalificatie sociale en communicatieve vaardigheden. • De opleidingen geven daarnaast in het zelfevaluatierapport aan op welke manier de Dublin descriptoren terugkomen in het programma. Bijvoorbeeld: de Dublin descriptor Kennis en Inzicht is verweven in de vakken van de theoretische leerlijn, die ongeveer vijftig procent van het curriculum beslaat. De descriptor Toepassen van Kennis en Inzicht vindt plaats in de projectlijn en in de praktijklijn. Zo geven de opleidingen per descriptor aan hoe de algemene geaccepteerde beschrijvingen van een hbo-bachelor zijn verweven in de opleidingen. Het auditteam is van mening dat het overzicht op een juiste manier inzichtelijk maakt op welke wijze de Dublin descriptoren in het programma verweven zijn. • Voor de Bachelor of ICT is er, naast de Dublin descriptoren, een tweede niveau-indeling van toepassing. De indeling is gebaseerd op drie niveaus, ontleend aan de Bachelor of ICT 2009. De UNA kent aan tien clusters van vakken het niveau 2 toe. Er zijn twee
16/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
clusters van vakken op niveau 3. Uit de semesterhandleidingen blijkt dat software en daar aan gelieerde vakken in de opleiding veel aandacht krijgen. Dit betreft ongeveer 40 tot 45 procent van de in de opleiding behandelde stof. Een deel daarvan heeft niveau 3 en bepaalt voor een belangrijk deel de inhoud en het gewicht van de opleiding. Doordat men ook breedte aan de opleiding geeft, komen andere onderwerpen op niveau 2 of niveau 1 aan de orde. Voor het eiland Curaçao is het voor de inzetbaarheid van ICT-ers erg belangrijk om “duizendpoten” op te leiden. Dat betekent dat het curriculum een breed scala van vakken aanbiedt. Deze niveau-indeling is niet direct bruikbaar voor het HBOICT onderwijs aan de UNA, zo stelt het auditteam vast. De opleiding ICT bevat elementen van de vakgebieden bedrijfskundige informatica, software engineering en technische informatica en is daarmee heel breed. Het auditteam is van oordeel dat door de breedte van de opleiding en de veelheid aan vakken het hbo-bachelorniveau met deze eindkwalificaties in voldoende mate behaald kan worden. Overwegingen De opleidingen hebben in een matrix weergegeven op welke wijze de eindkwalificaties de Dublin descriptoren afdekken. Het auditteam stelt vast dat de Dublin descriptoren op een juiste wijze gekoppeld zijn aan de eindkwalificaties. Voor ICT maakt het auditteam de volgende kanttekening wat betreft de domeinspecifieke eindkwalificaties. Mede gelet op de afstudeeropdrachten en de breedte van de opleiding, is het niveau van de UNA ICT’er aan te merken als dat van bachelor. Met iets meer ruimte in het curriculum voor niveau 3 kan de opleiding doorgroeien naar de beoordeling goed. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor Elektrische systemen en voldoende voor ICT in verband met de kanttekening over het niveau.
Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen • Bij dit facet worden de argumenten van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen. • De eindkwalificaties voor beide opleidingen zijn tot stand gekomen in overleg met de werkveldcommissie en alumni. Daarnaast zijn de kwalificaties gespiegeld aan de domeincompetenties Bachelor of ICT en Bachelor of Engineering. • De werkveldcommissie speelt een rol bij het actualiseren van de eindkwalificaties, dat elke drie jaar gebeurt. Bij de laatste actualisatie in 2008 vonden de leden van de werkveldcommissie de eindkwalificaties passend voor de beroepspraktijk van de afgestudeerde ICT’er en elektrotechnisch ingenieur. De competenties weerspiegelen volgens de commissie het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. De beroepstaken waarvoor de studenten conform de documenten Eindkwalificaties
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
17/76
•
•
•
•
ICT&Elektro worden opgeleid, kunnen volgens de werkveldcommissie niet zonder een hogere beroepsopleiding uitgevoerd worden. Naast de werkveldcommissie ontvangen de opleidingen signalen voor actualisatie van de eindkwalificaties via gastdocenten en gastsprekers. Wijzigingsvoorstellen worden vanwege de kleinschaligheid van de opleidingen informeel ingebracht bij vaste docenten en zij zorgen ervoor dat voorstellen bij de coördinator komen of worden besproken in de afdelingsvergadering. Verder wordt feedback van stage- en afstudeerbegeleiders (zowel lokaal als uit Nederland) verwerkt in de eindkwalificaties. ICT-afgestudeerden zijn onder andere werkzaam bij: - ICT-aanbieders (bedrijven gericht op de productie en de verkoop van software en hardware) - ICT-dienstverleners (dienstverlening bedrijven) - ICT-gebruikers (organisaties die ICT gebruiken). Bij deze organisaties vervullen de afgestudeerden ICT de volgende functies: ICTconsultant, programmeur, databasespecialist, applicatieontwikkelaar, beheerder ICTinfrastructuur, software engineer, support engineer, informatieanalist, systeemontwikkelaar of systeembeheerder. Na een aantal jaren ervaring zullen zij door kunnen groeien naar functies zoals senior (in de hiervoor genoemde functies) of hoofd ICT-afdeling. Elektrotechnische ingenieurs die in het derde en vierde studiejaar van hun opleiding de afstudeerrichting Energietechniek hebben gevolgd zijn bekwaam op de terreinen elektrische voorzieningen, elektrische machines, vermogenselektronica en duurzame energie. Afgestudeerden van de afstudeerrichting Telematica richten zich op de terreinen elektronica, informatica en telecommunicatie. Elektrotechnische ingenieurs zijn onder andere werkzaam bij industriële bedrijven, ingenieurs- en adviesbureaus, telecommunicatie bedrijven, het onderwijs, overheidsinstellingen, energiebedrijven en financiële instellingen. Bij deze bedrijven en instellingen kunnen zij de volgende functies vervullen: commercieel medewerker, technisch systeembeheerder, netwerkbeheerder, systeemanalist, ontwerper, werkvoorbereider, uitvoerder, projectleider, consultant, bedrijfsleider en technisch medewerker. De beschrijvingen van functies en organisaties zijn voor studenten opgenomen in de Studiegids FdTW 2009-2010 en op de elektronische leeromgeving van de UNA.
Overwegingen De opleidingen leiden op tot beroepen waarvoor een hbo-bachelor kwalificatie nodig is. Uit gesprekken met werkveld en alumni blijkt dat afgestudeerden terechtkomen in beroepen waarvoor dit niveau vereist is. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen overtuigend hebben aangetoond dat hun eindkwalificaties zijn ontleend aan de ‘landelijke’ (Nederlandse) eindkwalificaties, die zijn opgesteld in samenspraak met het relevante beroepenveld. Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de werkveldadviescommissie bij de doelstellingen en het programma van de opleidingen betrekt. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
18/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Doelstelling opleiding’ positief voor beide opleidingen.
2.2
Programma
De opleidingen Informatie & Communicatie Technologie en Elektrotechniek zijn twee afzonderlijke opleidingen, maar hebben in alle leerjaren gezamenlijke programmaonderdelen. De opleiding ICT is een breed en ongedeeld programma, zonder afstudeerrichtingen. De opleiding Elektrotechniek heeft twee afstudeerrichtingen: Energietechniek en Telematica. Het programma is de eerste twee jaar gemeenschappelijk, zodat studenten basiskennis op doen op het gebied van energietechniekvakken. In het derde jaar kiezen de studenten een afstudeerrichting, waarna de studenten zich specialiseren.
Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen • Kennisontwikkeling heeft een belangrijke plaats in de opleidingen (vijftig procent van het curriculum) en vindt plaats door studie- en vakliteratuur en internetbronnen. De afdelingscoördinator stelt jaarlijks de literatuurlijst op, in overleg met de docenten. De opleidingen vergelijken de literatuur met die van andere hbo-opleidingen. Het auditteam heeft de literatuurlijst bestudeerd en stelt vast dat de basisliteratuur voor beide opleidingen vertegenwoordigd is. De literatuur is relevant, actueel en van niveau. • Studieboeken en literatuur zijn opgenomen in de bibliotheek, zodat alle studenten over deze literatuur kunnen beschikken. Daarnaast heeft de bibliotheek abonnementen op verschillende tijdschriften. De opleidingscoördinator overlegt met de bibliotheek welke tijdschriften voor studenten beschikbaar moeten zijn. Dit zijn voor ICT en Elektrotechniek bijvoorbeeld Elektuur en Emerald, ScienceDirect, EBSCO, ComputerRecht en PC Magazine. Verder hebben de studenten via de bibliotheek toegang tot digitale kennisbanken. • De studenten verwerven kennis in vakken als elektronica, microcontrollers, regeltechniek, EMC, duurzame energie, energiebesparing, wiskunde, informatica, systems analysis and design, databases, beveiliging en beheer, management information systems en statistiek. Deze vakken zijn opgenomen in de theoretische leerlijn. De basiskennis uit deze vakken en uit practica zoals meettechniek, informatica, geographic information systems en de vaardigheden van uit de studievaardighedenlijn leren de studenten toepassen in de projecten, de stage en de afstudeerfase. (zie facet 2.7) • De opleidingen gebruiken bij verschillende vakken studiemateriaal dat uit de beroepspraktijk afkomstig is, zoals in het practicum Linux en Computernetwerken (voor
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
19/76
•
•
•
•
•
20/76
beide opleidingen) waarin routers, switches en servers worden geconfigureerd zoals dat ook in het bedrijfsleven gebeurt. De vakken Electro Magnetic Compatibility en Breedband Telecommunicatie en Recht (Elektrotechniek) maken onder andere gebruik van white papers en tutorials van fabrikanten en dienstverleners uit de industrie. Het auditteam heeft het studiemateriaal van beide opleidingen bestudeerd en stelt vast dat de studenten werken met materiaal dat deels afkomstig is uit de beroepspraktijk en deels gebaseerd is op vakinhoudelijke basiskennis. Het studiemateriaal is in enkele gevallen wat gedateerd, maar past in voldoende mate bij de beroepscontext op het eiland. In vergelijking met Nederland is de actuele lokale beroepspraktijk gedateerd. De inhoud van de opleidingen sluit aan op de lokale situatie en leert studenten een brede basiskennis aan, zodat zij in de lokale beroepspraktijk aan de slag te kunnen. Studenten wordt de weg naar vernieuwingen in het vakgebied en een ‘onderzoekende en lerende houding’ wel voldoende aangeleerd. Door gastlezingen, excursies, projecten en stages maken studenten kennis met de beroepspraktijk. In het tweede semester werken studenten van beide opleidingen aan een project, zoals een Informatiesysteem (ICT) en Elektrische en Elektronische (communicatie) Systemen (Elektrotechniek). In elk jaar hebben de studenten projecten waarbij gastsprekers zijn betrokken, bijvoorbeeld bij het project Consultancy: Introductie van Prince2 (ICT en Elektrotechniek). Daarnaast zijn er excursies voor studenten van alle jaren. Bijvoorbeeld voor ICT: CORE en de Dienst Onderwijs Zaken en UTS telecommunicatiecentrale. Voor Elektrotechniek: windmolenpark Aqualectra en UTS telecommunicatiecentrale. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij de excursies naar bedrijven positief waarderen. Ze geven in het gesprek met het auditteam dat zij vaker excursies of projecten in het werkveld willen doen gedurende de opleiding. De studenten van beide opleidingen leren beroepsvaardigheden aan, zoals analyseren, samenwerken, reflecteren, projectmatig en systematisch werken en schriftelijk en mondeling communiceren. Elektrotechniekstudenten leren daarnaast meetapparatuur te gebruiken in vakken zoals Meettechniek, Elektrotechniek en Energietechniek. Voor studenten ICT geldt dat zij leren omgaan met IDE’s, databases, programmeertechnieken en tools. De studenten passen deze vaardigheden toe in de projecten en tijdens de stage. Verder leren studenten communicatieve vaardigheden, zoals presenteren, rapporteren, samenwerken en projectmatig werken. In het vierde jaar volgen alle studenten een buitenlandse stage van zes maanden. Een deel van de studenten volgt deze in Nederland, een ander deel op de Antillen of in Zuid Amerika. De opleidingen hebben in de Stagehandleiding Faculteit der Technische Wetenschappen 2009 algemene doelen opgenomen die voor alle studenten gelden en daarnaast formuleert iedere student persoonlijke leerdoelen. Wanneer studenten stagelopen in Nederland worden zij begeleid door docenten van partnerscholen (Hogeschool Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam). Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij in de stage pas echt snappen waarom zij bepaalde vakken moesten volgen. Het auditteam vraagt aandacht voor deze opmerking van de studenten en pleit voor een korte stage eerder in het curriculum. De reden waarom studenten bepaalde vakken moeten volgen, is voor hen dan eerder in de opleiding duidelijk. Studenten leren praktijkgericht onderzoek uitvoeren dat past bij de methoden die in de beroepspraktijk geaccepteerd zijn. Dat gebeurt onder andere in het vak Methoden en Technieken van Onderzoek. Daaraan voorafgaand leren studenten
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
• •
practicumonderzoeken uit te voeren en daarover te rapporteren. Zij werken daarnaast in projectopdrachten aan praktijkgerichte onderzoeksopdrachten. In de afstudeerfase voert iedere student zelfstandig een toegepast onderzoek uit en rapporteert daarover. De student verzamelt relevante gegevens, analyseert en interpreteert deze, draagt verantwoorde oplossingen aan en communiceert over het onderzoek. Voorafgaand aan de start van het afstudeerproject, schrijven studenten een proposal waarin een plan van aanpak is opgenomen voor het afstuderen. Deze werkwijze voor het afstuderen is beschreven in de Afstudeerhandleiding FdTW 2009. De opleiding Elektrotechniek volgt voor de afstudeerrichting Telematica de snel veranderende ontwikkelingen op het vakgebied van automatisering, breedband telecommunicatie, internet, computertechniek en embedded systemen en neemt deze ontwikkelingen op in de vakken. Een voorbeeld daarvan is het practicum Technische Automatisering, waarbij de opleiding de nieuwste versie van het softwarepakket Labview van National Instrument gebruikt en het practicum Computernetwerken met nieuwe versies van open source programma’s en tools. De afstudeerrichting Energietechniek houdt zich bezig met nieuwe ontwikkelingen op energiegebied zoals duurzame energie en energiebesparing. De opleiding ICT besteedt aandacht aan gangbare methoden en technieken op gebieden als systeemanalyse, systeemontwikkeling, projectaanpak, netwerken, organisatorischeen beheersaspecten, systeemplatforms zoals cliënt/server, webtechnologie en geografische systemen. In het gesprek met het auditteam geven studenten ICT en Elektrotechniek aan dat zij positief zijn over de praktijkgerichtheid van beide opleidingen. Uit het STO 2010 blijkt dat studenten van de FdTW positief zijn over de aansluiting van de opleidingen bij actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Zij vinden daarnaast dat de opleidingen praktijkgericht zijn en het programma actueel is. Studenten zijn ook tevreden over de inhoudelijk kwaliteit van het studiemateriaal.
Overwegingen Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek, zo stelt het auditteam vast. Studenten leren beroepsvaardigheden aan in de practica, projecten en in de stage- en afstudeerperiode. Het studiemateriaal is van voldoende kwaliteit, in een enkel geval wat gedateerd. In de vakken en de vakinhoud is een duidelijk verband met de verschillende vakgebieden te zien. Studenten werken vanaf het begin aan het aanleren van praktische onderzoeksvaardigheden, zowel in lessen en practica als in projecten en stages. In vergelijking met Nederland is de actuele lokale beroepspraktijk gedateerd. De inhoud van de opleidingen sluit aan op deze lokale situatie en studenten krijgen een brede basiskennis aangeboden, zodat studenten in de lokale beroepspraktijk aan de slag kunnen. Studenten wordt de weg naar vernieuwingen in het vakgebied en een ‘onderzoekende en lerende houding’ wel voldoende aangeleerd. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen veel inzetten op het binnenhalen van de beroepspraktijk in het onderwijs (gastdocenten, casuïstiek). De confrontatie van de studenten met de beroepspraktijk (bijvoorbeeld door middel van stage) zou eerder in de opleidingen kunnen plaatsvinden. De praktijkcomponent is, aldus het auditteam, voldoende aanwezig in het onderwijsaanbod.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
21/76
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen • De eindkwalificaties van beide opleidingen omvatten aspecten van kennis, inzicht en vaardigheden en zijn op een vergelijkbare manier uitgewerkt in het programma. De vakken, projecten en stage zijn opgenomen in leerlijnen (zie facet 2.7). Het curriculum is concentrisch opgebouwd, vakken kunnen meerdere malen in het curriculum voorkomen, maar worden complexer naarmate ze later in het curriculum zijn geplaatst. • Beide opleidingen hebben een curriculummatrix opgesteld die de relatie tussen de eindkwalificaties en de vakken weerspiegelt. In de Curriculummatrix ICT en Elektrotechniek is zichtbaar gemaakt welke vakken een bijdrage leveren aan het verwerven van iedere eindkwalificatie. • De eindkwalificaties worden via de eindtermen uitgewerkt in leerdoelen van de vakken. De student heeft de eindkwalificatie bereikt als hij alle vakken die bij de eindkwalificatie behoren, heeft afgerond. Het auditteam heeft van beide opleidingen verschillende vakomschrijvingen bestudeerd. In elke vakomschrijving is vermeld aan welke eindkwalificaties de eindtermen van een vak bijdragen, zo stelt het auditteam vast. Het aantal eindtermen per vak varieert van twee tot tien, afhankelijk van de complexiteit en de inhoud van het vak. De eindtermen zijn vervolgens uitgesplitst in leerdoelen. • De opleidingen hebben voor de eindtermen niveau-indicaties geformuleerd (zie facet 1.2). Dit maakt het mogelijk de lesstof in te delen in verschillende niveaus van beheersing. Het niveau neemt in de opleidingen toe van kennen naar begrijpen, toepassen, analyseren, synthetiseren en evalueren. Het hoogste niveau is het bachelorniveau. • Het auditteam heeft verschillende vakomschrijvingen van beide opleidingen bestudeerd en stelt vast dat de leerdoelen passen bij de aangegeven eindkwalificaties. Het auditteam is van oordeel dat de vakomschrijvingen een helder beeld geven van de inhoud en het niveau van het onderwijs, gerelateerd aan de eindkwalificaties van de opleidingen. • Uit het Rapport Evaluatie Theorievakken 2007-2008 en uit de gesprekken met auditteam blijkt dat studenten de leerdoelen van de vakken herkennen en positief waarderen. Overwegingen Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de eindkwalificaties hebben uitgewerkt naar de leerdoelen. Er is een heldere onderbouwing van het curriculum, waardoor het zeer inzichtelijk is waar elke eindkwalificatie in het programma terugkomt. Het auditteam is er van overtuigd dat het programma studenten in staat stelt de eindkwalificaties te behalen.
22/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen • De samenhang in de studieprogramma’s wordt geborgd door de vier leerlijnen uit het didactisch concept van de FdTW (zie facet 2.7). De leerlijnen zijn de leidraad voor de curriculumstructuur en sturend voor de docenten bij de ontwikkeling van een vak. • Verticale samenhang komt naar voren door een concentrische opbouw van het onderwijs. Vakken als wiskunde en programmeervakken, maar ook communicatieve vaardigheden en Engels komen meerdere keren terug in de opleiding ICT, maar dan als uitbreiding van de studiestof. Na het leggen van een basis passen studenten de kennis toe in steeds complexere situaties in de vakken. Het programma ICT is als volgt opgebouwd: - 1e jaar: basisvakken zoals wiskunde, communicatieve vaardigheden, Engels, digitale techniek en programmeren - 2e jaar: verdieping in programmeervakken (software engineering en GUI) naast andere ICT vakken zoals databases, operating systems, GIS en project & Consultancy - 3e jaar: verdieping op vakken uit voorgaande jaren en ICT management, organisatie en bedrijfskunde, ICT change management, entrepreneurship, ICT en recht, organisatiekunde. - 4e jaar: stage en afstuderen Bij de opleiding Elektrotechniek is de concentrische opbouw zichtbaar in vakken zoals Elektrische Netwerken 1 en 2, Elektrische machines 1, 2 en 3 en Elektromagnetisme 1 en 2. Vakken komen bij deze opleiding eveneens meerdere keren terug in het programma als uitbreiding van de studiestof. Het programma Elektrotechniek is als volgt opgebouwd: - 1e jaar: basisvakken zoals wiskunde, natuurkunde, digitale techniek, elektrische netwerken en programmeren - 2e jaar: verdieping in de elektrotechniekvakken - 3e jaar: specialisatie Energietechniek of Telematica - 4e jaar: stage en afstuderen Daarnaast is er bij beide opleidingen verticale samenhang tussen de practica, de projecten, de vierdejaarsstage en het afstuderen. • Horizontale samenhang is er tussen programmeervakken en de bijbehorende practica voor ICT en theorievakken en bijbehorende practica voor Elektrotechniek. Voorbeelden voor ICT hiervan zijn informatica, databases en computernetwerken. Voorbeelden voor Elektrotechniek zijn digitale techniek en het practicum digitale techniek, elektronica en het practicum analoog. Om de practica en projecten goed uit te kunnen voeren, hebben studenten ook de vaardigheden nodig die zij aanleren bij studieloopbaanbegeleiding. Het vak wiskunde heeft voor studenten Elektrotechniek een ondersteunende functie. Bepaalde wiskundige technieken hebben studenten nodig bij vakken als elektrische netwerken en elektromagnetisme.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
23/76
•
•
•
Het auditteam heeft verschillende vakomschrijvingen van beide opleidingen bestudeerd en stelt vast dat de vakken oplopen in moeilijkheidsgraad en complexiteit gedurende het programma. Het auditteam is van oordeel dat de vakken elkaar op logische wijze opvolgen. Door de projecten, practica en excursies gedurende de eerste drie jaar van beide opleidingen bereiden studenten zich inhoudelijk voor op de stage in het vierde jaar. De praktische voorbereiding op de stage vindt plaats in de studieloopbaanbegeleiding. Studenten beoordelen de inhoudelijke samenhang van het programma positief, zo blijkt uit het STO 2010. Daarnaast zijn studenten positief over de aansluiting van het onderwijs op de stages.
Overwegingen Het auditteam is positief over de samenhang in de programma’s van beide opleidingen. Studenten passen de theorie toe in practica en stages. Uit bestudering van de curricula en de vakbeschrijvingen blijkt dat de opleidingen toenemen in complexiteit. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen erin geslaagd zijn een inhoudelijk samenhangend programma aan te bieden. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen • De opleidingen spreiden de studielast over de semesters en de studiejaren. De geplande studielast is opgenomen in de programmaoverzichten in de Studiegids FdTW 2010-2011. • De opleidingen kiezen voor een hoog aantal contacturen van veertien tot twintig uur per week voor de theorievakken met daarnaast drie tot elf uur voor practica en drie tot zes uur voor projecten (afhankelijk van het semester). Hiermee willen de opleidingen de studenten betrokken houden bij de studie. Alle vakken in het eerste jaar hebben sinds 2009-2010 een aanwezigheidsplicht om de uitval tegen te gaan. • De studenten besteden naar eigen zeggen gemiddeld tussen de veertig en 45 uur per week aan de studie, zo blijkt uit het gesprek met het auditteam. Uit de STO 2010 blijkt dat studenten minder positief zijn over de tijd die de student naast de contacturen overhoudt voor de studie. De opleidingen geven aan dat uit gesprekken met studentenpanels blijkt dat het een kwestie van planning en prioriteitstelling is en dat de studielast in de praktijk goed te hanteren is. Studenten geven in het gesprek met het auditteam hetzelfde beeld weer. De opleidingen bekijken momenteel of het mogelijk is om het aantal contacturen omlaag te brengen door bepaalde vakken te combineren. • De opleidingen hebben afspraken gemaakt over tentamenperiodes, herkansingen, de inlevertermijn van verslagen en de termijn waarbinnen het beoordelingsresultaat van tentamens en verslagen bekend moet zijn. Dit is vastgelegd in het Toetsbeleid en in de Tentamen- en Frauderegeling UNA 2006. Binnen drie werkdagen nadat een cijfer bekend
24/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
•
is gemaakt worden de cijfers geregistreerd in ProgRESS WWW. De opleidingen organiseren inzagedagen, zodat studenten het cijfer en de beoordeling in kunnen zien. Een struikelvak voor beide opleidingen is wiskunde, zo blijkt uit het gesprek met studenten. Het vak wiskunde wordt faculteitsbreed aangeboden aan alle techniekstudenten. De docent wiskunde differentieert in de lessen wel tussen de verschillende opleidingen, zo blijkt uit het gesprek met de docent. Het auditteam heeft de inhoud van de wiskundemodulen bestudeerd en stelt vast dat studenten een flinke dosis wiskunde te verwerken krijgen. Daarbij vraagt het auditteam zich af of deze hoeveelheid wiskunde voor elke opleiding relevant is. Mede ingegeven door het feit dat veel studenten op het vak wiskunde studievertraging oplopen of gedemotiveerd raken voor de opleiding. Uit het gesprek met werkveldvertegenwoordigers blijkt dat zij een hoog niveau wiskunde verwachten en dat het een bepaalde status heeft als studenten deze hoeveelheid wiskunde aankunnen. Het opleidingsmanagement geeft het auditteam aan dat zij sinds dit academisch jaar (2010-2011) begonnen is met het specifieker vaststellen van de hoeveelheid wiskunde per opleiding. De resultaten daarvan en de reacties van het werkveld daarop moeten nog blijken. Studenten krijgen in de eerste twee jaren van hun opleiding intensieve studieloopbaanbegeleiding waarin hun ontwikkeling, leerproces en voortgang centraal staan. Studenten hebben hiervoor individuele gesprekken met een studieloopbaanbegeleider. Studenten waarderen de studieloopbaanbegeleiding met name om het leren plannen, waarbij zij praktische handvatten krijgen om hun tijd goed in te delen. De opleidingen hanteren een drempelregeling in het eerste studiejaar om de studenten te laten bepalen of de opleiding een goede keuze is: studenten moeten aan het einde van het eerste jaar minimaal vijftig procent van de studiepunten hebben behaald en daarnaast moeten de studenten het eerste studiejaar in maximaal twee jaar afronden. De regeling is opgenomen in de OER FdTW 2010-2011, in de Studiegids FdTW 2010-2011 en op Blackboard. Daarnaast zijn er drempels om met de stage en het afstudeerproject te mogen beginnen. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de wijze waarop de opleidingen kleine belemmeringen oppakken en aanpassen. Door de kleinschaligheid van de opleidingen worden aanpassingen snel gedaan, studenten zijn hierover tevreden.
Overwegingen De studenten van beide opleidingen hebben veel contacturen gedurende hun opleiding. Door de kleinschaligheid van de opleidingen worden kleine belemmeringen snel opgepakt, zo blijkt uit het gesprek met studenten. De studenten ervaren het vak wiskunde als struikelvak. Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen kunnen differentiëren in de hoeveelheid wiskunde per opleiding. Het is niet voor elke opleiding even relevant dat studenten deze hoeveelheid wiskunde verwerken. De opleidingen erkennen deze mogelijkheid en zijn reeds gestart met een pilot waarbij de wiskunde in de context van de specifieke opleiding wordt aangeboden. De resultaten daarvan en de reacties van het werkveld daarop moeten nog blijken. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen, kanttekeningen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende voor beide opleidingen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
25/76
Instroom (facet 2.5) Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen • Studenten worden toegelaten tot de opleidingen met een havo- of vwo-diploma met het profiel Natuur & Techniek, een diploma MTS (Secundair Beroeps Onderwijs, niveau 4) met het hbo-doorstroomprofiel (wiskunde) of een colloquium doctum indien ze niet beschikken over voorgaande diploma’s en ouder zijn dan 23 jaar. • Aspirant-studenten met een havo-, vwo- of SBO niveau 4 diploma, die niet het vereiste profiel hebben kunnen toegelaten worden als ze voldoen aan de eisen van de zomercursus wiskunde, die 48 uur duurt. De instroomeisen zijn vermeld in de Studiegids FdTW, op de website van de UNA en in folders. De opleidingen onderzoeken de mogelijkheid om voor studenten met deficiënties in het Nederlands een bijspijkercursus aan te bieden. • Alle studenten nemen aan het begin van het eerste jaar deel aan een plaatsingstoets wiskunde. Studenten die hiervoor een onvoldoende halen, moeten de bijspijkercursus wiskunde volgen. De opleidingen geven aan dat hierdoor meer studenten de reguliere toets halen dan voorheen. • Om de aansluiting te verbeteren, leggen de opleidingen contact met de toeleverende scholen. De opleidingen informeren de havo-scholen over de eisen van de UNA aan wiskunde, natuurkunde en taal en besteden aandacht aan de aansluitingsproblemen. De opleidingen organiseren open dagen, meeloopdagen en zijn vertegenwoordigd op de jaarlijkse studie- en beroepenmarkt om studenten voor te lichten over hun studie. • Studenten kunnen vrijstellingen voor een vak aanvragen bij de decaan met een bewijs van elders behaalde studieresultaten. De decaan overlegt met de docent van het vak en neemt het besluit voor het verlenen van een vrijstelling. Deze regeling is vastgelegd in de OER 2009-2010. • Het lesrooster en de vakkenstructuur van de opleidingen sluiten aan op de werkwijze die studenten gewend zijn van hun vooropleiding, zo melden de opleidingen. In het eerste jaar is de docentsturing groot, omdat studenten moeten wennen aan het zelfstandig werken. In de loop van de studie krijgen de studenten meer eigen inbreng, met name in de projecten en in de afstudeerfase. • Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij moeite hebben met de aansluiting op de vooropleiding qua vorm. Studenten moeten wennen aan de voor hen nieuwe manier van leren en het plannen van alle werkzaamheden voor de opleidingen. Studieloopbaanbegeleiding draagt in positieve zin bij aan het ontwikkelen van studievaardigheden van studenten. Ouderejaarsstudenten merken op dat zij bij de huidige eerstejaars verbeteringen zien in de wijze waarop deze begeleid worden bij het aanleren van studievaardigheden. • Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van hun opleiding op hun vooropleiding. Studenten zijn daarnaast positief over de mate waarin zij in het eerste jaar een beeld krijgen van hun studie.
26/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Overwegingen Studenten hebben bij aanvang van hun opleiding moeite met de manier van studeren. Ze hebben veel contacturen op school en moeten wennen aan de nieuwe leeromgeving. Studieloopbaanbegeleiding draagt in positieve zin bij aan het ontwikkelen van studievaardigheden van studenten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten/european credit points. Bevindingen • De opleidingen hebben de studieduur uitgedrukt in studiebelastingsuren en de studielast in studiepunten. De studielast is 240 EC, de totale studieduur komt met 28 studie-uren voor elk EC uit op 6720 uur. • De studiepunten zijn per studiejaar en daarbinnen per semester verantwoord in de OER 2010-2011 en in de Studiegids FdTW 2010-2011. Overwegingen Het auditteam constateert dat de opleidingen voldoen aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum van 240 studiepunten. Conclusie De opleidingen hebben aan de eisen van dit facet voldaan.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7) Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen • Uit de Onderwijsvisie en didactisch concept van de Faculteit der Technische Wetenschappen, UNA 2008 blijkt dat het onderwijs kwalificatiegericht is en dat studenten deze kwalificaties voor startbekwame beroepsbeoefenaren verwerven in herkenbare beroepssituaties. Deze onderwijsvisie is gebaseerd op acht uitgangspunten over de inhoud en vormgeving van het onderwijs. De uitgangspunten sluiten aan bij de doelstellingen van de opleidingen. • De uitwerking van het didactisch concept is terug te zien in het programma door de gerichtheid op de beroepspraktijk en het werken met beroepsgerichte casuïstiek, activerend onderwijs door onderzoeken, leidinggeven en plannen opstellen, toenemende complexiteit en afnemende docentsturing en het stimuleren van de zelfstandigheid van studenten.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
27/76
•
•
•
De opleidingen van de FdTW hebben de onderwijsvisie uitgewerkt in een didactisch concept met vier leerlijnen: de theoretische leerlijn (vijftig procent), een praktijklijn (25 procent), een projectlijn (tien tot vijftien procent) en een studieloopbaanlijn (vijf tot tien procent). De theoretische leerlijn vormt de kennis- en vaardigheidsbasis voor de toepassing in de projecten- en praktijklijn. De werkvormen bij deze leerlijnen zijn hoor- en werkcolleges. De praktijklijn bestaat uit bedrijfsbezoeken, de stage en het afstuderen om de geleerde kennis en vaardigheden toe te passen. In de projectlijn lossen studenten individueel of in groepen actuele vraagstukken en casussen op. In de studieloopbaanlijn leren studenten kritisch te kijken naar het eigen functioneren en dat van anderen. Werkvormen hierbij zijn individuele gesprekken en groepsbijeenkomsten. Studenten werken hiervoor aan opdrachten en stellen een portfolio samen. Andere onderwijs- en werkvormen zijn practica, presentaties en trainingen. In het gesprek met het auditteam geven studenten aan dat zij de afwisseling in werkvormen waarderen en dat zij graag meer aan projecten zouden willen werken. Studenten geven daarnaast aan dat de verhouding tussen theorie en praktijk in hun opleiding goed is. Studenten beoordelen de afwisseling in werkvormen positief in het STO 2010.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat het didactisch concept van de opleidingen adequaat is om de eindkwalificaties van de opleidingen te bereiken. Het onderwijs past bij de doelstellingen van de opleidingen, die gebruik maken van een breed palet aan werkvormen. Er wordt relatief veel klassikaal onderwijs gegeven. Dit past bij de doelstellingen van de opleidingen en bij de context waarin de studenten leren. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Beoordeling en toetsing (facet 2.8) Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen • De opleidingen van de FdTW hebben in Toetsbeleid 2009 twaalf richtlijnen geformuleerd om de kwaliteit van de toetsing en beoordeling te bevorderen. In het toetsbeleid is omschreven hoe de verschillende onderdelen van de opleidingen worden getoetst. Per leerlijn zijn verschillende toetsvormen beschreven en vastgesteld om de aansluiting tussen het leerdoel en de toetsvormen te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn mondelinge en schriftelijke toetsen, werkstukken (theoretische leerlijn), practicaverslagen, verslagen van bedrijfsbezoeken, stageverslagen en de afstudeerscriptie (praktijklijn), ontwerpwerkstukken, verslagen en presentaties (projectenlijn), verslagen, portfolio’s en presentaties (studieloopbaanlijn). De toetsvormen en de beoordelingscriteria worden aan het begin van een semester aan studenten bekend gemaakt in een course outline.
28/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
•
•
•
•
•
Feedback op opdrachten en casussen is onderdeel van de cursus en draagt bij aan studiesucces en het juiste studiegedrag van studenten. Feedback geven gebeurt door medestudenten, externe deskundigen en docenten na een groepspresentatie van de eindproducten van projecten of tijdens projectbijeenkomsten door begeleiding van docenten en extern deskundigen. Tijdens inzagemomenten, die ingeroosterd worden, krijgen studenten feedback op schriftelijke tentamens. Toetsing vindt niet alleen aan het einde van een periode plaats, maar ook gedurende de lesperiode. In de meeste vakken worden meerdere toetsen gebruikt om de ontwikkeling van een student te beoordelen, zoals Telecommunicatie (beide opleidingen) waarin studenten een schriftelijk tentamen maken en werken aan een aantal groepsprojecten. Een ander voorbeeld is Software Engineering met een schriftelijk tentamen, een aanwezigheidsplicht, een aantal quizzen en een opdracht. De beoordeling van de stage gebeurt aan de hand van een rapportage stageopdracht en een reflectie door de student. De beoordelingscriteria hiervoor zijn beschreven in de Stagehandleiding 2010-2011 en bestaan uit werkhouding, verslaglegging en presentatie. In de Afstudeerhandleiding 2010-2011 zijn de beoordelingscriteria voor de afstudeerfase beschreven, zoals werkhouding, inhoudelijk niveau van de rapportage, vormaspecten van de rapportage en presentatie. De opleidingen zorgen ervoor dat de toetsen transparant, valide en betrouwbaar zijn door de toeten vooraf en achteraf te laten beoordelen door de examencommissie (OER 20102011). Er wordt zoveel mogelijk met absolute cesuur gewerkt. De taken van de examencommissie zijn opgenomen in de OER en bestaan uit kwaliteitsbewaking van toetsen, advisering bij fraudegevallen, opstellen van richtlijnen voor toetsafname en het toekennen van cum laude of summa cum laude. Vaste docenten en gastdocenten hebben in mei 2009 een vijfdaagse workshop toetsbeleid gevolgd, gegeven door een toetsdeskundige van een Nederlandse hogeschool. Daarin kwamen de introductie van het toetsbeleid en het verbeteren van de toetsconstructie aan bod. Het toetsbeleid is vanaf mei 2009 stapsgewijs geïmplementeerd. Het auditteam heeft van beide opleidingen verschillende toetsen en opdrachten bestudeerd. Het auditteam stelt vast dat de toetsen aansluiten op de lesstof en op de leerdoelen. De toetsen zijn afwisselend en getuigen van een opbouw in moeilijkheidsgraad gedurende de opleiding. In de vakbeschrijvingen zijn de beoordelingscriteria en de wijze van toetsing helder uitgewerkt. Studenten werken tevens aan groepsopdrachten, waarbij zij elke week overleg hebben met de docent. Uit het gesprek met de studenten blijkt dat zij in deze overleggen ook ingaan op het thema meeliften. Studenten geven aan dat door het overleg en het feit dat elke student bevraagd wordt over het geheel van de opdracht, meeliften wordt voorkomen. Het auditteam is onder de indruk van de wijze waarop de opleidingen de kwaliteit van de toetsing borgen. Het auditteam heeft van verschillende toetsen de beoordeling van de examencommissie bestudeerd. De examencommissie hanteert een criterialijst met daarin onderdelen waar de toets aan moet voldoen. Binnen drie jaar wordt elke toets ten minste één maal beoordeeld. Daarnaast worden alle nieuwe toetsen en toetsen van gastdocenten voor afname door de examencommissie beoordeeld.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
29/76
•
Uit het STO 2010 blijkt dat studenten positief zijn over de duidelijkheid over welke stof getoetst zal worden en over de wijze van beoordeling van tentamens. Daarnaast zijn zij positief over de feedback van docenten bij opdrachten en werkstukken.
Overwegingen Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de kwaliteit van de toetsen borgen door middel van de examencommissie. De toetsen worden beoordeeld op zowel inhoud als op randvoorwaardelijke zaken. Uit bestudering van het toetsmateriaal blijkt dat de toetsen aansluiten op de leerstof. En dat de toetsvormen aansluiten op het geboden onderwijs. Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen meeliften voorkomen in groepswerk. De beoordelingscriteria zijn helder geformuleerd in de vakbeschrijvingen. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen over een adequaat systeem van toetsing beschikken, wat er voor zorgt dat studenten getoetst worden op het al dan niet behalen van de leerdoelen en uiteindelijk de eindkwalificaties. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen. Samenvattend oordeel Programma Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Programma’ positief voor beide opleidingen.
2.3
Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen • De opleidingen zetten drie typen vaste docenten in binnen de faculteit: docenten die ingezet worden als theoriedocent (academisch geschoold), als laboratoriumdocent (hbogeschoold) en als laboratoriummedewerker (mbo-geschoold). Daarnaast maken de opleidingen gebruik van lokale en internationale gastdocenten uit de beroepspraktijk. • Van de acht vaste docenten die bij ICT en Elektrotechniek worden ingezet hebben er vijf docenten ervaring opgedaan in de beroepspraktijk alvorens zij docent werden, zo blijkt uit bestudering van de cv’s van de docenten. • De docenten onderhouden contacten met de beroepspraktijk door opdrachten te ontwikkelen in samenwerking met bedrijven of overheidsinstellingen. Voorbeelden hiervan zijn het ontwerpen van een applicatie voor een leerlingvolgsysteem in het funderend onderwijs en het ontwikkelen van een website voor een stichting, bedrijf of organisatie. Daarnaast onderhouden docenten contacten bij de begeleiding van studenten die op Curaçao stage lopen en zijn alle vaste docenten afstudeerbegeleider. Verder nemen docenten deel aan de bijeenkomsten van de werkveldcommissie en onderhouden zij contacten met de gastdocenten.
30/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
De faculteit zet ongeveer vijftig gastdocenten uit de beroepspraktijk in de opleidingen in. Voorbeelden van vakken waarbij er een gastdocent is betrokken zijn Project en Consultancy (IT) en Inleiding Signaaltheorie (Elektrotechniek) door gastdocenten van Aqualectra Distribution en bij andere vakken de Bank van de Nederlandse Antillen. Daarnaast zetten de opleidingen gastsprekers in uit het bedrijfsleven of andere deskundigen. Uit het gesprek met docenten en het opleidingsmanagement blijkt dat de gastdocenten gekoppeld zijn aan specifieke vaste docenten. Elke vaste docent is aanspreekpunt voor een aantal gastdocenten en is verantwoordelijk voor het vertalen van de actuele inbreng van de gastdocent in het onderwijs. In de praktijk blijkt deze werkwijze zeer succesvol. Studenten zijn zeer tevreden over de praktijkkennis van de docenten, blijkt uit het gesprek met studenten en het STO 2010. Het auditteam is er van overtuigd dat de opleidingen met deze werkwijze een borging heeft aangebracht in het vastleggen van de actuele inbreng van de gastdocenten. De UNA is eigenaar van het onderwijs, ook als gastdocenten het onderwijs ontwikkelen. Uit het gesprek met de docenten blijkt dat docenten actief zijn in het actueel houden van beide opleidingen. Voorbeelden van thema’s die men volgt zijn maintenance management, alternatieve energie en duurzaamheid. Studenten zijn tevreden met de mate waarin de docenten op de hoogte zijn van de beroepspraktijk, zo blijkt uit het STO 2010 en uit het gesprek met het auditteam. Studenten zijn zeer tevreden met de casuïstiek die de docenten inbrengen in de lessen. In veel gevallen zijn het projecten/cases waar de docent op dat moment in zijn praktijk aan werkt.
Overwegingen Door de intensieve contacten tussen vaste docenten en gastdocenten blijven de vaste docenten op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Daarnaast werken zij aan projecten voor het lokale bedrijfsleven en zijn zij betrokken bij vergaderingen met de werkveldadviescommissie. Het auditteam is onder de indruk van de wijze waarop de opleidingen de actuele beroepspraktijk in de opleidingen borgen. Het auditteam vindt het positief dat de UNA eigenaar is van de onderwijseenheden, ook als gastdocenten deze hebben ontwikkeld. Het auditteam is er van overtuigd dat door de gecombineerde inzet van vaste en gastdocenten de verbinding tussen de beroepspraktijk en de opleidingen gelegd wordt. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen • De opleidingen hebben acht vaste docenten met een omvang van acht fte en daarnaast zijn er achttien gastdocenten met een omvang van 3,3 fte. Daarnaast zijn er nog twee vaste docenten met twee fte voor de vakken wiskunde en het practicum informatica en negen gastdocenten met 1,3 fte die FdTW-breed worden ingezet. De gemiddelde docent-
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
31/76
•
•
•
• •
studentratio van de faculteit is 1:12. De opleidingen ICT en Elektrotechniek hebben een docent-studentratio van 1:13. Naast het onderwijzend personeel is er drie fte ondersteunend personeel. De decaan besteedt negentig procent van de beschikbare tijd aan managementtaken en de overige tien procent zijn bestemd voor lestaken. De docenten zijn goed bereikbaar voor de studenten, zij kunnen ook buiten de lessen om terecht bij de docenten voor vragen en begeleiding. Dit veroorzaakt soms extra werkdruk voor de docenten, maar zij geven aan dat dit niet leidt tot problemen. Docenten geven in het gesprek met het auditteam daarnaast aan dat de werkdruk met pieken hoog is, maar dat zij over het algemeen voldoende tijd hebben om het onderwijs te verzorgen. De opleidingen schrijven in het zelfevaluatierapport dat er weinig verloop is in de docententeams. Bij de vaste docenten blijft negentig procent tot aan het pensioen werkzaam binnen de FdTW. Ook de gastdocenten zijn trouw aan de faculteit. De meerderheid (tachtig tot negentig procent) blijft langer dan vijf jaar binnen de FdTW werkzaam. Het ziekteverzuim van de FdTW bedraagt minder dan drie procent en wordt sinds begin 2009 bij de faculteit geregistreerd. Uit het STO 2010 blijkt dat studenten positief zijn over de contacten die zij met de docenten hebben. Uit het gesprek blijkt tevens dat docenten goed bereikbaar zijn, dat geldt voor vaste docenten en voor gastdocenten.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen voldoende personeel inzetten om de opleiding te verzorgen (docent-studentratio 1 : 13 voor beide opleidingen). Docenten kunnen het onderwijs uitvoeren in de tijd die ervoor staat en studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de docenten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen • De doelstellingen van het opleidingsbeleid voor docenten van de faculteit zijn vastgelegd in het Professionaliseringsplan FdTW 2009. Een voorbeeld is het verbeteren van de promotiemogelijkheden voor docenten. Daarnaast heeft de faculteit een Beleidsnotitie Inzet Gastdocenten 2006 voor de inzet van vakinhoudelijke deskundigen uit de beroepspraktijk. De UNA heeft de functies voor het personeel herzien en vastgelegd in Concept Functiebeschrijvingen (2009, concept). • Op basis van de bestudeerde cv’s stelt het auditteam vast dat de docenten gekwalificeerd zijn voor het geboden onderwijs. Van de vaste docenten hebben vier docenten een relevante WO-opleiding en twee docenten een relevante hbo-opleiding. Van de twee docenten die bij alle drie afdelingen van de FdTW lesgeven is één docent hbo-geschoold
32/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
•
•
•
• •
en één docent gepromoveerd. De didactische vaardigheden van (gast)docenten worden geëvalueerd in vakevaluaties. Docenten hebben jaarlijks een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Scholing en ontwikkeling zijn een vast gespreksonderwerp tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek. De verslagen van deze gesprekken worden opgenomen in een personeelsdossier dat centraal wordt beheerd. Alle vaste docenten krijgen trainingen didactiek en ontwikkelen van toetsen. Voorbeelden hiervan zijn de workshop Eindtermen & Leerdoelen in Course Outlines 2008 en de workshop Toetsbeleid, 2009. De vaste docenten hebben 5% van hun tijd beschikbaar voor deskundigheidsbevordering. Van beginnende vaste docenten wordt de inwerkbehoefte individueel bepaald. Zij worden begeleid door een ervaren docent. Voor het volgen van opleidingen en cursussen binnen de UNA maken docenten gebruik van de Studieregeling UNA, 2005. Voorbeelden van cursussen die docenten hebben gevolgd zijn Labview & radioamateur, MBA-IT en Pedagogisch getuigschrift. Vaste docenten kunnen op eigen initiatief een verzoek voor verdere professionalisering bij de decaan indienen. Daarnaast wonen docenten internationale en lokale seminars bij, bijvoorbeeld de jaarlijkse conferentie Waterplatform, workshops Linux en Microsoft solutions for education. Docenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij de ontwikkelingen in het vakgebied in Nederland en de Verenigde Staten nauwlettend volgen met behulp van digitale bronnen en updates. Gastdocenten worden ingezet vanwege hun vakinhoudelijke kennis en onderwijservaring en daarnaast hebben een aantal gastdocenten internationale kennis of onderzoeksexpertise. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de kwaliteit van de docenten. Docenten brengen de leerstof duidelijk en helder over en maken gebruik van verschillende werkvormen. Studenten zijn tevreden over de docenten, zo blijkt uit het STO 2010. De actuele vakkennis en de manier van lesgeven worden positief beoordeeld. Uit Vakevaluaties onder studenten blijkt dat studenten vinden dat docenten een heldere uitleg geven, dat het contact tussen docent en student goed is en dat de docent de colleges goed voorbereidt.
Overwegingen Het auditteam stelt op basis van bestudering van cv’s van docenten en gesprekken met studenten en docenten vast dat docenten gekwalificeerd zijn om het onderwijs te verzorgen. Studenten zijn tevreden met de vakinhoudelijke en didactische kwaliteiten van docenten. De faculteit geeft docenten de ruimte om zich te scholen en verder te ontwikkelen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen. Samenvattend oordeel Inzet van personeel Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Inzet van personeel’ positief voor beide opleidingen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
33/76
2.4
Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen • Ondersteunende diensten ontwikkelen het voorzieningenbeleid op UNA-niveau. Dit is vastgelegd in het Beleidsplan Facilitaire Dienst 2006-2010. De opleidingen kunnen daarop invloed uitoefenen door hun wensen aan te geven. De taken en werkzaamheden van de ondersteunende diensten zijn opgenomen in de Studiegids FdTW 2010-2011. • De UNA beschikt over verschillende algemene voorzieningen voor studenten. - Het Computer Centrum ondersteunt studenten met technische faciliteiten, zoals draadloos internet, registratie, printen en scannen. In het computerlokaal kunnen studenten op één van de vijftien computers werken aan projecten, verslagen en eindscripties. Daarnaast kunnen studenten hun eigen laptop aansluiten. - De afdeling Studentenadministratie en Informatievoorziening verzorgt de inschrijving, herinschrijving, uitschrijving, schoolverklaringen en de cijferadministratie. Cijfers worden gepubliceerd op ProgRESS WWW. - UNA heeft een Career Center dat studenten de mogelijkheid biedt om binnen of buiten de UNA stage te lopen, het verzorgt sollicitatietrainingen voor studenten en beheert een database met bedrijven die op zoek zijn naar studenten die een parttime baan, stageplek of afstudeerplek nodig hebben. Voor (pas) afgestudeerden heeft het Center vacatures van bedrijven. - Studenten (bijvoorbeeld van andere eilanden) kunnen gebruik maken van de studentenhuisvesting op het UNA-terrein en daarnaast zijn er maaltijdvoorzieningen. Verder heeft UNA diverse sportfaciliteiten en een eigen sportvereniging S.V.U.N.A. • In het Library and Research Services Beleidsplan 2009-2010 zijn de doelstellingen voor de bibliotheek beschreven. Jaarlijks is er een afdelings-/coördinatorenoverleg en overleg met docenten en gastdocenten voor afstemming over de benodigde literatuur en het studiemateriaal. De studenten beschikken via de bibliotheek over actuele boeken, vakliteratuur, elektronische media en studiemateriaal. Databases kunnen ter plekke worden geraadpleegd in de studiezaal en op de studiewerkplekken. Het auditteam heeft een bezoek gebracht aan de bibliotheek en is aldaar rondgeleid. De bibliothecaris verzorgt in overleg met de opleidingen cursussen voor studenten in het vinden en verwerken van informatie. Het auditteam is positief over de leerlijn die ontwikkeld is door de bibliotheek. De leerlijn loopt door het gehele curriculum van de opleidingen heen en brengt studenten kennis over het vinden en toepassen van informatiebronnen bij. Het auditteam heeft vastgesteld dat de studenten via de bibliotheek voldoende toegang hebben tot relevante literatuur. • De lesruimtes variëren in omvang en inrichting en zijn geschikt voor groepen van twee tot tweehonderd personen. Studenten maken veel gebruik van de studentwerkplekken in de gebouwen en in de open lucht (in de schaduw van bomen). Vaste medewerkers beschikken over een eigen werkruimte. Iedere medewerker heeft een eigen computer of een laptop met internetverbinding. • De opleidingen beschikken over de simulatieprogramma’s Labview, Digsilent, SCADA, Multisim, Ultiboard en Microcontrollerboard. Er is een groepswerkplek voor twintig tot 25 personen, er zijn groepswerkplekken voor vijf tot tien personen, twee labs voor vijftien tot
34/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
twintig personen met een freesmachine voor printplaten en meetapparatuur zoals een oscilloscoop, een multimeter, een functiegenerator en een poweranalyzer. Specifiek voor de opleidingen is de multifunctionele computer/router/server rack. De opleidingen geven aan dat de faciliteiten voldoen, maar dat een update gewenst is. De faculteit streeft voor alle opleidingen naar modernisering. Verbeterpunten zijn de apparatuur in de laboratoria en ruimtes waarin studenten in kleine groepen kunnen werken. Het auditteam deelt het streven naar modernisering van beide opleidingen. Het auditteam is rondgeleid op de opleidingen en stelt vast dat de apparatuur voldoet, en overeenkomt met de situatie in de lokale beroepspraktijk, maar dat vernieuwing van de apparatuur gewenst is. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn met de voorzieningen, maar dat zij tevens enkele verbeterpunten zien. Zo is het wireless internet systeem soms langzaam en ICT- studenten geven aan dat zij graag over meerdere servers beschikken. Blackboard is het primaire informatieplatform van de faculteit. Studenten krijgen via Blackboard informatie over vakken (course outlines), zoals powerpoint presentaties, oefententamens en achtergrondinformatie bij vakken. Daarnaast vinden studenten er roosters, mededelingen en andere belangrijke documenten van de faculteit.
Overwegingen De opleidingen beschikken over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen. Het auditteam is positief over de algemene UNA-voorzieningen, voorzieningen in de bibliotheek en de Blackboardvoorzieningen. Het auditteam is van oordeel dat de technische apparatuur en het wireless netwerk een upgrade behoeven. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en opmerkingen over de technische apparatuur en het netwerk komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende voor beide opleidingen.
Studiebegeleiding (facet 4.2) De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen • Studieloopbaanbegeleiding maakt onderdeel uit van de studieloopbaanlijn en omvat vier studiepunten in het eerste studiejaar. Bij aanvang van de studie krijgen alle studenten een studieloopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen. De rol en de taken van de slb’er zijn vastgelegd in de Handleiding Studieloopbaanbegeleiding 2010-2011. De slb’er is gedurende de hele studie het eerste aanspreekpunt voor de student voor de studievoortgang. Studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in groepsbijeenkomsten en in individuele gesprekken. In het eerste studiejaar is er aandacht voor kennismaking met de UNA, de faculteit en de opleiding, studievaardigheden en het toekomstige beroep. Later in de studie ligt het accent op bijvoorbeeld stagevoorbereiding. Studieloopbaanbegeleiding vindt op facultair niveau plaats.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
35/76
•
•
•
•
•
•
•
Het auditteam heeft het programma van de studieloopbaanbegeleiding bestudeerd en is hier positief over. Voor de eerste twee semesters van beide opleidingen is een handleiding voor studenten uitgewerkt met daarin de course outlines voor studieloopbaanbegeleiding. Studenten krijgen een uitgebreid programma aangeboden, waarbij zij onder andere werken aan leervaardigheden, leerstijlentesten en actief studeren. De opleidingen geven aan dat de studieloopbaanbegeleiding verder in het programma nog uitgewerkt moet worden. De studentendecaan is de tweede vorm van begeleiding. De slb’er of de dean kan de student doorverwijzen of de student neemt op eigen initiatief contact op. De opleidingen geven aan dat in de praktijk jaarlijks vijf à zes studenten worden doorverwezen, bijvoorbeeld voor een beroepskeuzetest. Studenten, decanen en de officemanagers hebben toegang tot ProgRESS WWW om de studievoortgang in de gaten te houden om te zien of een student op schema ligt. De gegevens over studievertraging kunnen aanleiding zijn voor een gesprek. Bij stage en afstuderen is er begeleiding van een stagementor of een bedrijfsbegeleider (bij werk- of praktijksituatie) en vanuit de opleiding door een docent. Studenten die hun stage in Nederland uitvoeren worden begeleid door een docent van een hogeschool waarmee de UNA een samenwerkingsverband heeft. De protocollen hiervoor zijn vastgelegd in de Stagehandleiding 2010-2011 en de Afstudeerhandleiding 2010-2011. De opleidingen zetten voor de informatievoorziening verschillende media in. Bij de start van het collegejaar zijn er voorlichtingsbijeenkomsten. De meeste informatie wordt verspreid via de Studiegids FdTW 2010-2011 en Blackboard. Op Blackboard zijn beleidsen onderwijskundige documenten geplaatst evenals roosters, toetsinformatie, cijfers en mededelingen. Verder worden vacatures en stageplaatsen van binnen en buiten de UNA op Blackboard vermeld. Daarnaast bevatten de semesterhandleidingen informatie over het programma van dat semester, waaronder de course outlines. Studenten zijn in het algemeen tevreden over de informatieverstrekking (Informatie over de inhoud van de opleiding, informatie via Blackboard en ProgRESS WWW). Omdat de score voor informatie over de inhoud van beide opleidingen iets lager lag in 2008, hebben de opleidingen de informatie op Blackboard verbeterd, de studiegids vernieuwd en de OER aangepast. De resultaten over informatievoorziening in het STO 2010 zijn verbeterd ten opzichte van 2008. Het panel heeft vastgesteld dat op Blackboard nog niet alle informatie over modulen is te vinden. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de studiebegeleiding. Studenten kunnen altijd bij een docent of begeleider terecht. Studenten zijn positief over de persoonlijke aandacht in de studieloopbaanbegeleiding die gericht is op hun specifieke situatie. Daarnaast zijn zij ook positief over de persoonlijke aandacht die docenten hen geven.
Overwegingen Het auditteam is van oordeel dat studenten in ruime mate begeleid worden bij de studie. De opleidingen beschikken over een studieprogramma dat gericht is op studieloopbaanbegeleiding. Studenten waarderen de persoonlijke aandacht die zij krijgen van de slb’er en van de docenten. De informatievoorziening naar studenten toe verloopt goed. De opleidingen gebruiken daarbij Blackboard als digitaal medium, dat overigens nog niet de complete informatie bevat van alle studieonderdelen. Door veel persoonlijk contact van docenten met de studenten is, aldus de studenten, ontbrekende informatie snel beschikbaar. De opleidingen geven aan dat de
36/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
studieloopbaanbegeleiding verder in het programma (jaar 2, 3 en 4) nog uitgewerkt moet worden. Overigens heeft het auditteam kunnen vaststellen dat studenten de begeleiding zeer positief waarderen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen. Samenvattend oordeel Voorzieningen Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Voorzieningen’ positief voor beide opleidingen.
2.5
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten (facet 5.1) De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen • Het kwaliteitszorgbeleid van de UNA is vastgelegd in Het kan altijd beter. Beleidskader kwaliteitszorg UNA 2006-2010. De faculteit heeft het beleid voor het primaire proces en de ondersteunende processen beschreven in Systeem interne kwaliteitszorg FdTW 2009. Dit sluit aan bij de strategische doelen van de UNA Delivering future leaders of the Carribean, Strategic Plan UNA 2006-2010. De kwaliteitseisen zijn ontleend aan het NVAO beoordelingskader voor hbo-bacheloropleidingen. • Alle medewerkers van de faculteit zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg: De afdelingsteams zijn verantwoordelijk voor de doelstellingen, het programma en het niveau. De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing, de beoordeling en de examinering. De decaan is verantwoordelijk voor het personeel en de voorzieningen. De studieloopbaanbegeleider ten slotte is verantwoordelijk voor de begeleiding van de studenten in hun studieloopbaan. • Het kwaliteitsteam heeft een centrale positie in het kwaliteitsbeleid en bestaat uit de decaan, de programmamanager, een vertegenwoordiger van de afdelingen Bouwkunde & Civiele Techniek, Industriële Technologie en ICT & Elektrotechniek, de officemanager en de onderwijskundige beleidsmedewerker op instellingsniveau. Het team stelt het kwaliteitsbeleid vast. Andere taken zijn het monitoren, evalueren, bijstellen en (mede) uitvoeren van het interne kwaliteitssysteem van de FdTW. • De resultaten van de vakevaluaties vormen de input voor functionerings- en beoordelingsgesprekken met medewerkers. Indien nodig worden concrete verbeteractiviteiten afgesproken. De uitkomsten van de evaluaties worden eveneens gebruikt voor het bijstellen van het programma en/of programmaonderdelen. • De faculteit hanteert diverse instrumenten om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken: vak- en curriculumevaluaties (driejaarlijks), evaluaties van de stage (door bedrijven en studenten, jaarlijks), evaluaties van het afstudeertraject (jaarlijks), beoordeling toetsen verspreid over een driejarige cyclus waarin twee maal per jaar de kwaliteit door de examencommissie wordt beoordeeld, evaluaties van samenwerkingsovereenkomsten met internationale instituten (driejaarlijks), evaluatie van de eindkwalificaties (driejaarlijks),
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
37/76
•
bijeenkomsten van de werkveldcommissie en alumni over de aansluiting van de opleidingen bij de beroepspraktijk (jaarlijks) en evaluaties onderwijs en organisatie (door het studentenpanel, vier maal per jaar). Daarnaast zijn er nog twee kwaliteitsinstrumenten van de UNA: het studenttevredenheidsonderzoek (STO, tweejaarlijks) en het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO, tweejaarlijks vanaf 2010). De FdTW heeft de volgende normen vastgesteld voor de scores op evaluaties: < 2,5 ondermaats; 2,5 – 3 verbeterpunt op korte termijn; 3 – 3,5 goed; >3,5 zeer goed.
Overwegingen De opleidingen sluiten aan bij het systeem voor interne kwaliteitszorg van de faculteit, dat is geënt op de uitgangspunten van de universiteit. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen via verschillende evaluatie-instrumenten toetsen in hoeverre betrokkenen tevreden zijn over de gedefinieerde kwaliteitsaspecten van beide opleidingen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Maatregelen tot verbetering (facet 5.2) De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen • Uitgangspunt van het Beleidskader Kwaliteitszorg UNA 2006-2010 en de nota Systeem Interne Kwaliteitszorg FdTW is dat evaluaties leiden tot aantoonbare verbetermaatregelen als daar aanleiding toe is. • Het kwaliteitsteam verzamelt de uitkomsten van de evaluaties en verspreidt deze onder de direct verantwoordelijken, zoals de afdelingsteams. Zij formuleren verbetermaatregelen. Maatregelen die snel uitvoerbaar zijn, worden direct aangepakt. Voor ingrijpende veranderingen, zoals curriculumwijzigingen, worden eerst verbeterplannen opgesteld, die worden uitgevoerd als deze door de decaan zijn goedgekeurd. • Uitkomsten van evaluaties leiden tot verbeteringen doordat het kwaliteitsteam de uitkomsten verzamelt en verspreidt, voorgenomen verbeteringen vastlegt op de kwaliteitskalender en de uitvoering ervan volgt. • Het auditteam heeft notulen van verschillende overleggen bestudeerd en stelt vast dat er wel actielijsten in de notulen opgenomen zijn, maar dat deze acties soms te weinig concreet zijn geformuleerd. • Na afloop van het verbeterproces melden de betrokkenen het kwaliteitsteam wat de resultaten zijn van de voorgenomen verbeteringen, waarna het kwaliteitsteam de plannen van de kwaliteitskalender haalt. Dit gebeurt mondeling, schriftelijk of door een audit van het kwaliteitsteam (bij grootschalige verbeteringen). • De opleidingen noemen de invoering van het Toetsbeleid FdTW 2009 één van de belangrijkste verbeteringen van de afgelopen jaren. Dit toetsbeleid moet leiden tot een betere borging van het eindniveau van de studenten. Het beleid richt zich op valide en betrouwbare toetsing en examinering (zie facet 2.8).
38/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
Uit het Rapport onderwijsevaluatie 2007-2008 volgden verbeteringen in de onderwijsorganisatie, zoals de stiptheid van de lestijden en het structureel gebruik van Blackboard door docenten. Tijdens de functioneringsgesprekken zijn daarom met docenten afspraken gemaakt over de lestijden. Voor het gebruik van Blackboard zijn cursussen aangeboden voor alle docenten. Verbeteringen die zijn genomen naar aanleiding van werkveldcommissie- en alumnibijeenkomsten zijn bijvoorbeeld meer aandacht voor communicatieve vaardigheden en een vergelijking van vakinhouden door toegang tot het intranet van de Hogeschool van Amsterdam. De uitkomsten van evaluaties worden besproken in een studentenpanel. Daaruit zijn verbeteracties gekomen op faculteits- en afdelingsniveau, zoals het overzichtelijker maken van Blackboard, een snellere bekendmaking van de tentamenuitslagen, het opstellen van een stage- en een afstudeerhandleiding, uitbreiding van de studieloopbaanbegeleiding en het evalueren van de vernieuwde studiegids (2008-2009) en de semesterhandleidingen. Studenten tonen zich in het gesprek met het auditteam tevreden over de werkwijze met studentpanels. Zij lichten in deze gesprekken de resultaten van evaluaties toe en brengen punten in die niet in schriftelijke evaluaties aan de orde komen. Studenten merken op dat zij gehoord worden en dat verbeteringen snel tot stand komen.
Overwegingen Het auditteam is positief over de verbetergerichtheid van de opleidingen. Uit bestudering van evaluaties blijkt dat de opleidingen daadwerkelijk verbeteren naar aanleiding van evaluaties. Hetzelfde beeld is naar voren gekomen in de gesprekken met verschillende stakeholders van de opleidingen. In alle notulen van de teamvergaderingen is kwaliteitszorg een vast agendapunt en wordt informatie over verbeteracties uitgewisseld. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen • In de nota Systeem interne kwaliteitszorg FdTW 2009 is de rol van de medewerkers, gastdocenten, studenten, alumni en het werkveld bij de kwaliteitszorg vermeld. • De medewerkers zijn betrokken bij de verbetering van de kwaliteit via het afdelingsteam. Dit team is primair verantwoordelijk voor het inhoudelijk opleidingskader, het curriculum en het niveau. In het afdelingsteam worden de uitkomsten van evaluaties en verbeteracties besproken. Daarnaast worden medewerkers door vakevaluaties en het medewerkerstevredenheidsonderzoek betrokken bij het kwaliteitsbeleid en kunnen medewerkers zitting hebben in het kwaliteitsteam. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek wordt in 2010 voor het eerst afgenomen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
39/76
•
•
•
•
Gastdocenten zijn zijdelings betrokken bij de kwaliteitsverbetering van het curriculum, maar rechtstreeks bij die van de vakken die zij verzorgen. De gastdocent is verantwoordelijk voor het opstellen van de course outlines van zijn vak. Studenten hebben formeel inspraakmogelijkheden via de studentenraad van de UNA, zoals opgenomen in de LUNA1, waarmee zij de rector magnificus adviseren over studentzaken, studenten informeren en de belangen van de studenten bewaken. In de studentenraad zijn studenten van de FdTW vertegenwoordigd. Daarnaast nemen studenten deel aan een studentenpanel van de afdeling om kwaliteitsverbeterende maatregelen voor te stellen. De bijeenkomsten van het studentenpanel vinden plaats onder leiding van de programmamanager. Verder worden studenten betrokken door verschillende evaluaties. Ook hebben studenten op informele wijze inbreng in de kwaliteit van de opleidingen. De opleidingen hebben regelmatig contact met alumni. Zij verzorgen onder andere gastlessen, begeleiden studenten en leveren cursusmateriaal en beroepsgerichte casuïstiek. In 2009 zijn er voor het eerst alumnibijeenkomsten georganiseerd voor alumni van de afgelopen drie jaar. Deze bijeenkomsten worden jaarlijks herhaald. Het niveau van de afstudeerders gerelateerd aan de eisen van het werkveld is een vast bespreekpunt. Ook de inhoud van de opleidingen is met alumni besproken, zo blijkt uit verslagen van besprekingen met alumni. Het werkveld wordt betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleidingen door evaluaties van de stage en het afstuderen en door deelname aan de werkveldadviescommissie die jaarlijks de actualiteit en de praktijkgerichtheid van het curriculum en het niveau van de afstudeerders bespreekt. Naast de formele contacten met het werkveld zijn er door de kleinschaligheid van de FdTW ook veel informele contacten.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingen de stakeholders intensief bij de kwaliteit van de opleidingen betrekken. Studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het werkveld worden allen op passende wijze bij de opleidingen betrokken. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ positief voor beide opleidingen.
1
Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen, 2005
40/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
2.6
Resultaten
Gerealiseerd niveau (facet 6.1) De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen • Door de afstudeeropdracht tonen de studenten aan dat zij aan de eindkwalificaties van de opleidingen voldoen. De afstudeeropdracht bestaat uit een afstudeerproject dat resulteert in een afstudeerscriptie en een mondelinge presentatie over de afstudeerscriptie. De eisen die aan het afstudeerproject en de scriptie worden gesteld zijn opgenomen in de Afstudeerhandleiding FdTW 2010-2011. • Studenten kunnen met het afstudeerproject beginnen als er maximaal twee theorievakken nog niet afgerond zijn. De student kan de afstudeeropdracht zowel intern als extern uitvoeren en moet hiervoor zelf een opdracht zoeken. • De opleidingen hebben eindtermen voor het afstuderen geformuleerd. De student moet zelfstandig een toegepast onderzoek uitvoeren of een ontwerp maken en verzamelt en interpreteert hiervoor relevante gegevens. De student komt vervolgens met een verantwoorde en werkbare oplossing en rapporteert hier schriftelijk en mondeling over. • De scriptie en de presentatie worden beoordeeld door de afstudeercommissie. De afstudeercommissie bestaat uit een interne hoofdafstudeermentor (voorzitter), een tweede interne afstudeermentor en een bedrijfsmentor uit het werkveld (alleen als de opdracht in een bedrijf afstudeert). De hoofdafstudeermentor begeleidt de student tijdens de afstudeerperiode en beoordeelt in eerste instantie of het concept afstudeerverslag voldoet aan de eindtermen. De tweede afstudeermentor wordt betrokken bij het afstuderen als het concept afstudeerverslag klaar is. • De beoordelingscriteria bij het afstuderen zijn gebaseerd op de eindkwalificaties. De student krijgt deelcijfers voor de werkhouding (twintig procent), het inhoudelijk niveau (dertig procent), de verslaglegging (twintig procent) en de presentatie en verdediging tijdens de afstudeerzitting (dertig procent). Het beoordelingsformulier is opgenomen in de afstudeerhandleiding. • Het auditteam heeft tijdens de visitatie acht afstudeerscripties van de opleiding ICT ingezien en beoordeeld. Daarnaast heeft het auditteam veertien afstudeerscripties van de opleiding Elektrotechniek beoordeeld (zeven van elke afstudeerrichting). Het auditteam heeft de scripties beoordeeld op een aantal criteria zoals opzet onderzoek, probleemstelling, gebruikte methodes, gebruik relevante literatuur en voldoende hboniveau. Op grond van deze afstudeerscripties stelt het auditteam voor beide opleidingen vast dat de scripties het hbo-bachelorniveau weerspiegelen. Studenten werken aan relevante opdrachten voor het vakgebied. Zij stellen een heldere onderzoeksvraag op en bepalen daarbij relevante deelvragen. Het auditteam is positief over de wijze waarop studenten naar een conclusie toewerken, studenten gebruiken daarbij relevante en actuele literatuur. De conclusie is gebaseerd op de onderzoeksvraag en in de meeste gevallen zijn aanbevelingen opgenomen. Het auditteam is positief over de beoordelingen die de scripties hebben gekregen en zou nagenoeg bij alle scripties hetzelfde cijfer toekennen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
41/76
•
•
•
De opleidingen geven aan dat afgestudeerden in het algemeen eenvoudig een passende baan op hbo-niveau vinden. Voorbeelden van functies van afgestudeerden zijn electrical engineer bij een brandstof distributiebedrijf, telecommunicatiebedrijf en een energiebedrijf en beleidsmedewerkers, netwerkbeheerders, of adviseurs bij de overheid of particuliere bedrijven. Het werkveld is tevreden met het niveau waarop de afgestudeerden van de beide opleidingen functioneren, zo blijkt uit het gesprek met het auditteam. Vertegenwoordigers van het werkveld typeren de afgestudeerden als breed inzetbaar en zij pakken snel specialisaties en vernieuwingen op. Daarnaast merken vertegenwoordigers van het werkveld op dat afgestudeerden uit Nederland, in vergelijking met afgestudeerden van de UNA, mondiger en zelfverzekerder zijn. De UNA heeft inmiddels ingezet op aanvullende ‘soft skills’ voor studenten in de studieloopbaanbegeleiding, de resultaten daarvan zijn nog niet bekend. Afgestudeerden geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij de overgang van hun opleiding naar een baan gemakkelijk hebben kunnen maken. Zij vinden dat met name het laatste jaar van de opleiding hen al in ruime mate heeft voorbereid op de beroepspraktijk. Afgestudeerden merken op dat ze breed inzetbaar zijn en dat dat ook van hen verwacht wordt in de beroepspraktijk.
Overwegingen Het auditteam constateert dat de procedure rondom het afstuderen door de opleidingen helder in beeld is gebracht in de afstudeerhandleiding. De studenten zijn hiervan ook voldoende op de hoogte. Uit gesprekken met het werkveld en alumni blijkt dat de opleidingen goed aansluiten op de beroepspraktijk. Het auditteam heeft een positieve indruk van de afstudeerwerken. De opdrachten zijn op niveau en relevant voor de beroepspraktijk. De beoordelingen van de scripties zijn over het algemeen genomen terecht. De eindwerkstukken van studenten representeren, aldus het auditteam, het gevraagde hbo-bachelorniveau. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Onderwijsrendement (facet 6.2) Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen • De FdTW heeft voor zes aspecten streefcijfers geformuleerd: - de instroom is minimaal twintig studenten per opleiding per jaar - het propedeuserendement na één jaar is 50 procent - het propedeuserendement na twee jaar bedraagt 70 procent - het diplomarendement per instroomcohort is 60 procent - de gemiddelde verblijfsduur van afgestudeerden is minder dan 5 jaar (<60 maanden) - de gemiddelde verblijfsduur van studiestakers is minder dan 2 jaar (<24 maanden)
42/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
•
•
•
• •
•
•
•
De instroom van de opleiding ICT bedraagt 19 (2007), 28 (2008) en 12 (2009) en voor de opleiding Elektrotechniek 21 (2007), 12 (2008) en 23 (2009) en voldoet daarmee soms wel en soms niet aan het eigen streefcijfer voor de instroom van ten minste twintig studenten per opleiding. Het propedeuserendement na één jaar van de opleiding ICT varieert van 0 procent tot 10,5 procent en het propedeuserendement na twee jaar is 4 procent en 26 procent. Voor de opleiding Elektrotechniek varieert het propedeuserendement na twee jaar tussen de 30 en 8,5 procent Het propedeuserendement voldoet niet aan de eigen streefcijfers. Het afstudeerrendement van beide opleidingen is laag. Het aantal afgestudeerden ICT bedraagt 8 (cohort 2005), 1 (2004), 4 (2003) en 8 (2002). Het aantal afgestudeerden Elektrotechniek bedraagt 8 (cohort 2005), 9 (cohort 2004), 8 (cohort 2003) en 2 (cohort 2002). Het afstudeerrendement van beide opleidingen gezamenlijk varieert van 11 procent tot 22 procent en voldoet hiermee niet aan het eigen streefcijfer van 60 procent per instroomcohort. Het streefcijfer voor de gemiddelde verblijfsduur van gediplomeerden (<60 maanden) wordt bij ICT deels gehaald en bij Elektrotechniek geheel. Het streefcijfer voor de gemiddelde verblijfsduur van studiestakers (<24 maanden) wordt voor beide opleidingen voor cohorten 2006, 2007 en 2008 gehaald. Uit de gegevens blijkt dat studenten (ruim) binnen twee jaar uitvallen. Dat is een verbetering ten opzichte van cohort 2005 (gemiddeld drie tot 3,5 jaar). De opleidingen zijn matig tevreden met de instroom van nieuwe studenten bij de opleidingen en het gerealiseerde rendement. De opleidingen vinden dat beide beter moeten, maar geeft aan dat zij studiestaking niet altijd tegen kunnen gaan. Oorzaken zijn bijvoorbeeld geldgebrek van studenten en zorg voor ouders, familie en/of kinderen. Met ingang van het studiejaar 2010-2011 werken de opleidingen aan het werven van nieuwe studenten. Daarnaast wordt onderzocht of er door de invoering van nieuwe afstudeerrichtingen meer studenten aangetrokken kunnen worden. Ook voeren de opleidingen in dit jaar exitgesprekken in om te achterhalen wat de redenen zijn van studiestaking en wat er gedaan kan worden om ongewenste studiestaking te voorkomen. De faculteit heeft acties ondernomen om het rendement positief te beïnvloeden, zoals het ontwikkelen van een zomer- en bijspijkercursus wiskunde, een drempelregeling, de invoering van een aanwezigheidsplicht voor alle eerstejaarsvakken en het intensiveren van de studieloopbaanbegeleiding.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de rendementen van de opleidingen van de FdTW laag zijn. De lage score dient, aldus het auditteam, wel in de context geplaatst te worden waarin de opleidingen zich bevinden. Het auditteam heeft het thema ‘rendement’ uitvoerig besproken met het management, docenten, studenten en het werkveld. Het auditteam stelt op basis van deze gesprekken en de informatie in het zelfevaluatierapport vast dat de situatie bij de UNA niet vergeleken kan worden met de rendementen die aan Nederlandse opleidingen in de sector techniek van het hbo behaald worden. Daarvoor zijn drie redenen te noemen: de verschillen in gebruikte definities van de cohorten2, het verschil in (sociaaleconomische) context van de studenten aan de UNA en de zeer 2
De HBO-raad corrigeert de studentenaantallen (instromende studenten met een verleden in het hoger onderwijs tellen niet mee in de rendementsberekening)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
43/76
kleine aantallen studenten die instromen. Op de laatste twee punten gaat het auditteam hier nader in. De sociaaleconomische situatie van Curaçao vormt voor de studenten een uitdaging als het gaat om het succesvol doorlopen van hun studie. Er zijn veel verschillende redenen waarom studenten uitvallen. Naast een verkeerde studiekeuze hebben ook de volgende factoren invloed op het rendement: gebrek aan geld, de thuissituatie waardoor studenten soms tijdelijk stoppen met hun studie (zorg voor kinderen, ouders of familieleden en zwangerschap), of de studie gebruiken als parkeerstudie3. Deze factoren zijn door de UNA moeilijk te beïnvloeden. Beide opleidingen hebben te maken met een klein aantal instromende studenten. Uitval van enkele studenten draagt bij aan een relatief hoog uitvalpercentage. Het auditteam maakt uit de gegevens zoals gepresenteerd in het zelfevaluatierapport en aanvullende informatie tijdens het visitatiebezoek op dat de rendementen van de opleidingen laag zijn. De FdTW heeft een monitoringsysteem ontwikkeld om de eigen streefnormen te kunnen meten en de ontwikkelingen van de rendementen gedurende de verschillende fasen van de opleiding (propedeuserendement, hoofdfaserendement en onderwijsrendement) te kunnen volgen. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel onvoldoende voor de opleidingen ICT en Elektrotechniek. Het auditteam tekent hierbij aan dat de opleidingen relevante maatregelen hebben genomen om de rendementen te verhogen. Maar of deze maatregelen een positief effect hebben op het onderwijsrendement zal pas op de langere termijn zichtbaar worden. Samenvattend oordeel Resultaten Het facet Gerealiseerd niveau is met goed beoordeeld en het facet Onderwijsrendement met onvoldoende. Het auditteam heeft het oordeel over het eindniveau zwaar laten meewegen in zijn eindoordeel over het onderwerp Resultaten. Het auditteam komt tot het oordeel positief voor dit onderwerp voor beide opleidingen.
3
Studenten die eerst een jaar aan de UNA studeren vanwege hun jonge leeftijd en vervolgens toch in Nederland gaan studeren.
44/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
3
Bijlagen
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
45/76
46/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatie- of auditdeskundigheid
Lid auditteam NQA: De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts
Relevante werkvelddeskundigheid
Lid auditteam NQA: Mevrouw ing. I.J.M. de Jong
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Studentlid auditteam: De heer F.J.M. Dumont
Deskundigheden auditteam
Lid auditteam: De heer J.M. Laclé Industriële technologie Lid auditteam: De heer ir P. Lubbers Bouwkunde Lid auditteam: De heer Ir. K.Th. Veenvliet Civiele Techniek Lid auditteam: De heer ing. B.G.M. Olde Hampsink Elektrische systemen Lid auditteam: Mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard ICT
Bijlage 1
X
X
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het auditteam: De heer J.M. Laclé De heer Laclé is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van industriële technologie. Voor deze visitatie heeft de heer Laclé onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: Bachelors of Science degrees in Mechanical Engineering (1971) and Business Economics (1972), Hogere Technische School, The Netherlands Werkervaring: 1990 – Oct 2009 CEO W.E.B. (Water & ElectriciteitsBedrijf) Aruba N.V. 1985 – 1990: Division Manager Exxon Chemical Holland 1972 – 1985: Employed with Lago Oil & Transport Co. Ltd. (Exxon subsidiary)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
47/76
Overig: Board member of the General Medical Insurance Company. (AZV) Board member of Aon Dutch Antilles Senior Advisor AIB Bank Board member of the Caribbean Mercantile Bank Ex-Chairman of the Water Platform Netherlands Antilles, Suriname & Aruba Ex-Chairman of the Board of the Caribbean Electric Utility Services Corporation (CARILEC) Ex-Board member of the International School of Aruba Ex-President of the Aruba Trade and Industry Association Ex-Chairman of the Board of Setar (Telecommunication Company) Ex-Board member of the Dr. Horacio Oduber Hospital Ex-Board member of the Centro Kibrahacha (Daycare for the elderly)
De heer ir P. Lubbers De heer Lubbers is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn domein- en werkvelddeskundigheid. Door zijn werkervaring heeft de heer Lubbers een grote kennis van de bouw- en vastgoedbranche. Hij heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van verschillende wooncomplexen voor speciale doelgroepen en woonwijken algemeen. Ook beschikt de heer Lubbers over onderwijsdeskundigheid door zijn gastdocentschap aan de Technische Universiteit Eindhoven. De heer Lubbers heeft auditdeskundigheid opgedaan tijdens de vele visitaties bij vastgoed en bouwkunde gerelateerde faculteiten van diverse hogescholen. De heer Lubbers heeft deelgenomen aan de NQA auditortraining Hoger Onderwijs in samenwerking met Lloyd’s Register. Voor deze visitatie heeft de heer Lubbers onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1986 – 1992 1992 – 1997
2001 – 2003 2006 – 2009
Atheneum Technische Universiteit Eindhoven, bouwkunde. Specialisatie BPU (Bouw Productie en Uitvoering), afstudeerdifferentiatie productietechniek/innovatieve bouwtechniek. Masterclass Strategische Projectontwikkeling, postdoctorale opleiding Academie van Management van de Rijksuniversiteit Groningen Open Universiteit Bedrijfskunde (niet afgerond) Executive MBA voor de Bouw, TSM Business School (Enschede) en TopTech Delft
Werkervaring: 1997 – 2000 2000 – 2001 2001 – 2002 2002 – 2003 2003 – heden 2003 – 2005 2005 – 2006 2006 – heden
Projectleider bij Bouwteam General Contractors b.v. te Delft Projectleider bij An Archi b.v. te Delft Projectleider bij BOAG b.v. te Rotterdam Ontwikkelingsmanager bij Altus Advies en Ontwikkeling b.v. te Houten Diverse functies bij Woonzorg Nederland te Amstelveen projectontwikkelaar teamcoördinator Midden en Zuid Nederland MT-lid en teammanager Midden en Oost Nederland
2003
48/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Cursussen: 1997 1997 1997 1999 2001 2002 2002 2005 2005 2006
Conflicthantering bij de Stichting Inter Kommunikatie Leiding geven bij de Stichting Inter Kommunikatie Vergader- en discussietechnieken bij het Centrum Taal en Techniek aan de TUE. MS-Project bij Kooijmans bedrijfsopleidingen Projectmanagement bij de Open Universiteit Nederland Financieel Management bij de Open Universiteit Nederland Management Development traject van Woonzorg Nederland door Rijnconsult Cursus bouwrecht, gegeven door Hoge van den Broek advocaten Cursus BTW en overdrachtsbelasting door Price Waterhouse Coopers Cursus mediatraining door W. Egels
Nevenactiviteiten 1998 – 2001 Gastdocent aan de Technische Universiteit Eindhoven, faculteit bouwkunde, vakgroep Bouw Productie en Uitvoering.
De heer Ir. K.Th. Veenvliet De heer Veenvliet is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van civiele techniek. Bovendien heeft de heer Veenvliet onderwijservaring als docent civiele techniek en informatica bij de Hogeschool Enschede en als universitair docent Universiteit Twente. Door zijn contacten met universiteiten in Duitsland en Engeland heeft hij internationale deskundigheid opgedaan vanuit de afdeling Civil Engineering & Management aan de Universiteit Twente. Voor deze visitatie heeft de heer Veenvliet onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1966 1966 – 1970 1970 – 1975 1982 1985 1988 1989 1990 1990 1991
HBS-B Christelijk Lyceum Zwolle Weg- en Waterbouwkunde HTS Arnhem (afgestudeerd in de constructieve richting) Weg- en Waterbouwkunde Technische Hogeschool Delft (afgestudeerd in de richting betonconstructies) AIV- informatica bevoegdheid, Stichting Technische Vorming CADCAM, ontwerpen en fabriceren SWOT cursus CAD SQL en ORACLE NABONT Object Oriented Systems MIT Boston USA Research Methodology, Research Network of Management Studies Management van grote civiele projecten, PATO
Werkervaring: 1975 – 1975 Medewerker op projectbasis, onderwijs en onderzoek betonconstructies Technische Hogeschool Delft. 1975 – 1979 Constructeur, projectleider, medewerker speurwerk en ontwikkeling constructiebureau van Hattum en Blankevoort, onderdeel Volker Stevin 1979 – 1996 Docent civiele techniek en informatica Hogeschool Enschede 1985 – heden Universitair docent Universiteit Twente van de tegenwoordige faculteit Construerende Technische Wetenschappen. In de periode 1985 tot 1996 op detacheringsbasis vanuit Hogeschool Enschede
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
49/76
De heer ing. B.G.M. Olde Hampsink De heer Olde Hampsink is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van computertechniek en elektrotechniek. Hij is vertrouwd met lesgeven, toetsing en beoordeling van de te beoordelen opleidingen en door zijn ervaring als docent beschikt hij tevens over onderwijsdeskundigheid. Hij is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen op het gebied van communicatie en multimediadesign, kunst en techniek (cognitief ergonomisch ontwerpen en interaction design), electrotechniek en informatica. Als manager innovatie is hij verantwoordelijk geweest voor het opzetten van een aantal opleidingen en studierichtingen, te weten: ‘Kunst en Techniek’, ‘Media Informatie en Communicatie’, ‘Concept en Product Development’, ‘Informatie, Dienstverlening en Management’. De heer Olde Hampsink heeft door opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek. Daarnaast is hij reeds vaker ingezet als deskundige bij visitaties in het technische domein. Aanvullend is hij individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1975 – 1978 1978 – 1983 1987
MTS Elektronica Almelo HTS Computertechniek Enschede Pedagogisch-didactische voorbereiding
Werkervaring: 1984 – 1990 1985 – 1987 1990 – 1997 1997 – 2004 2004 – 2006
Technisch onderzoeksmedewerker, Universiteit Twente, afdeling informatica Docent microprocessoren, avondschool MTS Hengelo Docent elektrotechniek, Saxion Hogescholen Enschede Hoofd opleiding ‘Kunst en Techniek’ Saxion Hogescholen Enschede Manager Onderwijs Innovatie Saxion Academie ‘Toegepaste Kunst en Techniek’. Het betreft de opleidingen ‘Kunst en Techniek’ en ‘Textiel-management’. 2006 – heden Manager Onderwijs Innovatie Saxion Design opleidingen. Het betreft de opleidingen ‘Kunst en Techniek’, ‘Media Informatie en Communicatie’, ‘Concept en Product Development’ en ‘Textiel-management’.
Panellid mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard Mevrouw Hacquebard is ingezet als panellid vanwege haar onderwijsdeskundigheid en haar enorme werkvelddeskundigheid. Mevrouw Hacquebard heeft meer dan 30 jaar ervaring in de informatica in diverse functies en rollen. Begonnen als docent wiskunde op middelbare scholen en daarna op HBOen heeft zij zich in 1986 gevestigd als zelfstandig adviesbureau voor Informatica en onderwijs en heeft in die functie meegewerkt aan diverse onderzoeken, nieuwe studierichtingen, platforms en projecten in het kader van beroepsvorming en competenties in de ICT, zowel op nationaal al internationaal niveau. Mevrouw Hacquebard is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visiteren en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1971 1977 – 1980
Doctoraal Wiskunde, Rijksuniversiteit Leiden Bevoegdheidscursussen Informatica voor het HBO, kleine en grote bevoegdheid
Werkervaring: 1962 – 1966 Docent wiskunde, voortgezet onderwijs 1966 – 1968 Student assistent, toegepaste wiskunde 1969 – 1970 Docent wiskunde voortgezet onderwijs
50/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
1970 – 1986
HEAO Arnhem, docent wiskunde, statistiek, operations research, informatica, hoofd afdeling bedrijfsinformatica, adjunct directeur 1986 – 2009 Adviesbureau voor Informatica en Onderwijs Hacquebard bv 1986 – 1995 Open Universiteit; cursusteamleider informatiesystemen, onderzoek naar vergelijken curricula 1986 – 1991 Hogeschool Gelderland (opgegaan in Hogeschool Arnhem en Nijmegen); PIIA-project (Project Informatica Informatiekunde Arnhem Apeldoorn), curriculumontwerp en oprichting studierichting Hogere Informatica, invoeren informatica in curriculum Sociale Academie 1991 – 1993 KIO-project (Kwaliteitsverbetering Informatica Onderwijs), 26 opleidingen BI, HIO 1994 – 2003 HBO-I platform: onderzoek, begeleiding en coördinatie van onderzoek in het kader van projecten: inhoudelijke ondersteuning van projecten over IT onderwijsinhoud, medeauteur “HBO-I beroepsprofielen en opleidingsprofielen”, ondersteunen organisatie HBO-I platform tot 1999, organisatie en ondersteuning evenementen 1994 – 1995 Voortgezet Onderwijs, voorzitter van de vakontwikkelgroep Informatica, voorbereiding tweede fase voortgezet onderwijs 1996 Vice-voorzitter van commissie die het curriculum ontwikkelt voor docent informatica in het voortgezet onderwijs 1998 – 2007 Voorzitter van de begeleidingscommissie docentenscholing informatica die de docentenbijscholing volgde, tot en met 2006 uitgevoerd door een consortium van 12 hogescholen en universiteiten, (CODI) 1998 – 1999 Onderzoek in opdracht van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven) “Profielen voor startende ICT-ers” 2000 – 2001 Technische Hogeschool Rijswijk: Voorbereiding curriculum ontwerp studierichting TI 2000 – 2001 Project "Verkenning Beschrijvingswijze ICT Beroepsprofielen", initiatief van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven), ondergebracht bij AXIS 2001 – 2003 Project “GRIP, een andere kijk op profielen”, initiatief van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven) 2003 – heden Deelnemer aan werkgroepen ICT-Skills van CEN/ISSS (European Committee for Standardization/Information Society Standardization System), vanaf 2008 lid van Steering Committee. 2003 – heden ICT Competenties, opleidings- en beroepsprofielen; verder ontwikkelen methode GRIP en blauwdruk voor European e-Skills Framework, onderzoek in samenwerking met de OU.Maart 2004 en mei 2004: presentaties tijden EU workshops. September 2004: presentatie op de EU e-Skills Conference, Thessaloniki. Oktober 2004: presentatie op de EU conferentie European Education and Training Solutions at Sector level, Scheveningen; oktober 2006 en oktober 2008 deelnemer aan EU e-Skills Conference, Thessaloniki, november 2009 EU e-Skills Conference Brussel 2003 Deelname aan conferentie WITFOR (World Information Technology Forum) in Litouwen. Bijdrage geleverd aan het werk van de Commission Education. 2003 Deelname aan “side event” Engineering the Knowledge Society van WSIS (World Summit in the Information Society), Genève; presentatie over de methode GRIP. 2003 – 2008 Werkgroep Ontologies, ACM (Association for Computing Machinery, grote ICT beroepsverenigingen in de USA) over het in kaart brengen van het vakgebied en het afbeelden van curricula daarop. 2004 – 2005 Werkgroep van NGI over vergelijken en in kaart brengen van competentiemodellen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
51/76
Diversen: 1978 – 1985
VVS (Vereniging voor Statistiek), bestuurslid en voorzitter sectie operational research. Lid VVS bestuur. 1986 – 1992 Lid van het bestuur van EXIN, exameninstituut voor informatica. 1991 – 1997 NIOC (Nationaal Informatica Onderwijs Congres), voorzitter programmacommissie, vice-voorzitter, secretaris. 1990 – 2000 NGI (Nederlands Genootschap voor Informatica), lid bestuur en voorzitter afdeling Educatie. Lid van het NGI vanaf 1971. 1996 – 2000 ECDL, European Computer Driving License, betrokken bij internationale voorbereiding namens het NGI, opzetten ECDL in Nederland, voorzitter bestuur Stichting ECDL Nederland. 2000 – 2006 Voor NGI Nationaal vertegenwoordiger in Technical Committee 3 (Education) van IFIP (International Federation for Information Processing), wereldwijde organisatie van IT beroepsverenigingen. 2000 – 2007 Lid redactie Tijdschrift TINFON (Tijdschrift voor Informaticaonderwijs), uitgegeven door vereniging DINFOR, nu Stichting Tinfon. Tot juli 2005 voorzitter van de redactie. 2002 – heden Werkgroep 3.2 van Technical Committee 3 on Higher Education, deelnemer aan internationale werkconferenties. 2007 – heden Werkgroep 3.4 van Technical Committee 3 on Professional and Vocational Education in ICT, deelnemer aan internationale werkconferenties. In 2009 organisatie van de internationale werkconferentie IPROF09 in Arnhem. Maatschappelijke functies: 1994 – 2002 Lid van commissies van Advies en Bijstand van de gemeenteraad van Hummelo en Keppel. 2002 – 2004 Lid van de gemeenteraad van Hummelo en Keppel. 2005 – 2010 Lid van de gemeenteraad van Bronckhorst tot 10 maart 2010 (Hummelo en Keppel is opgegaan in Bronckhorst bij een gemeentelijke herindeling).
De heer F.J.M. Dumont De heer Dumont is ingezet als studentlid. Hij is masterstudent international business en recent afgestudeerd in de technische bedrijfskunde bij een andere instelling en heeft vanuit zijn opleiding kennis van het domein. Voor zijn studie liep hij een half jaar stage in Qatar. Naast zijn studie was de heer Dumont bestuurslid van het Bedrijfskundig Genootschap (studieverenging), voorzitter van de schoolcommissie (onderdeel van het BG), lid van de opleidingscommissie en lid van de medezeggenschapsraad van de faculteit. De heer Dumont is qua leeftijd representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. Hij beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. De heer Dumont heeft aan meerdere visitaties voor NQA deelgenomen. Voor deze visitatie is de heer Dumont individueel geïnstrueerd over het visitatie- en accreditatieproces in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1999 – 2004 2004 – 2005 2006 – 2010 2010 – 2011
52/76
HAVO profiel NT aan het Bernardinus College te Heerlen. Commerciële Werktuigbouwkunde aan de Hogeschool Zuyd te Heerlen. Technische Bedrijfskunde aan de Hogeschool Zuyd te Heerlen. International Business aan de Universiteit Maastricht.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Werkervaring: 2005 Meeloopstage bij plaatmetaalverwerkingsbedrijf TAD Inox. Meegelopen in het gehele bedrijfsproces en gewerkt aan stageopdracht; ‘invoering van de ISO 14001 milieunorm’ 2007 Stage bij Medtronic EOC. Opdracht: Spend Analysis project. Het analyseren van inkoopgerelateerde geldstromen en zichtbaar maken van kansen voor contractverbetering voor de hele EMEA regio. Aug. 2007 Projectleider ‘Invoice issue reduction’ project, Medtronic EOC. Kort project omtrent het analyseren van ERP gerelateerde factuurproblemen binnen de supply chain 2008 Internationale stage in Qatar, midden oosten, voor Hertel. Meegewerkt aan de overgang van een familiebedrijf in een professionele organisatie d.m.v. de introductie van processen en systemen. 2009 Afstudeerstage ibc business consulting. “Van cliënt naar klant: Marketingplan voor consultancydiensten in een veranderende zorgmarkt.”
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Zij is sinds 2005 werkzaam als auditor en adviseur bij NQA. Zij is ervaren in het uitvoeren van visitatie- en adviestrajecten in het hoger onderwijs, bij zowel nieuwe als bestaande opleidingen en betrokken bij interne projecten van NQA. Daarnaast is zij betrokken bij de standaardisering van interne bedrijfsprocessen, de bijbehorende logistieke processen en digitalisering. Mevrouw De Jong adviseert daarnaast bij het opstellen en implementeren van een integraal kwaliteitszorgsysteem in het voortgezet onderwijs. Ook stelt zij mede de auditteams samen voor visitaties. Vanaf januari 2010 is accountmanagement ook onderdeel van haar takenpakket. Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw De Jong kennis van organisatorische, didactische en onderwijskundige processen. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs. Opleiding 2000 – 2004
Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te Den Bosch.
Werkervaring 2000 – 2004 2003 – 2004
Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar. Afstudeerstages: Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche. Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor. Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de daarbijbehorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven. 2004 – 2005 Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso. Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling. 2005 – heden Netherlands Quality Agency, auditor/adviseur.
De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts De heer Horrevorts is ingezet als panellid NQA. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij INK en Lloyd’s Register. Door zijn ervaring heeft de heer Horrevorts tevens deskundigheid in de beoordeling van afstandsonderwijs. In 2000 volgde hij de postgraduate course ‘Institutional Management and Change in Higher Education’ aan het Centre for Higher Education Policy Studies (CHEPS), Universiteit Twente en Open University, Engeland.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
53/76
Opleiding: De heer Horrevorts studeerde Metaalkunde aan de HTS te Utrecht en Sociale Geografie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Werkervaring: Na de studie HTS werkzaam als ontwikkelingswerker / leraar in het technisch beroepsonderwijs op de Filippijnen. Van 1985 tot 1992 werkzaam als projectleider ‘ontwikkelingseducatie’ in een project van de stichting Tool, HBO-raad en Nuffic. Ontwikkelen van educatief materiaal in samenwerking met HTS-en. Thema: Techniek en samenleving / internationalisering / ontwikkelingssamenwerking. Van 1993 tot 2000 was de heer Horrevorts werkzaam bij de Nuffic als programmamedewerker hoger (beroeps)onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hij beheerde onderwijsprojecten aan universiteiten in de Filippijnen, India en Bangladesh. Van 2000 tot 2003 was hij werkzaam bij de HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg. Hij was secretaris van diverse visitatiecommissies: CMV, SJD, Technische Natuurkunde, Voortgezette opleiding Theater, Tuinbouw en Akkerbouw en de visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep. De heer Horrevorts is sinds januari 2004 auditor bij de Netherlands Quality Agency (de verzelfstandigde afdeling Kwaliteitszorg van de HBO-raad).
54/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
55/76
56/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
57/76
58/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
59/76
60/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
61/76
62/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Bijlage 3
Bezoekprogramma
Dag Maandag 15 nov.
Dinsdag 16 nov.
Onderwerp Voorbereiding visitatie
Tijdstip 09.00 – 10.00 10.00 – 11.00
Voorbereiding Visitatie
11.00 – 12.00 12.00 – 13.00 13.00 – 17.00 09.00 – 12.00 12.00 – 13.00 13.00 – 14.00 14.00 – 15.00 15.00 – 16.00
Visitatie FdTW
Woensdag 17 nov.
Visitatie FdTW
16.00 – 17.00 09.00 – 10.00 10.00 – 11.00 11.00 – 12.00 11.00 – 12.00 12.00 – 13.00 12.00 – 13.00 13.00 – 14.00 14.00 – 15.00 14.00 – 15.00 15.00 – 15.30 15.30 – 16.30
Donderdag 18 nov.
Visitatie FdTW
15.30 – 16.30 16.30 – 17.00 09.00 – 10.00 10.00 – 11.00 10.00 – 11.00 11.00 – 11.30 11.30 – 15.00 15.00 – 16.00 16.00 – 16.30
Werkzaamheden Kennismaking Rondleiding faciliteiten, eerst gezamenlijk, daarna gesplitst per afdeling Voorbereiding panel op visitatie Lunch Voorbereiding panel op visitatie Voorbereiding panel op visitatie Lunch Voorbereiding panel op visitatie Gesprek Instellingsbestuur Gesprek Opleidingsmanagement: decaan + programmanager Paneloverleg Paneloverleg Gesprek Kwaliteitsteam FdTW Gesprek Werkveld B&C en IT Gesprek Werkveld ICT en ES Gesprek Alumni B&C en IT Gesprek Alumni ICT en ES Lunch Gesprek Studenten B&C, incl. leden Faculteitsraad. Gesprek Studenten ICT & ES, incl. leden Faculteitsraad. Pauze Gesprek Studenten IT, incl. leden Faculteitsraad Gesprek Docenten B&C Paneloverleg Paneloverleg Gesprek Docenten ICT & ES Gesprek Docenten IT Gesprek Examencommissie Paneloverleg + Lunch Tweede Gesprek Opleidingsmanagement Mondelinge Terugkoppeling
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
63/76
Gespreksgroepen visitatie, Faculteit der Technische Wetenschappen 15 t/m 19 november 2010 Dag 1: Maandag 15 november 2010 Kennismaking 09:00-10:00 in R101 Naam Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Tamara Goilo-van Aerde Bac drs. Sharine A. Isabella Drs. Simone Laguna Idelca Rafaela BSc
Functie Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker Gastvrouw en Office Manager FdTW Onderwijskundige UNA Programmanager FdTW Program Manager FdTW
Rondleiding, voorzieningen 10:00-11:00 Naam Functie Arthur P. Eliza MSc Wetenschappelijk Medewerker FdTW Ir. Leendert J.J. Pengel Interim manager Facilitaire Dienst Dag 2: Dinsdag 16 november 2010 Instellingsbestuur 14:00-15:00 in R1-01 Naam Functie Dr. Miguel P. Goede Rector Magnificus drs. Sharine A. Isabella Onderwijskundige UNA Mr. Neshiem Rhuggenaath Directiesecretaris Faculteitsmanagement 15:00-16:00 in R1-01 Naam Functie Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker Drs. Simone Laguna Programmanager FdTW Idelca S.S. Rafaela BSc Programmanager FdTW Dag 3: Woensdag 17 november 2010 Kwaliteitsteam 10:00-11:00 in R1-01 Naam Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Arthur P. Eliza MSc Rinnus T. Felipa MBA Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Tamara Goilo-van Aerde Bac drs. Sharine A. Isabella Drs. Simone Laguna Idelca Rafaela BSc Ir. Cees M.J.M. van de Sande
Functie Decaan FdTW Vertegenwoordiger Afdeling IT Coördinator Afdeling IT&ES Coördinator Afdeling B&C Office Manager FdTW Onderwijskundige UNA Voorzitter Kwaliteitsteam Program Manager FdTW Vertegenwoordiger Afdeling B&C
Werkveld B&C 11:00-12:00 in R1-01 Naam Ir. Michael Newton Arq. Noëmie Panneflek Stella van Rijn MBA
Functie Conservation-Architect bij Stichting Monumentenfonds Architect, Voorzitter Architectenvereniging SAIA Directeur Antilliaanse Aannemers Vereniging
64/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Werkveld IT 11:00-12:00 in R1-01 Naam Ing. Austin A.J. Martina Ir. Raichel E.T. Leito Fenton P. Th. Thomasita BSc Willem St. Trapenberg
Functie Manager General Affairs bij Aqualectra Production Manager BBD bij Aqualectra Distribution Project Leader bij ISLA Directeur WG Trapenberg Airconditioning Service N.V.
Werkveld IT&ES 11:00-12:00 in R1-07 Naam Leonardo de Abreu Ladeira Vianney J. Granviel Reinaldo de Oliveira BSc
Functie Hoofd Technische Dienst Bureau Telecommunicatie Senior Beleidsmedewerker Info. Systems bij Korps Politie Chef PVE bij Aqualectra Distribution
Alumni B&C 12:00-13:00 in R1-01 Naam Nasha N.A. Bautisma BSc Quincy G. Kook BSc Andry G.A. Maduro BSc Chenalis Provence BSc
Functie Bouwkundig Uitvoerder Field Inspector & Laborant Bouwkundig Opzichter Freelancer
Alumni IT 12:00-13:00 in R1-01 Naam Mairondy M. Bodak BSc Ramses Delchot BSc Corwin Nicolina BSc
Functie Projectleider Plant Engineer CUOC HSE Inspector at Aqualectra Distribution
Alumni IT&ES 12:00-13:00 in R1-07 Naam Clinton W.V. Mc. H. Bazoer BSc Sunita B. Gonesh BSc Jurinda M. Montroos BSc Shurich A. Poulina BSc. Dinesh Ramawadh MBA Jurick A.S. Velder BSc
Functie Beleidsmedewerker Ministerie van Onderwijs IT-Consultant IT-Engineer Network Management Center Engineer Oracle-Consultant Network Engineer
Studenten B&C 14:00-15:00 in R1-01 Naam Joulenda P.B. Bridgewater Rudaliah Sh. R. Mercelina Shannon S. Pandt Amaris F. Richardson Radjesh Sahadew-Lall Jurnick J.J. Servania Eugenique A.R.G. Wilkins
Functie e Student Civiele Techniek, 4 jaar e Student Bouwkunde, 4 jaar e Student Bouwkunde, 4 jaar e Student Bouwkunde & Civiele Techniek, 3 jaar e Student Civiele Techniek, 4 jaar e Student Bouwkunde, 4 jaar, lid Faculteitsraad FdTW e Student Bouwkunde, 2 jaar
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
65/76
Studenten IT&ES 14:00-15:00 in R1-07 Naam Marlydah P.C. Cijntje Kenly R. Francisca Joël M. Gaari Jeremy A. Gomez Ruendry L. Isei Shuraiska Koeks Sue Amy A.M. Kwidama David R.J. Welvaart
Functie Student ICT, 3e jaar Student ICT, 3e jaar Student Elektrotechniek, 2e jaar Student Telecommunicatie, 2e jaar Student ICT, 4e jaar Student ICT, 4e jaar Student ICT, 4e jaar Student Energie, 2e jaar
Studenten IT 15:30-16:30 in R1-01 Naam Eric M. van Blarcum Wouter Bonnee Mauryze A.C. Brug Fabian F.E. Conception Ruiz K.S. Djotaroeno Darrel J. Frans Canrick R.F. Wanga
Functie Student Mechanische Technologie, 3e jaar Minor student Technische Bedrijfskunde Student Mechanische Technologie, 4e jaar Student Technische Bedrijfskunde, 3e jaar Student Industriële Technologie, 2e jaar Student Mechanische Technologie, 4e jaar Student Industriële Technologie, 2e jaar
(Gast)docenten B&C 15:30-16:30 in R1-07 Naam Functie Ir. Sofia Saavedra Bruno MA Docent Bouwkundige/Civiel technische vakken Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Coördinator en docent Bouwkundige vakken Ir. Lyongo M. Juliana Docent Bouwkundige vakken Ing. A.R.L. (Rob) Lendering Gastdocent Civiele Techniek Robert P. Meijsing Practicum docent bouwkundige vakken Ir. Cees M.J.M. van de Sande Docent Bouwkundige vakken Ir. Kharis D.A. Troeman Gastdocent Bouwkundige/Civiel technische vakken Ir. Arrelis N. Vis Docent Bouwkundige/ Civiel technische vakken Dag 4: Donderdag 18 november 2010 (Gast)docenten IT&ES 10:00-11:00 in R1-01 Naam Functie Ir. Luis d’Abreu Ladeira Theorie docent ICT Roy A.F. Everts MSc Gastdocent ICT Drs. Magaly A.M. Felipa Gastdocent SLB, Nederlands en comm. vaardigheden Rinnus T. Felipa MBA Coördinator en labdocent Elektro Lysandro Guanipa BSc Labdocent Elektro (Energietechniek) Drs. Dik J. Hendriks Gastdocent ICT (Programeren) MSEE Darick P. Jonis MSc MBA Gastdocent Elektrotechniek Ir. Ramphis R. Schoop Theorie docent Elektro (Telematica) (Gast)docenten IT 10:00-11:00 in R1-07 Naam Functie Ir. Lesley H. Alexander Theoriedocent Werktuigbouwkundige vakken Sharlon B. Betrian BSc Praktijkdocent Werktuigbouwkundige vakken Dr. Immaculata J. Curiel Theoriedocent Wiskunde Arthur P. Eliza MSc Theoriedocent Werktuigbouwkundige vakken Eric S. Fraay Praktijkdocent Werktuigbouwkundige vakken Ing. Thyrone N. Magloire MBA Gastdocent Logistiek Ir. Winsel E. Peney Coördinator, theoriedocent werktuigbouwkundige vakken
66/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Examencommissie 11:00-11:30 in R1-01 Naam Functie Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker Arthur P. Eliza MSc Wetenschappelijk Medewerker Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Wetenschappelijk Medewerker Ir. Cees M.J.M. van de Sande Coördinator afdeling B&C / Wetenschappelijk Medewerker Ir. Ramphis R. Schoop Wetenschappelijk Medewerker Opleidingsmanagement 15:00-16:00 in R1-01 Naam Functie Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker drs. Simone Laguna Programmanager FdTW Idelca S.S. Rafaela BSc Programmanager FdTW Terugkoppeling16:00-16:30 in R1-01 Naam Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Arthur P. Eliza MSc Rinnus T. Felipa MBA Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Tamara Goilo-van Aerde Bac drs. Sharine A. Isabella Drs. Simone Laguna Idelca Rafaela BSc Ir. Cees M.J.M. van de Sande
Functie Decaan FdTW Vertegenwoordiger Afdeling IT Coördinator Afdeling IT&ES Coördinator Afdeling B&C Office Manager FdTW Onderwijskundige UNA Voorzitter Kwaliteitsteam Program Manager FdTW Vertegenwoordiger Afdeling B&C
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
67/76
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
0 Inleiding 000 Contextdocumenten FdTW a) UNA Annual Report 2009 b) Begroting 2010 UNA c) Jaarverslag FdTW 2008/2009 d) LBHAM september 2009 FdTW 001 LUNA 002 Bestuurs- en Beheersreglement 2006 003 Organogram UNA 004 Report of Advisory Commission Future of UNA, 2007 005 Samenwerkingsovereenkomsten 006 Delivering future leaders of the Caribbean Strategic Plan UNA 2006-2010 007 Beleidsplan op hoofdlijnen inzake het Antilliaanse Hoger Onderwijs 2002 008 Handleidingen studieloopbaanbegeleiding (zie 410) 009 Systeem interne kwaliteitszorg FdTW 2009 010 Verbetervoorstel wiskunde 2008 1 Doelstellingen 101 Eindkwalificaties 2008 102 Studiegids FdTW 2010-2011 103 Matrix vergelijking eindkwalificaties met domeincompetenties 104 Verslagen werkveldcommissies 105 Verslagen alumni 106 Dublindescriptorenmatrix 107 Curriculummatrix 2 Programma 201 Studiegids FdTW 2010-2011 (zie 102) 202 Semesterhandleidingen 2010-2011 203 Curriculummatrix 204 Toetsbeleid FdTW, 2009 205 Resultaten cursusevaluaties FdTW 2007-2008 (zie 505) 206 Studententevredenheidsonderzoek UNA 2008 207 Onderwijsvisie en didactisch concept FdTW, 2008 208 Boekenlijsten FdTW 2010-2011 209 Stagehandleiding FdTW 2010-2011 210 Afstudeerhandleiding FdTW 2010-2011 211 Handleiding studieloopbaanbegeleiding 2010-2011 (zie 008 of 410) 212 Verslagen studentenpanels 213 Tentamen- en frauderegeling UNA, 2006 214 Onderwijs- en examenregeling FdTW 2010-2011 215 Verbetervoorstel wiskunde, 2008
68/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
3 Personeel 301 Professionaliseringsplan FdTW, 2009 302 Beleidsnotitie Inzet gastdocenten en Intern reglement UNA, 2006 303 CV vaste docenten 304 CV gastdocenten 305 Interne kwaliteitszorg FdTW, 2009 (zie 009 of 502) 306 Verslagen werkveldcommissies (zie 104) 307 Studententevredenheidsonderzoek UNA 2008 (zie 206) 308 Formatieplan FdTW, 2007 309 Functiebeschrijvingen UNA (concept), 2009 310 Functionerings- en beoordelingsbeleid 311 Opleidingsbeleid UNA, 2005 312 Resultaten cursusevaluaties FdTW 2007-2008 (zie 505) 4 Voorzieningen 401 Studiegids FdTW 2010-2011 (zie 102) 402 Beleidsplan Library and Research Services UNA 2009-2010 403 Beleidsplan Computer Centrum UNA 2006-2010 404 Transitiebeleidsplan Student Affairs UNA 2009-2011 405 Reglement van inschrijving UNA 2010-2011 406 Beleidsplan Career Center UNA 407 Beleidsplan Campus & Mensa UNA 2006-2010 408 Beleidsplan Facilitaire Dienst UNA 2006-2010 409 Begroting FdTW 2010 410 Handleidingen studieloopbaanbegeleiding 2010-2011 411 Stagehandleiding 2010-2011 (zie 209) 412 Afstudeerhandleiding 2009 (zie 210 of 601) 5 Interne Kwaliteitszorg 501 Het kan altijd beter! Beleidskader Kwaliteitszorg UNA 2005-2010 502 Interne kwaliteitszorg FdTW 503
Delivering future leaders of the Caribbean Strategic Plan UNA 2006-2010 (zie 006)
504
Beleid cursusevaluaties 2007
505
Resultaten cursusevaluaties FdTW 2007-2008
506
Evaluatieformulieren
507
Toetsbeleid FdTW, 2009 (zie 204)
508
Verslagen werkveldcommissies (zie 104)
509
Verslagen alumni (zie 105)
510
Verslagen studentenpanels (zie 212)
511
Verslagen coördinatorenoverleg FdTW 2009 en 2010
512
Verslagen afdelingsoverleg 2009 en 2010
513
Verslagen kwaliteitsteam FdTW 2009 en 2010
514
Documenten examencommissie 2009 en 2010
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
69/76
515
Studententevredenheidsonderzoek UNA 2008 (zie 206)
516
Verbetervoorstel Wiskunde, 2008
517
Plan van Aanpak zelfevaluatie en visitatie FdTW, 2008
518
Verbeterplan FdTW, 2008
519
Documenten FdTW in relatie tot het NVAO kader, 2008
520
Beleidsnotitie Inzet gastdocenten en Intern reglement UNA, 2006 (zie 302)
521
Klachtenregeling en beroepsmogelijkheden FdTW, 2009
522
Samenstelling werkveldcommissies
6 Resultaten 601 Afstudeerhandleiding FdTW 2010-2011 602
Dublindescriptorenmatrix (zie 106)
603
Verslagen werkveldcommissies (zie 104)
604
Beoordeling scripties FdTW, NQA 2008
605
Verbetervoorstel w iskunde, 2008 (zie 516)
606
Onderwijs- en examenregeling FdTW 2010-2011 (zie 214)
70/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Afstudeerscripties IT&ES Elektrische Systemen Afstudeerrichting Telematica Anthony, U. Fernandes, R. Koeiman, J. Marthina, Sh. Mattheeuw, Ph. Mensche, D. Theodora, J. Velder, J.
PLC control network for Valero Aruba Refinery Draadloze datacommunicatie voor remote meetsystemen Migration to IP Voice Communication System Ontwerpen en implementeren van een DNS management applicatie voor E-Commerce Park (Dat Center op Curaçao) Het karakteriseren van een VHF systeem en een radarsysteem door gebruik te maken van een spectrum analyzer (Agilent ESA-E series E4402B) Network Capacity Management Customer care management system (CCMS) : Upgrading for the telecommunication network infrastructure of a UTS client
Elektrische Systemen: Afstudeerrichting Energietechniek Bernadina, R. Corsen, S. Gerard, S. Hassel, M. Lakker, B. Lindeborg, W. Nahr, W. Nassy, Sh. Porcu, S. Raphaela, E. Ricardo, R.
Energie opwekken met behulp van kleinschalige windturbines : Renovatie laagspanningssystemen DSL voor breedband internettoegang Evaluation of Powersystem analysis software’s for WEB Aruba Energiebesparing mogelijkheden bij Curaçao International Airport De toepassing van veldunits en WKK in de middenspanning installaties Rationalisatie van HS2 installatie bij Aqualectra Production Black Start & Hurricame procedure at Curacao utilities company n.v. Van correctief onderhoud naar preventief onderhoud Asset management Elektrische netwerk analyse
ICT Andrews, V. Arndell, R. Bazoer, C. Blankendal, G. Brands, C. Calmes, S. Conradus, I. Gonesh, S. Gregoria, R. Henriquez, N. Hunte, P. Jamanika, N. Moesker, L. Ramawadh, D.
Bringing IBIS Application to the next level Pa un mihó BZV : Ontwikkelen van informatiesystemen voor het toezicht op het onderwijs Aangifte belastingsysteem ontwikkeling m.b.v. SpringFramework Reele Sector application Spinne 2004 Synergy Enterprise Implementation – BT&C Enterprise Information Portal E-commerce op Curacao Timekeeper application Implementatie GIS binnen DOW Geautomatiseerde webservice deployment oplossing Aqualectra report generator program Allerting and reporting solutions for the IT department of MCB Bank Kwaliteitsborging van MSL
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
71/76
Stageverslagen IT&ES Elektrotechniek afstudeerrichting Energietechniek Fabias, F. Hassel, M. Martha, A. Elektrotechniek afstudeerrichting Telematica Gonet, G. Rombley D. Concesion, E. Koeiman, J. ICT Bonilla, V. Hek, Chr. Meiland, J. Polonius, J. Rojer, F. Violenes, D. Overig Vakdocumentatie en studentenproducten
72/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
De domeinspecifieke referentiekaders Bachelor of ICT en Bachelor of Engineering zijn te vinden op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl. Eindkwalificaties opleiding Elektrotechniek Afgestudeerden van de opleiding Elektrotechniek kunnen: Gerelateerd aan de projectfasering: 1
Initiatief/definitie • in overleg met opdrachtgevers/stakeholders een inventarisatie van de wensen/de problemen maken en verschillende concrete mogelijkheden formuleren • op basis van de inventarisatie van wensen en/of problemen een plan van aanpak opstellen • op basis van het plan van aanpak, een programma van eisen opstellen
2
Ontwerp • op basis van het programma van eisen, een eerste ontwerpmaken, rekening houdend met de samenhang van de elektrotechnische systemen onderling en met de andere systemen, met de hiërarchische opbouw en de keuzen van de ontwerpmethodiek • op basis van het eerste ontwerp, een simulatie of model van het gewenste product maken • op basis van de simulatie en/of het model een definitief detailontwerp maken en testen om na te gaan of deze aan de wensen van de klant voldoen • een rapport opstellen van de testresultaten en een concreet draaiboek maken waaruit blijkt op welke wijze het vervolg aangepakt wordt
3
Voorbereiding • de gekozen oplossing van de ontwerpfase vertalen in een praktisch realiseerbaar eindresultaat • op basis van het definitieve detailontwerp een in bedrijfstellingsplan opstellen, daarbij rekening houdend met de klant en met de interferentie met bestaande processen • het product of een afname keuring doen in relatie tot het eerste ontwerp, het model en het definitieve detailontwerp
4
Realisatie • controles uitvoeren • leiding geven aan de uitvoering van het project • een plan maken voor het informeren en adviseren van de opdrachtgever van het product • op basis van het definitieve detailontwerp en product, documentatie samenstellen en een gebruikershandleidingen opstellen en deze overdragen aan de klant, d.w.z. gebruikerstrainingen geven, rekening houdend met de aard van de gebruiker (professioneel of consument)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
73/76
5. Nazorg • een levenscyclusplan voor het product opstellen • een onderhoudsplan opstellen • op basis van het onderhoudsplan een beheersplan opstellen • reparatieopdrachten formuleren en oorzaken identificeren van schades, daarbij rekening houdend met omgeving, kritische factoren, verantwoordelijkheden en technische aansprakelijkheid Gerelateerd aan overige aspecten: 6. Algemene Vaardigheden • gestructureerd en analytisch denken en handelen • projectmatig werken • datasheets hanteren • creativiteit gebruiken bij het oplossen van problemen • theoretische achtergronden eigen maken door het raadplegen van literatuur en documentatie verband houdend met de uitoefening van hun beroep 7. Sociale- en communicatieve vaardigheden • leiding geven en superviseren • samenwerken in een multidisciplinaire en internationale omgeving • schriftelijk rapport of verslag maken • mondeling en schriftelijk toelichting geven over de werkzaamheden • met gebruikmaking van de juiste beroepshouding, taakgericht, intrinsiek gemotiveerd, kwaliteitsgericht, prestatiegericht en dienstverlenend handelen 8. Informatietoepassingen/Informaticakunde • In alle fasen van de werkzaamheden gebruik maken van relevante ICT toepassingen 9. Zelfsturing • zelfverantwoordelijk werken • zelfverantwoordelijk leren Wat geldt voor de beroepstaken, geldt ook voor de eindkwalificaties. Ze zijn gelijkluidend voor beide afstudeerichtingen, maar krijgen een eigen specifieke inkleuring door de context waarin beroepsbeoefenaren hun beroep uitoefenen.
74/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
Eindkwalificaties ICT Afgestudeerden van de opleiding ICT kunnen: Gerelateerd aan de projectfasering: 1. Initiatief/definitie • in overleg met opdrachtgevers/stakeholders een inventarisatie van de wensen en problemen maken en verschillende concrete mogelijkheden formuleren • op basis van de inventarisatie van wensen en/of problemen een plan van aanpak/ informatieplanning opstellen • op basis van het plan van aanpak, een programma van eisen opstellen 2. Ontwerp • op basis van het programma van eisen, een eerste ontwerp maken, rekening houdend met de andere systemen, met de hiërarchische opbouw en de keuzen van de ontwerpmethodiek • op basis van het eerste ontwerp, een simulatie of model van het gewenste product maken • op basis van de simulatie/model een definitief detailontwerp maken en testen om na te gaan of deze aan de wensen van de klant voldoet • een rapport opstellen van de testresultaten en een concreet draaiboek opzetten waaruit blijkt op welke wijze het vervolg aangepakt zal worden 3. Voorbereiding • de gekozen oplossing van de ontwerpfase vertalen in een praktisch realiseerbaar eindresultaat • op basis van het definitieve detailontwerp een in bedrijfstellingsplan opstellen, daarbij rekening houdend met de klant en met de interferentie met bestaande processen • het product testen of een afnamekeuring doen in relatie tot het eerste ontwerp, het model en het definitieve detailontwerp 4. Realisatie • controles uitvoeren • leiding geven aan de uitvoering van het project • een plan maken voor het informeren en adviseren van de opdrachtgever van het product • op basis van het definitieve detailontwerp en product, documentatie verzamelen en gebruikershandleidingen opstellen, gebruikerstrainingen geven, rekening houdend met de aard van de gebruiker (professioneel of consument) 5. Nazorg • • • •
een levenscyclusplan opstellen voor het product een onderhoudsplan opstellen op basis van het onderhoudsplan een beheersplan opstellen het projectresultaat beschrijven zoals gerealiseerd in een beslisdocument
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek
75/76
Gerelateerd aan overige aspecten: 6. Algemene Vaardigheden • gestructureerd en analytisch denken en handelen • projectmatig werken • datasheets hanteren • creativiteit gebruiken bij het oplossen van problemen • theoretische achtergronden eigen maken door het raadplegen van literatuur en documentatie verbandhoudend met de uitoefening van zijn/haar beroep 7. Sociale- en communicatieve vaardigheden • leiding geven en superviseren • samenwerken in een multidisciplinaire en internationale omgeving • schriftelijk rapport of verslag maken • mondeling en schriftelijk toelichting geven over de werkzaamheden • met gebruikmaking van de juiste beroepshouding, taakgericht, intrinsiek gemotiveerd, kwaliteitsgericht, prestatiegericht en dienstverlenend handelen 8. Informatietoepassingen/Informaticakunde • In alle fasen van de werkzaamheden gebruik maken van relevante ICT toepassingen 9. Zelfsturing • Zelfverantwoordelijk werken • Zelfverantwoordelijk leren
76/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek