Uitwerkingen examen Factoring Management
Uitwerkingen Examen Factoring Management
Examen
: Factoring Management
Datum
: 25 juni 2015
Onderdeel 1 Corporate finance (totaal 20 punten) Vraag 1 (2 punten) Onjuist. Het is waar dat de stukken zijn bedoeld voor het maatschappelijk verkeer, maar ze zijn daarmee juist niet bedoeld om de vpb te bepalen. De jaarrekening heeft als doel een zodanig inzicht te geven in vermogen en resultaat, zodat een verantwoord oordeel mogelijk is, alsmede voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat omtrent solvabiliteit en liquiditeit. Vraag 2 (4 punten) De RONCE wordt bepaald als: NOPAT/NCE of omzet/NCE*NOPATmarge NOPAT = (1 -/- b) * EBIT NCE = vaste activa + netto werkkapitaal Move it: NOPAT/NCE = 0,75*19.000/159.000 geeft 9%. Peergroupgemiddelde: omzet/NCE*NOPATmarge = 2,95 * 4,43% = 13% Move it is een ‘underperformer’ Vraag 3 (4punten) De RONCE is 9%. Door de RONCE te confronteren met de wacc wordt inzicht verkregen in de mate waarin de onderneming er in geslaagd is de hurdle te overtreffen. De wacc = 50/159 * 20% + 109/159 * 6% * 0,75 = 9,4% Het is de onderneming niet gelukt.
25 juni 2015
Pagina 1 van 6
Uitwerkingen examen Factoring Management
Vraag 4 (6 punten) NOPAT afschrijving Mutaties NWK (-8.000 -12.000 – 5.000)
Investeringskasstroom Vrije kasstroom
14.250 5.000 19.250 -25.000 -5.750 -1.000 -6.750
Nee het is niet gelukt om een vrije kasstroom > 0 te realiseren. Vraag 5 (4 punten) De solvabiliteit = 55/220; dit is 25% De rentedekking = 19/8 = 2,38 De onderneming voldoet niet aan de rentedekkingsratio. 2,38 < 3
25 juni 2015
Pagina 2 van 6
Uitwerkingen examen Factoring Management
Onderdeel 2 Working Capital Management & Liquiditeitenbeheer (totaal 30 punten) Vraag 1 (4 punten) Effectieve rente is (1 + R)n – 1
(1,007)12 – 1 = 1,0873 – 1 = 0,0073 = 8,73%
Vraag 2 (4 punten) Omloopsnelheid debiteuren bedraagt 360 / 4,8 = 75 dagen. De overschrijding is gemiddeld (75 – 30 =) 45 dagen. Vraag 3 (4 punten) De vordering van 1.000 euro na aftrek oninbaarheid is: 1.000 – 1,2% van 1.000 euro = 1.000 – 12 = 988 euro. De CW van 988 is gelijk aan 988 / (1,007)2,5 = 970,92 euro. Vraag 4 (6 punten) ContaCt BV betaalt voor een vordering van Cosalis BV contant (1.000 – 3,2% = ) 968 euro uit. Het tarief dat ContaCt BV de opdrachtgever dan in rekening brengt, is te bepalen aan de hand van de vergelijking: 968 x (1 + R)n = 988. (1 + R)2,5 = 988 / 968 = 1,02066 (1 + R)2,5 = 1,02066 R = 0,008213974 afgerond: 0,82%. Op jaarbasis is de kostenvoet (1,0082)12 - 1 = 10,30 %.
1 + R = 1.008213794
Vraag 5 (4 punten) • Verbetering liquiditeitspositie • Minder personeelskosten • Verlaging risicoprofiel Coalis BV waardoor de waarde van de onderneming kan stijgen. • Minder administratiekosten a.g.v. lange (dure) incassoprocedures. • Eenmalig positief effect op de operationele kasstroom. Vraag 6 (4 punten) De omloopsnelheid van de crediteuren moet dan omlaag. Hoe lager de omloopsnelheid crediteuren hoe langer de genoten krediettermijn en hoe korter de CCC. Vraag 7 (4 punten) RTV is het product van OSA en Ebitmarge. Als de OSA stijgt door een efficiënter werkkapitaalbeleid zal – ceteris paribus – de RTV stijgen.
25 juni 2015
Pagina 3 van 6
Uitwerkingen examen Factoring Management
Onderdeel 3 Creditmanagement (totaal 20 punten) Vraag 1.1 (2 punten) Ze moeten de details van de levering vastleggen in een overeenkomst en Stoffen BV moet de algemene voorwaarden overhandigen gelijk met het sluiten van de overeenkomst. (1 punt voor de overeenkomst en 1 punt voor de algemene voorwaarden). Vraag 1.2 (2 punten) Stoffen BV kan leveren onder eigendomsvoorbehoud. Dit betekent dat het eigendom van de spijkerstof bij Stoffen BV blijft tot Jeans BV betaald. (1 punt voor eigendomsvoorbehoud en 1 punt voor toelichting) Vraag 2.1 (3 punten) Juist, de wet stelt als hoofdregel dat vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst de inhoud van de algemene voorwaarden moet zijn verstrekt. Bij levering op de achterzijde van de factuur is te laat. (1 punt voor een positief antwoord en twee punten voor de juiste toelichting) Vraag 2.2 (2 punten) Om te beoordelen of er bijvoorbeeld sprake is van eigendomsvoorbehoud, keuze rechter, incassofee, arbitrage etc. (minimaal 2 antwoorden goed is 1 punt en meer dan twee is 2 punten) Vraag 3 (5 punten) • een deelbetaling vragen voor het niet gedisputeerde gedeelte • het dispuut oplossen • de vordering overdragen ter incasso • conservatoir beslag • procedure starten • faillissement aanvragen (voor elk goed antwoord 1 punt) Vraag 4 (2 punten) Een conservatoir beslag is een bewarend beslag in afwachting van een gerechtelijke procedure. Een executoriaal beslag is een beslag dat ten uitvoer kan worden gelegd naar aanleiding van een executoriale titel. (voor elk goed antwoord 1 punt) Vraag 5 (2 punten) De pandhouder is separatist en kan zijn rechten uitoefenen alsof er geen faillissement was. De gewone schuldeiser moet zijn vordering bij de curator indienen. Hij is concurrent schuldeiser. (pandhouder goed is 1 punt en allebei goed is 2 punten) Vraag 6 (2 punten) De eigenaar van een eenmanszaak is zowel privé als zakelijk aansprakelijk voor alle schulden die de eenmanszaak heeft. De aandeelhouder van een BV is in beginsel niet privé aansprakelijk. (voor elk goed antwoord 1 punt)
25 juni 2015
Pagina 4 van 6
Uitwerkingen examen Factoring Management
Onderdeel 4 Factoring Management (totaal 30 punten) Vraag 1 (6 punten) Hier dient te worden ingegaan op een aantal kenmerken van de debiteurenportefeuille waarbij in ieder geval dient te worden genoemd groot aantal afnemers met beperkte bedragen, korte looptijden, automatische incasso (hoe over te nemen?). Factorabiliteit beperkt, relatief hoog operationeel beslag en hoge kosten door effect omzetprovisie. Uiteindelijk dient uit antwoord duidelijk te zijn dat inzicht bestaat dat B2B portefeuille met zeer kleine bedragen de nodige bedenkingen heeft op het gebied van factoring. Vraag 2 (6 punten) Hoog crediteurensaldo (> debiteuren) duidt op krapte in werkkapitaal, bonussen, verpandingsverboden, emballage/statiegeld, accijns. Goed uitgewerkt en specifiek antwoord 2 punten per stuk (dus minimaal 3 voor volledige punten). Vraag 3 (12 punten) Debiteurensaldo
€ 2.000.000
Af: inhoudingen Vervallen posten (>90, exclusief intercomany) Concentratie (DA) Overschrijding limieten (DB + DC) Compensatie (DD)
€ 60.000 € 10.000 € 130.000 € 160.000
2 punten 2 punten 2 punten 2 punten
Totaal inhoudingen
€
Geschoond debiteurensaldo Bevoorschottingspercentage Bruto faciliteit
€ 1.540.000 90% € 1.386.000
Af: reserveringen Bonussen
€
460.000-
150.000
2 punten
Totaal reserveringen
€
Netto factoring faciliteit
€
Huidig financieringssaldo
€
Beschikbaar (tekort)
€
150.0001.236.000 1.236.000 geheel goed extra 2 punten
Vraag 4 (6 punten) A: Geschoond saldo – geen mutatie, Kredietruimte -/- 1.000.000. B: Geschoond saldo + 2.250.000, Kredietruimte +/+ 90% van 2.250.000 = 2.025.000. C: Geschoond saldo – geen mutatie (debiteuren -/- 50.000, inhoudingen -/- 50.000), kredietruimte +/+ 50.000.
25 juni 2015
Pagina 5 van 6
Uitwerkingen examen Factoring Management
25 juni 2015
Pagina 6 van 6