Examenreglement Factoring management
EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN In dit examenreglement wordt verstaan onder: NIVE:
NIVE Opleidingen b.v. gevestigd te Rijswijk.
Cash management
de opleiding Factoring management
Examencommissie:
een onafhankelijke commissie van deskundigen.
Voorzitter:
de voorzitter van de examencommissie.
Dagvoorzitter:
degene, die bij een examen verantwoordelijk is voor het goede verloop.
Corrector:
degene, die bij een schriftelijk examen de kandidaat beoordeelt op kennis, inzicht en vaardigheden.
Examinator:
degene, die bij een mondeling examen de kandidaat beoordeelt op kennis, inzicht, vaardigheden.
Kandidaat:
de persoon die toegelaten is tot het afleggen van een examen.
Examen:
de toetsing om te beoordelen of een kandidaat voldoet aan de gestelde exameneisen.
Leerstof:
de vaardigheden en materie, die de kandidaat moet beheersen om aan de exameneisen (eindtermen) te voldoen.
Toelatingscommissie:
de commissie die de toelating van de kandidaten regelt.
Examenbureau:
het bureau dat de dagelijkse werkzaamheden met betrekking tot de uitvoering van de examens verricht.
Huishoudelijk reglement:
het huishoudelijk reglement van de opleiding Factoring management
Internetsite
de internetsite van NIVE.
ARTIKEL 2. TOELATINGSEISEN VOOR EXAMENS 1.
Tot het deelnemen aan het examen Factoring management worden kandidaten toegelaten die voldoen aan de navolgende eisen: −
Een diploma bezitten op MBO+-niveau, ter beoordeling van de toelatingscommissie. Zie artikel 6;
−
Tenminste twee jaar werkervaring hebben op hebben op een financiële afdeling;
−
Tot het examen kunnen in bijzondere gevallen ook kandidaten worden toegelaten die niet voldoen aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde eisen. Zie ook artikel 6 van dit examenreglement.
ARTIKEL 3. EXAMENEISEN VOOR HET BEHALEN VAN HET DIPLOMA 1. De exameneisen zijn onderverdeeld in vier onderdelen. De verdeling is als volgt: - Onderdeel 1: Corporate finance; - Onderdeel 2: Working Capital Management en Liquiditeitenbeheer; - Onderdeel 3: Credit Management; - Onderdeel 4: Factoring. 2. De leerstof is het geheel van de in de syllabus aangegeven lesstof
05-04-2011
pagina 1
Examenreglement Factoring management
ARTIKEL 4. EXAMEN 1. Voor het behalen van het diploma dient een kandidaat met goed gevolg een examen af te leggen. Het examen dient om te toetsen of de kandidaat voldoet aan de exameneisen zoals deze in het huishoudelijk reglement zijn vastgelegd. 2. De voorzitter kan in bijzondere gevallen bepalen een schriftelijk examen van een kandidaat te vervangen door een mondeling examen waarin de kennis, inzicht en vaardigheden van de gehele stof worden getoetst. ARTIKEL 5. EXAMENCOMMISSIE 1. Het examen wordt georganiseerd en beoordeeld onder verantwoordelijkheid van een examencommissie. Zij neemt daarbij de bepalingen van dit examenreglement en van het huishoudelijk reglement in acht. 2. De leden worden benoemd uit de kring van vakinhoudelijke en/of educatieve deskundigen. 3. In een afzonderlijk protocol is het benoemen en ontslaan van de examencommissie geregeld. 4. De examencommissie regelt onderling de werkzaamheden, voor zover deze in dit examenreglement niet aan de voorzitter zijn toegewezen. ARTIKEL 6. TOELATINGSCOMMISSIE 1. Over de toelating tot een examen van een kandidaat die niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 2 lid 1 van dit examenreglement wordt beslist door een toelatingscommissie. Zij neemt hierbij de bepalingen van dit examenreglement en van het huishoudelijk reglement in acht. Zij kan aan deze toelating nadere voorwaarden verbinden en aangeven hoe deficiënties van een kandidaat gecompenseerd moeten worden. 2. De examencommissie benoemt en ontslaat de leden van de toelatingscommissie. Zij wijst een van de leden als voorzitter aan. Het aantal leden bedraagt ten hoogste vier, waarvan tenminste één lid tevens lid van de examencommissie is. 3. De leden worden benoemd uit de kring van vakinhoudelijke en/of educatieve deskundigen. 4. De toelatingscommissie zal aan de kandidaten informatie vragen over hun opleiding, ervaring en werkgebied. Ze kan de kandidaten voor een gesprek uitnodigen. Tijdens dit gesprek zal de toelatingscommissie nagaan of de kennis en ervaring, zoals vereist in artikel 2 van dit examenreglement, voldoende zijn om tot de opleiding te worden toegelaten. ARTIKEL 7. EXAMENBUREAU 1. Het examenbureau is een secretariaat waar de dagelijkse organisatorische en administratieve werkzaamheden worden uitgevoerd die nodig zijn voor de voorbereiding, de uitvoering en de beoordeling van het examen. Het examenbureau staat onder toezicht van de examencommissie. De examencommissie stelt de regels en procedures op, die het goed functioneren van het examenbureau moeten waarborgen. Het examenbureau is het postadres van de examencommissie. 2. Het examenbureau zorgt er voor dat kandidaten tijdig voor het examen worden uitgenodigd en op de hoogte worden gesteld van alles dat nodig is voor een goed verloop van het examen. ARTIKEL 8. EXAMENPROCEDURES 1. De examencommissie zorgt ervoor dat elk halfjaar het examenrooster wordt vastgesteld en gepubliceerd op de internetsite. 2. De examencommissie bepaalt in onderling overleg welk lid van de examencommissie bij een schriftelijk examen als dagvoorzitter optreedt. 3. Het examenbureau zorgt voor voldoende toezicht bij het schriftelijk examen.
pagina 2
05-04-2011
Examenreglement Factoring management
4. De dagvoorzitter is verantwoordelijk voor een goed verloop van de examens. Hij zorgt ervoor dat de kandidaten tijdig voor de aanvang van het examen in kennis worden gesteld van hetgeen zij omtrent het verloop van het examen dienen te weten. ARTIKEL 9. OPSTELLEN VAN DE SCHRIFTELIJKE OPGAVEN 1. Het examenbureau nodigt in overleg met de examencommissie docenten of andere deskundigen uit met inachtneming van de eindtermen zoals bepaald in het huishoudelijk reglement, om cases en/of vraagstukken met de hierbij behorende richtlijnen en beoordelingsnormen op te stellen, die bij een schriftelijk examen kunnen worden gebruikt. 2. De examencommissie stelt de cases en/of vraagstukken vast voor een schriftelijk examen. Zij kan hierbij aanvullingen of wijzigingen aanbrengen. Zij zorgt daarbij voor een goede verdeling van de opgaven over de stof en houdt rekening met de zwaarte en de beschikbare tijdsduur. 3. De examencommissie stelt de richtlijnen en de beoordelingsnormen vast en bepaalt de hulpmiddelen die door de kandidaten gebruikt mogen worden. 4. Zolang de opgaven niet aan de kandidaten zijn uitgereikt, bestaat voor het examenbureau, de examencommissie, de opstellers van vraagstukken en anderen die hierbij betrokken zijn, de verplichting om de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te nemen en geheimhouding te bewaren. ARTIKEL 10. VORM EN DUUR VAN HET EXAMEN 1. Het examen is schriftelijk. 2. De tijdsduur van het schriftelijke examen wordt door de examencommissie vastgesteld en bedraagt minimaal één uur en maximaal vier uur. 3. De examencommissie kan beslissen dat een examen mondeling wordt afgenomen. Zij stelt de belanghebbende kandidaten hiervan tijdig op de hoogte. De examencommissie stelt hiervoor de voorwaarden vast voor zover deze niet in dit examenreglement of het huishoudelijk reglement zijn opgenomen. 4. De tijdsduur van een mondeling examen wordt vastgesteld door de examencommissie en bedraagt tenminste een half uur en ten hoogste anderhalf uur. ARTIKEL 11. UITVOERING VAN HET EXAMEN 1. Omtrent opgaven die aan de kandidaten zijn uitgedeeld mogen geen inlichtingen of mededelingen meer worden gedaan behalve door of namens de dagvoorzitter. 2. Tijdens een schriftelijk examen is het de kandidaat niet toegestaan zich zonder toestemming van een toezichthouder buiten de zaal te begeven. 3. De kandidaat mag alleen gebruik maken van de door de examencommissie toegelaten hulpmiddelen. Het examenbureau zal vooraf aan de kandidaten kenbaar maken welke hulpmiddelen dit zijn. 4. Het gemaakte schriftelijke werk wordt door of namens de dagvoorzitter in ontvangst genomen. 5. Het examenbureau zorgt dat het gemaakte werk met de opgaven en de door de examencommissie vastgestelde richtlijnen en beoordelingsnormen aan de betrokken correctoren worden toegezonden en geeft aan op welke uiterlijke datum het werk gecorrigeerd aan het examenbureau geretourneerd moet zijn. 6. Omtrent het verloop van het examen maakt de dagvoorzitter een protocol op. ARTIKEL 12. TOEZICHT De verantwoordelijkheid voor het toezicht bij een examen ligt bij de dagvoorzitter. De dagvoorzitter heeft de leiding. Hij ziet erop toe dat voor elke zaal waar kandidaten opgaven uitwerken steeds adequaat toezicht aanwezig is.
05-04-2011
pagina 3
Examenreglement Factoring management
ARTIKEL 13. BEOORDELING VAN HET EXAMEN 1. 2.
3.
4. 5.
6.
7. 8.
Het examen is opgebouwd uit vier deelexamens. Elk deelexamen omvat de stof van een onderdeel van de leerstof (zie artikel 3.1). Elk deelexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de schaal van 1 tot 10. Het cijfer van een deelexamen wordt afgerond tot het naastliggende gehele getal, waarbij de decimaal 0,5 wordt afgerond naar boven. Het afgeronde cijfer 5 of lager wordt als onvoldoende aangemerkt. De correctoren beoordelen het ontvangen schriftelijk werk met inachtneming van de beoordelingsnormen en dienen hun beoordeling in bij de examencommissie, voorzien van de toelichting die zij voor een juiste waardering van belang achten. De examencommissie stelt het resultaat van het examen per deelnemende kandidaat vast. Het resultaat van een examen wordt als voldoende aangemerkt als aan één van de volgende criteria wordt voldaan: - de som van de cijfers van de 4 deelexamens is 24 of hoger en niet meer dan één van de deelexamens is onvoldoende (vijf); - de som van de cijfers van de 4 deelexamens is 28 of hoger en niet meer dan twee van de deelexamens zijn onvoldoende (vijf), of niet meer dan één van de deelexamens is dubbel onvoldoende (vier); Wordt het resultaat van een examen als voldoende aangemerkt, dan wordt het resultaat uitgedrukt in een geheel cijfer uit de schaal van 1 tot 10. Dit cijfer wordt verkregen door de som van de cijfers behaald voor de deelexamens te delen door vier en daarna af te ronden tot het naastliggende gehele getal, waarbij de decimaal 0,5 of hoger wordt afgerond naar boven. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 8 weken na de datum van het examen wordt de uitslag schriftelijk aan de kandidaten meegedeeld. Heeft een kandidaat bij het examen een onvoldoende resultaat behaald, dan blijven (eventuele) voldoendes voor deelexamens bij volgende examens gehandhaafd. Daarbij blijft lid 5 van dit artikel gehandhaafd. Scoort de kandidaat bij een volgend examen voor hetzelfde deelexamen echter een nog hoger cijfer dan zal dit hogere cijfer van toepassing zijn. Deze regel is ook van toepassing voor examens die voor 21-1-2009 hebben plaatsgevonden.
ARTIKEL 14. DIPLOMA 1. Een kandidaat heeft recht op een diploma als voor het examen een voldoende resultaat is behaald. 2. Bij het diploma behoort een lijst met het toegekende cijfer voor het examen. 3. Het diploma wordt namens de examencommissie door de voorzitter getekend. ARTIKEL 15 BIJZONDERE SITUATIES In bijzondere situaties, zoals een incompany-opleiding die door NIVE wordt verzorgd, kan de examencommissie in haar vergadering een besluit nemen over een gedeeltelijke aanpassing van het huishoudelijk reglement. ARTIKEL 16. AANVULLENDE BEPALING Aan het examen mag niet meer dan vier maal worden deelgenomen. ARTIKEL 17 LICHAMELIJKE/ZINTUIGLIJKE BEPERKING De voorzitter kan toestaan dat een kandidaat met een lichamelijke en of zintuiglijke beperking de examenonderdelen aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden die de gesteldheid van de kandidaat toelaat. De wijze van aanpassing stelt hij vast in overleg met de examencommissie.
pagina 4
05-04-2011
Examenreglement Factoring management
ARTIKEL 18. UITSLUITING 1. Indien een kandidaat zich met betrekking tot een examen aan enig bedrog heeft schuldig gemaakt dat vóór of tijdens het examen wordt ontdekt, ontzegt de dagvoorzitter hem/haar de (verdere) deelneming aan dat examen. Indien een kandidaat in enig ander opzicht in strijd met de voorschriften heeft gehandeld en dit vóór of tijdens een examen wordt ontdekt, is de dagvoorzitter bevoegd hem/haar de (verdere) deelneming aan dat examen te ontzeggen. 2. Indien het bedrog eerst na afloop van een examen wordt ontdekt, ontvangt de kandidaat geen cijfer dan wel wordt een gegeven cijfer nietig verklaard en een eventueel uitgereikt diploma teruggevorderd. Indien een andere onregelmatigheid eerst na afloop van het examen wordt ontdekt, is de voorzitter bevoegd op dezelfde wijze te handelen. 3. Van bedrog of onregelmatigheden als bedoeld onder 1 en 2 van dit artikel doet de dagvoorzitter dan wel de voorzitter zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de leden van de examencommissie en aan NIVE. 4. Van een mededeling als bedoeld onder 3 zendt de examencommissie omgaand bij aangetekend schijven afschrift aan de kandidaat en wijst hem/haar daarbij schriftelijk op het bepaalde onder lid 5 van dit artikel. 5. De kandidaat kan tegen een beslissing als bedoeld onder 1 of 2 in beroep gaan bij de examencommissie. Zie daarvoor artikel 19. ARTIKEL 19. BEROEP 1. Een kandidaat kan tegen de uitslag van de toelatingscommissie, tegen de uitslag van een examen, dan wel tegen een beslissing genoemd in artikel 18 binnen tien dagen na berichtgeving over die uitslag/beslissing schriftelijk beroep aantekenen bij de examencommissie. Het beroep dient met redenen omkleed te zijn. 2. Het bezwaarschrift moet voorzien zijn van naam, adres en examennummer. 3. De examencommissie stelt zonodig na verder onderzoek, daarbij eventueel bijgestaan door deskundigen, een definitieve uitslag vast of neemt een definitieve beslissing. Deze uitslag/beslissing is bindend. 4. Indien een kandidaat bij het beroep in het gelijk is gesteld en bij zijn/haar studie nadeel heeft ondervonden van de oorspronkelijke uitslag/beslissing, dan zal NIVE trachten naar redelijkheid dit nadeel zoveel mogelijk te beperken. ARTIKEL 20. BIJZONDERE BESLISSINGSBEVOEGDHEDEN Omtrent aangelegenheden die een beslissing vragen zonder in dit examenreglement te zijn geregeld beslist de examencommissie. Bij spoedeisende zaken kan deze beslissingsbevoegdheid indien de examencommissie niet kan worden geraadpleegd, worden uitgeoefend door de voorzitter van de examencommissie, dan wel de dagvoorzitter. Van deze beslissing wordt mededeling gedaan aan de examencommissie. ARTIKEL 21. VASTSTELLING VAN HET EXAMENREGLEMENT 1. Het examenreglement kan alleen worden gewijzigd indien een daartoe door de examencommissie aangewezen vertegenwoordiger en een door NIVE aangewezen vertegenwoordiger overeenstemming bereiken over de aan te brengen veranderingen. 2. Bij verandering van het examenreglement, zal waar relevant, een overgangsperiode in acht worden genomen. 3. Dit examenreglement is door een door de examencommissie aangewezen vertegenwoordiger en een door NIVE aangewezen vertegenwoordiger vastgesteld op 5 april 2011.
05-04-2011
pagina 5