Examenreglement

|

Examenreglement 2015 - 2016

Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

1

Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................................................................... 2 Inleiding .............................................................................................................................................................. 3 Begrippenlijst ...................................................................................................................................................... 4 Algemene bepalingen: grondslag, verantwoordelijkheid ....................................................................................... 7 Artikel 1 - Grondslag van dit reglement. ....................................................................................................................... 7 Artikel 2 – Verantwoordelijkheid .................................................................................................................................. 7 Toetsing in de bovenbouw ................................................................................................................................... 8 Artikel 3 – Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) ........................................................................................ 8 Artikel 4 - Het eindexamen ........................................................................................................................................... 8 Artikel 5 - De rekentoets ............................................................................................................................................... 9 Artikel 6 – Deelname aan het examen, inhalen, herkansen. ...................................................................................... 10 Artikel 7 – Cijfergeving, inzage, bewaren.................................................................................................................... 11 Artikel 8 – Zittingregels bij examens ........................................................................................................................... 13 Voor aanvang – bij binnenkomst ............................................................................................................................ 13 Hulpmiddelen .......................................................................................................................................................... 13 Aanvang, gedurende het examen en inleveren. ..................................................................................................... 15 Artikel 9 – Faciliteiten ................................................................................................................................................. 16 Artikel 10 – Uitslagbepaling ........................................................................................................................................ 17 Artikel 11 - Herkansing centraal examen .................................................................................................................... 17 Artikel 12 – Diploma en cijferlijst ................................................................................................................................ 17 Artikel 13 - Slaag-zakregeling ..................................................................................................................................... 18 Artikel 14 – Vrijstelling, wisseling van profiel of vak, extra vak .................................................................................. 18 Artikel 15 – Tussentijdse instroom ............................................................................................................................. 19 Artikel 16 – Versneld schoolexamen/eindexamen op hoger niveau .......................................................................... 19 Bij onregelmatigheden, beroep, geschillen. ............................................................................................................... 20 Artikel 17 - Maatregelen bij onregelmatigheden........................................................................................................ 20 Artikel 18 - Beroep tegen beslissingen van de rector ................................................................................................. 20 Artikel 19 - De commissie van beroep ........................................................................................................................ 21 Artikel 20 – Geschillen ................................................................................................................................................ 21

|

Artikel 21 – Onvoorziene gevallen .............................................................................................................................. 21


2

Inleiding Breda, 1 oktober 2015, Beste leerling, Voor je ligt het examenreglement van het Orion Lyceum voor het komende schooljaar. Het wordt je aangeraden om dit document door te nemen. Het is namelijk een belangrijk document. Hiermee kun jij er voor zorgen dat je weet wat je te doen staat bij vragen of problemen die te maken hebben met schoolexamens of eindexamens. Elk schooljaar is iedere Nederlandse school bij wet verplicht aan iedere leerling die te maken heeft met schoolexamens en eindexamens het voor dat jaar geldende examenreglement uit te reiken. Het is dus een wettelijk document, waarin de rechten en plichten van school, ouders en leerlingen zijn vastgelegd. Voor een groot deel komt wat er in dit document staat voort uit de door de overheid voorgeschreven wetten en regels. Vooral wat betreft het centraal examen. Voor een deel stelt de school zelf het programma en de regels vast. Dit heeft vooral te maken met het schoolexamen. Omdat er elk jaar wel een paar zaken zijn die aangepast moeten worden, zijn de reglementen van opeenvolgende jaren meestal niet precies gelijk. Bijvoorbeeld door de komst van de rekentoets of digitale examens. Vooral de regelgeving met betrekking tot het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) verdient speciale aandacht. In principe ben je al aan dat programma begonnen in het vierde leerjaar nadat je een profielkeuze hebt gemaakt. In het eindexamenjaar moet dat programma van begin tot eind volledig zijn afgewerkt. Hiervoor dienen alle lessen en toetsen in het schoolexamen (SE). Uiteindelijk doen alle leerlingen op hetzelfde moment de centraal geregelde vakexamens op hun eigen school volgens een landelijk examenrooster. Dit is het Centraal Schriftelijk Examen (CSE). Ik wens je dit jaar veel succes op weg naar een diploma havo/vwo.

Erik Denessen, Examensecretaris Conny Langen, stafmedewerker Examencommissie

|

Rudy Schipperen, voorzitter Examencommissie


3

Begrippenlijst

Afstudeerproject

Het afstudeerproject is de benaming van het Orion Lyceum voor het wettelijk voorgeschreven profielwerkstuk. Hieronder vallen de onderdelen onderzoek, presentatie en autobiografie.

Bevoegd gezag

Het bestuur van het Orion Lyceum Breda.

Centraal Schriftelijk

Het afsluitende examen in bepaalde vakken, af te nemen op door de overheid vastgestelde tijdstippen, over in de examenprogramma’s vastgestelde leerstof.

Examen (CSE of CE)

Commissie van Beroep

De Commissie van Beroep bestaat uit drie personen: de voorzitter van het bestuur (of een door hem aan te wijzen vervanger), de voorzitter van de Medezeggenschapsraad (of een door hem aan te wijzen vervanger), een docent die geen examinator is van de desbetreffende leerling, aan te wijzen door de docentengeleding.

Domein

Onderdeel van het wettelijk omschreven examenprogramma van een vak.

Eindexamen

Het eindexamen omvat de per afdeling gespecificeerde vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, de profieldelen, een profielwerkstuk, vakken en onderdelen van het vrije deel van elk profiel, dat voldoet aan de wettelijk vastgelegde aantallen studielasturen.

Eindexamenbesluit

Het bij wet gestelde besluit over de inrichting van de eindexamens. Dit kan worden teruggevonden op www.examenblad.nl. Hierop baseert de school ook mede het Examenreglement.

Examencommissie

Rector, examensecretaris en de stafmedewerker van het examensecretariaat.

Examenonderdeel

Een hoeveelheid leerstof die als herkenbare eenheid in het schoolexamen of in het centraal examen wordt getoetst en beoordeeld.

Examenprogramma

Door de overheid op hoofdlijnen vastgestelde examenstof per vak. Elk examenprogramma is onderverdeeld in domeinen. De meeste domeinen zijn onderverdeeld in subdomeinen.

Examinator

Degene die belast is met het afnemen van het examen in een vak. Dit is de docent van het betreffende vak.

Examensecretaris

Degene die is belast met het de organisatie en coördinatie van SE’s, CE’s en het PTA.

|

Combinatiecijfer

Voor de havo: het gemiddelde van het afstudeerproject en het eindcijfer maatschappijleer; voor vwo wordt het gemiddelde berekend over dezelfde vakken en het eindcijfer voor ANW.


4

Herexamen

Het opnieuw deelnemen aan een reeds eerder afgelegd en beoordeeld examenonderdeel van het centraal examen.

Herkansing

Het opnieuw deelnemen aan een reeds eerder afgelegd en beoordeeld examenonderdeel van het schoolexamen. Hierbij telt het hoogst behaalde cijfer.

Inhaaltoets

Een toets die vanwege geldige reden niet op het gezette moment kon worden afgenomen.

Kandidaat

Diegene die tot het eindexamen is toegelaten.

Leerjaar

Met leerjaar wordt bedoeld: 4havo, 5havo, 4vwo, 5vwo of 6vwo.

Normatieve studielast

In wet- en regelgeving is aan de examenvakken een studielast gekoppeld die de relatieve omvang bepaalt: de normatieve studielast uitgedrukt in studielast uren (SLU).

Onregelmatigheid

Een handeling of serie handelingen van de kandidaat die in strijd is met gedragsregels ten aanzien van het examen, zoals die voortvloeien uit dit examenreglement en/of een handeling of serie handelingen van de kandidaat die in strijd geacht kan worden met de vereiste authenticiteit of met het vereiste individuele karakter van de examinering.

Praktische opdracht

Een examenonderdeel, waarin vaardigheden worden getoetst die zijn gekoppeld aan kennis en inzicht die van betekenis zijn voor het desbetreffende vak.

Profiel

Het geheel aan vakken waarmee de kandidaat het eindexamen voltooit, bestaande uit vakken uit het gemeenschappelijk deel, het profieldeel en het vrije deel.

Profielwerkstuk /afstudeerproject

Het profielwerkstuk is een werkstuk met bijbehorende presentatie, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Op Orion vormt het samen met het eindautobiografie en de eindpresentatie een cijfer dat meetelt in het combinatiecijfer.

Programma van toetsing en afsluiting (PTA)

Een overzicht van de examenonderdelen en hun inhoud, de wijze en tijdstippen van toetsing, de beoordeling en de herkansingsmogelijkheden.

Rector

De leidinggevende van de school die door het Bevoegd Gezag gemandateerd is om de in dit reglement genoemde verantwoordelijkheden op zich te nemen en beslissingen te nemen.

Schoolexamen (SE)

Het geheel van de examenonderdelen of een enkele examen zoals beschreven in het PTA. Schoolexamens gaan over in de vakles behandelde stof. Toetsen hebben |

Handelingsopdracht

Een examenonderdeel dat voldoende moet worden uitgevoerd en behalve onvoldoende of voldoende niet met een cijfer wordt beoordeeld. Het voldoen aan de handelingsdelen is bij een aantal vakken een voorwaarde voor deelname aan de SE-toetsen. Voor de vakken LO en CKV geldt zelfs, dat dit een voorwaarde is voor deelname aan het Centraal Examen.


5

inhoudelijk hun zwaartepunt op voorbereide leerinhouden en vaardigheden, waarbij eerder behandelde stof als bekend wordt verondersteld. Tijdseenheid lopende van 1 augustus tot en met 31 juli van het volgende kalenderjaar.

Toets

Een examenonderdeel met schriftelijke of mondelinge of praktische vragen en opdrachten. Toetsen hebben inhoudelijk hun zwaartepunt op voorbereide leerinhouden en vaardigheden, waarbij eerder behandelde stof als bekend wordt verondersteld.

Voortgangscijfers (VC)

Voortgangscijfers zijn de cijfers behorende bij alle toetsen, met een weging aangegeven in het PTA. Deze cijfers tellen alleen mee voor het overgangscijfer voor het vak.

|

Schooljaar


6

Algemene bepalingen: grondslag, verantwoordelijkheid Artikel 1 - Grondslag van dit reglement. 1.1

Het examen wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, dat alle bijbehorende verantwoordelijkheden mandateert aan de rector. Deze op zijn beurt draagt in samenspraak met de examencommissie taken en bevoegdheden over aan de examensecretaris, -administratie, docenten/examinatoren.

1.2 a) b)

Het bevoegd gezag kan in uitzonderlijke gevallen: een commissie van beroep instellen; een eerder genomen besluit heroverwegen.

1.3

Het bevoegd gezag van het Orion Lyceum stelt het examenreglement vast.

1.4

Het examenreglement van het Orion Lyceum is vastgesteld conform de wetgeving zoals geldend op 1 oktober van het betreffende schooljaar.

1.5

Het examenreglement wordt door de rector voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de examenkandidaten.

Artikel 2 – Verantwoordelijkheid De rector en de examinatoren van de school nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af.

2.2

De rector wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. Deze functie wordt administratief ondersteund door de stafmedewerker van het examensecretariaat. In het geval van de vereniging van de functie van docent en examensecretaris in 1 persoon, dient de examencommissie besluiten zonder belangenverstrengeling te nemen. Hierbij is de rector verantwoordelijk.

2.3

Gedrieën, met de rector vormen de stafmedewerker en de examensecretaris de examencommissie.

2.4

Een ieder die betrokken is bij het eindexamen en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij wettelijk anders is bepaald.

|

2.1


7

Toetsing in de bovenbouw Artikel 3 – Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) 3.1

De rector stelt jaarlijks voor 1 oktober, per leerjaar een PTA vast. Het PTA is altijd de som van de programma’s over de afzonderlijke leerjaren.

3.2

In het PTA wordt schematisch beschreven:  welke onderdelen van het examenprogramma worden getoetst in de SE’s;  welke leerstof daarbij hoort;  welke weging de toets heeft als onderdeel van het SE-cijfer en/of de voortgangsweging;  wanneer de toetsen worden afgenomen/moeten worden ingeleverd;  welke duur de toets heeft;  welke vorm de toets heeft.

3.3

Het PTA wordt gedurende het schooljaar niet gewijzigd. Indien er dringende noodzaak is om een of enkele delen te wijzigen, dan gebeurt dit in consensus tussen ouders, leerling en de school.

3.4

Alle kandidaten zijn verplicht de vastgestelde onderdelen die in het PTA staan, af te leggen.

3.5

De exacte data en tijdstippen van afname van toetsen in een toetsweek worden tenminste 5 schooldagen voor de toetsweek aan de leerlingen bekend gemaakt.

3.6

De examinator maakt van mondelinge schoolexamens een geluidsopname.

3.7

Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer dat meedoet in het combinatiecijfer. Het combinatiecijfer wordt voor de afdeling havo samengesteld uit het vak maatschappijleer en het afstudeerproject. Voor de afdeling vwo wordt dit combinatiecijfer bepaald door maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het afstudeerproject.

3.8

De vakken culturele- en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding worden beoordeeld met een onvoldoende, voldoende of goed.

4.1

Het eindexamen bestaat per afdeling uit de vakken van het gemeenschappelijk deel, de vakken van een van de profieldelen en een vak uit het vrije deel.

4.2

Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beiden.

4.3

Het schoolexamen v.w.o. en h.a.v.o. omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk met een presentatie waarbij, vast te stellen door de docent/examinator, op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel.

4.4

Het afstudeerproject heeft wat betreft het onderzoek betrekking op één of meer vakken in het profiel van de leerling. Ten minste één van deze vakken heeft een normatieve studielast van 400 uur of meer voor het v.w.o. en 320 uur of meer voor h.a.v.o. Het afstudeerproject heeft wat betreft cijfer een onderverdeling in onderzoek, autobiografie en presentatie met in het PTA vastgelegde wegingen Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

|

Artikel 4 - Het eindexamen

8

4.5

De kandidaat kan in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen. De school kan hieraan voorwaarden verbinden.

4.6

De kandidaat wordt uitsluitend toegelaten tot het centraal examen indien deze de schoolexamens heeft afgerond voor/op de datum die door de school bekend wordt gemaakt. Deze datum ligt tenminste tien dagen voordat de school de cijfers van de schoolexamens naar DUO moet sturen. Deze datum wordt aan de kandidaten bekend gemaakt.

4.7

De kandidaat controleert voorafgaand aan het centraal examen de juistheid van de behaalde cijfers van de schoolexamens en ondertekent de cijferlijst.

4.8

De kandidaat legt het centraal examen af in het laatste leerjaar van de betreffende afdeling. Hierop zijn de volgende uitzonderingen.

Artikel 5 - De rekentoets

5.2

Vanaf het schooljaar 2013-2014 is de rekentoets verplicht in het eindexamenjaar van het voortgezet onderwijs. De rekentoets telt tot en met 2014-2015 nog niet mee voor de examenuitslag. Een leerling kan in die jaren dus niet zakken doordat hij de toets niet haalt. Het resultaat van de rekentoets staat wel op de cijferlijst van het examen. Vanaf 2015-2016 telt de toets mee voor de examenuitslag. De compensatieregeling is niet van toepassing op het cijfer van de rekentoets.

|

5.1


9

Artikel 6 – Deelname aan het examen, inhalen, herkansen. De kandidaat is verplicht aan de examenonderdelen deel te nemen of het vereiste werk tijdig in te leveren.

6.2

Een leerling die een toets om niet geldige redenen niet maakt, krijgt hiervoor het voorlopige cijfer 1,0. Dit cijfer wordt zo spoedig mogelijk vervangen door het uiteindelijk bepaalde cijfer, mits de leerling inhaal- of herkansingsrecht heeft.

6.3

De kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na aanvang van de zitting tot het examenlokaal toegelaten worden, met uitzondering van zittingen zoals beschreven in lid 3. De kandidaat die later dan het aanvangstijdstip is toegelaten levert het werk in op het tijdstip dat voor de overige kandidaten geldt.

6.4

Na aanvang van een zitting van een schoolexamen luistervaardigheid worden geen kandidaten meer tot de examenruimte toegelaten. De rector bepaalt of de kandidaat om geldige of niet geldige reden aanwezig was.

6.5

Voor deelname aan een schoolexamen geldt dat de aanwezigheid bij de lessen van dit onderdeel minimaal 50% moet zijn. Bij verzuim van de lessen en te laat inleveren van onderdelen van het PTA kan de herkansingsgelegenheid door de examinator worden opgezegd. De examensecretaris fungeert hierbij als beroepsinstantie.

6.6

Meldingsplicht telefonisch Indien de kandidaat door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden niet aan de verplichtingen voortvloeiend uit het PTA of examenreglement kan voldoen, dient dit door de kandidaat of indien de kandidaat minderjarig is door de wettelijke vertegenwoordigers voor aanvang van het betreffende examenonderdeel telefonisch te worden meegedeeld aan de school, onder de uitdrukkelijke mededeling dat er een examenonderdeel gemist zal worden.

6.7

Meldingsplicht schriftelijk. De mededeling bedoeld in het vorige artikel dient zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd te worden aan het examensecretariaat, middels de daarvoor bestemde formulieren en een onderbouwing. In de schriftelijke bevestiging dient de reden van verhindering nader te worden gespecificeerd. Tevens worden door de ouders of meerderjarige leerling documenten meegezonden die de reden van verhindering onderbouwen. In geval van ziekte is het noodzakelijk dat een (huis)arts is geraadpleegd en worden diens naam, adres, telefoonnummer in de schriftelijke bevestiging vermeld.

6.8

De rector bepaalt uiteindelijk of de kandidaat om een geldige reden verhinderd was of dat er sprake is van verzuim of onregelmatigheid.  De rector kan toestaan dat een kandidaat wegens ziekte of zwaarwegende redenen een onderdeel van het examen verzuimt dan wel op een ander tijdstip inlevert.  De rector kan een controlerend geneesheer en/of leerplichtambtenaar inschakelen.

6.8

Als een leerling tijdens een toetsperiode een of meer toetsen met geldige reden gemist heeft, moeten deze zo spoedig mogelijk worden ingehaald. Hiervoor kunnen uren buiten het lesrooster worden aangewezen. Hierbij wordt gestreefd het reguliere inhaal- en herkansprogramma volgens jaarrooster doorgang te laten vinden. Lukt dit niet of zijn er onvoorziene gevallen dan moeten, om de leerling te kunnen bevorderen of deelname aan het CE te kunnen bieden de betrokken docent en examencommissie unaniem instemmen met een traject.

|

6.1


10

SE herkansen 6.9

De leerling heeft het recht op één herkansing van een SE-onderdeel per periode. Daarbij is het volgende van kracht:  Praktische opdrachten zijn niet herkansbaar. Uitzondering hierop is bij de moderne vreemde talen de luistertoets.  Mondelinge toetsen zijn niet herkansbaar. Uitzondering hierop is bij de moderne vreemde talen de spreekvaardigheidstoets.  Alle schriftelijke toetsen zijn herkansbaar tenzij in dit reglement aangegeven.  De herkansingsgelegenheid van de derde toetsperiode heeft plaats in de eerste periode van het volgende jaar. De leerling geeft zich hiervoor in het volgende schooljaar op. Dat betekent dat de leerling voor de overgangsvergadering wordt besproken met de cijferlijst die op dat moment geldig is. De overgang van leerling kan dus niet afhangen van de eventuele herkansing.

6.10 Na het herkansen telt het hoogste cijfer behaald voor de betreffende toets. 6.11 Bij verzuim van meer dan 50% van de lessen kan de herkansingsmogelijkheid bij monde van de rector worden ingetrokken.

Opgeven van inhalen/herkansen van een SE. 6.12 Het opgeven van het verzoek om herkansing/inhalen geschiedt alleen via de op school beschikbare formulieren op een vastgesteld tijdstip. Het volledig en tijdig inleveren van de formulieren voor inhalen of herkansen voor afwezige leerlingen is ter verantwoordelijkheid van de leerling en/of ouders/verzorgers. Opgeven van herkansing CE 6.13 Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de rector, in het eerste tijdvak van het centraal examen is verhinderd bij één of meer zittingen aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 6.14 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de rector aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie.

7.1

De schoolexamens hebben een in het PTA vastgestelde weging.

7.2

Cijfers voor se-toetsen worden doorgaans berekend op een decimaal.

7.3

Afronding vindt plaats conform de wettelijke bepalingen dan wel voorschriften.  Bij afronding op een heel cijfer: het cijfer achter de komma moet een 5 of hoger zijn om naar boven af te ronden. 5.49 wordt 5, 5,50 wordt 6.  Vakken die uitsluitend met een schoolexamen worden afgesloten worden na het bepalen van het gewogen gemiddelde afgerond op een heel cijfer.  De cijfers met een vaststelling op een decimaal moeten indien nodig ook worden afgerond. Daarvoor wordt de decimaal op dezelfde wijze verhoogd als hele cijfers. Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

|

Artikel 7 – Cijfergeving, inzage, bewaren

11

7.4

Indien handelingsdelen of ander in te leveren werk dat staat vermeld in het PTA niet of niet op tijd wordt ingeleverd, kent de docent hiervoor het cijfer 1 toe aan het werk en brengt hiervan de betrokken leerling, ouders/verzorgers, leergroepbegeleider, examensecretaris en bovenbouw coördinator op de hoogte. Om de leerling toch te kunnen bevorderen of deelname aan het SE of CE te kunnen laten doorgaan moeten bovengenoemd schoolfunctionarissen unaniem instemmen met een traject.

7.5

In het examendossier en de rapportage kunnen de cijfers worden teruggezien. Aan deze cijfers kunnen geen rechten worden ontleend. Reken- en invoerfouten worden zo goed mogelijk door de school hersteld. Daarbij:  Na het uitreiken van de periodieke rapporten geldt een termijn van vijf schooldagen voor het melden van fouten door leerlingen aan de vakdocent.  Voor het uitreiken van het voorlopig cijferoverzicht van de examenkandidaten in het examenjaar moet de leerling aanwezig zijn en de lijst ondertekenen voor ontvangst. Daarna zijn wijzigingen niet meer mogelijk. De datum wordt jaarlijks gewijzigd en bij het uitreiken van het eindexamenrooster door school bekend gemaakt.

7.6

De examinator beoordeelt het gemaakte werk zo spoedig mogelijk en deelt de beoordeling daarna zo spoedig mogelijk mee aan de kandidaat, doch uiterlijk binnen een termijn van twee schoolweken na afname van het schoolexamen of na inleveren van het te beoordelen product.

7.7

De examinator deelt de beoordeling mee in de les en door de beoordeling te verwerken in het digitale leerlingvolgsysteem.

7.8

De kandidaat kan op diens verzoek het examenwerk, de beoordeling en de normering daarvan inzien in aanwezigheid van de examinator gedurende twee schoolweken nadat de beoordeling is bekendgemaakt.

7.9

Voor de leerling is na de inzagetermijn alleen een cijferlijst beschikbaar, waarin de cijfers van toetsen, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en werkstukken worden bewaard.

7.10 Tijdens de inzage licht de examinator op verzoek van de kandidaat de beoordeling toe. 7.11 Bij bezwaar tegen het cijfer of de beoordeling gaat de leerling te werk volgens dit examenreglement. 7.12 Het centraal schriftelijk examen, de toets en de normering wordt na afname op school 6 maanden bewaard. Na de bewaartermijn wordt het centraal eindexamenwerk van de leerling vernietigd. 7.13 De school is wettelijk verplicht om het werk dat leerlingen hebben gemaakt tot 6 maanden te bewaren. De school bewaart schoolexamenwerk na deze termijn slechts ter inzage aan de inspectie of het wordt vernietigd. 7.14 Ten aanzien van het bewaren van de schoolexamens valt dit onder verantwoording van de examinator of docent. De examinator is verplicht de schoolexamentoetsen te voorzien van een opgave en normering.

|

7.15 De examinator is verplicht tot en met het einde van het schooljaar het schoolexamenwerk ter inzage aan de school aan te kunnen bieden. Hiertoe stelt het examensecretariaat een afgesloten ruimte beschikbaar.


12

Artikel 8 – Zittingregels bij examens Voor aanvang – bij binnenkomst 8.1 8.2 8.3 8.4

8.5 8.6

De leerling is tenminste 15 minuten voor aanvang van het examen op school aanwezig. Tien minuten voor tijd opent de zaal. De leerling gaat naar binnen en blijft binnen tot het werk is ingeleverd. Jassen en tassen mogen niet in het lokaal zijn. Alle communicatiemiddelen anders dan de bij het examen benodigde zijn niet toegestaan en kan worden gezien als fraude. Elektronische apparaten moeten worden uitgeschakeld en buiten bereik van de leerling zijn tot het einde van het examen. Alle andere dan de toegestane hulpmiddelen worden gezien als fraude en betekent het toekennen van het cijfer 1. De leerling controleert schrijfwaren en hulpmiddelen. Bij afname van digitale toetsen stelt de surveillant zich achter de kandidaat op.

Hulpmiddelen 8.7

De leerling zorgt voor het eigen basispakket schrijfwaren: pen en extra pen, potlood grijs en rood en blauw, gum, geodriehoek, passer. Correctievloeistof is niet toegestaan. Wel toegestaan is een eenvoudige rekenmachine en een liniaal, tenzij door de examinator anders is aangegeven. 8.8 De leerling zorgt bij Wiskunde, Natuurkunde en Scheikunde voor de grafische rekenmachine.* Slechts 1 machine per leerling is toegestaan. Een extra paar batterijen is toegestaan. Het vergeten van de rekenmachine is voor rekening van de leerling. Er is geen rekenmachine van school beschikbaar. 8.9 Alle hulpmiddelen worden niet onderling geleend. 8.10 School zorgt voor de overige toegestane hulpmiddelen: woordenboek, atlas, binas. 8.11 Schema toegestane hulpmiddelen. Vak Alle examens Economie, M&O Engels, Frans, Duits, Spaans Wiskunde Biologie Natuurkunde en Scheikunde Aardrijkskunde

Enige toegestane middelen naast schrijfwaren, tenzij door overheidsinstanties voorgeschreven. Woordenboek Nederlands, bij SE’s tenzij door docent anders aagegeven. Zie mededelingen mbt grafische rekenmachine. Woordenboek van en naar de moedertaal. Bij SE’s tenzij door docent anders aangegeven. Grafische rekenmachine* met bij CE gewist geheugen Binas. Al naar gelang de toets kan bij een SE de Binas niet worden toegestaan. * zie mededelingen. Binas, Grafische rekenmachine* Al naar gelang de toets kan bij een SE de Binas en/of de grafische rekenmachine niet worden toegestaan. Zie mededelingen Atlas. Al naar gelang de toets kan de atlas bij een SE niet worden toegestaan.

CE: alleen 54e druk.



 

Individuele gevallen waarvoor de zorgcoördinator en de examencommissie faciliteiten bieden kunnen afwijkingen bepalen.

De grafische rekenmachine is voor M&O vwo in 2016 NIET MEER toegestaan. Voor havo is het al het tweede jaar dat de grafische rekenmachine niet meer is toegestaan. De eenvoudige rekenmachine uit het basispakket is uiteraard wel toegestaan. Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma economie vwo is sinds 2014 de grafische rekenmachine NIET toegestaan, de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket uiteraard wel. In 2016 wordt op het vwo voor het eerst op alle scholen biologie geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma. Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma biologie vwo zijn Biodata en Binas 5e druk NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan. Bij het centraal examen


|

Alle

13





|



volgens het oude examenprogramma biologie vwo (bezem in 2016) zijn Biodata en Binas 5e druk WEL toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan. In 2016 wordt op het vwo voor het eerst op alle scholen natuurkunde geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma. Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma natuurkunde vwo zijn Binas 5e druk en de grafische rekenmachine NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan evenals uiteraard de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma natuurkunde vwo (bezem in 2016) zijn de grafische rekenmachine en Binas 5e druk wel toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan. In 2016 wordt op het vwo voor het eerst op alle scholen scheikunde geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma. Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma scheikunde vwo zijn Binas 5e druk en de grafische rekenmachine NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan evenals uiteraard de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma scheikunde vwo (bezem in 2016) zijn de grafische rekenmachine en Binas 5e druk wel toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan. Tijdens de centrale examens wiskunde A, B en C van 2016 dient het geheugen van de grafische rekenmachine te zijn geblokkeerd door een examenstand, dan wel te zijn gewist door een ‘reset’ van de gehele machine. Kijk voor meer informatie in de vakspecifieke informatie in deze Septembermededeling


14

* Overigens wordt de rekenmachine bij de meeste vakken niet altijd als nodig ervaren. Bij de vakken zonder grafische rekenmachine is een machine met de basisbewerkingen altijd voldoende. Meer mogelijke bewerkingen zijn toegestaan, maar niet toegestaan is het gebruik van apparaten die: a. op het lichtnet aangesloten moeten worden; b. tijdens het examen opgeladen moeten worden; c. geluidsoverlast bezorgen; d. zijn voorzien van een schrijfrol, alarminstallatie, dan wel zend- en/of ontvangstmogelijkheden e. alfanumeriek zijn (letters weergeven); f. grafieken kunnen weergeven in het afleesvenster. Gebruik de machine die je docent heeft goedgekeurd. Bij calamiteiten met de machine voor de zitting: koop niet een ander exemplaar of model, maar dezelfde, vanwege de gewenning. De meest recente toegestane grafische rekenmachines zijn: - Casio FX-9750GII, CFX-9850Gplus, CFX-9850GBplus, fx-9860G/FX-9860GII of fx-9860G SD/FX-9860GII - Hewlett Packard 38G of 39G+ - Sharp EL 9600, EL 9650 en EL 9900 - Texas Instruments 83, 83 plus, 84 of 84 plus silver edition - Texas Instruments TI-Nspire, alleen de versie zonder CAS (de TI-Nspire CAS is niet toegestaan) Oudere typen zijn ook toegestaan maar de kans bestaat dat sommige examenopgaven daarmee niet of minder goed te maken zijn. Verder geldt het volgende. a. Een grafische rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden. b. Het is een kandidaat niet toegestaan tijdens het examen gebruik te maken van de grafische rekenmachine van een andere kandidaat. c. Het is niet toegestaan dat de kandidaat tegelijkertijd de beschikking heeft over twee grafische rekenmachines.

Aanvang, gedurende het examen en inleveren. 8.12 Het centraal schriftelijk examenwerk wordt door de examensecretaris of rector in de examenruimte gebracht en in aanwezigheid van de leerlingen geopend. Centrale examens horen verzegeld te zijn, vanwege de geheimhoudingsplicht. Bij SE’s word dit door de surveillant gedaan. 8.11 Reglement met betrekking tot te laat komen.  

Tot een half uur te laat wordt toegang tot het examen en de examenruimte verleend. Bij later binnenkomen wordt de leerling onder surveillance naar de rector verwezen. Deelname aan het examen in het eerste tijdvak is dan uitgesloten vanwege de geheimhoudingsplicht, tenzij door de rector anders wordt bepaald. 8.12 Begin altijd met het rustig doornemen van het examen. Controleer of je alle papieren hebt, lees de instructie op het blad voor je begint.

|

8.13 Drinken uit een fles water is toegestaan tijdens SE’s.


15

8.14 Eten en drinken in het lokaal is alleen tijdens CE’s toegestaan, mits het geen lawaai maakt. Zorg voor een minimum aan plastic en afval. 8.15 Toiletbezoek is tijdens CE’s alleen toegestaan onder surveillance. Er kan slechts een leerling tegelijk naar het toilet. Dat betekent dat je als leerling het lokaal uit mag onder begeleiding tot de buitendeur van de toiletruimte. 8.16 Bij binnenkomst wordt er door leerlingen onderling niet gesproken in de zaal. Praten tijdens de zitting wordt gezien als fraude en betekent het toekennen van het cijfer 1. 8.17 Alle gebruikte papier moet worden ingeleverd. Alleen tijdens Centraal Examens is het toegestaan om eigen aantekeningen van de examenopgaven mee te nemen. 8.18 Bij vragen van leerlingen wordt er een vinger opgestoken en gewacht tot de surveillant aan tafel is. Voorkom overlast voor de overige kandidaten. 8.19 Docenten, examinatoren en surveillanten mogen geen inhoudelijke antwoorden geven. Je mag geen vragen over de inhoud stellen, alleen over hoe het examen te maken. 8.20 Alvorens in te leveren wordt alle leerlingen aangeraden een moment rust te nemen en het gemaakte werk volledig te controleren. Puntenverlies kan worden voorkomen door even te ontspannen, en daarna kort de tijd te nemen voor gemiste, overgeslagen of moeilijke opgaven. 8.21 Bij Centraal Examens. De leerling wordt op een half uur, een kwartier voor het einde en de laatste vijf minuten op de tijd gewezen. 8.22 Voor de te bewaren rust in het examenlokaal bepaalt de surveillant al naar gelang de bezetting van het lokaal regels omtrent vertrek. 8.23 Bij het verstrijken van de tijd moeten alle schrijfactiviteiten onmiddellijk worden gestaakt. Langer doorwerken dan de toegestane tijd of het beginnen van gesprekken voor verlaten van de ruimte wordt gezien als fraude en betekent het toekennen van het cijfer 1. 8.24 Docenten mogen tot het verschijnen van de uitslag geen uitspraken doen over resultaten.

Artikel 9 – Faciliteiten De leerling kan het examen op aangepaste manier afleggen indien hij een andere moedertaal dan het Nederlands heeft; een handicap heeft; dyslectisch is; dyscalculie heeft; ziek is geweest in het examenjaar.

9.2

De extra tijd bij de centraal examens voor leerlingen die voldoen aan de omschrijving in 9.1 is 15 minuten bij toetsen tot en met de duur van 1 uur. Bij toetsen met een duur boven een uur is de verlenging maximaal 30 minuten. Bij schoolexamens wordt deze norm gevolgd, tenzij op basis van eindexamenbesluit artikel 55 door de rector anders wordt besloten.

9.3

Het digitaal uitwerken van de antwoorden op schoolexamens is alleen toegestaan voor leerlingen met een officiële zorgverklaring die bekend is bij de zorgcoördinator en het examensecretariaat. De leerling werkt op de eigen laptop, op het schoolexamenaccount met alleen de functie tekstverwerken, tenzij de leerling meer faciliteiten heeft. Hierbij kan en hoeft de spellingscontrole niet worden uitgezet. De docent levert de toets altijd op papier en op een verder lege usb stick aan. De leerling levert de usb-stick in. Bij afname van digitale toetsen stelt de surveillant zich achter de kandidaat op.

|

9.1


16

Artikel 10 – Uitslagbepaling 10.1 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. 10.2 De omzetting van de score naar een cijfer geschiedt na de ontvangst van de N-termen. 10.3 Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Dit is het gemiddelde van uw cijfer voor het schoolexamen en uw cijfer voor het centraal examen. Als het 1e cijfer (van het eindcijfer) achter de komma een 4 of lager is, wordt het eindcijfer naar beneden afgerond. Als dat cijfer een 5 of hoger is, wordt het eindcijfer naar boven afgerond. Bijvoorbeeld: je haalt voor het schoolexamen een 5,3 en voor het centraal examen een 5,6. Dit is gemiddeld een 5,45. Op de eindlijst wordt dit een 5. Als een vak alleen een schoolexamen heeft en geen centraal examen, dan is het cijfer voor het schoolexamen meteen het eindcijfer. De rector van de school stelt per vak het eindcijfer vast. 10.4 De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een heel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 10.5 De examensecretaris bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. De rector ondertekent dit. 10.6 Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer.

Artikel 11 - Herkansing centraal examen 11.1 Elke kandidaat mag na de eerste uitslagbepaling voor één vak deelnemen aan het centraal examen, voor zover dat mogelijk is, in een volgend tijdvak van hetzelfde examenjaar. 11.2 De kandidaat stelt de rector vóór een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. 11.3 Behaalt de kandidaat een hoger cijfer dan voor de eerste uitslagbepaling, dan geldt dat hogere cijfer. Behaalt de kandidaat bij deze herkansing een ongunstiger resultaat, dan geldt het eerder behaalde hogere cijfer.

12.1 De rector reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk / afstudeerproject, de beoordeling van het profielwerkstuk / afstudeerproject, en de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en sport en bewegen, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. 12.2 De rector reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma’s worden niet verstrekt. 12.3 Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die tenminste samen een eindexamen vormen, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. 12.4 De rector reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat een cijferlijst uit. Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

|

Artikel 12 – Diploma en cijferlijst

17

Artikel 13 - Slaag-zakregeling 13.1

Wettelijke regeling.   

Voor alle vakken op het centraal examen (CE) moet gemiddeld een voldoende (5,5) worden gehaald. Maximaal één 5 mag als eindcijfer (het gemiddelde van het SE en het CE) worden gescoord voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde Op grond van de tenminste acht of negen cijfers wordt vastgesteld of de kandidaat geslaagd is. Een havo-leerling heeft minimaal acht cijfers die meewegen in de slaag/zakregeling: Nederlands, Engels, vier profielvakken, één vak in het vrije deel en een combinatiecijfer. Een vwo-leerling heeft er minimaal negen: dezelfde als de havo-leerling, en een tweede moderne vreemde taal, tenzij de leerling dyslectisch is.

Een examenkandidaat is geslaagd:     

indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en indien: alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of er 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde ten minste 6.0 is.

13.2 Daarnaast moeten CKV en LO zijn beoordeeld als 'voldoende' of 'goed'. Cijfers voor maatschappijleer, het profielwerkstuk en - op het vwo - ANW maken deel uit van het combinatiecijfer, daarnaast kan de school ook andere onderdelen in het combinatiecijfer opnemen. 13.3 Met een eindcijfer van 3 of lager is de kandidaat afgewezen. Dit geldt ook voor het eindcijfer per onderdeel van het combinatiecijfer: de kandidaat met een 3 voor maatschappijleer is afgewezen. 13.4 Een bijzondere bepaling regelt de rol van een extra vak. De uitslag wordt vastgesteld op een reeks van cijfers die samen een volledig examen vormen. Heeft een kandidaat in meer vakken dan het vereiste minimum examen gedaan, dan kan een extra vak buiten beschouwing worden gelaten. Als daardoor de kandidaat kan slagen, móet dat zelfs gebeuren. De kandidaat bepaalt of het resultaat van het extra vak op de cijferlijst wordt vermeld. 13.5 Voor de onderdelen van het combinatiecijfer geldt op de extra-vak-regeling echter een uitzondering. Het combinatiecijfer bestaat uit enkele van overheidswege voorgeschreven onderdelen zoals maatschappijleer, en daarnaast eventueel uit een of meer door de school aangewezen ''extra'' onderdelen, voor alle kandidaten of naar keuze van de kandidaat. Met een 3 of lager voor een onderdeel is een kandidaat afgewezen. Dat geldt zowel als die 3 of lager behaald is op een door de overheid voorgeschreven onderdeel, als wanneer de 3 of lager is behaald op een door de school aan alle kandidaten voorgeschreven onderdeel.

14.1 De kandidaat bepaalt uiterlijk voor aanvang van het vierde leerjaar de vakken waarin hij eindexamen doet, zodanig dat het geheel der vakken voldoet aan de eisen van de wet op de profielen. 14.2 Eventuele vrijstellingen bij doublure of schoolwissel worden door de leerling aan de secretaris van de examens aangevraagd binnen een aangegeven datum, uiterlijk twee weken na het begin van het schooljaar. De vrijstelling kan alleen worden toegekend wanneer het betreffende vak in het geheel voldoende is afgesloten. De school behoud zich het recht voor om de vrijstellingsaanvraag te weigeren op grond van resultaten lager dan 7,0. De studielast van de vrijgekomen uren wordt in overleg met de betreffende docent of door begeleide studieuren op school ingevuld of wanneer dit niet mogelijk is, door het nogmaals volgen van de lessen. 14.3 Het bevoegd gezag kan binnen de kaders van de wet de kandidaat in de gelegenheid stellen examen af te leggen in een ander vak of in andere vakken dan de kandidaat bij het begin van het vierde leerjaar had Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

|

Artikel 14 – Vrijstelling, wisseling van profiel of vak, extra vak

18

bepaald. De rector bepaalt het tijdstip waarop door de kandidaat schoolexamen wordt afgelegd in de examenonderdelen van het vervangende vak waarvan het onderwijsprogramma reeds eerder is verzorgd. 14.4 Het wisselen van een profiel of vak gedurende het schooljaar is niet toegestaan. De leerling die een vakwissel wenst bespreekt dit eerst met ouders en decaan. In de rapportvergadering kunnen de vakdocenten een door de leerling of ouders aangedragen voorstel voor wisseling van profiel of vak bespreken. De rector beslist. 14.5 Het kiezen van een extra vak is aan dezelfde regels gebonden. Het vak maakt deel uit van de overgangs- en schoolexamenreglementen en er gelden dezelfde reglementen met betrekking tot wisselen. Indien het gaat om een vak dat op een andere school moet worden gevolgde dan gelden de daar van kracht zijnde reglementen. Er kunnen aanvullende eisen worden gesteld of afspraken worden gemaakt vanuit de school.

Artikel 15 – Tussentijdse instroom 15.1 Een kandidaat die elders het schoolexamen geheel of gedeeltelijk heeft afgelegd, overlegt ten bewijze daarvan het programma van toetsing van die school en een gewaarmerkt document waarop vermeld worden de naam van de kandidaat, de afgeronde handelingsdelen, de examenonderdelen die met een cijfer worden gewaardeerd en de daarvoor behaalde cijfers. 15.2 De rector bepaalt op welke wijze de elders afgeronde examenonderdelen en behaalde cijfers worden opgenomen in het examendossier van de kandidaat en omgezet als examenresultaten passend binnen het programma van toetsing en afsluiting van het Orion. 15.3 De rector bepaalt het tijdstip en de wijze waarop de kandidaat in de gelegenheid wordt gesteld zich voor te bereiden op examenonderdelen die op het Orion Lyceum op het moment van instroom al zijn afgerond.

Artikel 16 – Versneld schoolexamen/eindexamen op hoger niveau 16.1 Het is mogelijk een door de school bepaald vak versneld of op een hoger niveau af te sluiten. In het huidige schooljaar zijn dat Maatschappijleer en Engels. 16.2 Het vak Maatschappijleer kan in het derde leerjaar worden gevolgd. Hiertoe dient de leerling in het tweede leerjaar, naar inschatting van ouders, mentor en docent het vak te kunnen afsluiten met het cijfer 7 of hoger.

o

Het beslismoment door havo leerlingen in havo 5 om op vwo niveau verder te gaan wordt als volgt bepaald: binnen 1 week na bekendmaking van de cijfers van SE week 2, maken ouders aan vakdocent de definitieve keuze kenbaar. Indien geen kennisgeving kenbaar wordt gemaakt wordt de leerling niet Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

|

16.3 Het vak Engels kan op verschillende wijzen versneld of op hoger niveau worden afgesloten. We onderscheiden het begin van het traject op havo of vwo niveau. Bij begin op havo niveau wordt het vak op vwo niveau afgesloten, bij begin op vwo niveau wordt het vak versneld afgesloten. o Begin traject in havo 4. Indien een leerling met een gemiddelde SE cijfer van 7,5 of hoger op havo niveau staat aan het einde van leerjaar 4, kan bij aanvang van havo 5 gestart worden met een duaal PTA. De leerling werkt een programma met een havo en vwo weging af en kan ervoor kiezen dit als examentraject af te sluiten op een van deze niveau’s. Er wordt hiertoe een dubbele cijferlijst bijgehouden. In 5 havo valt de beslissing om op vwo niveau verder te gaan. o Begin traject in vwo 4. Indien een leerling met een gemiddelde SE cijfer van 7,5 of hoger op vwo aan het einde van leerjaar 4, kan in het vijfde leerjaar worden gestart met een versneld SE programma. Dit verkorte VWO schoolexamentraject heeft een eigen pta dat wordt afgesloten in 5 vwo. Het vervolg van de vaklessen in 6 vwo gaat in afstemming met de vakdocent en de examencommissie. De deelname aan het CE Engels is en blijft in 6 vwo.

19

op het vwo niveau toegestaan eindexamen te doen. De vakdocent communiceert tenminste per email en na overleg met de leergroepbegeleider, indien akkoord, met het examensecretariaat de aanmelding. Dit moet binnen twee weken na bekendmaking van de cijfers van SE week 2 geschieden. Na dit beslismoment wordt een bevestigd door het examensecretariaat en kunnen geen wijzigingen meer worden aangebracht o

De deelname aan het vwo CE door de havo leerlingen heeft mogelijk gevolgen voor de planning van het CE van de leerling. Wanneer het CE Engels Vwo samenvalt met een CE op havo niveau (in 2015 met het vak SK) dan maakt de leerling beide examens op deze dag of school bepaalt een deelname aan het tweede tijdvak. De leerling wordt op school in quarantaine gezet t.b.v. de bescherming van examengegevens of toegang hiertoe door de leerling. De leerling valt onder begeleiding van docenten binnen het schoolgebouw. Hij/zij mag geen gebruik maken van communicatiemiddelen of in contact zijn met andere leerlingen tot na het afsluiten van het CSE.

o

In het PTA van jaar 5 van het versneld traject ziin enkele praktische opdrachten van een * voorzien. Dit houdt in dat deze onderdelen, op verzoek van de leerling en bij goedkeuring van de vakdocent, eerder mogen worden afgerond.

Bij onregelmatigheden, beroep, geschillen. Artikel 17 - Maatregelen bij onregelmatigheden 17.1

Onder onregelmatigheden wordt verstaan: niet of te laat inleveren van examenonderdelen, fraude door spieken, het plegen van plagiaat, oneigenlijk gebruik van hulpmiddelen, kennis of communicatie of het niet opvolgen van aanwijzingen van docent of surveillant tijdens examens.

17.2

Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kunnen maatregelen worden genomen. De maatregelen zijn:  Het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen,  Het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen en/of praktische opdrachten van het schoolexamen of het centraal examen,  Het ongeldig verklaren van een of meer toetsen en/of praktische opdrachten van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen,  Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen.  Bij een herkansing fraude plegen betekent dan ook dat het cijfer 1 in de plaats komt van het hoogst behaalde cijfer. 17.3 De docent en/of surveillant die een onregelmatigheid voor een examenonderdeel constateert dient dit te melden aan het examensecretariaat. Het al dan niet toekennen van het cijfer 1 geschiedt bij monde van de rector. 17.4 Voordat de examensecretaris een besluit neemt als bedoeld in het tweede lid, hoort hij de kandidaat. 17.5 Afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid kunnen maatregelen ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden.

18.1 De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de commissie van beroep. 18.2 De kandidaat stelt het beroep schriftelijk in bij de commissie van beroep, met afschrift aan de rector en examensecretaris, binnen 5 schooldagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt. Orion Lyceum – Examenreglement 2014-2015

|

Artikel 18 - Beroep tegen beslissingen van de rector

20

18.3 De commissie van beroep beslist over de uitspraak van de rector, binnen twee schoolweken na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij, met redenen omkleed, de termijn heeft verlengd met ten hoogste twee schoolweken. 18.4 De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen waarbij het bepaalde in de laatste volzin van artikel 4, tweede lid blijft gelden. 18.5 De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, aan de rector en de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.

Artikel 19 - De commissie van beroep 19.1 Het bevoegd gezag stelt in het geval van bezwaar tegen een besluit van de rector een commissie van beroep in. De commissie van beroep bestaat uit:  de voorzitter van het bestuur of een door hem aan te wijzen vervanger.  de voorzitter van de medezeggenschapsraad of een door hem aan te wijzen vervanger;  een docent die geen examinator is van de desbetreffende leerling, aan te wijzen door de docentengeleding. 19.2 Van de commissie van beroep mag de rector of de examensecretaris geen deel uitmaken. 19.3 Het beroepsschrift dient schriftelijk bij de commissie van beroep worden ingediend tot uiterlijk 5 schooldagen na het genomen besluit. 19.4 Het adres van de commissie van beroep is: Waterloostraat 27, 4826 LW Breda.

Artikel 20 – Geschillen 20.1

20.2

20.2 20.3 20.4

Indien een kandidaat bezwaar heeft tegen de beoordeling van een onderdeel van een examen of de gang van zaken bij de examinator trachten zij tot overeenstemming te komen. In het geval dat leerling en examinator er niet uitkomen is er sprake van een geschil. In het geval van een geschil kan de leerling zich wenden tot de examensecretaris. Voor deze stap gezet wordt dient de leerling een gedocumenteerd verslag te maken van het betreffende schoolexamen en/of de gang van zaken, een helder overzicht van het geschil en de poging om tot overeenstemming te komen. Dit dient te geschieden binnen 5 schooldagen na het bekend worden van het resultaat waarover een geschil is. De examensecretaris hoort de partijen en komt tot een uitspraak. Deze uitspraak volgt binnen 10 schooldagen na het indienen van het geschil. In uitzonderlijke gevallen kan een uitspraak van de examensecretaris herzien worden binnen de examencommissie. Deze uitspraak geldt als beslissing van de rector. In zeer uitzonderlijke gevallen kan tegen een uitspraak van de examensecretaris en examencommissie in beroep worden gegaan, zie artikelen 17 en 18.

Artikel 21 – Onvoorziene gevallen

|

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de rector.


21

Examenreglement

Recommend Documents