EXAMENREGLEMENT 2015 – 2016
INHOUD EXAMENREGLEMENT 2015-2016
1.
ALGEMEEN
2.
BEGRIPSBEPALINGEN
3.
HET EXAMEN
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
SCHOOLEXAMEN Algemeen Tijden van het schoolexamen De toetsen Beoordeling Mededelingen cijfers Beroepen tegen cijfers Herkansing Herexamen van het schoolexamen Afsluiting schoolexamen Overige bepalingen
5. 5.1 5.2
CENTRAAL EXAMEN Algemeen Gang van zaken tijdens het centraal examen
6.
AFWIJKING WIJZE VAN EXAMINEREN
7.
ABSENTIE
8. 8.1 8.2 8.3
UITSLAG Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Herkansing
9.
DIPLOMA EN CIJFERLIJST
10. 11. 12. 13. 14. 15.
CERTIFICAAT ONREGELMATIGHEDEN DE REGIONALE BEROEPSCOMMISSIE GEHEIMHOUDING SPREIDING EXAMEN SLOTBEPALINGEN
16. 16.1 16.2 16.3 17
EXAMENBESCHRIJVING Het examen Het centraal examen Het schoolexamen Bijlage: Regionale Beroepscommissie
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
1
1.
ALGEMEEN
1.1 1.2
Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Indien daartoe aanleiding is, kan het bevoegd gezag het reglement tussentijds wijzigen. Het eindexamen is geregeld in het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVOVBO. Het examenreglement is noodzakelijk volgens artikel 31 van bovengenoemd besluit. Een exemplaar van dit besluit ligt ter inzage bij de administratie van de school.
1.3 1.4
2.
BEGRIPSBEPALINGEN
2.1 2.2
Bevoegd gezag: Ons Middelbaar Onderwijs. Kandidaat: een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten. Examen: hiermee wordt zowel het schoolexamen als het centraal examen bedoeld. Examinator: degene die belast is met het afnemen van het examen. Toetsen: alle door de kandidaat af te leggen onderdelen van het examen. (Zie ook begrippen 4.1.1.) Examendossier: het omvat alle onderdelen van het schoolexamen, zoals deze in het voorlaatste en laatste leerjaar van de opleiding wordt opgebouwd, ook van die vakken die hetzij niet centraal worden geëxamineerd, hetzij reeds in het derde leerjaar worden afgesloten. Programma van toetsing en afsluiting (PTA): hierin is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de toetsen, van de wijze waarop getoetst wordt, alsmede van de beoordeling en weging van het resultaat.
2.3 2.4 2.5 2.6
2.7
3.
HET EXAMEN
3.1.1 Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een examen af te leggen. 3.1.2 Het examen bestaat uit een schoolexamen en voor zover dat in het examenprogramma bepaald is, een centraal examen. 3.1.3 De examencommissie neemt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het examen af. 3.4 De examencommissie bestaat uit: 1. voorzitter : E.G. de Vries, vestigingsdirecteur vmbo 2. secretaris : F.J. Jacobs 3. lid : L.G.A.M.Otten Indien noodzakelijk vraagt de examencommissie advies aan de kernteams.
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
2
4.
SCHOOLEXAMEN
4.1 Algemeen 4.1.1 Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsen: a. mondelinge toetsen b. schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen c. praktische opdrachten d. handelingsopdrachten 4.1.2 Voor kandidaten in de mavo geldt bovendien een meerdere vakken omvattend sectorwerkstuk. Zie ook de passage: ‘Toelichting op het Schoolexamen’ (hoofdstuk 16.3). 4.1.3 Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting. 4.2 Tijden van het schoolexamen. 4.2.1 Het schoolexamen begint in het voorlaatste leerjaar van de opleiding met de opbouw van het examendossier. 4.2.2 Voor welke afdelingen, sectoren of leerwegen en vakken het onder 4.2.1 gestelde geldt, wordt vastgesteld door de voorzitter van de examencommissie. 4.2.3 Het schoolexamen wordt uiterlijk één week voor de aanvang van het centraal examen afgesloten. 4.2.4 Het in 4.2.3 gestelde geldt eveneens indien een kandidaat het centraal examen zal afleggen in het 2e tijdvak, doordat hij niet in staat geweest is het schoolexamen, om een geldige reden, tijdig voor het centraal examen af te ronden. 4.2.5 Indien een kandidaat om een geldige reden, dit ter beoordeling van de examencommissie, is verhinderd het schoolexamen tijdig af te ronden zowel voor het eerste als voor het tweede tijdvak en hij het schriftelijk examen zal afleggen ten overstaan van de staatsexamencommissie, moet het schoolexamen tenminste 4 weken voor de aanvang van dit examen zijn afgesloten. 4.2.6 De kandidaten ontvangen voor de aanvang van het schoolexamen het examenreglement met het bijbehorende programma van toetsing en afsluiting, waarin vermeld staat: a. een overzicht van de toetsen van het schoolexamen b. een omschrijving van de te toetsen leerstof c. een omschrijving van de wijze van toetsing d. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend 4.2.7 Tenminste 1 week voor de aanvang van elke toets ontvangen de kandidaten mededeling van: a. de plaats waar de toetsen worden afgenomen b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen c. de duur van de toetsen. 4.3 De toetsen 4.3.1 De vakgroepen dienen vóór 1 juni voorafgaand aan het schooljaar waarin met het schoolexamen wordt aangevangen, bij de secretaris een overzicht in van de bij de verschillende toetsen te vragen stof. De secretaris zorgt ervoor, dat deze overzichten voor de aanvang van het schoolexamen aan de kandidaten ter hand worden gesteld. ________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
3
4.3.2 De opgaven voor de toetsen en de daarbij behorende normen worden door de vakgroepen vastgesteld. 4.3.3 Mondelinge toetsen worden afgenomen door de leraar - examinator. Zo nodig kan de voorzitter van de examencommissie een bijzitter aanwijzen, die een protocol maakt van de toets. Het is bij mondelinge toetsen en bij kijk- en luistervaardigheid niet toegestaan te laat te komen. De voorzitter van de examencommissie kan een van de maatregelen genoemd in 11.2 toepassen. 4.3.4 Het cijfer wordt door de leraar – examinator vastgesteld. 4.3.5 Opgaven, normen, het gemaakte werk, de opnamen van de mondelinge toetsen, eventueel de gemaakte protocollen, alsmede de cijfers worden zo spoedig mogelijk bij de examensecretaris ingeleverd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het in 4.5.1 gestelde. 4.3.6 De criteria aan de hand waarvan de beoordeling van werkstukken, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en sectorwerkstuk plaatsvindt, worden tijdens de lessen aan de kandidaat bekend gemaakt. 4.4 Beoordeling 4.4.1 Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. 4.4.2 De handelingsopdracht wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling ‘naar behoren’ of ‘naar genoegen’. Indien naar het oordeel van de leraar – examinator deze opdracht niet met een ‘naar behoren’ of ‘naar genoegen’ beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld alsnog één van deze beoordelingen te scoren. 4.4.3 De gehele cijfers voor het schoolexamen hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10= uitmuntend 4.4.4 Uit de beoordeling van alle toetsen in een vak of programma leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Hiervoor worden de cijfers 1 t/m 10 en de daartussen liggende cijfers met één decimaal gebruikt. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen, die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Dit gemiddelde wordt afgerond op 1 decimaal. 4.4.5 Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak of programma door twee of meer leraren is geëxamineerd, bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 4.5 Mededelingen cijfers 4.5.1 Het cijfer van iedere toets wordt binnen 5 werkdagen aan de kandidaat bekend gemaakt. Tijdens deze bekendmaking hebben de kandidaten het recht het door hen gemaakte werk in te zien.
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
4
4.5.2 De cijfers worden opgenomen in het examendossier. Het eindcijfer voor het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen aan de kandidaat meegedeeld. 4.5.3 Schriftelijke rapportering aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek op door de rector / directeur vast te stellen momenten en in elk geval in de laatste week voor de aanvang van het centraal examen, waarbij dan tevens de eindcijfers voor het schoolexamen worden gerapporteerd. 4.6 Beroepsprocedure cijfers 4.6.1 Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 3 schooldagen na het bekend worden van het cijfer een verzoek tot herziening van het cijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. 4.6.2 Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen kan de kandidaat binnen 3 schooldagen na het bekend worden van dit cijfer een verzoek tot herziening van het eindcijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. 4.6.3 De in 4.6.1 en 4.6.2 genoemde verzoeken dienen schriftelijk ingediend te worden bij de voorzitter van de examencommissie. 4.6.4 Binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek om herziening van het cijfer beslist de examencommissie over het verzoek. 4.7 Herkansing. 4.7.1 Elke kandidaat heeft het recht om in elk examenjaar maximaal 2 toetsen per vak van het schoolexamen te herkansen. Herkansing is mogelijk voor die onderdelen die in het PTA staan aangegeven mits het cijfer lager is dan 5,5 Daarnaast wordt de examenkandidaat bij elk onderdeel van de handelingsdelen in de gelegenheid gesteld de uitwerking zodanig aan te vullen of bij te stellen dat daardoor het predicaat ‘naar behoren’ of ‘naar genoegen‘ kan worden verkregen. Is de beoordeling van het sectorwerkstuk (voor leerlingen van mavo ) “onvoldoende” dan stellen de examinatoren de kandidaat in de gelegenheid het werkstuk aan te passen tot tenminste de beoordeling “voldoende” kan worden gegeven. 4.7.2 In geval van reglementaire absentie (art. 7.3 e.v.) en in bijzondere gevallen kan herkansing van een onderdeel van het schoolexamen worden verleend. 4.7.3 De voorzitter van de examencommissie beslist over de herkansing bedoeld in 4.7.2. 4.7.4 In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 4.8 Herexamen van het schoolexamen. 4.8.1 Voor een vak waarin alleen een schoolexamen wordt afgelegd, kan de kandidaat opnieuw een schoolexamen afleggen indien voor dat vak een eindcijfer is behaald lager dan 5.5. Het herexamen bevat door het bevoegd gezag aangegeven onderdelen van het schoolexamen, waarbij rekening wordt gehouden met reeds voldoende onderdelen. 4.8.2 Het herexamen omvat een toets. Indien nodig strekt de toets zich over meerdere zittingen uit. 4.8.3 De examinator stelt vast hoe het cijfer van het herexamen wordt bepaald. ________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
5
4.8.4 Indien het betreffende vak in leerjaar 3 wordt afgesloten, wordt uiterlijk tot de proefwerkweek getoetst. Het eventuele herexamen vindt dan plaats in de proefwerkweek van genoemd leerjaar. 4.9 Afsluiting schoolexamen 4.9.1 Het schoolexamen kan pas dan worden afgesloten indien alle toetsen zijn afgelegd. 4.9.2 Indien een toets niet is afgelegd op het vastgestelde tijdstip of binnen de vastgestelde termijn zonder een naar het oordeel van de examencommissie geldige reden kan de voorzitter van de examencommissie, alvorens een van de maatregelen genoemd in artikel 11 te treffen, de kandidaat verplichten het ontbrekende onderdeel binnen 14 dagen alsnog af te leggen. 4.9.3 Indien een kandidaat niet voldoet aan de in 4.9.2 gestelde verplichting kan de voorzitter van de examencommissie, na alle betrokkenen gehoord te hebben, de kandidaat uitsluiten van verdere deelname aan het schoolexamen of een van de andere maatregelen treffen, genoemd in artikel 11. 4.10 Overige bepalingen 4.10.1 Aan het einde van het schooljaar wordt door de examinatoren t.a.v. alle kandidaten in klas 3, mede gelet op de resultaten van de herkansingen, een bindende uitspraak gedaan over het al dan niet vervolgen van het schoolexamen in het volgende leerjaar. 4.10.2 De resultaten van het schoolexamen, behaald in het voorlaatste leerjaar, komen te vervallen, als de kandidaat niet wordt bevorderd van het voorlaatste tot het laatste leerjaar, met uitzondering van de vakken maatschappijleer en CKV, mits die voldoende worden afgesloten. 4.10.3 De schoolexamenresultaten, behaald in het laatste leerjaar, komen te vervallen als de kandidaat niet slaagt voor het examen en hij als leerling aan de school verbonden blijft. 4.10.4 Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, nadat in het leerjaar reeds toetsen zijn gehouden, stelt de examensecretaris een regeling vast in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat. 5.
CENTRAAL EXAMEN
5.1 Algemeen 5.1.1 Het centraal examen wordt afgenomen conform artikel 36 t/m 44 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO. 5.1.2 Tenminste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten het rooster van het centraal examen. In dit rooster staat in elk geval vermeld: a. de plaats waar de toetsen van het centraal examen worden afgenomen b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen c. de duur van de toetsen. 5.2 Gang van zaken tijdens het centraal examen 5.2.1 De kandidaten maken het schriftelijk werk onder toezicht van door de schoolleiding aangewezen toezichthouders. In elk lokaal zijn minimaal twee toezichthouders aanwezig en vermeerderd met een per 25 kandidaten.
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
6
5.2.2 Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen, van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan; tenzij een specifiek gegeven aanwijzing afwijking van de regel voorschrijft. 5.2.3 Een overzicht van hulpmiddelen waarvan het gebruik door de CvE is toegestaan, zal tijdig aan de leerlingen worden uitgereikt. 5.2.4 Tassen, jassen, mobiele telefoons, smartwatches en andere digitale informatiedragers, mogen niet naar het examenlokaal worden meegenomen. 5.2.5 Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt, tenzij de opgave anders vereist. 5.2.6 Het gebruik van correctielak is in alle gevallen verboden. 5.2.7 Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. Ook het kladpapier wordt door de school gewaarmerkt en verstrekt. Kandidaten mogen geen papier meenemen naar het examenlokaal. 5.2.8 De kandidaat vermeldt zijn examennummer, zijn naam en de naam van de betrokken examinator. 5.2.9 Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende een toets van het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. 5.2.10 Tijdens het uitdelen van de opgaven dient er volkomen rust in het lokaal te heersen. 5.2.11 Gedurende een uur volgende op het tijdstip van opening van de envelop of de start van het computerexamen, is het een kandidaat niet toegestaan te vertrekken. 5.2.12 De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Een kandidaat die het gemaakte werk eerder dan het sluitingstijdstip inlevert, laat de opgaven op zijn tafel liggen. 5.2.13 Vanaf een kwartier voor het einde van een toets van het examen mogen de kandidaten het examenlokaal niet verlaten. 5.2.14 Aan het einde van een zitting blijven de kandidaten zitten totdat een toezichthouder het sein geeft om te vertrekken. 5.2.15 Het is de kandidaten verboden enig papier dat op het examen betrekking heeft op een andere plaats dan op de hun toegewezen tafel te leggen. 6.
AFWIJKING WIJZE VAN EXAMINEREN
6.1
De voorzitter van de examencommissie kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de voorzitter van de examencommissie de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde, tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover het centraal examen betreft slechts bestaan uit een
6.2
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
7
verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten. 7.
ABSENTIE
7.1.1 Indien een kandidaat deelneemt aan een toets van het examen, behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid 7.2 Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een theoretische of praktische toets verschijnt, kan hij uiterlijk tot een half uur na het begintijdstip van de toets tot het examenlokaal worden toegelaten. Na dat tijdstip wordt de kandidaat bij de theoretische toets uitgesloten tot het maken van de toets. Voor de praktische toets geldt dat de kandidaat uitgesloten wordt tot het maken van dat onderdeel van die toets. Een praktische toets bestaat uit meerdere onderdelen. 7.3 Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een toets bij te wonen, moet dit schriftelijk vóór of telefonisch op de dag van de toets voor de aanvang van de toets gemeld worden aan de examensecretaris. Afspraken met een arts, het afleggen van een rij- of bromfietsexamen, het bezoek aan een vervolgopleiding of iets dergelijks, gelden niet als excuus voor uitstel van een examenonderdeel. 7.4 Zodra een kandidaat die door ziekte een toets heeft verzuimd weer op school komt, dient hij een verklaring ondertekend door zijn ouders omtrent zijn verzuim in te leveren bij de examensecretaris. 7.5 Een kandidaat die in gebreke blijft de in 7.4 genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht niet reglementair afwezig geweest te zijn. 7.6 Indien een kandidaat op grond van niet reglementaire afwezigheid een toets niet heeft afgelegd, neemt de voorzitter van de examencommissie maatregelen overeenkomstig het gestelde in art. 11. 7.7 Indien een toets van het schoolexamen niet is afgelegd op grond van reglementaire afwezigheid, treedt art. 4.7.2 in werking. Indien het een toets van het centraal examen betreft, wordt de kandidaat in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 7.8 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. 7.9 De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de examensecretaris aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de voorzitter van de examencommissie aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald, alsmede, wanneer dat zich voordoet: a. dat ten behoeve van de kandidaat op grond van artikel 6.2 toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak, waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit;
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
8
b. dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van artikel 6.1 toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden. 7.10 Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatscommissie het resultaat mede aan de voorzitter examencommissie. 8
UITSLAG
8.1 Eindcijfer eindexamen 8.1.1 Het eindcijfer van het examen wordt in gelijke mate bepaald door het eindcijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen. (1xSE+1xCE):2. 8.1.2 Bij de basisberoepsgerichte leerweg (uitgezonderd de kandidaten die het leerwerktraject volgen) en de kaderberoepsgerichte leerweg krijgt een kandidaat 7 eindcijfers: Nederlands, Engels, rekenen, twee sectorvakken, een beroepsgericht vak en maatschappijleer. De kandidaat die het leerwerktraject volgt krijgt drie eindcijfers: Nederlands, rekenen en het beroepsgerichte vak. Bij de mavo krijgt een kandidaat acht eindcijfers: Nederlands, Engels, rekenen, twee sectorvakken, twee keuzevakken en maatschappijleer. 8.1.3 Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 8.1.4 Indien het volgens 8.1.1 berekende eindcijfer niet een geheel getal is, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma 4 of minder is, naar beneden afgerond en, indien dit 5 of meer is, naar boven afgerond. 8.2 Vaststelling uitslag 8.2.1 De examencommissie stelt de uitslag vast. 8.2.2 Indien een “extra” vak buiten beschouwing moet worden gelaten om de kandidaat te kunnen laten slagen, maakt deze, indien hij op meerdere manieren kan slagen, zelf een keuze aan de hand van een voorstel van de school. 8.2.3 Om te slagen moet de kandidaat aan een aantal verplichtingen voldoen. Naast de eisen die worden gesteld aan de cijfers voor de eindexamens zijn er verplichtingen in het kader van het schoolexamen. Voor de vakken met alleen een schoolexamen: lichamelijke opvoeding en het kunstvak moet de kandidaat een beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ hebben ontvangen. De kandidaat moet hebben voldaan aan de verplichtingen van: de praktische opdrachten en het handelingsdeel zoals omschreven in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Een kandidaat uit de mavo moet voor het sectorwerkstuk de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ hebben ontvangen. De resultaten van de verplichte vakken in het derde leerjaar die aan het eind van het derde leerjaar met een schoolexamen worden afgesloten, moeten worden opgenomen in het examendossier In artikel 8.2.3 is de beoordeling voor lichamelijke opvoeding en het kunstvak niet van toepassing voor kandidaten die het leerwerktraject volgen.
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
9
8.3
Uitslag: De kandidaat die eindexamen v.m.b.o. heeft afgelegd, is geslaagd indien hij: a voor het vak Nederlands minimaal een 5 heeft behaald. b voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of c voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of d voor twee van zijn examenvakken, het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. e een gemiddelde van minimaal 5,5 voor de cijfers van het CE heeft behaald.. f heeft deel genomen aan de rekentoets. De kandidaat die eindexamen v.m.b.o.-leerwerktraject heeft afgelegd is geslaagd indien hij voor de vakken Nederlands en het beroepsgerichte vak het eindcijfer 6 of meer heeft behaald en aan de rekentoets heeft deelgenomen.
8.4
Herkansing a De kandidaat krijgt de mogelijkheid het CSPE of een deel ervan te herkansen. Bovendien mag de kandidaat uit de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg het CSE voor één algemeen vak overdoen. b De kandidaat die voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd en voor een herexamen in aanmerking komt, mag in het tweede tijdvak opnieuw deelnemen aan het centraal examen. c De kandidaat stelt de voorzitter examencommissie schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. d Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. e Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt.
9
DIPLOMA EN CIJFERLIJST
9.1
De voorzitter examencommissie reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, indien dat zich voordoet volgens welk programma elk vak is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. De voorzitter examencommissie reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling
9.2
9.3
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
10
van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft.
10
CERTIFICAAT De voorzitter examencommissie reikt aan de definitief voor het eindexamen v.m.b.o. afgewezen kandidaat die de school verlaat en die voor een of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit, waarop zijn vermeld, voor zover van toepassing: a. het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en b. het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of ‘voldoende’.
11
ONREGELMATIGHEDEN
11.1 De wettelijke bevoegdheid om maatregelen te kunnen nemen indien een leerling zich (1) ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, (2) dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, (3) dan wel zonder geldige reden afwezig is,(4) dan wel tijdens het examen in het bezit is van een mobiele telefoon, smartwatch of andere digitale informatiedragers, wordt door de rector/algemeen directeur binnen de school door gemandateerd.
11.2 De maatregelen die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn (art. 5 lid 2 Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo): a. toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, rekentoets of het centraal examen; b. ontzeggen van (verdere) deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen, rekentoets of centraal examen; c. ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, rekentoets of het centraal examen; d. bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector/algemeen directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 11.3 Tegen een genomen maatregel in een examenkwestie kan binnen 5 werkdagen nadat de maatregel is medegedeeld schriftelijk bezwaar worden
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
11
gemaakt bij de rector/algemeen directeur. Als de termijn verstreken is, wordt het genomen besluit onherroepelijk. 11.4 Indien een bezwaar in een examenzaak door de rector/algemeen directeur niet-ontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, kan beroep worden ingesteld bij de regionale beroepscommissie als bedoeld in artikel 12 van dit reglement. De betreffende rector/algemeen directeur maakt geen deel uit van de commissie die het beroep behandelt (art. 5 lid 4 Eindexamenbesluit vwo-havomavo-vbo). De regionale beroepscommissie maakt haar besluit binnen 5 werkdagen na ontvangst van het beroepschrift bekend. Indien een zwaarwegend belang dit vereist, kan de termijn met maximaal eenzelfde periode worden verlengd. 11.5 De wijze waarop door de school aan de in de leden 1 tot en met 3 genoemde bepalingen uitvoering wordt gegeven, wordt neergelegd in het examenreglement. 12
DE REGIONALE BEROEPSCOMMISSIE Samenstelling van de regionale beroepscommissie
12.1 Er zijn 4 regionale beroepscommissies. De verdeling van scholen over de 4 regio’s is als bijlage in artikel 17 vermeld. 12.2 Elke commissie bestaat uit 3 leden, zijnde rectoren/algemeen directeuren van scholen uit de desbetreffende regio. De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een lid. 12.3 De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en het lid worden door de raad van bestuur steeds benoemd voor een termijn van drie jaar. Zij zijn opnieuw benoembaar na afloop van deze termijn. 12.4 De zitting van de commissie vindt plaats onder leiding van de voorzitter. 12.5 De leden van de commissie nemen met betrekking tot hetgeen zij in of uit hoofde van hun hoedanigheid vernemen strikte geheimhouding in acht. Tevens geldt dit met betrekking tot de wijze waarop de besluitvorming binnen de commissie tot stand is gekomen. 12.6 De commissie kan zich laten ondersteunen door een secretaris, welke geen onderdeel uitmaakt van de commissie. Tot de taken van de secretaris kunnen behoren het verzorgen van de correspondentie, het verzamelen van de benodigde stukken, het bewaken van de procedure, het notuleren van de hoorzitting en het opstellen van de conceptuitspraak van de commissie. De procedure van de regionale beroepscommissie is te vinden op de website. 13
GEHEIMHOUDING Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
12
geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 14
SPREIDING EXAMEN Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van de kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, dat het eindexamen gespreid over meerdere schooljaren wordt afgenomen.
15
SLOTBEPALINGEN
15.1 Van de schriftelijke toetsen van het centraal examen en de toetsen van het schoolexamen in het 4e leerjaar worden het gemaakte werk en de opgaven 6 maanden na de laatste dag van het examen op school bewaard. Daarna wordt het vernietigd. Van de schriftelijke toetsen van het schoolexamen in het 3 e leerjaar worden het gemaakte werk en de opgaven tot na de vaststelling van het eindcijfer 3 e leerjaar op school bewaard. Daarna wordt het vernietigd. 15.2 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter examencommissie partijen gehoord. 15.3 Waar in dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogden.
16
EXAMENBESCHRIJVING
16.1 HET EXAMEN Het examen bestaat per vak of programma uit: • Een schoolexamen en een centraal examen; Of uitsluitend uit: • Een schoolexamen. De volgende vakken kennen zowel een schoolexamen als een centraal examen; • Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel; • Vakken uit het sectordeel; en • Vakken of programma’s uit het vrije deel die tot het eindexamen vmbo ````kunnen behoren
16.2 CENTRAAL EXAMEN Het centraal examen kan bestaan uit een: ________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
13
• • •
Centraal schriftelijk examen CSE Centraal praktisch examen CPE Centraal schriftelijk en praktisch examen CSPE
Centraal schriftelijk examen CSE Bij de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg worden alle AVO- vakken op de computer afgenomen. Het gaat om toetsen waarbij kandidaten vragen en opdrachten schriftelijk( of op de computer) beantwoorden. Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk ( of op de computer) examen afgenomen. Een uitzondering hierop vormen de beeldende vakken, die zowel een centraal schriftelijk als een centraal praktisch examen kennen. Centraal schriftelijk praktisch examen CSPE Het gaat om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij zowel het proces van uitvoering als het product wordt beoordeeld.
CE CSPE
Basisberoepsg. leerweg Alle alg. vakken ( computer ex) Beroepsprogramma
Kaderberoepsg. Mavo leerweg Alle alg. vakken Alle alg. vakken ( computer ex) (schriftelijk ex) Beroepsprogramma
16.3 HET SCHOOLEXAMEN Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende onderdelen: schriftelijke en mondelinge toetsen Het werk wordt beoordeeld aan de hand van een correctievoorschrift waarin mogelijke antwoorden en een puntenverdeling zijn opgenomen. praktische opdrachten Bij alle vakken en programma’s komen praktische opdrachten voor. Ze toetsen vaardigheden. Bij praktische opdrachten wordt een cijfer gegeven. Hierbij wordt zowel het proces als het product beoordeeld. Beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf aan de kandidaat bekend gemaakte criteria. De kandidaat kan de praktische opdracht de vorm geven van een product of een werkstuk of een presentatie en voert deze zo zelfstandig mogelijk uit. Elke kandidaat dient tenminste twee praktische opdrachten van elk 10 uur te hebben uitgevoerd. een handelingsdeel
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
14
In het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per kandidaat door de examinator moet worden vastgesteld of deze “naar behoren, of naar genoegen zijn uitgevoerd”. Deze leerstofonderdelen en/of vaardigheden worden dus niet met een cijfer beoordeeld. De uitvoering van een handelingsopdracht blijkt uit een notitie van de kandidaat. Deze notitie kan de vorm hebben van een kort (mondeling of schriftelijk) verslag of de beantwoording van een korte vragenlijst waarin de kandidaat aandacht besteedt aan de ervaring met de opdracht. Elke kandidaat maakt minstens één vakoverstijgende handelingsopdracht in het kader van Oriëntatie op Leren en Werken. Alleen als de handelingsopdrachten met een voldoende resultaat zijn afgesloten, kan de kandidaat deelnemen aan het centraal examen. een sectorwerkstuk voor kandidaten van de MAVO In het sectorwerkstuk dat de kandidaat maakt, werkt hij/zij een vakoverstijgend thema uit dat past binnen de sector. Met het sectorwerkstuk worden o.a. algemene, communicatieve en vakvaardigheden getoetst. Zowel het proces als het product wordt beoordeeld, evenals de presentatievorm. De beoordeling wordt gegeven door minimaal 2 docenten. De kandidaat dient minstens 20 uur aan het sectorwerkstuk te besteden. Voor het sectorwerkstuk wordt een beoordeling gegeven middels de term “goed”, “voldoende” of “onvoldoende”. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op tenminste twee vakken uit het gekozen vakkenpakket met minimaal een vak uit de gekozen sector en Nederlands. De kandidaat verzamelt onder andere schriftelijke documentatie. De kandidaat ontvangt schriftelijk richtlijnen en beoordelingscriteria voor het maken van het sectorwerkstuk. Het werkstuk moet met een voldoende resultaat worden afgesloten, wil de kandidaat worden toegelaten tot het eindexamen. De beoordeling wordt apart op de cijferlijst vermeld. Het behaalde resultaat telt niet mee in het cijfer voor het schoolexamen van de afzonderlijke vakken.
BIJLAGE: Regionale Beroepscommissie voor Elzendaalcollege
________________________________________________________________________ Examenreglement 2015-2016 (wijz dec 2015)
15