EXAMENREGLEMENT 2014-2015 STICHTING DE VRIJE SCHOOL NOORD EN OOST NEDERLAND
Onder de stichting ressorteren de volgende scholen voor voortgezet onderwijs: ●
Vrijeschool Zutphen VO
●
Parcival College
Dit examenreglement geldt voor leerlingen die op 1 oktober 2013 ingeschreven staan op één van de hier boven genoemde scholen die onder de stichting ressorteren en studeren: ●
In klas 9 met het doel om in klas 10 het m.a.v.o. diploma behalen.
●
In klas 10 met het doel om in klas 10 het m.a.v.o. diploma behalen.
●
In klas 10 en 11 met het doel om in klas 12 het h.a.v.o. of v.w.o. diploma behalen.
●
In klas 12 met het doel om het diploma h.a.v.o. of het diploma v.w.o. te behalen
Dit examenreglement, is vastgesteld door het bestuur van de Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland op 29 september 2014 op grond van artikel 31 Examenbesluit VO Vastgesteld door het bevoegd gezag, d.d. 29 september 2014
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen ..................................................................................................................................... 4
Artikel 1
Begripsbepalingen .................................................................................................................................... 4
Artikel 2
Afnemen eindexamen.............................................................................................................................. 5
Artikel 3
Indeling examen, profielwerkstuk, sectorwerkstuk en praktische opdrachten ........... 5
Artikel 4
Onregelmatigheden.................................................................................................................................. 6
Artikel 5
Geheimhouding .......................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2
Inhoud van het eindexamen........................................................................................................................ 8
Artikel 6
Examenprogramma ................................................................................................................................. 8
Artikel 7
Keuze van eindexamenvakken ............................................................................................................ 8
Artikel 8
Eindexamen v.m.b.o. theoretische leerweg .................................................................................... 8
Artikel 9
Eindexamen h.a.v.o. .................................................................................................................................. 8
Artikel 10 Eindexamen v.w.o. .................................................................................................................................... 9 Hoofdstuk 3
Regeling van het eindexamen .................................................................................................................. 10
Afdeling 1
Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting............................................... 10
Artikel 11 Examenreglement en Programma van toetsing en af sluiting ............................................ 10 Afdeling 2
Schoolexamen........................................................................................................................................... 10
Artikel 12 Afneming Schoolexamen...................................................................................................................... 10 Artikel 13 Te laat komen ........................................................................................................................................... 11 Artikel 14 Absentie ...................................................................................................................................................... 11 Artikel 15 Instellen van beroep via de Examencommissie ......................................................................... 12 Artikel 16 Gedragsregels bij schriftelijke toetsen, praktische en handelingsopdrachten............. 12 Artikel 17 Beoordeling ............................................................................................................................................... 13 ARTIKEL 18
Herkansing toetsen schoolexamen ........................................................................................... 14
Artikel 19 Examendossier ......................................................................................................................................... 15 Artikel 20 Bewaring..................................................................................................................................................... 15 Artikel 21 Tijdvakken en afneming centraal examen .................................................................................... 15 Artikel 22 Gecommitteerden ................................................................................................................................... 15 Artikel 23 Regels omtrent het centraal examen .............................................................................................. 15 Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 2
Artikel 24 Vaststelling score en cijfer centraal examen .............................................................................. 16 Artikel 25 Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen ........................................................ 16 Artikel 26 Onvoorziene omstandigheden centraal examen ....................................................................... 16 Artikel 27 Verhindering centraal examen .......................................................................................................... 16 Afdeling 4
Uitslag, herkansing en diplomering ............................................................................................... 17
Artikel 28 Eindcijfer eindexamen .......................................................................................................................... 17 Artikel 29 Vaststelling EN BEKENDMAKING uitslag...................................................................................... 17 Artikel 30 Uitslag h.a.v.o. / v.w.o. ........................................................................................................................... 17 Artikel 31 Uitslag m.a.v.o. .......................................................................................................................................... 18 Artikel 32 Herkansing centraal examen.............................................................................................................. 18 Artikel 33 Diploma en cijferlijst.............................................................................................................................. 18 Artikel 34 Duplicaten en afgifte verklaringen .................................................................................................. 19 Artikel 35 Gegevensverstrekking .......................................................................................................................... 19 Afdeling 5
Overige bepalingen ................................................................................................................................ 20
Artikel 36 Afwijking wijze van examineren....................................................................................................... 20 Artikel 37 Bewaren examenwerk .......................................................................................................................... 20 Artikel 38 Spreiding voltooiing eindexamen .................................................................................................... 21 Artikel 39 Slotbepaling ............................................................................................................................................... 22 Bijlage 1 Vrijstellingen en ontheffingen voor voorbereidend hoger onderwijs v.w.o. en h.a.v.o. volgens artikel 26e van het inrichtingsbesluit W.V.O. ............................................................................................................ 23
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 3
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 1
BEGRIPSBEPALINGEN
1.
Dit reglement hanteert de begripsbepalingen zoals genoemd zijn in het Eindexamenbesluit dat geldig is voor het jaar dat op het voorblad is aangegeven.
2.
Daar waar in dit document “hij” staat kan ook “zij” worden gelezen. 3. Aanvullend hieraan wordt verstaan onder:
Embargo
de Afdelingscoördinator bovenbouw op de vestiging te Groningen, de conrector onderwijs en personeel op de vestiging te Zutphen. het bestuur van de Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland commissie als bedoeld in artikel 5 van het Eindeindexamenbesluit; De bestuurder binnen de Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland Tentamens waarvan openbaring door een externe partij niet toegestaan is (sommige pilots)
Examencommissie
commissie die belast is met de afhandeling van geschillen m.b.t. schoolexamens en centraal examens
Gecommitteerde
Tweede corrector
Handelingsdeel
Onderdeel van het PTA,
Handelingsopdracht
Onderdeel van een handelingsdeel, dat een eigen moment van afname en beoordeling heeft.
Afdelingscoördinator Bevoegd gezag Commissie van Beroep Directeur
PPA
Programma voor Proeven en Afsluiting
Praktisch deel
Onderdeel van het PTA of PPA
Praktische opdracht
Onderdeel van een praktisch deel, dat een eigen moment van afname en becijfering heeft.
PTA
Programma van Toetsing en Afsluiting
Rector
de rector van Vrijeschool Zutphen VO / de rector van het Parcival College
School
Vrijeschool Zutphen VO, gevestigd te Zutphen Parcival College, gevestigd te Groningen
Schoolexamen
Secretaris van het
Verzameling toetsen, praktische onderdelen en handelingsdelen die zijn vastgelegd in het PTA voor v.w.o. en havo en het PPA voor m.a.v.o.
persoon die belast is met de organisatie van het examen op Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland pagina 4
eindexamen Sectorwerkstuk Surveillant
Degene die belast is het toezicht houden op het correct verlopen van een onderdeel van het schoolexamen of het centraal examen.
Toets
Een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten; Onderdeel van het PTA of PPA
Toetsdeel Vestiging
4.
5.
de vestiging; het in artikel 3 bedoelde sectorwerkstuk
Onderdeel van een toets dat een eigen moment van afname en becijfering heeft. Vrijeschool Zutphen VO gevestigd te Zutphen; Parcival College gevestigd te Groningen
m.a.v.o. examen
In dit document wordt gesproken over een aangepast m.a.v.o. examen waarbij voor een beperkt aantal vakken, centraal examen wordt gedaan.
v.m.b.o.-t diploma
IVO – m.a.v.o. diploma
Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Het treedt in werking op 1 oktober. Het examenreglement heeft een geldigheidsduur van 1 jaar. Indien daarvoor aanleiding is, kan het bevoegd gezag het reglement tussentijds wijzigen. Onderliggende documenten : - Wet op het voortgezet onderwijs - Eindexamenbesluit VO - Inrichtingsbesluit WVO Bij conflicterende artikelen zijn bovengenoemde 3 documenten leidend.
ARTIKEL 2
AFNEMEN EINDEXAMEN
De rector en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af.
ARTIKEL 3 1.
INDELING EXAMEN, PROFIELWERKSTUK, SECTORWERKSTUK EN PRAKTISCHE OPDRACHTEN
Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. a. Het schoolexamen h.a.v.o. / v.w.o. omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. b.
Voor Parcival College geldt ook nog dat: |Het schoolexamen mavo omvat mede een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is een stageverslag, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het beroepsgerichte deel van de sector.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 5
2.
a. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Tenminste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor v.w.o. en 320 uur of meer voor h.a.v.o. b. Voor Parcival College geldt: Het sectorwerkstuk heeft betrekking op één vak van gekozen vakken (biologie, geschiedenis nask of economie).
3.
Het schoolexamen v.m.b.o. omvat mede meerdere praktische opdrachten, resp. handelingsopdrachten.
ARTIKEL 4
ONREGELMATIGHEDEN.
4.
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt of zich onttrekt aan enig deel van het eindexamen, kan de Afdelingscoördinator namens de rector maatregelen nemen.
5.
De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden kunnen zijn: 1.
het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen,
2.
het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen,
3.
het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het al afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen,
4.
het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen.
6.
Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de Afdelingscoördinator de kandidaat.
7.
De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bij staan. De Afdelingscoördinator raadpleegt aangaande zijn beslissing eerst alle betrokkenen bij het examen en deelt daarna de beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie, de rector en aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is.
8.
De kandidaat kan tegen een beslissing van de afdelingscoördinator in geschil gaan bij een door het bevoegd gezag van de school ingestelde, in artikel 11 genoemde, bestaande examencommissie.
De kandidaat kan tegen de uitspraak van de examencommissie in beroep gaan bij een door het bevoegd gezag van de school ingestelde bestaande commissie van beroep. Het beroep wordt schriftelijk bij deze commissie van beroep ingesteld, uiterlijk drie werkdagen nadat de uitspraak van de examencommissie schriftelijk aan de kandidaat is meegedeeld. De kandidaat adresseert zijn schriftelijk beroep aan de rector van de instelling waar hij examen doet. De commissie van beroep stelt op haar beurt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland pagina 6 9.
wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie. 10.
11.
Klachten over de afhandeling kunnen worden gericht aan: Commissie van Beroep inzake onregelmatigheden Eindexamen, Tengnagelshoek 9, 7201 NE Zutphen, ter attentie van de bestuurder. De handelwijze van de examencommissie is vermeld in artikel 15 van dit reglement
ARTIKEL 5
GEHEIMHOUDING
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit examenreglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet al uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 7
HOOFDSTUK 2
INHOUD VAN HET EINDEXAMEN
ARTIKEL 6 1.
2.
EXAMENPROGRAMMA
Onze Minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken, beroepsgerichte programma’s en andere programmaonderdelen die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten examenprogramma's vast, waarin zijn opgenomen: 1.
een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak: en
2.
welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt.
Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken.
ARTIKEL 7
KEUZE VAN EINDEXAMENVAKKEN
De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit hoofdstuk, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. 2. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken of nietverplichte delen van de examenstof examen afleggen dan in de vakken en examenstof die ten minste tezamen een eindexamen vormen. 1.
ARTIKEL 8 1.
EINDEXAMEN M.A.V.O.
Het eindexamen m.a.v.o. , genoemd in artikel 10 van de wet, omvat: 1. de vakken die het gemeenschappelijk deel ingevolge artikel 10, vijfde lid, van de “wet op het voortgezet onderwijs”, omvat, 2. de twee vakken die het sectordeel ingevolge artikel 10, zesde lid, van de wet omvat, 3. in het vrije deel twee nog niet in het sectordeel gekozen vakken, bedoeld onderscheidenlijk genoemd in artikel 10, zevende lid, onderdelen a en b, en onderdeel c voor zover het betreft de Friese taal, van de wet, met dien verstande dat het sectordeel en het vrije deel tezamen ten minste twee vakken omvatten die geen moderne taal zijn.
ARTIKEL 9
EINDEXAMEN H.A.V.O.
Het eindexamen h.a.v.o. omvat: 1. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 26c, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk, 2. de vakken van het profieldeel, genoemd in artikel 26c, tweede tot en met vijfde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., tenminste één vak met een normatieve studielast van tenminste 320 uur van het vrije deel van elk profiel, genoemd in artikel 26c, zesde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., met dien verstande dat door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere programmaonderdelen onderdeel zijn van het eindexamen uitsluitend voor zover Onze Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend. 2. Het bevoegd gezag kan volgens artikel 14, lid 8 inrichtingsbesluit W.V.O., een leerling in de gelegenheid stellen in plaats van vakken genoemd in lid 1, het overeenkomstige vak te volgen uit artikel 13 (v.w.o. niveau) 1.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 8
3.
In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor h.a.v.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken van het gemeenschappelijk deel waarvoor ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
ARTIKEL 10
EINDEXAMEN V.W.O.
Het eindexamen v.w.o. omvat: 1. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 26b, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk, 2. de vakken van het profieldeel van een van de profielen, genoemd in artikel 26b, derde tot en met zesde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., en 3. ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 440 uur van het vrije deel van elk profiel, genoemd in artikel 26c, zevende lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O. zoals geldend voor de scholen voor v.w.o., met dien verstande dat door het bevoegd gezag vast te stellen vakken onderdeel zijn van het eindexamen uit sluitend voor zover Onze Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend. 2. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor v.w.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste tot en met vierde lid, van het inrichtingsbesluit W.V.O. Bij een ontheffing op grond van artikel 26e, vierde lid, van het inrichtingsbesluit W.V.O. wordt de taal vervangen door een ander vak als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel. 1.
Zie voor vrijstellingsregeling bijlage 1.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 9
HOOFDSTUK 3 AFDELING 1
ARTIKEL 11
REGELING VAN HET EINDEXAMEN EXAMENREGLEMENT EN PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING EXAMENREGLEMENT EN PROGRAMMA VAN TOETSING EN AF SLUITING
Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs stelt een examenreglement vast. Het examenreglement bevat in elk geval informatie over de maatregelen, bedoeld in artikel 4, en de toepassing daarvan, alsmede regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zaken tijdens het eindexamen en wat scholen voor voortgezet onderwijs betreft, de samenstelling en het adres van de in artikel 4 bedoelde examencommissie. Ten aanzien van de herkansing wordt in elk geval bepaald, in welke gevallen een herkansing mogelijk is. Ook kan worden bepaald dat tot die gevallen kunnen behoren kandidaten die door ziekte of ten gevolge van een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, niet in staat zijn geweest, aan de desbetreffende toets deel te nemen. 2. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onder wijs stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma in het school examen worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaats vindt, de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen, de herkansing daaronder mede begrepen, de wijze van herkansing van het school examen, alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de rector voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten. 1.
AFDELING 2 ARTIKEL 12
SCHOOLEXAMEN AFNEMING SCHOOLEXAMEN
Het schoolexamen m.a.v.o. vangt aan in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin centraal examen wordt gedaan. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In afwijking hierop geldt dat de vakken waarvoor geen centraal examen wordt gedaan, moeten zijn afgesloten uiterlijk één week voor het einde van het schooljaar. Het bevoegd gezag kan in afwijking van de tweede volzin, een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, het schoolexamen voor de vakken waarvoor centraal examen wordt gedaan, niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. Het sectorwerkstuk moet uiterlijk zijn afgesloten één week voordat de uitslag wordt vastgesteld. Het bevoegd gezag dat afwijkt van de tweede volzin, zendt de met het schoolexamen en het sectorwerkstuk behaalde resultaten zo spoedig mogelijk aan de inspectie 2. Het schoolexamen H.a.v.o. vangt aan in de elfde klas. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In afwijking hierop geldt dat de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, moeten zijn afgesloten uiterlijk één week voordat de uitslag van het centraal examen wordt vastgesteld. Het bevoegd gezag kan in afwijking van de tweede volzin een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten, voor de aanvang van het eerste tijdvak in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland pagina 10 1.
3.
Het schoolexamen V.W.O. vangt aan in de tiende klas. Het school examen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In afwijking hierop geldt dat de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, moeten zijn afgesloten uiterlijk één week voordat de uitslag van het centraal examen wordt vastgesteld. Het bevoegd gezag kan in afwijking van de tweede volzin een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten, voor de aanvang van het eerste tijdvak in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak
ARTIKEL 13
TE LAAT KOMEN
Een kandidaat die te laat komt, meldt zich bij de surveillant. Deze bepaalt of hij nog kan worden toegelaten tot de zitting. Het volgende onderscheid wordt gemaakt: 1. Het betreft een schriftelijk schoolexamenonderdeel, anders dan een kijk en luistertoets. a. Kandidaten worden niet toegelaten indien meer dan 25% van de totale tijdsduur van het tentamen, met een maximum van een half uur, is verstreken. Deze kandidaat wordt aangemerkt als absent. b. Er wordt geen compensatie in tijd verleend aan de kandidaat die alsnog wordt toegelaten omdat deze voldoet aan het criterium, gesteld in artikel 14 lid 1a. 2. Het betreft een kijk- en luistertoets of een mondeling schoolexamenonderdeel a. Kandidaten worden niet toegelaten na de start van de toets. 3. Het betreft een luistertoets bij de talen: Wanneer een leerling te laat is bij een luistertoets mag hij/zij niet naar binnen. Wanneer er in de toets een pauze is, mag de leerling vanaf dat moment weer instappen. Er wordt met betrekking tot het eerste deel geen compensatie verleend aan de kandidaat. 4. Kandidaten die, met in achtneming van bovenstaande artikelen absent zijn, worden op het proces verbaal genoteerd als “niet aanwezig” en worden behandeld in overeenstemming met artikel 14.
ARTIKEL 14
ABSENTIE
Indien een kandidaat door ziekte of andere vorm van overmacht niet in staat is deel te nemen aan een het examenonderdeel, dan dienen de Afdelingscoördinator en de desbetreffende docent daarvan op een zo vroeg mogelijk tijdstip voor aanvang van afname in kennis te worden gesteld. 2. Zodra de kandidaat weer op school komt, dient hij een verklaring, ondertekend door (een van) zijn ouder(s)/verzorger(s) of als de kandidaat meerderjarig is, door hem zelf in te leveren bij de Afdelingscoördinator. In deze verklaring moet de reden van afwezigheid vermeld staan. Eventuele bewijslast die hieruit voortvloeit, ligt bij de kandidaat en dient desgevraagd overlegd te worden. 3. Een kandidaat die de bepalingen in lid 1 en 2 niet nakomt of, zulks te beoordeling van de Afdelingscoördinator, geen acceptabele reden voor de absentie kan overleggen onttrekt zich daarmee aan het schoolexamen en wordt gesanctioneerd conform artikel 4 van dit reglement. 4. De kandidaat dient het gemiste onderdeel op het eerst mogelijk moment dat door de school wordt geboden in te halen. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: 1. In geval van een toets, dient dit ingehaald te worden tijdens het eerst volgende herkansingsmoment. 2. Indien er meer dan één toets moet worden ingehaald zal de school zoveel momenten aansluitend op het inhaalmoment plannen als nodig is. Dit zal zoveel mogelijk aansluitend gebeuren. Er kunnen maximaal twee toetsen per dag worden ingehaald, met uitzondering van het herkansingsmoment, welke de herkansing en één moment om een toets in te halen biedt. Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland pagina 11 1.
Een half uur voorafgaande aan en gedurende de toets is de kandidaat vrijgesteld van lessen. Na de toets dient de kandidaat direct de lessen te hervatten. 4. In geval van een praktisch onderdeel, dient dit te worden ingehaald op een moment dat door de docent wordt bepaald. Dit moment mag buiten de schoolexamenperiode liggen waartoe het desbetreffende onderdeel behoort, doch dient te vallen vóór het moment waarop het laatste herkansingsmoment van dat jaar aanvangt. 5. Onderdelen die als gevolg van absentie gemist zijn, kunnen niet herkanst worden. Indien een herkansingsmoment gemist wordt door absentie, kan de herkansingstoets niet ingehaald worden. 3.
ARTIKEL 15 1. 2. 3. 4.
5. 6.
INSTELLEN VAN BEROEP VIA DE EXAMENCOMMISSIE
Er is per vestiging een examencommissie waarvan de leden zijn: de rector en de secretaris(sen) van het eindexamen. Indien de secretaris of het derde lid partij is in een geschil, dient deze zich te onthouden van stemming. De rector kan in een dergelijk geval een tijdelijke vervanger benoemen. Deze examencommissie behandelt geschillen die bij het schoolexamen zijn gerezen en die bij haar worden gemeld. In het geval van een bij het schoolexamen gerezen geschil dient de kandidaat zich binnen 15 dagen nadat het examenonderdeel is afgenomen met de Afdelingscoördinator in verbinding stellen. Indien overleg het geschil niet heeft opgelost, brengt de Afdelingscoördinator deze zaak op verzoek van de kandidaat in de examencommissie. De examencommissie doet, na de betrokkenen te hebben gehoord, binnen een werkweek na aanmelding van het geschil, uitspraak. Deze uitspraak is bindend en wordt schriftelijk aan de vragende partij meegedeeld. Tegen de uitspraak kan bij een commissie van beroep in beroep worden gegaan, zie artikel 4.5
ARTIKEL 16
GEDRAGSREGELS BIJ SCHRIFTELIJKE TOETSEN, PRAKTISCHE EN HANDELINGSOPDRACHTEN
Ter voorkoming van onregelmatigheden gelden voor de schriftelijke toetsen de volgende gedragsregels: 1. Algemeen: 1. De aanwijzingen van de surveillant dienen direct en zonder discussie te worden opgevolgd. 2. Voor aanvang van de sessie: 1. Het gebruik van communicatiemiddelen (mobiele telefoons, e.d.) is niet toegestaan. Indien de kandidaat dergelijke middelen bij zich heeft, zijn deze uitgezet en zitten deze in de tas. 2. Tassen mogen niet bij de tafel van de kandidaat staan, maar worden op aanwijzing op een plaats bewaard waar ze buiten bereik van de leerling staan. Alleen schrijfmateriaal, geoorloofde middelen zoals beschreven onder punt 3 van dit artikel, mogen worden meegenomen naar de plaats. De leerling is geoorloofd om een bescheiden hoeveelheid drinken en/of voedsel mee te brengen ter bevordering van de concentratie, zolang het gebruik ervan niet storend is voor de omgeving. 3. De surveillant wijst de kandidaat, indien deze op de presentielijst voorkomt, een plaats toe. 4. De tafels in het lokaal zijn uit elkaar geplaatst en persoonlijke bescheiden zijn zodanig neergezet, dat de surveillant vrij door het lokaal kan lopen. 3. Tijdens de sessie: 1. Tijdens het maken van het werk mag de kandidaat op geen enkele wijze (verbaal of non-verbaal) communiceren met medekandidaten. 2. De kandidaat mag het lokaal alleen, op aanwijzing van de surveillant, verlaten en kort afwezig zijn om naar het toilet te gaan. De kandidaat kiest hierbij de kortste 1.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 12
route naar de dichtstbijzijnde toiletgroep. Tijdens zijn afwezigheid is het de kandidaat niet geoorloofd om op enige wijze contact te leggen met personen binnen en buiten de school. 3. Het uitlenen of delen van materialen door de kandidaat tijdens de sessie is niet toegestaan. 4. Voor de uitwerking van opgaven mag alleen gebruik gemaakt worden van, door de school verstrekt, uitwerkingspapier. 4. Bij afloop van de sessie of als de kandidaat zijn werkzaamheden heeft beëindigd: 1. Indien de uitwerkingen met inbegrip van uitwerkingsbijlagen, meerdere bladen beslaat, worden deze door de kandidaat genummerd met vermelding van het totaal aantal ingeleverde uitwerkingsbladen. 2. Het werk wordt door de kandidaat op compleetheid gecontroleerd, alvorens het in te leveren. 3. Opgavenbladen worden samen met de uitwerkingen ingeleverd. 4. Gedurende het eerste uur van de sessie mag kandidaat de zaal niet verlaten. Het laatste kwartier mag de kandidaat, met het oog op de rust, de zaal niet verlaten. Tijdens het SE mag de surveillant hiervan afwijken, indien de rust in de zaal gewaarborgd is. 5. Gemaakt werk dat, om welke reden dan ook, het lokaal verlaten heeft, is ongeldig en mag niet meer worden ingeleverd. 6. Beschreven kladpapier mag een half uur na afloop door de kandidaat worden opgehaald, mits niet vallend onder een embargo. 5. Ter voorkoming van onregelmatigheden gelden voor de praktische opdrachten en handelingsopdrachten de volgende regels: 1. Het op schrift vast te leggen product van praktische opdrachten c.q. handelingsopdrachten dient te worden ingeleverd uiterlijk op de door de school vastgestelde datum. 2. Als een kandidaat door ziekte of andere vorm van overmacht niet in staat is het product van de praktische opdracht op tijd in te leveren, dan dient zijn Afdelingscoördinator daarvan voor de vastgestelde inleverdatum door de ouder resp. verzorger van de kandidaat telefonisch of schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. 3. Indien de kandidaat op de vastgestelde datum slechts een deel van zijn opdracht heeft gemaakt, dan dient hij dat gedeelte van zijn werkstuk dat hij inmiddels wel heeft afgemaakt ter beoordeling in te leveren. Aan de hand van de voor dit onderdeel van het schoolexamen geldende normering wordt de score vastgesteld. Deze score wordt vervolgens omgezet in een cijfer. 6. Toegestane hulpmiddelen 1. Tijdens het school- en het centraal examen is het de kandidaat geoorloofd om gebruik te maken van de hulpmiddelen die genoemd worden in de Regeling rooster en toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens en de staatsexamens vwo, havo en m.a.v.o. welke geldig is voor het jaar waarin het examenonderdeel wordt afgelegd. 2. Het is de school geoorloofd om alleen slechts kandidaten met een speciale zorg varklaring, toestemming te staan om een PC te gebruiken. 3. De examinator van het schoolexamen mag extra hulpmiddelen toestaan mits hiertoe aanleiding is. Het gebruik van de extra middelen dient bij het werk schriftelijk te zijn aangegeven alsmede door de examinator minsten twee weken van te voren aan de kandidaat te zijn medegedeeld. 4. Tijdens het centraal examen zijn geen hulpmiddelen toegestaan die niet in de regeling, zoals genoemd onder lid 1 van dit artikel, zijn opgenomen.
ARTIKEL 17 1.
BEOORDELING
Elk schoolexamenonderdeel wordt beoordeeld door de docent die het vak lesgeeft. Deze docent treedt op als examinator. Het volgende onderscheid wordt gemaakt:
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 13
Het betreft een schriftelijk werk. De docent stelt de beoordeling vast op basis van een correctievoorschrift dat vooraf is opgesteld voor het betreffende schoolexamen. 2. Het betreft een mondeling werk. De beoordeling geschiedt op grond van een protocolformulier. Het mondeling word afgenomen door de docent in bijzijn van een gecommitteerde of er wordt een opname van het gesprek gemaakt. De opname blijft bewaard tot de afsluiting van het betreffende leerjaar. 3. Het sectorwerkstuk (m.a.v.o.) en profielwerkstuk (havo en v.w.o.) wordt beoordeeld door tenminste twee examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij de totstandkoming van het sectorwerkstuk. 2. Vrijeschool Zutphen: Van iedere beoordeling van een PTA of PPA onderdeel stelt de examinator de kandidaat binnen 7 werkdagen na afname van het examenonderdeel in kennis van het resultaat dat behaald is. Ook heeft de examinator binnen het gestelde termijn de beoordeling verwerkt in het schooladministratiesysteem. Hiervoor dient hij zijn eigen identiteit binnen het administratiesysteem te gebruiken , zodat hiermee kan worden nagegaan of de mutatie door de examinator is gedaan. . De beoordeling voor de toets en praktische onderdelen wordt uitgedrukt in een cijfer met één decimaal. Handelingonderdelen worden bij een voldoende, afgevinkt. Parcival College: Van iedere beoordelingen van een PTA of PPA toets stelt de examinator de kandidaat binnen twee weken na afname van het examenonderdeel in kennis van het resultaat dat behaald is en heeft deze beoordeling verwerkt in het schooladministratiesysteem. Van iedere beoordelingen van een PTA of PPA praktische opdracht of handelingsdeel stelt de examinator de kandidaat binnen 3 weken na afname van het examenonderdeel in kennis van het resultaat dat behaald is en heeft deze beoordeling verwerkt in het schooladministratiesysteem. De beoordeling voor de toets en praktische onderdelen wordt uitgedrukt in een cijfer met één decimaal. Handelingsonderdelen worden bij een voldoende, afgevinkt. 3 Het eindcijfer van het schoolexamen wordt per vak uitgedrukt in een cijfer dat ontstaat uit het gewogen gemiddelde van alle onderdelen die in het PTA of PPA voor dat betreffende vak zijn behaald. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: i. Voor vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd wordt het eindcijfer afgerond op een getal zonder decimaal getal uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Bij de bepaling van het eindcijfer geldt de volgende afrondingsregel: indien de eerste decimaal 5 of hoger is vindt afronding naar boven plaats, in de andere gevallen blijft het cijfer voor de komma ongewijzigd. ii. Indien het vak Beweging of CKV betreft wordt het eindcijfer met 1 decimaal berekend, conform de afrondingsregel die vermeld is in artikel 17, lid 3.3 en omgezet naar Goed (cijfer hoger of gelijk aan 7,5)), Voldoende (cijfer lager dan 7,5 maar hoger of gelijk aan 5,5) of Onvoldoende (lager dan 5,5). iii. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, wordt het eindcijfer van het schoolexamen berekend op 1 decimaal. Hierbij is de afrondingsregel: indien de tweede decimaal 5 of hoger is vindt afronding naar boven plaats, in de andere gevallen blijft de eerste decimaal ongewijzigd. iv. Het sectorwerkstuk (m.a.v.o.) wordt beoordeeld met ‘onvoldoende’, ‘voldoende' of 'goed'. v. Het profielwerkstuk (havo en v.w.o.) wordt beoordeeld met een cijfer zonder decimaal uit de schaal 1 tot en met 10 4. Voor de aanvang van het centraal examen maakt de afdelingscoördinator bij monde van de rector aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: i. welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, ii. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en iii. de beoordeling van het sectorwerkstuk / profielwerkstuk 1.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 14
ARTIKEL 18 1.
HERKANSING TOETSEN SCHOOLEXAMEN
De kandidaat die eindexamen v.w.o. h.a.v.o. of m.a.v.o. aflegt, heeft met inachtneming van het tweede lid het recht om: 1. Vrijeschool Zutphen VO: 1. In het pre-examenjaar per vak maximaal één toets van het schoolexamen en een praktische opdracht te herkansen aan het einde van dat jaar. 2. Vrijeschool Zutphen VO In het examenjaar per toetsperiode maximaal één toets van het schoolexamen en een praktische opdracht uit de betreffende periode te herkansen. 2. Parcival College: In de klassen 10, 11 en 12 mag na een toetsweek één toets herkanst worden uit de betreffende periode, met een maximum van één toets per vak per leerjaar.
In het programma van toetsing en afsluiting is per toets opgenomen of deze te herkansen is, dan wel of er aanvullende condities zijn waaronder herkansing kan plaatsvinden. In geval van herkansing van een toets staat in het PTA aangegeven of na herkansing het laatste cijfer of het hoogste cijfer geldt. 3. Het recht op herkansing is niet afhankelijk van de beoordeling van het gemaakte werk. Voldoendes mogen dus ook herkanst worden. 2.
ARTIKEL 19
EXAMENDOSSIER
Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examen dossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm.
ARTIKEL 20
BEWARING
Het schriftelijk werk van het centraal schriftelijk examen, schoolexamen en alle administratieve bij dit werk behorende documenten worden gedurende zes maanden na de vaststelling van de uitslag van het examen door de school bewaard. Nadien wordt het vernietigd. Tentamens en examens kunnen na afloop ingekeken worden en op verzoek kan er een kopie meegegeven worden, mits er geen embargo op ligt. 2. Van ieder schriftelijk PTA worden de antwoordformulieren opgeslagen met een exemplaar van de toets, een correctievoorschrift en een overige relevante informatie. Opslagduur is gelijk aan dat van 20.1 3. Praktische PTA onderdelen (te denken valt bijvoorbeeld aan CKV) worden, waar mogelijk, meegegeven aan de kandidaat. De kandidaat bewaart dit werk en overlegt dit werk als bewijs, indien er een geschil ontstaat over de registratie van de beoordeling. Afdeling 3 Centraal examen. 1.
ARTIKEL 21
TIJDVAKKEN EN AFNEMING CENTRAAL EXAMEN
Het centraal examen voor de scholen voor voortgezet onderwijs kent een eerste, tweede en derde tijdvak. 2. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. 3. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door de staatsexamencommissie. 4. Onze Minister kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het eindexamen in het tweede tijdvak eveneens wordt afgenomen door de staatsexamencommissie. 1.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 15
ARTIKEL 22
GECOMMITTEERDEN
DUO wijst voor elke school en voor elke instelling voor educatie en beroepsonderwijs, ten behoeve van het centraal examen één of meer gecommitteerden aan. De aanwijzing geldt tot de afloop van de herkansing. Indien de DUO er om verzoekt, stelt het bevoegd gezag gecommitteerden ter aanwijzing voor. De aanwijzing geldt voor het eerste en tweede tijdvak.
ARTIKEL 23 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7. 8.
9.
10. 11. 12. 13.
De rector zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan. Een namens de rector aangewezen verantwoordelijke persoon draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de namens de rector aangewezen verantwoordelijke persoon samen met het gemaakte examenwerk. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Hij levert het werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Kandidaten die meer dan een half uur na de aanvang van de zitting aankomen, mogen niet meer deelnemen aan deze zitting. Het examenwerk wordt met de (bal)pen gemaakt met uitzondering van tekeningen en grafieken. Het gebruik van correctielak is niet toegestaan. Het werk wordt gemaakt op papier dat door de school wordt ver strekt. Ook kladpapier, dat niet behoeft te worden ingeleverd, wordt door de school verstrekt. Alle aan de kandidaten voorgelegde opgaven, antwoordvellen, kladpapier, uitwerkingen en overige documenten benodigd voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Bij ministeriële regeling kan ten aanzien van één of meer zittingen worden bepaald dat de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken inleveren bij een van degenen die toezicht houden. Bij die regeling wordt bepaald wanneer de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in de eerste volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven. Etuis en hoesjes van rekenmachines mogen tijdens het examen niet op de tafel liggen, maar naast de stoel op de vloer. Het is niet toegestaan tassen, boeken en communicatiemiddelen (zoals mobiele telefoons, enz.) tijdens het examen in het examenlokaal in bezit te hebben. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting de examenzaal niet verlaten. Deelname aan een zitting betekent, dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt.
ARTIKEL 24 1.
REGELS OMTRENT HET CENTRAAL EXAMEN
VASTSTELLING SCORE EN CIJFER CENTRAAL EXAMEN
De examinator en de gecommitteerde dan wel de tweede examinator, stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 16
2.
De rector stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de score, bedoeld in het eerste lid, en met inachtneming van de regels, bedoeld in Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. artikel 42., tweede lid,.
ARTIKEL 25
NIET OP REGELMATIGE WIJZE AFGENOMEN CENTRAAL EXAMEN
Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgehad kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor een of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. 2. De inspectie bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen. 1.
ARTIKEL 26
ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN CENTRAAL EXAMEN
Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist Onze Minister hoe dan moet worden gehandeld.
ARTIKEL 27
VERHINDERING CENTRAAL EXAMEN
Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de rector is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten over staan van de staatsexamencommissie zijn eind examen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de rector aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de rector aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft gehaald. 3. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamen commissie het resultaat mede aan de rector. 1.
AFDELING 4
UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING
ARTIKEL 28
EINDCIJFER EINDEXAMEN
Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. In afwijking van het eerste lid, worden de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel/leerweg, beoordeeld met 'onvoldoende' of 'voldoende' of 'goed' 3. De rector bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of minder is, naar beneden afgerond en indien deze 5 of meer is, naar boven afgerond. 4. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer van het schoolexamen tevens het eindcijfer. 1.
ARTIKEL 29
VASTSTELLING EN BEKENDMAKING UITSLAG
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 17
De rector en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming artikel 30 en 31. 2. De uitslag luidt “geslaagd voor het eindexamen” of “afgewezen voor het eindexamen”. 3. Indien het nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de rector en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een volledig eindexamen te vormen. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de rector deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 30 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 30, eerste lid, geen toepassing vindt. 1.
ARTIKEL 30
UITSLAG H.A.V.O. / V.W.O.
Alvorens de uitslag vast te stellen worden de eindcijfers van de kandidaat berekend. Hiertoe wordt: 1. Voor elk examenvak het eindcijfer berekend. Dit wordt verkregen door het rekenkundig gemiddelde van CE en SE cijfer op een geheel getal af te ronden. Indien voor het vak geen centraal examen bestaat, wordt alleen SE cijfer afgerond op een geheel getal. 2. het gemiddelde van de eindcijfers van tenminste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak (het combinatiecijfer): 1. v.w.o.: de vakken maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk wordt gelet op een combinatie van eindcijfers 2. h.a.v.o.: de vakken maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk 2. De kandidaat die eindexamen v.w.o. of h.a.v.o. heeft afgelegd en het centraal examen voor alle vakken heeft afgelegd binnen één schooljaar, is geslaagd indien hij voldoet aan het gestelde in artikel 49 van het Eindexamenbesluit. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan één van de voorwaarden, genoemd onder punt 2 van dit artikel, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 32. 1.
ARTIKEL 31
UITSLAG M.A.V.O.
Alvorens de uitslag vast te stellen worden de eindcijfers van de kandidaat berekend. Hiertoe wordt voor elk vak waarin centraal examen is gedaan, het eindcijfer berekend. Dit wordt verkregen door het rekenkundig gemiddelde van CE en SE cijfer op een geheel getal af te ronden. 2. De kandidaat die eindexamen m.a.v.o. heeft afgelegd en al zijn eindcijfers heeft behaald binnen een schooljaar, is geslaagd indien hij: 1. Parcivalcollege: 1. Het eindcijfers voor de vakken Nederlands en Engels: 5 en 6 óf 6 en 5 of hoger is. 2. De vakken Kunstvakken 1, Maatschappijleer en Gym minimaal voldoende zijn 3. Het eindcijfer voor het sectorwerkstuk voldoende of hoger is. 4. Vier gekozen vakken (van de resterende vakken) voldoende of hoger volgens eisen uit PTA zijn afgesloten. 5. Voor de studie Mavo zijn dat: Frans of Duits Biologie, Nask of Economie, Kunst2, Wiskunde. 6. Voor de studie Havo/Mavo zijn dat: Frans of Duits, Biologie of Economie, Nask , Wiskunde Kunst2. Parcival College slaag/zak regeling voldoet aan het mavo examenbesluit, artikel 49. 1.
2. Vrijeschool Zutphen: 1. voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde NASK1, economie, Frans, Duits,
geschiedenis en aardrijkskundewordt voldaan aan de zak-slaagregeling zoals deze voor het m.a.v.o. is vastgelegd in het Eindexamenbesluit, artikel 49 is vastgelegd. Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 18
3.
2. Alle eindproeven van de overige vakken met een voldoende zijn afgetekend. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd onder punt 2 van dit artikel, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 32.
ARTIKEL 32 1.
2. 3. 4. 5.
HERKANSING CENTRAAL EXAMEN
De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds schriftelijk examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 29, derde lid, de eindcijfers zijn bekendgemaakt, het recht in het tweede tijdvak, of indien artikel 27, tweede lid, van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. De kandidaat stelt de rector voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 28 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel eindexamen als een of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde recht per examenjaar ten hoogste eenmaal uit.
ARTIKEL 33 1.
2.
3. 4.
5.
DIPLOMA EN CIJFERLIJST
De rector reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een cijferlijst uit waarop, voor zover van toepassing, zijn vermeld: 1. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, 2. voor h.a.v.o. en v.w.o. het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk 3. voor m.a.v.o. het thema van het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk 4. de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding, 5. volgens welke differentiatie in het m.a.v.o. is geëxamineerd 6. de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede 7. de uitslag van het eindexamen. De rector reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat, daaronder mede begrepen de kandidaat die zijn eindexamen met gunstig gevolg heeft voltooid ten overstaan van de College voor Examens (CvE - voorheen staatsexamencommissie) een diploma uit, waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Voor de toepassing van het tweede lid worden met certificaten gelijkgesteld, certificaten als bedoeld in het Besluit Staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. 1978. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die tenminste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit. Voor de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend bij het eindexamen geldt het volgende: 1. De vakken algemene natuurwetenschappen en maatschappijleer waarvoor de kandidaat bij het examen v.w.o. is vrijgesteld op grond van het bezit van een h.a.v.o. diploma, worden niet vermeld op de cijferlijst; 2. Vakken waarvoor de kandidaat bij het examen v.w.o. is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen h.a.v.o. waarvan deze v.w.o. vakken deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde cijfer;
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 19
Andere vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend, worden vermeld op de cijferlijst, zonder vermelding van een cijfer 4. Indien het betreft het eindexamen m.a.v.o.: andere vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend, worden vermeld op de cijferlijst, zonder vermelding van een cijfer. 6. De rector en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten. De rector kan een Afdelingscoördinator schriftelijk mandateren de diploma's en de cijferlijsten namens hem te ondertekenen. De mandatering wordt op het diploma en op de cijferlijsten vermeld. Daarvoor wordt onder 'De rector.' vermeld: 'namens deze,'. Daarna volgt de handtekening van de gemandateerde, met de vermelding van zijn functie. 3.
ARTIKEL 34
DUPLICATEN EN AFGIFTE VERKLARINGEN
Duplicaten van afgegeven diploma’s, bewijzen van ontheffing en cijferlijsten worden niet verstrekt. 2. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door de DUO worden verstrekt. 1.
ARTIKEL 35
GEGEVENSVERSTREKKING
Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de definitieve uitslag stuurt het bevoegd gezag aan de DUO en aan de inspectie een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld: 1. voor h.a.v.o./v.w.o. het profiel of de profielen waarop het examen betrekking heeft; 2. de vakken waarin examen is afgelegd; 3. voor h.a.v.o./v.w.o. de cijfers van het schoolexamen, alsmede in voorkomend geval, het vak of de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft; 4. voor m.a.v.o. de cijfers van het schoolexamen voor de vakken die met een centraal examen zijn afgesloten.; 5. de cijfers van het centraal examen; 6. de eindcijfers; 7. de uitslag van het eindexamen.
AFDELING 5 ARTIKEL 36
OVERIGE BEPALINGEN AFWIJKING WIJZE VAN EXAMINEREN
De rector kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: 1. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, 2. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en 3. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder 2.1. genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een 1.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 20
kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: 1. het vak Nederlandse taal en literatuur; 2. het vak Nederlandse taal; 3. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. 5. Van elke afwijking op grond van het tweede lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
ARTIKEL 37
BEWAREN EXAMENWERK
Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijst, bedoeld in artikel 35, worden gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de rector, ter inzage voor belanghebbenden. 2. Een door de rector en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, bedoeld in artikel 35 wordt gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. 3. De rector draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. 4. Een kandidaat die voor een vak ten overstaan van de staatsexamencommissie centraal examen aflegt met geheime opgaven, kan omtrent zijn werk gedurende genoemde een periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij de voorzitter van die commissie. 1.
ARTIKEL 38 1.
2.
3.
4.
5.
SPREIDING VOLTOOIING EINDEXAMEN
Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, dat het eindexamen gespreid over twee opeenvolgende schooljaren wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd. Artikel 30,31 en 32, eerste tot en met vierde lid, zijn ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid eindexamen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het eindexamen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de cijfers van de centrale examens die zijn afgelegd in het eerste schooljaar van het gespreid eindexamen, zendt het bevoegd gezag aan de inspectie een lijst waarop voor die kandidaat de volgende gegevens zijn ver meld de gegevens, genoemd in artikel 35, onderdelen 1 tot en met 7. De rector en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 30,31 en 32.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 21
ARTIKEL 39
SLOTBEPALING
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector, met inachtneming van het examenbesluit.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 22
BIJLAGE 1 VRIJSTELLINGEN EN ONTHEFFINGEN VOOR VOORBEREIDEND HOGER ONDERWIJS V.W.O. EN H.A.V.O. VOLGENS ARTIKEL 26 E VAN HET INRICHTINGSBESLUIT W.V.O. 1.
2.
3.
4.
5.
Het bevoegd gezag van een school voor v.w.o. of h.a.v.o. kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. De leerling van een school voor v.w.o. die in het bezit is van het diploma h.a.v.o. is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de volgende vakken van het gemeenschappelijke deel: algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer en het vak culturele en kunstzinnige vorming. De leerling van een school voor v.w.o. die in het bezit is van het diploma h.a.v.o. en die examen heeft afgelegd in vakken op v.w.o. niveau, is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze vakken. Het bevoegd gezag van een school voor v.w.o. kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in de taal genoemd in artikel 26b, eerste lid, onder c (tweede moderne vreemde taal naast Engels uit gemeenschappelijke deel), in de volgende gevallen: 1. de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal; 2. de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal of de Friese taal; 3. De leerling volgt onderwijs in het profiel natuur en techniek of het profiel natuur en gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. Bij toepassing van het vierde lid, wordt de taal vervangen door een van de vakken of programmaonderdelen, genoemd in artikel 26b, derde tot en met zesde lid, of in het zevende lid, onder c of d (ander examenvak), met een normatieve studielast van tenminste 440 uren, ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag deze als zodanig aanbiedt.
Examenreglement 2014-2015 - Stichting de Vrije School Noord en Oost Nederland
pagina 23