Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17 Definitieve Versie – 23 mei 2016
Inleiding Het uitgangspunt dat we in Groningen met elkaar de bureaucratie in de jeugdhulp willen verminderen en ruimte willen geven voor de professional, geldt ook de verantwoording ervan. Het is immers niet de bedoeling om een nieuwe DBC-systematiek op te tuigen of om alle H- en Z-codes met de opslagen uit de voormalig AWBZ weer in een ander jasje te steken. Wij gaan er vanuit dat jeugdhulpaanbieders in Groningen in alle billijkheid en redelijkheid de hulp zullen declareren die zij leveren aan onze jeugdigen. Omdat we erop vertrouwen dat we dit met elkaar kunnen volhouden en samen binnen het beschikbare budget kunnen blijven, is deze notitie geschreven als uitwerking van de aanbesteding. Het zal een onderdeel zijn van de overeenkomst zodat elke contractpartner (met daaronder hangende jeugdhulpaanbieder/s) volgens dezelfde regels declareert. Zoals gezegd is deze notitie bedoeld als uitwerking van de aanbesteding. Hierin worden losse eindjes vastgeknoopt en biedt het praktische en noodzakelijke aanvullingen op het resultaat van de aanbesteding. Deze uitwerking, waarin we een aantal zaken formuleren, optimaliseren en formaliseren, geldt daarom ook voor alle contractpartners van de RIGG. De uitwerking is in samenwerking met de werkgroep jaarovergang opgesteld. Deze werkgroep is een willekeurige afspiegeling van contractpartners en heeft gediend als klankbord. Alle gemaakte werkafspraken worden hierna per contractpartner systematisch bijgehouden in een dossier.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
2
Inhoudsopgave: Inleiding ..................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave: ........................................................................................................ 3 1
Definitie van de beschreven en te declareren eenheden ................................ 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
2
Inspanningsgericht................................................................................................. 4 Outputgericht .......................................................................................................... 4 Per uur ..................................................................................................................... 4 Per keer (vervoer) ................................................................................................... 4 Per dagdeel ............................................................................................................. 4 Per etmaal ............................................................................................................... 4 Per etmaal verblijf/deeltijd verblijf (incl. behandeling) ......................................... 5 Groep ....................................................................................................................... 5 Default waarde ........................................................................................................ 5 Per traject .............................................................................................................. 5
Trajecten ............................................................................................................. 6 2.1 Reguliere trajecten ................................................................................................. 6 2.2 Integrale trajecten, samengestelde producten en clusters ................................. 7 2.3 Ernstige Enkelvoudige dyslexie (EED) ................................................................. 7 2.4 Specialistische GGZ ............................................................................................... 8 2.4.1 Specialistische GGZ diagnostiek versus de producten SGGZ............................ 8 2.5 Hoe om te gaan met de productkeuzes GBGGZ en SGGZ .................................. 9
3
Fte producten en inzet in de basisteams ........................................................ 12 3.1 Inzet producten per fte ......................................................................................... 12 3.2 Cliënt- en niet cliëntgebonden inzet in de basisteams (het oude 10% transformatiebudget)..................................................................................................... 12 3.3 Inzet product per plan .......................................................................................... 14
4 5
Declareren van directe en indirecte cliëntgebonden tijd en reistijd ............. 15 Overgang 2015 naar 2016 ................................................................................. 17 5.1 5.2 5.3
6
Doorlopende zorg bij niet gecontracteerde zorgaanbieders ............................. 17 Landelijk werkende instellingen .......................................................................... 17 Contracten............................................................................................................. 17
Overige issues .................................................................................................. 18 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Hoe zit het met de berekening van de btw .......................................................... 18 Gesloten jeugdhulp en bovenregionaal gecontracteerde jeugdhulp ................ 18 Melding einde zorg ............................................................................................... 18 Vergoeding Contractpartner fee .......................................................................... 18 Identificatieverificatie cliënt door Jeugdhulpaanbieder..................................... 19 Jeugdhulp met daaraan verbonden ‘geheime’ aspecten ................................... 19 Hardheidsclausule voor niet gecontracteerde aanbieders ................................ 20
7
Definitiebepaling berichtenverkeer ................................................................ 21
8
Aandachtspunten per product ........................................................................ 23
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
3
1
Definitie van de beschreven en te declareren eenheden
1.1
Inspanningsgericht
Uitvoering van zorg en ondersteuning waarbij een duidelijke afspraak tussen gemeente en jeugdhulpaanbieder bestaat over de levering van een specifiek product of een specifieke dienst in een afgesproken tijdseenheid.
1.2
Outputgericht
Uitvoering van zorg en ondersteuning waarbij alleen een duidelijke afspraak tussen gemeente en jeugdhulpaanbieder bestaat over het te behalen resultaat, ofwel ‘de output’. De manier waarop dit resultaat wordt behaald, is niet vastgelegd.
1.3
Per uur
Het systeem staat toe dat er in minuten wordt gedeclareerd, dit geldt dan ook voor de contractpartners. Het systeem is in staat om zelf de uurprijs die geboden is, te verrekenen naar minuten. Er treden slechts marginale afrondingsverschillen op.
1.4
Per keer (vervoer)
Bij de producten 42A01 ‘Vervoer regulier’ en 42A02 ‘Vervoer rolstoel’ betreft de declaratie eenheid een enkele reis.
1.5
Per dagdeel
Een dagdeel is 4 uur.
1.6
Per etmaal
Een etmaal is 24 uur, te rekenen vanaf het moment dat de jeugdhulp feitelijk aanvangt. Wanneer een kind op woensdagmiddag om 16.00 uur komt en vrijdag om 12 uur weer vertrekt, dan spreken we over twee etmalen. Wanneer het kind woensdagochtend om 11.00 uur komt en vrijdag om 16.00 uur weer vertrekt, dan praten we ook over twee etmalen. Wanneer een kind woensdagavond om 18.00 uur komt en de donderdagochtend om 11.00 uur weer vertrekt, spreken we over één etmaal. Het is niet de bedoeling dat de etmalen weer teruggerekend worden in halve etmalen of uren wanneer het etmaal iets minder of iets meer dan 24 uur duurt. Logeren duurt niet langer dan 72 uur aaneengesloten. Om te voorkomen dat tijdstippen exact geregistreerd moeten worden, spreken we de volgende regel af: een etmaal kan alleen worden geregistreerd wanneer een jeugdige de dag én de daarop volgende nacht aanwezig is geweest bij de jeugdhulpaanbieder. Of een nacht en de daaropvolgende dag. De dag van binnenkomst en de daarop volgende nacht gelden als één etmaal, of de nacht van binnenkomst en de daarop volgende dag. Het systeem accepteert alleen hele aantallen. Dus één, twee enz. Wanneer het langer wordt of een zeer structureel karakter krijgt dan spreken we van verblijf of deeltijd verblijf.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
4
1.7
Per etmaal verblijf/deeltijd verblijf (incl. behandeling)
Een etmaal is 24 uur, te rekenen vanaf het moment dat de jeugdhulp feitelijk aanvangt. Bij verblijfsdagen praten we over het verblijf van een jeugdige. Deeltijd verblijf is als product alleen aanbesteed als ‘…incl. behandeling’. Dit geldt wanneer jeugdigen ergens een deel van de week verblijven waar ze ook behandeling krijgen. Deeltijd verblijf zonder behandeling is het zorgproduct logeren. Zie verder de uitleg over een etmaal bij 1.6.
1.8
Groep
Wanneer meer dan één kind tegelijkertijd geholpen wordt, is er sprake van een groep. Een groep bevat gemiddeld vier tot acht (4-8) kinderen. De prijs voor groepsproducten is per kind. Wanneer er zes (6) jeugdigen in een groep jeugdhulp ontvangen, dan wordt 6x het product zoals bijv. jeugdhulp ambulant groep gedeclareerd op alle zes BSN nummers.
1.9
Default waarde
De default waarde is een standaard waarde die wordt gebruikt in keuzevelden als ‘vertrekpunt’. Een waarde die standaard gekozen wordt (of ingevuld is). Veelal kan de default waarde worden overschreven door een andere keuze.
1.10 Per traject Bij de trajecten is er een onderscheid in reguliere trajecten en integrale trajecten gemaakt. Trajecten worden achteraf bij einde zorgmelding gedeclareerd. Zie ook hoofdstuk 2 voor de uitgebreide toelichting op de trajecten. Er zijn reguliere trajecten, integrale trajecten, samengestelde producten en clusters van producten:
Reguliere trajecten: al bestaande trajecten, zoals de GBGGZ trajecten en de JB/JR trajecten
Integrale trajecten: met elkaar samenhangende domein-overstijgende producten, die in gemeenschappelijkheid worden ingezet door meerdere aanbieders
Samengestelde producten: geïntegreerd aanbod ten behoeve van een specifieke doelgroep, door één aanbieder
Cluster: aanbod met gemeenschappelijk kenmerken/ doelgroep dat nog niet in samenhang is aangeboden.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
5
2
Trajecten
2.1
Reguliere trajecten
Een traject bevat een gemiddeld aantal uren waarbinnen de jeugdige geholpen wordt. Deze trajecten worden helemaal of helemaal niet betaald. Dat wil zeggen, wanneer een jeugdhulpaanbieder declareert dan wordt de prijs van het traject betaald, ongeacht of het traject iets langer of korter duurt dan gemiddeld. Wanneer een aanbieder opvallend veel situaties heeft waarbij een jeugdige wordt aangemeld en na alleen een intake of twee contacten niet op zijn/haar plek blijkt te zijn, dan zullen we in de loop van 2016 (na de zomer) in de voortgangsgesprekken hierover spreken en tot een oplossing komen. De reguliere trajecten zijn: - 51A00 Generalistische Basis GGZ behandeling kort; - 51A01 Generalistische Basis GGZ behandeling middel; - 51A03 Generalistische Basis GGZ behandeling intensief; - 47A01 Jeugdreclassering; - 47A03 Gedragsbeïnvloedende maatregel; - 47A04 Intensieve trajectbegeleiding CRIEM; - 47A05 ITB Harde kern; - 47A06 Samenloop; - 47A07 STP Training en scholingsprogramma; - 48A01 Ondertoezichtstelling jaar 1; - 48A02 Ondertoezichtstelling jaar 2 en verder; - 48A03 Voogdij. 2.1.1 Specifiek voor de producten 51A00-51A03, de GBGGZ Voor deze producten geldt dat wanneer het gemiddelde aantal gesprekken (uur) significant afwijkt van het aantal dat omschreven staat in het productenboek, dat er dan een niet-passend product is aangevraagd of toegewezen. Bijvoorbeeld als product 51A01 Generalistische Basis GGZ behandeling middel is toegewezen, maar er blijkt na 4 uur al een gewenst resultaat te zijn bereikt. Dan blijkt het product Generalistische Basis GGZ behandeling kort passender te zijn bij de hulpvraag. Wat te doen wanneer er een verkeerd product is aangevraagd en een jeugdige significant meer of minder hulp nodig heeft dan van tevoren ingeschat? Dan moet er een nieuw product worden aangevraagd. Als er bijvoorbeeld ‘middel’ is toegekend en het blijkt toch ‘kort’ te zijn, dan moet de behandelende jeugdhulpaanbieder een nieuw product aanvragen. Wanneer er ‘middel’ is toegekend en het wordt toch intensief, dan moet er ook een nieuw product worden aangevraagd. Om te voorkomen dat bij een verwijzing door de huisarts of in het basisteam bij aanvang vaak een onjuist product wordt gekozen, stellen we een werkwijze voor die in hoofdstuk 2.6 onder het kopje ‘Hoe om te gaan met productcodes en verwijzingen in de GGZ’ beschreven wordt.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
6
2.2
Integrale trajecten, samengestelde producten en clusters
Elk traject dat start wordt middels de gemiddelde trajectprijs, zoals in de aanbesteding geoffreerd, gedeclareerd. Aanbieders zullen intern de waarde van de jeugdhulp die binnen het traject geleverd wordt bijhouden en in het voortgangsgesprek na de zomer zullen we de balans opmaken of de waarde van de geleverde hulp overeenkomt met de gedeclareerde trajecten. Wanneer blijkt dat dit significant minder is dan wat er gedeclareerd is, dan zullen we dat met de aanbieder verrekenen. Op deze manier kunnen we met elkaar leren of deze trajectvormen werken zonder tussentijds een enorme administratie op te tuigen. Het is mogelijk dat een traject door een verhuizing bijvoorbeeld wordt afgebroken. Een andere reden kan zijn dat vooraf niet goed ingeschat is of het traject bij de hulpvraag past of een jeugdige breekt om onbekende reden een traject af. We spreken af dat de jeugdhulpaanbieder binnen het traject ook de gemaakte kosten/uren registreert zodat we gezamenlijk de balans kunnen opmaken en eventueel teveel betaalde trajecten kunnen verrekenen. De integrale trajecten zijn: - 50G02 Jeugdhulp Autisme; - 50G03 Jeugdige met een psychische/psychosociale ondersteuningsvraag en gezins/systeemproblematiek; - 50G04 IT Ambulante Spoedhulp; - 50G05 Toegang en coördinatie van crisishulp; - 50G06 IT Vroegsignalering bij ontwikkelingsproblemen jonge kinderen; - 50G07 FACT Jeugd; - 50G08 Traject zorgmijders; - 50G09 Traject dagbehandeling jonge en schoolgaande kinderen; - 50G10 Traject vervangende opvoedomgeving; - 50G11 Integrale ondersteuning jonge moeders tot 18 jaar bij onbedoelde zwangerschap; - 50G12 Ondersteuningstraject voor kinderen met (ernstige) verstandelijke, meervoudige beperkingen; - 50G13 Orthopsychiatrische poli voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking; - 50G15 Woontraining en begeleidingstraject jeugdigen LVB met hardnekkige gedragsproblemen; - 50G17 Cluster Ondersteuning kinderen bij complexe (echt) scheiding van ouders; - 50G18 Cluster (dreigende) thuiszitters weer naar school; - 50G19 Cluster Trauma. - 50G22 Terug naar de basis.
2.3
Ernstige Enkelvoudige dyslexie (EED)
In de productomschrijving van EED gaat het om diagnostiek en behandeling in één. EED aanbieders die gecontracteerd zijn hebben aangegeven volgens het convenant dyslexie te werken. D.w.z.: - School checkt of leerling voldoet aan instroom criteria EED en maakt hier een dossier van aan - Indien leerling voldoet aan criteria wordt via basisteam zorgtoewijzing aangevraagd - Jeugdhulpaanbieder screent aangeleverde dossier en indien voldaan wordt aan de criteria wordt de hulpverlening ingezet. Inzet van EED volgens het convenant is mogelijk tot voorbij Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
7
de leeftijd van 12 jaar en op het Voortgezet Onderwijs (V.O.) als: 1) De toewijzing volgens het convenant heeft plaatsgevonden op het Primaire Onderwijs (P.O.) 2) Alle betrokken partijen (jeugdigen, ouders, school en jeugdhulpaanbieders) hiervan het nut onderkennen en daarvan blijk geven in de praktijk. Screening is onderdeel van het convenant en het traject. Voor dit gehele onderdeel wordt product 52G05 ingezet. Wanneer de aanbieder constateert dat een kind toch geen EED traject nodig blijkt te hebben, kan hij de ingezette uren declareren op het product diagnostiek (52G00 Specialistische GGZ diagnostiek). Er wordt tevens een einde zorg melding voor het afgebroken traject ingediend. Het gaat hierbij om het volgende product. - 52G05 Ernstige Enkelvoudige Dyslexie
2.4
Specialistische GGZ
Bij de SGGZ geldt dat de maximale toekenning altijd net onder de bovengrens ligt van het product dat gekozen wordt. Kiest het basisteam voor ‘SGGZ 25-50u’ (25 tot 50 uur), dan ligt het maximaal aantal jeugdhulp-uren net onder de 50 uur (49u en 59m). Wanneer er meer hulp nodig is dan het maximum binnen de toekenning, dan moet de jeugdhulpaanbieder in overleg met het basisteam een nieuwe toekenning vragen. Wanneer er minder uren besteed worden, dan wordt er minder gedeclareerd. Wanneer het product - bijvoorbeeld de 25-50u - dan niet meer passend is, omdat er maar 20 uur wordt besteed, dan hoeft er geen nieuwe toekenning aangevraagd te worden. Er kan dan binnen het huidige product minder uren gedeclareerd worden met het tarief dat bij het initieel toegekende product hoort. Er mag wel een passend korter product aangevraagd worden 0-25u wanneer de jeugdhulpaanbieder dit wenst. Een reden hiervan kan zijn dat de uurtarieven van de verschillende tijdplakken uiteen liggen. NB Bij de BGGZ producten doen we dit niet omdat we hier trajectprijzen hebben, het is dan niet traceerbaar wanneer er eigenlijk minder uren besteed zijn. 2.4.1 Specialistische GGZ diagnostiek versus de producten SGGZ Wanneer er in het diagnostiekproduct besloten wordt tot Specialistische GGZ (SGGZ) behandeling, dan zal dezelfde jeugdhulpaanbieder deze behandeling doen. Bij hoge uitzondering, of met goede reden zoals het feit dat een andere aanbieder hier beter in is, mag een jeugdhulpaanbieder een jeugdige (via de Toegang!) naar een andere aanbieder verwijzen voor de behandeling. Wanneer er een jeugdige binnenkomt en het is duidelijk dat er een SGGZ product ingezet gaat worden, dan wordt er niet apart diagnostiek aangevraagd om vervolgens de diagnostiek af te ronden en met een behandeling te starten. Het gaat immers om een uur-prijs bij alle SGGZ producten, dus waarbinnen je declareert maakt niet uit. Diagnostiek is een product dat we als uitval gebruiken wanneer er geen behandeling uit voortkomt. Dit vraagt dan om een toekenning in het product diagnostiek. Over hoe om te gaan met het aanvragen van producten staat in paragraaf 2.6. Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
8
Bij product ‘SGGZ extra lang’ kan de jeugdhulpaanbieder zoveel uren declareren (in principe met een maximum van 300 uur1) als nodig is voor de hulp van de jeugdige, binnen de toegekende periode. Voor aanbieders die meer dan 300 uur nodig hebben in verband met zeer complexe casuïstiek kan een uitzondering gemaakt worden op het maximum. Dit zal dan door middel van een onderbouwing aan desbetreffende gemeente waar de jeugdige vandaan komt kenbaar gemaakt worden. Dit zijn de producten: - 52G00 Specialistische GGZ diagnostiek - 52G01 Specialistische GGZ behandeling kort - 52G02 Specialistische GGZ behandeling middel - 52G03 Specialistische GGZ behandeling lang - 52G04 Specialistische GGZ behandeling extra lang
2.5
Hoe om te gaan met de productkeuzes GBGGZ en SGGZ
Het gaat hierbij om de volgende producten. - 51A00 Generalistische Basis GGZ behandeling kort; - 51A01 Generalistische Basis GGZ behandeling middel; - 51A03 Generalistische Basis GGZ behandeling intensief; - 51A03 Generalistische Basis GGZ behandeling chronisch; - 52G00 Specialistische GGZ diagnostiek; - 52G01 Specialistische GGZ behandeling kort; - 52G02 Specialistische GGZ behandeling middel; - 52G03 Specialistische GGZ behandeling lang; - 52G04 Specialistische GGZ behandeling extra lang. Route aanmelding huisarts Een huisarts meldt aan met algemene gegevens, aanmeldingsreden en de hulpvraag. Dus op de voor hen gebruikelijke wijze. We vragen hen niet om al een productkeuze te maken. De jeugdhulpaanbieder doet screening/triage/intake en doet vervolgens een voorstel voor een productkeuze en vraagt bij de betreffende gemeente een toewijzing aan in het systeem. Indien er inhoudelijke vragen zijn over de productkeuze, kan de gemeente/het basisteam contact opnemen met de jeugdhulpaanbieder om te overleggen (mits ouders daar toestemming voor geven). Gemeenten moeten zich daarbij realiseren dat ze een verwijzing met terugwerkende kracht krijgen en dat de aanvangsdatum dus in het verleden ligt. Dat komt omdat er eerst een (aantal) gesprek(ken) nodig is/zijn om een goed product te kunnen inzetten. Aanvangsdatum ligt daarom in de regel tussen de verwijzing en de werkelijke start van de zorg. Route aanmelding via gemeentelijke basisteam De backoffice van een gemeente zorgt voor een toewijzing in de Suite4Jeugdzorg (S4JZ) aan de jeugdhulpaanbieder (via de Contractpartner) met een passende productcode die door de casusregisseur is vastgesteld, voorzien van een juiste omvang en binnen een bepaalde periode. Het systeem vraagt om een verwijzing te doen met een specifieke productcode.
1
De maximum-tijdplak zoals gehanteerd werd in de DBC systematiek.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
9
In sommige situaties blijkt het echter lastig om in het verwijsstadium het meest passende product te kiezen, daarom de volgende route die gemeenten kunnen volgen. Stappenplan inzet spoed/crisishulp2: 1. Het basisteam/casusregisseur, of buiten kantoortijden het (telefonische) loket Spoed voor jeugd, heeft op basis van een analyse de inschatting gemaakt dat er crisishulp ingezet dient te worden en meldt cliënt rechtstreeks aan bij gecontracteerde jeugdhulpaanbieder met spoed/crisishulpproducten. 2. De jeugdhulpaanbieder maakt de inschatting welke jeugdhulp passend is en start met het verlenen van jeugdhulp. 3. Aanbieder licht binnen 5 werkdagen de frontoffice3 van de gemeente in over de aard van het ingezette product. 4. Frontoffice informeert de backoffice welke toewijzing er naar de aanbieder gestuurd kan worden. 5. Frontoffice denkt tevens mee met jeugdhulpaanbieder voor het vervolg na de inzet van de crisisjeugdhulp (na 4-6 weken).
Stappenplan inzet jeugdhulp (geen crisis/spoed) 1) Casusregisseur wil naar aanleiding van de vraaganalyse jeugdhulp inzetten a) Hij/zij kijkt in het productenboek naar de meeste passende ondersteuningsvorm en b) kiest voor de jeugdhulpaanbieder die dit product kan leveren, c) hij/zij checkt de voorgenomen keuze zo nodig bij aanbieder en doet eventueel navraag naar eventuele wachtlijsten of alternatieven[1]. 2) Casusregisseur maakt een keuze voor een product en aanbieder a) Indien product passend is: ga verder met stap 3 b) Indien er helderheid is over aanbieder, maar er is nog onvoldoende informatie aanwezig om een juiste productcode te kiezen, kan de volgende route worden gevolgd: i. De casusregisseur verwijst de jeugdige naar de aanbieder en doet een voorstel voor een voorlopige product en productcode uit het productenboek (NB: Dit gaat niet via het berichtenverkeer, maar op een andere, maar wel veilige, wijze, en niet via onbeveiligde e-mail) ii. De jeugdhulpaanbieder doet een screening/triage/intake, geeft een advies welke inzet er nodig is, evenals de ingeschatte duur en omvang en vraagt bij de 2
Ernstige disbalans draaglast en draagkracht/opvoedingsnood/dreigende uithuisplaatsing/psychiatrische crisis dan wel acute zorgen over de veiligheid. 3 Dit is een inhoudelijke overweging. Zodat de frontoffice te alle tijden geïnformeerd is over ingezette crisis/spoedhulp. Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
10
iii. iv.
betreffende gemeente een zorgtoewijzing aan. Vanuit de gemeente wordt dit verzoek bekeken en waar mogelijk geaccordeerd via een definitieve zorgtoewijzing. Indien er inhoudelijke vragen zijn over de productkeuze/advies vanuit de jeugdhulpaanbieder of vanuit de gemeente, dan wordt door een van beide contact gezocht.
3) Casusregisseur doet (bij voorkeur) via het ‘invulformulier zorgtoewijzing’ een melding bij de gemandateerde professional van het basisteam. Deze kent de gevraagde zorg formeel toe. Let op: indien er sprake is van cliënten met een geheime verblijfplaats dan wel cliënten die volgens de Jeugdwet (artikel 7.3.4) het recht hebben om hun ouders informatie over de ingezette Jeugdhulp te onthouden: zie paragraaf 6.6. 4) Casusregisseur zorgt (in afstemming met jeugdige/ouders) voor een persoonlijke, tijdige en volledige schriftelijke overdracht naar de betrokken jeugdhulpaanbieder en levert daarbij de volgende gegevens aan: i. volledige contactgegevens jeugdige, gezagsdragers en casusregisseur ii. aard en omvang jeugdhulp iii. uitkomsten van de vraagverheldering (krachten en zorgen jeugdige, gezin en netwerk), iv. de inschatting van de ondersteuningsbehoefte jeugdige en gezinssysteem/ netwerk en v. aanmeldingsreden en hulpvraag vi. eventuele tot dan toe geleverde inzet van jeugdhulp (periode, contactpersoon en resultaat) vii. gewenste jeugdhulpaanbieder die de zorg uitvoert De gegevens worden bij voorkeur verwerkt in het familiegroepsplan (bij afwezigheid van een familiegroepsplan of handelingsplan, kan ook het invulformulier zorgtoewijzing gebruikt worden). Vanwege de privacy-gevoeligheid dienen de gegevens vertrouwelijk te worden verzonden. 5) Backoffice zorg voor vastlegging van de toewijzing in de Suite4Jeugdzorg (S4JZ).
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
11
3
Fte producten en inzet in de basisteams
3.1
Inzet producten per fte
Een aantal producten zijn uitgevraagd in fte en zullen ook afgerekend worden in fte. De inzet van product 50G20 (expertpool) wordt geregeld door de leidinggevende van de expertpool. De leidinggevende van de expertpool controleert en accordeert ook de inzet en de facturen. De inzet van product 50G23 (Inzet gedragswetenschappelijke kennis t.b.v. Inhoudelijke ondersteuning van basisteams) is aan gemeenten zelf. Gemeenten kunnen zelf afspraken met jeugdhulpaanbieders maken, maar er bestaat wel een maximum per gemeente dat redelijk is. We verwachten van aanbieders dat zij ook zorgvuldig afwegen hoe deze medewerkers ingezet worden in de basisteams. De inzet van de gedragswetenschappers in de basisteams is niet-cliëntgebonden en ook geen directe jeugdhulp, maar is ter ondersteuning van de professionals in de basisteams. Om deze reden hoeft er geen registratie van de uren per cliënt plaats te vinden. Deze inzet wordt door de jeugdhulpaanbieder vooralsnog maandelijks aan de RIGG gedeclareerd op basis van de omvang van de (fte) inzet in de basisteams. De RIGG controleert deze facturen met de gemeente waar de fte inzet is geleverd. Let op! Bij dit product geldt, dat de productomschrijving goed gevolgd moet worden. Gedragswetenschappers die in de basisteams werken en andere activiteiten uitvoeren (zoals het leveren van daadwerkelijke jeugdhulp of gewoon meedraaien in het team) mogen niet op dit product gedeclareerd worden. De producten waar het hierom gaat zijn: - 50G20 Expertpool - 50G23 Inzet gedragswetenschappelijke kennis t.b.v. Inhoudelijke ondersteuning van basisteams. (oude product 81). 3.2
Cliënt- en niet cliëntgebonden inzet in de basisteams (het oude 10% transformatiebudget)
In de aanbesteding is de mogelijkheid geboden om ambulante producten en begeleiding in de basisteams uit te voeren. Dit betreft de producten4: - 45A04 Jeugdhulp ambulant regulier - 45A51 Jeugdhulp ambulant regulier gezin/systeem - 45A53 Jeugdhulp ambulant specialistisch individueel - 45A56 Jeugdhulp ambulant specialistisch gezin/systeem - 51A00 Generalistische basis GGZ kort
4
We kunnen ons voorstellen dat er ook andere producten verplaatsen naar de basisteams wanneer dat om praktische of inhoudelijke reden beter is, maar die producten dienen volgens de suite4jeugdzorg via de reguliere route toegewezen en gedeclareerd te worden. Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
12
Deze producten (op product 51A00 na) zijn in uren uitgevraagd en gegund. Bij de implementatie van deze producten na de aanbesteding is verwarring ontstaan. Zowel bij de basisteams als bij de aanbieders van jeugdhulp. De verwarring is dat veel betrokkenen er vanuit gingen dat deze producten op fte basis in de basisteams konden worden ingezet, zonder dat hiervoor op individueel niveau tijd bijgehouden werd. Dit is niet het geval en zo is het ook niet aangeboden door de aanbieders in de gunningsfase. Alle ambulante hulp van aanbieders kan in principe alleen op basis van uren worden ingezet en dient te worden geregistreerd op cliëntniveau en op basis van deze registratie te worden gefactureerd via de Suite4jeugd. De reden hiervoor is dat in verband met een zorgvuldige monitoring, registratie van inzet op cliënten ook in de basisteams noodzakelijk en gewenst is5. Het probleem dat ontstaan is, is dat in de praktijk bij inzet van hulpverleners in de basisteams de niet-cliënt gebonden hulp die wel door gemeenten wordt gevraagd, niet kan worden geregistreerd of gefactureerd op de jeugdhulpproducten. Een groot deel van de 23 Groninger gemeenten maakt namelijk afspraken over inzet in de basisteams op fte basis en niet op uur-basis. De cliëntgebonden tijd heel secuur en declarabel registreren is bovendien tijdrovend omdat er niet strak met verwijzing wordt gewerkt, maar ook vaak laagdrempelig hulp wordt verleend. Daardoor is het exacte aantal uren/minuten per BSN-niveau registeren voor een deel van de aanbieders en gemeenten niet wenselijk. Na uitgebreid overleg en een zoektocht naar een eenvoudige oplossing voor zowel aanbieders als gemeenten, maar toch met enige vorm van registratie, lossen we dit probleem op de volgende manier op: De aanbieders maken afspraken met de gemeenten (die dat als zodanig wensen) over de omvang en de inhoud van de inzet in de basisteams. Op het moment dat er vanuit het basisteam jeugdhulp wordt verleend, wordt de casus geregistreerd in de Suite4Jeugdzorg (S4JZ) en voorzien van een melding aanvang zorg door de backoffice van de gemeente. Daarbij vervult het betrokken basisteam de rol van Contractpartner, onder de beperking dat er hierover geen landelijke berichten worden uitgewisseld. De gegevens worden slechts vastgelegd in de S4JZ en blijven daar. Indien de hulp aan een cliënt wordt beëindigd, wordt door de backoffice van de gemeenten een ‘einde zorg’ bericht in het systeem afgegeven. Daarmee wordt elke casus enkel geregistreerd met een ‘start zorg’ en ‘einde zorg’ melding via de S4JZ, zodat de kerngegevens van de jeugdige in elk geval geregistreerd zijn. De verantwoordelijkheid van deze registratie ligt bij de gemeenten. Facturatie van de inzet van de professionals, die worden ingezet via bovengenoemde werkwijze, vindt daarna buiten het systeem (S4JZ) plaats. De jeugdhulpaanbieders factureren (via de contractpartner) maandelijks de inzet van de professionals op basis van de omvang van de inzet. Om tegemoet te komen aan de vanzelfsprekende wens van jeugdhulpaanbieders om ook de nietcliëntgebonden inzet die door de gemeente gevraagd wordt te kunnen factureren, spreken we met de jeugdhulpaanbieder een maximum van 1200u declarabel af per werknemer (bij fulltime inzet) tegen de prijs van het product dat deze professional hoofdzakelijk levert. 5
De verwachting is dat minimaal 60% van de jeugdigen in hulp in deze basisteams gezien en/of geholpen wordt en met het niet registreren van deze jeugdigen verliezen we een groot stuk monitoringsinformatie. Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
13
Dit betekent twee mogelijkheden om werknemers in basisteams te kunnen declareren: 1. De werknemer houdt bij op Groninger productcodes6 en declareert gewoon via het berichtenverkeer en de S4JZ. 2. De aanbieder heeft voor de werknemer een fte afspraak gemaakt met de RIGG. Deze werknemer wordt dan gefactureerd tegen de geoffreerde prijs in de aanbesteding op het product7 wat deze werknemer het meest levert. Bij een volle fte rekenen we met 1200u op jaarbasis, dus 100u declarabel per maand, bij een halve fte rekenen we met 600u op jaarbasis, dus 50u per maand, enz. Deze wijze van ‘fte-inzet’ facturatie kent een eigen procesbeschrijving.
3.3
Inzet product per plan
Diverse aanbieders hebben op dit product hun specifieke trainingen aangeboden. Deze zullen beschikbaar worden gesteld aan de basisteams en op de site van de RIGG worden geplaatst. Dit product heeft geen betrekking op jeugdhulp die wordt verleend aan een persoon en is daardoor niet vrijgesteld van btw. Dit product moet gefactureerd worden inclusief btw. Product waar het om gaat: - 50G21 Specifieke deskundigheidsbevordering (82)
6
Het zal waarschijnlijk met de specialistische GGZ producten kunnen voorkomen dat deze om goede reden in het basisteam uitgevoerd worden. Deze producten dienen via het systeem met een toewijzings- en een declaratiebericht via de betrokken Contractpartner gedeclareerd te worden. 7 Met dien verstande dat er maar een aantal producten, zoals in deze uitwerking beschreven, in aanmerking komen voor zo’n fte prijs. Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
14
4
Declareren van directe en indirecte cliëntgebonden tijd en reistijd
In de Nota van Inlichtingen (Concept NVI Bestek – 20151029.41, vraag 49 en vraag 365) zijn vragen gesteld over welke elementen in de prijs van een uur jeugdhulp verdisconteerd dienden te worden. Het antwoord op die vraag is door een deel van de aanbieders anders geïnterpreteerd dan oorspronkelijk is bedoeld. De bedoeling was dat er een integrale prijs geboden werd, waarbij in een cliënt-contact-uur alle overige kosten meegenomen werden. In de oude DBC systematiek werden indirecte uren en reistijd ook gedeclareerd, dus er zijn jeugdhulpaanbieders die op die manier geboden hebben. De aanbieders die, op een andere manier dan door de RIGG bedoeld, een prijs geboden hebben zonder de indirecte tijd en reistijd erin te verdisconteren, mogen deze overige tijd declareren. De aanbieders die wel een inclusieve prijs hebben geboden declareren enkel de directe jeugdhulp die ze leveren. De gemeenten zal informatie verstrekt worden welke tariefvorm door de aanbieders wordt gehanteerd. We spreken dan de volgende regels af: Direct cliëntgebonden tijd Dit is de tijd waarin een behandelaar, in het kader van de behandeling of begeleiding, contact heeft met de jeugdige of met familieleden, gezinsleden, ouders, partner of andere naasten (het systeem) van de jeugdige. Onder direct cliëntgebonden tijd vallen: - Face-to-face contact; - Telefonisch contact; - Elektronisch contact via e-mail of internet (chatten, Skype etc.). Indirect cliëntgebonden tijd Dit is tijd die de behandelaar besteedt aan zaken rondom een contactmoment (de direct cliëntgebonden tijd), maar waarbij de cliënt (of het systeem van de cliënt) zelf niet aanwezig is. Voorbeelden van indirect cliëntgebonden tijd zijn: - Het voorbereiden van een activiteit (bijvoorbeeld van een sessie psychotherapie); - Verslaglegging in het kader van de activiteit (bijvoorbeeld psychiatrisch onderzoek); - Overleg met scholen en overige derden (buiten de jeugdhulpaanbieder). Reistijd De reistijd die gemaakt wordt in het kader van directe cliëntgebonden activiteiten mag gedeclareerd worden. De volgende regels hanteren we daarbij: - Er mag reistijd geschreven worden wanneer er van en naar een cliënt gereisd wordt, waarbij het maximale te declareren traject de afstand betreft tussen de locatie van de jeugdhulpaanbieder en de locatie van de cliënt. Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
15
-
Er mag reistijd geschreven worden als er tussen cliënten gereisd wordt. Wanneer er tussen locaties of binnen de organisatie reistijd wordt gemaakt dan mag dit niet gedeclareerd worden.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
16
5
Overgang 2015 naar 2016
5.1
Doorlopende zorg bij niet gecontracteerde zorgaanbieders
De niet gecontracteerde aanbieders hebben, afhankelijk van het aantal cliënten en het type zorg, drie tot zes maanden de tijd om de zorg af te ronden of over te dragen aan een gecontracteerde aanbieder. Dit is enkel van toepassing op aanbieders die één of enkele cliënten in behandeling hebben. Er wordt per casus contact gezocht met de RIGG om afspraken te maken. Dit is tot in detail uitgezocht en we weten om welke jeugdige en welke aanbieders het gaat.
5.2
Landelijk werkende instellingen
De VNG heeft met de landelijk werkende instellingen (LWI’s) afspraken tot maximaal drie jaar gemaakt (tot eind 2017). De LWI’s waar Groninger kinderen in zorg zijn, worden opgenomen in de systemen van de gemeenten met het doel alle cliënten inzichtelijk te krijgen. De facturatiesstroom loopt via de RIGG. Bij de LWI’s hanteren we een ‘piep systeem’. Als een LWI zich meldt of een factuur indient, wordt deze LWI opgevoerd in de S4JZ én krijgt toegang tot het BZG. De LWI dient vervolgens via het BZG de relevante VT’s in te dienen bij de desbetreffende gemeente(n). Zorg door LWI’s blijft gedurende het VNG-contract gecodeerd met de zogenaamde L-codes (code met vijf posities die start met een ‘L’ en wordt gevolgd door 4 cijfers, t.b.v. het landelijke berichtenverkeer)
5.3
Contracten
Juridisch is het zo dat bij het aflopen van de Alcatel termijn en daarmee het definitief maken van de aanbesteding, er ‘automatisch’ een contract is met de inschrijvende partijen waarbij alle aanbestedingsdocumenten onderdeel zijn van de gemaakte afspraken. Gezien het feit dat dit voor de gecontracteerde partijen onduidelijk bleek te zijn, is er vanuit de RIGG een overzicht gemaakt van de rollen, taken, afspraken en verantwoordelijkheden zoals die in de aanbestedingsstukken staan. Daarnaast worden die afspraken aangevuld met deze uitwerking van de aanbesteding.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
17
6
Overige issues
6.1
Hoe zit het met de berekening van de btw
De geleverde zorg is btw-vrij. Ook de werkzaamheden voor de expertpool en de inzet van gedragswetenschappers in de basisteams zijn vrijgesteld van btw. De vergoeding voor de administratieve afhandeling, het vaste deel van het contract, is geen zorg en daarom wel btw-plichtig. Over het vaste deel dient dus 21% btw betaald te worden. De contractpartners hebben in de aanbesteding ook een prijs moeten aanleveren inclusief btw. Hetzelfde geldt voor het product 50G21 Specifiek deskundigheidsbevordering (zie paragraaf 3.3). Ook de producten voor vervoer (42A01 en 42A02) zijn btw-plichtig. De geoffreerde prijzen zijn inclusief btw. We zullen nog met een nadere uitwerking komen voor de administratieve verwerking van de btw. NB Het is nog niet duidelijk of de systemen de declaraties voor vervoer inclusief btw kunnen verwerken.
6.2
Gesloten jeugdhulp en bovenregionaal gecontracteerde jeugdhulp
De aanbieders die gesloten jeugdhulp leveren en bovenregionaal gecontracteerde jeugdhulp worden elk individueel opgenomen in het centrale registratiesysteem van de gemeenten (S4JZ). De desbetreffende aanbieders dienen het reguliere proces te doorlopen voor de registratie van de cliënten. Indien er aparte financieringsafspraken zijn gemaakt, zoals bij Het Poortje en de meeste bovenregionale specialistische hulp, verloopt de financieringsstroom buiten de reguliere betalingssystemen om.
6.3
Melding einde zorg
De jeugdhulpaanbieder meldt einde zorg uiterlijk wanneer een jeugdige 6 maanden niet ‘gezien’ is of zoveel te eerder als bekend. Een melding einde zorg kan nooit later zijn dan de einddatum van de afgegeven toekenning voor jeugdhulp.
6.4
Vergoeding Contractpartner fee
Een Contractpartner krijgt een vaste vergoeding voor elke cliënt die in het jaar jeugdhulp krijgt. De RIGG geeft die vergoeding pas als de contractpartner een zorgtoewijzing heeft voor de ondersteuning van die cliënt. Per cliënt wordt slechts eenmaal een vergoeding betaald aan een contractpartner. Als de cliënt uiteindelijk niet komt opdagen (no-show) om jeugdhulp te ontvangen blijft het recht op de fee bestaan; tot op zekere hoogte. Als bij een contractpartner het aantal no-shows hoog oploopt wordt het een onderwerp voor overleg met de RIGG. De contractpartner-fee is niet vrijgesteld van btw. De contractpartner stuurt maandelijks een factuur inclusief btw met als bijlage een overzicht van de nieuwe cliënten (format beschikbaar). Op dat overzicht staan de BSN-nummers van de cliënten ter controle. Daarom is aanlevering via het beveiligde BZG portaal verplicht.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
18
6.5
Identificatieverificatie cliënt door Jeugdhulpaanbieder
Er bestaat een plicht om de identiteit van een cliënt vast te stellen, opdat er zeker wordt gewerkt met het in de administratie (verplichte!) BSN. De manier waarop dit gebeurt, hangt af van de vraag of een behandelrelatie net aanvangt of dat deze wordt vervolgd. Jeugdhulpaanbieders zijn derhalve verplicht om te werken met het BSN-nummer, waarvan is geverifieerd dat het juist is (lees: ‘toebehoort aan de persoon aan wie de hulp wordt geboden’). De factsheet ‘Identificatie en opvragen BSN’ beschrijft wat te doen in onderstaande gevallen: Problemen met het wettelijk identiteitsdocument Cliënt is jonger dan 14 jaar en heeft geen eigen identiteitsdocument Cliënt is niet in persoon aanwezig Cliënt heeft (tijdelijk) geen BSN Identificatie middels wettelijk identiteitsdocument en/of verificatie van BSN is tijdelijk niet mogelijk In dergelijke gevallen mag het BSN van de cliënt niet worden gebruikt in de gegevensuitwisseling en dus ook niet in het declaratieverkeer. In dat geval moeten de medische gegevens aan de hand van alternatieve persoonsgegevens (geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, postcode en huisnummer van het woonadres) worden vastgelegd in de administratie van de jeugdhulpaanbieder. Kijkend naar het landelijke berichtenverkeer heeft dit overigens tot gevolg dat er geen JW301zorgtoewijzing kan worden verstuurd door een gemeente aan de jeugdhulpaanbieder. (Hierin is het gebruik van een BSN immers verplicht). Daarmee komt niet alleen de formele zorgtoekenning niet tot stand, er kan ook niet worden gedeclareerd via het landelijke berichtenverkeer (en dus niet worden betaald op JW303). In zo’n geval kan cliënt/ouder(s) ervoor kiezen de geboden hulp zelf te betalen. Ook zou (na overleg) een gemeente kunnen besluiten de hulp niet te ‘bestellen’ via het landelijke berichtenverkeer en daarmee ook niet zodanig gedeclareerd te krijgen. Betaling ervan geschiedt dan niet via de RIGG maar direct door een gemeente zelf.
6.6
Jeugdhulp met daaraan verbonden ‘geheime’ aspecten
Rondom individuele jeugdhulp kunnen er diverse aspecten spelen die geheim dienen te blijven. Denk aan verblijfplaats van een jeugdige, de vorm van de geboden hulp, de Jeugdhulpaanbieder, het BSNnummer, etc. In alle dergelijke gevallen is het devies om dergelijke hulp NIET toe te vertrouwen aan het landelijke berichtenverkeer, maar een papieren route te volgen. Die route mag best verlopen via elektronische hulpmiddelen, maar dan wel veilig, zoals via het BZG. Aangetekende post mag ook.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
19
6.7
Hardheidsclausule voor niet gecontracteerde aanbieders
Jeugdhulp wordt enkel geleverd door gecontracteerde jeugdhulpaanbieders. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, kan daar een uitzondering voor worden gemaakt, namelijk: 1) Wanneer het een pleegzorgkind betreft, dat op zodanige afstand van de provincie Groningen woont dat het redelijkerwijs niet mogelijk is dat een gecontracteerde partij de benodigde jeugdhulp efficiënt kan leveren. 2) Wanneer het aanbod van de gecontracteerde jeugdhulp (ook bovenregionaal en LWI) niet passend is bij de hulpvraag: i.
Er is met behulp van de expertpool uitgebreid onderzoek gedaan naar mogelijke second best opties bij gecontracteerde aanbieders. Na onderzoek is gebleken is dat er geen alternatieve inzet voor handen is waarbij de hulpvraag afdoende kan worden opgepakt.
ii.
Het is (aantoonbaar) niet mogelijk om met andere middelen (bijv. PGB, kosten gedragen door ouders/wettelijk vertegenwoordigers, zorgverzekeringswet) de hulp te financieren.
Wanneer er geen alternatief voorhanden is voor jeugdhulp en wanneer andere financieringswijzen zijn onderzocht en niet mogelijk worden geacht, dan mag de verwijzer een onderbouwd verzoek aan de gemandateerde professional van de gemeente doen tot een incidentele financiering uit het ZIN budget, voorzien van schriftelijk advies van een lid van de expertpool. De RIGG heeft zowel het schriftelijk akkoord van de gemandateerde, als het onderbouwde advies van het lid van de expertpool nodig, alvorens tot uitbetaling over te kunnen gaan.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
20
7
Definitiebepaling berichtenverkeer
Bericht
Titel bericht
Omschrijving
JW301
Toewijzing Jeugdhulp
(Landelijk) Bericht voor de toewijzing van Jeugdhulp aan een aanbieder.
JW302
Toewijzing Jeugdhulp Retour
(Landelijk) Bericht voor retourinformatie van Toewijzing Jeugdhulp.
JW303
Dit bericht kan worden gebruikt zowel voor declaratie als voor facturatie. Bij declaratie krijgt het bericht de naam 303-D; bij facturatie 303-F. Bij inspanningsgericht en Declaratie/factuur outputgericht kunnen gemeenten de keuze Jeugdhulp maken of ze het bericht gebruiken voor declaratie of facturatie. Deze afspraak geldt per aanbieder voor de gehele cliëntpopulatie. Voor de jeugdhulp ingekocht via de RIGG gebruiken we het JW303D declaratiebericht
JW304
Declaratie/factuur Declaratieretourbericht na verwerking 303 Jeugdhulp Retour bericht door de gemeente.
JW305
Start Jeugdhulp
Bericht voor het melden van de start van levering van Jeugdhulp. Voorlopig gebruiken we het BZG hiervoor
JW306
Start Jeugdhulp Retour
Bericht voor retourinformatie over de Start Jeugdhulp. Voorlopig gebruiken we het BZG hiervoor
JW307
Stop Jeugdhulp
Bericht voor het melden van de stop van levering van Jeugdhulp.
JW308
Stop Jeugdhulp Retour
Bericht voor retourinformatie over de Stop Jeugdhulp. Voorlopig gebruiken we het BZG hiervoor.
JW315
Verzoek om toewijzing Jeugdhulp
Bericht voor het aanvragen van een toewijzing voor Jeugdhulp. Voorlopig gebruiken we het BZG hiervoor.
JW316
Verzoek om toewijzing Jeugdhulp Retour
Bericht voor retourinformatie over het Verzoek om toewijzing Jeugdhulp. Voorlopig gebruiken we het BZG hiervoor.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
21
JW321
Declaratie JeugdGGZ
Dit bericht gebruiken we niet voor de door RIGG ingekochte zorg.
JW322
Declaratie JeugdGGZ Retour
Dit bericht gebruiken we niet voor de door RIGG ingekochte zorg.
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
22
8
Aandachtspunten per product
Product
Productcode aanbesteding
Productcode RIGG 2016
Persoonlijke verzorging
1
40A04
Dagbesteding
2
41A18
Dagbehandeling regulier
3
41A03
Dagbehandeling specialistisch
4
41A04
Vervoer regulier
5
42A01
Vervoer rolstoel
6
42A02
Jeugdhulp Verblijf (incl. behandeling)
7
43A07
Jeugdhulp Verblijf GGZ (incl. behandeling)
8
43G07
Jeugdhulp Deeltijd Verblijf (incl. behandeling)
9
43A08
Gezinshuis (incl. behandeling)
10
43A10
JSGLVG
11
43A13
ZZP 1 LVG
12
43A53
ZZP 2 LVG
13
43A54
ZZP 3 LVG
14
43A55
ZZP 4 LVG
15
43A56
ZZP 5 LVG
16
43A57
Jeugdhulp Verblijf (excl. behandeling)
17
44A06
Pleegzorg (excl. behandeling)
18
44A07
Pleegzorg (incl. behandeling)
83
43A09
Gezinshuis (excl. behandeling)
19
44A08
Logeren
20
44A09
ZZP 1 VG
21
44A38
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
23
ZZP 2 VG
22
44A39
ZZP 3 VG
23
44A40
Jeugdhulp ambulant regulier individueel
24
45A04
Jeugdhulp ambulant regulier groep
25
45A49
Jeugdhulp ambulant regulier gezin/systeem
26
45A51
Jeugdhulp ambulant specialistisch individueel
27
45A53
Jeugdhulp ambulant specialistisch groep
28
45A54
Jeugdhulp ambulant specialistisch gezin/systeem
29
45A56
Jeugdhulp crisis ambulant (Jeugdhulp crisis)
30
46A01
Jeugdhulp crisis gezinshuis (Jeugdhulp crisis)
31
46A02
Jeugdhulp crisis pleegzorg (Jeugdhulp crisis)
32
46A05
Jeugdhulp crisis verblijf (Jeugdhulp crisis)
33
46A03
Jeugdreclassering (Jeugdreclassering)
34
47A01
Gedragsbeïnvloedende maatregel (Jeugdreclassering)
35
47A03
Intensieve trajectbegeleiding CRIEM (Jeugdreclassering)
36
47A04
ITB Harde kern (Jeugdreclassering)
37
47A05
Samenloop (Jeugdreclassering)
38
47A06
STP Training en scholingsprogramma (Jeugdreclassering)
39
47A07
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
24
Ondertoezichtstelling jaar 1 (Jeugdbescherming)
40
48A01
Ondertoezichtstelling jaar 2 en verder (Jeugdbescherming)
84
48A02
Voogdij (Jeugdbescherming)
41
48A03
Preventie jeugdbescherming (Activiteiten in het preventief justitieel kader)
42
49A01
Specialistisch casemanagement (Activiteiten in het preventief justitieel kader)
43
50G01
Generalistische Basis GGZ behandeling kort
44
51A00
Generalistische Basis GGZ behandeling middel
45
51A01
Generalistische Basis GGZ behandeling intensief
46
51A03
Generalistische Basis GGZ Chronisch
47
51A02
Specialistische GGZ Diagnostiek
48
52G00
Specialistische GGZ behandeling kort
49
52G01
Specialistische GGZ behandeling middel
50
52G02
Specialistische GGZ behandeling lang
51
52G03
Specialistische GGZ behandeling extra lang
52
52G04
Ernstige Enkelvoudige Dyslexie
53
52G05
Integraal Traject Jeugdhulp Autisme
54
50G02
Integraal Traject Jeugdige met een 55 psychische/psychosociale ondersteuningsvraag en gezins/systeemproblematiek.
50G03
IT Ambulante Spoedhulp
56a
50G04
Toegang en coördinatie van crisishulp
56b
50G05
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
25
IT Vroegsignalering bij ontwikkelingsproblemen jonge kinderen.
57
50G06
FACT Jeugd
58
50G07
Terug naar de basis
85
50G22
Traject zorgmijders
59
50G08
Traject dagbehandeling jonge en schoolgaande kinderen
60
50G09
Traject vervangende opvoedomgeving
61
50G10
Integrale ondersteuning jonge moeders tot 18 jaar bij onbedoelde zwangerschap
62
50G11
Ondersteuningstraject voor kinderen met (ernstige) verstandelijke, meervoudige beperkingen
63
50G12
Orthopsychiatrische poli voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking
64
50G13
Woonproject jeugdigen LVB
65
50G14
Woontraining en begeleidingstraject jeugdigen LVB met hardnekkige gedragsproblemen
66
50G15
Woontraject jeugdigen met LVB
67
50G16
Cluster Ondersteuning kinderen bij complexe (echt) scheiding van ouders
77
50G17
(dreigende) Thuiszitters weer naar school
78
50G18
Cluster Trauma
79
50G19
Inhoudelijke ondersteuning van professionals basisteams Expertpool
80
50G20
Inzet gedragswetenschappelijke kennis t.b.v. Inhoudelijke 81 ondersteuning van basisteams
50G23
Specifieke deskundigheidsbevordering
50G21
82
Uitwerking van de aanbesteding RIGG jeugdhulp 2016-17
26