UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING VAK:
GESCHIEDENIS
NIVEAU:
MAVO
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. www.thiememeulenhoff.nl © ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2001 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
UITWERKINGEN OEFENVRAGEN
Uitwerking oefenvragen Nederland en Indonesië. Vier eeuwen contact en beïnvloeding 1 C. 2 C. 3 B. 4 A. 5 D. 6 C. 7 C. 8 F. 9 D. 10 E. 11 Aangegeven moet worden dat Japan (één van onderstaande): – anti-West-Europese gevoelens koesterde (of: tegen het kolonialisme was). – hoopte makkelijker toegang te krijgen tot de grondstoffen van Indonesië wanneer dat onafhankelijk was. – hoopte zijn invloedssfeer uit te kunnen breiden (of: het gebied van de zogeheten Groot Oost-Aziatische welvaartssfeer te kunnen vergroten). – hoopte een stevige greep te verwerven op de te stichten republiek. – meende daardoor meer medewerking te krijgen van de Indonesische bevolking. Om steun te krijgen van de Indonesische bevolking en om te kunnen profiteren van de rijkdommen van het land beloofden de Japanse bezetters mee te werken aan de toekomstige onafhankelijkheid van de staat Indonesië. 12 Ten gevolge van de capitulatie van Japan in augustus 1945. 13 Aangegeven moet worden dat zij in die tijd nog in de Japanse interneringskampen verbleven. Toen Japan in augustus 1945 capituleerde hadden hun troepen Nederlands-Indië nog in hun macht. 14 Twee van onderstaande middelen: – onderhandelingen (met de nationalisten) – militaire/politionele acties – diplomatieke activiteiten ten aanzien van buitenlandse mogendheden (VN). Het apart noemen van de eerste en de tweede politionele actie is niet voldoende, want deze gelden samen als één van de middelen van de Nederlandse regering om greep te krijgen op de Indonesische kwestie.
1
UITWERKINGEN OEFENVRAGEN
15 Eén van onderstaande: – druk van de Verenigde Naties (VN) – druk van de Verenigde Staten (VS) – de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties veroordeelde de politiek van Nederland scherp – druk van de wereldopinie – binnenlandse politieke verdeeldheid over deze kwestie. 16 Nee, want de eerste politionele actie was in 1947. 17 Van plunderende benden, Soekarno-aanhangers, achtergebleven Japanners. Een van de genoemde groepen is voldoende. 18 Elk antwoord waaruit blijkt dat orde en rust hersteld moesten worden en de Republiek Indonesië tot toegeven gedwongen moest worden. In regel 7 staat dat de Nederlandse soldaten een einde maakten aan ‘chaos en ellende’. 19 Hij beschouwde deze soldaten niet als vredebrengers, maar als met geweld optredende indringers, kolonisten, vijanden; of antwoorden van gelijke strekking. De Indonesische nationalisten beschouwden zichzelf als vrijheidsstrijders. 20 Elk antwoord is goed waaruit blijkt dat bij de inlanders de oude koloniale verhoudingen nog voortleven. De inlandse bevolking was al eeuwenlang onderworpen aan (blanke) koloniale overheersing. 21 Elk antwoord is goed waaruit het veroordelen van deze acties blijkt. Met name de communisten en veel socialisten veroordeelden de politionele acties. 22 CHU, KVP, ARP, VVD, SGP. 23– Veel winsten van de ondernemers gingen naar Nederland. De meeste bedrijven waren in handen van Nederlanders. – De economische en politieke bevoogding. Verder alle antwoorden van gelijke strekking. Economische en politieke bevoogding betekent dat de Nederlanders macht uitoefenden over de inlandse bevolking, die nauwelijks zelfstandige rechten kende. 24 Japan of Japanners. De soldaat heeft de Japanse vlag in zijn hand. 25 Elk antwoord waaruit blijkt dat de kandidaat het affiche plaatst in de periode van na de Duitse capitulatie en voor de Japanse capitulatie, is goed. 26 Elk antwoord is goed waaruit blijkt dat men ook van de Nederlandse overheersing bevrijd wilde worden. 27 Nee, want 20 juli 1947 gaat Nederland tot de eerste politionele actie over.
2
UITWERKINGEN OEFENVRAGEN
28 Omdat de Verenigde Staten voor de bevrijding van koloniale gebieden waren. Luitenant-gouverneur-generaal Van Mook vertegenwoordigde de Nederlandse regering. 29 De communisten. 30 Kaartje III. 31 A. Elk antwoord waaruit blijkt dat door wederzijdse samenwerking tot politiek en economisch herstel kan worden gekomen is goed. B. Twee van onderstaande feiten/gebeurtenissen: – het verwijt dat Soekarno en de zijnen collaborateurs waren – het verwijt dat Nederland het kolonialisme wilde herstellen – de politionele acties – het ’gescharrel’ met het akkoord van Linggadjati – de bestandsschendingen. 32 Hij aanvaardt Indonesië als een politiek gegeven (of antwoorden van gelijke strekking). 33 Twee van onderstaande opvattingen: – handhaving van een koloniale verhouding – de unie-gedachte (Nederlands-Indonesische Unie of een soort gemenebest) – het verbreken van de band door het verlenen van onafhankelijkheid aan Indonesië. 34 a. Zaten nog in interneringskampen; of een ander antwoord waaruit blijkt dat ze in gevaar verkeerden. b. In werkkampen waar ze dwangarbeid hadden moeten verrichten (bijvoorbeeld aan de spoorweg in Birma). c. Onteigend, verwaarloosd, vernietigd. d. Sommigen sloten zich aan bij de Indonesische strijdgroepen of gaven deze hun wapens. e. Stuurden aan op een onafhankelijk Indonesië. 35 Soekarno-Hatta; of: republikeinse nationalisten. 36 De Veiligheidsraad of de Verenigde Naties. 37 A. Met de politionele actie. B. Eén van onderstaande mogelijkheden: – om een einde te maken aan de voortdurende schendingen van de bestandslijn door Indonesische soldaten – om de republikeinse regering tot toegeven te dwingen. 38 B. 39 B. 40 C. 41 C. 42 A.
3
UITWERKINGEN OEFENVRAGEN
43 E. 44 B. 45 B. 46 B. 47 Aangegeven moet worden dat de Ethische Richting meer de nadruk wilde leggen op ontwikkeling en welvaart van de inheemse bevolking dan op onderdrukking of het dwingen tot gehoorzaamheid aan het Nederlandse gezag. 48 Aangegeven moet worden (een van onderstaande): – de overheersende rol van de VS en de Sovjet-Unie binnen de Verenigde Naties – de, internationaal gezien, geïsoleerde positie van Nederland als gevolg van het beleid in Nederlands Indië – het feit dat de Veiligheidsraad/de VN Nederland de voet dwars zet met betrekking tot het beleid in Nederlands-lndië. 49 B. 50 B. 51 A. 52 C. 53 A. 54 Aangegeven moet worden dat: – de oorlog tegen Japan werd verloren – het Nederlands bestuur werd uitgeschakeld – alle Nederlanders in kampen terechtkwamen – de nationalisten gebruik maakten van het wegvallen van het Nederlandse bestuur/ de Japanners de nationalistische gedachte aanwakkerden. 55 Aangegeven moet worden dat (één van onderstaande): – Nederland hiermee duidelijk wilde maken dat het de kwestie Indonesië als een binnenlandse aangelegenheid beschouwde – De Nederlandse regering de actie zag als het handhaven van de openbare orde (en niet als een oorlogshandeling) – Nederland probeerde de aandacht af te leiden van het militaire karakter van de actie.
4