Waarom ik voor fijne stoffen uitsluitend Persil gebruik? ^ Persil heb ik altijd In huis. Het spaart de wasch en is zuinig in het gebruik. Waarom zal ik dus een ander waschmiddel koopen 7 Ik ga mijn geld niet verspillen.
Persil geeft mij het grootste gemak, omdat ik het koud kan oplossen en er koud mede kan wasschen. Ik bespaar tijd en geld, omdat ik geen heet water noodig heb.
Voor het wasschen van gekleurde en fijne stoffen, neem Ik een volle eetlepel Persil op 2 Liter koud water. Eerst oplossen in een beetje koud water tot een papje, zonder klonten. <
3- Persil Is niet alleen eenvoudig in het gebruik, maar ook hygienisch, want het bezit waardevolle desinfecteerende eigenschappen.
5
- Ik benut dus, als zuinige huisvrouw, ten volle alle voordeelen, welke Persil
mij biedt.
Inderdaad,
l^OP^^^g- €1 Red .en Adm. Galgewater 22 Lelden. Tel. 760 Postrekening 41880
ersch^nt wekeHJks — Prtjs per kwartaal f. 1.95.
EEN COMPLEET VERHAAL DOOR D'ALVAREZ
UITWERKEN
De tandpasta, die de beste uitwerking heeft, is tevens de meest onschadelijke. ER zijn tandpasta's, die wèl reinigen maar tevens -de tanden beschadigen. Andere- zijn onschadelijk, maar reinigen niet voldoende. Pepsodent reinigt èn is (evens onschadelijk. Dank zij een nieuwe ontdekking der Pepsodent Laboratoria bevat Pepsodent drie bijzondere eigenschappen : . . .
... de tandaanslag wordt geheel verwijderd. ... de tanden worden blinkend wit. ... de tanden worden gereinigd en gepolijst op een voor het glazuur ontchadelijke wijze. Koopt liög heden een tube Pepsodent. Het isabsoluut onschadelijk, zelfs voor het teerste glazuur. Het is de hedendaagsche wetenschappelijke tandpasta.
De huid wordt gezuiverd Pond's Cold Cream bevat fijne oliën, die stof en poederresten uit de ponen drijven. De huid wordt mooier Pond's Vanishing Cream beschermt de huid, de teint wordt fluweelig en mat.
®ïmm.
Twee potten Pond's Cream - meer hebt U niet noodig, om jong en bekoorlijk te zijn. Dit is Pond's complete methode van huidverzorging! Kan het eenvoudiger? Kan het aangenamer? Kan het minder kostbaar?
De nieuwe hedendaagsche Amerikaansche Tandpasta,
5012
Klein» pet f I Groot* pot f 2.-
VERZORGT UW TEINT MET
PONDS
Godfried de Groot
VANISHING EN COLD CREAM
' ^an Suyhenstraat 2a Amsterdam
Specialiteit In TAoderne en >rrtistiehe foto's ^en »ie de vele reproducties van ons weih in „Het Weehblacr Cinema a Iheater Ê
# DOOR 'T GEBRUIK VAN
NIVA TANDPASTA 1 KAAI FAß! 1 5CH,.
i|n.
STEUNT GIJ 5 Nederlandsche Industrieën, uusmeen, daor de voorn, grondstoffen en de verpakking ook
N«
Helpt dus mede, de malaise in EIGEN LAND bestrijden. Groote Tuben 75 ets. Kleine Tuben 25 ets.
Dr. H. MANNING'S Pharm. Chem. Fabr. N.V.. Den Haag.
Frisch voor de huid! Simi zuivert! Simi houdt Uw huid sterk, glad, gezond! fèe (,
Sir
GEZICHTSEN HUIDWATER
Verkrijgboar bij Coiffeurs, Parfumeriezaken, Drogisten, Apothekers. Groote flacon f. 2.10. Importeur: J. Winkel Jzn. .Merwedestroal 47 ■ Den Haag - Tel. 772595.
ntis
MONSTER VAN EEN
MIDDEL TEGEN
HUIDMNDOENINOEN
De jeufc veroorzaakt door ekzeem of andere huidaandoeningen, kunt ge in enkele seconden doen bedaren. De eerste druppel* D.D.D. stillen direct het jeuken, dringen diep in de poriën door en dooden de zlekteldemen, die zich daar bevinden. Deze geneeskrachtige vloeistof wordt met succes aangewend bij alle aandoeningen der huid en hoofdhuid. Koop een flacon van 75 et of f250 bij Uw apotheker of drogist, of vraag per briefkaart een gratis monster aan de D.D.D. Company, A'dam, Afd-l? B-H
DDD GENEESMIDDEL
Peter Camp, zeventig jaar, en minstens vijf maal millionnair, stapte uit het station van den „Underground" in den hellen zonneschijn. Hij overhandigde zijn derde-klas-kaartje aan den controleur, omklemde steviger zijn dikken wandelstok en zette zich in beweging, om de halve mijl, die hem van zijn woning scheidde, met ietwat schuifelenden tred te voet af te leggen. Op het trottoir, vlak voor den ingang van het station, stonden een paar opgeschoten jongens één met een pak avondbladen onder den arm. Zijn kameraad leunde vadsig tegen een lantaarnpaal, een half-opgerookte sigaret hing bungelend uit zijn mond, een versleten pet scheef op zijn hoofd allebei typen van jeugdige baliekluivers. Toen Peter Camp zichtbaar werd, tusschen den stroom passagiers, die het station verliet, herkenden de lummels hem direct. Eerst staarden zij met onverholen minachting naar den langen, eenigszins gebogen gaanden grijzen heer, — een millionnair die met den democratischen „Underground" reisde en te voet naar huis ging! Maar daarop, terwijl ze hem nakeken, lichtte er iets van dierlijke begeerte in hun oogen hun loerende blik deed denken aan dien van een hongerigen tijger. En toen Peter Camp nog geen twee meter van hen verwijderd was, merkte een van de jongens op, waarschijnlijk luider dan hij van plan was geweest: „Ik wou dat ik den kop van dien ouden schavuit in een bankschroef had. Dan kon hij opdokken of anders zou zijn schedel „krak" zeggen!" „Ik zou met plezier de schroef een slag aandraaien," viel de ander hem bij. „Een duizendje of wat zou me best te pas komen " Peter Camp bleef met een ruk staan, draaide zijn rug half naar de jongens en zijn gezicht naar een etalagevenster, dat het bloeddorstige, op geld beluste tweetal duidelijk weerspiegelde. Het feit, dat hij om zijn millioenen benijd werd, was allerminst een nieuwe gewaarwording voor Peter Camp. Integendeel, reeds lang had hij ervaren, dat een gansche menigte menschen, die niets anders deden, dan wat hij gedaan had: op alle mogelijke manieren trachten geld te verdienen, het hem persoonlijk schenen kwalijk te nemen, dat hij geslaagd was in datgene, waarin zij faalden. Deze twee havelooze lummels koesterden geen wrok tegen hem, omdat hij een systeem vertegenwoordigde dat zij afkeurden, absoluut niet. Ze waren net zoo belust op geld als hij altijd was geweest; hun blik en de klank van hun stem lieten hem daaromtrent geen seconde in twijfel. Maar ze haatten hem, omdat hèm gelukt was, waartoe zij tot nu toe geen kans hadden gezien, maar waarop al hun denken en verlangen was gericht. De millionnair keek op zijn horloge: een goedkoop horloge aan een goedkoopen ketting. Hij had nog juist tijd om naar zijn bank te gaan, voor deze sloot. En een bezoek aan de bank was noodzakelijk om den krantenverkooper en zijn maat een hartig lesje te geven! Peter Camp wierp een onderzoekenden blik op het nobele stel, maar zonder een spoor van verlegenheid bleven ze hem aanstaren. En toen de millionnair het hoofd weer omwendde, klonk het uit den mond van den jongen-met-de-kranten: „Krak-krak!" „Nog eens. Teddy," drong zijn metgezel met gedempte stem aan. „Krak-krak!" herhaalde Teddy. „Dat is voor mijn schedel bedoeld," filosofeerde Peter Camp grinnekend, terwijl hij verder schuifelde. Even later stapte hij de Bank binnen.
TMIN HUIDAANDOENINGEN
MAXIMUM GEZINSVERZORGING MINIMUM PREMIE NIEUWSTE TARIEF WAZAIKI
Vraagt vryblifvénd onze prospecti.
LEVENSVERZEKERING
K AV IB ^SCHIEDAM MK
■■PPHfi
fummmmm^
'
„ ,,.«***^*!<* —
k
„Kunt U mij morgen vóór sluitingstijd vijfduizend pond in biljetten van één pond bezorgen?" vroeg hij aan den kassier. „Zeker, Mr. Camp." „Prachtig; dan kom ik ze precies om drie uur halen." Toen hij het tweetal weer passeerde, liet de krantenverkooper zijn „krakkrak" weer hoeren. En zijn kameraad voegde er een geluid aan toe. „Ploef!" „Dat zijn mijn hersens!" verduidelijkte de millionnair bij zichzelf.
• ' v,
.
^Vä
Den volgenden middag, klokke drie, trad Peter Camp opnieuw de bank binnen. Hij had een groote handtasch bij zich, waarin de vijfduizend biljetten van een pond werden geborgen. De millionnair zou zelf de tasch naar zijn huis hebben gedragen, als de directeur van de bank er niet op had aangedrongen, hem een bediende mee te geven. En toen hij met zijn hegeleider langs het station van den „Underground" kwam, zag de oude heer tot zijn genoegen, dat zijn beide vrienden van den vorigen dag weer op hun post waren. Hét was zoo klaar als 'n klontje, dat zijn onverwachte komst een bron van duivelsch plezier voor de twee jonge boosdoeners vormde. Ze hadden een spelletje uitgevonden, dat hun wildediereninstinct grandioos genoegen verschafte. De millionnair zag een grijns van kwaadaardige pret over hun ongewasschen tronies trekken en — nog vóór .hij het geluid kon hoeren - hun
p ■"^.:^•^.•*■,«^
» i V
lippen de woorden „krak-krak" en „ploef" formuleeren. Ze ontblootten hun sterke, wreede tanden en in hun oogen brandde een onheilspellende, roofzuchtige gloed. Plotseling, vlak bij hen, bleef Peter Camp staan. Hij bracht een hand aan zijn voorhoofd, als iemand wien opeens iets te binnen schiet. Hij keek naar de jongens, bleef vervolgens enkele seconden als besluiteloos staan, deed nog een paar schuifelende passen in hun richting en — — — sprak ze aan. „Zouden jullie met je beiden vanavond een werkje voor me kunnen opknappen?" vroeg hij. De jongens wisten niet hoe ze het hadden. Maar al spoedig hadden ze zich van hun verbazing hersteld en legden een uitbundige gretigheid aan den dag. „Natuurlijk-, mijnheer! Graag, mijnheer! Zullen we direct meegaan?" „Neen, ik kan jullie nu nog niet gebruiken. Wanneer schei je uit met kranten verkoopen?" „Daar kunnen we elk oogenblik mee uitscheiden. Er is toch niets mee te verdienen. We staan altijd klaar voor het een of ander dat meer inbrengt." „Mooi-zoo! Je weet waar ik woon. Kom vanavond om acht uur bij me.... geen minuut later, versta je? Bel aan de voordeur.... ik ben thuis en zal jullie binnenlaten." En schuifelend vervolgde de millionnair zijn weg. Pas toen hij buiten gehoorsafstand was, liet de een zijn „krak-krak" hooren en de ander zijn „ploef." Maar het klonk
CMS IPIUZZILIE-IHIDIEIKJIE
'-t^
Nieuwe opgave No. 451.
Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of couvert a.u.b. duidelijk vermelden: „Ons Puzzle-hoekje No. 431".
v^hM^DëMiwS.
Deze puzzle en onze Wekelijksche Vraag, kunnen desgewenscht tegelijk ingezonden worden, doch men schrijve ze
H
dan op aparte, duidelijk van volledigen naam en ac/res voorziene valletjes papier.
"^ -: ?
r^ Oplossing van „Ons Puzzle-hoekje No. 448". 1. gebak. 2. uitholling. 3. titel der oude vorsten van Peru. 4. geldstuk. 5. leger-
ß 0
schaar. 6. zijrivier van de Vilaine, mondt
B
uit in Bretagne. 7. laaggelegen. 8. koraaleiland. 9. regelmaat. 10. part. 11. landbouwwerktuig. 12. effen. 13. zoutziederij.
n 10
p 1
A A T
V E L L E
AC OT H E E K
\m<
M E
r AT
L E ß
T
ß
H
1 E
0 D
A
K
G 1 E
Wij verloten onder degenen, die ons vóór 22 September (abonné's in over-
Toen de slungelachtige krantenverkooper en zijn lijftrawant op den afgesproken tijd aanbelden, deed Peter Camp zelf open, zooals hij aangekondigd had. „Ik ben mijn eigen butler vanavond," legde hij nuchter-zakelijk uit. „Ik ben heel alleen in huis, kom binnen." Het tweetal stapte binnen. „Ga mee alsjeblieft," verzocht de millionnair kortaf. Hij voerde zijn bezoekers door de hall, opende een deur aan zijn rechterhand, ging de keuken binnen en bracht hen zoo in een gang, die uitmondde op een trap. Hij gaf den jongens te kennen hem naar beneden te volgen. Een moment later bevonden ze zich in een ruimen kelder; Peter Camp knipte de electrische lamp aan, die de ruimte slechts spaarzaam verlichtte en de uiterste hoeken in schemerdonker liet en wees naar het verste einde van een lange tafel. „Ga zitten." Teddy en zijn kameraad liepen — schoorvoetend 'n beetje — naar de stoelen, die hen gewezen werden. De oude heer trok een lade van de tafel open, haalde er twee pistolen van zwaar kaliber uit en ze vasthoudend bij den loop, stak "hij er elk der jongens een toe. Verbluft namen de twee kornuiten ze aan. „Die zijn voor jullie," lichtte Peter Camp in. Daarop tilde hij een zware handtasch van den vloer, opende die met langzame, haast plechtstatige bewegingen, waarvan iets.onweerstaanbaar suggestiefs uitging en een stroom van indrukwekkende stapels bankbiljetten vloeide voor de geboeide oogen van het tweetal over de tafel. Peter ('amp wierp ze achteloos een handvol er van toe. „Bekijk ze maar eens goed," noodigde hij uit. „Ze zijn echt. hoor! En die andere ook allemaal!" Spelenderwijs bewoog hij zijn hand door den hoop papier, totdat .deze tot het dubbele van zijn oorspronkelijke!] omvang aanzwol. De jongens keken ternauwernood naar het bankpapier; hun oogen hingen als betooverd aan het magere, beenige gezicht van hun gastheer. „Weet je wat," vervolgde deze tot den jongeman, die het dichtst bij hem zat, „je moest je pistool eens probeeren, jongeman. Het is geladen. Richt op dien hoek daar en druk op den trekker. Neen, je hoeft niet aan den pal te morrelen — — het is een automatisch wapen. Alleen maar richten en drukken."
E
14. meisjesnaam. 15. grondsoort. 16. Uslandsche sagenverzameling.
lang zoo triumfantelijk niet als eerst, er was iets afwezigs in de manier-vandoen der twee boosdoeners.
De hoofdprijs werd deze week verworven door mejuffrouw I. Gerritsen te Scheveningen.
zeesche gewesten vóór 22 November)
Een troostprijs zonden wij aan den
goede oplossingen inzpnden, een hoofd-
heer C. G. de Back te 's-Gravenhage;
prijs van f 2.50 en drie troostprijzen.
mevrouw M. v. d. Meij te Haarlem en
Adresseeren aan: Red. „Het Weekblad",
den heer F. Drop te Vlaardingen.
BEZOEKT HET
Mm-
TE DEN HAAG
m—
m&vmvwwm mim ^ygmmm "*•"■"
De slungel gehoorzaamde werktuigelijk en de knal die volgde klonk dubbelangstaanjagend in de enge ruimte, waarvan de steenen wanden en zoldering het geluid sinister weerkaatsten. Toen de echo's waren weggestorven, vervolgde de malljonnair, nog steeds op denzelfden zakelijken toon sprekend: „De knal leek hier in den kelder oorverdoovend, maar ik heb een proef genomen en kan jullie verzekeren, dat niets er van tot buiten deze dikke muren is doorgedrongen. Geen levende ziel buiten ons drieën heeft het schot gehoord." Hij keerde zich om, trok een stoel naar zich toe, ging zitten, leunde, de beenen behaaglijk uitgestrekt, zóóver achterover, dat zijn schouders tegen den muur rustten en begroef zijn handen diep in zijn broekzakken. Daarop keek hij geruimen tijd van zijn eenen bezoeker naar den ander en deze van hun kant staarden hem wezenloos aan, met de pistolen vóór zich op tafel. Eindelijk verbrak Peter Camp het stilzwijgen, dat langzamerhand beklemmend was gaan worden. „Zooals je ziet ben ik. Peter Camp, millionnair en beruchte vrek, op dit oogenblik absoluut in jullie macht. Op deze tafel ligt de kapitale som van vijfduizend pond, in biljetten van één pond. Geen vijfpond-biljetten, waarvan het wisselen zekere bezwaren zou meebrengen, maar biljetten van één pond, die geen verdenking wekken en niet achterhaald kunnen worden. Elk van jullie is in het bezit van een doodelijk wapen. Behalve wij drieën is er geen sterveling in dit groote huis en de eerstvolgende vier uren zal er ook niemand binnenkomen. Je hebt dus een kolossalen voorsprong; over vier uur kunnen jullie mijlenver weg zijn, met een goede kans onvindbaar te blijven in de eindelooze menschenwoestijn, die Londen
heet. Hier ligt een vermogen voor jullie voor het grijpen vijfduizend pond in één-pondsbiljetten." Geen geluid kwam over de lippen van het tweetal; hun radde tongen schenen verlamd. Geen fractie van een seconde lieten hun oogen af van het gezicht van den millionnair. „Ik zal het jullie uitleggen," sprak Peter Camp verder. „Gisterenmiddag kwam ik uit het station van den „Underground". Toen ik je passeerde," — hij knikte naar den krantenverkooper — „hoorde ik je zeggen, dat je mijn kop graag in een bankschroef zoudt hebben, in welk geval je me zoudt laten „opdokken", zooals je het sierlijk uitdrukte. Jij," — een knik naar den ander — „beweerde, dat een duizendje of wat je niet onwelkom zou zijn. Ongetwijfeld herinneren jullie je dit gesprek. Naderhand, toen ik nogmaals voorbijliep, onthaalden jullie me op het lieflijke geluid van mijn ingeslagen schedel, die „krak" zou zeggen en mijn hersens, die met een „ploef" naar buiten zouden schieten. J ij zei, „krak-krak" en j ij zei „ploef"! En thans bevinden jullie je in de zoo vurig-begeerde situatie. Mijn kop zit in de bankschroef. Vertel me nu maar eens, wat jullie van plan bent." Peter Camp wachtte, maar er kwam geen antwoord. „Heeft geen van jullie den moed de schroef van de bank een half slagje aan te draaien?" De schavuiten volhardden in hun krampachtig zwijgen. „Ik ben hulpeloos, volkomen in jullie macht," ging Peter Camp voort. „Gistermiddag spraken jullie van een „duizendje of wat" hier ligt niet minder den vijfduizend pond, dus aan jullie verlangen wordt meer dan ruimschoots tegemoet gekomen. Dat doe ik om jullie te prikkelen, zoo wanhopig en onbarmhartig te werk te gaan als jullie maar
HET IK 0-AVE RB IL AD. Willi Steüner, Lilian Harvey en Pierre Brasseur in de nieuwe Ufa-toonfilm „Quick' —-- die onder regie van Siodmak wordt opgenomen.
De Mode eischt een Slanke Zoo is het nu eenmaal. - De hedendaagsche Mode eischt vóór alles een Slanke Lijn. Een corpulent lichaam bederft het meest geraffineerde Parijsche model I En waarom zoudt U te dik rijn? In de Facil-Pastille« vindt U een zékere en absoluut onschadelijke vermageringskuur. Dit kan door Duizenden worden bevestigd. Facil werkt zonder dieet en is gebaseerd op het principe van .geleidelijk gewichtsverlies". Facil is verkrijgbaar in, Apotheken en Drogisterijen i f 3.- per bus van 100 passtilles voor een vermageringskuur van 3 weken.
NIEUWS UIT DE STUDIOS
H
et toonedstuk „The Lady" van Martin Brown is door de Metro-Goldwyn-Mayer ter verfilming verworven. De Amerikaanschc filmster Constance Bennett heeft in Zuid-Frankrijk een landhuis gekocht en zal zich in Europa vestigen. Will Rogers is door de Fox-Film Maatschappij voor vier nieuwe films geëngageerd. Vilma Banky is uit Berlijn naar haar echtgenoot Rod la Roque te New York teruggekeerd. Lewis Stone. Madge Evans en Mary Carlisle hebben hun contracten met de MetroGoldwyn-Mayer verlengd. Onder regie van André Chotin zal in de Gaumont-studios te Parijs de toonfilm ,,Blijf vrijgezel" worden opgenomen. Henry Garat, Annabella, Pola Illery en Raymond Cordy spelen onder regie van René Clair de hoofdrollen in de film „14 Juli". De film wordt in de Tobis-Ateliers te Epinay opgenomen. Tallulah Bankhead en Robert Montgomery zullen in de M.G.M, film „Tinfoil" onder regie van Harry Beaumont samenspelen. E. A. Dupont zal voor de Universal de film „De onzichtbare mensch" in scène zetten. De Amerikaansche filmster Richard Barthelmess maakt een reis door Rusland. . Na afloop der opnamen voor een M.G.M.film, waarin Ethel, John en Lionel Barrymore optreden, zullen de beide broers voor' deze firma de hoofdrollen vervullen in „Reunion in Vienna", naar het tooneelstuk van Robert E. Sherwood. Onder regie van Joe May zal de film „Hochzeitsreise zu Dritt" worden opgenomen. De rolverdeeling staat nog niet vast. De nieuwste film van Ramon Novarro zal getiteld zijn „The man on the Nile", geschreven door Edgar Selwyn. De regie is in handen van Harry Beaumont. Onder regie van Robert Siodmak zal Willy Forst de hoofdrol spelen in de film „Brennendes Geheimnis". Paul Wegcner zal de hoofdrol spelen in de toonfilm „De Golem", die onder regie van Richard Oswald zal worden opgenomen. Vele jaren geleden speelde Wegener eveneens in de zwijgende „Golem"-film de hoofdrol. Magda Schneider en Hermann Thimig zullen de hoofdrollen vervullen in de Italafilm „Die Königin der Amazonen".
kunnen. Ik wijs je er op, dat, om het geld dat daar vóór je ligt, in bezit te krijgen, je je dreigementen in daden moet omzetten. Je moet een moord doen --—- met minder dan een moord kom je er niet! Niemand heeft jullie hier zien binnengaan ik ben absoluut alleen in huis. Hier ligt vijfduizend pond in kleine biljetten, waar je geen moeilijkheden mee zult krijgen. Je hebt allebei een pistool. Mijn hoofd zit in de bankschroef jullie hoeft deze alleen maar aan te draaien. Wel, wat gaat er gebeuren?" Stilte,als van het graf. „Uitstekend! Ik zal de onderhandelingen openen tusschen jullie, die mij in je macht hebt, en mezelf, een millionnair, wiens kop in een bankschroef zit. Jullie eischt vijfduizend pond. Ik weiger. Ik verklaar dat ik de vijfduizend pond niet zal geven en dat jullie maar moet doen, waar je plezier in hebt, hoe erg het ook mag zijn! Nu, wat doen jullie?" Het zwijgen werd niet verbroken. „Goed. Jullie beseft, dat ik onder geen voorwaarde vijfduizend pond zal afstaan en dat het verstandiger is je met een geringer bedrag tevreden te stellen, als je op die manier aan het risico van een moord kunt ontkomen. Je maakt bij jezelf uit, dat, als jullie je een beetje schappelijk toont, ik op stuk van zaken liever zal „opdokken" dan me te laten neerschieten. Jullie eischt vierduizend, en wéér zeg ik: „neen; doe maar waar je plezier in hebt." Een minuut kroop voorbij, maar de monden van de twee bleven stijf dicht. „Prachtig, we gaan verder. Jullie vraagt drieduizend. Ik zeg nogmaals neen. Hoor ik nog geen „krak-krak"?" Een lange pauze. „Tweeduizend zeggen jullie? Neen, zeg ik. Wat? Geen „ploef"? Waarom wordt de schroef van de bank. niet aangedraaid? Duizend? Neen. Vijfhonderd? Neen." Peter Camp trok zijn handen uit de zakken, stond langzaam op, omklemde den rand van de tafel, boog zijn scherpen, karakteristieken kop naar voren en met snijdenden spot beet hij den jongens toe: „Vijf shilling onder dwang? Vijf shilling om te voorkomen dat jullie de schroef aandraait? Vijf shilling om mijn schedel te behoeden voor „krak-krak" en mijn hersens voor „ploef"? Nooit, versta jullie, nooit! Geen penny!" De millionnair keek het tweetal fel uitdagend aan en de lummels schenen nog altijd niet de minste belangstelling te koesteren voor het fortuin, dat op de tafel vóór hen was opgehoopt; ze hielden hun oogen op den grond gevestigd en de pistolen lagen onaangeroerd binnen het bereik van hun slap op de knieën rustende handen. Hun monden hingen half open en in hun omlaaggerichte oogen glinsterde een zweem van ontzetting. „Geen penny, hoor jullie?" herhaalde Peter Camp met venijnigen nadruk. „En wat nu verder?" De helden hieven het hoofd op en keken elkaar aan. Maar als een van , hen gehoopt had, moed te kunnen putten uit de aanwezigheid van den ander, kwam hij bedrogen uit. Integendeel, de 'ÉÊMMM^-
. ■
,.■■.•■
"•
.
-
"•
U KUNT ZE INHALEERENü
vMfflwmm|1
■^^32^0! fM*SP
Zéér geurige en zachte cigarillos 3 et.
een kwam al evenzeer als de ander tot de slotsom, dat zijn bondgenoot al net zoo weinig in staat en bereid was om te handelen als hijzelf. Gelijktijdig schoven zij beide het pistool van zich af en trokken daarop ijlings hun hand terug, alsof zij gloeiend metaal hadden aangeraakt! Peter Camp liet de tafel los en ging weer zitten. „Het is zooals ik gedacht heb," klonk zijn stem op kouden toon; „geen van tweeën hebben jullie de courage om werkelijke misdadigers te zijn jullie bent alleen misdadig in je fantasie. En fantasie is wel het misselijkste wat er op de wereld bestaat: het ziekelijk, mismaakt product van roekeloos-verspilde gedachten — kracht, die voor een nuttig doel had kunnen worden aangewend! Twee dagen lang hebben jullie jezelf lekker gemaakt met fantasieën hoe het zou zijn als je den kop van Peter Camp in een bankschroef had. Wat een verspilling van tijd en energie! Jullie fantasie kan werkelijkheid worden hier zit Peter Camp aan je beider genade overgeleverd, vijfduizend biljetten van een pond sterling wachten er letterlijk op om meegenomen te worden — en jullie bent te laf om je fantasie tot werkelijkheid te maken. Begin je nu het verschil er tusschen in te zien? Als een van jullie den moed, den doortrapten, euvelen moed had ,om je fantasieën uit- te voeren weet je wat dan het einde zou zijn? Een koord om je nek en het eervolle podium, dat schavot heet! Nu zie je wat een miserabel iets dergelijke fantasie is óf ze leidt tot niets en dan is het niets dan verspilling en verlies, of ze wordt, bij wijze van uitzondering in daden omgezet en dan is de galg het resultaat." Met een grimmig, minachtend lachje zweeg hij, om na een moment te vervolgen: „Hoeveel geld ligt daar vóór jullie?"
Peter Camp knikte in de richting van een handvol bankbiljetten, die hij zijn gasten over de tafel toegeworpen had. Met trillende vingers telden ze. „Achttien, mijnheer." „Mooi! Dat is negen de man. Luister nu goed wat ik met jullie zal doen. Ik wil jullie bewijzen dat alleen daden iets te beteekenen hebben in de wereld; leuteren en fantaseeren heeft niets om het lijf! Verdeel dat geld onder elkaar ■ ieder negen pond. Doe met vier waar je zin in hebt, maar vijf breng je elk naar de spaarbank. Om de drie maanden kom je hier met je spaarbankboekje en wat je boven die vijf pond gespaard hebt, zal ik verdubbelen. Ik zal daarmee doorgaan, zoolang het me aanstaat, maar ik houd er onmiddellijk mee op, als je zonder mijn toestemming geld terughaalt. En nu opgemarcheerd — — jullie kunt den weg naar buiten wel alleen vinden." Nadat zijn beide onthutste, maar door de ontknooping van de tragi-comedie, toch eenigszins getrooste bezoekers de trap weer opgeklauterd waren, begon Peter Camp met kennelijk welbehagen in de stapels bankbiljetten te graaien en een glimlach van zelfvoldoening speelde daarbij over zijn mager roofvogelgezicht. Maar geen halve minuut later stierf die glimlach een plotselingen dood op zijn dunne lippen. Een dreigende stem, krachtig en helder als een luiklok, klonk hem gebiedend in de ooren: „Als je een vin verroert, ga je eraan!" Peter Camp verroerde geen vin de schrik deed hem onbeweeglijk staan als een steenen beeld. Hij hoorde voetstappen naderen, hij voelde een hand tastend langs zijn lichaam glijden en het pistool, dat in zijn binnenzak zat, daaruit verwijderen. „Zooiets had ik wel gedacht," verklaarde de stem en er was evenveel [Vervolè op pa£ina 21)
(EE1N1 K.US m IEIERIE . . . Helen Twelvetrees en John Barrymore in de R. K. O.-film „State's Attorney"
m
' ■
Liefd
(Der Lustige Sachse)
{>t >te ..'•*•/■: „Mijnheer, ik moet hier ergens in i park oen biljet van vijf en twintig gulden uit mijn portefeuille hebben verloren.'' Parkwachter „Wat?I Hebt U soms niet gelezen, wat er op dat bord staat? Het is verboden, papieren in het park te laten ligger " (The Humorist)
dien winkel zuu ik een „ü, voor dat hoedje moord doenl Toe zeg„. wees jij nu eens een echt« vriendin en laat mij m'n man betrappen, terwijl hij je kust f" {Table Talk)
/
«üi
m
/s,A,.^
*+
„Wat zijn julli^e hier aan tdoenrf, ^ . ,, ,, „H m — t is eigenlijk een geheim,maar als U belooft, dat U het niet verder vertelt, zal ik het U zeggen. De burgemeester gaat vanmiddag visschen en nu zoiiken wij wormen voor hem." (Tit-Bits)
Om te bewijzen, dat zij een goede vrouw was geweest en goed voor haar man had gezorgd, bracht dezer dagen een vrouw haar tweehonderd vijftig pond wegenden echtgenoot mee voor de rechtbank. — Het „gewicht" van het bewijs besliste in haar voordeel. „Engeland en Frankrijk raken steeds verder van elkaar verwijderd," verklaart een politicus. — Het is prettig, dat wij het weten, want dan zien wij af van ons voornemen om het kanaal over te zwemmen. Een schrijver betoogt in een brochure' dat er een groote vreugde is gelegen in arbeid, zelfs al wordt men er niet voor betaald. — Wij zouden wenschen, dat wij onzen kleermaker van deze waarheid konden overtuigen I „In tegenstelling met wat algemeen geloofd wordt," zegt een geleerde, „ hooren wij onze eigen stem juist zooals anderen haar hooren."— Dit maakt het voor ons nog moeilijker om te begrijpen, waarom sommige menschen met zingen doorgaan.
„Nee maar! Hoe is 't mogelijk? -'t Is toch die goeie ouwe Jan! n w j , -i • . i i i• v J • rlk j dacht, dat ik gisteren ook al een glimp van je had gfezien! (The Humorist)
Wij ontvingen dezer dagen een schrijven van een abonné, waarin deze zich beklaagde, dat kaalhoofdige beeren zooveel last van vliegen hebben. — De eenige raad, dien wij hem kunnen geven, is: de oppervlakte goed glad te boenen, zoodat de plaaggeesten er op uitglijden en hun nek breken! Een huisknecht reisde dezer dagen per vliegtuig naar een bepaalde plaats om daar zijn nieuwe betrekking te aanvaarden. — Onze keukenmeid heeft ook wel eens een dergelijk luchtreisje gemaakt, doch dit was meer het gevolg van het onoordeelkundig omgaan met den gasoven.
SIGAREN 's-Morgens, 's Middags, 's Avonds.
„Wanneer men rustig zijn vacantie aan zee wenscht door te brengen, is het altijd zeer onaangenaam, plotseling een zakenrelatie te ontmoeten. — Vooral wanneer men heeft gezegd, dat men naar het buitenland ging! Een Hongaarsch geleerde beweert een geheel nieuw Röntgenapparaat uitgevonden te hebben. — Voetbalenthousiasten, die altijd een plaats treffen achter buitengewoon dikke toeschouwers, hopen, dat dit toestel hun in staat zal stellen, voortaan iets van den wedstrijd te zien. De politie arresteerde een man, waarvan ze dacht, dat hij een hoteldief was, maar later bleek het den directeur te zijn. — Wij begrijpen, dat zekere gasten, die juist hun rekening ontvingen, niet inzagen, waarom hij werd vrijgelaten. Een expert op muziekgebied beweerde dezer dagen, dat er veel tenoren zijn, die denken, dat zij bariton kunnen zingen. — Hetzelfde doen verscheidene beroepsbaritons!
i-
■'
M
BIJ WILLY CORS^M
■
en mag dan 'al terecht of ten „Zij heeft van moeder Natuur alles onrechte bedenkingen koesteren ontvangen wat haar kon maken tot een reeds een groote toekomst voorspelde, „Toen kwam Davids in „Frascari". ten aanzien van kleedkamer-in- cabaret-artiste par excellence; een Ik kreeg een engagement en een mooie terviews en andere krantengesprekken, bloeiende, bekoorlijke verschijning, een zoodra zij leiden tot de ware belangrol. In een Grieksche operette." „Was het zwaar en diep ?" . stelling voor den kunstenaar en zijn warm en diep sentiment, een fijnen geest „Neen, alleen maar ordinair I" kunst, kan men niet anders dan' ze en zeer veel talent om zoowel in woord als in toon haar gedachten uit te druktoejuichen. „Nog een tijdje ben ik daarna op ken," schreef een Van mijn Indische tournee geweest. Misschien herinner je Deze overweging was het, die er mij coUega's, toen Willy Corsari in Batavia je het opwekkende lied „Je moet niet toe deed besluiten, eens aan te bellen optrad. En in weerwil, van dit alles huilen als je van elkander gaat". Nou, bij Willy Corsari, romancière, jouren nog veel meer, zooals b.v. haar zucht dat zongen wij hier te lande voor het naliste en cabarettière. Ergens aan den rand van de residentie, waar de huizen tot zwerven, haar programma-verkoo- eerst. Een creatie en een schlager 6 * gezellige tuintjes met groene hekjes aan pen in het circus Sarrasani, waaraan tegelijk. wij haar kostelijke circus-reportage te de straat hebben, stopte de taxi en Al gauw zag ik evenwel, dat het nog voor ik de deur had bereikt, klonk danken hebben, is Willy Corsari eigen- cabaret hier niets was. Trouwens een lijk een ouderwetsche schrijfster, maar een heldere lach van achter de witte dan van een ouderwetschheid, die haar bloeiend bestaan heeft het cabaret in gordijnen voor de geopende tuindeuren. werk juist een spontane frischheid en ons land nooit gekend. Er was een „Kom er maar zóó in, gaat vluggerI jeugdig aandoende levenskracht geeft. bloeitijd, zeker, toen raskunstenaars als Gooi je hoed maar daar..." Herman Poort, de voortreffelijke Bruant, Salis Privas, Maria Delvara Ze ^ wuift naar een gemakkelijken litteraire rookerige en bedompte chroniqueur schreef nog on- in kleine . ,,club' en annonceert, dat de thee op langs van haar: kroegjes hun eigen liedjes brachten, . is, doch dat ze versehe zal zetten. On„Willy Corsari is waarachtig geen die voortkwamen uit de toestanden van derwijl heb ik gelegenheid het vertrek, vrouw die het leven niet kent, die door het land." waarin enkele van haar romans, tal „Gelooft ir in een herleving van het het noodlot gespaard is, of die opzetvan één-acters en onnoemelijk veel telijk de felle, tragische kanten van ons cabaret ? novellen en schetsen werden geschreven, bestaan verdoezelen wil. Ze durft de „De werkelijke cabaret-kunstenaars, wat nauwkeuriger op te nemen. waarheid aan en wenscht ons niets te die wij hebben zijn zeer schaarsch. Hoe Een gezellige zitkamer, door een sparen, maar ze weet ook, dat het fatum zou je er een Hollandsch cabaret-prosmaakvol mensch in den loop der jaYen zijn heelende en vertroostende grillen gramma mee willen vullen? Het zijn er gemeubeld. Een bureau met een por- heeft, en ze begrijpt daarin het men- misschien net voldoende voor één of tret, wat kranten en een Remington schelijk hart als een wonder van diepe twee weekprogramma's. Maar dan ben waaruit het voor de helft betikte blad en heftige bewogenheid." je ook verder weer op de buitenlanders steekt van een nieuwe novelle. Verder En het is begrijpelijk, dat ik na het aangewezen. Overigens heb ik in het een paar heerlijk-gemakkelijke fauteuils voorgaande even aarzel haar vragen te cabaret in Holland nooit geloofd. Ook een staande lamp, een divan en een stellen. het woord cabaret heeft in den loop paar lage tafeltjes, beladen met boeken „Ik heb dat alles reeds zoovele malen des tijds een min of meer ongunstige Overal verspreid Engelsche magazines, verteld," weert ze af, „maarals je wilt— beteekenis gekregen. Hoe langer hoe kranten en tijdschriften. In een vaas Ik begon dan bij Pisuisse in Laren. Ik meer zijn de cabarets „verdancingd". op de piano een bouquet niet meer moet toen zooiets van vijftien zijn Zelfs in Duitschland, waar het „Kabaret versehe, gele rozen. geweest, pas op de tooneelschool en der Komiker" en de „Katakomben" Zij kiest den divan, ik een fauteuil. mocht'es meedoen. We speelden op de oude bolwerken der onvolprezen kleinTerwijl zij zoo tegenover mij zit, kermesse d'été. Het gezelschap bestond kunst waren, lokt nu de parketvloer. zwijgend nog, ontdek ik onmiddellijk uit Pisuisse en Blokzijl en nog een Een der laatste vestingen was de „Bonbij haar de kwaliteit van haar glimlach; paar menschen. Mien Vermeulen was er bonniere" te München en daar was heel .even gedrenkt in weemoed, en oók bij. Die hield in demonische ge- het, dat ik mijn eersten roman „Numnauwelijks begint ze te praten — diep waden als maar voordrachten, waar geen mers" schreef. Welke, het zij hier even met volle klanken — of ik bemerk, dat mensch iets van begreep, maar die ieder opgemerkt, eerst voor kort in boekook haar stem — gelijk haar pen — toch ontzettend mooi vond. Het nood- vorm is verschenen en tegelijkertijd in ieder mouvement der ziel kan weerlot wilde, dat naast onze tent — want het maandblad „Nederland" loopt. Alles geven. Ons land telt vele schrijvende meer was het niet — een draaiorgel huilt er bij... en vindt het prachtig," dames, en ik wil daar hier op deze van enorme afmeting stond opgesteld, vertelt de schrijfster, „maar ik vind plaats niets onaangenaams van zeggen; waardoor hooren en zien je verging. het vreeselijk. Als ik het nu zou moeten niet één bezit echter ook maar 'n Pisuisse was geknakt. Maar het jaar schrijven, zou ik het heel anders doen." atoompje van die ziel, waarmee zij het daarop begon hij in ernst. Twee jaar „De critieken waren anders ook zeer hart van haar publiek weet te verreisde ik met Pisuisse, Lola Cornero. gunstig," merk ik voorzichtig op. overen. Jean Combes en nog enkele anderen^ „Die heb ik allang heelemaal opgeIk herinner me een avond ergens wier namen me ontschoten zijn. Een geven," zegt ze uitdagend en ik doe m een luxueus cabaret met gedempt maand waren we op Scheveningen en er wijselijk het zwijgen toe. licht, een goeden band en wiegende verder op tournee of in „Centraal" „Wat wel aardig is," zegt ze dan paren op een gladden dansvloer. Allengs in Amsterdam." verontschuldigend, „dat zijn de brieven, Wellicht herinnert men zich uit dien wordt het stiller op het parket. Een die ik zoo van lezeressen krijg." tijd het steeds ernstige gezichtje van enkele schijnwerper schiet fel zijn stra„Hoe kwam u er eigenlijk toe te lenbundel naar voren en in den witten het nooit lachende meisje, dat men toen gaan schrijven?" lirhtcirkel staat Willy Corsari. Zij „Ja. Hoe komt men tot het schrijven zingt enkele liedjes en ik ben noch van een roman of een stuk?" zegt ze ontroerd noch enthousiast. Maar dan nadenkend. En dan half verontschulloopt ze heupwiegend langs de tafeltjes digend, laat ze er op volgen: „Toen en met haar helder, ongemeen buigik 'n kind van negen was, schreef ik zaam, sopraantje zingt ze Friedrich Holal heele romans en tooneelstukken. Nu laenders weergaloos mooi lied: „Ichheb ik er soms nog spijt van, dat ik weiss nicht zu wem ich gehore" en'het toen alles heb verscheurd, 't Zou zoo liep me koud over mijn rug. moppig zijn om te lezen. Maar zelfs Anna Sten, voor wie dit lied in de op het oogenblik kom ik er nog niet toonfilm „Heerscher der Duisternis" was toe zoo te schrijven. gecomponeerd, vermocht me niet zóó te ontroeren. Ik keek haar vragend, niet-begrijpend aan.... -
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST
TE ROTTERDAM
„Ik neem het niet au serieux. Daar zit het 'm in. In Berlijn kwam ik om te zingen, maar toen alles verdancingd bleek en ik me geheel en al aan mezeji overgelaten voelde op een trieste huurkamer, ben ik gaan schrijven. In de „B. Z. am Mittag" en in andere Ullstein-uitgaven werden mijn novellen opgenomen. Onderwijl filmde ik — o zeer bescheiden — bij de Ufa en Aafa en werkte ik aan mijn roman „Chimaera". In die filmperiode heb ik de gegevens verzameld voor mijn romans „Chimaera" en „De onbekende medespeler". Overigens is het bij mij zóó, dat als ik eenmaal een idee heb, ik er niet van los kom vóór het boek tenslotte getikt op mijn tafel ligt. Het vreemde is dat ik het beste schreef, toen de omstandigheden het slechtst waren. Mijn laatste roman „De zonden van Laurian Ostar", waarvan nu reeds een tweede druk bij Leopold verschenen is, schreef ik wel onder heel moeilijke en tragische omstandigheden, 's Nachts werkte ik er aan om de narigheid van overdag te vergeten. Er kwamen heel veel sterke koffie's aan te pas en overmatig veel sigaretten." „Maar was uw laatste boek niet een meisjesboek?" „Zeker, en het nu allerlaatste „Wiek wint", waarvan me al een vervolg is gevraagd. Die boeken voor wat oudere meisjes schrijf ik heel graag. Dit is dan ook al mijn derde meisjesboek. Eerst „Bobbed and shingled", toen „Jij en Ik" en nu „AViek wint"." We zijn aan het allerlaatste boek „Klokslag twaalf", dat in de „N. R. Ct." loopt, maar nog is de professioneele nieuwsgierigheid niet bevredigd, en de interviewer vraagt verder in weerwil van het feit, dat de heer des huizes, de dichter-journalist Jan R. Th. Campert, is binnengekomen en amechtig in een fauteuil is neergevallen. Er kwamen koele drankjes op tafel en Willy Corsari vertelde verder. ,;Maar wat valt er nu nog te vertellen ?" vraagt ze verwijtend. Inderdaad — als men den kunstenaar hoort praten, is de kunst altijd eenvoudig. „Heb je verteld van je tooneelstuk ?" helpt de dichter haar op weg. „Neen," zegt ze. „Ik heb een Indisch tooneelstuk geschreven, een plantagedrama „Krontjong". Het moet nu ergens op het bureau van den een of anderen theater-directeur zwerven. Een groot aantal één-acters, die ik schreef, wordt nog vrij geregeld opgevoerd. Nog onlangs heb ik er een geschreven. Ik zat aan een café-tafeltje op den dichter-journalist te wachten, die in een der bovenzalen een vergadering moest verslaan. Ik heb toen maar een één-actertje „Het Diner" geschreven, dat kort daarop door Jan van Ees en Fientje de la Mar voor de radio is gespeeld. Indertijd schreef ik ook de één-acters voor Frits en Adolf Bouwmeester, toen we gedriÈën optraden." „En nu gaat u weer optreden ?" „Ja. In „Hollandais". Hoezoo ? Vind je het vreemd ? Waarom mag een schrijfster wel kousen stoppen of paardrijden en geen liedjes zingen ?"
(Foto H. Bersaenbragge)
„U zei zooeven, dat het cabaret overleden was ? Maar hoe verklaart u dan uw wederoptreden ?" „Tja, kijk eens, het is een verheugend en opmerkelijk verschijnsel, dat de menschen langzamerhand weer meer in de gelegenheden des vermaaks komen om te hooren dan om te dansen. Men schijnt inderdaad ... moegedanst..." Ongekunsteld, slechts nu en dan met een licht, gebaar van haar slanke handen een uitspraak onderstreepend, vertelt ze verder en eerst nu bemerk ik; dat ik al geruimen tijd geen letter meer op papier heb gezet. En misschien juist op dat oogenblik zie ik het nuttelooze in van een onderhoud met iemand, die zich in haar werk zóó volkomen uitspreekt als Willy Corsari. Een enkele maal heeft ze reeds een toespeling gemaakt op het nieuwe groote werk, dat ze onderhanden heeft en waarvan haar gedachten geheel en al zijn vervuld. Er naar gevraagd, tracht ze,eerst een positief antwoord te ontwijken. .„Ik heb ongetwijfeld hevige plannen,"
bekent ze dan, „maar ik vertel ze niet. Ik houd niet van die verhalen van wat men alles doen gaat en waar men dan later toch maar weer op terugkomt. Ik heb plannen voor een groot werk, maar in afwachting van den tijd, dat ik er werkelijk aan zal gaan werken — met de voorstudies ben ik druk bezig — zing ik voorlpopig liedjes." En wie kent ze niet, die simpele, eenvoudige liedjes, die Willy Corsari vaak zelf schreef, en waarmee ze een stampvolle zaal doodstil kan maken ? Dan zijn we allen even los van het alledaagsche en een oogenblik rustig tegenover het stillere in ons. Dan denken we terug aan iets liefs en iets vers. En dän eerst recht ondergaat men het cabaret, waar men met een vaart van de eene stemming in de andere raakt. Waar de zoet vlijmende weemoed is en het felle snijdende sarcasme. Waar de mensch tot bezinning komt over zichzelf en zijn omgeving. Dat is het geheim van het cabaret en van Willy Corsari tegelijk I MARCUS NITZOWITSCH.
- Il — ■,■„•;«? '-jdis
I v
:
\
■
P
''%,
E
im ■■■.•'*
'. ■ ■' i'■ •
:
*
'i ■•T
rts
I. Olg-a in het hospitaal. 2. De nieuwe commandant inspecteert de legionnaires. 3. Gewond terug in het fort. 4. De legionnaire begrijpt, dat er voor hem geen plaats meer is in het leven van zijn vrouw en kind. 5. Als het leven geen geluk meer
Een Gloria-film der N.V. Ufa-Film, mipt Renault om het huis van den Maatschappij. andant. Hij kijkt door een venster naar Scenario: W. Stryewski en A. Louk ii en is getuige van een gelukkig naar een idee van L. Loukasch etafereel. Ook Kristoph^ die ordonProductieleiding: Alexander WolkofJ^" ^n commandant is geworden ver1 hem., dat diens familieleven ideaal geRegie: Wladimir Strijewski. moet worden. Renault speelt zelfs net den kleinen Georg.... Personen: ja en haar zoontje moeten met een De legionnaire . . . . Iwan Mosjouki aan het fort verlaten, want de ArabieKapitein Chardin Peter Vo jn van plan, een aanval te ondernemen, Olga, zijn vrouw ... Trude von Mo zandstorm steekt op, die de karavaan Georg, haar zoontje L. Newerowska idert te vertrekken. Onder bescherming Jeanne, een dienstmeisje Laure Savitso en samoean sluipen Arabische spionDjanni, een Arabische danseres Stanh ader; zij verwoesten de radio-installatie Sergeant Gregoire ..... Georges Ko< oden de postduiven — het fort is van Kristoph Hermann Blaf titenwereld afgesloten, Truzzi Masaz stormaanval laat niet lang op zich Williams Lars Birba en. Commandant Chardin leidt de verSpilka Tuhchtiae ing energiek, maar de gelederen van mannen worden gedund. Gebrek aan en oceaanstoomer is de haven el en water doet zich weldra gelden, uk moet het aanzien, hoe Georg van Marseille binnengeloopen. armoedig gekleede passagier b. versmacht. Hij vraagt aan een sergeant. zich een weg door de menigte. Hij kent ]j het fort mag verlaten, om wat water Fransch; in de hand houdt hij een : len. Hij valt in handen der Arabieren papier, waarop een adres geschreven st ni, de Arabische danseres, die nog altijd hij vindt het huis. vraagt naar Olga T^em houdt, helpt hem echter ontvluchnowa en krijgt ten antwoord, dat mevr( Het lukt hem fort Air Mazdra te beTsjernowa afwezig-is. Hij wil een ln: hij wordt binnengelaten en bericht achterlaten, maar als hij de foto van den vertwijfelden toestand van het omFransch officier op de schrijftafel ziet st 1de fort. voorzien van .de opdracht: „Voor i het fort zelf denkt men, dat Renault lieve Olga van haar Henri", ziet hij van :uveld is. Chardin vindt onder de nageschrijven van een brief af en verlaat eigendommen van Renault een foto huis, na van te voren nog zijn eigen poi Olga en haar kind. Hij begrijpt den te hebben gezien, dat door een rouwrlnhang en weet nu, dat Renault Olga's was omgeven. Hij begrijpt, dat Olga, e man is geweest. Hij besluit, Olga van vrouw, denkt, dat hij dood is, door ontdekking niets mede te deelen. toestand van het fort wordt uiterst bolsjewisten gefusilleerd. Zij is met anderen man verloofd, misschien al :k. Chardin wordt gewond. Dan nadert trouwd, hij heeft dus niets meer in lafdeeling spahi's onder aanvoering van leven te zoeken. lult. De Arabieren worden op de vlucht Hij bezoekt een café. Daar worden even. Chardin wil den bevelhebber zijn daten voor het vreemdelingenlegioen . betuigen en herkent in hem Tlenäult, geworven. Dimitri, de vreemdeling, ne'doodgewaande. Geroerd overhandigt hij de hem toebehoorende voorwerpen, met den muzikant Kristoph dienst in vreemdelingenlegioen om het verleden h^der de foto van Ólga en Georg. vergeten. Hij laat zich als Jean Renault ault ziet zijn geheim ontdekt, de beide schrijven. De nieuw aangeworven sold;; nen staan tegenover elkaar, beiden van het legioen schepen zich in met besten. wat: er gebeuren moet. Renault wil ming naar een afgelegen post in Afrika, 'nd doen, Chardin staat er op, dat Olga mooie Arabische danseres wordt op J beslissing neemt. Georg komt de kamer Renault verliefd, maar zij maakt op Henloopen, angstig gaat hij voor den geen indruk, hij is met zijn gedachten annaire opzij en vlucht in de armen van Olga. rdin. Daarmede is voor Renault alles De dagen gaan voorbij met het verhel-ist, ontroerd geeft hij Georg een afvan zwaren dienst. Op een dag wordt 'idskus, verzoekt Chardin te zwijgen en aankomst van den nieuwen command f heen. gemeld. Hij is met vrouw en kind gekoren volgenden dag verlaat een karavaan en Renault, die hun bagage moet afha den gewonden commandant, Olga en herkent in de vrouw... Olga, in kind het fort en de legionnaires begeleikind. . . . zijn zoontje. Diepe smart ven hun commandant een eind. Renault, die zijn ziel, maar hij weet zich te beheersch Sergeant is bevorderd, bevindt zich onder Terwijl de legionnaires met Kristoph ■ Als door een waas ziet hij de karavaan hel wachtlokaal een melancholiek liedje 2 Strekken. Hij bedwingt iijn smart en met te stem beveelt hij zijn mannen, het lied legionnaires aan te heffen. . . .
»3.
pp 1 -
i i
*
v
JL, .w iß
• .
1*0 .is<>v;
■üs 9
>a:;;
'Si
WÊ geven kan, 6. De legionnaire verlaat het I fort om water te halen. 7. Olga, kapitein Chardin en de kleine Georg. 8. De legionnaire en zijn zoontje Georg. 9. Olga met haar kind. 10. De Arabieren vallen het fort aan.
■
MIJN NEEF JANSSEN zat met zijn sociëteitskennissen aan de bittertafel. Zij bespraken de gebeurtenissen van den dag. „Ja," zuchtte een der beeren meewarig, „onze goede vriend De Bruin heeft voorgoed zijn welverdiende rust gevonden." „Och zoo ?" vroeg mijn neef geïnteresseerd. „Heeft hij eindelijk dat baantje aan het departement gekregen ?" „Je vroeg me," zei de verbolgen uitgever tegen den dichter, „of je beide kanten van het papier mocht beschrijven. Volgens mijn meening zou het beter zijn als je geen enkelen kant van het papier beschreefl" Fred: „Heb jij wel eens voor een groote zaal met menschen gesproken ?" Ted: „O ja, zekerl" Fred: „En wat heb je gezegd?" Ted: „Dat ik onschuldig was." Vrouw: „Je houdt niet van mijl De dokter heeft gezegd, dat ik een vermageringskuur moest doen en nu wil jij het mij niet toestaan 1 Je bent een bruut, een ..." Echtgenoot: „Natuurlijk houd ik van je, lievelingI Ik houd zelfs zooveel van je, dat ik geen ons van je zou willen missen I" „Wat hoor ik? Wil je vrouw met alle geweld naar Monte Carlo ?" „Ja, ze is er eenvoudig niet van af te brengen. Maar ik heb het haar absoluut verboden." „Dus zij gaat nu toch niet?" „Tenminste niet met mijn toestemming I" „Dus je bent naar Berlijn geweest om met je familie te spreken over een erfenis — wat was het resultaat?" „Ik ging er eerste klas heen en kwam derde klas terug 1" „Heeft je man een grooten kring vrouwelijke kennissen?" „Een kring? Mensch, het is eenvoudig een draaikolk 1"
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd negen en tachtig. Uir welk land zijn de goudvisschen oorspronkelijk afkomstig ? Onder de abonné's, die ons vóór 28 September goede oplossingen zenden (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 28 November) verloten wij een hoofdprijs van f 2.50 en vijf troostprijzen. Adresseeren aan Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden, en op briefkaart of enveloppe a.u.b. duidelijk vermelden: Vraag: 189.
Dichter: „Hóe vind je mijn muzenkinderen ?" Vriend: „Echte enfants terribles."
'"lêïr
Rechter (tot vrouwelijke getuige, na het kruisverhoor): „Ik hoop, dat ik u niet heb gehinderd met al deze vragen" Getuige: „Heelemaal niet, edelachtbare. Ik heb een zoontje van zes jaar." Marie: „Mijn verloofde vertelt aan al zijn kennissen in Indië, dat hij naar huis gaat om te trouwen met het liefste en mooiste meisje ter wereld." Hermine: „Och, kind, hoe gemeen van heml En dat nadat jullie zoo lang verloofd zijn geweestI" Vriendelijke oude heer (tot jongetje, dat een appel loopt te eten): „Pas maar op voor de wormen, ventl" Vent: „Als ik een appel eet, motte de wormen maar op d'r eige passen 1" De sterrekundige (tot zijn-Jonge vrouw): „Gefeliciteerd met je verjaardag, lieveling. En vanavond heb ik een geweldige verrassing voor jel" Het vrouwtje (nieuwsgierig): „Enwat is dat dan?" De sterrekundige: „Vanavond om half twaalf heeft er een totale maansverduistering plaats I" • „Geef mij dadelijk tien gulden!" dreigde de inbreker met opgeheven mes. „Graag, heel graag," antwoordde de heer des huizes. „Maar ik kan 't niet passen. Hebt u misschien terug van honderd gulden?" De onderwijzer deelde in de klas mede, dat de kleine Jantje Pieters ontbrak, daar hij in het ziekenhuis lag en geopereerd moest worden aan blindedarmontsteking. „Weten jullie, wat blindedarmontsteking is?" vroeg de onderwijzer. „Ik wel, mijnheerl" zei trotsch een kleine jongen in de achterste bank. „Vader zegt, als je blindedarmontsteking hebt, wordt je door een dokter geopereerd en die haalt er alles uit, wat je op de spaarbank hebt." „Stel je voor, nu heeft mijn vrouw al wèèr een anonymen brief ontvangen I" „Van wien ?" De zeer zuinige echtgenoot: „Vrouwtje, l^ier heb je een kaartje voor den goochel-avond. Als de goochelaar het kunstje doet met een theelepeltje meel en een ei, waarvan hij twintig omeletten maakt, dan moet je er héél goed naar kijken, hoor!" Onderwijzer (uitleggend wat eerlijkheid is): „Dus Frits, als jij een gulden vond, zou je hem niet houden?" Frits: „Neen, mijnheer." Onderwijzer: „Wat zou je er dan mee doen ?" Frits: „Uitgeven, mijnheer." - 14 -
WA
„Heb je gezien, hoe die brutale tramconducteur je aankeek? Alsof je je kaartje niet had betaaldl" „Ja, en zag je mij kijken, alsof ik 't wèl had betaald?" „Heb jij wel eens een spoorwegongeluk meegemaakt ?" „Ja, en óil Ik ging eens door een tunnel, en toen zoende ik den vader in plaats van de dochter."
VI:
Het jonge paar was op de huwelijksreis. Toen zij een museum verlieten, vroeg de jonge vrouw verlegen: „Waar waren wij nu, lieveling? Waren het schilderijen of beeldhouwwerken of opgezette dieren?" Echtgenoot van de schrijfster: „Heb je nog lang aan dien roman te werken ?" Schrijfster: „Ik ben juist aan de sterf-scène vän den held!" Echtgenoot (beleefd): „Nu, als hij dood is, wil je dan even dien knoop aan mijn jas zetten?" „Waar heb je je man voor het eerst ontmoet ?" „O, dat was hemelschl Ik trapte in het gedrang op zijn teen en toen zei hij: „Stomme idioot!""
m.
;M •
DE OPLOSSING
1. Evelyne heeft het naar haar zin. 2. Hoe kom je aan die parels? 3. De schatrijke oom (Leo Slezak). 4. Georg Helmbach, Frea Keller en Evelyne. 5. Evelyne en haar man tijdens een concert. Q De laatste benut de gelegenheid om van auto's te droomen.
Vraag honderd vijf en tachtig. Bij het gemengd bedrijf in den landbouw, dat meestal voorkomt op zandgrond, verbouwt de boer op zijn grond diverse landbouwproducten, die hij uitsluitend als veevoer gebruikt; hij leeft dan van de opbrengst van zijn vee. Met de juiste beantwoording van deze vraag verwierf de heer M. W. Hoeks te Leiden den hoofdprijs. Een troostprijs ontvingen: de heer D. v. d. Keemel te Schiedam; de heer D. P. A. v. d. Helm, Rotterdam; mejuffrouw P. Pelsma, Amsterdam; de heer G. de Hunt, Amsterdam en de 'heer R. D. van der Wijck, Arnhem. De prijzen, die wij onder onze Indische abonné's verlootten, vielen ten deel aan den heer M. A. P. van Vrijaldenhoven te Paramaribo (hoofdprijs), mevrouw A. de Witte—Vuurmans te Emmastad (troostprijs); mejuffrouw F. Klusman te Malang (troostprijs) en den heer The Béng Gwan te Poerwakarta (troostprijs).
st^r^
VW*o>C>
I f
-
'e meeste menschen weten wel van hooren zeggen, dat zich op gezelschapsreizen soms merkwaardige | gebeurtenissen afspelen, en sommigen zijn I niet tevreden, vóór zij eveneens een min of (meer romantisch avontuur achter den rug 1 hebben. Om echter op een plezierreisje naar Schotland voet aan wal te zetten, een allerliefste jongedame te leeren kennen en binnen drie dagen met haar te trouwen, om een even grappigen als schatrijken Schot als oom te krijgen en een paarlencollier benevens een bezending goede raadgevingen als bruidsschat .... daarvoor moet men wel een geluksvogel zijn als Ingenieur Fred Keller uit Berlijn! De medereizigers op de pleizierboot „Meteor" zagen alleen het happy end, terwijl het leven toch eigenlijk pas begon voor het jonge paar, dat veel te verliefd was om te kunnen beoordcelen of zij eigenlijk
■■«^BP
i:
wel zoo goed bij elkaar pasten. Hij interesseerde zich heftig voor auto's en motoren en alles wat er bij te pas kwam, en het kwam heelemaal niet bij hem op dat Evelyne meer belangstelling voor muziek had, en voor loopig doet dat er ook niet toe. Fred brengt het ..kostbare" geschenk van den rijken oom aan booijd om het in de scheeps-safe te bergen, hoewel de juwelier Veltheim hem vertelt, dat- het collier valsch is -— en hij Iaat zijn jonge vrouw het geloof aan de gocdgeefschheid van haar oom. Zij ^ heeft intusschen op het schip iemand gevonden, die haar passie voor muziek deelt, en zij besluit dezen iemand — den charmanten Georg Helmbach uit Berlijn — ook later niet te vergeten. Eindelijk komt het jonge paar in Berlijn aan. en wordt door Otto. Keilers manusjevan-alles, die niet alleen monteur in diens garage maar ook huisknecht, kok en vertrouwensman is. hartelijk verwelkomd. De goede jongen is direct vuur en vlam voor zijn nieuwe meesteres, en besluit haar beschermengel te worden. Op den eersten rit dien Fred met Evelyne naar zijn zevenden hemel: de garage, maakt, Wat zijn de échte en wat de valsche parels? ontstaat er een aanrijding met een prachtigen luxewagen, bestuurd door de tooneelspeelster iMolly Braun, welke zich al gauw ontpopt als Freds ideaal-vrouw: het meisje dat van motoren evenveel verstand heeft als hij. Hij is ontevreden over Evelyne. die liever aan de piano een sonate speelt dan hem aan zijn radio te laten prutsen: zij daarentegen verlangt naar iemand, die naar haar muziek luistert in plaats van over mo.toren te praten. En zoo ontstaat er weldra een verwijdering. Fred gaat met Molly uit en Evelyne gaat bij den charmanten Georg Helmbach op visite, maar loopt dadelijk weg als deze heer al te duidelijk wil toonen. hoe allerliefst hij zijn bezoekster vindt. Zij moet echter bij hem terugkomen, daar zij in de haast haar taschje heeft laten liggen. Tot haar grooten schrik mist zij de ,,waardevolle" parels. In Helmbachs woning blijft geen meubel op zijn plaats, er wordt naar Evelyne's paarlen gezocht als naar een naald in een hooiberg, maar vergeefs. De parels zijn en blijven weg. Helmbach begrijpt echter, wat zijn plicht als man van eer is en stuurt Evelyne de „teruggevonden" parels. Molly Braun en Fred Keller. Op een dineetje ten huize van het jonge in het reine te brengen. Evelyne ontvangt en daarbij door de politie gesnapt werd paar. waaraan Molly en Helmbach als gasten hem in een gedrukte stemming en smeekt aanzitten, komt het tot een scène. Evelyne's Otto, die Evelyne uit haar moeilijke positie hem, haar toch te zeggen of de parels echt redden wilde.' collier breekt en het blijkt, dat de over den of valsch waren; hij ontwijkt echter een grond rollende parels werkelijk echt zijn. Nu is Fred in het bezit van de parels. rechtstreeksch antwoord op deze gewetensFred is woedend. Hij weet toch, dat de Trotsch keert hij met den juwelier naar zijn vraag, en als zij van het station de woning parels valsch waren! Hij verwijt Evelyne, woning terug, waar een eindelooze verwarbereiken is er ingebroken en de parels zijn dat zij zich door Helmbach parels laat schenring ontstaat als ook de oom en diverse verdwenen uit de safe. waar Fred ze had ken, deelt haar mee dat de parels van haatandere vrienden en kennissen met en zonder opgeborgen. Wie heeft ze gestolen? oom valsch waren, pakt zijn koffers en gaat parelcolliers komen aanzetten. Maar de ^ Fred verschijnt ten tooneele en verwijt naar zijn kantoor. De juwelier Veltheim. Schotsche oom brengt alles in het reine, Evelyne, dat zij een inbraak gefingeerd heeft dien hij als getuige voor zijn beweringen wil maakt Helmbach met Molly Braun gelukom zoodoende een bewijsstuk te laten veroproepen, is voor drie dagen op reis. kig, verklaart het echte collier voor echt en dwijnen te zelfder tijd speelt Hclmbach Evelyne is diep beleedigd, en telegrafeert het valsche voor valsch en geeft beide aan een beetje piano, hoort een gerammel tushaar oom, dat zij zich scheiden laat en naar de eerlijke eigenaars terug. En eerst nu is schen de snaren van de piano, en vindt. Schotland terugkomt. De oom daarentegen het happy end van onze geschiedenis beEvelvne's parels. Hij belt haar op, en de reikt. besluit naar Berlijn te komen om de zaken oom begeeft zich dadelijk op weg om het collier te halen. Nu is alles eenvoudig genoeg: hij zal Fred vertellen, dat hij de dief Verwacht van de parels heeft opgespoord en geen MK MATA-HARI wolkje zal meer den huwelijkshemel der de mysterieuse koningin van met Keilers verduisteren. Maar terwijl de oom ORETA naar Helmbach onderweg is, heeft een vteemde man Evelyne opgebeld, zich als dief OARBO KOMT van de parels aangegeven, maar plotseling en RAMON was het gesprek onderbroken. Evelyne kon NOVARRO niet weten dat Otto deze ..dief" was, die FILMA AMSTERDAM in het kantoor van haar man had opgebeld
^ /
#*•" -:?X\
K fc
■
HfT I l%f E A
BRIGITTE HELM
- 16 -
LUPE VÄLEZ IN „HET CÜDAANSdïïE UEFDESLIED" 4
{PÓTÓ JMr.O.M.j
Alle grondpassen en nieuwste variatiën in
QUICKSTEP S LOW - FOX WALTZ, TANGO EN BLUES en nieuwe dansen, uitgebracht door de Imperial Society of teachers of dancing in London, die voor het komend seizoen ingevoerd worden, demonstreert en onderwijst
W GGt §lj dat regelmatig terugkeerende klachten en pijnen bij vrouwen in vele gevallen gemakkelijk overwonnen kunnen worden? Het boekje:
AANM.
STADHOUDERSKADE I 52 AMSTERDAM ZUID
nkalk en de
TELEFOON 24232
gezondheid der vrouw**
geeft U waardevolle inlichtingen en raad omtrent de problemen, die de gezondheid der vrouw betreffen. Het toont U aan hoe allerlei klachten en storingen voortspruiten uit één algemeene oorzaak, nJ. gebrek aan kalk in het lichaam en hoe gij met Kalzan, het Kalkvoedsel, dit kalkgebrek kunt over* winnen en weer een ongestoorde, krachtige gezondheid zult genieten. Vraag dit boekje, dat voor iedere vrouw belangrijke wenken bevat nog vandaag aan. Het geeft uitstekende raadgevingen op het gebied van hygiëne en gezondheid en wordt U geheel gratis en franco na ontvangst van onderstaande coupon oi briefkaart toegezonden. Kalzan is geheel onschadelijk. Het is een Kalkvoedsel, dat onder alle omstandigheden kan worden genomen en nimmer kan schaden, maar U goed moet doen. Gebrek un kalk ia oorzaak van vele ander« klachten, o.», wimerhanden. Door reeda nu Kalzan Ie nemen, zuil gij dia lastige kwaal voorkomen.
LZAN
NIEMAND NEUST IN EEN PERIODIEK EVEN NAAR HET WEERBERICHT! • In een periodiek wordt heelemaal niet geneusd. Een periodiek wordt intens gelezen. Een periodiek wordt uitgespeld door allen thuis. Het blijft liggen voor gasten. Voor bezoekers. Telkens en telkens weer wordt het opgeslagen. Vijf, tien keer wordt uw adver-
Het Kalkvoedsel
tentie gezien. Op oogenblikken dat er tijd is om iedere vierkante centimeter te lezen. Buitenlandsche en Nederlandsche groot-adverteerders leverden het bewijs: publiciteit In periodieken is de hoeksteen van een goed opgezette pu-
Bij alle Apoth. enDrog. a f 1.25 en f 2.25 Zand mij ».v.p. monstertube Kalzan en boekje door Dr. H. Umbcr, gratis too (in open envelop, porto l'li ct.). VUL IN:
bliciteit! Adresseer;
rV
N.V. A. Wulf Ing & Co., Oosteinde 1, Amsterdam-C.
ADVERTEER IN PERIODIEKEN GEEF UW ADVERTENTIE EEN LANGER LEVEN
BBW®*
19 -
,
.. -
i
MODERN ' LEVENDIG INTERESSANT Overal verkrijgbaar
UIT DEN INHOUD VAN HET SEPTEMBER-NUMMER:
De geschiedenis mei Jen Hamster Astrologie - Maia Hari - De Man die niet van plan was ie lachen - Passen wij bij elkaar.
iU.
DE GRAVIN VAM flQIITECUWSTO jbRIGITTE HELM
zegd hebt? Dat geen enkd dreigement je kon bewegen, ook maar één penny te dokken! Hoe iemand van jouw leeftijd, iemand die de wereld zoo goed kent, als jij, een paar halfvolwassen jongens zóó'n daverende leugen op den mouw durft spelden, is me een raadsel! Het bewijst alleen opnieuw waartoe een mensch komen kan, als hij te eenzijdig wordt...." De indringer ging nu ook zitten. De ellebogen op de tafel gesteund, zijn pistool dreigend op Peter Camp's borst gericht, staarde hij den millionnair aan. „Laat ik je grappenmakerij, die je daarnet met de snuiters hebt uitgehaald, nog eens overdoen, mijnheer de filosoof, maar dan aan den anderen kant te beginnen! Je biedt me vijf shilling om je licht niet uit te blazen. Ik zeg neen. Hoor ik je zeggen: schiet maar?"
.'
;, .
/.■.:■::> .«-V-'.^A.'i/ti,.*;;
Peter Camp schudde zijn hoofd. „Je biedt vijfhonderd pond. Weer zeg ik neen. Ga je nu antwoorden dat ik maar moet doen waar ik pleizier in heb?" De millionnair schudde zijn hoofd. „Natuurlijk doe je dat niet. Je stelt me voor om je tegen een losprijs van tweeduizend pond ongemoeid te laten. Maar ook dat weiger ik. Moet ik er maar een moord voor over hebben? Bedenk wat je tegen die twee groene jongens gezegd hebt, moet ik schieten? Spreek op!" De millionnair schudde zijn hoofd en de bandiet grinnikte. „Dacht ik wel! Versta ik goed, dat je me vierduizend pond aanbiedt. Ja? Ik zeg dank je; ik zeg dat ik je zal neerschieten als een hond, wanneer je niet méér wilt afschuiven. Weiger je hooger
N.V. VEREEN. HET ROTTERDAMSCH-HOFSTAD-TOONEEL DIR. COR VAN DER LUGT MELSERT
CARAMBA EEN OPERETTE MET HINDERNISSEN Roemer en de anderen. Maar het treurige Uen operette, die als operette niet doorbezwaar blijft van kracht, ja wordt er haast ging, toen een operette zonder muziek werd, vervolgens een operette-parodie heette des te sterker om, omdat uit dit goede spel en ten slotte om de parodie nog beter te weer blijkt, dat ook op ander en beter gebied zooveel gepresteerd kan worden. maken in twee en drie weer muziek kreeg; Een inhoud behoeven en kunnen we haast ziet hier een heelen lijdensweg, een lijdensniet aangeven (wederom een bewijs voor weg om de parodie of om den humor of der operette gehalte!), haar voorhistorie om den humor van de parodie of om dè staat uitgebreid in het programma en beparodie van den humor, of om de. ... Ik hoeft dus evenmin herhaald te worden. weet het niet meer. Het resultaat heet CaSlechts resten ons nog Walther Matthies' ramba. Caramba is een Spaansche krachtzeer behoorlijke band en de aardige decors term; omdat de operette uit het Spaansch om te vermelden. R- A. L. is vertaald, heeft ze een Spaanschen naam in Holland; in Spanje heette ze weer anders. Maar Wouter Loeb heeft haar erg verdienstelijk uit het Duitsch vertaald. En ze wordt niet minder verdienstelijk gespeeld, maar.... we moesten ons eigenlijk diep schamen, dat serieuze acteurs, die zich aan de kunst, de kunst, hebben gewijd, zoo iets moeten gaan spelen. Het is haast lamentabel, dat we een Fie Carelsen zien dansen als een girl, een Engers tot genoegen van Jan Publiek — hij spreekt van „z'n publiekie" — bankbiljetten uit zijn opgevulde buik zien trekken. Toch kunnen we niet eens zeggen, dat deze (of is het „dit"?) Caramba een groot prul is, ja het is zelfs op sommige plaatsen beslist geestig en als parodie zeer geslaagd. Dat het dan ook in de fout der meeste parodieën vervalt en op den duur wel eens flauw wordt, is er des te meer jammer om. Doch al zou Caramba dan in een cabaret of variété, eenigszins besnoeid, lang geen dwaas figuur slaan, om er ernstige acteurs mee te belasten... Ik kende iemand, die dan zei: „Heb meneer geen andere zorgen." Ze spelen het voortreffelijk, allen, zonder uitzondering; de twee zooeven genoemden, Adolf Engers, Fie Carelsen en Johan Elsensohn in „Caramba". zoowel als Ceesje Speenhof, Elsensohn,
21 -
20 -
.i
[Veivolè van paèlna 7] triumf in als Peter Camp straks gevoeld had. „Heb je nog een ander wapen hier of daar verborgen?" De millionnair schudde het hoofd. „Schitterend. En nu, mijnheer de filosoof, laat ik je een waarschuwing geven. Bij de eerste poging om te ontsnappen of spektakel te maken, schiet ik je neer als een hond, goed begrepen?" „Ja." „Ik ben blij,-dat je je tong nog n,.'t verloren hebt. Je kunt anders aardig zwetsen; wel wel, wat heb je die twee onnoozele kwajongens de stuipen op het lijf gejaagd! Bluf is toch maar je ware! Ik heb van ieder woord van de conversatie genoten!" Peter Camp zag een korten, ineengedrongen, gespierden kleinen man met een zwart masker over de oogen. In een houding die grimmige vastbeslotenheid verried, liep hij naar het einde van de tafel, waar de jongens hadden gezeten en nam achtereenvolgens de beide pistolen op, die daar nog lagen. Hij opende de magazijnen en liet de patronen in de palm van zijn linkerhand glijden. Daarop bekeek hij ze met heerschersblik en knikte ernstig. „Ik vermoedde iets van dien aard: losse patronen — geen kogels! Dat schot van dien jongen snoeshaan klonk me ook verdacht weinig echt in de ooren. Bovendien, als er een kogel in de patroon had gezeten, zou ik nu waarschijnlijk niet voor je staan. Ik dacht een oogenblik dat het met me gedaan was, want die snuiter mikte precies op mijn borst. Het verwondert me warempel, dat je niets hebt gemerkt, want ik sprong een voet in de lucht ik had me in dien donkeren hoek verstopt. Jouw eigen pistool bevat zeker bruikbaarder munitie, hè?" Hij opende het magazijn en een houder met scherpe patronen viel in zijn handpalm. Een krakende, sarcastische keellach was de triumfantelijke commentaar. „Ik zeg nog eens, dat was een machtig-mooie redevoering, waarop je die gasten hebt getracteerd," vervolgde de indringer monter. „Ik ben overtuigd, dat ze er een hoop aan hebben gehad en voortaan het rechte pad zullen bewandelen. En je hebt je rol schitterend gespeeld alle hulde, hoor! Je heldhaftige kalmte in het aangezicht van den dood was in één woord bewonderenswaardig die apen hebben geen seconde gedacht, dat het allemaal bluf en comedie was. En dus mag je van geluk spreken, dat ze vertrokken zijn en je niet meer kunnen uitlachen als je bluf je ingepeperd wordt: want dat staat op het punt te gebeuren, mijnheer de filosoof! Ga dan weer in dien stoel zitten." Peter Camp voldeed aan het bevel. „Je herinnert je wat je tegen ze ge-
ik het bij 't rechte eind, als ik aanneem zijn pathetische ontboezeming van vech- was blijkbaar te veel geweest voor den zemvriend, detective Patrick Hanraverdiept in zijn krant. Plotseling dat je me de heele vijfduizend pond" DANSINSTITUUT OOSTOY ten op leven en dood, winnen of in den ouden man. Hij stak den detective zijn kau, verbrak Barker het stilzwijgen. — hij knikte naar den stortvloed van bevende rechterhand toe. slag blijven. Maar hij kon niet helpen, LCIDSO+eKADC 1Q2-AMSTCBDAM-C-m.36 „Pat," zei hij met een voor zijn doen bankpapier op tafel — „aanbiedt, om je „Die bankbiljetten zijn voor jou," zei dat er een spoor van een glimlach om niet te vermoorden?" zijn lippen speelde en de aanwezigheid hij met een knik naar de vijfduizend ongewoon deemoedige stem: „ik moet „Je vergist je inderdaad niet, wanneer van dat glimlachje ontging Jim Hark pond minus achttien op de tafel. „J ij je een bekentenis doen." Hervatting van het cursusonderricht „Ik luister," antwoordde Hanrakau, je dat aanneemt," bevestigde de millionbent de eenige van allemaal die vanniet. zijn krant neerleggend. „Jouw bekentenair. MEDIO OCTOBER avond hier in den kelder zijn geweest, „U maakte mij aan het schrikken, nissen zijn in den regel nogal interes„Dat had ik me ook zoo voorgesteld! die zich niet met ijdel gefantaseer opzoodat ik één moment niet op mijn hoede Inschrijving vanaf heden dagelijks aan M ij n fantasieën zijn buitengewoon was," viel de inbreker kwaadaardig uit. houdt en de kaart, die hij zegt in han- sant," voegde hij er droogjes aan toe. het Instituut van II—17 en 19^^—21^. „Misschien, maar wat je nu te hooren reëel! Die vijfduizend pond zijn van mij, „Net als jij Mr. Camp gedaan hebt," den te hebben, ook werkelijk in handen uur. Kaarten voor de mijn komst is niet vergeefsch geweest. heeft. De hemel zij gedankt, dat er zult krijgen, is toch heel wat anders was het wederwoord. Ik faal zelden. Ik kreeg er de lucht van „Wat voor verwenscht toeval doet tenminste één onder ons is, die zijn dan wat ik gewoonlijk te vertellen heb. DEMONSTRÄ TIE-A VONDEN — hoe komt er niet op aan — dat je jou zoo onverwacht hier opduiken?" toevlucht niet hoeft te nemen tot Ik hoop, dat het mijn zenuwen zal opop 28, 29 en 30 September a.s. alsluchten schoon schip te maken, want een groot bedrag in bankbiljetten van vroeg Jim Hark, op denzelfden boozen -bluf...." mede voor de En met deze woorden strompelde de ik ben nog nooit zoo trillig en bibberig de bank- haalde. Ik zag een bediende toon als zooeven. PAUL BERN, die tasch hierheen brengen — heb in„Inderdaad puur toeval; mijnentwege oude heer de trap op. Barker wierp geweest. Ik heb vanavond den krankSOIREE DE GALA de leider der Duitsche versies van de M.G.M., gebroken, verborg mij, alles in het onmag je het stom geluk noemen. Ik snap- slechts een vriendelijken blik op het zinnigsten streek van mijn heele leven die ongeveer twee maanden geleden in het wrikbare besluit, dat vóór de nieuwe uitgehaald. Pat." te je terwijl je iemand schaduwde, geld. op 1 October a.s. zijn voor leerlingen huwelijk trad met Jean Harlow, met wie Hanrakau ging overeind zitten; een dag aanbreekt een fiksche portie van waaruit ik concludeerde, dat je op het nudleerlingen en introducé's dagelijks men hem hier op onze foto ziet, is onder en al belangstelling. Er moest wel iets Drie uur later zat detective Barker in het geld van mij zou zijn. En jijzelf hebt oorlogspad was, ik hield je in de gaten, tragische omstandigheden overleden. aan het Instituut verkrijgbaar tot en de wachtkamer van het politiebureau heel bijzonders aan de hand zijn mij het karwei heel wat gemakkelijker zag hoe je jezelf hier binnen liet en was met, uiterlijk. Dinsdag 27 September. te gaan? Bedriegen mijn ooren mij, gemaakt, dan ik had durven droomen nadenkend zijn pijp te rooken. Aan den zóó kende hij zijn vriend Barker niet. zoo vrij je voorbeeld te volgen. Deze avonden vinden allen plaats in de „Ik heb Hark gearresteerd." wanneer ik meen je te hooren beweren, dat het zou zijn." „Net iets voor een detective om een anderen kant van de tafel was zijn boegroote zaal van het Restaurant Trianon dat zelfs het feit, dat je leven aan een De inbreker stond op en met zijn (Poto Godfried de Groot) slecht voorbeeld te volgen," bromde de zijden draad hangt, je niet kan bewe- handen den rand van de tafel vasthouJLOUDSIE l>C@@D[Ml^!MSj inbreker. gen te gehoorzamen?" dend, keek hij den millionnair aan, pre- • „Ik zal dit blijven doen, door je te de succesvolle Nederlandsche actrice, is dit seizoen aan'het gezelschap Saalborn De inbreker bewoog den loop van cies zooals deze zijn jeugdige bezoekers ' verbonden. volgen naar het bureau," verklaarde de zijn pistool op en neer, het beurtelings van straks had aangekeken. politie-beambte opgewekt. richtend op het hoofd en het hart van „Ben jij het niet, die je aan fantaPeter Camp kwam niet zonder den millionnair. sieën te buiten gaat? Te speelde voor moeite overeind; hij wankelde op zijn „Hoor ik je iets mompelen van een held en fantaseerde dat je je liever beenen; zijn gezicht was doodsbleek. De koord om mijn nek?" zou laten doodschieten, dan onder zenuwspanning van het laatste kwartier Peter Camp schudde zijn hoofd. FILM-ENTHOUSIASTEIV dwang ook maar één penny van je geld „Och, och, wij oude kerels mogen af te staan. Plotseling bevind je je van dankbaar zijn, dat die twee rakkers zijn aangezicht tot aangezicht met feiten, J. R. £e ARNHEM. He£ adre» van Ann verdwenen en het schitterende beeld niet met fantasieën — met m ij, een - Harding is R. K. O. Studio», 4516 Sunset Blvd., Hollywood, Californië. van heldenmoed en doodsverachting, • onontkoombaar, fataal feit. Nu zie je waarin je welsprekendheid ze vol be- wat fantasieën zijn: het ziekelijk, misM. K. te DEVENTER. Niet meer dan wondering heeft doen gelooven, niet in maakt product van roekeloos-verspilde drie vragen per week s.v.p. Georg Alexander adden we gisteren visite. rook zien vervliegen! Maar tenslotte gedachten, om je eigen welsprekenwoont Wiesbadenerstrasse 5, Berlijn. Hij Van der Meulen, onze overbuur en is gehuwd met Sweeta Tzatschewa. Zijn doet dat niet ter zake laat ik de taal te gebruiken. Want vóór je z'n vrouw. eerste vrouw was Aud Egede Nissen. Zijn mijn lesje in filosofie voortzetten. Heb staat een door de wol geverfde misdaHij is geen ongeschikt type. Doch zij ware naam is Georg Alexander Ludieke. diger, een desperado, die liever dan Is je ooit last hebt van een keukenmeisje dat Dit najaar vertrekt hij voor drie jaar naar ook maar van één penny van het geld, zout kookt, stuur d'r dan naar de VermeuEngeland om er toonee] te spelen. Hermann ZIJ WERD STEEDS ZWAARDER. dat hier op tafel ligt uitgespreid, af te ns en ze is direct genezen. Zij (de vrouw van Thimig woont Nestorstrasse 45, Berlijn. NU WEER NORMAAL. zien, met plezier zooveel gaten in je lijf i'n overbuurman) is je reinste' remedie tegen Hij is den 3en October te Weenen geboren. Hij is gescheiden. Zijn nieuwste rol e liefde, waarvan zout koken een der sympto„Ik werd steeds maar dikker en dikker, schrijft zal schieten dat je op een zeef lijkt, of is in de film „Kiki" met Anny Ondra. een getrouwde vrouw, had veel last van zich zelf tot een zeef zal laten schieten. en pleegt te zijn. hardlijvigheid en sukkelde erg met de lever. Ik wil er voor vechten op leven en P. VR. te •»-GRAVENHAGE. Het adres Drie maanden geleden raadde een vriendin dood het is winnen of in den slag We zaten zoo wat te praten. van Dorothea Wieck is Reichstrasse 21, mij aan om eiken ochtend een theelepel blijven." Berlijn. U moet haar in liet Duitsch Op een zeker oogenblik gingen de dames Kruschen Salts te nemen in een glas warm schrijven en niet vergeten een antwoordaar boven. Ik geloof om den nieuwen winter„Als je een vin verroert, ga je er aan!" water. Ik had dat sinds dien tijd steeds coupon in te sluiten I oed van m'n vrouw te zien. regelmatig volgehouden, hoewel ik eenige Dezelfde grimmige woorden die hij A. v. O. te ROTTERDAM. Het adres Ik had niks geen lust om mee te gaan. Ik weken geleden alweer op mijn normale tegen den millionnair gebruikt had, klonvan Magda Schneider is Kaiserdamm 67, ad al genoeg gehad aan de rekening. En Vergewicht — 126 pond — teruggekomen was. ken, krachtig en helder als een luiklok, Berlijn. Zij geeft autogrammen; U moet leulen dronk ook liever een borrel. Ik heb me nog nooit zoo goed gevoeld als in de ooren van Jim Hark, den uitbrehaar echter in het Duitsch schrijven. Neem er nog een, zei ik tegen hem, je ziet nu en ik ben dan ook van plan om voor ker en de schrik deed hem onbeweeglijk goed Kruschen Salts door te blijven ge'r beroerd uit. staan als een steenen beeld zooals bruiken. Verschillende van mijn vriendinnen Ssst.... zei hij. was het al opgevallen hoe slank ik werd en Peter Camp onbeweeglijk als een steer Waarom „sssst"? vroeg ik. nen beeld gestaan had. Het dreigement hoe goed ik er uitzag. Nu ik ze heb uit'n Geheim voor m'n vrouw. gelegd hoe ik dat gedaan heb doen zij het- was niet het eenige bewijs van de Ze kan 't toch anders gemakkelijk genoeg achter hem van zelfde." (Mevr.) D. H. tegenwoordigheid ien. Overmatige corpulentie ontstaat dikwijls iemand met een wapen in de hand, want Da's juist het geheim. doordat het organisme verstopt is door af- Jim Hark voelde den loop van een Nou kan ik me nergens meer over ergeren, valstoffen, die verwijderd moesten worden, pistool stevig en pijnlijk tegen zijn achjuist als een kachel die branden moet en ian over iemand die geheimzinnig doet. terhoofd aandrukken. Een korte stilte verstopt is door asch en roet. Wanneer Vermeulen scheen dat te merken en met 'n en toen vervolgde de stem: deze afvalstoffen gelegenheid krijgen om ovialen klap op m'n schouder, die veel te hard „Schuif je wapen over de tafel van zich op te hoopen en steeds blijven toeankwam (je hebt dat meer na den tweeden je af." nemen, veranderen zij in vet. De zes zouten sorrel). zei hij: Met zijn vingertoppen duwde Jim in Kruschen helpen de inwendige organen Zie je, m'n vrouw wil een dag of veertien om eiken dag de afval — en giftige stoffen — Hark het pistool buiten zijn bereik." ie stad uit. En als ik nou niet zoo beroerd uit het lichaam te verwijderen, die de wer„En nu je handen op je rug!" djk, gelooft ze dat ik het prettig vind en... . king- van het organisme belemmeren. Dan Het volgende oogenblik stond Jim — beetje bij beetje — verdwijnt de over- Hark met de polsen geboeid op zijn' dan gaat ze niet. Snap je! dadige dikte — langzaam Wel is waar — maar De dames kwamen net naar beneden. rug en van achter hem stapte detective zeker. En tegelijkertijd voelt U zich wonSsst ... Barker te voorschijn. Barker had te veel derlijk gezond, jeugdig en energiek — beter Ik zweeg. consideratie met de gevoelens van een zelfs dan ooit tevoren. Want 't is een man z'n plicht om z'n medemedemensch, zelfs al was deze medeKruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar man niet te verrajen. bij alle apothekers en drogisten h Fl. 0.90 mensch een gevaarlijk misdadiger, om Zoo zijn de Pruttelaars. Ridderlijk en waaren Fl. 1.60 per flacon. zijn arrestant spottend te herinneren aan Een jeugdig bewonderaarster van „Het Weekblad
H
- 22 —
dig. Ze ergeren zich wel maar ze kunnen zwijgen ook! PETRUS PRUTTELAAR.
I
i^^^"
„Hark? Jim Hark? Die ellendeling, *die griezelige ratelslang? Heelemaal alleen, zonder assistentie? En noem je dat warempel een krankzinnige streek?" „Pat, toen ik Hark aanriep, had hij de hand aan zijn pistool. Je herinnert je dat gevecht op leven en dood twee jaar geleden, toen hij aan vier van onze
menschen- wist té ontsnappen. Teeple is sinds dien nacht een invalide " „Ja, en Forster en Pitt zijn sindsdien ook niet meer wat ze waren; ze zijn de verwondingen die zij bij die vechtpartij — veldslag mag je wel zeggen — opliepen nooit heelemaal te boven gekomen."
DE. UDTVEIRKOIRENIIE
oo is het, Pat en al dien tijd hebben we overal naar dien schooier uitgekeken. Vanavond kreeg ik hem in het vizier, terwijl hij op avontuur uit was en ik arresteerde hem in mijn eentje. Hij had zijn hand aan zijn pistool; het lag vóór hem op tafel. Ik riep hem toe, het van zich af te schuiven, buiten zijn bereik en zijn handen op den rug te houden, zoodat ik hem de boeien kon aandoen. Hij gehoorzaamde." „Het heeft je nooit aan onverschilligheid ontbroken, Barker," merkte Hanrakau met onverholen bewondering op. „Neen, van angst heb ik in het algemeen geen last," gaf Barker toe. „Maar aan den anderen kant ga ik toch ook nooit met een dollen kop te werk ik probeer altijd zoo voorzichtig mogelijk te zijn. En nu komt het krankzinnige van de geschiedenis. Toen ik mijn pistool tegen zijn achterhoofd duwde en hem toeriep het zijne over de tafel te schuiven, schoot het mij opeens met een schok te binnen, dat mijn pistool niet geladen was! Ik had aan een paar padvinders de werking uitgelegd en zooals ik in dergelijke gevallen altijd veiligheidshalve doe, had ik tevoren de patronen er uitgehaald. En voor de eerste maal in mijn politieloopbaan was ik vergeetachtig ik vergat te herladen De patronen, die in mijn pistool hadden moeten zitten, zaten in mijn jaszak! Op hetzelfde moment, dat ik den loop tegen Hark's hoofd drukte en hem waarschuwde, dat hij eraan ging, wanneer hij een vin verroerde, kwam het besef dat ik met mijn wapen niets kon uitrichten. Ik kreeg een gevoel alsof ik een slag op mijn hoofd had gekregen — c- ik had warempel moeite om op de been te blijven, dat geloof je zeker wel. Als Hark op dat moment mijn gezicht gezien had, zat ik nu waarschijnlijk niet in levenden lijve voor je!" „En de bluf had succes?" „Dat bewijst de uitstekende staat van mijn gezondheid voldoende, zou ik zeggen. Maar het mooiste heb je nog niet gehoord. De oude Peter Camp, bij wien onzen vriend ingebroken had en die bij de arrestatie tegenwoordig was, gaf me een complimentje dat ik de eenige van hun drieën was, die me niet met bluf ophield en de kaart, die ik beweerde in handen te hebben, ook werkelijk had. Hemel-nog-aan-toe, dat moest ik óók nog slikken!" Barker stak zijn pijp, die tijdens zijn relaas was uitgegaan, weer aan en staarde een oogenblik peinzend voor zich uit. Toen richtte hij zich weer tot Hanrakau. „Zeg Pat," vroeg hij, „is mijn haar niet spierwit geworden? Neen? Nu, dan zal het morgenochtend wel zoover zijn "
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
-
RAMON NOVÄRßO OVER GRETA GARBO Zoodra het een feit was, dat Greta Garbo en Ramon Noyarro voor de hoofdrollen in de film „Mata Hari" geëngageerd waren, verspreidde zich dit nieuws als een loopend vuurtje door de studios. De vrienden van den regisseur George Fitzmaurice schudden bedenkelijk hun hoofd en gaven te kennen, dat zij niet veel vertrouwen hadden in deze combinatie van tegenstrijdigheden. Hoc zouden Greta en Ramon toch samen kunnen werken! Zooiets was uitgesloten 1 Wie had ooit gehoord, dat een Zweedsche en een Mexicaan . van hetzelfde bord zouden willen eten? Wat een verschil in karakter en temperament! De film is thans gereed en de feiten spreken voor zichzelf. Zij, die zoo fortuinlijk zijn geweest, een preview van de film te zien, beweren, dat het de beste film is, welke een van beiden ooit gemaakt heeft. De productie staat op een zeer hoog, artistiek peil en kan tot de beste van het seizoen worden gerekend. Daarbij komt nog, dat Greta en Ramon de beste vrienden zijn. Er wordt zelfs gemompeld, dat Greta gedurende de opnamen van „Mata Hari" gelukkiger is geweest dan sedert vele maanden. Men zegt, dat zij bijzonder veel prijs stelde op Ramons gezelschap en dat zij alles samen overlegden. Greta was nooit bekoorlijker en aantrekkelijker dan in deze nieuwe productie, waarin Ramon de romantische rol vervult van den Russischen aviateur, die zijn hart verliest aan de schoonc spionne. Allen, die Greta gedurende de opnamen hebben kunnen gadeslaan, hebben zich verwonderd over haar inschikkelijkheid. Ook van Ramon kan hetzelfde gezegd worden. Beiden zijn elkaar in alles zooveel mogelijk tegemoet gekomen en schenen elkander volkomen te begrijpen. Ramon, die reeds tien jaar filmster is en veel langer in de movies werkt dan Greta, vond het heerlijk met haar te kunnen samenspelen. Zij kenden elkaar natuurlijk reeds lang, maar zijn trots had er zich tegen verzet, uiting te geven aan zijn ambitie om in één film met haar te spelen. Duidelijk was zijn enthousiasme merkbaar op den morgen, toen de opnamen zouden beginnen. Op haar toilettafel in haar kleedkamer vond Greta dien ochtend een grooten ruiker rozen van Ramen; op het kaartje stond geschreven: „Ik hoop, dat het publiek even verrukt zal zijn om „Mata Hari" te zien als ik het prettig vind om met haar te werken. Ramon Novarro." De opnamen begonnen met een scène in een van Mata Hari's weelderige appartementen. Daar stonden zij voor het eerst samen voor de camera. „Ik voelde mij eerst min of meer zenuwachtig en ik geloof, dat van Miss Garbo wel hetzelfde gezegd kan worden," vertelde Ramon. „Ze zag er evenwel zoo charmant uit, dat ik mij direct op mijn gemak begon te voelen. Ik had gevreesd, dat er een soort spanning zou heerschen, zooals dat meer voorkomt als twee spelers voor 't eerst tegenover elkaar staan, doch mijn vrees bleek ongegrond. Op het moment, dat de camera's begonnen te tikken, scheen
GRETA GARBO EN RAMON NOVARRO IN „MATA HARI".
er in heel haar wezen een verandering te komen. Plotseling besefte ik, dat het niet Greta Garbo was, die daar voor mij stond, maar Mata Hari. Ik hoef u waarschijnlijk niet te zeggen, welk een voorrecht het is om met zulk een begaafde actrice te kunnen samenwerken. Zij legt in haar spel een buitengewone energie aan den dag en zelfs als de regisseur een scène heeft goedgekeurd, maar zij er zelf niet heelemaal tevreden mee is, vraagt zij die scène te mogen
GRETA GARBO ALS MATA HARI.
overspelen. Toen ik met haar begon te werken, kwam ik tot de ontdekking, dat zij haar rol nooit repeteert. Zij kent het verhaal en den dialoog van buiten, voordat de opnamen beginnen. Maar voor mij is het moeilijk op die wijze te werken, daar ik het noodig vind meerdere malen te repetccren om voor mijzelf de zekerheid te hebben, dat een scène gespeeld wordt, zooals het moet. Ik repeteer graag met de lichten aan, terwijl de camera en de microphones werken, zoodat alles precies zoo is als wanneer de werkelijke opnamen beginnen. Toen Miss Garbo echter merkte, dat mijn methode zooveel verschilde van de hare, bood ze direct aan alle scènes eerst eenige malen te repetecren. Gedurende onze vele conferenties met Mr. Fitzmauricc was zij nooit despotisch in haar eischen. Zij heeft gezonde ideeën, is buitengewoon goed op de hoogte van de filmtechniek en niets is haar teveel als het de film ten goede kan komen. Bovendien heeft zij een sterk ontwikkeld gevoel voor humor, waardoor zij bij een eventueel mceningsverschü de situatie dikwijls weet te redden. Toen de eerste opnamen achter den rug waren, kwam de fotograaf om foto's te maken. Daarvoor poseerden wij in het luxe appartement van Mata Hari en toen voor 't eerst voelden we ons een beetje zelfbewust. Ik voelde, dat zij zich afvroeg of ik misschien zou trachten haar op den achtergrond te schuiven en ik betrapte mijzelf op dezelfde gedachten jegens haar. Toen klikte de camera. We keken elkaar eens aan en waren vrienden. Dien dag droeg zij het prachtige costuum, dat geheel vervaardigd is van parels en kralen. Het was buitengewoon zwaar en woog minstens vijftig pond. Natuurlijk was het uiterst vermoeiend om daarin den gehcclen dag te moeten acteeren. Het liep tegen vijf uur en Miss Garbo begon sporen van vermoeidheid te vertooncn. Mr. Fitzmaurice gaf juist instructies om de camera's opnieuw op te stellen, toen hij zag. dat Miss Garbo haar met juweelen bezette kroon afnam. Ze lachte ons beiden vriendelijk toe, wenschte ons goeden middag en zei, dat ze den volgenden morgen om tien uur weer present zou zijn. Geen klacht kwam over haar lippen, doch evenmin een verontschuldiging. Ze bezit een groot gevoel van onafhankelijkheid en moed, en doet precies wat zij denkt dat goed is. De rol, welke zij speelt, brengt bij haar een heele metamorphose teweeg. In het natuurlijke leven toont zij niet veel temperament. Ze zou het niet kunnen toonen, want het zou indruischen tegen haar hecle natuur. In den omgang doet zij zelfs meer denken aan een meisje, dan aan een volwassen vrouw. Ik weet niet wat men verwacht heeft, dat er gebeuren zou, toen wij beiden voor dezelfde film werden geëngageerd, maar ik durf gerust beweren, dat het de gelukkigste dagen zijn geweest uit mijn heele carrière." Tot zoover Ramon Novarro op wien de schoone Zweedsche een diepen indruk schijnt gemaakt te hebben.
- 25 -
_
:
■
■
. ■
•
,
-
r
V "
ALS HET LEVEN EEN AVONTUUR WORDT MARIA ANNA LESSER. Zij was zoo handig in het klasseeren der haar eens een rapport overhandigde Eon sevaarlijke spionne. verschillende lieden, die spion wjlden over eenige technische aangelegenMaria Anna Lesser, aan haar worden, dat zij weldra aan het hoofd heden. „Noem je dit een nauwkeurige vrienden en vijanden beter beder afdeeling werd geplaatst. informatie ?" vroeg Maria woedend, toen kend als „de vrouwelijke dokIn het begin van 1916, kort voor zij de gegevens had gelezen. „Neem ter", was een der grootste spionnen, het befaamde offensief van Verdun, dit...," riep zij, den man een revolver die de geschiedenis ooit heeft gekend. kreeg „de vrouwelijke dokter" opeens overhandigend. Hij begreep den wenk Hoewel autoriteiten als kolonel Walter geen nieuws meer van een harer meest en schoot zich dood, wèl wetend, dat Nicolai, de chef van den Duitschen Geactieve spionnen in Parijs, den Franschhij anders den dood uit hkär handen heimen Dienst gedurende den oorlog, ma» Pissard. Ze besloot een onderzou ontvangen. en anderen het over dit punt volkomen zoek in te stellen en kwam tot de ontHet volgende moge aantoonen, dat eens zijn, is haar geschiedenis toch voor dekking, dat Pissard zelfmoord had geMaria ook over een groote dosis moed zoover wij weten nog nimmer in haar pleegd, waarschijnlijk omdat zijn gebeschikte. Een van haar agenten had geheel verteld. weten was gaan spreken. Onmiddellijk verscheidene van zijn medeplichtigen Maria Anna Lesser was de dochter verving zij hem door den Griek Converraden teneinde zijn eigen leven te stantine Coudoyanis. van een welgesteld Berlijnsch kunsthanredden. Als een gevolg hiervan diende Terwijl zij in Parijs vertoefde, ontdelaar. Op zestienjarigen leeftijd raakte de spionnagedienst in Parijs geheel opzij verliefd op den kapitein der huzaren moette zij er een Fransch officier van nieuw te worden ingericht. Maria Carl von Wynanky. Blond, met regel- den tegen-spionnagedienst. De man maakte zich zoo leelijk en oud mogelijk matige trekken, volle roode lippen en bleek een gemakkelijk slachtoffer van en wist een betrekking te krijgen als een frissche gelaatskleur, was zij precies haar charmes te zijn. Hij drong op een werkster in de kantoren van den Franhet schoonheidstype, dat vooral door huwelijk aan, maar Maria beweerde, schen tegen-spionnagedienst. de Duitschers ten zeerste wordt gewaardat zij hiertoe de toestemming van De nieuwe werk'vrouw maakte zichzelf deerd. Von Wynanky prees zich dan ook haar ouders, die in Spanje woonden, bij haar collega's weldra zeer gezien gelukkig, dat hij haar liefde had mogen moest hebben, waarom zij daarheen zou door den geheelen nachtarbeid voor winnen. Hij bevond zich echter weldra vertrekken. In werkelijkheid ging zij haar rekening te nemen. Op een Zonin een moeilijke positie toen bleek, dat echter niet naar Spanje, doch naar dagnacht was de eenige officier, die op de ouders van Maria op hun verbinteDuitschland, om de inlichtingen, die zij het bureau aanwezig was, werkelijk vernis tegen waren. Zij wezen hun dochter van haar verloofde had gekregen, aan baasd te ontdekken, dat de werkster de deur en de huzaren-officier was nu den Duitschen generalen staf te kunnen veel knapper en jonger was dan hij genoodzaakt voor zijn verloofde te zor- mededeelen. ooit had durven denken. Hij maakte een gen. Daar hij dit van zijn traktement Teruggekeerd in Parijs, trof zij den praatje met haar en... viel plotseling niet kon doen, nam hij zijn ontslag officier in een staat van hevige opwinbewusteloos van zijn stoel. „De vrouween ging over naar den geheimen dienst. ding aan. „Luister eens," riep hij. „Ik lijke dokter" had een van haar bedwelDit gebeurde kort voor het uitbreken heb gehoord, dat die gevaarlijke mingsmiddelen gebruikt. Snel drong zij van den wereldoorlog. spionne, „de vrouwelijke dokter", in ons m alle kamers binnen, maakte zich Maria deelde in al zijn avonturen; land moet zijn. Ik heb de opdracht gemeester van de inlichtingen, die zij-«ij reisde met hem door geheel Europa, kregen, haar op te sporen." hebben wilde, en verdween er mee tot hij ernstig ziek werd en stierf. Den volgenden dag had Maria een naar Berlijn. Ofschoon zij werkelijk door verdriet stormachtig onderhoud met haar GriekGedurende deze periode van haar overmand was, maakte zij toch zóó'n schen handlanger Coudoyanis. Zij beval carnïère maakte Maria, om haar overuitstekenden indruk op de chefs van hem, zijn verloofde als spionne naar spannen zenuwen te 'kalmeeren veel haar overleden man, die haar onderBordeaux te zenden. Vanzelfsprekend vroegen in de hoop van haar de details verzette de Griek zich hiertegen, maar gebruik van cocaïn« en heroïne, waardoor haar werk met den dag minder werd der inlichtingen te kunnen verkrijgen, ten slotte gaf hij tóe. Den volgenToch slaagde zij er in de lente van 1918 die in het bezit van Von Wynanky den ochtend vertelde Maria's verloofde nogmaals in haar slag te slaan. Ze verwaren geweest, dat zij een officieele haar echter, dat een zekere Coudoyanis scheen in Barcelona als de echtgenoote beri-ekking aangeboden kreeg bij den hem had aangeboden, „de vrouwelijke van een rijken, Zuidamerikaanschen fargeheimen dienst. Zij accepteerde, en terdokter" aan hem uit te Ie leveren voor mer, werd een enthousiast ijveraarster wijl zij zich voordeed als een onschuleen bedrag van honderdduizend francs. voor het Roode Kruis en haalde als dig studente in de kunstgeschiedenis Maria maakte zich in het geheel niet zoodanig een aantal Spaansche dames aan de universiteit van Parijs of Genève, bezorgd, toen zij dit hoorde. Zij wist, uit de beste kringen over, toestemming slaagde zij er in, waardevolle inlichhoe zij aan het dreigende gevaar moest te vragen een bezoek aan de Fransche tingen te verkrijgen over de Fransche ontkomen: zij behoefde hiertoe slechts hospitalen te mogen brengen. De toeverdediging. twee brieven te schrijven. Eén brief, stemming werd gegeven en 'het gezelIn Juli 1914 werd zij naar Italië gedie belangrijke inlichtingen inhield voor schap bezocht het eene lazaret na het zonden, maar onmiddellijk vóór het uitde Duitschers, zond zij naar Coudoyanis, andere, waardoor Maria natuurlijk een breken van den grooten oorlog kreeg met de opdracht hem te overhandigen schitterende gelegenheid had, de geal. zij opdracht, naar Frankrijk te gaan, aan een man, dien hij ontmoeten zou lieerde strijdkrachten te bestudeeren Op waar zij heenreisde als. een Belgische in een herberg even buiten Parijs. Deze zekeren dag werd zij echter als verpleegster. Van Parijs vertrok zij naar man was een andere Duitsche agent, spionne herkend door een BelBrussel, een gedeelte van haar reis van wien zij wist, dat hij door de gisch officier. Voordat men zich afleggend met officieren van den FranFransche autoriteiten werd verdacht. Den echter van haar kon meester maken, schen generalen staf. Een van dezen anderen brief adresseerde zij aan de had zij kans gezien een militaire jas werd zóó hopeloos op haar verliefd, afdeeling van den Franschen tegen-spionen een revolver te grijpen en er als dat hij haar talrijke geheimen toenagedienst. In dezen brief, die onderde wind mee weg te rennen. Zij slaagde vertrouwde van de Belgische landsverteekend was „Een Fransche patriotte", er m, de haar achternagezonden kogels dediging, in het bijzonder van de forten schreef zij, dat twee Duitsche spionnen te ontwijken en haar achtervolgers op om Luik. Maria begreep het gewicht „op heeter daad" betrapt konden woreen dwaalspoor te brengen. Uitgeput bedezer mededeelingen en vermomd als den, indien de politie den volgenden reikte zij den volgenden nacht de Duiteen boerin trok zij naar de grens, waar dag een bezoek wilde brengen aan een sche linies. Zij gaf haar beroep nu zij haar inlichtingen aan de Duitsche door haar aangeduide herberg even op en vestigde zich te Berlijn. autoriteiten overhandigde. buiten de stad. Op die manier slaagde De groote geestelijke spanning, waar„De vrouwelijke dokter", zooals zij zij er in, Coudoyanis uit den weg te in zij onafgebroken had geleefd, vernu voortaan zou heeten, omdat zij zich ruimen. bonden met het gebruik van allerlei zoo vaak als hospitaalzuster uitgaf, sloeg Dit voorbeeld van de onbarmhartige verdoovende middelen, tastte haar herhaar hoofdkwartier op in Antwerpen. werkwijze van „de vrouwelijke dokter" sens aan. Vpor zoover wij weten, verHier werkte zij in een bureau, dat een is er slechts één uit vele. Zoo vertelt toeft zij thans, half verdwaasd, in een soort arbeidsbeiys voor spionnen was. men o.a. nog, dat een harer agenten asyl in Zwitserland. — 26- 1
■
!
eVd (Slot). „Ik ben tot mijn spijt genoodzaakt, u in voorloopige hechtenis te stellen, mevrouw," zei hij ernstig, doch op zeldzaam vriendelijken toon, „maar ik vertrouw, dat u ons thans de waarheid hebt gezegd. En als het onderzoek niets anders tegen u aan het licht brengt, dan zult u zeker niet zwaar gestraft worden. Het eenige strafbare feit, waaraan u zich hebt schuldig gemaakt, is het gebruik van valsche legitimatiepapieren. En dat u zich in het bezit gesteld hebt van iets, dat volgens uw meening aan uw man en dus na zijn dood aan u toebehoort, zal u wel niet als een misdaad aangerekend worden, en temeer daar u het direct heeft teruggegeven, toen bleek, dat u er geen recht op hadt. U hebt dus niet in het minst aanleiding om de toekomst donker in te zien. En als ik iets voor u kan doen—" Aarzelend hield hij op en de jonge vrouw schudde haar hoofd, terwijl zij naar den grond staarde. „Ik dank u," antwoordde zij met verstikte stem. „Alles is mij nu onverschillig, nu ik toch niet bij de Falkenhayns kan blijven. Het kan mij niet schelen, wat voor straf ik krijg: mijn leven is bedorven en gebroken. Als ik weer vrij ben, wil ik uit Duitschland weg, het doet er niet toe waarheen." Met onverholen medelijden keek Ellwan-
iV^
ger haar na, toen zij werd weggeleid. Hij belde om den bode en vroeg wie van de opgeroepen getuigen zich nog in de kamer bevonden. „Juffrouw Falkenhayn en Dr. Roggenbach. Mijnheer Falkenhayn is er ook bij." „Laat ze alle drie binnenkomen." Dr. Ellwanger scheen het overbodig te achten verdere verhooren af te nemen. Hij bepaalde zich er toe den beiden mannen en het meisje in groote trekken de mededeelingen van Paula te herhalen, en na een korte, pijnlijke stilte, waarin Traute zacht schreide, voegde hij er aan toe: „Ik voor mij beoordeel haar gedrag heel mild en hoop, dat de rechtbank haar een lichte straf zal opleggen. Het is duidelijk, dat zij niet zoozeer slecht dan wel lichtzinnig is geweest en bijzonder ontvankelijk was voor slechte invloeden. Hoofdzakelijk schijnt echter angst de drijfveer van haar handelingen te zijn geweest, de angst haar betrekking bij u in huis te zullen verliezen, mijnheer Falkenhayn!" „Natuurlijk beschouw ik het als mijn plicht voor een verdediger te zorgen en haar ook naderhand met raad en daad bij te staan," verklaarde de bankier bedrukt. „Bijzondere wenschen heeft zij niet te kennen gegeven?" „Neen. Zij was volkomen gebroken. Maar er is bij haar verhoor iets aan het licht gekomen, dat ik u niet mag verzwij-
Gary Cooper en Talullah Bankhead, die de hoofdrollen vervullen in „The Devil and the Deèp" brengen een bezoek aan Stuart Erwin, den hoofdpersoon uit „Make me a star".
oezoeK
gen. Ik kan u tot mijn leedwezen niet verhelen, dat een zekere dokter Römhild, uw huisdokter, in deze heele geschiedenis een allertreurigste rol gespeeld heeft. Voorloopig kan ik mij niet verder over de zaak uitlaten; alleen over één bijzonderheid moet ik u nog inlichten, omdat de eer en de goede naam van een ten onrechte verdachte, daarmede gemoeid is." En hij deed het verhaal van het aan Gerard Meuven toegeschreven krantenartikel. Falkenhayn was diep onder den indruk en toen Dr. Ellwanger zweeg, wendde hij zich tot zijn dochter: „Aan dien armen jongen heb ik iets goed te maken. Hij moet onder deze ongegronde verdenking zwaar geleden hebben!" Toen 'het drietal afscheid genomen had van den rechter en op het groote plein voor het Moabiter gerechtshof bijeenstond, keek de bankier, wiens gezicht ongewoon bleek en somber was, snel op zijn horloge. „Ik heb nog een dringende conferentie," zei hij, zonder ook maar een enkel woord te reppen over wat hij zoo juist had gehoord. „Ik moet oogenblikkelijk naar de bank. Wilt u zoo vriendelijk zijn, mijn dochter naar huis te brengen, .mijnheer Roggenbach?" De jonge geleerde boog en in zwijgend begrijpen drukten beide mannen elkaar de hand. De bankier trok Traute even naar zich toe en drukte een kus op haar voorhoofd, voor hij in den wachtenden auto stapte. De lange weg, dien Traute en haar begeleider naar de Hardenbergstrasse hadden af te leggen, leidde. doer de Tiergarten en over de „Leeuwenbrug". Daar bleef Traute staan; eep vuurroode blos vloog over haar gezichtje, maar onbevangen keek zij Erich in het ernstige gelaat. „Ik moet u vergiffenis vragen voor het onrecht, dat ik u heb aangedaan," stamelde zij verlegen. „Ik — ik heb jnij heel onaardig tegenover u gedragen. En ik dank u — van harte dank ik u voor alles, wat u gisteren door uw zwijgen voor ons hebt gedaan." Zijn oogen schitterden op en zij weerde hem niet af, toen hij haar handen greep. „Traute — lieve Traute!" — en er klonk onderdrukte jubel in zijn stem — „ik mag nu wel Traute zeggen, nietwaar? Heb je mij vergeven? Wil je vergeten, hoe ik mij tegenover jou heb gedragen als een malle, domme schooljongen?" Hun van ontroering vochtige oogen ontmoetten elkaar in een langen blik. En toen legden twee slanke meisjesarmen zich om zijn hals en een gloeiend gezicht vlijde zich tegen zijn schouder. „Ja, ik wil het vergeten — ik bèn het al vergeten," fluisterde zij. „Ik houd toch zooveel van je, zoo verschrikkelijk veel — jou groote, dwaze man." Erich Roggenbach had het wel kunnen uitschreeuwen van geluk. „Nu laat ik je niet meer gaan. Traute, al zou de heele wereld tegen ons samenspannen," klonk het hartstochtelijk.
—27 . Ti!*,;:'i.j;w--.^v _-, ■,;..;.:, ^C'--«: .K.t.-ÄJs;^
■■5
H
■
■
I. Mr. REVIS VERSCHIJNT TEN TOONEELE. „Misschien heeft hij alleen maar naar je woning- . g-eïnformeerd," meende Senator Buckner en er was een spottende klank in zijn stem. „Wie kan er anders dien avond geweest zij«, terwijl ik bij jou in de kamer was en mijn overjas buiten had laten hangen?" „Waardoor hij dan verraden zou hebben, dat de diefstal juist daar gepleeg-d is," riep het jongre meisje aan zijn linkerzijde. Haar stem klonk zoo scherp, zoo opg-ewonden-verontwaardigd, dat miss Col vin, de derde van het kleine g-ezelschap aan de kleine tafel haar geïnteresseerd rondkijken door de stampvolle eetzaal staakte en haar blik op de spreekster liet rusten. Nog-méér dan de toon van het meisje, verbaasde haar gezicht de oudere dame. Voor het eerst dien avond was de g^lans van stralend geluk, waarin de liefde en bewondering- voor den man naast haar zich misschien wat te vrijmoedig uitte, verdwenen om plaats te maken voor een uitdrukking van onbehagen. „Wat voor diefstal, Mary? Waar?" vroeg miss Colvin haastig. Haar kleine, zwarte oogjes schitterden boven de hooge, uitstekende jukbeenderen. Haar min of meer uitgedroogde gelaatstrekken kregen plotseling een merkwaardige levendigheid in het blijkbare vermoeden, dat haar tafelgenoote iets voor hpar wilde verbergen. En terwijl ze sprak, leunde ze voorover, als wilde ze den afstand tusschen zich en miss Haskell, haar overbuur, verkleinen. Er was iets van hongerige nieuwsgierigheid in haar manier van doen. Miss Haskell wierp Buckner een blik toe, die te kennen gaf, dat hij de vraag moest beantwoorden. Maar voor hij dat deed, keek hij eerst behoedzaam om zich heen, als wilde hij de beide vrouwen er aan herinneren, dat alles wat zij zeggen beluisterd kon worden, niettegenstaande het geroezemoes in de zaal. Van 't hoekje, waar zij ^aten — één rij tafeltjes van den muur verwijderd — lag de smalle, rijk met palmen versierde weelderig-aandoende mengeling van blank damast en fonkelend kristal en goedgekleede menschen uit de uitgaande wereld: de wintertuin van «„Willard" voor hen, een gewone Zaterdagavonddrukte in het mondaine restaurant. Voor Mary Haskell was het tafereel een afspiegeling van dèt deel van het leven, waarin, naar haar inzicht, niets dan onbeZoo, Piepa, Je bent laat.
kommerde jolijt en benijdenswaardige zorgeloosheid heerschten. Zij kon zich daarom niet voorstellen, dat hier iemand tijd of lust zou hebben zich het hoofd te breken over de geheimen van anderen. En toch kon ze niet ontkomen aan het gevoel van onrust, dat een schaduw had gelegd over haar mooi gezichtje. Ze kon niet precies zeggen waarom, maar er was iets in de gedempte stem van den senator, dat haar niet beviel. In zijn antwoord aan miss Colvin was een tegenzin te bespeuren, dien zijn woorden allerminst schenen te rechtvaardigen. „We weten niet met zekerheid of er sprake is van diefstal. Het is maar een veronderstelling — een mogelijkheid." „Wat zou er dan gestolen zijn. Senator?" vroeg miss Colvin verdef. Ze volgde zijn voorbeeld en sprak nu bijna fluisterend. „Berichten," verklaarde hij kortaf en keerde zich naar miss Haskell. Hij was gewoon, dat anderen zich naar zijn stemmingen richtten. De couranten beschreven hem als een „sterk karakter", een „heerschersnatuur" en gaven daarmee een treffend beeld van den indruk, dien zijn machtige gestalte, zijn diepe, sonore basstem en zijn scherp geteekend, streng gezicht, maakten. En hij was zich van zijn kracht bewust — de heele uitdrukking van zijn gelaat, de wijze, waarop hij de zware wenkbrauwen kon optrekken, verried dat. Maar er was ongetwijfeld een verontschuldiging voor dit tentoonspreiden van overmatig gevoel van eigenwaarde: het feit, dat hij, pas drie-en-veertig, tot de vooraanstaande figuren van den Senaat behoorde. Maar miss Colvin liet zich noch door zijn bruusk bescheid, noch door zijn zelfbewuste, laatdunkende houding afschrikken. „Wat voor berichten?" drong ze aan. „Vertrouwelijke mededeelingen — van het allergrootste belang voor de regeering en het Witte Huis." „Waarop hadden ze betrekking?" Miss Haskell kon een zucht van ongeduld niet onderdrukken. „Maar Mary," verdedigde miss Colvin zich. „Je zei immers zelf, dat de diefstal in onze woning heeft plaats gehad. Dan is het toch begrijpelijk, dat ik het fijne van de zaak wil weten!" „Ik heb er alleen melding van gemaakt," kwam Buckner tusschenbeide, op den toon van iemand, die besloten is aan een onaangename gedachtenwisseling zoo snel mogelijk een eind te maken, „omdat morgen zoowel u als miss Haskell door den man, die de zaak in onderzoek heeft, aan. een vethoor zult worden onderworpen. Darden
heet hij. Mr. Georg Darden van de Centrale Recherche. De inhoud van de verdwenen berichten, zegt Darden, was alleen aan den president, den betrokken ambtenaar op het ministerie en mij bekend. Er was mij een document toevertrouwd, een ontwerp, dat deze vertrouwelijke mededeelingen bevatte, en...." „Mededeelingen waarover?" viel miss Colvin hem in de rede. Ze draaide haar stoel om en rekte haar dunnen hals zoover uit, dat deze opeens een heel stuk langer leek. Ze had iets spookachtigs in deze houding. „Dat mag ik niet vertellen," klonk het kort. Miss Col vin 'liet zich nog steeds niet uit het veld slaan. „Maar wat heeft onze, of beter gezegd Mary's woning daarmee uit te staan?" „Volgens Darden een heeleboel. Den eenigen avond, dat ik het onderwerp uit de brandkast van mijn werkkamer had meegenomen, was ik bij Mary. En het stuk zat in den zak van mijn overjas." „Was dat Zondag-avond?" „Ja." „En die mijnheer Darden,, die detective of wat hij is, gelooft die werkelijk, dat het document gestolen is, terwijl u en Marv in de woonkamer zaten?" „Dat beweert hij absoluut niet," verbeterde Buckner met klimmende ergernis. „Hij zei alleen, dat hij de woning eens wilde bekijken en u beiden ondervragen. Hij meende, dat dit zijn plicht is en daarin heeft hij geen ongelijk. Hij mag geen enkele mogelijkheid buiten beschouwing laten." Miss Haskell volgde het gesprek niet meer; de Senator vertelde dingen, die zij enkele minuten geleden al van hem gehoord had. Ze trachtte onderwijl een bevredigende verklaring te vinden voor de ergernis en den tegenzin, die hij aan den dag had gelegd, toen hij sprak over het verhoor door Darden. Welke reden kon de Honourable Grimes Buckner, president van de Senaatscommissie voor Buitenlandsche Zaken hebben, om dat onaangenaam te vindon? Dat hij uit zijn humeur was over het verlies van een geheim document, sprak vanzelf Het was geen prettige gedachte onwillens een dergelijk stuk in handen van een onbevoegde te hebben gespeeld. Maar waarom hinderde het hem dan, dat zij door Darden ondervraagd zou worden? Er trok een rimpel tusschen haar wenkbrauwen. Ze had zich den heelen avond zoo innig verheugd — ze had de gewaarwording gehad van een asschepoester aan
•
I
J«. Het zal zeker al wel over twaalven z^n? ■*S*t
ANNE GREY MIJN
PIEPA
-28 —
IN „ARMS AND THE MAN' i"' '•■';
(POTO B.I.P.-UPA)
het hofl Maar zoo wasr het altijd met haar: of in een uitbundig-e geluksstemmingr, of diep in den put Straks, in den schouwburg, was er geen schaduw over haar stralende blijdschap gevallen Deze avond, dat de Senator voor het eerst aan de wereld wilde toonen, dat hij de vrouw van zijn keuze had gevonden, was tot het hoogtepunt van haar meisjesbestaan geworden. Maar er was een verandering ingetreden, onmerkbaar haast, kort nadat ze zich in de eetzaal aan tafel hadden gezet; haar gemoedsgesteldheid had zijn onrust weerspiegeld. En nu realiseerde zij zich plotseling de oorzaak van zijn ontstemming, ofschoon zij die niet verklaren kon. Hij had het noodzakelijk geacht haar van Darden te vertellen en dat had hem gehinderd. Maar waaróm toch die ontstemming over een kleinigheid? Het was onredelijk; hij., ze zou het hem vragen. Opeens werd zij zich bewust, dat miss Colvins snelvuur van vragen tot stilstand was gekomen. Het scheen eensklaps zonderling stil in de zaal, of lag dat wonderlijke, dat eigenaardig drukkende, in haar eigen binnenste? Ze had vaker oogenblikken, dat ze zich voelde als nu, los van de menschen om haar heen, koud, alsof een onbestemd gevaar haar ging besluipen, alsof een voorgevoel van onheil haar geest verlamde. Ze hief het hoofd op en haar blik ontmoette dien van den Senator. Miss Colvin had zich met haar stoel van hem afeewend en keek naar de tafeltjes in de nabijheid. „Waarom is de gedachte, dat die man bij je zal komen, je zoo onaangenaam?" vroeg het jonge meisje gedempt. „Begrijp je dat niet?" klonk de wedervraag, niet zonder scherpte. „Neen; ik wilde dat ik het begreep " „Goed, dan zal ik het je uitleggen. Het is, omdat de zaak nu bekend zal worden.
Ik voel er niet het minste voor, 'n middelpunt van allerlei krantengeschrijf te zijn en vooral niet, dat jouw naam met de kwestie in verband wordt gebracht." „Maar waarom vind je dat zoo erg?" „Omdat ik geen schandaal begeer, dat ook maar in éénig opzicht de vrouw, die ik liefheb, zou kunnen beroeren." Hij sprak tegendeel, haar hersens werkten klaar en dringend en fluisterend, met neergeslagen koel, terwijl ze zichzelf de noodzakelijkheid oogen, als vreesde hij, dat een onbescheiinprentte, zich te redden, te ontsnappen den oor iets zou kunnen hooren van de aan het noodlot, dat haar in de volgende diepte van zijn genegenheid. „Daarvoor sta minuut achterhalen kon. je te hoog, ben je te onaantastbaar en te Ze moest dezen man — Eduatd Revis — voornaam, Mary. Het mooie, het .heilige er van terughouden, hier met haar te sprevan je wezen mag door niets, door niets ken, door een gebaar of blik te verraden, eenvoudig, besmet worden. Ik ben hierin dat hij haar van vroeger kende. Zij had precies als mijn moeder. Ik zou de gedachhem pas opgemerkt, toen hij reeds de halte niet kunnen verdragen, dat jij in de ve zaal in haar richting was doorgeloopen. kletspraatjes van de sensatiepers verwikHij stond juist op het punt bij een tafeltje, keld werd." waaraan reeds drie beeren zaten, een stoel De hartstochtelijke toon, waarop hij dit te nemen, dien een kellner hem aanbood. zei, ontroerde haar en toch leek zijn opEn op dat moment had hij ook haar gezien. winding haar ongemotiveerd. Ze glimlachZijn oogen vestigden zich op haar, den te, in een intuïtief verlangen om zijn ontafstand van de zeven tafels, die tusschen stemming te doen verminderen. hen waren, overbruggend. „Ben je in dit opzicht niet een beetje Niettegenstaande haar doodsangst was ouderwetsch?" de snelheid, waarmee hij haar ontdekt had, „Ik kan er niets aan doen — ik ben nu haar niet ontgaan. Het was, alsof een booseenmaal zoo. Ik houd...." aardig fatum, vastbesloten deze catastroHet was bij dit woord, dat de krankzinphe over haar arm hoofd te brengen, zich nige, verbijsterende crisis in haar losbrak. eveneens had voorgenomen haar geen tijd Eensklaps was ze doof voor alles wat hij te laten om een doeltreffend verdedigingszei. Haar lichaam werd star, niet zichtbaar systeem op te bouwen, een middel te zoevoor anderen, maar gruwelijke werkelijkken om te ontkomen. Zijn gezicht liet haar heid voor haarzelf. Een hand, koud als niet in twijfel, dat hij haar onmiddellijk staal . en huiveringwekkend groot, greep herkend had en haar direct zou groeten, naar haar hart en perste al het bloed daar- groeten met een glimlach.... uit naar haar hoofd. In haar ooren suisde Met een bruuske beweging stond ze op. en dreunde het, alsof haar schedel elk „Wat is er, liefste?" oogenblik uit elkaar kon sprihgen. De huid Er klonk verwijt in Buckners vraag. Ze van haar voorhoofd spande zich zoo strak voelde, dat hij ontstemd was, omdat ze dn als een stuk met kracht gespannen betuiging van teederheid en liefde, waarelastiek. van ze het begin nog gehoord had, onderMaar haar geest was niet verdoofd, inbrak. Of had hij nog meer gezegd, dat niet tot haar was doorgedrongen, omdat haar geest helder was? „Er is niets — ik ga even nav de garderobe." Ze zei het achteloos, over haar schouder, op zóó natuurlijken toon, dat ze zichzelf er over verbaasde. Maar ze zag hem niet aan. En terwijl ze nog sprak, verwijderde ze zich reeds met eenigszins haastige schreden, oogenschijnlijk om zich naar de garderobe te begeven. In werkelijkheid echter was het tafeltje, waaraan Edward Revis had plaatsgenomen, het doel van haar gang. II. ONDER DWANG.
VER WE® VÄIN1 HOLLVWOÓD . . . George Bancroft, de bekende Paramount-ster, gesnapt door een vrijmoedigen cameraman, terwijl hij een veertiendaagsche vacantie doorbracht met visschen en jagen in de bergen van Californië. - 30
De ernst van den toestand drong zoo duidelijk tot haar door, alsof ze thuis, in de • stilte van haar kam^r, in een roman het relaas van eens anders ongeluk las. Ze moest zich tusschen Buckner en Revis stellen, een gordijn vormen om voor de oogen van den man, dien ze liefhad, den herkenningsblik van den ander onzichtbaar te maken. Terwijl ze met bliksemsnel werkende hersens precies berekende, waar ze zou loopen om in Revis' gezichtskring te blijven, moest ze twee keer even wachten om een kellner te laten passeeren en eenmaal was zij gedwongen zich met zooveel kracht tegen een stoel aan te drukken, dat de dame, die er op zat, een boozen uitroep liet hooren, welke Mary ijlings een verontschuldiging deed mompelen. Dit alles was de uiting van een zuiver mechanisch instinct tot zelfbehoud, dat, buiten haar wil, in de diepten van haar bewustzijn scheen te werken, zooals ze ook iedere noot van de muziek hoorde en den grijzen sigarettenrook boven de tafels zag hangen en de opgeheven gezichten waarnam van drie mannen en een vrouw, diehaar aankeken, terwijl ze voorbijging. (Wordt vervolgd).
Muziek van Henri C. van Praag.
Woorden van Eliza Hess-Binger. jueciameerena Declameerend
.
f" j, h|j. ui Is de
mm p j
M JO
JU.
^ ^
EE;^=£
&
V—*
é
m i, ,}\} | m i J'jg
win-kel deur ge - slo - ten. Druk maar e - ven op den knop. Gooi een dub - bel - tj'in het kies-pljn of wel tand - pijn, Druk maar e - ven op den knop, En dan vang je een paar
vf.
^^
L
=5=£
y^-b f 3
&
V
J' J'i.J' | ji j) i j i j ,1' j i p ji ji jr^^i
gleuf-je. Trek het druppels, In je
laat - je o -pen., .flop! Ben je vree-se-lijk ver-kou-den. Druk maar e-ven op den hol- Ie kie - zen op. Heb je maagkramp, in - di - ges - tie. Druk maar e - ven op den
p i ^i É M M
h h
h h
' II
knop. En je hoest is gauw ge - we - ken, En - kei knop. En ka - mil - Ie - thee komt drui - pen, In een
'
M'^J, I^'I^I
door een zak - je groo - ten wij-den
drop. kop.
Heb je
strop!
1.2.8
Heb je in je hand gesneden. Druk maar even op den knop. En dan komt terstond een pleister. En die plakt van zelf erop. Heb je hoofdpijn of wel keelpijn, Druk maar even op den knop. En je krijgt een nat verbandje. Kom, probeer het voor de mop!
|v1/\|SO|\| Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd w 1690
4.
Heb je haarpijn of een kater. Druk maar even op den knop. En een zouten haring haal je Zoo maar uit het pekelsop. Heb je zakpijn en geen cent meer. Druk maar even op den knop, Hou je leege beurs eronder Die blijft leeg dat is de strop!
ODIOT Z PLACE DE LA MADELEINE, PARUS Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
M
■;
v-
-^f^
w.
r
i
k e
HÏmaa s ls Van Per«»—
i >
,//' r
". '"-,.
.^' i .
,,„<»vW
^
Wanneer een artikel nagemaakt wordt, is zulks het beste bewijs voor de buitengewone eigenschappen van dat artikel I Hoe dikwijls heeft men niet geprobeerd, Persil na te maken. Steeds weer bleek het een mislukking te zijn. Wanneer Persil niet iets bizonders was, dan had het niet zoo dikwijls als voorbeeld gediend voor de vele namaaksels. »Precies zoo goed als Persil« en »beter dan Persil« zijn redeneeringen, die niets bewijzen. Wanneer er werkelijk iets beters was dan Persil, zouden zoovele millioenen huisvrouwen geen Persil gebruiken
Namaak blijft Namaak!
I Red. en Adm. Galgewater 22 Lelden. Tel. 760 Postrekening 41880
Verschont wekelUks — Prtys per kwartaal f. 1.05.